Na onze terugkomst is er in Israel een nieuw jaar begonnen: 5773. Dat moest gevierd worden, en dus hadden we de eerste 2 dagen nog vrijaf. Wat een geluk voor ons, want zo konden we toch weer even op ons gemak komen. De eerste dag hadden we nodig om alles weer op orde te stellen in huis, en op de tweede dag bezochten we het strand van Haifa weer eens om ons af te koelen (nee, de temperatuur is niet veranderd in de afgelopen 3 weken). Het water was heerlijk, proper en er was niet te veel volk: kortom ideaal! Alhoewel we allebei weer verbrand waren op het einde van de dag
Daarna volgde twee dagen op het werk, waar onze collega's weer blij waren ons te zien. Ook Sara was weer van de partij na de geboorte van haar tweede kind in Mei eerder dit jaar. Donderdagavond na het werk schoven we bij Moti, onze huisbaas, aan tafel op het terras voor een gezellige babbel. Hij vond het jammer dat we er niet bij waren op het nieuwjaarsfeest, en nodigde ons direct uit voor het volgende: Sukkot over 2 weken. Deal! Ook de zoon kwam bij ons zitten, en hij vertelde ons dat hij een groot verjaardagsfeest gaat geven volgende week. hij wordt immers 30, en dat kan niet ongemerkt voorbijgaan. Daar zijn we dan ook al weer op uitgenodigd: joepi!
Vrijdag volgde de grote schoonmaak in huis. Dat was nog eens nodig omdat dat al een maand niet meer gebeurd was (omdat we er zolang niet waren e), en stof bleef maar binnen waaien precies. In de avond gingen we dan gezellig op een bankje naar de sterren kijken, terwijl we aan een fles Leffe sipten. Toen we thuis kwamen, zat Moti weer buiten met enkele vrienden, en werden we weer uitgenodigd om mee wijn te drinken, en nootjes te eten. Het is nog steeds inderdaad beter buiten vertoeven als binnenshuis.
Zaterdag trokken we er dan nog eens op uit. De eerste halte was onze bakker waar we de broodjes van ons ontbijt en middagmaal gingen halen. Daarna reden we door naar Bethsaida, een van de 3 bijbelse plaatsen aan het Meer van Galilea (Capernaum, Tabgha en Bethsaida). Deze stad stond bekend als de woonplaats van enkele apostelen. Nu waren er nog enkel ruines over, die ook nog gebruikt werden door het Syrische leger in de oorlog van 1967.
Naast het bezichtigen van de ruines, volgden we ook een pad dat ons naar de Jordaan-rivier bracht. Het landschap is over het algemeen nogal dor deze tijd van het jaar, maar in deze kleine vallei groeide de planten welig. Water kwam precies ook van alle kanten. Het deed onze visie op de Jordaan toch enigszins veranderen. Eerst hadden we maar het gevoel dat een klein beekje was, maar nu hebben we toch gezien dat het een kleine rivier is. Aan het eind van het pad was er ook nog een recreatiepark aangelegd, waar we nog een duik namen in het frisse water alvorens weer naar huis te rijden.