 |
|
28-04-2010 |
Boeken |
Boeken, ik en boeken. En meer bepaald een boekenkast die nog maar net aangekocht al veel te klein is. En dat is een probleem voor mij. Ik hou namelijk van boeken die gesorteerd staan. Ik vind het fijn dat als ik een boek wil, ik daar met vaste en zekere tred recht naartoe kan gaan. En daarnaast hou ik niet van boeken die neerliggen, niet van dubbele rijen, niet van boeken die bovenop liggen. Als dit de enige probleemstelling zou zijn dan valt daar glimlachend mee te leven, maar ik hou ruimhartig veel van boeken. Weinig boeken kunnen me niet bekoren. Zo stap ik dus nu met een boog rond de boekwinkel. Tot ik hou van drie-, vier-, vijf-! dubbele rijen boeken.
|
|
 |
|
Hou me tegen voor de top |
Het hoogste punt
Er is een plaats vlak bij de top waar ik met jou wil zijn. Niet om het uitzicht of de vlaggen of de klimmers die hun kop volzuigen met zuurstof
maar om het uitstel van de laatste stap. Er is geen plaats daar verderop, er is een afdaling. Dus neem mijn hand, ga met mij mee de zangberg op en hou me tegen voor de top.
Adriaan Jaeggi (1963-2008) uit: Het is hier altijd laat van licht (2008)
|
|
 |
27-04-2010 |
Geen pak op |
Er zijn zo van die dingen die aan je blijven hangen en waar je het gevoel hebt 'geen pak op te krijgen'. Dingen waar je, ook na enig denkwerk, rondlezen, rondvragen, niet zomaar klaarheid in krijgt. Ik zou het willen citeren, maar kan me begot (bijgod?) niet meer herinneren waar of in welke context ik het gelezen heb. Mijn eigen woorden zullen dus even moeten volstaan. Het artikel ging over alle relatiemogelijkheden naast monogamie. Hetgene dat me zo bij blijft is het feit dat de auteur zei dat, ongeacht de relatievorm die je aanhangt, elk van ons steeds streeft naar één ding. Een oergegeven, een basisverlangen. De eerste zijn. Niet persé de enige, maar wel de eerste. De eerste in rij, de préférée, de voorkeur, de vrouw van zijn leven, de eerste viool, the love of his life. Welke invloed dit gegeven heeft op en hoe het te rijmen valt met polyamory, concubinaat, minnaarschap, schuinmarcheerderij of hobbyvriendjes, daar krijg ik geen pak op.
http://www.youtube.com/watch?v=WoXSOH2fUY0
|
|
 |
21-04-2010 |
De zandbak |
Op deze mooie woensdagnamiddag sta ik aan het raam in de keuken en was mijn handen, kleverig door het schillen van fruit. Ik zie een tuin, zo frisgroen als het enkel in de lente kan zijn. In de verte, achter de serre, twee jongenskopkes die af en toe omhoog piepen boven de haag. Hét succesnummer van onze tuin en garant voor uren speelplezier; een reuzetrampoline. Links voor me zie ik de zandbak. Een zandbak van zo'n meter diep die vrijwel leeg is. Want Remi heeft bijna al het zand eruit geschept. De voorbereiding tot het omvormen van zandbak tot 'legerput'. Na navraag meen ik te begrijpen dat hij een put wilt, omringd door bergen zand en door een net overdekt waar vanalles inzit. 'Vanalles' blijkt zijn namaakgeweer, verrekijker, takken en bladeren te zijn. Godzijdank dat dit achtjarig jongentje dit enkel kent vanuit boeken of film. De zandbak dus. Die op dit moment even in bruikleen is aan twee kleine meisjes. Ik sta aan het raam en was mijn handen en bedenk dat deze twee kleine meisjes geslaagd zijn in hetgene twee volwassenen zelf niet konden. Door hun samenspelen moeten de ouders wel omgaan met elkaar. Zij het summier, zij het voorzichtig en op afstand. Maar één moet letterlijk een deur opendoen en een ander moet binnengaan. Eén moet de deur weer opendoen om de ander buiten te laten en de ander moet weer buitengaan. En aangezien 'dag' zeggen bij toekomen en weggaan flink geconditioneerd zit in elk van ons, worden minstens vier woorden uitgesproken ; 'dag', 'dag, 'dag' en 'dag'. Maar gelukkig was het nu heel wat meer. Desalniettemin hebben de twee kleine meisjes ons flink bij ons pietje te pakken.
|
|
 |
20-04-2010 |
Do not stand at my grave and weep |
Do not stand at my grave and weep, I am not there, I do not sleep. I am in a thousand winds that blow, I am the softly falling snow. I am the gentle showers of rain, I am the fields of ripening grain. I am in the morning hush, I am in the graceful rush Of beautiful birds in circling flight, I am the starshine of the night I am in the flowers that bloom, I am in a quiet room. I am in the birds that sing, I am in each lovely thing. Do not stand at my grave and cry, I am not there. I do not die.
Toegeschreven aan Mary Elizabeth Frye (1905-2004)
|
|
08-04-2010 |
Ons kot |
| |