Inhoud blog
  • nieuwe blog!
  • Bekomen van Mathieu's bezoek
  • Tsipori Forest and Stream
  • Lavi Forest
  • Op cursus in Denemarken - de cursus, met foto's!
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zoeken in blog

    Tom en Machteld in Israël

    15-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Part IV: Wadi Rum - jeep tour

     Rond 8u30 bereikten we het Visitor Center van Wadi Rum. Hier kochten we voor 5 JD een toegangsticket voor het park, dat sinds dit jaar op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. Daarna zette het busje ons in het dorp voor het kantoor van Saleem van Jordan Tracks af. Saleem bood ons direct thee aan, wees ons het toilet, vroeg waar we vandaan kwamen en vertelde ons de planning voor de komende dagen. We moesten een tijdje wachten op de andere mensen die samen met ons de jeeptour zouden doen. In de tussentijd maakten we een wandeling door het dorpje. Rond 9u45 arriveerden de andere toeristen (3 Maleisische meisjes) en konden we vertrekken.

    De 18-jarige Mohammed was onze chauffeur en gids. Hij vertelde ons over het leven van de bedoeïenen en over de woestijn. Een eerste stop maakten we bij Lawrence’s Spring. We beklommen de berg en zagen het water uit de berg stromen. Echt ongelooflijk om water te zien in zo’n droge omgeving!

    We reden verder naar een kloof met Nabateese inscripties. In de kloof zat een jongen die zich bewoog als een aapje en ons de mooiste inscripties aanwees.

    Na onze wandeling door de kloof dronken we thee in een bedoeïentent.

    Verder beklommen we ook een zandduin. Het zand had een rode kleur en we zakten telkens 20 cm in het zand. Een behoorlijk vermoeiende klim! Tom klom via de rotsen verder naar de top terwijl Machteld zich in een grot nestelde om te genieten van het uitzicht.

    We stopten bij nog meer Nabateese inscripties (de Anfashieh Inscriptions). Mohammed vertelde ons dat deze inscripties vroeger dienden als wegwijzers voor de karavanen naar het Oosten.

    We maakten nog een korte tussenstop bij het huis van TE Lawrence(‘Lawrence of Arabia’) en bij een rotsformatie in de vorm van een champignon.

    Rond 13u30 stopten we voor een picknick: 2 platte ronde broodjes, een blikje tonijn, een tomaat, een komkommer, 2 smeerkaasjes, een banaan, 2 koekjes en een mangosapje. Smullen! Abdullah, een vriend van Mohammed, had hetzelfde picknickplekje gekozen met zijn toeristen. Abdullah speelde wat bedoeïenenmuziek op zijn luit en verbaasde ons met enkele Nederlandse woordjes: ‘Machtig prachtig!’ We deden ook een middagdutje..

    Rond 15u vertrokken we weer met onze jeep. We reden naar een kloof, waar we samen met de Maleisische meisjes door wandelden en klauterden. Mohammed wachtte ons aan de andere kant op. We twijfelen eigenlijk of de Maleisische meisjes de tour wel leuk vonden. Ze praatten heel weinig, ze wilden nergens op klimmen, … Het leek net alsof ze gewoon weer een plaats van hun lijstje konden schrappen.. Wel jammer.. Wij vonden de woestijn echt helemaal geweldig, we genoten van de rust, de kleurschakeringen, de kamelen die her en der opdoken, … en we verbaasden ons over de hoeveelheid planten in de woestijn..

    De voorlaatste halte was de Um Fruth-brug, een rotsformatie in - jawel - de vorm van een brug. Van beneden gezien zag het er best eng uit, maar 1x boven leek de smalle brug ineens veel groter en dus helemaal niet eng. De Maleisische meisjes trokken foto’s van onze beklimming

    Daarna reden we weer een eindje door de woestijn op zoek naar een plaats om de zonsondergang te kunnen zien. Echt machtig!

    Na al dit moois werden we in het kamp afgezet. Weer vielen we van de ene verbazing in de andere! In de badkamer was er stromend water, een echte wc en zelfs een douche!

