Ik ben Marion
Ik ben een vrouw en woon in (Nederland) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 03/12/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Na 6 jaar een huurcamper en 8 jaar een eigen camper hebben we Amerika en Canada grotendeels gezien. .
We gaan nu de andere continenten verkennen.
Verder op weg naar het zuiden door uitgestrekt glooiend
Montana-landschap. Onderweg kom je vaak kunstwerken tegen van plaatselijke
beroemdheden, een muurschilderij in het kleine dorpje Will Sall. Plus de bank
in de bar. Kun je tenminste tegen je vrouw zeggen dat je even naar de bank gaat.
In Livingstone, dat zich de Gateway to Yellowstone noemt,
probeert men het centrum in de 50-er jaren stijl aan te kleden, onder meer door
alle reclame aan de bestaande bouw en de in stijl gebouwde nieuwbouw in die
stijl uit te voeren.
Even voor Yellowstone zijn we neergestreken op een
recreation site van BLM, een soort Staatsbosbeheer. Het is lekker weer, dus de
luifel nog maar eens uitgetrokken en de stoeltjes buitengezet. Voor ons vermaak
een selfie op afstand.
Vanochtend vertrokken uit Great Falls. We hebben weer zon,
dus blauwe lucht. Heerlijk om te rijden. We weten nog niet helemaal hoever.
Onderweg valt de ruimte in Montana weer op. We hebben eens even uitgezocht hoe
de verhouding met Nederland is. Montana is 10 keer zo groot als Nederland en
even groot als Duitsland en Nederland samen. Nederland heeft 450 inwoners per
km2 en Montana heeft 2,6 inwoners per km2. Wat dan ook inhoudt dat het heerlijk rustig is op de weg.
We komen langs een canyon met een kleine trail naar de
Memorial Falls. We besluiten dit voor de lunch te doen. Er hangt een
waarschuwing op het bord dat beren in de omgeving zijn gesignaleerd. Je weet
alleen nooit hoe oud de waarschuwing is. Dus toch maar de bear spray en bear bell
mee. Achteraf gelukkig niet nodig gehad.
Na de lunch nog een 50 mijl gereden en daar naar een campground die
leden van Passport America (zoals wij) 50% korting geeft. We betaalden $16,- (12,-).
We staan voor het eerst in maanden weer onder de douche van een camping. Dus
maar even wat langer blijven staan onder het warme water. Op een camping staan betekent ook, omdat je op de elektriciteit
en het water bent aangesloten, dat je even aan de poets gaat. We gaan dus schoon
het weekend in. We gaan dit weekend naar Yellowstone Natl Park.
Het bekende zonnetje schijnt weer volop en we bezoeken the
falls waar de plaats naar is vernoemd. Doordat hier in de Missouri een dam is
gelegd voor energie-opwekking zijn the falls wat minder imposant als vroeger.
Even verder ligt het Lewis & Clark museum. Deze mannen hebben begin 1800
een doorgang van Mid-USA naar de Pacific gezocht en daarvoor de Missouri-stroom
opwaarts gevolgd. Vorig jaar hebben we een heel stuk van de L&C-route van
Oregon (Pacific) naar het binnenland gevolgd. Weer aardig om te zien en te
horen hoe die expeditie toendertijd, met de toen beschikbare middelen is
uitgevoerd.
Na de lunch wilden we naar de Malmstrom Air Force Base om
een museum te bezoeken. Deze bases zijn altijd streng beveiligd, maar voor een
bezoek aan een museum De dienstdoende militair maakte ons duidelijk dat we als
buitenlander eerst allerlei persoonlijke gegevens (zoals paspoortgegevens) achter
moeten laten en 24u later (tbv onderzoek) terug mogen komen .We hebben
aangegeven dat we een andere bestemming voor de middag zullen vinden.
Ja, wat doe je dan in een plaats als Great Falls. Eerst maar
eens naar de mall dan naar de binnenstad. Maar deze laatste is als veel andere
binnensteden: zo goed als leeg!
