Dinsdag hebben we een lange rit gemaakt naar Tulsa, de twee
na grootste stad van Oklahoma. Voor Atty is 150 mijl enkel een peulenschil. Is niet zover
zei ze. We staan er toch iedere keer van te kijken dat afstand in Amerika niet
telt. Maar wij hadden het gemakkelijk, we werden gebracht.
Eerst naar de kerk waar haar kleindochter afgelopen oktober
is getrouwd. Daarna naar de huizen waar ze met haar ouders en zusjes heeft
gewoond. En toen naar de begraafplaats waar haar ouders liggen. Toch ook een
moment om even bij stil te staan. Zij zijn geëmigreerd in 1958, toen Atty, de
jongste van de drie dochters, 14 jaar was. Een hele overgang van het koele Nederland
naar het hete Oklahoma. Maar ook de scholen en de vrienden die ze moest missen.
En dan de taal. Maar ze heeft het goed gered.
Op de terugweg zijn we nog even bij een moderne versie van
een Route 66-tankstation langs geweest.
Vandaag naar het National Cowboy Heritage Museum in
Oklahoma-City geweest. Een groot museum over de cowboys en de Indianen. Veel
schilderijen, sculpturen en voorwerpen zijn te zien, evenals over het
cowboy-leven. Ook de cowboy-films met zn acteurs, zoals John Wayne en Ronald
Reagan, komen daarbij aan bod.
Ondanks het warme weer (35 gr. C) vanmiddag nog even tijd
gevonden om kort te winkelen.













|