    De slaapkamers waren hutten op een halve meter boven de grond, met matrassen, lakens en dikke dekens. Er was ook een gezellige zithoek, waar we om 19u30 mochten aanschuiven voor het eten. De kok had een heerlijke maaltijd bereid: rijst, kip en groenten.

    Na een leuke, maar vermoeiende dag in de woestijn smaakte dat verrukkelijk!! Na het eten maakten we nog een kleine wandeling om de sterren beter te kunnen zien. Supermooi! We genoten echt! ’s Nachts hoorden we wolven huilen, maar voor de rest was het muisstil!

    15-10-2011 om 00:00 geschreven door Tom en Machteld  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    14-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Part III: Petra - het eindpunt kan nooit zo interessant zijn dan de weg ernaartoe

    De tweede dag in Petra begon voor ons om 07.00u. Nu hadden we wel een ontbijtbuffet aangezien er nog gasten waren aangekomen. Er werd ook weer een lunchbox klaargemaakt, en daar gingen we weer, nu met lichte pijn in de voeten van de dag ervoor. Vandaag stopten we wel even bij de bakker voor 3 broodjes (en dat voor 0.30JD!). In deze bakkerij vielen de broden ook letterlijk uit de lucht!

    Aangezien we de dag ervoor al veel hadden gezien van het park, gingen we nu op zoek naar alternatieve wandelwegen. Machteld had in haar Lonely Planet gelezen dat er ergens een weg naar de top van berg moest zijn, waar je dan kon neerkijken op de Treasury. We wisten niet goed waar deze lag, maar begonnen toch aan onze klim naar boven. Nadat een paar verwoede pogingen om de absolute top te bereiken steeds weer op een dood spoor strandden, besloten we maar halt te houden op een mooi plekje net onder de top. Ook hier hadden we een mooi uitzicht op de oude stad.


    Na een lange rustpauze begonnen we aan onze afdaling, en bezochten we de koninklijke tombes en de andere naburige tombes.


    Daarna zetten we koers naar het slangenmonument. Dit lag in het zuidwesten van het park, ver weg van de andere bezienswaardigheden. Na een wandeling van een dik uur kwamen we aan bij een bedoeienendorp. De bedoeienen leven hier nog in de rotsen, maar maken er toch een mooie thuis van.


    Een jongen op zijn ezel kwam ons voorbijgereden, en hij wees ons de weg naar het monument. We staan er ook telkens van te kijken hoe goed hun Engelse taal is, zelfs van de bedoeienen. Niet dat ze volzinnen kunnen zeggen, maar ze begrijpen toch best veel. We hielden halt in de schaduw van een grote rots, en aten er ons lunchpakket op. Ondertussen kwam er ook een (jonge) bedoeienenvrouw bij ons zitten. Ze had net haar geiten naar de woestijn gejaagd om er te gaan grazen. Ze kwam 5 meter langs ons zitten, en nodigde ons uit voor thee, en vroeg vanwaar we kwamen. We bedankten vriendelijk voor de thee, en zetten onze weg verder op zoek naar het slangenmonument. Na korte klauterperte kwamen bij iets uit wat op een slang leek. Ietwat teleurgesteld in het monument keerden we terug naar de oude stad. Maarja, het eindpunt kan nooit zo interessant zijn dan de weg ernaartoe.


    In de oude stad bezochten we nog enkele ruines die we de dag ervoor waren overgeslagen, zoals de kerk met de blauwe zuilen, en het kleine museum (1 kamer groot).


    We kwamen ook de Britse vrouwen tegen. Een van hen had een halsketting gekocht, en nu kwamen de verkopers achter haar aan om nog meer te verkopen. De verkopers zijn eigenlijk best wel vriendelijk, maar op den duur begint het echt wel vervelend te worden om al die kraampjes af te wijzen. En ze hebben altijd en overal wel 'Happy Hour' of een 'special price'. Zelf kochten we toch ook een koelkastmagneet om bij ons thuis op te hangen. We zagen ook een standje van een westerse vrouw die getrouwd is geweest met een van de bedoeienen (http://marriedtoabedouin.com/index.html). Ze leeft nu nog steeds samen met de bedoeienen, maar haar man is helaas overleden.

