Donderdagmorgen
was het weer zover: een Bet Dagan-dag.. Het olijke trio pikte ons op bij ons
thuis om samen naar Ilan te rijden. Daar herverdeelden we, Tom en Andres kropen
bij Ilan in de auto, terwijl Machteld met Stefano en Daniel meereed. Ilan
scheurde er direct vandoor, dus het was een goede zaak dat Machteld de weg kon
wijzen.. In Tel Aviv misten we even 1 afslag, maar volgens Daniel was dat een
goede manier om Stefano de stad te laten zien
Om 10u moesten de jongens een presentatie
geven over hun project. Er zaten een twintigtal geïnteresseerde luisteraars in
de zaal. Na de presentatie werden ze ook overladen met vragen. Veelal vroeg men
waarom ze werken aan detectie van kreupelheid en niet aan preventie. Tsja..
Lunchen
deden we samen met Aharon in het restaurant van de ARO. Aangezien het ontbijt
al 7u geleden was, waren we nogal uitgehongerd en lieten we ons de grootkeuken
goed smaken.
We hadden
intussen ook afscheid genomen van Daniel. Daniel zou het weekend doorbrengen
bij een vriend in Haifa. Hij kreeg een lift aangeboden van Victor, die
toevallig die richting uit moest.
Stefano en
Andres wilden het weekend in Jeruzalem en de Dode Zee doorbrengen. Voor ons een
mooie kans om ook nog eens naar Jeruzalem te gaan! Onderweg genoten we van het
uitzicht, dat weer helemaal anders is dan in onze streek.
Rond 14u
kwamen we aan in Jeruzalem. Een parkeerplaats vinden bleek niet zo moeilijk.
Uit de parkeergarage geraken bleek dat wel.. Toen we er na 20 min rondzwerven
eindelijk uit geraakt waren, gingen we naar het Abraham Hostel. Vorige keer dat
we in Jeruzalem waren, sliepen we ook in dit hostel, en dat stond ons toen wel
aan. We hadden niet op voorhand gereserveerd, maar gelukkig was dat geen
probleem. We kregen een 6-persoonskamer toegewezen. Nadat we onze spullen
afgezet hadden, wandelden we naar de Oude Stad. We kuierden door de grote soek
en gaven onze ogen goed de kost. De verkopers zijn soms ook echt grappig: 'Please, give us a chance to rip you off!'
We belandden bij de Klaagmuur, een uiterst
interessante plaats om naar mensen te kijken. Stefano en Andres gingen ook van
dichtbij kijken, en waren zelfs zo zedig om een kippa op hun hoofd te zetten.
Daarna
wandelden we naar de Via Dolorosa en legden ook wij de kruisweg af. De kruisweg
eindigt in de Heilige Grafkerk. Een aantal broeders en zusters waren aan het
zingen, wat toch zorgt voor een specialer gevoel bij het bezoeken van de kerk.
Via de
joodse wijk in de Oude Stad gingen we naar Mamilla, op zoek naar een avondmaal.
Dat vonden we bij Rimon, een koosjere keten. We bestelden allemaal pasta en
babbelden en lachten heel wat af!
Rond 19u30
gingen we opnieuw naar de Oude Stad. Er vond immers een ridderfestivalplaats. Er was een route door de stad
uitgestippeld, met op verschillende plaatsen een act uit de middeleeuwen. Zo
zagen we een toneelspel, een muziekgroepje Machteld genoot echt van de mooie
houten klank van een blokfluit -, jongleurs, een vuurspuwer, heksen, een
gevangene die wilde ontsnappen, een riddergevecht, Het was duidelijk meer
voor kinderen bedoeld, maar er waren ook enkele acts bij die ook wij de moeite
vonden.
Na dit
spektakel vertrokken we richting hostel. Stefano en Andres maakten nog wat
girlfriendtijd, en weer prijzen wij ons gelukkig dat we gewoon samen kunnen
zijn en elkaar vaker dan eens per maand zien.. Tom skypte nog even met zijn
ouders. Daarna dronken we nog een pintje in de hostelbar en speelden we een
spelletje pool. Altijd leuk
Vrijdagmorgen
waren we alweer vroeg wakker. We smikkelden van het ontbijtbuffet in het hostel
en namen daarna afscheid van Stefano en Andres. Zij waren van plan om naar de
Olijfberg te gaan, souvenirs te kopen, en dan naar de Dode Zee te vertrekken.
Wij
wandelden naar de Oude Stad en kwamen toevallig uit bij de Rooftop Promenade, waar
we een mooi uitzicht hadden over de stad. Machteld had een opdracht gekregen
van een andere Lonely Planet-fan, om een foto te maken. Op de foto moest een
bekend gebouw in Israël staan en ook een papiertje met daarop de tekst: Shelly,
will you marry Luke? Romantisch hé We hebben er wel mee gelachen, het is
weer eens wat anders..
Daarna
wandelden we door de Arabische wijk, waar het ongelooflijk druk was, zo net
voor het vrijdaggebed, naar de Damascus Gate. Van daaruit gingen we naar
Oost-Jeruzalem. We bezochten de Graftuin. Volgens sommigen is dit de plaats
waar Jezus begraven en verrezen is (i.p.v. de Heilige Grafkerk). Volgens de
brochure die we kregen bij het betreden van de Graftuin: Details die de Bijbel
vermeldt over het graf van Jezus zijn hier te zien:
- Het
is uitgehouwen in een massieve rots en was geen natuurlijke grot (Mattheüs
27:60) - Het
werd verzegeld door een grote steen die ervoor gerold werd, wat blijkt uit de
brede gleuf aan de voorkant (Mattheüs 27:60) - Binnen
konden gemakkelijk meerdere personen staan om te rouwen in de grote klaagruimte
(Lukas 24:10)
Eerst
wandelden we door de (mooie) tuin naar de Schedelplaats, waar volgens sommigen
de kruisiging zou hebben plaatsgevonden. Daarna bezochten we het graf. We
kwamen heel wat fanatieke christenen tegen, waaronder een dominee uit Florida,
die in iedere zin Halleluja zei. Jaja.
Na de
graftuin bezochten we het Museum on the Seam, een socio-politiek hedendaags
kunstmuseum. De kunstwerken zetten je wel aan het nadenken.. (http://www.mots.org.il/Eng/Index.asp)
Aangezien
we al dat gewandel een beetje beu waren, besloten we de splinternieuwe tram te
nemen (aangezien die vlak voor het museum stopte). Blijkbaar waren de
ticketmachines nog niet in gebruik, waardoor het ritje gratis was. We stapten
af aan Yafo Street om ergens te gaan lunchen. We belandden bij Burger Bar, waar
we een huisbereide hamburger en frietjes aten. Het vlees viel een beetje
tegen.. We hebben geen idee wat ze hier met het vlees doen, maar thuis smaakt
het toch beter De frietjes waren wel verbazend lekker! De beste die we al
gegeten hebben in Israël. Maar waarschijnlijk nog niets tegenover de echte
Belgische frietjes.. Waarvan we intussen de smaak alweer vergeten zijn.. Tussen
Kerst en Nieuw is het dus zeker nog eens frietjes en Bicky Burger-tijd!! ;-)
Na de lunch
begon het ineens fel te regenen. We besloten om terug op de tram te springen
naar het busstation om de bus naar huis te nemen. Het was een leuk bezoekje aan
Jeruzalem, maar er is nog steeds veel te ontdekken in deze stad!
Aan de bus
stond iedereen te dringen om een plaatsje te bemachtigen, terwijl er
uiteindelijk nog 10 plaatsen over waren en er dus plaats genoeg was voor
iedereen.. Achja, Israël.. De bus bracht ons in 1u30 tot Yoqneam, waar we naar
Ilan belden om ons op te pikken en thuis af te zetten.. Toch handig, zon lieve
supervisor!
Vandaag, zaterdag
was het ook voor ons Shabbat Goed uitgerust kunnen we aan de nieuwe
werkweek beginnen!
Zondagmorgen
begroetten we Andres, een collega van Tom. Hij studeert/werkt nu in Nederland
aan de universiteit in Wageningen, maar oorspronkelijk is hij van Chili. Tom
nam hem al direct mee naar de boerderij, zodat de set-up voor de experimenten
voor de komende maand bestudeerd konden worden. s Middags gingen we eten bij
de shoarma/falafel-bar in ons dorp, waar de eigenaar ons weer hartelijk
verwelkomde. Andres was best moe na zijn nachtelijke reis, dus Tom bracht hem
in de namiddag naar Bet Shearim, zijn thuis voor een maand. In de late
namiddag arriveerde ook Daniel uit Costa Rica, een andere collega uit Toms
project. Hij is nieuw in het project, maar hij leek wel een toffe peer te zijn.
s Avonds gingen we uit eten in de Mandarin. Dit restaurant met de Chinees
klinkende naam, serveert gewone degelijke Israëlische kost.
Maandagnacht kwam ook
de Italiaan Stefano aan. Hij studeert/werkt nu in Leuven. Midden in de nacht
moest Tom hem gaan oppikken aan het treinstation. Stefano had blijkbaar toch
wel wazt schrik om naar Israel te komen, en dus stelde allerhande vragen over
de veiligheid in het land, en het dagdagelijkse leven. Dat leidde soms wel tot
grappige taferelen! Dinsdag gingen de mannen op pad om een auto te huren in
Afula. Bij een eerste poging bleek dat ze een waarborg moesten voorleggen.
Normaal wordt deze som niet van hun rekening gehaald, maar omdat Daniel uit
Costa Rica was, zou het geld er wel afgehaald worden en later opnieuw
teruggestort worden. Omdat dit zijn hele krediet zou verbruiken, moesten we
overgaan op plan B. Tom zou instaan voor de waarborg, maar dan hadden ze zijn
gegevens nodig, en natuurlijk was hij die weer vergeten. Terug naar het kantoor
dus, en even later opnieuw proberen. Nu viel onderweg onze auto in panne.
Alweer. Zucht. We hoorden een knal onder de motorkap, en niet veel later kwam
er stoom onderuit. Gelukkig waren we 100m voor onze bestemming, dus konden we
de parking nog makkelijk halen. Eenmaal uitgestapt zagen we een spoor van water
achter onze auto. Blijkbaar was een leiding met koelwater gesprongen. Samen met
Ilan gingen we op zoek naar een lokale garage. Deze herstelde wel de leiding,
maar nog was het probleem niet opgelost. De motor liep direct warm waardoor
terugrijden onmogelijk was. Dan maar weer de takeldienst gebeld! En dat is niet
eenvoudig, aangezien je eerst bij een callservice terechtkomt. Gelukkig was
Ilan in de buurt om ons door de eerste stappen te leiden. Omdat de takeldienst
hier niet direct komt (pas 2.5u later), besloten we de sleutel achter te laten
en wat eten te gaan zoeken. Ilan bracht ons naar een falafel-bar, zodat ook
Stefano nu kon proeven van de lokale keuken.
Donderdagmorgen moest
Machteld vroeg uit de veren, want ze moest naar Bet Dagan. Eerst stond er een
bezoek aan een boerderij op het programma. Het bedrijf heeft een half jaar
geleden enkele melkrobots geplaatst, en bezit dus een interessante bron van
informatie om te onderzoeken. Rond 11u vertrok Machteld met Aharon naar Ramla
om een nieuw visum op te halen. Omdat Aharon nogal een zware voet heeft en
overal zijn weg goed kent, kwamen we 20 minuten vroeger dan gepland aan bij de
overheidsgebouwen. Aharon nam Machteld dan maar mee om fricassee te eten. In
tegenstelling tot wat Machteld dacht, bleek het niet om vlees te gaan, maar om
een speciaal soort broodje. Het broodje werd volgestoken met koude aardappel,
ei, ajuin, tonijn en een pikant sausje. Het was eens wat anders dan de eeuwige
falafel.
Donderdagavond gingen
we met zn allen nog een pintje drinken in de Barbarossa. Moe maar voldaan doken
we het weekend in.
Vrijdagmorgen kwamen
Daniel, Stefano en Andres ons ophalen om samen naar Haifa te rijden. Een
wederzijds plezier: wij zitten zonder auto en kregen een lift, zij kregen een
gids in Haifa! Eerst zetten we Daniel af in het Hof HaKarmel-treinstation. Een
deel van Daniels familie woont in Israël, dus hij was verplicht om op
familiebezoek te gaan. De overgeblevenen vervolgden hun trip naar de Stella
Maris-kerk voor een panoramisch uitzicht over baai van Haifa.
Daarna reden we naar
het centrum van Haifa. Tom en Machteld toonden het begin van de tour voor de
Bahaï Gardens zodat Stefano en Andres even alleen op pad konden. Ondertussen
gingen wij naar de zoo. De zoo van Haifa ligt midden in het stadscentrum, op
een bergwand van het Carmel-gebergte. De zoo is niet zo groot, maar toch zijn
er hier een 80-tal diersoorten te zien. Het is ook een educatieve zoo voor
kinderen, dus kon je er ook lokale dieren terugvinden (wolf, beer, gemzen, ).
