dit is wat een schilder zou zien:
de gebleekte graskant, kastanjes
en linden, het warme maar heengaande
licht van de avond en tegen de haag
op de andere oever een loper, en zijn
gedachten, hoe schilder je die
en boven het water de meeuwen
en tussen het licht- en het donkerder groen
de plecht van een jacht, het schuiven
der dingen, de richtingen
het water zelf kun je hier waar wij zitten
niet zien en ik vraag me nog af hoe je
afstanden schildert, steeds lichter misschien
tot je wit overhoudt, en hoe het verleden
toen jij daar nog liep
hoe schilder je dat je nooit weer
daar zult lopen, tegenstribbelend
aan je vaders hand
De ui moet heel fijn gesneden worden.Ik raad u aan een klein stukje op uw kruin te leggen om hinderlijk getraan bij het snijden te voorkomen. Het vervelende van huilen bij uien snijden is niet het simpele feit van het huilen, maar dat men er soms mee begint en er dan niet meer mee kan ophouden. Ik weet niet ofdat u weleens is overkomen, mij eerlijk gezegd wel. Ontelbare keren. Mama zei altijd dat dat kwam doordat ik net zo gevoelig voor uien als Tita ben, mijn oudtante.
Onze lange wandelingen over de zo aardse landerijen, de constante en geruststellende aanwezigheid van het verleden, brengen de ziel van mijn zeevogel wat tot rust. Op zijn gezicht komt het kinderlijke weer boven, maar zijn ogen lijken minder blauw. Bepaalde ogen die bij het water horen verbleken aldus op het platteland. Als ze het blauw van de zee weerspiegelen komt alle kracht aan de oppervlakte.
Benoite Groult, pag 201
Wakker worden en denken aan Sandra,5 jaar geleden.
Haar laatste adem, de rozen op haar buik.
Nadien in haar tuin. Mensen her en der. Verspreidt, verbouwereerd, verslagen.
Het blijft een dag die zich afspeelt als in een film waar ik naar aan het kijken ben, maar geen deel van uitmaak.
Sommige dingen zijn te bewogen om ze in volheid te voelen.
Afscheid nemen vandaag ook.
De oudercontacten in de klas. Lieve, zachte, dankbare woorden. Woorden van wat je kan betekenen voor een kind.
De grootsheid van een glimlach, een aai over de bol, een hand.
Kaartjes, bloemen, kadootjes, zoenen. De papa die de papa niet is en patchouli voor me gekocht heeft. Het 16-jarige meisje met het vredesteken eeuwig op haar borst in me ontroerd en klaarwakker.
Stabat Mater Dolorosa, de diepbedroefde moeder, omringd door deze hemelse klanken afscheid nemen van Bea, haar warme woorden, haar gezonde voedingswinkel.
Afscheid nemen van één van de leukste en liefste Leefschoolcollega ooit.
Het is een dag van afscheid nemen.
En van de uitersten van emoties die afscheid teweeg kan brengen.
Link : https://www.youtube.com/watch?v=jhD11qRrT0g
Home in Missoula,home in Truckee, home in Opelousas, ain't no home for me.
Home in Ol'Medora, home in Wounded Knee, home in Ogallala, home I'll never be.
Papa in een strakke jeansbroek, gehurkt voor de open haard. Met zijn rechterhand legt hij houtblokken op het vuur, zijn linkerhand de flank strelend van onze hond Duc.
We woonden toen in Ursel, ik kan niet ouder dan 12 geweest zijn. Georges Moustaki op de achtergrond.
Ma liberté.
In tijden van terreur.
In tijden waar we angst vrijheid niet mogen laten overnemen.
Link : ma liberté
Op het veld liggen een jongen en een meisje die aan vroeger doen denken.
Ik vermoed dat wij het zijn, acht jaar geleden, maar ze lijken zo sterk op onbekenden dat ik niet naar hen toe loop om te zeggen dat ze het fout onthouden hebben.
Die dag trokken geen vogels over, geen sneeuw of ijs op het veld, oktober nog.
Het riet rond de vijver verderop stond halfhoog en dor, op de achtergrond
in intervallen het geluid van een trage auto op de steenweg, verder niets.
Ik zeg hen niet dat zij hier tussen de laatste muggen en de eerste kussen
namen voor de kinderen zal bedenken, niet dat de werf ondertussen
een siliconenfabriek werd, of dat hij haar hand alvast moet loslaten opdat het went voor later, wanneer ze elkaar enkel nog per ongeluk en met ongemak zullen aanraken.
Ik zeg niets, want precies zo, zoals ze daar liggen, was het ook:
de overgave, het blinde licht in de middag en later daarover de gedichten.
Charlotte Van den Broeck (1991)
uit: Nachtroer (2017)
Morgen ben ik jarig. En ik kijk ernaar uit.
Voor het eerst.
Eigenlijk heb ik nooit echt iets gehad met mijn geboortedag.