Browning, waar we overnacht hebben is de hoofdstad van de
Blackfeet-indianen. Bepaalde stammen hebben een gebied toegewezen gekregen,
waarover zij een bepaalde autonomie hebben. Ze hebben dan ook een eigen raad,
die regels kan uitvaardigen. De raad van de Blackfeet zetelt in Browning. In
deze plaats kom je allerlei kunstwerken van indianen tegen, die ik leuk vind om
te fotograferen.
Met bewolkt weer hebben we Browning verlaten, op weg naar
Great Falls. Ik kan me voorstellen dat je niet weet waar dat ligt. Het is
hetzelfde als dat we hier vertellen dat we in Zwolle in Nederland wonen
De weg leidt door een heuvelachtig prairielandschap. Veel
grasland, hooirollen en hier en daar grazende koeien in een enorme wei. In de
verte aan de westkant zien we de Rocky Mountains liggen. We komen enorme
wolkenpartijen tegen, links van ons regent het en wij rijden in de zon.
In de loop van de middag zijn we in Great Falls. Daar rijden
we het eerst naar Walmart en rijden er weer met een volle kar naar buiten. Veel
levensmiddelen waren op. Dit hadden we zo uitgerekend vanwege de
douanebeperkingen (geen groente, aardappelen en melkprodukten invoeren, maar
ook omdat de prijzen in Amerika aanzienlijk lager zijn dan in Canada.
Vandaag hebben we Waterton Lakes Natl Park gedaan. Een park van
bergen, canyons en meren. Mooi weer, zonnetje met wolken. Dit is onze laatste
dag in mooi Canada. Waterton Lakes Natl Park in Canada grenst aan Glacier Natl Park
in Amerika. De scheiding is de grens.
We zijn aan het eind van de middag de grens weer overgegaan.
En zitten nu in de staat Montana, in Browning. We staan bij een casino, waar we
een lekkere maaltijd met trout hebben genuttigd. Een heel groot bord vol met
gestoomde forel, aardappelgerecht met warme en koude groente voor $16,-- p.p.
Browning is de hoofdnederzetting van de Blackfeet Indians.
Fris, maar met een zonnetje hebben we Calgary achter ons
gelaten op weg naar de Amerikaanse grens. Omdat het Labour Day is en daarom
veel mensen een vrije maandag hebben (maar de winkels zijn veelal wel open), is
het erg rustig op de weg. We nemen een doorgaande 2-baans weg naar het zuiden,
want we willen als gebruikelijk de interstates mijden. Hier zie je meer van de
omgeving en rijd je door dorpjes.
Plots zien we een deel (of restant) van een berg in een
weiland staan met een grote parkeerplaats en borden erbij. De borden verklaren
dat de rots een kei (van enkele tonnen) is die in de laatste ijstijd door de
gletsjer vooruit geschoven is, enkele 100-en kilometers verwijderd van bergen
met hetzelfde gesteente. Na het smelten van het ijs zijn deze stenen blijven
liggen.
Onderweg een historic site van Parks Canada bezocht, vlakbij
Longview. Het is een ranch uit het begin van de 20e eeuw. Allerlei
boerenschuren en werktuigen zijn er te bezichtigen en wordt er uitleg
gegeven.
Even later toen we de weg vervolgden, hadden we een
politieauto achter ons. Het duurde niet lang tot we het bekende sirene geluid
hoorden. Hoewel we niet konden voorstellen dat het voor ons bedoeld was, toch
de camper maar even aan de kant van de weg gestopt. Zoals je ook in Amerikaanse
films ziet, parkeert de politie zijn auto achter die van ons. En zoals hier
gebruikelijk moet je in de auto blijven zitten. De agent kwam vragen of we een
probleem met the engine hadden? Nee, dus. Hij legde uit dat het vandaag druk
op de weg is met al het vakantieverkeer dat na dit holiday weekend terugrijdt
naar huis (m.n. in noordelijke richting naar Calgary) en dat onze rijsnelheid
achteropkomend verkeer zal irriteren dat tot onverantwoordelijke
inhaalmanoevres kan leiden. Op de weg waar 100km gereden mag worden, reden we
80-85km, mede vanwege de harde zijwinden. Toch het dringende verzoek om ook
circa 100km/u te rijden. Dus toch maar het pedaal wat dieper ingetrapt.