Er was ook een reptielen afdelingwaar
je allerhande slangen en andere hagedissen kon vinden. Wanneer je de vogels
wilde bezichtigen, moest je ook daadwerkelijk door de vogelkooi heen lopen.
We ontmoeten elkaar
weer aan het Carmelit treinstation. We hadden hun aangeraden om deze trein ook
eens te nemen, omdat het zon een ongewoon voertuig is. Daarna gingen we iets
eten in Carmel centrum. In de namiddag zochten we de zee op. Het had eerst nog
heel wat voeten in de aarde om de zee te bereiken. We wisten wel dat we bergaf
moesten rijden, maar blijkbaar komen niet alle wegen uit bij de zee. Dus het
was even zoeken eer we op de weg zaten richting de zee. Qua weer was het niet
zo geweldig om te zwemmen. Maar dat kwam eigenlijk goed uit voor ons, want zo
was er weinig volk aan het strand. De wind was ook redelijk guur, maar dat
belette ons niet om een duik in het water te wagen. Alleen Andres paste voor dit
avontuur; hij bleef aan wal om fotos te nemen. Na een eerste gewenning aan het
water was het water heerlijk. Het was zelfs beter in het water dan eruit. Na
onze duik speelden we met de matkotten op het strand, en toen de avond inviel,
reden we terug naar huis. Onderweg stopten we nog even in de German Colony,
een van de mooiere buurten in Haifa. We stapten deze boulevard af, en hielden
even halt aan de Bahaii tuinen, om ze nu in de avondschemering en met
verlichting te zien. Zaterdag was een rustdag, ook voor onze bezoekers.
(rechts) Andres en Stefano amuseren zich met 'fotoshoot' op strand
Zondagmorgen hadden we
om 06.00 afgesproken in de boerderij om er experimenten te gaan uitvoeren.
Andres heeft voor zijn onderzoek observeerders nodig, en dus hielp iedereen hem
een handje. Er werden ook filmpjes gemaakt van de koeien, die we dan later (woensdag)
terug bekeken op kantoor. Dit alles kadert in het onderzoek van Andres. Daniel
kon nog steeds niet wennen aan de geuren van een boerderij, en ook Stefano was
een beetje onwennig. Ze konden dan ook moeilijk geloven dat Andres, Machteld en
Tom zo veel plezier konden hebben in het werk op de boerderij.
Maandagavond zijn we
gaan eten met de hele bende in de Adela, een restaurantje in ons dorp. Deze
keer hadden we ook Ilan en Aharon uitgenodigd. Dit etentje gold als een
officiele verwelkoming in Israel voor de bezoekers. We aten onze buikjes rond,
en met Aharon erbij was er altijd wel plezier! Aharon heeft zich zelfs al
uitgenodigd voor onze trouw, mocht die er ooit van komen. Het maakte voor hem
ook niet uit waar die zou doorgaan, maar we mochten hem zeker niet vergeten uit
te nodigen.
vlnr Machteld, Andres, Daniel en Stefano
Tom kreeg ook telefoon
van de garage dat er grote kosten aan zijn auto waren. De motor was heet
gelopen, en de kop van een van de cilinders was gebroken. Dat zou een redelijk
prijzige herstelling worden. Tom vertelde de garage dan maar om even te
wachten, zodat hij ondertussen raad kon vragen aan anderen. Ilan wist ook niet
goed wat te doen, maar hij stelde voor op zoek te gaan naar een andere auto.
Maar omdat de zoektocht naar een nieuwe auto zo moeilijk is, besloot Tom de
hulp van Aharon in te lassen. Tom nam hem eerst mee naar de garage om er te
gaan praten met de garagisten. Aharon maakte even van zijn tak, en raadde Tom
daarna aan om de auto toch te laten herstellen. Het zou zowiezo goedkoper zijn
dan een nieuwe auto kopen, want autos zijn immers duur in Israel. Twee dagen
later kregen we onze auto terug, en nu maar hopen dat em langer blijft rijden
De dag na onze terugkomst werden we bij Ilan thuis uitgenodigd voor het Sukkot-feest. Hij was natuurlijk ook benieuwd naar al onze reisplannen. We waren daar niet alleen, want ook Uzi en zijn vrouw waren daar. Uzi is een Israeliër die voor DeLaval werkt, en is ook betrokken in het project van Tom. Zijn vrouw is een Zweedse, en ze hebben elkaar leren kennen in de jaren '60 toen zij in de kibbuts kwam werken. Nu wonen ze dus allebei in Zweden, maar ze komen voor de Joodse feestdagen nog vaak eens een bezoek brengen aan Israël. Even later kwam er ook nog een koppel aan, 2 vrienden van Ilan en Shuli. Hij was een psycholoog, en had bijzonder veel interessante verhalen te vertellen. Ze waren ook bijzonder geïnteresseerd in onze reisverhalen, en wij vertelden alles natuurlijk in geuren en kleuren. De vrouw vroeg ons of het daar wel veilig was. Man, ze moest eens weten hoe vriendelijk die mensen daar zijn. Shuli had overigens heel lekker gekookt, dus we lieten ons weer eens goed gaan!
Vrijdag zijn we naar het 27e filmfestival van Haifa geweest. Shuli vertelde ons dat zij donderdag ging gaan, en ook Machteld had er al iets van opgevangen. We zagen er enkele films op het programma stonden waarin enkele bekende sterren een rol vertolkten (een film met George Clooney opende het festival), maar ook dat de Belgische film 'Adem' ('Oxygen' in het Engels) werd er afgespeeld. Die wilde we allebei wel eens zien, dus de keuze was rap gemaakt. En achteraf vonden we het allebei een goede film. Het was ook nog eens fijn om een Nederlandstalige film te zien en vooral te horen. We sloten ons filmnamiddagje af in een gezellig cafeetje waar we een cakeske en een koffieke dronken...
Na de kamelenrit werden we per jeep opgehaald aan de kamelen-stal. De afstand naar het kantoor was niet zo groot, maar vervoer was wel handig aangezien onze benen een beetje verlamd waren van 2 uur op een kameel te zitten. Een ritje van nog geen 5 minuten bracht ons naar het kantoor van Salim, de verantwoordelijke van onze woestijntrip. Tom zijn benen waren nog zo verlamd dat hij zelfs uit de jeep viel. Oeps!! Dat was even dom.. In het kantoor handelde we de financiele kant van het zaakje af, en kregen we onze bagage terug. We kregen ook de opdracht mee om de volgende keer Belgische chocolade mee te brengen. Dat zullen we zeker onthouden!
Er was een taxi voor ons geregeld, en deze bracht ons terug naar Aqaba. Deze keer gingen we niet naar Aqaba-centrum, maar naar Aqaba-zuid. Daar liggen immers de koraalstranden, en ook ons hotel was daar gelegen. In dit deel van de stad zijn ook meer gewend aan de westerse toeristen, waardoor vrouwen in bikini minder worden nagekeken. We zitten nu eenmaal in een Arabisch land. De taxi zette ons voor de deur af, en het hotel zag er wel leuk uit. Er was zelfs een zwembad, en enkele ligstoelen. Heerlijk om te relaxen dus! We kregen een 4-persoonskamer toegewezen, en dat voor maar 30JD. We hadden dus plaats genoeg.
Doordat we nu in Aqaba-zuid vertoefden en ongeveer 12 km van het centrum verwijderd waren, moesten we ons eten gaan zoeken in een van de hotels. Omdat ons hotel ook een keuken had, besloten we dat maar eens uit te proberen. We bestelden beide iets kleins, omdat we daarna naar de zee wilde gaan. De ober raadde ons aan om ook eens een koude Hibiscus te proberen, een Egyptische roodkleurige thee met ijsblokjes. Tom waagde het erop, en dat viel reuze mee! Het was echt lekker! (http://members.cox.net/ahmedheissa/reckarka.htm) Na het eten huurden we snorkelmateriaal in ons hotel. We kregen een grote duikbril, een snorkel en zelfs flippers. De rode zee is bekend om zijn koraalriffen langs de kustlijn, dus ook in Aqaba kan je koraal vinden (http://www.atlastours.net/jordan/marine_life.html). Hetgeen we hier zagen was veel groter dan in Eilat, en dus vertoefden we ook lange tijd in het water. Op het strand trouwens ook niet veel te zien, was dat was vooral keiig, en er was een nogal stevige zeebries. We hadden de indruk dat het koraal minder kleurrijk was dan in Eilat (in maart), maar we hebben wel vele vissen gezien. Vissen in alle kleuren van de regenboog, en in alle maten en vormen. Het was een fijn gevoel om er tussen te zwemmen, net of je je in een aquarium waant. Na onze eerste duik lasten we toch even een rustpauze in. Zeewater is echt niet te drinken, en je krijgt gegarandeerd toch altijd wel iets binnen. Tijdens de tweede duik gingen we de andere kant eens verkennen. Ook daar zagen we mooi koraal, en vele vissen. We kwamen ook een vriendelijke man tegen die gepassioneerd was door het koraal. Hij wees ons de mooiste plekjes aan. Hij vertelde ons ook dat er twee gezonken boten langs deze kust lagen, maar die lagen iets verderop, te ver voor ons om er nu nog heen te zwemmen. Hij bracht ons ook naar de Japanse tuinen, een koraalmassief dat verderop in zee lag. Allemaal heel schoon om zien. De man nodigde ons ook uit om nog verder met hem mee te gaan. Hij wilde ons iets laten zien dat 'maar' een kilometer verder langs de kust lag. Maar na onze Kinneret-duik weten we allebei dat Tom niet zo'n goeie zwemmer is, en dus pasten we er wijselijk voor. We hadden ook al genoeg gezien voor vandaag, en vooral genoeg zout binnen gekregen. We keerden dan ook terug naar de kust. Eenmaal uit het water gekomen zag Tom dat al zijn teentjes open lagen van de flippers die hij droeg. Blijkbaar moet hij zijn flippertechniek toch nog bijschaven. De avond brachten we, na een douche, door op het hotel. Ze hadden een mooi dakterras waar je de zonsondergang kon zien boven de Egyptische bergen en de Rode Zee.
We aten ook beiden verse vis in het restaurant, en tot onze verbazing hoorden we dat de meest gesproken taal in het restaurant Nederlands was (en nee, we waren niet alleen in het restaurant). Er was een groepje van 4 Belgische studenten, en dan nog twee groepjes Nederlanders. In de lounge probeerden we via het internet onze weg terug uit te stippelen. Als het mogelijk zou zijn, wilde we nog wel een nachtje extra blijven. Maar doordat het een feestdag in Israel is, vonden we geen bus over twee dagen, en waren we dus wel verplicht om de volgende dag te vertrekken. Geen nood, want we hebben evengoed een leuke vakantie gehad.
De volgende dag hebben we voor het uitchecken aan het zwembad doorgebracht. Lekker fijn in de ligstoelen in liggen, en ondertussen een boekje lezen of sudoku's oplossen, en als het te warm werd even een duikje nemen in het zwembad. Het zalige nietsdoen met andere woorden.
Om 12u riep de receptionist ons bij zich met de vraag of wilde uitchecken of bijboeken. We zijn dan maar gaan inpakken, en hebben ons uitgecheckt. Een taxi bracht ons dan vervolgens naar de grens. In het hotel was ons gezegd dat we die taxi voor 12JD konden nemen, maar toen we daar aan de grens stonden, vroeg hij 15JD. En omdat we niet konden passen moesten we hem wel een briefje van 20 geven, en dus gaf hij maar 5JD terug. Het vervelende was nu dat we ook nog een 'departure tax' moesten betalen om Jordanie te mogen verlaten. En net daarvoor kwamen we nu 3JD tekort! Machteld ging toen maar geld wisselen aan het wisselkantoor aan de grens. Gelukkig keken ze niet zo raar op toen ze maar 3JD vroeg, wat er op wijst dat het wel vaker gebeurt. De grensovergang verliep redelijk vlot. Het is eigenlijk nog nooit zo vlot gegaan. Natuurlijk moesten onze koffers wel door een x-ray machine, maar daarna hadden we geen enkel probleem meer. Een taxi bracht ons van de grens naar Eilat. In Eilat gingen we eerst op zoek naar bustickets. Daar zagen we dat de bussen naar Haifa beperkt waren, dus kozen we een van de vele bussen naar Tel Aviv. We gaven ons ook nog even de tijd om rap iets te gaan eten vooraleer we op de bus zouden stappen. We zetten ons neer in de Café Café, en bestelden er een slaatje en een pasta. Terwijl we aan het eten waren, stond de tv in de eettent ook op de vrijlating van de Israelische soldaat Gilad Shalit. Werkelijk iedere voorbijganger kwam even kijken wat er gaande was. Deze symbolische vrijlating heeft dus heel wat teweeg gebracht in Israel. Om twee uur stapten we de bus op richting Eilat. De bus zat natuurlijk weer aardig vol met soldaten die verlof hadden gekregen voor de resterende feestdagen, en enkele Israeliers die in Eilat de feestdagen hebben doorgebracht. Tijdens de 5.5u durende busrit hebben we vooral boekje gelezen, en met de gsm liggen prullen.
