Vorig weekend
zijn we naar zee geweest. Want deze tijd van het jaar, wie weet kan het de
laatste keer van het jaar zijn. En blijkbaar waren wij niet de enigen met dit
idee! Elke parking was dubbel bezet, en op het strand krioelde het van de
mensen. Gelukkig vonden wij toch nog een plekje om ons neer te zetten.
Op vrijdag
redeneerden we hetzelfde als de week ervoor: laten we naar het strand gaan nu
het nog kan. En deze week was het kalm aan de kust, heel kalm. Al met al lagen
we daar met 30-40 mensen aan het strand. Ook de reddingspost al gesloten. Misschien dat dat de reden was waarom er vorige week zoveel volk was: de officiele sluiting van het strandjaar. En
dat terwijl het s middags nog steeds over 30°C warm is! Toen ik het thuis
tegen de huisbaas vertelde dat we waren gaan zwemmen, keek de zoon ook al
verbaasd aan met het horen dat we ook effectief in het water waren geweest. Dat is
toch te koud! zei hij. Naar Israelische normen zijn we dus ook al echte ijsberen Ons niet gelaten, meer plaats voor ons op het strand.
Machteld profiteerde van de rust en maakte er een strandloop bovenop.
We zijn er gebleven tot het donker werd zodat we ook de zonsondergang konden zien.
Op zaterdag
zijn we naar Ramat HaNadiv geweest, een natuurpark in Zichron Yaakov.
We hebben
er een wandeling gemaakt, die ons leidde door het dorre landschap, over woeste
heuvelruggen en langs steile kloven. We wandelden ook op het plateau van de
berg, dus je had een uitgestrekt uitzicht over de omgeving. Zo had je in het
westen de valleien, en in het oosten de Middellandse Zee. Onderweg passeerden
we ook weer ruïnes van een oude Romeinse nederzetting.