Omdat
we wat eerder op onze bestemming waren ( )
konden we mooi even weer de was in de coin-laundry doen ..
Gisteren (zaterdag) naar Galgary gereden, bij Walmart
geslapen en vanochtend met de bus in 55 minuten voor 3 dollar naar downtown
gereden. We vallen met de neus in de boter. Er is een Parade en wel de Gay
Parade. Start om 12.00 uur. Daar willen wij bij zijn. Het is een leuke kleurrijke parade. De homo-vlag is een zeer
kleurrijke vlag. En iedereen en alles is in die kleuren versiert.Alles doet mee of sponsort de Parade.
Ondermeer: de politiek, de stad Calgary, de politie, de brandweer, enkele
kerken, zelfs het leger is vertegenwoordigd. Volgend jaar voor het 25ste jaar.
Daarna door de stad gelopen. Om een overzicht te krijgen van
de skyline moeten we 177 treden omhoog. Ondanks dat Calgary een grote stad is, heeft het een
gezellige binnenstad.
Uit Lake Louise vertrokken naar Banff over de Bow Valley
Parkway. Dit is een rustige natuurweg, die parallel aan de Highway 1 naar
Calgary loopt. Deze weg loopt door bossen en heeft veel parkeerplaatsen waar je
van het uitzicht kunt genieten.
Banff is een heel bekende toeristenplaatsin de Canadese Rocky Mountains. Zowel in de zomer
als in de winter. Het centrum is naar ons idee in 11 jaar erg uitgebreid en het
is er erg druk. We hebben hier geen camping gereserveerd. Een rondje langs de
campings leerde dat reserveren wel verstandig was. Zeker omdat het vrijdag is
en Labor Day weekend. Een lang weekend in Amerika en Canada. Na een wandeling door het stadje zijn we doorgereden
richting Calgary. Onderweg komen we langs een casino, dat beheerd wordt door First
Nation people, waar we mogen blijven staan.
Woensdag aangekomen in Lake Louise Village. Aangezien de
weersverwachting voor donderdag erg slecht is, besluiten we s avonds na het
eten nog naar het meer te rijden, waar het plaatsje Lake Louise naar vernoemd
is. 11 jaar geleden (juni) zijn we hier ook geweest. Toen was de berg achter
het meer vol sneeuw en het meer nog bevroren. Nu was er van de sneeuw weinig
meer over. De zon scheen, het was gezellig druk en we hebben een wandeling van 5 km langs het meer gemaakt. We
besluiten, als we weer thuis zijn, het foto-album van 11 jaar geleden eens te
bekijken, daar we de nodige vragen hebben over hoe het toen ook al weer was.
Donderdagochtend zijn we in de regen naar Lake Moraine gereden.
11 km
van hier. Als we daar in de stromende regen hebben geparkeerd,
besluiten we te wachten op een droge periode. We doden de tijd met koffie
drinken, lezen en borduren en zowaar na de lunch lijkt het droog te worden. Met
paraplu gewapend (altijd meenemen als je droog weer wilt) wordt het droog als
we langs het azuur blauwe meer een wandeling maken. Onze 2e
wandeling is een klim naar een uitzichtpunt waar je boven het meer staat. Mensen,
wat is het hier mooi.
De hele Icefield Parkway is zo mooi, hij wordt de mooiste
scenic route van de wereld genoemd. En bij mooi weer ziet alles er nog mooier
uit. Ik vind dat de fotos niet kunnen laten zien hoe mooi het hier is. Vrijdag
gaan we het laatste deel van deze route doen naar Banff.
Vandaag weer een stuk van de Icefield Parkway gereden en
zijn in Lake Louise aangekomen. Het lijkt misschien dat het eentonig wordt met
al die bergen, gletsjers, meren en canyons, maar als je er zo tussenin staat,
blijft het een bijzondere natuur. Zeker als je dan ook nog weer een beer ziet
met 2 cubs. Omdat we niet op de 1e rij stonden, konden we alleen
de laatste cub die achter moeders aanholde op de foto pakken.
Ook vandaag weer een blauwe lucht met wolken en een zonnetje
wat het geheel nog mooier maakt.
