Remi en zijn fascinaties. Fascinaties die een paar weken, maanden, heel erg intens zijn om dan aan de kant gelegd te worden. Aan de kant, maar niet weg. De interesse en liefde voor blijft duidelijk aanwezig. Zo passeerden al architectuur, tekentafels en ontwerpen de revue. En heel veel natuurelementen. Dieren, fossielen en natuurverschijnselen. Lego. Kapla-blokjes. Een paar maanden letterlijk en figuurlijk opstaan en slapengaan met en op een dag is het voorbij. Voorbij, verzadigd, bevredigd. En zo ging deze zomer de interesse naar het leger. Alles rond het leger. Boeken verslindt Remi op zoek naar informatie, naar duidelijkheid. En ook al verschuift zijn interessepunt, zijn verwerking van alle prikkels is steeds dezelfde. Tekenen, tekenen, tekenen. Dus toen we daarnet uit de auto stapten, na een eerste en erg indrukwekkend bezoek aan een echte legerstock, was het vervolg vrij voorspelbaar. Remi gaat naar binnen, legt netjes, stuk per stuk naast elkaar op de houten tafel : een helm, de binnenhelm van die helm, camouflagekledij, een netje, een zakje met drinkbeker om aan zijn centuur te hangen en een goudkleurige leeuwenspeld die hij van die lieve meneer als extraatje kreeg. Neemt zijn tekenblok, een grijs tekenpotlood en begint te tekenen. Tekent, tekent, tekent. In stilte. Kijkt om de zoveel tijd even op, zijn blik op oneindig. Ons denkertje. Uren zou ik kunnen kijken naar Remi die tekent. Uren.
We hebben nieuwe fietsen. Piet en ik. Dezelfde. Hij de mannenfiets, ik de vrouwenfiets. Kwestie van je af en toe eens als koppel te profileren denk ik lachend. Toen we ze mochten afhalen zat ik met Remi in de auto. Waar hij verzuchtte dat hij ook zo graag een nieuwe fiets wou hebben. Wat me verwonderde want nu heeft hij de fiets van Joris, een vriend van Lucas, gekregen. En aangezien Joris hier kind aan huis is en daarnaast Remi hem erg graag heeft leek me de fiets Remi dierbaar. Ik kon Remi even niet volgen. Ik zou zo graag een nieuwe fiets hebben, geen appelblauwzeegroene. Maar een echte. Een vélo. Even had ik tijd nodig om me in zijn gedachtengang te kunnen inwerken, maar toen zag ik het licht. Joris en zijn hele familie zijn fervente fietsers. Echte liefhebbers. Joris en zijn zusje wielrennen ook. En een fiets is daar geen fiets, maar een vélo.
Je zelfbeeld bepaalt vaak de grenzen van wat je als individu kunt bereiken. Marcel Sanders
De Dagelijkse Gedachte die deze ochtend in mijn inbox viel. Precies. Gelukkig dat er collega's, vrienden, familie, toevallige passanten, ... zijn die ondanks ons zelfbeeld, ondanks onze grenzen, ons een stapje verder krijgen. Dankbaar ben ik daarvoor.
Alles beweegt, tenzij het wordt tegengehouden. (Thomas Hobbes) is de Dagelijkse Gedachte die vandaag in de mailbox zit. En ik vind dat zo'n mooie. Het is zo, zo mooi als je je mag bewegen. Als je de vrijheid krijgt en niet wordt tegengehouden. En toch, de uren die we besteden aan het kneden, leiden, desnoods buigen of breken van de mensen rondom ons. Leef! En laat leven. Misschien vooral dit laatste.
Zaterdag was het feest. Feest bij middelste zus en lief. Want elkaars liefste zijn ze nog niet zo lang en na deze eerste jaren was het moment aangebroken om beide families aan elkaar voor te stellen. Een stralende zon, lekker zomers eten en de sublieme locatie van hun huis in een bos in Zoersel zorgden ervoor dat de basis al goed zat. Maar toen ik daar buiten zat en keek naar de donkergroene tafel met daarop borden in verschillende vormen, maten en kleuren en glazen allerlei. Toen ik keek naar de vlagjes, naar de bedjes in de tuin, de hangmat, het opblaasbaar zwembad in een huis waar geen kinderen wonen, het badmintonnet, ... en vooral wat elk van ons aan het doen was, toen schoot er toch door mijn hoofd dat wij een familie zijn met een hoek af. Een ferme. Zot zijn doet geen zeer. Gelukkig maar.
