Remi, piepkleine mannetjes en het uren spelen daarmee. En zijn nood om meer materiaal te hebben om zijn maquette dichter te laten aansluiten bij zijn droomwereld. Zo kwamen Remi en ik deze namiddag terecht bij Schleiper in Gent, 'een winkel waar alle benodigdheden te verkrijgen zijn voor kunstenaars en grafici'. Eeuwen geleden moet het geweest zijn dat ik daar was. Eeuwen en toch gisteren. En wat heb ik het gemist. De geuren, de materialen, de kleuren, de ontdekking. De verwachting, de belofte, de mogelijkheden, het kriebelen in je handen en buik om iets dat eruit wil. Wat is het lang geleden. Wat is de tijd snel gegaan. En waar was ze zo mee gevuld? Lucas aan het gamen op zijn kamer, Remi aan het werken aan zijn maquette, Helena bij vriendinnetje Reni. Een uur tussen opruimen en het eten bereiden door. Rust. In mijn handen een blok Ingres pastelpapier, een tas thee, mijn oude doos met pastelkrijt. De poes heeft me gezien en komt naar me toe, haar pootjes hoog geheven, het gras nat.
Ik herinner me de dag dat we vierentwintig jaar geleden voor het eerst naar de tennisclub in Merelbeke gingen. Toen nog een kleine club, een houten chalet, drie buitenpleinen, Remi en Lydie achter de toog en iedereen kende iedereen. Heel wat jaren later noemden we onze tweede zoon naar deze goedlachse Remi. Waar elke keer als we elkaar in winkel of op straat ontmoetten hartelijk om gelachen werd. Al was de lijn Remi-Remi niet kaarsrecht. Dolgraag wou ik het jongentje in mijn buik Roman noemen. Maar Piet zag daar enkel een negatieve connotatie in met bier en bijhorend oudmannekescafé. Rémy daarentegen, daar kon Piet zich wel in vinden, al moest de schrijfwijze wel vlaams zijn. En zo werd ons Roman-rémy'tje Remi. Onverwacht werden de twee Remi's later ook nog buren. Toen ons huis verbouwd werd, wij een tijdelijke woonst zochten, en het huis naast hen vrijkwam. En deze ochtend, tussen warme kerst-en nieuwjaarswensen, ontvingen we een overlijdensbericht. Niet mijn papa nam 2012 mee, maar wel Remi. Op de laatste dag van dit jaar, helemaal op de valreep, wordt Remi begraven. We geven en we nemen, we komen en we gaan. Niets is van betekenis en alles is.
'There are two basic motivating forces: fear and love. When we are afraid, we pull back from life. When we are in love, we open to all that life has to offer with passion, excitement and acceptance. We need to learn to love ourselves first, in all our glory and our imperfections. If we cannot love ourselves, we cannot fully open to our ability to love others or our potential to create. Evolution and all hopes for a better world rest in the fearlessness and open-hearted vision of people who embrace life.' schreef John Lennon. Stel je dat eens voor. -Imagine-
Nooit eerder was het in mijn hoofd of hart opgekomen 'Johnny Cash' in te tikken in een zoekmachine. Maar dit hoorde ik in de auto. En stond voor ik het wist aan de kant.
Een bijzonder jaar is het geweest. Eentje met meer builen, bulten en blauwe plekken dan ooit tevoren. Eentje met meer oprechte glimlachen, eerlijke woorden, tedere handen en zachte zoenen dan ooit tevoren. De puzzelstukjes helderder dan ooit tevoren, de waarde die anderen hechten aan me, die ik hecht aan anderen. Wie we verwacht hadden heen te gaan is nog, wie we niet gedacht hadden te moeten afgeven is weg. Een leegte achterlatend, een pijn in de buik bij het voorbij rijden van hun straat. Een warmte, stromend, helemaal door me heen, bij het denken aan haar. Door het raam naar buiten kijken en hem zo zien stappen over de speelplaats, maar hij is er niet. Met 'carpe diem' worden we rond onze oren geslaan en we weten allemaal waarom. De wereld gaat niet vergaan en ik erger me aan de mensen die zo licht omgaan met wat één van de oudste en meest ontwikkelde beschavingen van onze aarde ooit beschreven. Remi heeft morgen zijn expo met A. over éénentwintig december. Ze schreven hun gemeenschappelijk nichtje aan, wonend in Guatemala. Dit schreef Joke naar hen, als antwoord op hun vragen:
"Ik woon sinds begin 1995 in Guatemala,
dus bijna 18 jaar.
