Al eerder schreef ik over mijn moeilijk slapen en vele dromen. Na wat tijd en wat overredingskracht van de reumatoloog erover te laten gaan neem ik sinds enkele maanden medicatie die slaapbevorderend is. Wat resulteert in meer uren ononderbroken slaap èn in het wegblijven van de nachtmerries. Waarbij het laatste behalve voor mezelf ook voor Piet erg fijn is. Al blijf ik in bewogen tijden vaak dromend zijn nachten verstoren. Met het grote verschil dat ik, eens door Piet wakker gemaakt, vrij snel weer rustig word en kan inslapen in plaats van een kwartier later nog mijn hart in mijn keel te voelen kloppen. Gisteren belde een vriendin me. En terwijl ze zei 'ga er maar even bij zitten' en ik dat plichtsbewust deed, viel de vaste telefoon op mijn teen. De pijn zelf viel het moment zelf nog mee, het was ook niet het moment om 'te trunten', maar gisterenavond keek ik toch verbaasd naar de paarse grote vlek op mijn teen. Die ik blijkbaar vannacht slapend, doch niet voor rede vatbaar, onder Piet zijn neus stak na aangedrongen te hebben zijn leeslampje aan te steken. Arme Piet.
'Mama, waarom schrijven ze dikke bruna?' vraagt Helena. Het is vakantie en één van de plekken waar Helena vaak te vinden is is aan de boekenkast. Waar bovenaan rechts een aantal kleine vierkante boekjes staan. Het ei, De appel, Poesje nel, Nijntje, Het vogeltje, Roodkapje en Sneeuwwitje. Allemaal boekjes bewerkt door Dick Bruna. Herinneringen aan mijn kindertijd. Vroege kindertijd, want in de meeste boekjes staat geschreven in mijn mama's handschrift : Grietje en Bieke, nieuwjaar '68. Nieuwjaar '12, vierenveertig jaar later en een klein meisje dat boekje per boekje in de hand neemt en leest. Ik wens jullie allen een fijn en bovenal gezond nieuw jaar toe.
Kerstdag en papa die het niet altijd meer goed kan volgen. Al is natuurlijk een feest in je eigen huis met de bijhorende voorbereidingen, kinderen en kleinkinderen op bezoek, en opruim nadien voor iedereen uit-routine. Soms is de uitgesproken afwisseling van alertheid of verwardheid niet zo eenvoudig te verklaren. ' 't Is de geest die al klaar is om weg te gaan, maar het lichaam nog niet' zegt mama, 'dat zegt de Kabballah'. Zou het zo eenvoudig kunnen zijn? Zou het?
Sinds gisteren is het officieel : Lucas is in de puberteit. Tot dan twijfelde ik namelijk. De opwellingen van liefde en humor duidelijk overheersend op de uitingen van verzet. Maar gisteren in de keuken, aan de witte tafel, de jeans meer van dan aan zijn 'gat', en de onafscheidelijke pet, de rug naar ons gekeerd: een gemompelde 'ik haat ouders'. Het kwam er zo grappig uit dat ik in een lach schoot. Arme Lucas.
Lucas, bijna vijftien jaar zijn, vraagstellingen en de bijhorende discussies. 'Kinderen houden je een spiegel voor' lees je soms. Maar even soms wil je geen spiegel en wil je gewoon iets vinden. Geen 'waarom', maar 'Daarom'. En in zo'n 'daarom'-bui heb ik gezegd dat alle jongens die zo'n amerikaanse pet dragen dom en gemeen zijn. 'Alle', jazeker. Allemaal dom en gemeen. Al-le-maal. Dat was natuurlijk een bal voor een open doel voor Lucas. 'Maar mama ...'