En al helemaal niet meer sinds die dag vier jaar geleden samenviel met papa's laatste levensdagen.
Lieve wensen van lieve mensen die door onwetendheid zo totaal geschift binnen kwamen.
Maak er een fijne dag van! Het is jouw dag, geniet ervan! Santé!
Maar morgen doe ik dat.
Op de een of andere manier ben ik erin geslaagd complimenten over mezelf te kunnen aanvaarden. Omdat ik op de een of andere manier nu pas ze zelf zie, nu pas echt zie waar ik me onderscheid van andere mensen, wat mijn talenten zijn. Nu pas een vaag aanwezig, maar onwankelbaar gevoel in me heb : dit ben ik. Dit zijn mijn grote kanten. Dit zijn mijn kleine kanten. Dit zijn mijn pijnpunten. Dit zijn mijn positieve sleutelmomenten. Dit ben ik. Te nemen of te laten. Want dit ben ik.
Dus, laat die felicitaties maar komen, bring it on. Ik ontvang het met graagte. Het is mijn dag.Ik ben er klaar voor.
Een artikel van Liesbeth Gijsel vandaag in dS.
Over het belang van vrij spelen.
Het werkelijke in vrijheid vrij spelen tijdens vrije tijd.
Waar we vroeger in onze agenda in de namiddag 'vrij spel' mochten aanduiden, staat nu 'hoekenwerk'. Niet zomaar vrij alle hoeken van de klas exploreren, experimenteren, maar heel duidelijk in welke hoek welk materiaal of activiteit, conform het project, aangeboden wordt en welke ontwikkelingsdoelen daarmee nagestreefd worden.
Op zich kan dat enkel toegejuicht worden, maar niet als het het vrije spel als onwaardige partner bekeken wordt.
De discussies erover met mijn directie zijn op meer dan één hand te tellen.
De keuze voor een papieren editie van een krant valt ook te betwisten, maar deze keer heeft P het voordeel aan zijn kant : maandag hangt het artikel aan het teambord.
Alle wegen leiden naar Rome en wie het schoentje past trekke het aan enzovoort.
The rain to the wind said,
You push and I'll pelt.'
They so smote the garden bed
That the flowers actually knelt,
And lay lodged--though not dead.
I know how the flowers felt.
- Robert Frost
Be soft.
Als een kapstok, ernaar teruggrijpend, me rechthoudend, me zonder zeil en roer de zee opsturend, het lichtbaken voor me.
Als een mantra, herhalend tot het deel van me is.
'Wat is jouw voornemen voor het nieuwe jaar?' vroeg iemand rond de tafel van de schoolraad aan me.
Geen bescherming meer tegen anderen.
Geen aanpassingen meer in me omwille van de hardheid van anderen.
Met alle zachtheid die ik in me heb spreek ik.
En ik was me er niet bewust van dat ik me er zo bewust van was.
Het ontglipte me, sprong uit me als een meisje in bikini uit een verjaardagstaart.
Be soft.
Do not let the world make you hard.
Do not let pain make you hate.
Do not let the bitterness steal your sweetness.
Take pride that even though the rest of the world may disagree, you still believe it to be a beautiful place.
Kurt Vonnegut, Jr.
Een kadobon die ik kreeg en de tientallen boeken die riepen 'neem me mee!'.
En zo kwam ik bij deze twee uit:
'Destructieve relaties op de schop, psychopathie herkennen en hanteren' van Jan Borms.
Niet de psychopaat die de media haalt, maar de mensen met psychopatische trekken rondom ons.
Maar liefst één op twintig mensen.
Waarvan een heel deel 'verdronken kinderen' zijn, waar emotie en bijhorend geweten vanuit ondraaglijke pijn vervangen werd door leegte.
Gelezen omdat een vriendin me het vroeg.
Gelezen omdat de auteur zegt dat iedereen die werkt met mensen, en kinderen in het bijzonder, dit zou moeten lezen.
(Onder andere dit denk ik erachter)
En'Borderline times: het einde van de normaliteit' van Dirk De Wachter.
Zestig- tot tachtigduizend mensen zouden in Vlaanderen met Borderline gediagnosticeerd kunnen worden.
Gelezen omdat ik alles wil gelezen hebben van Dirk De wachter.
Gelezen omdat alles van het lichaam en geest me interesseert en we allemaal wel iemand kennen die grenzeloos over onze of andermans grenzen gaat.
En zo komt de gedachte rond kinderen weer op.
Hoe kwetsbaar zijn ze, hoe onbeschermd, hoe onbeveiligd.
En hoe groot is onze verantwoordelijkheid als leerkracht, als ouder?
En hoe oppervlakkig, hoe niets afdoend wordt daarmee omgegaan?
Alles onder het mom van het recht om je voort te planten?
En hoe zit dat dan in elkaar? Want de wie niet is vastgelegd, maar de wie wel?