Tijdens
afgelopen weekend zijn we naar Jerusalem afgezakt, om van daaruit door te
trekken naar Ramallah in de Westbank. Vrijdagmorgen vertrokken we met de auto
van bij ons thuis naar Jerusalem. We parkeerden de auto bij het Israel Museum,
omdat we daar een exhibitie bijwoonden van de Hassidische Joden, een groepering
van ultra-orthodoxe joden. De exhibitie gaf met documenten, voorwerpen, fotos
en videoseen inkijk in de wereld van
deze mensen. Elke groepering (court) heeft zijn eigen (Oost-Europese)
oorsprong en bijhorende rabbi, en de verschillen tussen de courts is
zichtbaar door de subtiele verschillen in kledingsstijl (vb. hoedenrand,
hoedenpels, kleuren van kledij, ). De videos toonden ook aan deze mensen veel
dansen en zingen tijdens hun bijeenkomsten. De eerste schooldag voor de kleine
kinderen is ook een heel evenement, want op deze dag wordt hun hoofd geschoren
zodat ze enkel nog hun krullen overhouden. De mannen besteden hun tijd aan
Bijbelstudie, het maken van religieuze objecten en kledij etc. terwijl de
vrouwen vaak buitenshuis werken om een inkomen te vergaren. De kroost is vaak
ook groot, en de ideale leeftijd om te trouwen is 18 jaar. Het is ook
belangrijk voor hun om afgeschermd te blijven van de mondaine wereld, daarom
dat ze vasthouden aan hun eeuwenoude tradities. Wat we misten in de exhibitie
was een groter inzicht in het dagelijkse leven van deze mensen, en het waarom
van sommige tradities (vb. waarom pijpekrullen?)
Om van het
ene uiterste naar het andere over te gaan, besloten we naar de Ramallah te
gaan, het diplomatieke centrum van de Westbank. We namen de bus vanuit
Jerusalem aangezien dit de makkelijkste vervoerwijze is. Deze bracht ons via de
Kalandia checkpoint naar het centrale busstation in Ramallah. Na enkele korte
omzwervingen vonden we ons hotel toch in een opgebroken straat. Ramallah leek
wel een grote bouwwerf. Aan de receptiedesk van het hotel werden we opgewacht
door de 12-jarige zoon van de eigenaar, die zijn huiswerk zat te maken op de
computer. Hij sprak heel goed Engels en deed de volledige check-in voor ons.
Aangezien
het nog steeds licht was, trokken we nog even de stad in. We maakten eerst een
toer langs enkele bezienswaardigheden zoals het leeuwenstandbeeld op het Al-Manara
plein, en de kolom op het Yasser Arafat-plein.
Daarna zochten we cafeetje op
(Sangrias), waar we een sangria en het lokale bier proefden terwijl we aan een
waterpijp lurkten. Later zochten we ook nog het Pronto Resto-Café op waar we
een Pecin-noten metvijgenjam dessert
oppeuzelden.
Op zaterdag
morgen trokken we naar de begraafplaats van Yasser Arafat in Ramallah. Dit was
een zeer modern, en mooi opgetrokken gebouw zon 2 kilometer uit het centrum.
Zaterdag is ook weer een gewone dag, en dus was er nu veel meer leven en
beweging op straat. De binnenstad stond vol marktkraampjes en autos reden
elkaar vast op de straten. Ons was verteld dat Ramallah meer autos dan mensen
heeft
Tijdens het uitchecken was er even onduidelijkheid over de lokale tijd. De
eigenaar zei ons dat men nog in zomertijd zat, terwijl in Israel de wintertijd
al is ingegaan. Even later op de bus hoorden we dat ook hier de wintertijd al
was ingegaan. Zo zie je maar hoe belangrijk de tijd is voor sommige mensen
Op de
middag trokken we naar Taybeh. In het busstation ontmoeten we nog enkele
Europese toeristen die op weg waren naar het bierfestival van Taybeh. Bij ons
in de bus zaten nog 2 Zweedse jongeren die politieke studies deden in
Stockholm, maar in Ramallah vrijwilligerswerk deden. Ook 3 Duitse jongeren
stapten op, net als 1 Deen en nog een koppeltje Europeanen. De lokale jongeren
op de bus keken hun de ogen uit op de bus, en lachten dikwijls om een of andere
onbeduidende reden in hun vuistje. Nog een opmerkelijk weetje over ons busje
was dat de ramen made in Belgium waren .
