Met Herman Brood heb ik niets. Al zou ik over de eerste drempel van 'weerzin' moeten stappen om zijn werk te leren kennen en me dan een mening te vormen. Maar onverwacht heeft hij, misleid door Bono waar ik een boon voor heb, me toch gepakt. Adembenemend.
We rijden van school naar huis. Helena wil me iets vragen, maar vind de juiste woorden niet. Roodkapje en Hansje en iets van mama. Bedoel je het sprookje van Hansje en Grietje? Ja, dat. En of ik haar, zoals die mama doet, haar ook alleen in het bos zou achterlaten. Zou jij dat doen mama? In een flits moet ik denken aan een gesprek met Peter Adriaenssens op televisie, in de naweëen van Dutroux. Waar de interviewer vertelt over dat kleine meisje in de kelder dat dacht dat haar ouders boos waren en het opgesloten zijn linkte aan eigen 'stout zijn' en vraagt wat we kunnen doen om onze kinderen te beschermen tegen zo'n gedachtengang. Vertellen hoe graag je ze ziet, zei Peter Adriaenssens, vertellen hoe graag je ze ziet. En dat je, wat ze ook doen, hoe boos je ook om een bepaalde reden op hen bent, ze altijd even graag zal zien.
Ik maak soep om mee te nemen naar de Herfstwerkdag morgen op school. Ik snij de pompoen, de wortelen, ajuin en weet niet meer wat ik voel, wat er door me heen gaat. Het knopje omgedraaid. De boodschappen die ik afgelopen weken van mensen ver en dicht om me heen kreeg warrig en voor en door elkaar springend in mijn hoofd. Springend van intense vreugde, blijde verwachting naar kleine onzinnige onnodige irritaties naar zorgen, zorgen waardoor mensen het diepste uit de kan moeten halen om te blijven functioneren. De absurditeit van een verdwenen muts versus letterlijk en figuurlijk kapot zijn door chemotherapie. Wat is het dat deze tijd zo geladen maakt? Herfst zou rust moeten inleiden niet verandering.
Het is avond en Lucas zit naast me aan het bureau. Hij studeert voor een toets van engels en nederlands morgen, ik maak orde in de hoop papieren van de laatste twee weken. We hebben het even over zijn verandering van school. En als hij zich wat later weer over de irregular verbs en ik over de paparassen buig golft er zo'n warmte door me heen; ik ben zo trots op hem. Op wie hij is, hoe hij denkt, de vragen die hij stelt, de wijsheden en onwijsheden die hij verkondigd, zijn cool willen zijn, zijn deugnieterij, zijn humor, zijn groot hart. Mijn hand het haar in zijn nek strelend vraag ik me af hoe het komt hoe ik de ene dag zo warm door hem kan worden, de andere dag hem achter het behang zou kunnen plakken. Alles is wat het is.
Remi heeft het weer goed voor elkaar. Morgen is het het verjaardagsfeest van C. Hij had geen idee wat we zouden kunnen geven aan hem als verjaardagskado. Maar aangezien C. en Remi goede vrienden zijn en C. graag hier komt slapen had Remi een idee. Ik ga hem een bon geven om hier te komen slapen en 'iets leuks' te doen! Dat leuks was : naar het zwembad van Merelbeke gaan, naar de Quick gaan eten en 's avonds naar de film gaan. En oja, ook een vuur maken in de tuin en kastanjes poffen. En dan hier slapen. De dag nadien werd gelukkig nog niet met verwachtingen ingevuld. Toen ik uitlegde wat dat 'iets leuks' mij zou kosten, want niet alleen C. moet ik dan betalen, ook Remi. En mezelf als begeleider. En Helena, want die is toch te klein om alleen te blijven. En Lucas zal vast en zeker ook wel zin hebben in 'iets leuks'. En ook vriendinnetje L. zou meegaan, want hij zou haar hetzelfde kado willen geven, en daar gaat ze zo blij mee zijn mama, want L. is op C! In elk geval; Remi heeft de twee kadobonnen gemaakt en wijselijk opgeschreven: om hier te komen slapen en iets leuks te doen. Dan kunnen de drie musketiers de dag zelf bedisselen wat zij verstaan onder 'iets leuks'.
Elk jaar krijgt Piet met de jaarwisseling enkele agenda's van Mercedes. Die door sommigen graag gebruikt worden, al heb ik een agenda liever iets frivoler. Zoals mijn agenda van dit jaar. Eentje van Paulo Coelho met illustraties van Catalina Estrada. En laten zij nu beiden mijn hart beroeren. Elke maand begint met een thema. Oktober gerechtigheid.
Dat was vrijheid: te voelen wat haar hart verlangde, onafhankelijk te zijn van wat anderen vonden.
