Zondagmorgen trokken we er nog eens met de ferry op uit. Deze keer deden
we de Golden Horn, dit is het gedeelte van de Bosphorus dat meer naar het
binnenland gaat en zo een natuurlijke haven vormt. We vaarden helemaal tot op
het einde, tot in Eyüp. We waren blij verrast met dit mooie plaatsje! Allemaal
gezellige straatjes, vriendelijke mensen, de prachtige Eyüp Sultan Moskee en
het mausoleum,
We namen de ferry een stukje terug tot Ayvanseray, waar we de
buurten Balat en Fener verkenden. Ook hier waren de mensen supervriendelijk!
In de namiddag wandelden we terug richting hotel. Een eindje voor ons
liep een schoenenpoetser die opeens een van zijn borstels verloor. We raapten
hem op,en holden achter de man aan. Hij
was heel blij met zijn borstel en bood aan om Toms schoenen te poetsen.
Daarna
was ook Machteld aan de beurt. Uiteraard begon hij dan een verhaal over zijn
zieke kindje.. En hoewel we hem graag wat geld hadden toegestopt, heeft hij ons
echt in t zak gezet. In t vervolg gooien we de borstel wel in de rivier.. We
weten allebei zo goed dat we niet opgewassen zijn tegen zon mensen, en
vermijden ze meestal dan ook, maar zo nu en dan laten we ons vangen.. We waren
wel een beetje bang dat we niet meer gingen toekomen met ons beperkte budget..
Gelukkig bleek de bus naar de luchthaven ineens goedkoper dan gedacht, dus het
kwam allemaal in de sacoche!
Maar we waren nog niet vertrokken! We pikten in
ons hotel de bagage op en verfristen ons even. Daarna namen we de ferry naar
Kadiköy. Deze buurt ligt in het Aziatische gedeelte van de stad. Omdat het al
wat later was dan we oorspronkelijk gepland hadden, werd onze afscheidslunch
gegeten in een fastfoodketen die overigens nergens zo efficiënt zijn als in
België of omringende landen. Met nog een paar liras op zak kocht Tom nog een
niet-zo-lekker ijsje en Machteld een verrukkelijk rijsttaartje.
De
bus deed er beduidend minder lang over dan op de heenweg, en 45 minuten later
stonden we al op de luchthaven, ruim op tijd! Rond middernacht landden we in
Tel Aviv. Het was nog even spannend toen bleek dat de security-mensen de mensen
van het ministerie niet konden bereiken ivm Tom zijn visum (dit is standaardprocedure
hoor). We werden meegeloodst naar een kamertje waar verdachte personen worden
opgehouden en aan een uitgebreide vragenlijst onderworpen worden alvorens ze
het land al dan niet mogen betreden. Gelukkig werden wij niet ondervraagd en
kwamen ze een kwartier later gewoon onze paspoorten terugbrengen met de woorden
Enjoy your stay.
Zaterdag rinkelde onze wekker rond 8u. Na het ontbijt wandelden we over
de Galata-brug waar jong en oud een poging waagt om te vissen, met wisselend
succes- om de ferry te nemen voor een tochtje over de Bosphorus.
We waren goed op tijd en bemachtigden dan ook een leuk plaatsje op het
dek. Aan weerszijden van de Bosphorus staan prachtige gebouwen, en het is ook
echt een ideale ontsnapping uit de drukte van de stad. Na anderhalf uur cruisen
stapten we van de ferry in Sariyer.
Na een lunch met uitzicht op de Bosphorus wilden we een bus richting zuiden
nemen. Nietsvermoedend stapten we op de bus. We wilden de buschauffeur geld
overhandigen, maar hij gesticuleerde dat hij geen geld kon aannemen. Hij kreeg
echter niet uitgelegd wat we dan wel moesten doen. Een andere passagier schoot
ter hulp. Hij vroeg ons geld, spurtte weg de hoek om, spurtte 15 seconden later
weer terug en de bus bleef mooi wachten- met onze ticketjes en het
wisselgeld. Of over vriendelijkheid gesproken.. Daar kunnen ze in andere landen
nog iets van leren!