Met AFOPADI, de organisatie die we
opgericht hebben (Omar, een broer van hem, de vrouw van die broer en ik) werken
we in Mayadorpen in de bergen rond duurzame landbouw (we gebruiken geen
chemische middelen), gezondheidszorg (bijvoorbeel met geneeskrachtige planten),
en we werken samen met de mensen tegen de mijnbouw door grote bedrijven die de
natuur vernielen en al het water gebruiken.
Vanaf het begin hebben we interesse
voor de Mayacultuur en zijn we beginnen lezen en studeren. We hebben cursussen
gevolgd en na een tijd hebben we kennis gemaakt met een mayapriester waarmee we
begonnen zijn mayaceremonies te vieren. Een mayaceremonie is de mayategenhanger
van de katholieke mis, alleen wordt een mayaceremonie altijd in de natuur
gehouden, op plaatsen waar er een speciale energie is: onder een grote boom, in
een grot, op een berg.
De voorouders van de huidige maya´s
waren gefascineerd door de sterren en de planeten. Op basis van langdurige
observatie van de hemel hebben de maya´s heel veel dingen ontdekt over de cosmos
en hebben ze verschillende kalenders ontwikkeld. Ze organiseerden de tijd in
grote en kleinere cirkels. Een van de grootste tijdscirkels telt 5200 jaar,
genaamd B'aktun. Volgens de maya´s eindigt op 21 december de vierde periode van
5200 jaar, of de vierde zon. Telkens als er een periode van 5200 jaar eindigde,
maakte de de vorige schepping plaats voor een nieuwe, betere versie. Dus, het
idee is dat na 21 december de mensheid beter wordt, dat we bewuster gaan leven,
beter voor de natuur zorgen en voor onze medemensen. Dus van het einde van de
hemel wordt helemaal niet gesproken.
De maya´s hier zijn niet gelukkig met
de manier waarop in de rest van de wereld en ook in Guatemala zelf (door niet
maya's) de oude wijsheden uitgelegd worden en misbruikt worden voor commerciële
doeleinden. Er wordt veel nagedacht over het einde van deze cyclus en het begin
van de nieuwe, maar niet over het einde van de wereld. "
Mijn zus, mijn mama en ikzelf en moeten lachen om dezelfde dingen. Krijgen evenveel de slappe lach om dezelfde onnozele dingen. Zoals bijgevoegde foto. Ik blijf maar in een lach schieten elke keer ik ernaar kijk.
What if you slept? And what if in your sleep you dreamed? And what if in your dream you went to heaven? And there plucked a strange and beautiful flower? And what if when you awoke you had that flower in you hand? Ah, what then?
Mama's broer die een verjaardagsfeest geeft en zus en ikzelf die ondertussen zorgen voor papa. Als we binnenkomen krijgen we een lijstje waarop geschreven staat wat voorzien is om te eten voor ons. soep groenten rode rijst kip voor papa joghurt flantjes chocomousse rijstpap en aan de ommezijde van het blaadje papier: brood + kaas in de koelkast Vreemd is dat; hoe je steeds kind blijft bij je ouders. Ook al ben je zesenveertig en vierenveertig jaar.
I'm a bitch, I'm a lover I'm a child, I'm a mother I'm a sinner, I'm a saint I do not feel ashame.
Een posting op Facebook in verband met de kinderen in Palestina in oorlog en de kinderen hier in blijde verwachting van Sint. En het gehakketak dat daarop ontstond. De woorden dat er altijd wel ergens honger en oorlog is. En de pijn in mijn buik en het draaien in mijn hoofd daarvan. Is het zo dat onze kinderen de geluksvogels zijn en ooh, what a pity ... voor wie dat niet is en op naar het volgend kado? Kan het zo simpel zijn? Could it?
De reden waarom ik dingen neerschrijf vraagt hij me. Ik weet dat eigenlijk niet goed. Het is niet zo dat ik op een bepaald moment denk : 'ik zou nog eens iets moeten schrijven'. Het is iets dat moet, dat eruit moet. Iets dat het nodig heeft om op de één of andere manier verwerkt, geuit te worden. Het is iets in mijn buik of hoofd dat draait en keert tot het neergeschreven wordt. En dat hier dan draait en keert in woorden tot hetgene ik voel en de woorden die zich lieten intikken als één samenvallen. Het is voor mij nu het dagboek dat ik als kind bijhield. Het lied dat ik speelde. Het gerecht dat ik klaarmaakte. Hetgene ik boetseerde of schilderde. En toen ik deze blog opstartte heb ik enige tijd getwijfeld. De optie 'enkel voor mezelf' of 'openbaar' openhoudend. Maar pragmatische en eenvoudige denker die ik ben wist ik dat enkel mensen die oprecht geinteresseerd zijn in dit deel van me hier zouden blijven lezen. En ook al verwarmt mijn hart van de woorden die ik van hen terug krijg, meestal klik ik wegens te persoonlijk aan : ' keur deze reactie af'. Maar weet dat ik jullie dankbaar ben. Voor jullie betrokkenheid, jullie tijd. Jullie in vraagstelling, jullie bevestiging. Liefs, k.
