Ik sta op, ontbijt met Helena en douche me. Toen we bijna acht jaar geleden terug naar hier verhuisden waren er enkele dingen die voor mij in orde moesten zijn: ik wou kunnen koken, op een trap naar boven kunnen en een douche of bad kunnen nemen. Dat vond ik noodzakelijk voor de kinderen, voor mezelf. Het bad en de douche waren geplaatst en op een hik en een gauw had ik tegeltjes, lichtgroene glasmozaiekjes, gekozen en geplaatst. Helena wippend in haar wipstoeltje naast me. De snelheid waarmee het gekozen en geplaatst werd liet de badkamer niet los. En maakte dat hij eigenlijk nooit echt afgewerkt werd. Ik sta op, ontbijt met Helena en douche me. Trek mijn oude jeans en trui aan en werk. Het washok leegmaken, want na de vakantie wordt die gevloerd. De badkamer leegmaken. Alles reinigen, sorteren, weggooien, weggeven of houden. De badkamer leegmaken tot op een gestripte muur, want na de vakantie wordt hij betegeld en ingericht. Deze keer wel overdacht en gekozen. De nieuwe handdoeken wassen en opvouwen. De buitentafel en stoelen afwrijven en inolieen. Het terras en de tuin lenteklaar maken. De kledij van de kinderen waar ze uitgegroeid zijn uit hun kasten halen. Werken. Opruimen, sorteren, afbreken en opbouwen. Tot je niet meer kan van de rugpijn. Tot de moeheid en op-zijn groter is dan het verdriet in je buik. Al is het maar voor even.
|