Na het melken nodigden de
melkers ons telkens uit voor koffie. Heel gezellig, zo genieten van de rust in
het holst van de nacht en praatjes slaan met de melkers! Minder gezellig toen
s morgens de wekker weer afliep.. Want onze bureautaakjes mochten niet lijden
onder onze nachtelijke activiteiten.
Een van de melkers is
afkomstig van Tel Aviv, een stadsjongen dus. Hij vertelde dat hij al zijn hele
leven droomde van leven in een kibbutz in het noorden. Kijk eens hoe mooi deze
vallei is. En inderdaad, we mogen niet klagen over ons dagelijks uitzicht!
Belgie, hoe saai is dat? Plat en groen, OVERAL.. En toch missen we die
groenigheid! En denken we dat lopen of fietsen toch een pak gemakkelijker is
als alles plat is
Onnodig te zeggen dat we op
het einde van de week stik-aan-de-pin (wordt dit verstaan door iedereen? Zo
nee, vervang stik-aan-de-pin door uitgeteld of doodop ;-)) waren.
Vrijdag gebruikten we dus
om uit te slapen. Met andere woorden: wakker worden om 7u30 ipv 6u30.. De rest
van de dag hebben we lekker geluierd: filmpjes kijken, boekjes lezen,
spelletjes spelen, beetje poetsen, ...
Zaterdag reden we naar het
park van de hangende bruggen in Nesher. Dit is vrij dichtbij voor ons, maar
toch hadden we er tot vrijdag nog nooit van gehoord! Een mooi stukje natuur, zo
dichtbij grootstad Haifa!
Vorig weekend
zijn we naar zee geweest. Want deze tijd van het jaar, wie weet kan het de
laatste keer van het jaar zijn. En blijkbaar waren wij niet de enigen met dit
idee! Elke parking was dubbel bezet, en op het strand krioelde het van de
mensen. Gelukkig vonden wij toch nog een plekje om ons neer te zetten.
Op vrijdag
redeneerden we hetzelfde als de week ervoor: laten we naar het strand gaan nu
het nog kan. En deze week was het kalm aan de kust, heel kalm. Al met al lagen
we daar met 30-40 mensen aan het strand. Ook de reddingspost al gesloten. Misschien dat dat de reden was waarom er vorige week zoveel volk was: de officiele sluiting van het strandjaar. En
dat terwijl het s middags nog steeds over 30°C warm is! Toen ik het thuis
tegen de huisbaas vertelde dat we waren gaan zwemmen, keek de zoon ook al
verbaasd aan met het horen dat we ook effectief in het water waren geweest. Dat is
toch te koud! zei hij. Naar Israelische normen zijn we dus ook al echte ijsberen Ons niet gelaten, meer plaats voor ons op het strand.
Machteld profiteerde van de rust en maakte er een strandloop bovenop.
We zijn er gebleven tot het donker werd zodat we ook de zonsondergang konden zien.
Op zaterdag
zijn we naar Ramat HaNadiv geweest, een natuurpark in Zichron Yaakov.
We hebben
er een wandeling gemaakt, die ons leidde door het dorre landschap, over woeste
heuvelruggen en langs steile kloven. We wandelden ook op het plateau van de
berg, dus je had een uitgestrekt uitzicht over de omgeving. Zo had je in het
westen de valleien, en in het oosten de Middellandse Zee. Onderweg passeerden
we ook weer ruïnes van een oude Romeinse nederzetting.
De zondag
nadien zijn we naar het filmfestival in Haifa geweest. Op deze dag stonden er
drie nederlandstalige films geprogrammeerd: eentje uit Belgie, en twee uit Nederland.
Omdat de filmzalen wat ver uiteen lagen, besloten we er eentje over te slaan,
en dan die twee andere film te volgen. De eerste die we zagen was Hemel, een
Nederlandse film over een verward meisje. Deze film was niet zo goed, met een
heel open einde. Daarna gingen we een hapje eten in de Giraf in Haifa, waar ze
een Aziatische keuken voorschotelden. Lekker exotisch! De tweede film was de
Belgische drama-film Lena. Deze was iets beter om volgen. Beide films waren
dus niet zo goed, maar het was nog eens fijn om Nederlands te horen. We moesten
nu ook oppassen wat we zeiden tegen elkaar, want nu zaten er nog meerdere
nederlands sprekenden in de zaal. We zijn het nu al zo gewoon dat niemand ons
kan verstaan, dat we er vaak zomaar dingen uitflappen .
