Op dit eigenste moment schrijf ik op de laptop in ons bureautje. Ons bureautje is eigenlijk 'den inkom'. Ooit getekend om ingericht als vestiaire en voorzien van een mooie bank bezoekers te onvangen. Nu echter in gebruik genomen door een boekenkast over de volledige wand, een voorleesbankje en een bureau. En ooit hadden Piet en ik een felle strijd over houten en aluminium ramen en deuren. Maar eens de strijd gestreden was, was ons huis voorzien van aluminium ramen en deuren. En door die aluminium voordeur heen hoor ik nu onmiskenbaar het geroep van een uil. Vermoedelijk had ik dat doorheen de deur van mijn keuze niet gehoord. Alles heeft een voor- en nadeel. Alles. Dus ik roep met zachte, doch dwingende stem Piet. Want reeds enkele malen hoorde ik 's avonds in onze tuin een uil roepen. Wat Piet met verwondering stemde. En na het een aantal keer horen zag ik hem ook. Op een avond laat, iedereen in bed, ik wou nog even iets het lezen. En toen ik opkeek zag ik hem. Donker en groot op een tak in de wilg. Het silhouet onmiskenbaar een uil. Op kousevoeten het fototoestel gaan halen en de nachtmogelijkheid ingeschakeld, maar weg was ie zodra ik het raam wou openen. Dus zacht, doch dwingend roep ik nu Piet. Want hij mag wel denken wat hij wil, maar soms is het toch fijn gelijk te krijgen.
|