In Tel Aviv kwamen we aan in het grote Centraal Bus Station. Daar werden onze zakken natuurlijk nog eens grondig nagekeken vooraleer we binnen mochten. Dit station is een dorp op zich. Er zijn minstens 7 verdiepingen, en op elke verdieping zijn er ongeveer 60 bus platformen. Er was dan ook heel veel volk aanwezig. We gingen op zoek naar kaartjes, maar aan de loketten vertelden ze ons dat we die maar op de bus moesten kopen. Vervolgens gingen we op zoek naar ons platform, maar dat was moeilijker dan gedacht. Uiteindelijk zagen we dan toch de trap die we moesten nemen, en konden we de bus nog ruim op tijd bestijgen. Na 7 heerlijke dagen reden we weer met opgeladen batterijen richting huis, klaar voor de komende dagen!
Rond 6u waren we weer klaarwakker, en besloten we naar de zonsopgang te
kijken. De andere gasten in het kamp alsook de gidsen sliepen nog, dus we
hadden het rijk voor ons alleen. We klauterden op een berg en zagen de zon al
snel boven de bergen uitkomen. Rond 7u30 stond het ontbijt klaar. Ook deze
maaltijd liet het water in onze mond lopen!
Vandaag stond er voor ons een stevige wandeling op het programma. Samen
met Mohammed reden we eerst een heel stuk naar het zuiden (zon 45 min). We
beklommen een berg aan de grens met Saudie-Arabië. Onderweg stopten we enkele
keren om uit te rusten en water te drinken.
We snapten niet dat Mohammed nog rustig kon roken intussen, terwijl wij
bijna op onze adem aan het trappen waren Mohammed vroeg ook of we kinderen
hadden, en hij snapte niet dat we nog niet getrouwd waren.. 25 is voor de
bedoeïenen precies al stokoud, je hoort toch al zeker 3 kinderen te hebben! De
vader van Mohammed heeft 2 vrouwen, maar zelf denkt hij dat 1 vrouw wel genoeg
is
Het uitzicht boven op de berg was echt adembenemend! Omdat we echt diep
in de woestijn waren gereden, zagen we ook maar amper toeristen. Een
uitstekende manier om helemaal tot rust te komen!
Gekke
sprongen
Na de afdaling reden we langs waterreservoirs in de woestijn, zagen we
enkele tenten van mensen die in de woestijn wonen en ook een kerkhof, We
merkten op dat er rond een waterreservoir een prikkeldraad stond gespannen. Die
draad diende volgend Mohammed om de kamelen weg te houden van het reservoir,
zodat ze niet zouden verdrinken.. We zagen ook heel wat geiten en zelfs gras!
Rond de middag stopten we voor een picknick, weer samen met een andere
gids en zijn passagier. We raakten aan de praat met een Franse dokter die in
Indonesië enkele klinieken had opgezet.. En wij dachten dat onze verhuis naar Israël al
avontuurlijk was ;-) Het was erg winderig, en Machteld kreeg een dikke deken
met mouwen aangeboden voor haar middagdutje. Rond 15u reden we terug naar het
kamp. Mohammed was het rijden een beetje beu en vroeg of Tom wilde overnemen..
Natuurlijk wilde hij dat! En hij deed dat goed!
We fristen ons een beetje op (we besloten geen douche te nemen om het
schaarse water wat te sparen) en trokken eropuit voor een wandelingetje. We
hadden nog geen 500m gewandeld toen een gids van het kamp kwam vragen of we met
hem en de Fransman wilde meerijden naar een plekje om de zonsondergang te
kunnen zien.. Dat deden we natuurlijk!
Tot onze grote verbazing kwamen we op de berg de Engelse vrouwen tegen.
Van een verrassing gesproken! Het was echt heel leuk om hen weer te zien! En de
zonsondergang was uiteraard ook weer prachtig!
Terug op het kamp trokken we wat warmere kleren aan, want eenmaal
donker koelt het snel flink af. De kok had weer een heerlijke maaltijd bereid,
maglouba deze keer. Om duimen en vingers van af te likken! De bedoeïenen
schonken ook telkens maar thee bij, heel zoet, maar superlekker! Intussen maakten de bedoeïenen ook
veel muziek, heel gezellig!
Na het eten raakten we weer aan de praat met de Engelse vrouwen. Ze
deden ons eigenlijk echt denken aan de vrouwen uit de film Calendar Girls. De
vrouwen komen uit een Engels dorp nabij Londen. 2 kennen elkaar sinds het
kraambed. Eigenlijk echt een groepje om jaloers op te zijn! Ze reizen al sinds
1995 samen (al verandert de samenstelling soms wel omdat soms iemand geen
geld/tijd heeft). Naast verre reizen doen ze ook weekenduitstapjes naar
festivals of wellnesscentra. Ze dromen al luidop van hun volgende reizen. Ze
zijn o.a. al in Oostenrijk, Noorwegen, Nepal, India, geweest! Lynn, die
volgend jaar 60 wordt, had al een weekendje Center Parcs gepland voor de
vriendinnen, maar ze wilde toch meer, iets memorabels voor de nieuwe voordeur..
Geweldig toch!
Toen
iedereen ging slapen bleven wij nog even zitten om naar de sterren te kijken.
De derde
dag maakten we ons, na een stevig ontbijt, een leuk gesprekje met de Engelse
vrouwen en na alles ingepakt te hebben, klaar voor een tochtje op een kameel.
Tom kreeg Shiella toegewezen, terwijl Machteld Asham mocht berijden.
Mohammed,
een andere dan onze gids van de vorige dagen, reed voorop. In totaal waren er 4
kamelen. 1 kameel was nog jong en moest nog opgeleerd worden. Daarom wandelde
hij mee met de oudere kamelen, maar zonder iemand op zijn rug te moeten dragen.
De jonge kameel was duidelijk nog - euhm jong en onbezonnen.
Hij zat de
hele tijd rond te kijken, probeerde telkens wat te eten van de struikjes waar
hij voorbij wandelde, Maar kamelen zijn echt koddige beesten! Maar niet echt
comfortabel.. Een ritje van 2u was voor ons genoeg! Het was wel echt een
passende afsluiter van ons woestijnavontuur!
Rond 8u30 bereikten we het
Visitor Center van Wadi Rum. Hier kochten we voor 5 JD een toegangsticket voor
het park, dat sinds dit jaar op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. Daarna zette
het busje ons in het dorp voor het kantoor van Saleem van Jordan Tracks af.
Saleem bood ons direct thee aan, wees ons het toilet, vroeg waar we vandaan kwamen
en vertelde ons de planning voor de komende dagen. We moesten een tijdje
wachten op de andere mensen die samen met ons de jeeptour zouden doen. In de
tussentijd maakten we een wandeling door het dorpje. Rond 9u45 arriveerden de
andere toeristen (3 Maleisische meisjes) en konden we vertrekken.
De
18-jarige Mohammed was onze chauffeur en gids. Hij vertelde ons over het leven
van de bedoeïenen en over de woestijn. Een eerste stop maakten we bij Lawrences
Spring. We beklommen de berg en zagen het water uit de berg stromen. Echt
ongelooflijk om water te zien in zon droge omgeving!
We reden verder
naar een kloof met Nabateese inscripties. In de kloof zat een jongen die zich
bewoog als een aapje en ons de mooiste inscripties aanwees.
Na onze
wandeling door de kloof dronken we thee in een bedoeïentent.
Verder
beklommen we ook een zandduin. Het zand had een rode kleur en we zakten telkens
20 cm in het zand. Een behoorlijk vermoeiende klim! Tom klom via de rotsen
verder naar de top terwijl Machteld zich in een grot nestelde om te genieten
van het uitzicht.
We stopten
bij nog meer Nabateese inscripties (de Anfashieh
Inscriptions). Mohammed vertelde ons dat deze inscripties vroeger dienden
als wegwijzers voor de karavanen naar het Oosten.
We maakten
nog een korte tussenstop bij het huis van TE Lawrence(Lawrence of Arabia) en
bij een rotsformatie in de vorm van een champignon.
Rond 13u30
stopten we voor een picknick: 2 platte ronde broodjes, een blikje tonijn, een
tomaat, een komkommer, 2 smeerkaasjes, een banaan, 2 koekjes en een mangosapje.
Smullen! Abdullah, een vriend van Mohammed, had hetzelfde picknickplekje
gekozen met zijn toeristen. Abdullah speelde wat bedoeïenenmuziek op zijn luit
en verbaasde ons met enkele Nederlandse woordjes: Machtig prachtig! We
deden ook een middagdutje..
Rond 15u
vertrokken we weer met onze jeep. We reden naar een kloof, waar we samen met de
Maleisische meisjes door wandelden en klauterden. Mohammed wachtte ons aan de
andere kant op. We twijfelen eigenlijk of de Maleisische meisjes de tour wel
leuk vonden. Ze praatten heel weinig, ze wilden nergens op klimmen, Het leek
net alsof ze gewoon weer een plaats van hun lijstje konden schrappen.. Wel
jammer.. Wij vonden de woestijn echt helemaal geweldig, we genoten van de rust,
de kleurschakeringen, de kamelen die her en der opdoken, en we verbaasden ons
over de hoeveelheid planten in de woestijn..
De voorlaatste halte was de Um Fruth-brug, een rotsformatie in - jawel
- de vorm van een brug. Van beneden gezien zag het er best eng uit, maar 1x
boven leek de smalle brug ineens veel groter en dus helemaal niet eng. De
Maleisische meisjes trokken fotos van onze beklimming
Daarna reden we weer een eindje door de woestijn op zoek naar een
plaats om de zonsondergang te kunnen zien. Echt machtig!
Na al dit moois werden we in het kamp afgezet. Weer vielen we van de
ene verbazing in de andere! In de badkamer was er stromend water, een echte wc
en zelfs een douche!
De slaapkamers waren hutten op een halve meter boven de grond, met
matrassen, lakens en dikke dekens. Er was ook een gezellige zithoek, waar we om
19u30 mochten aanschuiven voor het eten. De kok had een heerlijke maaltijd
bereid: rijst, kip en groenten.
Na een leuke, maar vermoeiende
dag in de woestijn smaakte dat verrukkelijk!! Na het eten maakten we nog een
kleine wandeling om de sterren beter te kunnen zien. Supermooi! We genoten
echt! s Nachts hoorden we wolven huilen, maar voor de rest was het muisstil!
Part III: Petra - het eindpunt kan nooit zo interessant zijn dan de weg ernaartoe
De tweede dag in Petra begon voor ons om 07.00u.
Nu hadden we wel een ontbijtbuffet aangezien er nog gasten waren
aangekomen. Er werd ook weer een lunchbox klaargemaakt, en daar
gingen we weer, nu met lichte pijn in de voeten van de dag ervoor.
Vandaag stopten we wel even bij de bakker voor 3 broodjes (en dat
voor 0.30JD!). In deze bakkerij vielen de broden ook letterlijk uit
de lucht!
Aangezien we de dag ervoor al veel hadden gezien
van het park, gingen we nu op zoek naar alternatieve wandelwegen.
Machteld had in haar Lonely Planet gelezen dat er ergens een weg naar
de top van berg moest zijn, waar je dan kon neerkijken op de
Treasury. We wisten niet goed waar deze lag, maar begonnen toch aan
onze klim naar boven. Nadat een paar verwoede pogingen om de absolute
top te bereiken steeds weer op een dood spoor strandden, besloten we
maar halt te houden op een mooi plekje net onder de top. Ook hier
hadden we een mooi uitzicht op de oude stad.
Na een lange rustpauze
begonnen we aan onze afdaling, en bezochten we de koninklijke tombes
en de andere naburige tombes.
Daarna zetten we koers naar het slangenmonument.
Dit lag in het zuidwesten van het park, ver weg van de andere
bezienswaardigheden. Na een wandeling van een dik uur kwamen we aan
bij een bedoeienendorp. De bedoeienen leven hier nog in de rotsen,
maar maken er toch een mooie thuis van.
Een jongen op zijn ezel kwam
ons voorbijgereden, en hij wees ons de weg naar het monument. We
staan er ook telkens van te kijken hoe goed hun Engelse taal is,
zelfs van de bedoeienen. Niet dat ze volzinnen kunnen zeggen, maar ze
begrijpen toch best veel. We hielden halt in de schaduw van een grote
rots, en aten er ons lunchpakket op. Ondertussen kwam er ook een
(jonge) bedoeienenvrouw bij ons zitten. Ze had net haar geiten naar
de woestijn gejaagd om er te gaan grazen. Ze kwam 5 meter langs ons
zitten, en nodigde ons uit voor thee, en vroeg vanwaar we kwamen. We
bedankten vriendelijk voor de thee, en zetten onze weg verder op zoek
naar het slangenmonument. Na korte klauterperte kwamen bij iets uit
wat op een slang leek. Ietwat teleurgesteld in het monument keerden
we terug naar de oude stad. Maarja, het eindpunt kan nooit zo
interessant zijn dan de weg ernaartoe.