Tijdens
afgelopen weekend zijn we naar Jerusalem afgezakt, om van daaruit door te
trekken naar Ramallah in de Westbank. Vrijdagmorgen vertrokken we met de auto
van bij ons thuis naar Jerusalem. We parkeerden de auto bij het Israel Museum,
omdat we daar een exhibitie bijwoonden van de Hassidische Joden, een groepering
van ultra-orthodoxe joden. De exhibitie gaf met documenten, voorwerpen, fotos
en videoseen inkijk in de wereld van
deze mensen. Elke groepering (court) heeft zijn eigen (Oost-Europese)
oorsprong en bijhorende rabbi, en de verschillen tussen de courts is
zichtbaar door de subtiele verschillen in kledingsstijl (vb. hoedenrand,
hoedenpels, kleuren van kledij, ). De videos toonden ook aan deze mensen veel
dansen en zingen tijdens hun bijeenkomsten. De eerste schooldag voor de kleine
kinderen is ook een heel evenement, want op deze dag wordt hun hoofd geschoren
zodat ze enkel nog hun krullen overhouden. De mannen besteden hun tijd aan
Bijbelstudie, het maken van religieuze objecten en kledij etc. terwijl de
vrouwen vaak buitenshuis werken om een inkomen te vergaren. De kroost is vaak
ook groot, en de ideale leeftijd om te trouwen is 18 jaar. Het is ook
belangrijk voor hun om afgeschermd te blijven van de mondaine wereld, daarom
dat ze vasthouden aan hun eeuwenoude tradities. Wat we misten in de exhibitie
was een groter inzicht in het dagelijkse leven van deze mensen, en het waarom
van sommige tradities (vb. waarom pijpekrullen?)
Om van het
ene uiterste naar het andere over te gaan, besloten we naar de Ramallah te
gaan, het diplomatieke centrum van de Westbank. We namen de bus vanuit
Jerusalem aangezien dit de makkelijkste vervoerwijze is. Deze bracht ons via de
Kalandia checkpoint naar het centrale busstation in Ramallah. Na enkele korte
omzwervingen vonden we ons hotel toch in een opgebroken straat. Ramallah leek
wel een grote bouwwerf. Aan de receptiedesk van het hotel werden we opgewacht
door de 12-jarige zoon van de eigenaar, die zijn huiswerk zat te maken op de
computer. Hij sprak heel goed Engels en deed de volledige check-in voor ons.
Aangezien
het nog steeds licht was, trokken we nog even de stad in. We maakten eerst een
toer langs enkele bezienswaardigheden zoals het leeuwenstandbeeld op het Al-Manara
plein, en de kolom op het Yasser Arafat-plein.
Daarna zochten we cafeetje op
(Sangrias), waar we een sangria en het lokale bier proefden terwijl we aan een
waterpijp lurkten. Later zochten we ook nog het Pronto Resto-Café op waar we
een Pecin-noten metvijgenjam dessert
oppeuzelden.
Op zaterdag
morgen trokken we naar de begraafplaats van Yasser Arafat in Ramallah. Dit was
een zeer modern, en mooi opgetrokken gebouw zon 2 kilometer uit het centrum.
Zaterdag is ook weer een gewone dag, en dus was er nu veel meer leven en
beweging op straat. De binnenstad stond vol marktkraampjes en autos reden
elkaar vast op de straten. Ons was verteld dat Ramallah meer autos dan mensen
heeft
Tijdens het uitchecken was er even onduidelijkheid over de lokale tijd. De
eigenaar zei ons dat men nog in zomertijd zat, terwijl in Israel de wintertijd
al is ingegaan. Even later op de bus hoorden we dat ook hier de wintertijd al
was ingegaan. Zo zie je maar hoe belangrijk de tijd is voor sommige mensen
Op de
middag trokken we naar Taybeh. In het busstation ontmoeten we nog enkele
Europese toeristen die op weg waren naar het bierfestival van Taybeh. Bij ons
in de bus zaten nog 2 Zweedse jongeren die politieke studies deden in
Stockholm, maar in Ramallah vrijwilligerswerk deden. Ook 3 Duitse jongeren
stapten op, net als 1 Deen en nog een koppeltje Europeanen. De lokale jongeren
op de bus keken hun de ogen uit op de bus, en lachten dikwijls om een of andere
onbeduidende reden in hun vuistje. Nog een opmerkelijk weetje over ons busje
was dat de ramen made in Belgium waren .