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten, En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.
En als een heir van donkerwilde machten Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon: Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.
- En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond Úw overdierb're leên den arm te slaan, En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan Op úwe lippen in een wilden vloed Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.
Leonard Cohen. Deze man treedt nu drie dagen na elkaar op in Gent. In de buitenlucht. Om het helemaal onweerstaanbaar te maken voor me. En ik vind het zo, zo jammer dat ik te laat was voor een ticket. Dance me to the end of love. Alstublieft. http://www.youtube.com/watch?v=Y_PIadFsvDk
Twee meisjes op een plank gedragen door de golven Het branden van de zon de wijzers houden op.
Gisteren werd dit lied vernoemd. Vandaag stokt mijn adem en schiet het lied door mijn hoofd als ik lees dat een zesjarig jongentje verdronken is. De zee geeft en neemt. De wijzers houden op.
Lucas kan van mijn drie kinderen me het snelst en het felst over mijn kookwater krijgen, maar kan me ook het makkelijkst doen lachen. Hij kan uitersten van me bereiken waar anderen niet komen. Hij kan beide in no time. Als hij er niet is, dan mis ik zijn humor. Vandaag vroeg hij me hoe een erfenis werkt. Ik antwoordde dat ik daar liever nog niet over nadenk en vroeg waar de vraag vandaan kwam. Waarop Lucas lachend zei 'die zeteltjes van oma, jeweetwel, die bruine,... die zitten zo goed... èn ze passen bij mijn Playstation 3'.
-waarom is de vraag dak me in de ochtend afvraag kheb me erbij neergelegd zodat me niet meer bang maakt ga in de teksten op en ben voor elke letter dankbaar- schrijft de oudste zoon van een vriendin alias Ronso op Facebook. I like it.
Na Lucas, na Remi is nu Helena in haar periode dat ze niet hebben wil dat anderen haar naakt zien. Plassertjes zijn iiieeeuww, spleetjes zijn iiieeeuuww en kusjes en zoenen is al helemaal iiieeeuww. Laconiek zoals ik soms ben volgt dan meestal dat iedereen in zijn blootje geboren is, iedereen hetzelfde is, dat bloot zijn natuurlijker is dan met kleren aan en dat knuffelen en zoenen heerlijk is. Dat is het basisgegeven. Met Remi of Lucas wordt naargelang de issue het basisgegeven uitgebreid. En zo kwam het dat ik deze ochtend aan de ontbijttafel Piet een kus gaf, Helena met de verwachte iiieeeuww reageerde en Remi sprak op ernstige en belerende toon tot zijn zusje - Helena, dat is een zoen. Dat is normaal. Dat ga je later ook nog graag doen. En dan na de volgende vijf seconden stilte -Dat is sex-u-a-li-teit- En of het die vijf seconden stilte was of de benadrukking van elke lettergreep van het moeilijke en nieuw verworven woord, ik weet het niet. Maar grappig was het wel.
Mensen die hard oordelen over anderen, op de rug van anderen plezier maken, negatief spreken in een poging zo zelf groter te worden, met de ellebogen stoten. En het lijkt wel of we dat soms nodig hebben om onszelf te overtuigen hoe goed we wel niet zijn, de strijd met de demonen gestreden is, alles mooi en perfect onder controle hebben. Hoe goede moeder, hoe vrij van zonde echtgenote, hoe voorbeeldige werknemer. Denk vooral niet dat ik een beeldje ben, niets menselijk is me vreemd. Maar de eeuwen Katholicisme in onze familie moet in de genen gekropen zijn en Johannes fluistert wie zonder zonde is werpe de eerste steen.
Ze lag in bed, had het warm, schopte het laken van zich af. Haar huid gloeiend van de zon, het bad, zijn kussen. Geen aftersun of open raam bracht verlichting. Het zat in haar.
Terwijl de redactie meldt dat vandaag 65 jaar geleden de atoombom viel op Nagasaki. Een paar dagen later dan op Hiroshima, en met even grote gevolgen. Terwijl ondertussen andere landen zich bewapenen met kernenergie. Terwijl mensen tonen hoe hardleers we zijn. Terwijl lopen mijn drie kinderen beneden rond, alledrie zelf aangekleed, alledrie in een variatie van kaki. Terwijl trek ik een foto en denk, bid; moge alle kinderen op aarde zich veilig weten. En weet dat dat niet zo is. En snap het dan even niet meer. Hebben mensen die geweldplegen, op welke manier dan ook, zelf geen kinderen? Niemand van hen?