We hebben Jasper achter ons gelaten en zijn begonnen aan de
Icefield Parkway, op weg naar Lake Louise.Het stuk dat we vandaag rijden is ca. 140 km en is een
aaneenschakeling van bergen, bergrivieren, watervallen en gletsjers. Dat
betekent veel stoppen en korte wandelingetjes maken. Het hoogtepunt van vandaag
is de Athabasca gletsjer onderdeel van de Columbia Icefield. Deze gletsjer
trekt zich erg snel terug. In de afgelopen 30 jaar al meer dan 150m. Bepaalde
onderzoeken geven aan dat de gletsjer over ca 50 jaar zover is teruggetrokken,
dat je m vanaf het huidige uitkijkpunt niet meer kunt zien.
We hebben vandaag een klein zonnetje met bewolking, waardoor
je de bergen beter kan zien dan gisteren. Het is een wonderschone dag en door wonderschone natuur
gereden.
Vanochtend toen we opstonden was het 10 graden in de camper.
Zo fris hebben we het de laatste paar maanden niet meer gehad. De zon wilde er
vandaag ook maar niet doorkomen. Met de lange broek aan hebben we Maligne
Canyon bezocht. Zon diepe, smalle canyon hebben we nog niet eerder gezien. In
een boekje lees ik dat je in de winter, als er minimaal water in de canyon
staat, een wandeling door deze canyon komt maken
Doorgereden via Medicin Lake naar Maligne Lake. Hoewel de
bergentoppen wazig te zien waren, hebben we een paar leuke wandelingen langs
het meer gemaakt. Daar zagen we ook een paar aparte eenden zwemmen. Door andere
wandelaars werden we er op attent gemaakt dat dit Loonies zijn. Van de loonie
kom je in Canada regelmatig een afbeelding tegen. Hij staat ook afgebeeld op de
Canadese dollarmunt. Deze wordt dan ook een loonie genoemd.
Hoewel een beetje fris stonden we op met een lekker
zonnetje. Op weg naar Jasper hebben we een aantal stops onderweg gemaakt. Naast
wandelingetjes naar twee watervallen kwamen we ook op een viewpoint op een
berg die vernoemd is naar Terry Fox. Het verhaal erachter lees je op één van de
fotos. Ook passeerden we de Mount Robson, de hoogste berg van de Canadese
Rockies (bijna 4.000m). We hoorden dat het redelijk zeldzaam is dat de berg een
blauwe achtergrond heeft.
Even nadat we de grens met Alberta zijn gepasseerd rijd je
het Jasper Natl Park binnen. Omdat we een jaarpas van Parks Canada hebben (via
Marktplaats overgenomen van een eerdere bezoeker eind vorig jaar) konden we
doorrijden. Zonder een jaarpas moet je bijna 15,= per dag betalen
In Jasper hebben we rondgewandeld en hebben we vervolgens
heerlijk gegeten in een restaurant waar we 11 jaar geleden ook hebben gegeten.
We hebben Prince George achter ons gelaten en zijn oostwaarts
richting Jasper (prov. Alberta) gereden. Onderweg hebben we een mooie trail
(3km) gelopen, die leidde door een Ancient Rainforest. Dit bos bestaat uit oude
cedar bomen. Het eindpunt van de trail is een waterval.
In McBride, het enige plaatsje dat we vandaag (230km) langs
deze weg zijn tegengekomen, heeft zowaar een station. Juist toen wij er waren
stopte de toeristentrein, die van Prince Rupert (aan de Pacific) naar Jasper
rijdt.
Even voorbij McBride loopt de Holmes River. Een trail leidt
naar een kleine waterval in deze rivier, waar eind augustus de chinook salmon
stroomopwaarts zwemmen. Maar helaas, geen zalm zien springen bij de waterval.
Even verderop is een gratis camping. Daar hebben we een plaatsje gezocht voor
de nacht.
De Fireweed die ons de hele heenweg naar Alaska heeft
vergezeld, raakt nu uitgebloeid. Hij (zij) verandert in een pluizige plant, die
het bij harde wind laat sneeuwen.