In Taybeh
wordt nu al 8 jaar een Oktoberfest georganiseerd door de lokale brouwerij.
Taybeh is een christelijk dorpje, vandaar dat deze Arabieren hun eigen bier
brouwen.
Op het gemeenteplein stond er een podium opgebouwd, waar verschillende
groepjes kwamen optreden. Er was een band van Italie, een groepje uit
Duitsland, meer bepaald van Beieren (dus inclusief lederhosen!), en ook nog
enkele lokale bandjes en dansgroepen. Wij bleven zitten om de Duitsers bezig te
horen. En dat was best gezellig, zeker ook al omdat enkele Duitse toeristen
voor de sfeer zorgden.
Tussen de optredens door genoten we van het lekkere
eten, en natuurlijk ook van het bier dat rijkelijk uit de tap stroomde.
Het
publiek was redelijk divers te noemen: je had natuurlijk de lokale bevolking,
vele Europese toeristen, ook veel diplomaten en bijgevolg ook wel wat
security-mensen, en dan had je ook nog de nonnen uit de aanliggende kerken die
een kijkje kwamen nemen.
Na het
optreden van de Duitsers brachten we een bezoek aan de brouwerijvan Taybeh. Die dag werd er elk uur een
geleid bezoek georganiseerd. De rondleiding stelde op zich niet zo veel voor
aangezien alles onder een dak te vinden was. Eerst kregen we een promo-filmpje
te zien, en daarna gidste een vrouw ons door de fabriek. De gids sprak ook nog
eens zeer snel (sneller dan haar schaduw ), waardoor de rondleiding afgerond
was in 5 minuten. Zoveel speciaal was er nu ook niet te zien: het gewone brouw
proces. Wat wel speciaal was, was dat ze hun grondstoffen importeerden: graan
uit Tsjechie, hop uit belgie, Ook enkele machines waren overgebracht van
enkele Europese brouwers.
In totaal produceert men hier ongeveer 600000
liter/jaar. Op een van de kasten in de fabriek hingen ook enkele
krantenartikels, en wij ontwaarden er eentje van het Belang van Limburg,
gedateerd uit de jaren 90 bij de lancering van het bier.
De gids vertelde ons
ook de moeilijkheden die ze ondervonden om het bier te exporteren, aangezien
alles door Israel heen moet, aangezien Palestina geen eigen haven of luchthaven
heeft.
Toen we
terug naar het festival wilde gaan, bleek dat men inkom was beginnen vragen. De
security zag precies een bron van extra inkomsten en nam gebruik van deze
gelegenheid. Omdat we toch al alles gezien hadden op de site, en we van plan
waren niet lang meer te blijven, besloten we maar weer terug te keren naar
Jerusalem. We sprongen in een taxi-busje dat ons naar Ramallah terugbracht, en
van daaruit konden we weer een bus nemen naar Jerusalem. Deze bracht ons door
het checkpoint aan de grens met Israel. In de file voor de checkpoint stapte
plots iedereen af, enkel de oudjes en de nietsvermoedende toeristen bleven
zitten. De anderen deden dit blijkbaar om tijd te winnen en zo aan de file te
ontsnappen.
Wij bleven echter zitten en reden met de bus door de checkpoint.
Een soldaat kwam er onze identiteit controleren, en liep eens verder door de
bus om te kijken of alles in orde was. En dat was natuurlijk het geval. Na het
checkpoint werd de bus afgeleid naar een parking, waar we moesten overstappen
op een andere bus. Daar kwamen we ook weer terecht tussen de andere mensen van
bij ons in de bus, die door de strengere controle van het checkpoint geraakt
waren. Deze bus bracht ons van het checkpoint naar Jerusalem busparking.