In de oude stad bezochten we nog enkele ruines die
we de dag ervoor waren overgeslagen, zoals de kerk met de blauwe
zuilen, en het kleine museum (1 kamer groot).
We kwamen ook de Britse
vrouwen tegen. Een van hen had een halsketting gekocht, en nu kwamen
de verkopers achter haar aan om nog meer te verkopen. De verkopers
zijn eigenlijk best wel vriendelijk, maar op den duur begint het echt
wel vervelend te worden om al die kraampjes af te wijzen. En ze
hebben altijd en overal wel 'Happy Hour' of een 'special price'. Zelf
kochten we toch ook een koelkastmagneet om bij ons thuis op te
hangen. We zagen ook een standje van een westerse vrouw die getrouwd
is geweest met een van de bedoeienen
(http://marriedtoabedouin.com/index.html).
Ze leeft nu nog steeds samen met de bedoeienen, maar haar man is
helaas overleden.
Nu we alles in het park gezien hadden, zochten we
een alternatieve weg om het park te verlaten. We hadden nu immers de
Siq al 3 keer doorlopen, en er zou een andere uitweg zijn ook. We
wisten niet exact waar die lag, dus moesten we nog even zoeken. We
starten onze weg noordwaarts, en kwamen uit bij de christelijke
tombes. Volgens het plannetje dat we hadden, was dit niet de juiste
richting. We volgden toen maar de wadi, een opgedroogde
rivierbedding. Hierin hebben we overblijfselen (botten en vel) van
wel 3 geiten gezien.
Na verloop van tijd kwamen we weer uit bij een
bedoeienen nederzetting. De kinderen kwamen ons tegemoet, en
probeerden wat steentjes te verkopen. Maar de weg splitste hier, en
we wisten niet goed welke richting op te gaan. We zagen nog andere
mensen komen, en lieten hen voorgaan terwijl wij een drinkpauze
inlasten. Toen de andere mensen gepasseerd waren, gingen wij ze
achterna, in de hoop dat zij dezelfde weg opgingen. Toen we langs een
huis passeerden, kwam er een (stomme?) man naar buiten, en die wees
ons de andere richting aan. We vertrouwden hem meer, ook al omdat dat
ons logischer leek als we ons ongedetailleerd plannetje bekeken. Wij
volgden het advies van de man, en al snel bleken we op het juiste pad
te zitten. We kwamen terecht in een nieuwe Siq, maar deze was vele
smaller dan de grote aan de ingang. Op sommige plaatsen was deze maar
een halve meter breed, zodat je jezelf erdoor moest persen.
Ook was
deze Siq op enkele plaatsen geblokkeerd door grote rotsblokken, zodat
we een heus hindernissenparcours moesten overwinnen. Maar er is geen
berg te hoog, of geen dal te diep voor ons, dus we klauterden en
klommen onze weg verder over de rotsblokken.
Verder was het nog een
aangename wandeling door deze Siq, en we kwamen uiteindelijk uit bij
de ingang van de grote Siq.
Het was alweer een vermoeiende dag geweest, met
lange wandelingen (langer dan eerst gedacht), en dus wilde we een
taxi nemen naar het hotel. De eerste taxichauffeur vroeg 5JD, en de
tweede zou het wel voor 3JD. De dag ervoor betaalden we 1JD, dus nu
hadden we iets van verrekt, we lopen wel terug. In het hotel namen we
weer een douche om het stof af te spoelen, en doken we het bed in
voor een uiltje te knappen.
Een uurtje later stonden we weer op en gingen we
op zoek naar eten. Omdat we hierna naar de woestijn zouden gaan, en
dan weer bedoeienenkost moesten eten, gingen we nu naar een
pizzatent. We hadden allebei grote honger, en dus bestelden we
allebei een grote pizza. Nadat Machteld de tomaten uit haar pizza had
gevist, smulden we van ons eten. Daarna gingen we op zoek naar een
pintje. En dat was niet zo gemakkelijk aangezien Jordanie een
Arabisch land is. In de restaurants hebben ze wel alcoholvrij bier,
maar dat drink je ook niet voor de lekkernij (heeft Tom de dag
voordien geprobeerd). We zijn toen in de bar van een groot hotel gaan
zitten, dat was ingericht als Irish Pub. We bestelden er een grote
Carlsberg (omdat ze geen Belgisch bier hadden), en lieten het ons
smaken.
Daarna volgde de terugtocht naar het hotel, waar de Britse
vrouwen ook weer aangekomen waren. We hoorden hen uit over hun dag,
en vertelden hen onze plannen. Die bestonden erin om de volgende dag
al vroeg te vertrekken, en dan naar Wadi Rum af te reizen.
Nadat we onze komst naar Wadi Rum hadden
bevestigd, vroegen we de receptionist om de buschauffeur te vragen of
hij de volgende dag zou rijden. Hij rijdt immers alleen maar als zijn
bus vol zit. Gelukkig zitten we nu in het hoogseizoen, dus zou hij
ons om 06.20u komen ophalen aan het hotel.
's Morgens hadden we dus weer vroeg ontbijt, en om
06.20u stipt kwam de bus bij ons hotel langs. Wij stonden hem buiten
al op te wachten, en sprongen dus direct in de bus. Dat was wel
anders bij de volgende passagiers (Amerikanen). We hebben een half
uur op hen moeten wachten omdat ze nog steeds in hun bed lagen. Als
uitleg zeiden ze dat ze een verkeerd uur hadden meegekregen. Nadat
ook zij waren opgestapt, reed de bus verder en pikte nog enkele
dorpsgenoten op. Wanneer de bus volzat, rekende de zoon van de
chauffeur af, en stapte die uit. De bus zette koers richting zuiden,
met als bestemming de woestijn in Wadi Rum.
Part II: Petra - âShe will even love you more!â
Na dik 2 uur rijden (rond 15.00u) kwamen we aan
bij het centraal busstation van Wadi Musa. Centraal busstation is
misschien een groot woord, want het was niet veel meer dan een open
parkeerruimte waar een paar bussen stonden geparkeerd. Een chauffeur
van het Valentine Inn-hotel stond op de bus-parking mensen te
ronselen die nog niets geboekt hadden. Dat is blijkbaar wel meer de
gewoonte hier, want iedereen kan je hier wel verder helpen met de
verdere uitstippeling van je reis. De chauffeur was zo vriendelijk om
ons voor 1JD naar ons hotel te brengen. Onderweg probeerde hij ons
natuurlijk nog te overtuigen om naar zijn hotel te komen, maar wij
bleven voet bij stuk houden. Machteld houden ook gelezen dat de
rating (reviews door andere gasten) voor zijn hotel niet zo hoog was.
De chauffeur zette ons af aan het Qasr-Al-Bint
hotel. De receptionist stond ons al op te wachten, en zonder
boe-of-bah werden we naar onze kamer gebracht. Van een ongewone
check-in gesproken.. De kamer was very basic, maar meer dan een
bed en douche hadden we eigenlijk ook niet nodig. Omdat we toch wel
wat moe waren van de lange busritten, ploften we direct in bed. Niet
veel later waren we dan ook allebei ingedommeld.
Na een korte power-nap gingen we het dorpje
verkennen. We wandelden door de straatjes en tussen het drukke
verkeer, terwijl de duisternis inviel. Vele mensen keken ons aan of
na, maar de meesten waren toch wel zo vriendelijk om goeiedag of
welcome te zeggen. Bijna aangekomen aan het hotel kwamen we uit
op een gezellig restaurantje. Volgens de Lonely Planet, onze
reisgids, was het zeker de moeite om hier eens binnen te springen.
Wij namen de tip aan, en in plaats van binnen te springen, gingen we
buiten op het stoepterras zitten. Ze serveerden hier diverse lokale
Bedouine-gerechten, allemaal met zeer exotische namen. Maar goed dat
er bij ons op het werk ook twee Arabieren werken, die af en toe ook
wel eens iets meebrengen. Zo hadden we toch al een beetje een idee
wat te verwachten. We kozen allebei voor de Maglouba, een
gerecht van gestoomde rijst, kip en groenten. Het betekent
ondersteboven, en dat is ook letterlijk wat ze doen. Wanneer
alles gaar is, halen ze de kookpot van het vuur, en draaien ze deze
om op een grote plaat. (zie link:
http://bedouinhistorydesertsafari.wordpress.com/2010/09/01/making-maglouba).
En speciaal voor ons kregen we een speciale prijs .
Op de weg terug naar huis kochten we ook nog enkele flessen water in
een klein kruidenierzaakje. In het hotel kregen we ook nog lunchboxen
aangeboden voor de volgende dag, en werd het tijdstip voor ontbijt
vastgelegd op 06.30u. Daarna was het tijd voor ons om te gaan slapen.
We verblijven in een dorpje genaamd Wadi Musa
(http://en.wikipedia.org/wiki/Wadi_Musa).
Dit dorpje ligt het dichtst bij Petra, een oude Nabateaanse
nederzetting. De economie van het dorp draait daarom ook vooral rond
het opvangen en voeden van de vele toeristen. Wadi Musa is
arabisch voor de vallei van Mozes. Mozes zou door deze vallei
zijn gepasseerd, en zijn volk van water hebben voorzien door een rots
in twee te splitsen met zijn staf. De Nabateanen hebben in Petra
kanalen gebouwd om het water van deze bron naar de stad te leiden. De
stad Petra werd ergens in de 6e eeuw v.C. gesticht, en was
de hoofdstad van het Nabateaanse Rijk. Het is al eeuwenlang bekend om
zijn uit-steen-gehouwen-architectuur en zijn water-wegen-systemen.
Sinds 1985 maakt het deel uit van UNESCO werelderfgoed. In 2007 werd
de site ook opgenomen in de lijst van de 7 nieuwe wereldwonderen.
Het park opent zijn deuren om 06.00u, maar om het
toch een beetje menselijk te houden, we immers ook op vakantie,
besloten we om 06.30u te gaan ontbijten. En dat was ook wel een
beetje vreemd. Geen buffet of iets dergelijks, maar er was 1 tafel
gedekt voor ons, voorzien van het hele ontbijtmenu. Blijkbaar waren
wij dus de enige gasten in het hotel die dag
Het ontbijt was best goed, en we smikkelden dan ook alles naar
binnen. Het verse sinaasappelsap had wel een vreemd poedersmaakje,
maar voor de rest was alles op en top. Na het ontbijt gingen we te
voet naar het park, een half uurtje bergaf stappen naar de poorten
van Petra.
Aan de inkom van het park kochten we ons een
toegangsticket voor twee dagen. Het heeft wel een vreemde
prijsindeling: als je 1 dag komt, betaal je 50 JD pp, daarna komt er
5JD voor elke additionele dag bij (http://petrapark.com).
Jordaniërs betalen ook maar 1 JD om het park binnen te komen (het
loont dus precies om u te laten naturaliseren J).
Na de inkom kom je al snel paardenmenners tegen die je een ritje in
een koets aanbieden. Ze zeggen dan wel dat het in de inkomprijs is
inbegrepen, maar blijkbaar vragen ze achteraf toch een tip omdat het
paard toch ook moet eten Wij lieten dit aanbod links liggen en
zetten onze tocht verder. Het was nog zon 20 minuten stappen tot
aan de ingang van de Siq, en onderweg zagen we al de eerste tombes en
facades. Bij de meeste bezienswaardigheden stond ook een bord met
meer uitleg, zodat je meer kwam te weten wat je zag.
rotspartijen in Petra
De Siq is de smalle kloof die de ingang vormt naar
het oude stadsgedeelte. Deze kloof werd vroeger gebruikt om de
karavanen en het water naar de oude stad te leiden. De kloof is wel
tientallen meters hoog, en op sommige plaatsen ook maar enkele meters
breed. De rotsen hebben ook verschillende kleuren (rood, geel en
zwart zijn vaak voorkomend). Het was dan ook adembenemend om hier
door te wandelen. In de rotswand was er vaak ook iets uitgekerfd,
zoals kleine tombes en schrijnen, en zelfs een karavaan van enkele
kamelen was er te zien. Soms waren er nog stukken van de oude
oorspronkelijk weg zichtbaar. Deze stukken waren geplaveid met grote
(bolle) stenen. Voor ons wandelaars was dat makkelijk te doen, maar
de koetsen die er over reden hotsten en botsten nogal heen en weer.
We waren dan ook blij dat we er niet zelf in zaten.
wandelen door de Siq
Het meest magische moment was op het einde van de
Siq. Op dat moment kijk je uit op de oude schatkamer (The Treasury)
in het park.
Een prachtig en immens groot paleis uitgekerfd in de
rode zandsteen. Het draagt de naam van schatkamer omdat een oude
legende van de Bedoeïenen ons vertelt dat een Egyptische farao zijn
schat heeft bewaard in dit paleis op zijn veroveringstocht door deze
streek. Er zijn ook enkele gaten in het paleis te zien die men heeft
gemaakt wanneer men het paleis probeerde open te breken voor de
schat.
