We zitten in het verkeerde seizoen in Hermanus. Tussen juli
en november zwemmen hier walvissen die hun jongen baren en er de eerste maanden
blijven. De walvissen zwemmen dan vaak op minder dan 100m van de kust. Vanuit Hermanus zijn we naar Gansbaai gereden. In de
plaatselijke haven werd een kotter geleegd. De haringen worden in een fabriek
in de buurt verwerkt tot de bekende haring in tomatensaus. Even verder op langs
de kust komen we bij een vuurtoren.
Op weg naar Bredasdorp rijden we door Elim. Dit plaatsje is
zon 200 jaar geleden gesticht door Duitse missiepaters voor de coloured gemeenschap.
Toen mocht je hier alleen komen wonen als je lid was van de plaatselijke
kerkgemeenschap en in de landbouw werkte. Het plaatsje met zn schilderachtige,
witgekalkte huisjes met strodaken staat nu op monumentenlijst.
In Bredasdorp het Scheepswrakken museum bezocht. Hier wordt
verteld over de vele schepen die in de afgelopen 400 jaar op de Zuid-Afrikaanse
kust zijn vergaan. Het museum toont veel voorwerpen uit deze gestrande schepen.
Tevens toont dit museum de huisinrichting van een bemiddelde dorpsbewoner.
Bij de vuurtoren op Cape Agulhas staat een monumentje dat
aangeeft dat dit punt het meest zuidelijke punt van Afrika is (en niet Kaap de
Goede Hoop) en dat op dit punt de Indische en de Atlantische Oceaan elkaar hier
treffen.
Door onze host worden we gewezen op de roggen die iedere
avond in de haven van Struisbaai zwemmen. Als de vissersboten binnen komen en
de vis wordt schoongemaakt, kun je stukken daarvan krijgen om aan de roggen te
voeren. De roggen eten dit uit je hand op. De roggen zijn ruim 1,5 m breed. Daarna naar
huis om voor de eerste keer dat we in Zuid Afrika zijn te koken. In deze
Airbnb is dat mogelijk. We hebben een keukentje met zithoekje, een doucheruimte
en een grote slaapkamer met TV. En een parkeerplaats op de oprit voor onze
eigen voordeur.

















|