Donderdag in Smithers zagen we bij het museum een
Nederlandse vlag met wimpel hangen. Daar moet ik dan het mijne van weten. Dus
naar binnen, de dame vragen hoe die vlag daar komt. Zij vertelde dat meneer
Schimmel, ooit vanuit Nederland geëmigreerd, deze vlag uit Nederland heeft over
laten komen. In de WWII zijn veel mannen uit Smithers omgekomen. Na de oorlog zijn veel families uit Zwitserland en Nederland
overgekomen om daar in de landbouw te helpen. Ik vertelde dat wij de wimpel alleen
gebruiken bij een koninklijke verjaardag. Zij wist dit niet, maar wilde graag
de data van die verjaardagen hebben om dan alleen die dagen de wimpel te
gebruiken. Die ga ik haar sturen.
Die dag verder over de Yellowhead Highway (Hwy16) oostwaarts
gereden naar Prince George. Onderweg wordt het landschap steeds meer gecultiveerd.
Anderhalve maand geleden zijn we ook in Prince George geweest en zijn toen naar
het noorden doorgereden. Zo is ons rondje weer rond.
Vandaag een was- en winkeldag gehouden. Morgen (zaterdag)verder over de Yellowhead Hwy richting
Jasper en het Natl Park. Wij gaan dan ook Britisch Columbia verlaten en komen in de
provincie Alberta. Prince George gaat ons voor de tweede keer uitzwaaien.
Omdat de meeste beer activity bij de Fish Creek in Hyder s
morgens tussen 6 -10u plaatsvindt, zijn we om 5:30u opgestaan. Even na 6u
wilden we opbreken en vertrekken. Maar helaas. We werden verrast door een
zwarte beer die vlak bij onze camper over de camping liep. Dus toch maar even
wachten. De beer was nog even nieuwsgierig wat er in de auto even verderop zat
(zie foto).
Tegen 7u werden we bij de Fish Creek verrast met een zwarte
wolf die op afstand even kwam rondkijken. Omdat tot 8u verder geen wildlife
zich toonde, behalve de vele zalmen en een blue heron, zijn we, mede vanwege de
kou, vertrokken.
Op de terugweg over de Glacier Hwy en het resterende stuk
van de Cassiar Hwy hebben we nog enkele leuke plaatjes kunnen schieten van de
natuur. s Middags op de Yellowhead Hwy (Hwy16) stak er een eindje
voor ons een jonge beer de weg over. Al met al weer een mooie, erg zonnige dag. s Middags weer
ruim 25gr C.
Bij het opstaan stond het zonlicht prachtig op de berg met
gletsjers voor ons. Op weg naar Stewart over de Glacier Hwy (Hwy37A) komen we
de Bear Glacier tegen. De mist komt al behoorlijk opzetten, maar we kunnen de
glacier nog net op de foto zetten.
In Stewart wonen nog zon 700 mensen. Het is een dorpje dat
het moet hebben van de houtindustrie en het toerisme. Het heeft via het
Portland Canal een ijsvrije open verbinding met de Pacific. Dit water en de
omringende bergen trekken de nodige bezoekers.
s Middags door naar Hyder. Hyder ligt 3 km verderop aan het Portland
Canal, maar ligt in de 'staart' van bij Alaska en is dus Amerikaans grondgebied (zie kaart op foto). Hoewel er geen
Amerikaanse douanier is, is er wel een Canadese als we weer terug Canada
ingaan. Hyder heeft slecht 200 inwoners, betalen doe je hier met Canadees geld en
houdt men ook de Pacific Time (BC-tijd) aan. Maar dat geldt alleen niet voor
het postkantoor van Hyder. Omdat het een officiële Amerikaanse instantie is,
moet je hier met US-dollars betalen en wordt in dat kantoor de Alaska-tijd
gehanteerd .
Hyder is bekend van de Fish Creek Wildlife Observation
Boardwalk en de Salmon Glacier. Via de boardwalk langs de Fish Creek heb je in
de tijd van de salmon run mooi zicht op de zalmen die daar tegen de stroom
opzwemmen om daar te paren. Ook de beren weten dat de vette zalmen daar dan
zijn. Een mooie faciliteit om de natuur te aanschouwen. Toen we daar goed en
wel waren, verscheen de eerste zwarte beer, maar deze verdween even later weer.