Onze tocht bracht ons verder langs enkele facades,
allemaal gehouwen uit de rode zandsteen. Het volgende traject bracht
ons eerst via een 45 minuten durende steile beklimming naar de High
Place of Sacrifice, een altaar boven op de berg waar de Nabateanen
offers uitbrachten voor hun goden. Twee obelisken markeren de ingang
van deze site.
Het wonderbaarlijke van deze obelisken is dat ze uit
de rots zijn gehouwen, en niet erop zijn gebouwd! Op deze bergtop had
je ook een wonderbaarlijk uitzicht op de oude stad.
Op de terugweg
naar beneden kozen we ervoor om het Wadi Farasa-pad te volgen
(Arabisch voor 'vlinder vallei').
Dit pad bracht ons langs het
Leeuwen monument, een oude fontein waar in eerdere tijden het water
zo werd omgeleid dat het uit de bek van de leeuw stroomde.
Verderop
lag ook de 'Garden Tomb', een overblijfsel van een tempel en een
grote water cisterne. Langs deze water cisterne waren er bomen en
bloemen aangeplant, vandaar de naam.
Er lagen meerdere tombes langs
dit pad, maar de belangrijkste waren toch de tombe van de Romeinse
soldaat en de Garden Triclinium. Bij deze laatste waren nog restanten
zichtbaar van een grote koer, omgeven door kolomzuilen.
We zetten onze weg verder naar Al-Habis, alwaar de
ruines van een oud kruisvaarders fort uit 1116 op de top van de berg
liggen. De ruines zelf stellen niet zo veel voor, maar ook hier had
je een mooi uitzicht over de oude stad, en in de verte zag je de
koninklijke tombes liggen.
We zochten even naar een alternatieve weg
voor de afdaling, maar dat bleek verloren moeite. We daalden weer af
via hetzelfde pad, en zetten koers naar het klooster. Onderweg kwamen
we langs een onafgewerkte tombe. Dat het niet afgewerkt was, kon twee
redenen hebben: (i) de rots was ongeschikt om verder te werken, (ii)
de financiering werd stopgezet om eender welke reden (geld is op, of
dood van financierder). We passeerden ook langs het Columbarium, een
tombe met vele niches. Volgens sommigen deden de niches dienst als
laatste rustplaats voor urnes, voor anderen was het een oud duivenkot
(zoals we ook in Masada gezien hebben).
De weg naar het klooster hield een klim van 45
minuten in, en in totaal moeten we ongeveer 900 trappen nemen. Er
stellen dan ook vele bedoeienen voor om met hun ezel naar boven te
gaan, en dit tegen een schappelijke prijsje (1 JD). Ze probeerden je
op allerlei manieren te overtuigen, en zeiden tegen Tom: She will
even love you more!. Wij gingen de uitdaging van het klimmen toch
liever zelf aan, en begonnen te voet aan de lange tocht. Onderweg
maakten we even een tussenstop aan de Leeuwen tombe, waar we onze
lunchpakketten van het hotel opaten. Ze hadden voor elk van ons 2
broodjes gesmeerd, een brikje fruitsap en een flesje water voorzien.
Machteld had tijdens het ontbijt ook nog 2 potjes gelei
meegesmokkeld, zodat we die nu ook konden opeten.
Na het nemen van de om en bij 900 treden kwamen we
uit bij het klooster (The Monastery; Al-Deir). Deze 50m brede en 45m
hoge tombe was nog groter dan de schatkamer, en opnieuw gehouwen uit
de rotswand. Het draagt de naam van klooster omdat het in het
Byzantijnse Rijk dienst deed als kerk, en er kruisen waren terug
gevonden op de wanden van het klooster.
Het pad leidde ons verder
naar een viewpoint, genaamd 'The end of the world'. Het uitzicht was
prachtig. Je kon kilometers ver kijken, en de horizon verdween in de
bergen en woestijn. Heel in de verte zou Israel ergens moeten liggen,
maar nergens was er een teken van leven te zien.
De terugweg verliep langs hetzelfde pad. Maar
afdalen is toch veel gemakkelijker dan klimmen. Onderweg zagen we ook
een oude Bedoeiene vrouw problemen hebben met haar geiten. Ze drongen
steeds haar winkeltje binnen, en telkens moest ze ze verjagen. En
geloof me, Arabische vrouwen kunnen lelijk doen hoor!
Na het klooster gingen we de oude stad verkennen.
Er waren ruines te zien van oude kerken en tempels. Hier staat
trouwens ook een tempel met een ingebouwd theater, iets wat men
nergens anders ter wereld heeft teruggevonden. Aan het Nymphaeum, een
oude drinkfontein, staat een pistache-boom van wel 450 jaar oud!
Tegen 16.00u begonnen onze voetjes toch al wat moe
te worden, en dus besloten we ons te gaan neerzetten in het theater.
Ook dit immense theater (8500 zitplaatsen) werd uit de rots gehouwen.
Jammer genoeg was dit oude theater om veiligheidsredenen afgesloten.
We konden wel op de muren van het theater zitten, en kijken naar het
kleurenspel van de zonsondergang op de tegenoverliggende rotsen en
tombes.
De ruines in dit park zijn niet alleen veroorzaakt
door de tand des tijds, maar ook door een grote aardbeving in 363
v.C. Je ziet nu ook dat de gebouwen bijna allemaal verwoest werden,
maar dat de uitgehouwen tombes nauwelijks geraakt zijn. Alleen erosie
van de zandsteen bedreigt deze magnifieke structuren.
Na de zonsondergang liepen we terug naar de poort
van het park, en zochten ons een mooi restaurantje uit. We ploften
neer in de stoelen van Oriental Restaurant, en bestelden er weer
lokale bedoeiene-kost, waar de naam ons nu even ontsnapt. Tom had
iets met kip en aardappelblokjes, overgoten met tomatensaus en
geserveerd met rijst, en Machteld had kip omhuld in een soort wrap of
platte pannekoek.
Na het eten namen een taxi terug. Onze voeten
konden de helling niet meer op, en voor 1JD ben je ook zo op het
hotel. Op het hotel aangekomen zagen we dat we niet meer alleen
waren. Een vrolijke bende van 5 Britse vijftigers uit de buurt van
London, kwam net aan. Terwijl we op onze douche wachtten, raakten we
aan de praat met de vrouwen en kregen we een thee aangeboden door het
hotel. Qua klantvriendelijkheid scoren ze hier echt wel hoge punten!
Een douche was broodnodig. De hele dag hadden we
gestapt door de droge zand en keien, en dat maakte dat we volledig
onder het stof hingen. Voor we gingen douchen, moesten we het wel
even tegen receptie gaan zeggen zodat zij de boiler konden aanzetten.
Tien à vijftien minuten later konden we dan gaan douchen. Na de
heerlijke douche doken we recht ons bed in, om te recupereren van
deze toch wel zware dag.
Machteld kreeg
in het begin van de week toestemming van Ilan om pintjes te drinken en op
vakantie te gaan na het voorleggen van de resultaten van haar onderzoek. Omdat
we sowieso 10 dagen vrij hadden owv Sukkot, voegden we de daad bij het woord. Dinsdagavond
na een werkdag die precies langer duurde dan normaal vertrokken we naar
Jordanië. Rond 22u30 stonden we in ons dorp op een bus te wachten die ons naar
Haifa zou brengen. De bus van 22u38 zagen we niet passeren en de bus van 22u51
was 20 minuten te laat en reed ons gewoon voorbij! We bedachten heel wat
plannetjes om toch nog op tijd in Haifa te geraken, waar de nachtbus naar Eilat
om 23u58 zou vertrekken. Als we zelf met de auto zouden gaan, zouden we met
parkeerproblemen zitten.. Misschien moesten we Ilan opbellen en een lift
vragen? Net toen we onze auto thuis wilden gaan halen, reed er een
taxichauffeur zonder werk langs. Wat een geluk! Wie had kunnen denken dat het
moeilijkste deel van onze reis een bus nemen in eigen dorp zou zijn??? De taxichauffeur
was superenthousiast dat we naar Jordanië zouden gaan.. Hij zette ons af in het
busstation Lev HaMifrats, waar we op zoek gingen naar onze bus. Stipt op tijd
vertrok de volle bus richting Eilat. Om de 2u werd er even gestopt voor een
plaspauze. Rond 5u30 arriveerden we in Eilat. Omdat de grensovergang naar
Jordanië pas om 6u30 open ging, dronken we nog eerst een koffie. Daarna namen
we een taxi naar de grens. De grens oversteken ging verbazend vlot!
We moesten
een tax van 101 NIS (20 euro) betalen om Israël uit te mogen, en het meisje van
de security wenste ons een prettige reis en wees Machteld erop dat haar visum
bijna vervallen is. We wandelden de grens over en werden begroet door de
Jordaniërs. Aan deze grensovergang is het visum voor Jordanië gratis om
toerisme en handel in de streek te bevorderen. Na al deze formaliteiten gingen
we op zoek naar een taxi die ons naar Aqaba moest brengen. Een tussenpersoon
die vloeiend Engels sprak, loodste ons naar een taxichauffeur en maakte een prijs
op. Voor 10 JD (1 Jordaanse Dinar is ongeveer 1 euro) bracht de taxi ons naar
Aqaba. Omdat één taxibedrijf het monopolie heeft aan de grensovergang, viel er
ook weinig te discussiëren. In Aqaba moesten we op zoek naar een bank om onze
eerste dinars uit de muur te halen zodat we de taxi konden betalen. Een beetje
overrompeld door het vreemde geld (en na een nacht weinig slapen) betaalden we
de taxi 20 JD ipv de afgesproken 10 JD. De man zal eens goed in zijn vuistje
gelachen hebben! Maar we hebben ons lesje geleerd..
We
wandelden naar een parkje waar we op een bankje gingen zitten om het plan voor
de dag te overlopen. Daarna kochten we bij de bakker 5 verse broodjes met
dadelsiroop voor 0.50 JD die we bij het strand opaten.
Ook al was
het nog zo vroeg op de dag, toch probeerden al heel wat verkopers ons te
overtuigen om een boottochtje te maken. Maar dat zagen wij niet zitten.. We
wandelden naar de gigantische vlaggenmast (130 m hoog), die ook vanuit Egypte,
Israël en Saudi-Arabië te zien is.
We bezochten
het Museum en de oude haven Ayla
en we zagen
ook een prachtige spiksplinternieuwe moskee.
Het viel ons ook op dat er overal fotos van de
koning ophangen. Gesprekjes met de mensen leerden ons dat ze heel blij zijn met
hun koninklijke familie en dat rellen zoals in Syrië, Libië, Egypte, in hun
land ondenkbaar zijn. We werden ook uitgenodigd voor thee in het
souvenirwinkeltje van Sami. Sami heeft 27 jaar in Europa gewoond, o.a. in
Finland en Londen. Hij is blij terug in Jordanië te zijn owv het klimaat en de
vriendelijke mensen en hij werkt er als gids. Hij gaf ons nog wat tips (betaal
1 JD voor een taxi in Wadi Musa), en ook zijn telefoonnummer, want hij zou
ons wel iets chics kunnen regelen.
We kochten
allebei een sjaal in zijn winkeltje om ons hoofd en onze nek te beschermen
tegen de stekende zon. Rond 12u kwamen we op het centraal busstation van Aqaba
aan. We liepen een beetje verloren rond op zoek naar de bus. Een vriendelijke
Jordaniër schoot ons ter hulp en bracht ons naar het juiste busje. Op weg naar
het busstation waren we ook al verschillende keren aangehouden door taxis die ons
naar Wadi Musa wilden brengen, maar omdat we meer tijd dan geld hebben,
besloten we het toch bij het busje te houden.
Een loslopend paard op de grote baan in Aqaba
Het busje
had 22 zitplaatsen, en we moesten een klein uurtje wachten tot het busje vol
was.
We waren de
enige toeristen, dus het was wel een speciale ervaring! Onderweg werden er
mensen uitgelaten, en stapten er weer nieuwe mensen op. We stopten ook even om
de bus weer vol te tanken. Een liter diesel kost hier slechts 0.515 JD!
We reden
een heel stuk over binnenwegen, en we genoten van het adembenemende
woestijnlandschap tussen de hazenslaapjes in.
Vrijdag deden we niets, echt helemaal niets
We keken filmpjes, deden de afwas, Machteld ging weer op zoek naar een broek
voor in de woestijn, Machteld ging ook naar de fitness terwijl Tom
computerspelletjes speelde, Machteld had trouwens wel succes bij het
shoppen.. Geen woestijnbroek, maar wel een korte broek, een bloesje met lange
mouwen (woenstijnwaardig!), een topje (dat kan hier nog steeds!) en een
cardigan.. De rekening bedroeg 360 NIS (zon 72 euro).. Maar toen vertelde de kassamevrouw
dat wanneer je voor 500 NIS kocht, je maar 350 NIS moest betalen.. Dus toen
kwam er nog een T-shirt, een bloesje met lange mouwen en een paar sokken bij..