    Nu we alles in het park gezien hadden, zochten we een alternatieve weg om het park te verlaten. We hadden nu immers de Siq al 3 keer doorlopen, en er zou een andere uitweg zijn ook. We wisten niet exact waar die lag, dus moesten we nog even zoeken. We starten onze weg noordwaarts, en kwamen uit bij de christelijke tombes. Volgens het plannetje dat we hadden, was dit niet de juiste richting. We volgden toen maar de wadi, een opgedroogde rivierbedding. Hierin hebben we overblijfselen (botten en vel) van wel 3 geiten gezien.


    Na verloop van tijd kwamen we weer uit bij een bedoeienen nederzetting. De kinderen kwamen ons tegemoet, en probeerden wat steentjes te verkopen. Maar de weg splitste hier, en we wisten niet goed welke richting op te gaan. We zagen nog andere mensen komen, en lieten hen voorgaan terwijl wij een drinkpauze inlasten. Toen de andere mensen gepasseerd waren, gingen wij ze achterna, in de hoop dat zij dezelfde weg opgingen. Toen we langs een huis passeerden, kwam er een (stomme?) man naar buiten, en die wees ons de andere richting aan. We vertrouwden hem meer, ook al omdat dat ons logischer leek als we ons ongedetailleerd plannetje bekeken. Wij volgden het advies van de man, en al snel bleken we op het juiste pad te zitten. We kwamen terecht in een nieuwe Siq, maar deze was vele smaller dan de grote aan de ingang. Op sommige plaatsen was deze maar een halve meter breed, zodat je jezelf erdoor moest persen.


    Ook was deze Siq op enkele plaatsen geblokkeerd door grote rotsblokken, zodat we een heus hindernissenparcours moesten overwinnen. Maar er is geen berg te hoog, of geen dal te diep voor ons, dus we klauterden en klommen onze weg verder over de rotsblokken.


    Verder was het nog een aangename wandeling door deze Siq, en we kwamen uiteindelijk uit bij de ingang van de grote Siq.

    Het was alweer een vermoeiende dag geweest, met lange wandelingen (langer dan eerst gedacht), en dus wilde we een taxi nemen naar het hotel. De eerste taxichauffeur vroeg 5JD, en de tweede zou het wel voor 3JD. De dag ervoor betaalden we 1JD, dus nu hadden we iets van verrekt, we lopen wel terug. In het hotel namen we weer een douche om het stof af te spoelen, en doken we het bed in voor een uiltje te knappen.

    Een uurtje later stonden we weer op en gingen we op zoek naar eten. Omdat we hierna naar de woestijn zouden gaan, en dan weer bedoeienenkost moesten eten, gingen we nu naar een pizzatent. We hadden allebei grote honger, en dus bestelden we allebei een grote pizza. Nadat Machteld de tomaten uit haar pizza had gevist, smulden we van ons eten. Daarna gingen we op zoek naar een pintje. En dat was niet zo gemakkelijk aangezien Jordanie een Arabisch land is. In de restaurants hebben ze wel alcoholvrij bier, maar dat drink je ook niet voor de lekkernij (heeft Tom de dag voordien geprobeerd). We zijn toen in de bar van een groot hotel gaan zitten, dat was ingericht als Irish Pub. We bestelden er een grote Carlsberg (omdat ze geen Belgisch bier hadden), en lieten het ons smaken.


    Daarna volgde de terugtocht naar het hotel, waar de Britse vrouwen ook weer aangekomen waren. We hoorden hen uit over hun dag, en vertelden hen onze plannen. Die bestonden erin om de volgende dag al vroeg te vertrekken, en dan naar Wadi Rum af te reizen.

    Nadat we onze komst naar Wadi Rum hadden bevestigd, vroegen we de receptionist om de buschauffeur te vragen of hij de volgende dag zou rijden. Hij rijdt immers alleen maar als zijn bus vol zit. Gelukkig zitten we nu in het hoogseizoen, dus zou hij ons om 06.20u komen ophalen aan het hotel.

