Ik pluk de chrysanten op de oostelijke haag. Ik kijk in de verte in de zuidelijke bergen. Hoe mooi is het in de bergen. Bij het vallen van de avond. Een vlucht vogels keert terug. Daarin schuilt een werkelijke gedachte. Maar wanneer ik haar wil uitspreken vind ik de woorden niet.
Tao Yuanming 365 na Ch.
|