In Taybeh
wordt nu al 8 jaar een Oktoberfest georganiseerd door de lokale brouwerij.
Taybeh is een christelijk dorpje, vandaar dat deze Arabieren hun eigen bier
brouwen.
Op het gemeenteplein stond er een podium opgebouwd, waar verschillende
groepjes kwamen optreden. Er was een band van Italie, een groepje uit
Duitsland, meer bepaald van Beieren (dus inclusief lederhosen!), en ook nog
enkele lokale bandjes en dansgroepen. Wij bleven zitten om de Duitsers bezig te
horen. En dat was best gezellig, zeker ook al omdat enkele Duitse toeristen
voor de sfeer zorgden.
Tussen de optredens door genoten we van het lekkere
eten, en natuurlijk ook van het bier dat rijkelijk uit de tap stroomde.
Het
publiek was redelijk divers te noemen: je had natuurlijk de lokale bevolking,
vele Europese toeristen, ook veel diplomaten en bijgevolg ook wel wat
security-mensen, en dan had je ook nog de nonnen uit de aanliggende kerken die
een kijkje kwamen nemen.
Na het
optreden van de Duitsers brachten we een bezoek aan de brouwerijvan Taybeh. Die dag werd er elk uur een
geleid bezoek georganiseerd. De rondleiding stelde op zich niet zo veel voor
aangezien alles onder een dak te vinden was. Eerst kregen we een promo-filmpje
te zien, en daarna gidste een vrouw ons door de fabriek. De gids sprak ook nog
eens zeer snel (sneller dan haar schaduw ), waardoor de rondleiding afgerond
was in 5 minuten. Zoveel speciaal was er nu ook niet te zien: het gewone brouw
proces. Wat wel speciaal was, was dat ze hun grondstoffen importeerden: graan
uit Tsjechie, hop uit belgie, Ook enkele machines waren overgebracht van
enkele Europese brouwers.
In totaal produceert men hier ongeveer 600000
liter/jaar. Op een van de kasten in de fabriek hingen ook enkele
krantenartikels, en wij ontwaarden er eentje van het Belang van Limburg,
gedateerd uit de jaren 90 bij de lancering van het bier.
De gids vertelde ons
ook de moeilijkheden die ze ondervonden om het bier te exporteren, aangezien
alles door Israel heen moet, aangezien Palestina geen eigen haven of luchthaven
heeft.
Toen we
terug naar het festival wilde gaan, bleek dat men inkom was beginnen vragen. De
security zag precies een bron van extra inkomsten en nam gebruik van deze
gelegenheid. Omdat we toch al alles gezien hadden op de site, en we van plan
waren niet lang meer te blijven, besloten we maar weer terug te keren naar
Jerusalem. We sprongen in een taxi-busje dat ons naar Ramallah terugbracht, en
van daaruit konden we weer een bus nemen naar Jerusalem. Deze bracht ons door
het checkpoint aan de grens met Israel. In de file voor de checkpoint stapte
plots iedereen af, enkel de oudjes en de nietsvermoedende toeristen bleven
zitten. De anderen deden dit blijkbaar om tijd te winnen en zo aan de file te
ontsnappen.
Wij bleven echter zitten en reden met de bus door de checkpoint.
Een soldaat kwam er onze identiteit controleren, en liep eens verder door de
bus om te kijken of alles in orde was. En dat was natuurlijk het geval. Na het
checkpoint werd de bus afgeleid naar een parking, waar we moesten overstappen
op een andere bus. Daar kwamen we ook weer terecht tussen de andere mensen van
bij ons in de bus, die door de strengere controle van het checkpoint geraakt
waren. Deze bus bracht ons van het checkpoint naar Jerusalem busparking.
