We rijden van school naar huis. Helena wil me iets vragen, maar vind de juiste woorden niet. Roodkapje en Hansje en iets van mama. Bedoel je het sprookje van Hansje en Grietje? Ja, dat. En of ik haar, zoals die mama doet, haar ook alleen in het bos zou achterlaten. Zou jij dat doen mama? In een flits moet ik denken aan een gesprek met Peter Adriaenssens op televisie, in de naweëen van Dutroux. Waar de interviewer vertelt over dat kleine meisje in de kelder dat dacht dat haar ouders boos waren en het opgesloten zijn linkte aan eigen 'stout zijn' en vraagt wat we kunnen doen om onze kinderen te beschermen tegen zo'n gedachtengang. Vertellen hoe graag je ze ziet, zei Peter Adriaenssens, vertellen hoe graag je ze ziet. En dat je, wat ze ook doen, hoe boos je ook om een bepaalde reden op hen bent, ze altijd even graag zal zien.
|