    's Morgens hadden we dus weer vroeg ontbijt, en om 06.20u stipt kwam de bus bij ons hotel langs. Wij stonden hem buiten al op te wachten, en sprongen dus direct in de bus. Dat was wel anders bij de volgende passagiers (Amerikanen). We hebben een half uur op hen moeten wachten omdat ze nog steeds in hun bed lagen. Als uitleg zeiden ze dat ze een verkeerd uur hadden meegekregen. Nadat ook zij waren opgestapt, reed de bus verder en pikte nog enkele dorpsgenoten op. Wanneer de bus volzat, rekende de zoon van de chauffeur af, en stapte die uit. De bus zette koers richting zuiden, met als bestemming de woestijn in Wadi Rum.








    14-10-2011 om 00:00 geschreven door Tom en Machteld  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    13-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Part II: Petra - “She will even love you more!”

    Na dik 2 uur rijden (rond 15.00u) kwamen we aan bij het centraal busstation van Wadi Musa. Centraal busstation is misschien een groot woord, want het was niet veel meer dan een open parkeerruimte waar een paar bussen stonden geparkeerd. Een chauffeur van het “Valentine Inn”-hotel stond op de bus-parking mensen te ronselen die nog niets geboekt hadden. Dat is blijkbaar wel meer de gewoonte hier, want iedereen kan je hier wel verder helpen met de verdere uitstippeling van je reis. De chauffeur was zo vriendelijk om ons voor 1JD naar ons hotel te brengen. Onderweg probeerde hij ons natuurlijk nog te overtuigen om naar zijn hotel te komen, maar wij bleven voet bij stuk houden. Machteld houden ook gelezen dat de rating (reviews door andere gasten) voor zijn hotel niet zo hoog was.

    De chauffeur zette ons af aan het Qasr-Al-Bint hotel. De receptionist stond ons al op te wachten, en zonder boe-of-bah werden we naar onze kamer gebracht. Van een ongewone check-in gesproken.. De kamer was ‘very basic’, maar meer dan een bed en douche hadden we eigenlijk ook niet nodig. Omdat we toch wel wat moe waren van de lange busritten, ploften we direct in bed. Niet veel later waren we dan ook allebei ingedommeld.

    Na een korte ‘power-nap’ gingen we het dorpje verkennen. We wandelden door de straatjes en tussen het drukke verkeer, terwijl de duisternis inviel. Vele mensen keken ons aan of na, maar de meesten waren toch wel zo vriendelijk om goeiedag of ‘welcome’ te zeggen. Bijna aangekomen aan het hotel kwamen we uit op een gezellig restaurantje. Volgens de Lonely Planet, onze reisgids, was het zeker de moeite om hier eens binnen te springen. Wij namen de tip aan, en in plaats van binnen te springen, gingen we buiten op het stoepterras zitten. Ze serveerden hier diverse lokale Bedouine-gerechten, allemaal met zeer exotische namen. Maar goed dat er bij ons op het werk ook twee Arabieren werken, die af en toe ook wel eens iets meebrengen. Zo hadden we toch al een beetje een idee wat te verwachten. We kozen allebei voor de ‘Maglouba’, een gerecht van gestoomde rijst, kip en groenten. Het betekent ‘ondersteboven’, en dat is ook letterlijk wat ze doen. Wanneer alles gaar is, halen ze de kookpot van het vuur, en draaien ze deze om op een grote plaat.  (zie link: http://bedouinhistorydesertsafari.wordpress.com/2010/09/01/making-maglouba). En speciaal voor ons kregen we een speciale prijs . Op de weg terug naar huis kochten we ook nog enkele flessen water in een klein kruidenierzaakje. In het hotel kregen we ook nog lunchboxen aangeboden voor de volgende dag, en werd het tijdstip voor ontbijt vastgelegd op 06.30u. Daarna was het tijd voor ons om te gaan slapen.