Om uiteindelijk nog minder dan oorspronkelijk te moeten betalen! Zalig zo
winkelen! We boekten ook de hotels en de woestijntrip voor volgende week.
Dinsdag 11 oktober zullen we de nachtbus nemen naar Eilat zodat we s morgens
rond 6u30 de grens kunnen oversteken naar Jordanië, waar we een kleine week op
vakantie gaan. Een uitgebreid verslag volgt nog! We kijken er alleszins
heel erg naar uit!
Om 16u47 begon Yom Kippur. (We weten het
precieze uur doordat we een kalendermagneet op onze koelkast hebben hangen
waarop de tijd van zonsondergang tot zonsondergang genoteerd staat voor alle
joodse feestdagen.) Yom Kippur wordt beschouwd als de heiligste dag voor de
joden, en zelfs de seculiere joden gaan op deze dag vaak naar de synagoge
(zoals er bij ons ook meer mensen naar de kerk gaan met Kerstmis of Pasen). Ze
dragen dan witte kleren om reinheid voor die dag te symboliseren. Yom Kippur
is een dag van rust en gaat ook gepaard met vasten.. Deze dag dient om in het
reine te komen met je zonden en om goede voornemens te maken voor het komende
jaar..
Men mag op Yom Kippur:
-Niet eten en drinken
-Geen lederen schoenen dragen
-Zich niet wassen
-Zich niet besprenkelen of insmeren met parfum
of lotion
-Geen seks hebben
Verder zijn er geen radio-
en televisie-uitzendingen, zijn de luchthavens gesloten, is er geen openbaar
vervoer en zijn alle winkels gesloten. Het wordt als onbeleefd beschouwd om met
een motorvoertuig te rijden op deze dag, waardoor het dus heerlijk rustig was
in ons dorp. (Waardoor we vanmorgen dus niet gewekt werden door toeterende
autos, maar gewoon uit onszelf om 6u30 wakker werden.. Ons biologisch Belgisch
ritme is om zeep ;-)) Wel worden alle fietsen van onder het stof gehaald, want
je kan nu zelfs midden op de grote weg fietsen zonder omvergereden te worden!
Een moment opname tijdens Yom Kippur van het normaal o zo drukke kruispunt bij ons in het dorp
Ook wij maakten een
fietstochtje. We reden richting Alonim, dan via Alonei Aba naar Beit Lehem
Haglilit. Beit Lehem Haglilit wordt ook Bethlehem van de Galilee genoemd, en is
een alternatief voor Bethlehem in Palestina. Wikipedia zegt: Volgens archeoloog Aviram Oshri is hier Jezus Christus geboren, niet
in het Palestijnse Bethlehem. Hij vond er de fundamenten van een van de
grootste Byzantijnse kerken in het Heilige Land, alsmede de resten van een
klooster. Volgens Oshri moet dit Bethlehem in de 6e eeuw een belangrijk centrum
geweest zijn van de christelijke pelgrimage. Een van de argumenten van deze
archeoloog is het feit, dat het Palestijnse Bethlehem niet bestond tijdens de
geboorte van Jezus. Anderzijds heeft hij verwijzingen gevonden in de diverse evangelieën. Het
onderzoek van Aviram Oshri ligt stil. Zijn werkgever, de Israëlische
Archeologische dienst verkeert permanent in geldnood, maar er spelen ook
belangen mee van het Vaticaan en andere
christelijke belangen in het andere Bethlehem.
even pauzeren en drinken tijdens onze fietstocht.
Door het veld
fietsen we verder richting grote weg, en dan via Zarzir en Migdal Haemeq weer
naar huis te fietsen. Zarzir is een dorp waar 5 verschillende bedoeïenenstammen
wonen. Aangezien ze niet joods zijn, volgen ze ook de joodse rituelen niet.. In
Zarzir reden er dus wel veel autos rond, was de supermarkt geopend, waren ze
in een garage autos aan het opknappen, Helemaal anders was het in Migdal Haemeq, waar
de weg met een lint was afgezet, zodat er geen autos in konden rijden.
Na n kleine 3u
fietsen en zon 35 km in de benen kwamen we terug thuis. Onderweg hebben we wel
regelmatig gepauzeerd om te bekomen van de beklimmingen (die soms echt wel
stevig waren), en om te hydrateren
Wij wonen in B, maar google liet niet toe om weg
te tekenen waar er geen echte weg is (tussen A en F) Dus de volgorde was:
B-A-F-E-D-C-B
Het was wel
een leuke manier om onze eigen buurt wat beter te leren kennen! We zagen dat
het katoen geoogst was, we zagen wat vreemde beesten (we denken een mangoest),
En om 17u52
keerde het lawaai in ons dorp weer terug, het einde van Yom Kippur 2011!
Vrijdag stond er een
stevige wandeling op het programma. Volgens het internet zijn er in het park
Ramot Menashe een heleboel stroompjes en bronnen waar je in kan zwemmen. We
reden een heel stuk door het park en genoten van al dat groen! We parkeerden
onze auto en vertrokken voor een stevige wandeling. Na n dik uur stappen kwamen
we ineens veel autos tegen die allemaal dezelfde richting uit reden. Dus wij
dachten: die moeten we volgen, dat zijn Israëli, die zullen wel weten waar het
te doen is.. Dus we wandelden nog wat verder.. We kwamen op een grote
parkeerplaats uit die echt helemaal vol stond. We vreesden al dat er geen
plaats meer zou zijn om te zwemmen! Maar het was nog erger.. Overbevolkte
wandelpaadjes, veel kinderen met nog meer lawaai, en geen water in de bedding..
Dat was wel een teleurstelling, want we hadden het best warm gekregen en n
frisse duik zou echt welkom zijn geweest! Nadat we onze picknick opgepeuzeld
hadden, keerden we terug naar onze auto. Dat deden we via dezelfde weg,
aangezien we niet wilden verdwalen zo zonder kaart en het echt wel een groot
park is! We gaan zeker nog eens terug in de winter of het voorjaar, want je kan
er echt wel mooie wandelingen maken!
We reden dan een
stukje verder naar Ein Yisreel. Ein betekent bron in het Hebreeuws, dus hier
vonden we ons water! Israëli appreciëren water heel erg, voor ons is het zo
gewoon, maar zij koesteren precies echt al het water dat ze hebben.. Dus er
waren een heleboel mensen aan deze bron, met uiteraard ook weer remorques
volgeladen voor een heus barbecuefestijn.. Ook wij staken onze voetjes in het
heerlijk frisse water! En daarna reden we weer naar huis..
Zaterdagmorgen had
Machteld weer een gek idee. Ze wilde met de fiets naar de bakker rijden en dan
ergens in het veld gaan picknicken. Zo gezegd, zo gedaan! We fietsten door de
velden naar de bakker in Manshiyat al Zabda, waar de vriendelijke werkjongens
Machteld weer graag zagen komen.. Het voelt wel fijn om niet steeds als de
toerist behandeld te worden, nu we kleine zaken in het Hebreeuws kunnen
afhandelen, zoals bij de bakker zeggen hoeveel broodjes we genomen hebben en
snappen hoeveel je moet betalen, of op café drinken bestellen.. Bij de Leggenda
(het ijssalon) proberen we het ook altijd in het Hebreeuws, maar de keuze is er
zo gigantisch dat we nooit alles snappen
Ijsje van de Leggenda: yoghurtijsje met vers
fruit, kokosschilfers en muesli, hmmm!
Daarna fietsten we
verder naar Nahalal waar we neerploften bij een waterput. Rondom deze put staan
dadelbomen en het is precies een kleine oase in het anders zo droge land. Er
stopte ook een opa met zijn kleinzoon op de tractor om naar de dadels te
kijken. De man bewonderde onze fietsen en vertelde dat de dadels nog niet rijp
waren; over ongeveer 3 weken (dus na Sukkot) zouden de vruchten rood gekleurd
moeten zijn en etensklaar.. Hmm!
De rest van het
weekend vulden we met huishoudelijke klusjes. We namen het huis nog eens goed
onder handen. Deze week werd zelfs de gang niet overgeslagen
Op dinsdag bracht Tom
onze auto naar de garage voor groot onderhoud. We hebben de auto nu immers
een jaar, dus het werd tijd voor een grondige controle! En de auto moest
natuurlijk ook opnieuw gekeurd worden. Tom slaagde erin om alles wat hij wilde
uit te leggen in het Hebreeuws (na een spoedcursus garage- en autowoorden door
Ilan), maar als ze dan beginnen te ratelen is het toch wat moeilijk om alles te
kunnen begrijpen.. Iemand van de garage zou met onze auto naar de keuring gaan,
dus Tom kon verder gaan werken. In de namiddag werd er gebeld dat de auto klaar
en gekeurd was. Dit tot grote verbazing van Ilan.. Maar ons bakske doet het
goed!
We waren redelijk vroeg gestopt met werken
omdat we de auto moesten gaan halen (en de garage om 16u sluit). Omdat we
woensdag naar Bet Dagan zouden gaan om o.a. visumformulieren voor Machteld in
te vullen, moesten we nog ergens pasfotos zien uit te halen. We hadden ons
laten vertellen dat we daarvoor naar Alonim moesten gaan. Alonim ligt maar 3 km
van ons dorp maar het is een ware hel om er naartoe te rijden. Het is er namelijk
tussen 6u en 9u en tussen 14u en 18u ALTIJD file. Dit heeft te maken met het
feit dat Kvish 6 (weg nr 6) stopt in onze regio, terwijl het plan is dat deze
weg nog verder naar het noorden gaat.. Maar dat is een werk van lange adem,
waardoor veel verkeer van deze grote weg ineens op een kleinere weg met vele
verkeerslichten uitkomt.. Omdat we geen zin hadden in fileleed, besloten we te
fietsen. Gelukkig ligt er langs de weg (achter de vangrails) een zandweg, want
fietsen op de grote weg durven we alleen op Yom Kippur (zie later ). Fietsen
ging best vlot, en het is ook gewoon heerlijk om buiten te zijn.. In de
fotowinkel vroegen we dan om pasfotos te laten maken.. Dat was toch wel anders
dan in België! Ergens in de winkel hing een strook wit laken van zon 40 cm en
dan trokken ze midden in de winkel, tussen de kaartenrekjes en de fotokaders,
een foto met een doodgewone digitale camera.. We hadden dus net zo goed thuis
voor onze witte muren kunnen poseren! Maar onze missie was toch geslaagd, we
hebben pasfotos! Omdat we een half uurtje moesten wachten tot de fotos
ontwikkeld waren, besloten we even te gaan winkelen in de FOX. Machteld vond
immers dat ze nog wel een lange broek kon gebruiken voor ons reisje naar
Jordanië volgende week (ook hierover volgt later meer). Ze paste enkele
broeken, maar die stonden haar niet zo aan. Want: hier in Israël is het de mode
om echt superstrakke broeken aan te doen, dik of dun, jong of oud, het maakt
niet uit, maar zon strakke broek moet het zijn.. En met een superstrakke broek
bedoelen ze niet een strakke jeans, maar wel de zogeheten jeggings. Wat dus
neerkomt op een legging met vanboven een knoop en een jeansmotiefje.. Echt een
gesukkel om je voeten door een supersmalle opening te krijgen, en dan heb ik al
maar schoenmaat 37.. Ik weet het niet hoor, maar ik heb echt niet de behoefte
om de precieze vorm van mijn achterste aan de halve wereld te tonen.. Een
legging is alleen okee met een langer T-shirt of een kleedje of zo erover..
Maar dat doen de vrouwen hier dus niet! Je ziet hier wat rondlopen hoor! Het
meisje in de winkel snapte er dan ook niets van: Iedereen draagt dat toch..
Uiteindelijk in een of ander donker hoekje toch een mooie jeans gevonden, die
weliswaar ook strak is, maar niet té Oh ja, Tom kocht nog een korte broek..
Woensdag moesten we om 5u45 in Yoqneam zijn,
waar Ilan ons zou oppikken om samen naar Bet Dagan te rijden. Na ons
accidentje van de vorige parkeerbeurt in Yoqneam (spiegel eraf getrapt),
namen we deze keer het zekere voor het onzekere, en zetten we onze auto op een
betalende parking.. Die bleek s avonds 70 NIS (14euro) te kosten..
Hehe.. Je kan nog beter je auto aan het strand in Tel Aviv zetten, 14 NIS voor
de hele dag!
Normaal rijden we s morgens altijd via weg nr
6, maar vandaag moest Ilan Amos (een masterstudent die ook een project met
koeien doet) ophalen in Tel Aviv. Het was verschrikkelijk druk op de weg o.w.v.
o.a. een loopwedstrijd, waardoor we pas om 8u in Bet Dagan aankwamen.. Bah, zo
vroeg moeten opstaan, dik 2u in de auto zitten en om 8u nog steeds niets
gepresteerd hebben.. Op een normale werkdag zijn we dan toch al minstens door
onze e-mails, Facebook en het Belgische nieuws en is Matlab al aan t draaien..