Tevergeefs
hoopten we dat de Shabbat over was. De tram reed nog niet, dus besloten we te
voet naar onze auto te lopen. Onderweg hielden we even halt in de stad om een
hapje te eten in een restobar, waar een jolige ober ons van voedsel en drank
voorzag. Na een omweggetje kwamen we terug bij onze auto terecht, die
moederziel alleen op de grote parking van het Israel Museum stond.
Op maandag zijn
we nog eens een fietstochtje gaan maken in onze omgeving. Ondanks de dreigende
onweerslucht vertrokken we toch voor een tochtje naar Bet Lehem HaGelillit.
Daar kwamen we uit bij de Spice Farm, een plaats waar we al veel over gehoord
hadden, maar die we nog niet bezocht hadden. Nu hielden we dus toch even halt
om eens binnen te piepen. En we waren niet de neige daar! Er heerste weer een
drukte van jewelste in deze kruidenwinkel. De winkel geurde heerlijk naar alle
verschillende kruiden en planten die er verkocht werden. Toen we terug wilde
vertrekken, begon het wel even te stortregenen, dus schuilden we even onder een
plantenboog. Na 5 minuten was de regen weer overgetrokken, en zetten we onze
fietstocht verder. Onderweg werden nog even achternagezeten door een drietal
honden, en werden we ook nog getrakteerd op enkele wind- en regenvlagen.
Deze week is
de tijd van het joodse Sukkot feest, oftewel het loofhuttenfeest aangebroken. Voor
vele mensen is deze periode ook een periode van reizen en feesten. Daarom
worden er over het hele land verschillende evenementen georganiseerd. In Haifa
wordt er bijvoorbeeld een filmfestival gehouden. Op maandag trokken we dus naar
Haifa, waar we eerst een hapje aten in een Engelse pub. Het eten viel eerlijk
gezegd wel wat tegen, maar de drank was goed.
Daarna
trokken we naar het park in Haifa waar het optreden van Asaf Avidan zou
doorgaan. Wie? zullen misschien velen onder jullie zeggen, maar toch zullen
jullie hem herkennen van de radio. Hij had een paar weken geleden immers een
nummer 1-hit in Belgie met One day. De mensen begonnen toch al toe te
stromen, maar gelukkig vonden we nog een leuk plaatsje tussen de massa. Avidan
stelde er voornamelijk zijn nieuwe cd voor, maar bracht toch ook enkele (voor
de Israeliers dan toch) bekende meezingers. Ondanks de dreigende wolken, werd
het toch een leuk optreden.
Op woensdag
kwamen Ephraim, Aharon en Daniel nog eens naar Newe Yaar. Ephraim kwam nog
eens met ons samenzitten om onze progressie te bespreken, en de volgende
stappen uit te stippelen. Deze gesprekken met Ephraim zijn altijd wel leerrijk
en interessant.
s Avonds zijn
we dan samen nog eens naar de boerderij gegaan om een van Tom zijn experimenten
uit te voeren. Machteld was in dit geval de bevallige assistente . Het was al een poos geleden dat we
nog eens daar waren door onze tripjes naar Europa. Ook nu liepen er weer enkele
nieuwe gezichten rond. Het verandert hier toch allemaal snel. Op donderdag
morgen werd Tom gevraagd of hij Ali en Rotem kon helpen met kalveren wegen.
Natuurlijk ging dat! Drie groepen van kalveren moesten gewogen worden. Dit
houdt in dat de groep naar de weegbrug gebracht moest worden en dan de waarden
opgeschreven moeten worden. Zon weegbrug is toch een handig systeem, zeker
wanneer de kalveren er al vertrouwd mee zijn. Hier worden ze om de 23 dagen
gewogen om de groei op te volgen, en nablijvers worden apart gezet om beter in
de gaten te kunnen houden.