'Kijk, een dagpauwoog binnen' zegt opa terwijl we aan het eten zijn. Nu we de vlinder nog zien vangen we haar. Oma vertelt over de dagpauwoog, opa haalt er zijn vlinderboek bij en Helena laat de vlinder vrij. 'Brengt de winter door in quiëtisme' staat er geschreven. In rust, in stilte, denken wij. 'Innerlijke rust tot passieve overgave' zegt het woordenboek. Even later en ondertussen weer aan tafel vraagt Helena waarom opa zo raar doet. 'Je weet dat opa gaatjes in zijn hersenen heeft hé? Daardoor doet opa soms wat zotjes'. Ik zeg het lachend tegen haar, maar ben stil van binnen. Tot nu toe was zij het enige kleinkind dat zich geen vragen stelde bij het soms vreemd gedrag van opa, haar grote vriend. Maar de tijd laat zich niet foppen. Papa gaat achteruit en zij vooruit en blijkbaar hebben ze elkaar nu gekruist. Ik rij naar huis, mijn buik stil en een hele auto die ruikt naar appels. Appels die ik met papa geraapt heb in hun boomgaard. We moeten een appelboom planten in onze tuin bedenk ik. Een eigen appelboom. Maar ik wil helemaal geen eigen appelboom.
There is a house built out of stone Wooden floors, walls and window sills Tables and chairs worn by all of the dust This is a place where I don't feel alone This is a place where I feel at home
And I built a home For you For me
Until it disappeared From me From you And now, it's time to leave and turn to dust
Out in the garden where we planted the seeds There is a tree that's old as me Branches were sewn by the color of green Ground had arose and passed its knees
By the cracks of the skin I climbed to the top I climbed the tree to see the world When the gusts came around to blow me down I held on as tightly as you held onto me I held on as tightly as you held onto me
'Omdat jij daar geen platform voor schept' antwoordt hij op mijn vraag. Voorafgaande was er een gesprek over pubers en de bijhorende strijd en mijn opperen of dat met mijn kinderen ook zo zal zijn, en of we daar als ouder een invloed op hebben. Enige strijd is mij niet vreemd en beangstigd me niet. Het feit dat mijn eigen kinderen op een bepaald moment zich fysisch of emotioneel tegen mij of mijn waarden kunnen keren wel. Het gegeven dat je jarenlang fruit sneedt, gezonde maaltijden bereidde, insmeerde met zonnebescherming, zorgde voor de drie 'Erren' : Rust, Reinheid Regelmaat en dat dat eensklaps in schril contrast kan staan met het alom vernietigend effect van drug-of alcoholgebruik. Of met het niet weten waar je kind zich bevindt. De uren zorg die je aan je kinderen besteedt worden niet verrekend. Het is een geven, een geven van gans(er) hart(e), een geven zonder nemen, eenrichtingsverkeer. Zoals geven steeds zou moeten zijn. Maar het moet een immense pijn veroorzaken. Eén die je tot in je diepste zijn voelt. Door mijn hoofd bleef zijn antwoord gaan. Zijn antwoord en de vragen, bedenkingen die errond cirkelen. Ik weet niet of het zo eenvoudig kan zijn. Of het zo is dat je in elke relatie die je aangaat een platform schept. En waarvoor je dan een platform schept. Eerlijkheid? Openheid? Oprechtheid? Begrip? Meededogen? In elk geval dacht ik aan zijn antwoord toen ik deze middag de keukendeur hard had toegeslagen na Lucas enige verwensingen en bijhorende totaal onredelijke straf toe te gooien. Platform Katrijn, denk aan het platform. Oogst je wat je zaait? Of zaai je om nadien te oogsten en moet je geluk hebben dat de weergoden aan jouw kant staan? In elk geval bracht het teweeg dat ik na driftig aardappelen en wortelen geschild te hebben de rust en rede terug gevonden had om te luisteren wat er met Lucas aan de hand was, wat er in mij omging en of we elkaar daarin konden vinden. Waarvoor wandelen en worteltjespuree met zonnebloemolie, peterselie en sesamzaadjes allemaal niet goed is.
Van boven aan de trap roept Helena naar beneden. 'Mama?' - ja zusje - 'Ik heb gebid dat iedereen veilig is'. Even zal mijn blik verbaasd geweest zijn tot ik bedenk dat we vrijdag zijn en Helena dus godsdienst kreeg op school. Niet dat bidden me vreemd is, integendeel, maar wel het verwoorden op die manier ervan.
Lucas is veranderd van school. De richting die hij zo graag wou doen kon hij enkel doen op een katholieke school. Iets waar Piet en ik niet voor kozen. Door zelf voor het Gemeenschapsonderwijs te werken was ik met de jaren steeds meer en meer overtuigd van de schoonheid en kracht van pluralisme zoals dat zo mooi heet. Paralel met het steeds meer en meer overtuigd zijn van het juk dat de eeuwen katholicisme met zich meebracht. Al wankelde mijn geloof nooit. In elk geval brengt het nu met zich mee dat Lucas voor het eerst in zijn leven in de rij moet gaan staan op het belteken, recht moet staan als 'een hoger geplaatst persoon' binnenkomt en leerkrachten moet aanspreken met Mijnheer of Mevrouw. Pragmatisch als ik soms denk lijkt me dat Lucas daar niet dood van gaat. Gelukkig maar. Maar toen hij zonet vertelde dat verschillende leerkrachten, die geen godsdienst geven, de les aanvangen met een kort gebed moest ik toch even grinikken. Waar halen ze het voor een bende veertienjarigen ?