We stapten van de bus in Rumeli Hisari. We hadden het idee om hier
Rumeli Hisari een fort uit de 15e eeuw te bezoeken. We wisten in
eerste instantie niet goed waar de ingang was, dus we begonnen te klimmen.
Helaas was de ingang niet boven op de berg, dus we moesten weer naar beneden
taffelen. We waren onder de indruk van dit fort. Er waren haast geen andere
toeristen, het uitzicht was er magnifiek en we genoten eventjes van de rust.
Daarna wandelden we naar Bebek waar we van het lokale bier proefden,
naar Arnavutköy waar we een ijsje aten, naar Ortaköy waar we in de gezellige
drukte ons avondmaal nuttigden in restaurant Tipsy. De jongeman die ons naar
binnen lokte sprak ook een aardig mondje Nederlands, geleerd van zijn
ex-vriendin uit Leiden. Het restaurant was echt een hippe zaak, met een eigen
dj, kitscherig meubilair, Er zat ook gezin ouders en 2 tienerzonen-
waterpijp te roken. Dat vonden wij toch maar gek..
Intussen hadden we dus uitgevogeld hoe het bussysteem werkte, en we waren maar
wat blij dat we een bus konden nemen naar ons hotel. Een wandeling van 7 km in
het best wel warme Istanboel eiste zijn tol Aangekomen in het hotel fristen
we ons op en vertrokken we naar de Nargileh-straat. Deels omdat we gezien
hadden dat er hier grote schermen hingen om zo de voetbal te kunnen volgen,
deels omdat het dicht bij het hotel was, en deels omdat we graag een waterpijp
wilden roken. Voor (bijna) alles moet er immers een eerste keer zijn!
Op deze straat vind je het ene waterpijpcafé na het andere! Het ziet er
heel gezellig uit! Het roken op zich zorgde voor hilarische tafereeltjes. Omdat
Toms nood aan bier groter was dan de nood om het einde van de match te zien,
vertrokken we op zoek naar bier. We vonden een cafeetje in Karaköy, dicht bij
het hotel. Na het nuttigen van wat gerstennat, nestelden we ons op een bankje
aan het water om Istanboel by night te kunnen aanschouwen. Heerlijk!
Ons ontbijt bestond uit vers brood, een eitje,
groenten, olijven, verschillende kazen en plakjes salami. En thee natuurlijk.
Daarna bezochten we het oude stadsgedeelte: Sultanahmet. We wandelden langs de
Hagia Sophia en werden ontmoedigd door de gigantische rij mensen. We liepen wat
verder naar Topkapi Palace, waar de rij gelukkig een pak minder lang was. Het
Topkapi-paleis was 400 jaar lang de hoofdverblijfplaats van de Ottomaanse
sultans (van ca. 1465 tot ca. 1856). Je kan er belangrijke items uit de moslimwereld
vinden, zoals de mantel en het zwaard van de profeet Mohammed. Terwijl we aan
het rondlopen waren in het museum, herinnerden we ons weer dat we eigenlijk
toch niet zon museum-mensen zijn Na 2u hielden we het dan ook voor
bekeken.
Alvorens onze stadstocht verder te zetten, aten we een hapje een
soort pizza met kaas, tomatensausen
vlees.
Daarna bezochten we de Hagia Sophia. De Hagia Sophia is een voormalige
kathedraal uit het Byzantijnse rijk. Eeuwenlang was het de grootste kathedraal
ter wereld. Na de verovering van Constantinopel (Istanboel dus) door de
Ottomanen in 1453 werd de Hagia Sophia een moskee. Na de verovering van Constantinopel
werden alle moskeeën in het Ottomaanse Rijk gebouwd naar het voorbeeld van de
Hagia Sophia. Waaw, een ongelooflijk gebouw!