In haar laatste levensmaanden ruimde ze op: de kledij van haar dansgroepen, attributen, de doos met make-upprodukten waar haar mama vertegenwoordiger van was. Ik ben in de badkamer. Het muziekblad van het lied dat we straks in de afscheidsviering gaan zingen bij me. Een kop thee. Een douche. Droog mijn haar. Wrijf mijn huid in en doe mascara op mijn wimpers. Waterproof. Van haar gekregen voor haar afscheid. Nu opgedaan voor zijn afscheid. Alles is verbonden. Alles stroomt. Panta rhei. Laten we zingen.
De kinderen gaan een bloemenzaak binnen. Kiezen elk een bloem, een kaart. Die drie kinderen daar zo aan de rouwtafel zien zitten. Hun tijd nemend om hun kaart te schrijven. Zo ernstig en sereen. Zoveel dat jouw heengaan teweeg brengt. Jij mooie mooie man.
Met Lucas zit ik in de wachtkamer. Te wachten op de zachte handen en behandeling van de osteopate. 'Vonkel ... een luisterend huis' staat er op een folder. En ook : 'een instaphuis en ontmoetingsplaats voor omgaan met sterven, dood en rouw. En één zin in het bijzonder die me pakt : 'Wij waken bij een alleenstaande stervende thuis, in een woonzorgcentrum of in een ziekenhuis. Bij een begrafenis of crematie van iemand die niet omringd is door familie of vrienden willen we zinvol aanwezig zijn.' Het is haar mama, een psychiater, die met twee andere gelijkgestemden dit initiatief zonder subsidies en steunend op vrijwilligers op poten gezet heeft. Een Godsgeschenk moet dit zijn als je alleen bent; iemand die je bij staat in je laatste levensdagen. Ongeacht wat je in de levensjaren ervoor gedaan of niet gedaan hebt.
Vriend, metgezel, die meer en minder is dan vader, moeder, minnaar, kind hetzelfde als ik, maar anders onafhankelijk en toegewijd ouder, jonger, van dezelfde tijd. Trooster, die getroost kan worden baken en verhanger van borden broder, maar van een andere moeder, zonder rivaliteit met wie ik samenloop en die mij begeleidt. Hij gunt mij om te leven en als ik dood zou willen, geeft hij mij gelijk. Soms is het, dat ik om hem alleen verdragen blijf, wat zonder hem ondraaglijk scheen. Zonder een enkele verplichting loop ik en altijd in zijn richting.
Remi voetbalt. Tweemaal per week heeft hij een training, eenmaal per week een match. En de tweede keer dat hij naar de training ging was er een jongen die 'Dag Remi' zei en zo ervoor zorgde dat Remi's schroom eensklaps verdween. Na de training bleek dat die jongen aan de andere kant van Gent woont en met de bus op en neer reist. En pijn deed mijn hart als ik hem dan na een training of match alleen aan de bushalte zag staan, een zwart jongentje, een muggescheet groot. Met zo'n mooie blik en zo lief. Het kind dat als iemand valt op het veld de hand reikt en rechttrekt, jeweetwel. En pijn deed mijn hart als ik elke keer zag dat hij zijn voetbalkledij ongewassen uit zijn zak haalde, dat hij elke match daar als enige stond zonder ouders. Pijn had ik toen Remi vertelde dat hij moest stoppen met voetballen omdat het lidgeld nog niet betaald was. Maar dan gelukkig de week nadien alsnog geld meehad. En vandaag kwam Remi thuis met de boodschap dat E. niet meer mag voetballen. Niet meer in merelbeke. Wegens diefstal van geld uit de voetbalzak van een ander voetballertje. Natuurlijk mag niemand iets nemen dat niet van zichzelf is, maar alles in mij zegt, weet, dat dat jongentje geen kwaad in zich heeft. Piet met Remi naar de sportwinkel, want het wordt nu wel koud om zonder onderkledij te spelen met een nylon voetbalpakje aan. Het goede nieuws is dat er steeds minder ouderen in ons land armoede hebben, het slechte nieuws is dat het steeds meer kinderen treft was een nieuwsitem deze week. Onmacht en verdriet draaiend in mijn buik.