    We verblijven in een dorpje genaamd Wadi Musa (http://en.wikipedia.org/wiki/Wadi_Musa). Dit dorpje ligt het dichtst bij Petra, een oude Nabateaanse nederzetting. De economie van het dorp draait daarom ook vooral rond het opvangen en voeden van de vele toeristen. ‘Wadi Musa’ is arabisch voor ‘de vallei van Mozes’. Mozes zou door deze vallei zijn gepasseerd, en zijn volk van water hebben voorzien door een rots in twee te splitsen met zijn staf. De Nabateanen hebben in Petra kanalen gebouwd om het water van deze bron naar de stad te leiden. De stad Petra werd ergens in de 6e eeuw v.C. gesticht, en was de hoofdstad van het Nabateaanse Rijk. Het is al eeuwenlang bekend om zijn uit-steen-gehouwen-architectuur en zijn water-wegen-systemen. Sinds 1985 maakt het deel uit van UNESCO werelderfgoed. In 2007 werd de site ook opgenomen in de lijst van de 7 nieuwe wereldwonderen.

    Het park opent zijn deuren om 06.00u, maar om het toch een beetje menselijk te houden, we immers ook op vakantie, besloten we om 06.30u te gaan ontbijten. En dat was ook wel een beetje vreemd. Geen buffet of iets dergelijks, maar er was 1 tafel gedekt voor ons, voorzien van het hele ontbijtmenu. Blijkbaar waren wij dus de enige gasten in het hotel die dag Het ontbijt was best goed, en we smikkelden dan ook alles naar binnen. Het verse sinaasappelsap had wel een vreemd poedersmaakje, maar voor de rest was alles op en top. Na het ontbijt gingen we te voet naar het park, een half uurtje bergaf stappen naar de poorten van Petra.

    Aan de inkom van het park kochten we ons een toegangsticket voor twee dagen. Het heeft wel een vreemde prijsindeling: als je 1 dag komt, betaal je 50 JD pp, daarna komt er 5JD voor elke additionele dag bij (http://petrapark.com). Jordaniërs betalen ook maar 1 JD om het park binnen te komen (het loont dus precies om u te laten naturaliseren J). Na de inkom kom je al snel paardenmenners tegen die je een ritje in een koets aanbieden. Ze zeggen dan wel dat het in de inkomprijs is inbegrepen, maar blijkbaar vragen ze achteraf toch een tip omdat het paard toch ook moet eten… Wij lieten dit aanbod links liggen en zetten onze tocht verder. Het was nog zo’n 20 minuten stappen tot aan de ingang van de Siq, en onderweg zagen we al de eerste tombes en facades. Bij de meeste bezienswaardigheden stond ook een bord met meer uitleg, zodat je meer kwam te weten wat je zag.

    rotspartijen in Petra

    De Siq is de smalle kloof die de ingang vormt naar het oude stadsgedeelte. Deze kloof werd vroeger gebruikt om de karavanen en het water naar de oude stad te leiden. De kloof is wel tientallen meters hoog, en op sommige plaatsen ook maar enkele meters breed. De rotsen hebben ook verschillende kleuren (rood, geel en zwart zijn vaak voorkomend). Het was dan ook adembenemend om hier door te wandelen. In de rotswand was er vaak ook iets uitgekerfd, zoals kleine tombes en schrijnen, en zelfs een karavaan van enkele kamelen was er te zien. Soms waren er nog stukken van de oude oorspronkelijk weg zichtbaar. Deze stukken waren geplaveid met grote (bolle) stenen. Voor ons wandelaars was dat makkelijk te doen, maar de koetsen die er over reden hotsten en botsten nogal heen en weer. We waren dan ook blij dat we er niet zelf in zaten.

    wandelen door de Siq

    Het meest magische moment was op het einde van de Siq. Op dat moment kijk je uit op de oude schatkamer (The Treasury) in het park.


    Een prachtig en immens groot paleis uitgekerfd in de rode zandsteen. Het draagt de naam van schatkamer omdat een oude legende van de Bedoeïenen ons vertelt dat een Egyptische farao zijn schat heeft bewaard in dit paleis op zijn veroveringstocht door deze streek. Er zijn ook enkele gaten in het paleis te zien die men heeft gemaakt wanneer men het paleis probeerde open te breken voor de schat.


    Onze tocht bracht ons verder langs enkele facades, allemaal gehouwen uit de rode zandsteen. Het volgende traject bracht ons eerst via een 45 minuten durende steile beklimming naar de ‘High Place of Sacrifice’, een altaar boven op de berg waar de Nabateanen offers uitbrachten voor hun goden. Twee obelisken markeren de ingang van deze site.