Na hier een klein uur
rondgedarteld te hebben, trokken we naar de Blauwe Moskee. Tom werd er gehuld
in een blauwe doek om zijn knieën te bedekken. We kregen ook een plastic zakje
om onze schoenen in te stoppen; er wordt immers verwacht dat je op blote voeten
of op kousen de moskee betreedt. Een moskee is toch echt iets heel anders dan
een kerk! De mensen blijven er gezellig zitten om te koffiekletsen! Daarna
bezochten we nog de Basilica Cisterne (Yerebatan Sarnıcı). Dit is een ondergrondse wateropslagplaats uit
de 6e eeuw, aangelegd door keizer Justinianus. Het is echt een
enorme ruimte (143 op 65 m, 9 m hoog; 80 000 m³). In de cisterne staan 336
zuilen, die het geheel van binnen het aanzicht van een basiliek lijken te
geven. 2 zuilen staan op een sokkel met het hoofd van Medusa. Mooi! De reden en
de oorsprong van de hoofden zijn onbekend. Na dé attracties van Istanboel waren
we echt blij verrast met de cisterne.
Na een dagje kuieren in de oude stad, namen we de tram terug naar ons hotel.
Daar deden we een klein dutjevoordat we
naar de nieuwe stad gingen. We namen de Tünel ondergrondse metro- naar
Istiklal Caddesi. Het was niet zozeer de afstand die ons tegenstak, maar wel de
enorme helling! Istiklal Caddessi is een van de bekendste straten van
Istanboel: ze is verkeersvrij en voorzien van winkels, cafés, boekenwinkels en
bibliotheken, cinemas, restaurants,
Je kon er over de koppen lopen! We
vonden een restaurantje waar we allebei kebap bestelden. We kozen bewust voor
een kleine maaltijd zodat we nog veel plaats over hadden voor een dessert
Hiervoor belandden we bij Mado, en het was smullen!
We waren nog net op tijd om
de laatste metro terug naar ons hotel te nemen.
Nog
voor we goed en wel in slaap gevallen waren, moesten we alweer opstaan. In het
holst van de nacht - 4u30 vertrok immers ons vliegtuig richting Istanboel!
Vanuit Israël is dit nog geen 2u vliegen! In de luchthaven kochten we een
visum, lieten we onze paspoorten stempelen en nestelden ons daarna op de bus
richting centrum. Onderweg was er een gigantische file, waardoor de busreis
uiteindelijk langer duurde dan de vliegtuigreis.. Maar we konden onderweg toch genieten van het uitzicht! Het viel ons op dat het overal nog behoorlijk groen was, dat er geen afval naast de wegen te bespeuren viel en dat de chauffeurs opvallend goed met hun hand van de claxon bleven. (Dit is allemaal niet zo vanzelfsprekend meer als je Israël gewoon bent )
We werden afgezet in Taksim
en wandelden verder - via het voetbalstadion van Besiktas - naar ons hotel Portus House. Nadat we ingecheckt hadden,
aten we een hapje in Namli Gurme een zelfbedieningsrestaurant met allerlei
kazen, vlees, groenten, brood, Heel lekker!
Daarna wandelden we richting
Kabatas om daar een ferry te nemen naar de Prinseneilanden. Na ons nachtelijk
avontuur vonden we dat we een rustig dagje niet te veel wandelen dus- verdiend
hadden We namen de ferry helemaal tot op het einde, tot op het eiland Büyükada.
De Prinseneilanden zijn heel pittoresk. Er rijden geen
autos rond (alleen een vuilniswagen en een ambulance), maar het vervoer
gebeurt allemaal met de boot, de fiets, te voet, of met paard en kar. Niet zo handig als je aan het verhuizen bent, of net een nieuwe matras gekocht hebt..
We
wandelden langs het water, dronken een Efes-biertje, fietsen rond het eiland
met een huurfiets, aten een lekker dessertje, fietsen nog wat verder en sloten
de dag af met vis als diner.
Het viel ons op dat we maar weinig bekende talen
herkenden bij de toeristen. Er werd echt amper Engels, Duits, Frans of
Nederlands gesproken. Ook het personeel in de restaurantjes legden alles uit door
te gesticuleren.
Op de terugweg scheet er een vogel op Machteld haar slipper.
De man tegenover ons begon in zijn portemonnee tegraaien en toonde ons een kaartje van een
Kerstshow. Hij wees de vogel aan, wees toen naar de slipper en toen we beaamden
dat het inderdaad vogelstront was begon hij keihard te lachen
Die avond waren we heel blij toen we eindelijk ons bedje zagen! We besloten dat
we beter goed konden uitrusten om zo fit te zijn om de stad te verkennen.