Ilan dropte ons aan het administratieve gebouw van het Volcani Center, waar
o.a. ook het ministerie van Landbouw gevestigd is. Wij gingen op zoek naar
Ruthie (om kosten terug te vorderen), Sinaya (voor de visumformulieren) en Orna
(voor computerproblemen, knuffels en een gezellig praatje). Nadat deze
verplichtingen achter de rug waren, bracht Orna ons naar de boerderij waar Ilan
en Amos aan het werken waren. Orna is echt te gek, ze bracht ons met de auto
terwijl het maar 5 minuten wandelen was.. Maar ze wilde ons weer uitnodigen bij
haar thuis.. Waar we eigenlijk echt nog eens heen moeten gaan.. Ná sukkot
Bij de boerderij zagen we dat de bloem van de
bananenboom op de grond lag (was afgekapt). We stonden vol bewondering te
kijken naar de bananenboom en de bloem, want ja, zoiets zie je in België niet
vaak eh.. Aharon kwam ons vergezellen en hij ontleedde de hele bloem. Hij pelde
laag voor laag van de bloem (een beetje zoals een ajuin) en tussen iedere laag
zaten kleine banaantjes! Echt leuk om te zien! Het blijft ook fascinerend om te
zien dat bananen naar boven groeien, het lijkt echt zo onlogisch..
Pas rond half 7 konden we naar huis
vertrekken.. En Ilan maar mopperen dat hij het verjaardagsfeest van zijn mama
aan t missen was.. Net alsof wij zo laat pas wilden vertrekken.. Het was al een
uur donker, en in het donker kan je niet meer werken.. ;-)
Momenteel leven we even allemaal in dezelfde
tijdszone, ze hebben namelijk in het weekend de klok op winteruur gezet! We
moeten er wel nog aan wennen.. We waren iedere dag ten laatste om 6u20
klaarwakker, waardoor we iedere dag al om 7u aan het werk waren (en tegen 8u
dus ook al effectief iets gepresteerd hadden ;-)) Normaal staan we rond 6u45 op
en beginnen we rond 7u30 te werken.. Om 5u komt de zon al op, vanuit ons raam
bij de eettafel heb je echt een prachtig uitzicht hoe de zon boven de bergen
bij Nazareth uitkomt! Dus om 6u is het al klaarlichte dag! Heerlijk!
Deze week was het maar een korte werkweek. Maar dat wilde
niet zeggen dat Aharon niet zou komen. Hij kwam Tom op dinsdag helpen met zijn
experimenten. Rond 13.00u zetten we er een punt achter, en vertelde Aharon dat
hij honger had. We besloten dan om samen met hem en Ilan iets te gaan eten.
Aharon koos de shoarma-/falafeltent bij ons in de straat uit. Dat kwam goed
voor ons uit, want daar wilde wij ook wel eens iets gaan eten. Zon een broodje
falafel ziet er niet groot uit, maar het vult wel hoor. We hadden genoeg voor
de rest van de dag! De eigenaar van de tent herkende ons ook nog als de Belgen
van tijdens de voetbal match Maccabi Haifa Genk. Nu kon hij er toch al meer
om lachen als vorige maand
Woensdag begon het Joodse nieuwjaarsfeest met zoals bij ons,
oudejaarsavond. En natuurlijk hoort bij elke feestdag een receptie, dus ook nu
hadden we dinsdag namiddag een nieuwjaarsreceptie op het werk. Na de
gebruikelijke speech waar wij nog niet de helft van verstaan, volgden dan de
koekjes, de (alcoholvrije) drank, en de nieuwjaarshapjes (Granaatappel en honingappels,
maar hierover later meer). En omdat we buitenlanders zijn die werken voor het
instituut, kregen we ook nu weer een kadootje. Deze keer kregen we een sporttas,
een thermosfles, een potje honing en veel chocolade. Eigenlijk kregen we weer 3
keer hetzelfde. Omdat Aviv, een andere PhD-student bij ons, altijd zit te
klagen dat hij niks krijgt, besloten we een van de 3 aan hem te geven
Omdat we geen uitstapje of dergelijke hadden gepland, besloten
we de dagen maar te vullen met werk (echte workaholics zijn we J ). Maar omdat er toch
niemand anders was (buiten Moush die de beesten aan het voeren was), was de
sociale controle ook niet erg groot In de morgen besloten we dan ook eerst
eens te gaan zien of we een fiets konden kopen. Machteld speelde al langer met
het idee om een fiets te kopen, vooral omdat we vaak van die onnozele kleine
afstanden moeten afleggen (naar de fitness, naar het werk, ). Er ligt ook een
fietsenwinkel bij ons in het dorp, dus er ene vinden was ook niet het probleem.
In de fietswinkel vroegen we naar tweedehandsfietsen, maar die hadden ze niet
in onze maten. En je moet weten, in Israel zijn er maar twee soorten fietsen:
koersfietsen en mountainbikes. Wij zochten naar mountainbikes, omdat de wegen
hier ten eerste niet gemaakt zijn voor fietsers, en omdat er veel off-road
tracks zijn waar je kan mountainbiken. Elke fiets zag er ook zo fancy uit (oa
dubbele vering). Toen we vroegen of ze ook niks gewoons hadden, lieten ze ons
gelukkig toch nog twee einde-reeks-modellen zien. Na een kort testritje waren
we helemaal verkocht, en dus hebben we nu twee spiksplinternieuwe fietsen! We
hebben ze ook al direct uitgetest door naar het werk te rijden.
Woensdagavond werden we uitgenodigd bij de ouders van Ilan
voor een eindejaarsdiner. Om haar te bedanken, overhandigden we haar een
geschenkpakket dat Machteld had samengesteld met enkele flesjes bier, chocolade
en snoepjes. Ook Ilan zijn vrouw en kinderen waren er natuurlijk ook. Ze wonen
in het dorp ten zuiden van ons, en dus besloten we met de fiets te gaan
(kwestie van onze nieuwe aankoop ook te tonen). De jaloezie in de ogen van Ilan
en zijn kinderen was direct zichtbaar, en de jongens wilden hen dan ook direct
uittesten. Ilan vertelde ons dat hij ook op zoek is naar een nieuwe fiets, want
hij rijdt nu nog steeds op de fiets die hij gekocht heeft in Nederland, zon 12
jaar geleden. Het was ook nog eens leuk om Shuli te zien, en alle kinderen van
Ilan. Het was immers al weer een tijdje geleden. En ze veranderen ook zo snel,
zeker die kleine Eschel van 3 jaar. Hij kon nu al behoorlijk goed spreken, en rennen
kon hij ook al als de beste. Shuli zag er wel moe uit, want de kleine Eschel
had haar de laatste 2 dagen slapeloze nachten bezorgd. Hij was een beetje ziek
geweest, en wilde maar niet slapen. En nu had Algom het ook zitten, want zij is
maar even aan tafel komen zitten, en is toen in bed gaan liggen
De moeder van Ilan had de hele dag gekookt. Ze had voor
iedereen hun lievelingsgerecht klaargemaakt, en dan nog enkele traditionele nieuwjaars-gerechten.
We begonnen met een aperitiefhapje: appelschijfjes in honing. De appel staat
symbool voor het jaar. Een appel is rond, en daarom kan je stellen dat er geen
eind aan komt. Zo ook met een jaar: wanneer een jaar eindigt, begint weer een
nieuw. De honing staat symbool voor de wens voor een zoet jaar, een jaar vol
geluk.
Het voorgerecht was een dikke vis. Iedereen kreeg één vis
voorgeschoteld, en deze was overheerlijk gemarineerd. Volgens de traditie eten
de joden het hoofd van een vis, ram of een ander koosjer dier wat hun verlangen
uitdrukt om aan het hoofd te staan van hun klas, dus om hun problemen te
boven te komen, de beste te zijn in hun omgeving. Om smakelijk te houden, aten
wij toch maar de rest van de vis op, en lieten we het hoofd links liggen.
Daarna volgde het hoofdgerecht, of beter gezegd de hoofdgerechten. Er was
quiche, een soort loempias, iets wat ze sigaren noemden, rijst omhuld in druivenbladen,
gevulde aubergine, aardappelen, kip gemarineerd met honing, granaatappel,
salade, Kortom, de hele tafel stond vol! De granaatappel is ook zon
traditioneel gerecht, en dat symboliseert een jaar vol goede daden. Het
nagerecht was een met rozijnen gevulde appel, geflankeerd door enkele bollen crème.
We lieten het ons graag smaken, en aten ons buikje rond!
Na het eten bleven we
nog even aan tafel zitten om bij te praten, en een voor vielen de kinderen in
slaap (Shuli inc.). We besloten dan maar terug naar huis te gaan. De moeder van
Ilan had ons ook nog een honingcake gebakken, die we thuis dan maar moesten
opeten.
Zaterdag 24/09 hebben we ons nog eens van onze sportieve
kant laten zien. Ilan had ons immers vorige week verteld dat er een zwemevent
was aan het meer van Galilea. Het evenement, voor de 58e keer georganiseerd
door Shvoong (= de Israelische Bloso), bestond uit drie parcoursen. Je kon
kiezen tussen de korte afstand (1.5 km), de middellange (3.5 km) en de
wedstrijd van 6.5 km. Wij als sportievelingen kozen voor de 3.5 km, iets wat we
gemakkelijk aan dachten te kunnen
Zaterdag morgen moesten we dus al weer vroeg uit bed. Rond
06.30u vertrokken we thuis richting de Kinneret. Het evenement startte immers
al om 07.30u, om de warmte voor te blijven. We kwamen goed op tijd aan, en ook de
inschrijving verliep vlotjes deze keer. We hadden het online ook al eens
geprobeerd, maar daar werden we telkens door verzonden naar een Hebreeuws
invulformulier voor een loopevenement. Ook onze collega Ariel beaamde onze
conclusie.
Na de inschrijving stonden er bussen de zwemmers op te
wachten. De bussen brachten de zwemmers naar het startpunt van de zwemwedstrijd.
Daar konden we ons verder omkleden, en onze spullen werden er opgehaald en naar
de aankomst gebracht. Je moest enkel je nummer van je zak onthouden, en sommige
schrijven deze nummer dan maar in het groot op hun lichaam met alcoholstift.
Het water was aangenaam warm toen we onze eerste pasjes in
het water zetten. Het was warmer als de omgeving, dus aarzelden we ook niet om
er direct in te duiken. De eerste meters werden afgelegd, en we zetten koers
naar de eerste boei. Op het parcours lag er om de 300m een groot pont waar je
op kon klimmen om even op adem te komen. Er waren ook verschillende bootjes
aanwezig om de hulpbehoevenden en drenkelingen te redden. De eerste boei werd
nog redelijk vlot gehaald, maar het werd al snel duidelijk dat het een lange
tocht ging worden (vooral voor Tom!). Bij het tweede pont was de lol er toch al
wat af bij Tom. Hij werd toch wel heel hard met zijn neus op het feit gedrukt
dat hij niet goed kon zwemmen. Blijven drijven, dat gaat nog goed, maar vooruit
komen in het water was al heel wat moeilijker! Maar koppig als hij is, zette
hij zijn zwemtocht verder. Machteld voelde zich als een vis in het water, en we
sproken dan ook af op elkaar te wachten bij elk pont.
Onderweg zagen we ook enkele grappige taferelen. Je hebt
enerzijds van die kinderen die niet moe te krijgen zijn. Ze klimmen op het
pont, en duiken er vervolgens weer vanaf. En dit herhalen ze enkele keren
totdat het te druk werd op het pont. Er was ook iemand die een opblaasstoel aan
zijn middel gebonden had, en zo zijn vriendin vooruit trok (Dat idee moeten we
onthouden voor de volgende keer ). Het zal wel een goede training voor hem
geweest zijn. Ook was er een vader die een luchtmatras aan zijn middel gebonden
had, een daar achter hingen dan nog eens twee kinderen aan een surfplankje. En
vader maar Crawlen!! Verder waren er ook nog enkele opblaasbare roeibootjes, en
honden die mee zwommen.
Na driekwart wedstrijd begonnen we toch wat flauw te worden.
De inspanning begon aardig door te wegen, en de honger begon ook op te steken. Sommige
andere deelnemers hadden wat snacks meegenomen voor onderweg. Dat was zeker
geen overbodige luxe geweest. De golfjes in het water begonnen ook hoger te
worden door de opstekende wind, waardoor we meer water binnen kregen. Bovendien
werden buien afgewisseld met hevige zonneschijn, zodat wanneer je op het pont
stond kou had van de regen, ofwel de zon voelde branden op je vel. Maar we
moesten en zouden de finish halen
Op het laatste stuk werd Tom zowat door alles en iedereen
voorbijgestoken, maar hij bleef op zijn tanden bijten. Na meer dan 3u ploeteren
haalden we dan toch eindelijk de finish. Uitgeput en hongerig wandelden we het
vasteland terug op. Daar wachtte ons een broodje, een chocomelk en een medaille
voor onze moed en zelfopoffering.. Na het fietsen van vorig jaar weer een
medaille om in onze trofeeënkast te hangen
Eenmaal in de auto aten we ons lunchpakket op dat Machteld
had voorbereid, en zetten we onze weg verder terug naar huis. De spieren werden
naargelang we dichter bij huis kwamen steeds strammer, en zorgden er de dagen
nadien ook nog voor dat we deze dag nooit zouden vergeten
Begin september werd Tom terug in Belgie verwacht. Eerst
wachtte er hem een 3-daagse training in Leuven, en daarna een week in Brussel.