Mijn kindertijd. Niet altijd zo poëtisch, want ook getekend door een ziekte van mama. En drie beelden die er voor mij uitspringen. Het bezoeken in AZ Sint-Jan te Brugge van mama. En daar door de oneindig lange gangen in stilte moeten stappen, want iedereen hier is heel erg ziek. Helemaal op het einde van de gang, aan de rechterkant was mama's kamer. Buiten op de grond, naast de deur, vazen met rode gladiolen in. Want ze was zo ziek dat binnen geen bloemen mochten staan. En een tweede beeld. In het huurhuis in Ursel. Mijn oma kwam logeren om voor ons te zorgen. 's Avond zaten we naast elkaar in de zetel, de drie zusjes. Ik zat links op de zetel, oma stond links voor me. En we moesten samen bidden. Bidden voor mama's genezing. Ik moest lachen tijdens het gebed. Ik zie een oma die boos was op me en riep dat we moesten bidden omdat mama niet zou sterven. Ik was zes, de ouderdom van Helena. Niet bewust van het feit dat op dat moment mijn mama, maar ook haar dochter stervende was. Het derde beeld is soep. Papa die soep kookt voor ons. Water met reuzegrote stukken groenten in. Niet denken dat alles kommer en kwel was, ik heb een reuzekindertijd gehad. Met een mama en papa en huis waar we ècht mochten spelen. Waar we het hele huis mochten afbreken als we het maar zelf weer opruimden. En dat mag je figuurlijk alsook letterlijk nemen. Geen wonder dat het een komen en gaan van vriendinnetjes was. Een heerlijke kindertijd dus. Met ook veel beelden van papa die gitaar speelt, klassieke stukken en spaans. Mama die muziek beluistert en meezingt of neuried. En gisterenavond werd ik me daar plots zo bewust van. Van de kracht en de invloed van het dagdagelijkse dat we doen. Naar aanleiding van een nederlandse vriendin die haar kindjes in bed stak en zo mooie slaapliedjes zong die ik nog nooit gehoord had. Haar oma zong die voor haar mama, haar mama voor haar en nu zij voor haar kinderen. Ik vond dat zo mooi. Bedacht dat dat de kado's van het leven zijn. En vroeg me gisterenavond af welke kado's ik meegeef aan mijn kinderen.
Het leven is eenvoudig. We zijn waar we nu moeten zijn, bezig met wat we nu moeten doen. Anders zouden we wel ergens anders zijn, bezig met andere dingen. Richard Stine
Een paar weken geleden waren Helena, Remi en ik in een dierenpark. We stonden stil aan een apekooi. Kijkend naar het vlooien van de apen. Een klein aapje dat half op de rug van een grotere aap zat en met fijne vingertjes één voor één vlooien nam en opat. Het was fascinerend. Dat repititieve. Die ongestoorde en voortdurende bewegingen midden de drukte dat een dierenpark toch wel is. Ik zag een zachte blauwe blik in Remi zijn ogen en wist wat hij dacht. Remi houdt niet zo van knuffelen en zoenen. Hij houdt er niet van in de zin van dat hij het zelf niet makkelijk zal geven. Ontvangen daarentegen, daar is Remi een kei in, een genietertje. Dus toen twee zomers geleden Remi luizen had was het een topperiode voor hem. Want als ik die chemicaliën op het hoofd van mijn kinderen kon vermijden door drie maal op een dag uit te kammen; graag. En sindsdien zegt Remi regelmatig 'mama, ga je nog eens luisjes zoeken?' En dan is het feest als Remi zich nestelt in mijn schoot en ik over zijn haar en hoofd streel. Dus toen in het dierenpark, kijkend naar vlooiende apen, een zachte blik in zijn ogen kon ik vermoeden wat zou volgen; 'ik zou graag nog eens luisjes hebben'. Wat niet strookt met hetgene ik graag wil. God moet Remi's verzuchting gehoord hebben, want vorige week kreeg ik een SMSje met berichtgeving dat een vriendinnetje van Helena, die heen en weer gaan logeren waren, luizen had. Als het God belieft, laat Hij aub mijn vraag verhoren en niet die van Remi. Als penitentie wil ik de hele zomer lang twee maal per week gebaren dat ik luisjes zoek bij mijn zoon. Dear God, sorry to disturb you, but do we've got a deal? http://www.youtube.com/watch?v=hk41Gbjljfo