Een uurtje later kwam een tweede voor zijn maaltijd. Helaas, deze verorberde zn
maaltje in de bosschage, maar had daarna nog even de tijd om wat rond te
scharrelen. Een mooi moment voor alle fotografen. Hoewel meestal de meeste
beer-activiteit tussen 6-10u s morgens en s avonds is, hebben we s avonds
voor nop naar de beren uitgekeken. Misschien morgenvroeg meer succes.
Naar de Salmon Glacier loopt een slingerende, smalle, steile
weg, die voor campers wordt afgeraden. Die zullen we dan helaas moeten laten
schieten.
Gelukkig is het vanochtend minder bewolkt. We rijden goed 8u
de Cassiar Highway weer op en vervolgen onze weg naar het zuiden. Het is of we
niet weggeweest zijn. Dezelfde groene weg en van prima kwaliteit. Hier en daar
een oranje vlaggetje aan de zijkant van de weg. Dit geeft aan dat er een
oneffenheid in de weg zit. Een gat of stuk dirt road of gravel van een wegreparatie.
Meestal kun je op tijd reageren door af te remmen of het gat etc. te omzeilen.
Er is namelijk heel weinig verkeer op deze weg. Hoewel wordt aangegeven dat 5%
van de route dirt road is, komen we dat alleen bij een enkele wegreparatie
tegen.
We hadden t bijna opgegeven, maar aan het eind van deze
route zagen we ineens een zwarte beer die in de berm lekker aan t smullen was
van het verse gras en de bloemetjes. Ook toen we de Cassiar Hwy hadden verlaten
op weg naar Stewart/Hyder kwamen we nog een zwarte beer tegen in de berm. Op
deze weg naar Stewart (HWY37A) rij je tussen de bergen door. We staan nu op een
pullout met zicht op een bergwand met 3 gletsjers. Kijken wat morgen brengt
Vanochtend
is het wat regenachtig. Gelukkig geen dikke bewolking, maar de bergtoppen zijn
niet te zien. We rijden nog een laatste stukje van de Alaska Highway (150km)
naar het zuidoosten, waarna we de Cassiar Highway (Hwy37) naar het zuiden
opdraaien. Dit heet een highway, maar is een smalle weg, die je dwars door de
wildernis leidt, 725 km
lang is, weinig verkeer, enkele korte stukken zijn dirt road en het verbindt
slechts 3 kleine dorpjes (ca200 inw.). Onderweg zijn 3 punten voor benzine. Dus
alle 3 maar even aandoen om geen risico te lopen. Het deel van vandaag (200km)
is een erg goede weg waarover we met de camper 60-70 km/u kunnen rijden. Helaas
wordt de bewolking steeds dichter, waardoor we alleen de bergen, die direct om
ons hen liggen, zien. Het is erg groen, maar we zien helaas geen wildlife.
We
bereiken Jade City. Het is geen dorpje, maar alleen een werkplaats annex winkel
waar jadesteen, dat hier uit de bergen wordt gehaald, wordt bewerkt. Er worden
aardige sieraden van gemaakt, maar wel erg prijzig (veelal meer dan 100). Ze
bieden op deze verlaten plek gratis WiFi aan. Daar maken wij dan maar even
gebruik van
Van
andere Alaska-gangers hadden we een paar campingadressen gekregen op deze
Hwy37, waar je gratis kunt staan. Eén daarvan is aan het Dease Lake. We hebben
voor vannacht een hele mooie plek aan het water. Helaas ontbreekt de zon.
Na weer eens de was te hebben gedaan, zijn we verder op weg
naar het zuiden. Het eerste stuk (vandaag en deels morgen) is hetzelfde deel
van de Alaska Highway dat we zon 5 weken geleden de andere kant uit hebben gereden.
We herkennen er niet veel van. Of het de andere kant op toch weer anders is of
dat we ondertussen zoveel hebben gezien dat we t alweer vergeten zijn we weten
t niet. Maar het is gewoon weer genieten van de omgeving!
En dat we niet altijd alleen op de toilet zitten op een rest
area bewijst het nest met vogeltjes, die heel rustig blijven zitten. We hebben toch maar de andere toilet genomen.