Tevergeefs
hoopten we dat de Shabbat over was. De tram reed nog niet, dus besloten we te
voet naar onze auto te lopen. Onderweg hielden we even halt in de stad om een
hapje te eten in een restobar, waar een jolige ober ons van voedsel en drank
voorzag. Na een omweggetje kwamen we terug bij onze auto terecht, die
moederziel alleen op de grote parking van het Israel Museum stond.
Op maandag zijn
we nog eens een fietstochtje gaan maken in onze omgeving. Ondanks de dreigende
onweerslucht vertrokken we toch voor een tochtje naar Bet Lehem HaGelillit.
Daar kwamen we uit bij de Spice Farm, een plaats waar we al veel over gehoord
hadden, maar die we nog niet bezocht hadden. Nu hielden we dus toch even halt
om eens binnen te piepen. En we waren niet de neige daar! Er heerste weer een
drukte van jewelste in deze kruidenwinkel. De winkel geurde heerlijk naar alle
verschillende kruiden en planten die er verkocht werden. Toen we terug wilde
vertrekken, begon het wel even te stortregenen, dus schuilden we even onder een
plantenboog. Na 5 minuten was de regen weer overgetrokken, en zetten we onze
fietstocht verder. Onderweg werden nog even achternagezeten door een drietal
honden, en werden we ook nog getrakteerd op enkele wind- en regenvlagen.
Deze week is
de tijd van het joodse Sukkot feest, oftewel het loofhuttenfeest aangebroken. Voor
vele mensen is deze periode ook een periode van reizen en feesten. Daarom
worden er over het hele land verschillende evenementen georganiseerd. In Haifa
wordt er bijvoorbeeld een filmfestival gehouden. Op maandag trokken we dus naar
Haifa, waar we eerst een hapje aten in een Engelse pub. Het eten viel eerlijk
gezegd wel wat tegen, maar de drank was goed.
Daarna
trokken we naar het park in Haifa waar het optreden van Asaf Avidan zou
doorgaan. Wie? zullen misschien velen onder jullie zeggen, maar toch zullen
jullie hem herkennen van de radio. Hij had een paar weken geleden immers een
nummer 1-hit in Belgie met One day. De mensen begonnen toch al toe te
stromen, maar gelukkig vonden we nog een leuk plaatsje tussen de massa. Avidan
stelde er voornamelijk zijn nieuwe cd voor, maar bracht toch ook enkele (voor
de Israeliers dan toch) bekende meezingers. Ondanks de dreigende wolken, werd
het toch een leuk optreden.
Op woensdag
kwamen Ephraim, Aharon en Daniel nog eens naar Newe Yaar. Ephraim kwam nog
eens met ons samenzitten om onze progressie te bespreken, en de volgende
stappen uit te stippelen. Deze gesprekken met Ephraim zijn altijd wel leerrijk
en interessant.
s Avonds zijn
we dan samen nog eens naar de boerderij gegaan om een van Tom zijn experimenten
uit te voeren. Machteld was in dit geval de bevallige assistente . Het was al een poos geleden dat we
nog eens daar waren door onze tripjes naar Europa. Ook nu liepen er weer enkele
nieuwe gezichten rond. Het verandert hier toch allemaal snel. Op donderdag
morgen werd Tom gevraagd of hij Ali en Rotem kon helpen met kalveren wegen.
Natuurlijk ging dat! Drie groepen van kalveren moesten gewogen worden. Dit
houdt in dat de groep naar de weegbrug gebracht moest worden en dan de waarden
opgeschreven moeten worden. Zon weegbrug is toch een handig systeem, zeker
wanneer de kalveren er al vertrouwd mee zijn. Hier worden ze om de 23 dagen
gewogen om de groei op te volgen, en nablijvers worden apart gezet om beter in
de gaten te kunnen houden.