Oktober, de maand van borstkanker. De roze lintjes vliegen rond onze oren, in de media getuigenis na getuigenis.
Want één op acht vrouwen krijgt in haar leven borstkanker.
Hoe kan het dan dat het zo ver van ons bed was? Dat we onze borsten pront vooruit staken en verder zweefden op borstkankervrije wolken? Wegens geen zussen, tantes, mama's, oma's met opgespelde roze lintjes en korte haren?
Een aantal bewogen maanden en een gele aanvraag tot borstonderzoek, met onderlijnd 'fam.' erop, in de hand later zit ik bij de radioloog te wachten.
En kan mijn gedachten niet wegkrijgen van Sandra. Hoe zij zou te weten gekomen zijn dat ze borstkanker had? Waar was ze en wanneer? Was ze alleen? Hoe zou ze zich gevoeld hebben? Wat zou er door haar gedachten gegaan zijn? Zou ze iemand gebeld hebben en wie?
Ik neem me voor naar haar vriend te bellen. Omdat ik weet hoe graag hij nog even over haar spreekt. Hoe graag wij nog spreken over haar. Als liep ze op dat eigenste moment in haar tuin onder haar geliefde lindeboom.
Alsof gedachten één zijn post hij iets op Facebook over haar.
Synchroniciteit zegt Jung.
Zo'n ongelofelijk bijzondere vrouw denk ik.
|