'De Coster-lijst is een onderdeel van het Project
Laurens Janszoon Coster, een vrijwilligersproject met de bedoeling zoveel
mogelijk Nederlandstalige literatuur gratis via Internet ter beschikking te
stellen. Abonnees op de Coster-lijst krijgen elke werkdag een klassiek
Nederlands gedicht in hun elektronische postbus: Van Vondel tot Van
Ostaijen.'
Een website waar ik sinds jaar en dag dagelijks
een gedicht van toegestuurd krijg. Het soms
diagonaal lees, het soms kopieer en opsla op de computer, in mijn geheugen. Dit
is het gedicht van vandaag. Leven, heden, hier en nu.
- Lenig mij -
Leven, geef me
doorslaggevende leidmotieven,
smakkeschenk me klare zijnzegen,
wissers
tegen de pijn, tegen
het venijn van de azijnpissers.
Altijd al was ik gevoelig voor leed van mensen en dieren, maar als het over kinderen of mensen die om een of andere reden kwetsbaarder of weerlozer zijn gaat dan ben ik helemaal week. Week en onmachtig. Een onmacht die zo fel kan zijn dat een boosheid me helemaal kan overvallen. En dat is met mama te worden niet bepaald verzacht. Gisteren las ik Duizend schitterende zonnen van Khaled Hosseini uit. Een roman die zich afspeelt in Afghanistan. Waarbij niet veel meer woorden uitleg gegeven moet worden denk ik. Ik las het uit en kon, ongeacht het nachtelijke uur, niet anders dan opstaan en gaan kijken of ons kleine meisje ok was. Een immense dankbaarheid overviel me om haar veilig te weten. Het moet pijn doen als je weet dat je kind overgegeven is aan willekeur van machtsmisbruik enkel en alleen omdat ze een meisje is. Aan elke vezel in je lijf.
Mooier dan mooi is het om nu te wandelen. De mensen die me vergezellen op de vele uren buiten, de natuur. De takken van de fruitbomen zwaar onder het gewicht. Moeder Aarde heeft (en geeft) een kracht en welwillendheid die me blijft verbazen. Waar haalt ze de moed? Hoe groot is haar draagkracht? De takken van de fruitbomen zwaar onder het gewicht en een zin uit een gedicht 'De appels in de boomgaard blozen...' houden me bezig. Een gedicht dat we gebruikt hebben op de geboortefeesten van onze kinderen. Maar eerst deze appeltjes:
Ambrosia, wat vloeit mij aan? uw schedelveld is koeler maan en alle appels blozen.
Anderhalve kilogram bioplanetgehakt, drie kilogram rijpe tomaten, wortelen, look, ajuin en veel estragon om evenveel kinderbuikjes te vullen. *Vakantie*
Weer droom ik. Een gelijkaardige droom als die van de voorbije weken. Een levendige droom met verdriet en boosheid en ontgoocheling en warmte. Het hele scala aan menselijke gevoelens dus. Met september in aantocht is de aanleiding me bekend, een professionele droomanalyse is overbodig. Wat niet wegneemt dat ik met al die heftige emoties wakker word en me vloekend tot hierboven richt. God, verdomme, wat wil je van me? Show me the way (to the next whiskeybar)
Het boek 'Man, vrouw en zielenbewust zijn' van Jaap Hiddinga passeerde me.
Maar twee dingen blijven hangen en vragend rondcirkelen.
Het ene ging over geaardheid en zijn visie daarop.
Namelijk dat we afwisselend onze levens doorbrengen als man of als vrouw.
En dat iemand die in een nieuw leven niet volledig los kan komen van het
vorige en bijgevolg andere geslacht, dat nu uit door homosexualiteit,
transsexualiteit, ...
Het tweede dat me bijbleef was een heel verhaal dat ik onrecht aandoe met
mijn eigen woorden, maar ik heb het boek niet meer om het letterlijk over te
tikken.
In een notedop kwam het hier op neer: elke ziel heeft een tweelingziel.
De kans dat je je eigen tweelingziel ontmoet in je leven is erg klein. Het
ontmoeten van je tweelingziel en de eenheid die je ervaart is een
godservaring. Het niet compleet zijn, het verlangen naar eenheid en hereniging, uit zich
in onze mensenlevens in het blijven zoeken en streven naar geluk.
Naar vervulling. Naar invulling via vriendschappen, liefdes en passies. In
de ruime zin van het woord en niet enkel via menselijke relaties.
In het groen, aan de kant, achter een boom of struik plassen; ik vind het heerlijk. Niet omdat ik een exhibitionistisch kantje heb, integendeel. Maar verbaasd moet ik vandaag toch gekeken hebben als mama me zei dat Tante Thérèse, zaliger en een zus van mijn opa en Tante An, alive and kicking en een zus van mijn mama, dat altijd deden. Niet omdat de nood zo hoog was, wel omdat ze dat leuk vinden. Ferme dinges, die genetica.