In Brussel kwam Tom weer samen met alle partners van zijn project, en stond er
ook een meeting met de EU-mensen op het programma. Het was een fijn weerzien
met de andere fellows (we zijn met 12 fellows in dit project), en alles verliep
perfect. Ook Machteld was twee keer kort in Brussel om er lessen te volgen, en
haar promotoren te ontmoeten. De andere dagen was ze vooral thuis te vinden om
er ijsjes te verkopen. Na deze slopende week bleven we nog even thuis om terug
op adem te komen, maar dinsdag 13 september vertrokken we weer richting Israel!
In het vliegtuig kwamen we ook tot het besef dat we nu al 1
jaar in Israel wonen. Ons avontuur begon vorig jaar immers op zondag 12
september! We kunnen nu ook zeggen dat het ons allemaal zeer goed bevalt, en
dat we het zeker nog zien zitten om nog even hier te blijven.
Dinsdag had Ilan, onze begeleider, ook al een agenda
doorgestuurd voor woensdag, zodat we er weer direct in konden vliegen. Aharon,
de klusjesman, zou immers langskomen, en zou Tom helpen met de experimenten op
zijn boerderij. We zijn immers verhuisd van een kleine robot-boerderij (80
koeien) naar een hele grote boerderij met meer dan 1100 koeien. Een nieuwe
boerderij wil dus ook zeggen dat we weer moeten bekijken hoe we de experimenten
gaan aanpakken. Maar dat zal de komende weken wel meer duidelijk worden.
Na twee dagen hard werken was het weer tijd voor weekend. En
dat was welgekomen. In Belgie hebben we niet veel zon gezien, maar toen we
terug in Israel landden, wachtte de zomerse temperaturen ons weer op. HEERLIJK!
Elke dag droog en meer dan 30°C is toch aangenamer dan de grijze toestanden die
we in Belgie hebben gezien. En dat warme weer nodigde ons ook weer uit om een frisse
duik te gaan nemen. Op vrijdag reden we naar Gan HaShlosha, een zwemparadijs aan de voet van het
Gilboa-gebergte. Het hele jaar rond is het water hier 28°C, en dus heel
aangenaam om te plonsen. Je kan er ook zwemmen tussen de vissen, en als je je
op de kant zet, komen de kleine visjes aan je voeten knabbelen! Het geeft je
kriebels tot achter je oren! Na een dag luieren en spetteren reden we weer naar
huis. Onze huid had ookweer mooi rood
kleurtje gekregen
We zijn deze zomer dan wel niet de hele tijd in Israel
geweest (Praag in juli, Belgie in begin september), maar we zijn toch ook wel
blij dat we de zomer overleeft hebben. Voor de zomer begon zei iedereen ons dat
het verschrikkelijk ging zijn. Vorig jaar was het immers de warmste zomer in
jaren geweest, met temperaturen tot boven de 40°C. Dit jaar viel het gelukkig
voor ons allemaal wat beter mee, zodat we eigenlijk moeiteloos door de zomer
zijn geraakt. Al is een leven zonder airco hier wel ondenkbaar. s Avonds koelt
het vaak wel lekker af (tot 20-25°C), maar omdat er geen wind is, blijft de
warmte binnenskamers. En dan is de airco toch een zegen!
Op zaterdag hebben we het kalmpjes aan gedaan. We sliepen
toch weer wat langer uit. Machteld heeft de hele dag liggen luieren en boekje
lezen, terwijl Tom toch ook de poets en de strijk gedaan kreeg.
Maandag ging Tom met Ilan mee naar Bet Dagan. Tegenwoordig
hebben ze in het dorp van Ilan ook een grote poort geinstalleerd aan de ingang
van het dorp. Alleen de dorpsbewoners hebben de telefoonnummer om deze poort te
openen. Ze hebben dit gedaan om het vele sluipverkeer door het dorp tegen te
gaan. We moesten zeker op tijd vertrekken want Ilan had om 07.00u een afspraak
bij een autogarage in Petah Tikva, dat op de weg naar Bet Dagan ligt. Hij wilde
immers een trekhaak onder zijn auto laten installeren, om alle fietsen van de
kinderen mee te kunnen nemen. Maar om 07.00u stonden we nog voor een gesloten
deur. Pas om 07.30u gingen de deuren open, en werd Ilan voort geholpen.
Ondertussen was Aharon ook al gearriveerd, want hij zou ons komen oppikken en
verder doorrijden naar Bet Dagan. En een autorit met Aharon is altijd een
belevenis op zich, want hij rijdt en handelt als een echte Israelier!
In Bet Dagan had Tom een meeting met Amos, een andere
student van Ilan. We vergeleken onze resultaten en hielpen elkaar vooruit in
ons onderzoek. Een andere vergadering met Victor werd uitgesteld naar woensdag
omdat Victor naar een begrafenis moest. Ook was er op maandag een BBQ gepland.
Nachson, een van de techniekers van het Volcani instituut (dat is het instituut
waar wij voor werken), werd er uitgewuifd omdat hij op pensioen gaat. Na de BBQ
volgde dan nog de nodige speeches, waarna we onze werkdag verder zetten. Niet
veel later kwam Ilan Tom zeggen dat ze gingen vertrekken, omdat zijn auto klaar
was.
Ondertussen was Machteld ook aan de slag gegaan in Newe Yaar,
onze gebruikelijke werkstek. Tegen 11u kwam Sara Machteld vragen of ze niet mee
wilde naar de stierenverkoop bij ons op de campus. Zon kans liet Machteld
natuurlijk niet liggen. Ook deze keer was er veel volk aanwezig, en ook nu
waren er weer bekende (?) politiekers aanwezig. Het hoogste bod kwam deze keer
uit op 25.000 shekel (ca. 5000). De persoon die dit bod uitbracht had precies
zijn zinnen gezet op deze stier, want hij deed 1 bod dat zo hoog lag dat
niemand anders nog met hem wilde discussieren.
Woensdag begonnen we al redelijk vroeg aan onze dag. Om
07.00u hadden we met Ilan afgesproken in de grote booerderij. Tom begon er aan
zijn experimenten, terwijl Machteld doorreed naar hare favoriete boer om er
data te gaan ophalen. Victor belde ook nog om te zeggen dat hij tegen 09.00u op
onze campus was, zodat we dan de meeting konden houden. Ilan had ook weer
granaatappels bij, zodat we na de meeting allemaal gezellig samen granaatappel
konden eten. Victor vroeg ons ook of Belgie nu al een regering had. Ze lachen
er ons dus nog steeds mee uit
Donderdagmorgen in alle vroegte (06.00u!) bracht Tom
Machteld naar HaSolelim. Tom reed dan verder naar het werk. Daar zag hij Ali
sukkelen met de bulldozer. Deze wilde enkel nog maar achteruit rijden, en dat
makt het kalveren voeren best moeilijk. Gelukkig kan Ali het probleem snel
oplossen. Ilan zou ook de hele dag in Bet Dagan zitten, waardoor Tom dus nog
eens op zijn gemak zat op het werk ;-)
veearts Shuli
Machteld had in HaSolelim afgesproken met veearts Shuly om
hem een dagje te volgen om zo een beter idee te krijgen van het
diergeneeskundige management op verschillende melkveebedrijven. Shuly heeft 6
jaar aan de Universiteit van Utrecht gestudeerd en spreekt dan ook vloeiend
Nederlands. Heel handig De eerste stop was rond 6u30 bij boer Jehuda. De
boer verzameld alle zieke koeien, koeien die pas gekalfd hebben, koeien die
drooggezet gaan worden en koeien die gecontroleerd moeten worden voor dracht en
dan worden alle koeien nagekeken. Ketosis wordt gecheckt door wat urine opeen ketostick te laten druppelen en de
baarmoeder wordt rectaal gecontroleerd. Ondertussen stelde Machteld een heleboel
vragen, die Shuly allemaal even enthousiast beantwoordde. Op een ander bedrijf
was de boer met vakantie en had de dochter het management even voor haar
rekening genomen. Omdat ze van een aantal zaken (zoals het kuchen van een
kalfje) niet zeker was, vroeg ze Shuly om advies. Er was ook een koe die pas
gekalfd had, maar die de placenta nog niet losgelaten had. Shuly trok die er
dus uit, waarbij de dochter stond te kokhalzen Er volgde nog een aantal bedrijven (de tel niet bijgehouden, maar
het waren er veel), zon dagje uit is echt een uitstekende manier om veel
verschillende bedrijven op 1 dag en ook de verschillende managementpraktijken
van de boeren te zien. Eén van de bedrijven die Shuly onder handen neemt, is de
grote boerderij (>1100 melkkoeien) waar Tom experimenten uitvoert en
Machteld data ophaalt. Machteld kreeg een paar lange handschoenen aangeboden om
ook eens de baarmoeder te kunnen voelen. Zo voelde ze o.a. baarmoeders van
koeien die pas gekalfd hadden, baarmoeders die bijna klaar waren om te
insemineren, baarmoeders met een klein kalfje erin, een geel lichaampje op de
rechter eierstok en baarmoeders met een groot kalf erin (ongeveer een week voor
het kalven). GE-WEL-DIG! Maar haar arm werd wel wat stijf van de druk van de
koeienkonten Op een andere boerderij was er een koe met ernstige ketosis,
dus er moest een infuus gegeven worden. Er volgde ook nog een bedrijf waar de
kalveren geënt moesten worden voor botulisme en de koeien voor BVD. De boer was
er niet in geslaagd alle kalveren vast te zetten in het voerhek, dus we moesten
nog wat achter de kalveren aanrennen om ze allemaal gedaan te krijgen. Volgens
Shuly de 20-80-regel: 20% van de dieren, 80% van de tijd.. Het was ook wel een
grappige stal, de hekken waren precies gemaakt van al het ijzer wat de boer had
kunnen vinden, zoals ovenrekjes en zo.. Niet zo stevig, waardoor de kalveren de
hekken gewoon ramden en er onder/over/tussen sprongen.. Zo vaccineren is wel echt
bandwerk (bijna zoals de wortelen op de Noliko ): langs de kalveren lopen en
ze allemaal een spuitje geven in de nek, wat nog geen 2 seconden duurt per
kalf. Op het laatste bedrijf van de dag was er een koe met een
lebmaagverdraaiing, dus moest er geopereerd worden! Jeej! Blijkbaar moet er bij
elke operatie van een melkkoe een rabbijn komen kijken of het maagdarmstelsel
niet beschadigd wordt. Indien dit wel het geval zou zijn, zou de koe niet meer
koosjer zijn en afgevoerd moeten worden. Zodra de rabbijn arriveerde kon de
operatie starten. Ik snap wel niet goed wat die rabbijn kan zien bij een
lebmaagoperatie. De snede in de koe is redelijk klein, en de operatie verloopt
heel snel. Volgens mij zou hij het echt niet gezien hebben moest er iets fout
gaan.. Maar Machteld vond het weer superinteressant om ingewanden, spieren,
vliezen, te zien
Rond half 1 zette Shuly Machteld af op kantoor. Blijkbaar is
onze collega Ariel de buurman van Shuly! (Weten we gelijk ook waar Ariel
woont..) Aviv was erg onder de indruk van Machteld haar verhaal over de ronde
met de veearts. Hij verwende ons ook op een lekkere lunch van groenten, pita en
een warm ui-ei-en-iets-worst-achtigs-gerecht.
Rond 16.30u trokken we nog eens naar Nazarethom de oude stad te gaan bezoeken. We zagen
weer enkele kerken, en enkele mooie pleintjes om zeker nog eens terug te
bezoeken. We gingen ook een leuk restaurantje binnen waar we genoten van de
lokale keuken.
Vrijdagmorgen wilden we dan nog eens uitslapen, maar dat
lukte niet echt. Tot 08.00u slapen kun je toch moeilijk uitslapen noemen e?! We
luierden dan maar wat in de zetel, keken filmpjes en gingen naar de fitness.
Rond 11.00u werden we wel verrast door de eerste echte regenbui in meer dan 4
maanden tijd. Het was maar van korte duur (ca. 15 min), maar de weg was toch al
weer snel omgetoverd in een beekje. Er kwam ook schuim op de weg te staan, die
ontstaan was door de mix van regenwater en de olieresten in het wegdek.
Morgenvroeg (zaterdag) is er een happening aan het meer van
Galilea. Dan is er de 58e editie van een zwemevent om de Kinneret
over te zwemmen. Wij hopen op tijd uit ons bed te kunnen, en dan de 3 km lange
toer te kunnen afleggen. We hopen het volgende week nog te kunnen navertellen
hoe deze dag verlopen is!