    Het wonderbaarlijke van deze obelisken is dat ze uit de rots zijn gehouwen, en niet erop zijn gebouwd! Op deze bergtop had je ook een wonderbaarlijk uitzicht op de oude stad.


    Op de terugweg naar beneden kozen we ervoor om het ‘Wadi Farasa’-pad te volgen (Arabisch voor 'vlinder vallei').


    Dit pad bracht ons langs het Leeuwen monument, een oude fontein waar in eerdere tijden het water zo werd omgeleid dat het uit de bek van de leeuw stroomde.


    Verderop lag ook de 'Garden Tomb', een overblijfsel van een tempel en een grote water cisterne. Langs deze water cisterne waren er bomen en bloemen aangeplant, vandaar de naam.


    Er lagen meerdere tombes langs dit pad, maar de belangrijkste waren toch de tombe van de Romeinse soldaat en de Garden Triclinium. Bij deze laatste waren nog restanten zichtbaar van een grote koer, omgeven door kolomzuilen.


    We zetten onze weg verder naar Al-Habis, alwaar de ruines van een oud kruisvaarders fort uit 1116 op de top van de berg liggen. De ruines zelf stellen niet zo veel voor, maar ook hier had je een mooi uitzicht over de oude stad, en in de verte zag je de koninklijke tombes liggen. 


    We zochten even naar een alternatieve weg voor de afdaling, maar dat bleek verloren moeite. We daalden weer af via hetzelfde pad, en zetten koers naar het klooster. Onderweg kwamen we langs een onafgewerkte tombe. Dat het niet afgewerkt was, kon twee redenen hebben: (i) de rots was ongeschikt om verder te werken, (ii) de financiering werd stopgezet om eender welke reden (geld is op, of dood van financierder). We passeerden ook langs het Columbarium, een tombe met vele niches. Volgens sommigen deden de niches dienst als laatste rustplaats voor urnes, voor anderen was het een oud duivenkot (zoals we ook in Masada gezien hebben).


    De weg naar het klooster hield een klim van 45 minuten in, en in totaal moeten we ongeveer 900 trappen nemen. Er stellen dan ook vele bedoeienen voor om met hun ezel naar boven te gaan, en dit tegen een schappelijke prijsje (1 JD). Ze probeerden je op allerlei manieren te overtuigen, en zeiden tegen Tom: “She will even love you more!”. Wij gingen de uitdaging van het klimmen toch liever zelf aan, en begonnen te voet aan de lange tocht. Onderweg maakten we even een tussenstop aan de Leeuwen tombe, waar we onze lunchpakketten van het hotel opaten. Ze hadden voor elk van ons 2 broodjes gesmeerd, een brikje fruitsap en een flesje water voorzien. Machteld had tijdens het ontbijt ook nog 2 potjes gelei meegesmokkeld, zodat we die nu ook konden opeten.


    Na het nemen van de om en bij 900 treden kwamen we uit bij het klooster (The Monastery; Al-Deir). Deze 50m brede en 45m hoge tombe was nog groter dan de schatkamer, en opnieuw gehouwen uit de rotswand. Het draagt de naam van klooster omdat het in het Byzantijnse Rijk dienst deed als kerk, en er kruisen waren terug gevonden op de wanden van het klooster.


    Het pad leidde ons verder naar een viewpoint, genaamd 'The end of the world'. Het uitzicht was prachtig. Je kon kilometers ver kijken, en de horizon verdween in de bergen en woestijn. Heel in de verte zou Israel ergens moeten liggen, maar nergens was er een teken van leven te zien.


    De terugweg verliep langs hetzelfde pad. Maar afdalen is toch veel gemakkelijker dan klimmen. Onderweg zagen we ook een oude Bedoeiene vrouw problemen hebben met haar geiten. Ze drongen steeds haar winkeltje binnen, en telkens moest ze ze verjagen. En geloof me, Arabische vrouwen kunnen lelijk doen hoor!