Deze week was het weer een onderbroken werkweek. Zondag en maandag waren gewone werkdagen, maar dinsdagnamiddag/avond begon Yom Kippur, de meest heilige dag voor de Joden. Deze dag staat helemaal in het teken van gebed en vasten. Ons was verteld dat volgens de overlevering op deze dag, 10 dagen na Joods nieuwjaar, de god je leven voor het komende jaar in het grote boek inschrijft. En natuurlijk wil iedereen op het goede blaadje staan, vandaar dat de Joden op Yom Kippur een dag extra hun best doen. Yom Kippur staat ook voor een autoloze dag. Rond 18.00 wanneer de avond invalt, hoor je steeds minder auto's op de baan, en komen er meer en meer kinderen met hun fietsjes en rolschaatsen buiten spelen. Wij maakten op dinsdag een avondwandeling door de stad en zagen dat het hele dorp op straat was gekomen. Onderweg kwamen we nog een bekende tegen, en toen Tom hem vroeg wat hij zoal ging doen, antwoordde hij: "Hopen dat het snel over is!". Op woensdag was het nog steeds een autoluwe dag. Er zijn enkelingen die nog steeds de auto gebruiken, en natuurlijk niet iedereen in Israel volgt het Joodse geloof. Wij namen toch gebruik van deze autoluwe dag om een fietstochtje te maken op de wegen die we anders niet kunnen nemen omwille van de drukte.
Op donderdag moesten we weer vroeg uit de veren omdat we naar Bet Dagan moesten. Ilan verwachtte ons weer om 05.30 aan zijn huis. Onderweg moesten we ook nog Roy oppikken, een nieuwe student van Ilan. Blijkbaar wonen zijn ouders bij ons in de straat, en hij was nu toevallig daar voor de feestdagen. Wie weet komen we hem dus nog wel vaker tegen. In Bet Dagan ontmoetten we ook Amos, die student die zijn master net behaald heeft. Hij was nog eens daar om alles af te handelen. Zo is hij nu bezig met een publicatie te schrijven van zijn master thesis, iets wat in Belgie niet zo gebruikelijk is. Dit duidt erop dat de opleiding in Israel meer praktisch is aangelegd, en dat je zelfs als student wetenschappelijk onderzoek doet. In Belgie ben je toch meer de hulp van een doctoraatsstudent, en doe je experimenten voor zijn onderzoek. Althans dat is onze mening. Roy volgt nu het werk van Amos op. Amos vertelde ons ook dat hij verloofd is met zijn vriendin. Hij had haar een aanzoek gedaan in Juli, en in November is de trouwdatum gepland. Zo zie je maar, ze laten er geen gras over groeien. Wanneer Machteld hem er op wees dat in Belgie er meer tijd over een verlovingsperiode gaat, en dat de uitnodigingen gewoonlijk 3 maanden op voorhand verstuurd dienen te worden, merkte Amos op dat iedereen in Israel de datum dan zou vergeten. Hij was nu ook bezig met de rabbi alles te regelen, en deze had hem al gezegd dat het hoog tijd werd om te trouwen aangezien hij al 29 was!
Op vrijdag waren we uitgenodigd op het verjaardagsfeest van Elad, de zoon van onze huisbaas. Hij wordt dit jaar 30 jaar, en dat diende gevierd te worden. Hij had een feest georganiseerd in de sushibar waar hij werkt als jobstudent, en nodigde al zijn vrienden en familie uit. We hadden voor hem een cadeau samen gesteld met 6 verschillende Belgische bieren, en een kaartje voor hem geschreven in het Hebreeuws. We hoorden de dag nadien toch dat het zeer geapprecieerd werd. Tijdens het feestje lieten we ons de sushi smaken en het bier en de chasers binnenvloeien. ;-)
Op zaterdag zijn we nog een fietstochtje gaan maken. Deze keer gingen we wel op verplaatsing, en dus bonden we de fietsen op onze auto. We maakten een kort maar pittig ritje door de heuvels rond Bat Shelomo. We ondervonden ook dat het toch nog een beetje te warm is om zo intensief te gaan fietsen.
Bij onze terugkomst zat Moti met zijn familie buiten te eten en
genieten van het zonnetje. Wij schoven ook aan en probeerden ons te
mengen in de conversaties. In de namiddag werden we dan verrast door
de eerste regendruppels in maanden te horen vallen. Het stelde nu wel
niet veel voor, maar laat het een begin van meer zijn!