    Na het klooster gingen we de oude stad verkennen. Er waren ruines te zien van oude kerken en tempels. Hier staat trouwens ook een tempel met een ingebouwd theater, iets wat men nergens anders ter wereld heeft teruggevonden. Aan het Nymphaeum, een oude drinkfontein, staat een pistache-boom van wel 450 jaar oud!

    Tegen 16.00u begonnen onze voetjes toch al wat moe te worden, en dus besloten we ons te gaan neerzetten in het theater. Ook dit immense theater (8500 zitplaatsen) werd uit de rots gehouwen. Jammer genoeg was dit oude theater om veiligheidsredenen afgesloten. We konden wel op de muren van het theater zitten, en kijken naar het kleurenspel van de zonsondergang op de tegenoverliggende rotsen en tombes.

    De ruines in dit park zijn niet alleen veroorzaakt door de tand des tijds, maar ook door een grote aardbeving in 363 v.C. Je ziet nu ook dat de gebouwen bijna allemaal verwoest werden, maar dat de uitgehouwen tombes nauwelijks geraakt zijn. Alleen erosie van de zandsteen bedreigt deze magnifieke structuren.

    Na de zonsondergang liepen we terug naar de poort van het park, en zochten ons een mooi restaurantje uit. We ploften neer in de stoelen van Oriental Restaurant, en bestelden er weer lokale bedoeiene-kost, waar de naam ons nu even ontsnapt. Tom had iets met kip en aardappelblokjes, overgoten met tomatensaus en geserveerd met rijst, en Machteld had kip omhuld in een soort wrap of platte pannekoek.

    Na het eten namen een taxi terug. Onze voeten konden de helling niet meer op, en voor 1JD ben je ook zo op het hotel. Op het hotel aangekomen zagen we dat we niet meer alleen waren. Een vrolijke bende van 5 Britse vijftigers uit de buurt van London, kwam net aan. Terwijl we op onze douche wachtten, raakten we aan de praat met de vrouwen en kregen we een thee aangeboden door het hotel. Qua klantvriendelijkheid scoren ze hier echt wel hoge punten!

    Een douche was broodnodig. De hele dag hadden we gestapt door de droge zand en keien, en dat maakte dat we volledig onder het stof hingen. Voor we gingen douchen, moesten we het wel even tegen receptie gaan zeggen zodat zij de boiler konden aanzetten. Tien à vijftien minuten later konden we dan gaan douchen. Na de heerlijke douche doken we recht ons bed in, om te recupereren van deze toch wel zware dag.

    13-10-2011 om 00:00 geschreven door Tom en Machteld  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Part I: De grens over

    Machteld kreeg in het begin van de week toestemming van Ilan om ‘pintjes te drinken en op vakantie te gaan’ na het voorleggen van de resultaten van haar onderzoek. Omdat we sowieso 10 dagen vrij hadden owv Sukkot, voegden we de daad bij het woord. Dinsdagavond – na een werkdag die precies langer duurde dan normaal – vertrokken we naar Jordanië. Rond 22u30 stonden we in ons dorp op een bus te wachten die ons naar Haifa zou brengen. De bus van 22u38 zagen we niet passeren en de bus van 22u51 was 20 minuten te laat en reed ons gewoon voorbij! We bedachten heel wat plannetjes om toch nog op tijd in Haifa te geraken, waar de nachtbus naar Eilat om 23u58 zou vertrekken. Als we zelf met de auto zouden gaan, zouden we met parkeerproblemen zitten.. Misschien moesten we Ilan opbellen en een lift vragen? … Net toen we onze auto thuis wilden gaan halen, reed er een taxichauffeur zonder werk langs. Wat een geluk! Wie had kunnen denken dat het moeilijkste deel van onze reis een bus nemen in eigen dorp zou zijn??? De taxichauffeur was superenthousiast dat we naar Jordanië zouden gaan.. Hij zette ons af in het busstation Lev HaMifrats, waar we op zoek gingen naar onze bus. Stipt op tijd vertrok de volle bus richting Eilat. Om de 2u werd er even gestopt voor een plaspauze. Rond 5u30 arriveerden we in Eilat. Omdat de grensovergang naar Jordanië pas om 6u30 open ging, dronken we nog eerst een koffie. Daarna namen we een taxi naar de grens. De grens oversteken ging verbazend vlot!

    We moesten een tax van 101 NIS (20 euro) betalen om Israël uit te mogen, en het meisje van de security wenste ons een prettige reis en wees Machteld erop dat haar visum bijna vervallen is. We wandelden de grens over en werden begroet door de Jordaniërs. Aan deze grensovergang is het visum voor Jordanië gratis om toerisme en handel in de streek te bevorderen. Na al deze formaliteiten gingen we op zoek naar een taxi die ons naar Aqaba moest brengen. Een tussenpersoon die vloeiend Engels sprak, loodste ons naar een taxichauffeur en maakte een prijs op. Voor 10 JD (1 Jordaanse Dinar is ongeveer 1 euro) bracht de taxi ons naar Aqaba. Omdat één taxibedrijf het monopolie heeft aan de grensovergang, viel er ook weinig te discussiëren. In Aqaba moesten we op zoek naar een bank om onze eerste dinars uit de muur te halen zodat we de taxi konden betalen. Een beetje overrompeld door het vreemde geld (en na een nacht weinig slapen) betaalden we de taxi 20 JD ipv de afgesproken 10 JD. De man zal eens goed in zijn vuistje gelachen hebben! Maar we hebben ons lesje geleerd..

    We wandelden naar een parkje waar we op een bankje gingen zitten om het plan voor de dag te overlopen. Daarna kochten we bij de bakker 5 verse broodjes met dadelsiroop voor 0.50 JD die we bij het strand opaten.

    Ook al was het nog zo vroeg op de dag, toch probeerden al heel wat verkopers ons te overtuigen om een boottochtje te maken. Maar dat zagen wij niet zitten.. We wandelden naar de gigantische vlaggenmast (130 m hoog), die ook vanuit Egypte, Israël en Saudi-Arabië te zien is.

    We bezochten het Museum en de oude haven Ayla

    en we zagen ook een prachtige spiksplinternieuwe moskee.

     Het viel ons ook op dat er overal foto’s van de koning ophangen. Gesprekjes met de mensen leerden ons dat ze heel blij zijn met hun koninklijke familie en dat rellen zoals in Syrië, Libië, Egypte, … in hun land ondenkbaar zijn. We werden ook uitgenodigd voor thee in het souvenirwinkeltje van Sami. Sami heeft 27 jaar in Europa gewoond, o.a. in Finland en Londen. Hij is blij terug in Jordanië te zijn owv het klimaat en de vriendelijke mensen en hij werkt er als gids. Hij gaf ons nog wat tips (‘betaal 1 JD voor een taxi in Wadi Musa’), en ook zijn telefoonnummer, want hij ‘zou ons wel iets chics kunnen regelen’.

    We kochten allebei een sjaal in zijn winkeltje om ons hoofd en onze nek te beschermen tegen de stekende zon. Rond 12u kwamen we op het centraal busstation van Aqaba aan. We liepen een beetje verloren rond op zoek naar de bus. Een vriendelijke Jordaniër schoot ons ter hulp en bracht ons naar het juiste busje. Op weg naar het busstation waren we ook al verschillende keren aangehouden door taxi’s die ons naar Wadi Musa wilden brengen, maar omdat we meer tijd dan geld hebben, besloten we het toch bij het busje te houden.

    Een loslopend paard op de grote baan in Aqaba

    Het busje had 22 zitplaatsen, en we moesten een klein uurtje wachten tot het busje vol was.

    We waren de enige toeristen, dus het was wel een speciale ervaring! Onderweg werden er mensen uitgelaten, en stapten er weer nieuwe mensen op. We stopten ook even om de bus weer vol te tanken. Een liter diesel kost hier slechts 0.515 JD!

    We reden een heel stuk over binnenwegen, en we genoten van het adembenemende woestijnlandschap tussen de hazenslaapjes in.

    12-10-2011 om 00:00 geschreven door Tom en Machteld  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


    Links over ons leven in Israël
  • weerbericht
  • ARO research institute
  • Bio-Business project Tom

  • Archief per week
  • 01/04-07/04 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 29/11-05/12 -0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs