Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
06-12-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 5
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Dag 5 (16 juli)

 

De wraak van Gregorij. Onze gast begint de ochtend van dag vijf met de boel op zijn kamertje kort en klein te slaan. Vervolgens eist hij tot driemaal toe luidkeels ontbijt.Meer bepaald in de vorm van gebakken aardappelen. Na zijn ongevraagde verbouwingswerken weigert mijn moeder deze klaar te maken. De koffiekoeken die Matthijs en ik onder witte vlag naar hem toewerpen, schopt hij terug met de woorden: “Jullie graanrommel moet ik niet!” De Vodka van gisteren was nochtans graanvodka en die ging er bijzonders goed in. Na drie uur van bikkelharde onderhandelingen komen we tot een compromis: Gregorij belooft inschikkelijker te zijn en met ons uit wandelen te gaan, indien hij de gebakken aardappelen krijgt met enkele schijfjes tomaat en ook een glaasje Vodka.

 

Ik wil zeggen dat die dus van graan gemaakt is, maar Matthijs schopt mij onzacht tegen het scheenbeen aan. Ik grijp hem bij zijn keel, maar mijn pa, weet ons te scheiden. “Waarom zijn jullie ook niet gewoon economie gaan studeren? Geen kans dat je daar ooit te maken krijgt met Russen, want die hebben geen economie.” Pa heeft zo zijn vooroordelen. Gregorij krijgt al zijn eisen ingewilligd. Moeder weten we tijdig het rattenvergif te ontfutselen. Zo krijgt Gregorij aardappelen waarvan je na consumptie niet schuimbekkend over de vloer rolt. De details van onze levensreddende ingreep hangen we maar niet aan zijn neus. Gregorij schrokt alles naar binnen. Na zijn ontbijt keilt hij de lege pan naar iemands hoofd, het mijne namelijk. Matthijs verbiedt mij te reageren. Gezien pa al klaar staat voor een interventie, laat ik er het er bij. Gregorijs woorden: “Sorry, ze ontglipte mij.”, laat ik over mij heen gaan.

 

Hierop gaan we vredig op wandel. Dat gaat hooguit vijf minuten goed. Gregorij ziet opeens berkenbomen staan. Het effect daarvan hadden wij nooit kunnen voorspellen. Onze gast krijgt me daar een aanval van heimwee… Gregorij zakt op zijn knieën, rukt zijn haren uit en barst uit in de meest jammerlijke snikken, doorspekt met odes aan Moedertje Rusland en dat in het Russisch natuurlijk. Ik voel meteen nattigheid. Hier komen Matthijs en ik niet ongestraft mee weg. Alle oudjes in mijn straat, nieuwsgierige aagjes van de gemeenste soort, hebben vanachter hun gordijnen alles in de mot. Gezamenlijk stormen ze buiten. Dat doen ze ook als er een ambulance passeert. Dan willen ze zien waar die stopt. Tenzij het er eentje voor henzelf is, want dan liggen ze liever ergens halfdood. Bijvoorbeeld op de keukenvloer of in hun kippenhok. Ook nu onderbreken ze hun aanbidding van het televisiemedium. Ze storten zich op ons. Die dementerende gekken denken dat wij Gregorij zwaar mishandeld hebben, dat we een illegaal gebruiken als persoonlijke slaaf. Zonder verdere vragen gaan ze aan het slaan met hun wandelstokken, looprekjes en ook een enkele tuinschaar. Want als een oude van dagen niet voor tv zit, is hij zeker zijn gazon aan het kortwieken. Onder al die slagen, krijgen we vanzelfsprekend niet uitgelegd wat er werkelijk gaande is. Dus zetten we het op een lopen.

 

Het bejaarde volkje ontfermt zich over Gregorij. Hij krijgt thee aangeboden met van die muffe koekjes die elke Belg boven de 65 in huis schijnt te hebben. Al snel zien ze hun fout in. Gregorij scheldt hen de huid vol. Hij maakt hen een looprekje afhandig en gaat op zijn beurt aan het slaan. De oudjes vluchten terug naar hun televisie. Grigorij vervoegt ons bij onze schuilplaats. “Kom vanuit die boom, stelletje angsthazen”. We klimmen inderdaad naar beneden en zetten de wandeling verder. Tot onze verbazing verloopt alles goed. De zomerzon verkwikt ons, de vrede lijkt teruggekeerd, Gregorij vertelt ons zelfs een mop. Wij forceren een glimlach. De wankele harmonie is natuurlijk een kort leven beschoren. Al snel komt er een vervaarlijke stoorzender opdagen.

 

Een kwaadwillend lot grijpt in, en wel in de vorm van…een eekhoorn. Dat onze oosterburen een tikkeltje buitensporig bijgelovig zijn, wisten we al langer, maar dat het zo’n proporties aannam dat konden wij nooit vermoeden. Gregorij ziet een eekhoorn oversteken, een kleine, onschuldige eekhoorn. Wij staan vertederd te kijken, maar onze gast gaat er meteen vandoor, zo snel als zijn benen hem kunnen dragen. Hij klautert dezelfde boom in waar wij net uitgesprongen en daar blijft hij zitten tot het schemert. “Jullie gaan mij vermoorden, jullie gaan mijn vermoorden.”, zegt hij almaar door. “Maar nee”, zeg ik, “mijnheer Gregorij de angsthazige, daar zijn wetten voor voorzien, die laten ons niet toe jou te vermoorden. Hoe graag we dat ook zouden willen.

 

Tenzij we het natuurlijk op een ongeluk laten lijken. Je weet heus zelf dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Je zou versteld zijn als je wist op wat voor bizarre manieren mensen zichzelf onthoofden met, neem nou, een tuinschaar.” Gregorij brengt de rest van de dag niets begrijpelijks meer uit. Hij schudt en beeft zo hard, dat de boom al snel de helft van zijn gebladerte verliest. Ik doe alsof ik een tuinschaar in mijn handen houd. Gregorijs kreten gaan door merg en been. De oudjes snellen hem nu niet meer ter hulp.Het is avond en ’s avonds is er familie op de buis in combinatie met herhalingen van FC de Kampioenen. Op zo’n moment moet het huis van een Vlaamse bejaarde al aan de vier hoeken branden voor hij met zijn artritische krent uit de zetel komt.

 

Matthijs’ smeekbeden alstublieft op te houden met het pesten van onze gast hebben geen effect. Mijn sadisme komt in volle kracht opzetten. Ik vang de eekhoorn, plaats hem op mijn schouder en voer hem nootjes. Ondertussen boots ik wolfsgehuil na. Gregorij komt al snel in een psychose terecht. Hij begint zich hoogst merkwaardig te gedragen. Tenzij het in Rusland de gewoonte is de schors van berkenbomen af te likken terwijl je met beide vuisten op je slapen inbeukt. Matthijs en ik hebben het nu wel gehad met onze logé. We bellen de dienst immigratie met een anonieme tip. Er komt een busje met mensen in een witte jas om Gregorij op te halen. Matthijs en ik maken rustig onze wandeling af. We keuvelen volop over ditjes en datjes zoals wij dat zo graag doen. Van Gregorij horen we verder niks meer. Zijn bagage schenken we aan spullenhulp. Zijn universiteit stuurt twee verontruste mails, maar die laten we wijselijk onbeantwoord. In het Russische leger benemen zich jaarlijks duizenden rekruten van het leven, de Russische regering ligt echt niet wakker van een verdwenen student neerlandistiek.

06-12-2009 om 11:43 geschreven door Tederdraads  


04-12-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 4

Dag 4 (15 juli)

 

Matthijs stelt voor het met een list te proberen. We kloppen aan bij Gregorij. Wanneer we zoals verwacht weer geen reactie krijgen, wandelen we weg. Ondertussen roepen we luidkeels: “Tja, dan gaan we al die Vodka helemaal zelf moeten opdrinken!” We doen alsof we er vandoor zijn en jawel, we horen het knarsen van de sleutel in het slot. Gregorij treedt uit zijn isolement! Hoezee!! Dat moeten we vieren. We halen de vermelde Vodka boven. Eindelijk, eindelijk gaan we ons Russisch bijschaven. De snelheid waarmee onze gesloten logé zich ontpopt tot een vlotte prater slaat ons met verstomming. We hebben het uitgebreid over het leven in Rusland, over de verschillen tussen oost en west en nog veel meer.


Gregorij brengt ons de kunst van het toasten bij. “Hier bij jullie, zegt hij, “drinken jullie maar raak, elk drinkt wanneer het hem zint. Wij doen het anders, wij maken er iets speciaals van, iets heiligs zelfs.” Telkens hij naar zijn glas grijpt, worden wij geacht dat ook te doen. Weigeren staat gelijk aan een oorlogsverklaring. En wij maar kappen dus. Op de kennismaking, op de vriendschap, op de vrede tussen de volkeren. Zo verder tot diep in de nacht. Wat gaat het goed denken Matthijs en ik samen. Eindelijk hebben we de sfeer die we wilden. Tot ik in mijn oneindige dwaasheid Gregorij uit zijn tent wil lokken. Ik hef het glas hoog en spreek als volgt:

 

“Weet je waar ik niet tegen kan: Russen –nog steeds Untermenschen in de ogen van mijn vader- die Amerika reduceren tot wolkenkrabbers en pochen over hun uitgestrekte steppe. Alsof Amerika geen uitgestrektheid heeft! Verdrinken in verzuurde borsj graag, die kloefkappers! GOD BLESS AMERICA!!! Waar ik verder niet tegen kan: mensen die dagelijks Amerikaanse cultuur INdrinken via film, muziek en tv en melken over hoe gekant tegen Amerika ze wel niet zijn. Naar de Goelag met die klojo’s. Verder: Mensen die tegen Hitler zijn, maar niet tegen Mao. Kijk, Hitler blijft een verwerpelijke massamoordenaar, maar die waste zich tenminste. Komt nog bij: mensen die doen alsof Stalin een lieverdje was. Je soldaten achter rijdende vrachtwagens binden omdat ze zich - allicht in begrijpelijke omstandigheden – hebben overgegeven is gewoon kierewiet.”

 

Na een minuut van de ijzigste stilte zit Gregorij mij achterna met een keukenmes. Iets in mijn, ik geef het toe, beschonken betoog, zint hem niet. Is het de commentaar op Stalin of zijn de lovende woorden aan het adres van Amerika genoeg reden voor een casus bella? Wie zal het zeggen? Zeker is dat Gregorij en ik koortsig omheen de keukentafel koersen. Ik om een keukenmes tussen mijn ribben te vermijden, hij precies om het daar te planten. Na een tiental toertjes komt Matthijs met de oplossing: hij pootje lapt mijn schuimbekkende achtervolger. Ik bedank hijgend mijn kompaan voor zijn reddende actie en we halen beiden opgelucht adem.


Dat is echter zonder de verbetenheid van onze gast gerekend. Hij krabbelt terug overeind, slaat de hals van de fles Vodka en hup, daar begint de keukentafelrace van voor af aan. Ook nu is het Matthijs die de vijandelijkheden staakt door krek dezelfde ingreep. Alleen pootje lapt hij mij en niet mijn drieste belager. Wanneer ik hem daar met licht geagiteerde aandrang attent op maak, ziet hij zijn fout in en pootje lapt hij ook de gewapende Rus. Ik verontschuldig mij bij Gregorij, maar het baat niet. Hij staat op en verdwijnt naar zijn kamer. We zijn terug naar af. Het zal nooit meer helemaal goed komen. Matthijs kijkt mij boos aan en zegt: “jij ongelofelijke kemel”. Ja, wat zeg je daar op?

04-12-2009 om 16:33 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 3

Dag 3 (14 juli)

 

Gregorij is terug op zijn kamer. Wanneer hij precies teruggekeerd is, daar hebben we het raden naar. Hoe hij ’s nachts binnen geraakt is, zonder vernielingen toe te brengen aan onze voordeur, is al evenzeer een raadsel. Matthijs en ik blijven niet werkeloos toezien terwijl onze gast zich hermetisch opsluit in mijn eigen huis. We starten een correspondentie met Gregorij onder de deur door. We verzoeken hem vriendelijk naar buiten te komen of op zijn minst mede te delen, waarom hij zich gedraagt alsof wij zijn ergste vijanden zijn. De reacties blijven uit. Nadere kennismaking met Gregorij zit er ook vandaag niet in.

04-12-2009 om 14:36 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mooizaamheid
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mooizaamheid

 

Overal waar Laura kwam, ving zij de blikken van de mannen.Al in de middelbare school leverde dat allerlei voordeel op. Straf kreeg ze nooit en hoewel ze voortdurend babbelende, kreeg ze vrijwel nooit een opmerking van de leerkracht. Tenzij het natuurlijk een vrouw was, want bij haar eigen sekse lokte zij meestal afgunstige wrevel uit. Echte vriendinnen had ze dan ook niet. Al kende ze wel heel veel mensen en had ze een druk sociaal leven.

 

Aan de unief zetten die trends zich door. De professoren fixeerden hun blik op haar tijdens de lessen. Dat vond zij nochtans vreselijk.  Winter en zomer ging zij naar de les in een koltrui. Daar begroef ze zich in, maar haar geïmproviseerde sluiters hadden weinig effect. De proffen bleven kijken. De klasgenoten even zeer. Ze had een samentroepingseffect op leeftijdsgenoten. Jongens staken de hoofden bij elkaar om haar collectief te keuren en de meisjes klitten samen om schoonheidsfoutjes te kunnen ontdekken. En als ze die niet vonden, dan schreven ze haar wel af als een hautaine bitch.

 

Academisch liep het vlot. Een hoogvlieger was zij niet, maar ze haalde aardige cijfers. Laura’s voornaamste zorg was dat zij geen lief had. Erger: zij had nog nooit een lief gehad. Zelfs over een eerste kus kon zij niet meepraten. Met 21 was het meisje dat in de winkelstraten alle hoofden deed keren, nog steeds grasgroen achter de oren.

 

Niemand uit haar omgeving wist waarom. Zij zelf kreeg er kop noch staart aan. De mannen keken wel, maar daar bleef het dan meestal bij. Enkel de meest onmogelijke griezels waagden zich in haar buurt. Die overstelpten haar dan met clichévragen. Of erger: met clichécomplimenten. Verveeld stuurde ze hen wandelen. Soms vroeg ze zich af of ze misschien te kieskeurig was. Als iemand dan vroeg wat voor jongen ze zocht, antwoordde ze steeds: ‘een gewone, normale jongen’. Daar lag het dus ook niet aan.

 

In het derde jaar van haar studententijd leerde zij dan toch iemand kennen. Ze kreeg een nieuwe kotgenoot. Een van Laura’s huisgenoten vertrok voor zes maand naar het buitenland. In de tussentijd nam er een student haar kamer over. Kwestie van niet onnodig huur te betalen.

 

De nieuwkomer bleek een bijzonder spontane kerel te zijn. Ze zag hem voor het eerst in de gemeenschappelijke gang. ’s Ochtends haalde ze haar fiets uit de berging. Net toen zij de voordeur dicht wilde trekken, kwam hij binnen met een brood. ‘Hoi’, zei hij. ‘Ik heet Wannes en jij?’

 

 ‘Laura’, zei ze, terwijl ze ongewild haar armen kruiste en als een soort autosanctie de hiel van haar ene schoen hard neerzette op de tip van haar andere schoen De jongen bleef oogcontact zoeken en liet haar blik niet los. Dat was dan de eerste normaal uitziende kerel die zoiets deed.  Ze was gewend dat jongens zich in haar buurt hopeloos stuntelig gedroegen. Ze raakten niet meer uit hun woorden, ze lieten dingen vallen en ze keken al zeker nooit langer dan één seconde in haar ogen. Of ook irritant: ze begonnen hyperenthousiast over hun toekomstplannen te spreken in een slappe poging om haar te imponeren.

 

Deze nieuwkomer praatte tenminste tegen haar alsof hij een mens voor zich had en geen pop waar je leuk mee kon spelen. In Laura’s buik begon het vreemd te draaien. Ze knikte en ging er vandoor. Op de fiets naar de faculteit had ze moeite om zich te herinneren welk vak ze had.

 

In het auditorium was ze er met haar gedachten niet bij. Toen de prof zich weer op haar fixeerde dook ze echter niet weg. Integendeel, ze keek hem strak aan. De man raakte volledig de kluts kwijt. Tijdens die ene les versprak hij zich een keer of zeven. Toen het bord haperde, reageerde hij zo zenuwachtig, dat hij het per ongeluk loswrikte. Het viel met een luide bons de grond op. Gewoonlijk gaf hij tien minuten pauze en geen minuut langer, nu bleef hij een dik half uur weg. Bij zijn terugkomst gaf hij een andere les dan hij begonnen was, vóór de pauze. Laura sloeg aan het denken.

 

Het was de drukste dag van de week. Onafgebroken les tot ’s avonds. Enkele jaargenotes waar ze soms een oppervlakkige lunchgesprek mee voerde, merkten op dat er iets aan de hand was. Ze konden alleen niet precies zeggen wat. Als ze vroegen of er wat scheelde, zei Laura: ‘Ik ben gewoon een beetje moe.’ Toen ook de laatste les aan haar aandacht ontsnapt was, liep ze verdoofd het auditorium uit. De kennissen vroegen of ze mee ging eten. Ze weigerde. Te moe.

 

Op de terugweg stopte ze bij een rood licht. Naast haar stond een jongen. Ze maakte zich wat kleiner en keek naar hem op met grote ogen. De jongen bevroor. Auto’s toeterden boos. Zij schoot weg. De jongen raakte niet in gang. Hij kwam twee meter vooruit. Dan gleden zijn voeten van de pedalen. Hij kwam ten val. Een auto kon nog net ontwijken. Laura fietste op automatische piloot en bleef verder in gedachten verzonken.

 

Toen ze aankwam op haar kot, gooide ze haar boeltje in een hoek. Ze deed een dosis parfum op, waarmee ze anders een hele week toekwam. Ze poetste haar tanden, trok haar bloes recht.Daarna rende ze de trap op. Ze stopte bij een deur, versierd met de tekst: ‘Cunnilingus is king’, ‘if you don’t get the whipped cream all over you, then you’re not doing it right’.

 

Er hing een zelfgemaakt collage bij: foto’s van rocksterren, schrijvers, historische figuren. De levenslust die van de foto’s spatte, beviel haar wel. Haar hart bonsde in haar keel. De deur ging open. Wannes keek opnieuw recht in haar ogen. Twee, misschien drie minuten spraken ze geen woord. Tot Wannes zei: ‘Ach, kom hier.’

 

 Hij trok haar mee naar binnen, tilde haar op en wierp haar op bed. De kleren vlogen in het rond. Ze kon nauwelijks nog adem halen. Hun wangen waren vuurrood. Heel haar lichaam leek inwendig te branden. Zijn handen dwaalden over haar heen, het juiste tempo, krachtig genoeg. Ze misten geen enkele plek.  Elke vierkante centimeter van haar lichaam activeerde hij. Al haar zintuigen gingen in over-drive. Zijn lippen smaakten naar boterkoekjes. Voor het eerst raakte haar tong die van een ander.

 

Waar ze zo lang naar verlangd had, gebeurde: ze ervoer de sensatie van huid op huid. Urenlang gingen ze door. Ze spraken verder geen woord. Tenzij de zin: ‘we gaan nooit uit elkaar, we gaan nooit elkaar’. Dat herhaalden ze gelijktijdig, twintig, dertig keer. Ze keken elkaar in de ogen. Ze gaf zich volledig bloot aan hem. Ze had het gevoel alsof hij in haar overliep en alle barsten in haar ziel plamuurde. Een gevoel van totale oprechtheid omspoelde haar. Ze dacht bij zichzelf dat ze nu voor het eerst helemaal niets voorwende. Hij was haar spiegel. Ze begon half te snikkeen. Hij kuste onverstoord haar tranen weg en zei niets.

 

Ze bleef tot de middag. Hij haalde koffiekoeken. Enkel het hoogstnodige spraken ze uit. Het was alsof hij een tastbare extensie was van haar en zij van hem. Bij het afscheid knelde hij haar stevig in zijn armen. Hij perste de lucht uit haar longen. Het weldadige gevoel was totaal. Haar geluk bezorgde haar fysiek pijn, tot net op de grens van het dragelijke.

Op weg naar de les, voelde ze zich nog steeds bij hem. Ze manoeuvreerde blind door het verkeer. Toen ze veilig aankwam, kreeg ze flashes van al de verkeersregels die ze net genegeerd had.

 

De roddelshoppers waren ook nu opmerkzaam. ‘Jij hebt iemand.’, zeiden ze in koor. ‘Hoezo? Waarom denken jullie dat?’ De vriendinnen keken onderzoekend. ‘Je glimt.’, besloten ze unaniem. Laura knikte bevestigend, maar gaf geen details. De vriendinnen drongen aan. ‘Later’, zei Laura beslist, ‘Ik vertel het jullie nog wel.’

 

De lessen volgde ze in hogere sferen. Haar lippen leken vastgelopen in een brede glimlach. ‘Haar ogen schitteren als ‘een diepblauwe zee waar de zon in stoeit’, hoorde ze een meisje enkele zitjes verderop zeggen. Iedereen in haar buurt werd als vanzelf vrolijk. Elke onbekende, man én vrouw, leek haar wel te willen groeten. Ze kon van iedereen alles gedaan krijgen. Zelf was ze vriendelijker dan ooit.

 

Haar groepje bleef zeuren om details over ‘de mysterieuze kerel.’ Laura liet niets los. Het was te mooi om het nu al te delen. ‘Later’, zei ze steeds. In haar hoofd speelde honderd keer na elkaar de zelfde film. Alles had ze geregistreerd. Ze voelde opnieuw de druk van zijn vingers, zijn warme adem langs haar oor, de kleine kneepjes van zijn getuite lippen in haar hals, de manier waarop hij teder haar borsten omsloot. De intense golven die van daaruit, uitdeinden tot in haar tenen. Net zo toen hij haar vingertoppen traag in zijn mond nam. Haar hart voelde aan als een overproductieve kerncentrale. Ze had genoeg energie om twintig rondes te sprinten rond haar faculteit. In de cafetaria boden ze haar koffie aan. Ze weigerde: ‘Geef mij nu koffie en ik vlieg naar de maan en terug.’ De jaargenotes kweelden in koor ‘Smelt!’, zodat alle ogen in de cafetaria zich op het groepje richtte.  

 

In de namiddag belde haar moeder. Die merkte ook de verandering op. Laura zei niets meer dan ‘Gewoon, vandaag ben ik uitzonderlijk goed gehumeurd. Zonder speciale reden.’ Tegen het einde van het gesprek zei ze: ‘Mama, ik zie je graag.’ Dat had ze in geen jaren gezegd. Moeder reageerde bijzonder enthousiast. ‘Zeker dat je mij niets meer moet vertellen?’ Laura was zeker.

 

Op een wolk fietste ze terug naar haar kot. Ze zette de ramen open, sprak haar planten toe terwijl ze water goot in hun schaaltjes. Daarna ging ze voor de spiegel staan en lachte naar zichzelf. Vervolgens deed ze lippenstift op. Voor één keer krulde ze zelfs haar wimpers. ‘Ach, wat geeft het?’, sprak ze welgemutst. Neuriënd klapte ze haar ramen dicht. Ze zocht enkele cd’s uit in haar collectie en nam een zak snoep uit haar kast. Zo danste ze de trap op naar boven. Met haar vingers streek ze langs de letters op de deur. Luidop zei ze: ‘If cunnilingus is king, I’ll be its throne’ Ze vond het idee dat iemand haar daar aanraakte met zijn mond, maar een beetje vreemd. Ze zag haar vagina als een soort open wonde en ze stoorde zich aan de lengte van haar schaamlippen. Maar toch, ze vroeg zich af hoe dat zou voelen.

 

Zonder kloppen gooide ze de deur open, ze wilde Wannes verrassen. Laura deed drie stappen naar binnen. De cd’s vielen uit haar handen. De zak snoep keilde ze naar voren. Met een smak knalde die tegen de muur. Hij miste net Wannes’ hoofd. Haar blik viel op een stel borsten. In haar blikveld was verder niets. ‘Ongelofelijke smeerlap’, zei ze. De woorden borrelden op vanuit haar diepste binnenste. Ze stormde de trap af, zodat het bijna leek alsof ze er af schaatste. Hij kwam haar niet achterna. Van boven hoorde ze: ‘Niet op letten. Dat mens is gek.’

 

Op haar kamer veegde ze meteen de lip-stick af. Ze draaide haar deur op slot en zette daarna de radio keihard. De tranen liet ze komen. Ze dook in bed. Haar donsdeken wierp ze over zich heen. Ze creëerde voor zichzelf een bastion en snikte tot ze geen tranen meer in voorraad had. In de gang hoorde ze de voordeur luid dichtslaan. Er werd bij haar geklopt. ‘Blijf godverdomme uit mijn buurt!’, schreeuwde ze. Voetstappen schuifelden weg.

 

Uiteindelijk veerde ze recht. Wenen had haar deugd gedaan. Ze spoelde haar gezicht. ‘Nothing I can’t handle’, zei ze tot de spiegel. Haar gsm lichtte op. Een bericht van haar vader: ‘Hoe maakt mijn kleine meid het? Ik hoor van je moeder dat je zo goedgezind bent.’

Ze stuurde terug: ‘De kleine meid in mij is dood. Liefs, Laura xxx’, en schakelde haar gsm uit.

 

De rest van de avond bracht ze door bij de roddelshoppers. Ze had nood aan aandacht en deze giecheltrienen hingen aan haar lippen. Ze deed heel het verhaal. De meisjes reageerden verbaasd, om beurten knuffelden ze haar. Laura verzekerde hen dat het wel ging.

 

Van dan af, had ze minstens vier meisjes in haar leven, die ze vriendinnen durfde noemen.

 

Een maand later had ze een vaste vriend. Hoewel ze op kamers zaten in hetzelfde huis, zag ze Wannes de rest van het jaar slechts een keer of drie vier. Momenten waarop ze hem straal negeerde.

04-12-2009 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


03-12-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eerste vriendje

Zeventien. Mijn eerste vriendje, Alex. Ik ben apetrots, want hij studeert aan de universiteit, is vijf jaar ouder dan mij en zit op kot. Twee keer in de week bezoek ik heb, woensdagavond en vrijdagavond. ’s Vrijdags blijf ik slapen, ’s woensdags neem ik de laatste trein naar huis.

                 

Die ene vrijdag hebben we afgesproken om 18u10 aan het station, ik ben stipt op tijd, hij niet. Ik wacht op hem, gezeten op een bankje, uiteindelijk komt hij aangesloft. Het kost hem moeite om vriendelijk tegen mij te zijn, ik voel de slapheid in zijn omhelzing, maar ik zeg er niets van. Ik werp me extra stevig om zijn hals.

                                

Hij neemt mijn tas over, hij staat er op en zegt nors dat hij ze wel draagt. Voorbijgangers houden ons voor een dolverliefd koppel. Ik hoop dat ze gelijk hebben, maar ik ben bang dat ze zich vergissen.

 

Ik heb ongelofelijk veel zin in hem. Op zijn kot vergt het een serieuze inspanning van mijn kant om hem tot seks te verleiden, maar ik weet perfect wat hem opwindt en ik krijg mijn zin. Seks met Lex, technisch altijd tip top in orde, en soms lijkt hij zelfs emotioneel aanwezig.

 

Deze keer doet hij extra zijn best, maar hoewel ik bijzonder opgewonden ben, lukt het niet om klaar te komen. Hij blijft doorgaan en probeert een halve kama sutra aan standjes tot het uiteindelijk dan toch komt. Ik had het niet meer verwacht.

 

Daarna lig ik op zijn borst en ik vertel over thuis, en blijf over thuis vertellen, een soort zelfpijniging bij zijn tastbare ongeïnteresseerdheid. Ik vraag waarom hij zo stil is. ‘Nou, gewoon’, zegt hij, ‘ik luister’.

 

We hebben alle twee nog niets gegeten en dus kleden we ons aan en zoeken we het stadscentrum op. Ook aan tafel zegt hij nauwelijks een woord. Bij het dessert vraagt hij: ‘Ben je het nog steeds van plan?’ Ik knik heftig van ja en lacht ondeugend. ‘Morgen zoek ik een kapper.’, zeg ik. ‘Je weet wat ik je gezegd heb?’, vraagt hij. De woorden komen er mechanisch uit. ‘Ach, doe niet zo gek, het is toch maar haar? Je went er wel aan.’, verdedig ik me. Opeens heeft hij geen trek meer.

 

We lopen langs het water. ‘Deze stad is toch echt enig mooi ’s nachts, niet?’, vraag ik. Zeg ik dat nou om hem op de zenuwen te werken? Omdat ik weet dat hij dát al een kleffe uitspraak vindt? Mijn vingers verstrengelen met de zijne. ‘Vraag het mij over tien jaar nog eens.’, mompelt hij. ‘Hoezo?’, vraag ik weer. ‘Ik kan alleen iets appreciëren als het er niet meer is.’, antwoordt hij.

 

Ik kus hem. Hij rolt verveeld met zijn ogen. Denk ik. In het donker kan ik het niet met zekerheid zeggen. Ik ga voor hem lopen. In het begin zei hij vaak dat ik een waanzinnig mooi figuur heb. Maar nu zegt hij niets. En ik voel dat hij het express doet, hij vermijdt mij met zijn ogen. Hij wíl mij niet meer mooi vinden. 

 

Terug op zijn kot, geven we ons nog een keer aan elkaar over. Ik haal mijn beste moves uit de kast, maar het is duidelijk: hij weigert er van te genieten. Uiteindelijk ben ik uitgeput en net voor ik me echt niet meer wakker kan houden hoor ik hem zeggen: ‘Hier krijg ik een kick van; alles hebben om gelukkig te zijn en het dan toch niet zijn’. Met die conclusie rolt hij zich op in de deken en slaapt direct in, of doet toch alsof.

 

’s Ochtends ben ik voor hem op. Ik sta voor de spiegel en bestudeer mezelf. Mijn haren glijden tussen mijn vingers en ik bekijk nog eens goed de kleur. Daarna duik ik onder de douche. Achteraf scharrel ik mijn kleren bijeen, die liggen her en der verspreid. Hij is nu wakker en volgt al mijn bewegingen. ‘Wat doe je?’, vraag ik, vissend naar een compliment. ‘Ik verzamel beelden om die later te laten opborrelen, zodat ze mij kunnen kwellen.’ En voor ik op zo’n typische uitspraak van hem kan reageren, vraagt hij, net of hij niets gezegd heeft:

 

‘Moet je door?’

 

 ‘Ja, ik heb een afspraak om tien. Ik heb gebeld.’

 

 Ik ga naast hem op bed zitten. Kus hem uitgebreid. ‘Tot straks, knapperd’, zeg ik zangerig. Hij kruipt traag in bed, stapt een meter en laat zich in een schommelstoel zakken. Daar zit hij, gewoon uit het raam te turen als ik de deur achter me dichttrek.

 

Als ik anderhalf uur later terugkeer, zit hij daar nog. Met mijn breedste glimlach dans ik voor hem. Ik schud met mijn kapsel. ‘Nou, wat vind je er van? Het is precies zoals ik het wilde. Geef toe, ’t is beter dan je verwachtte.’, zeg ik blij.

 

Alle emotie is nu echt weg uit zijn gezicht, hij lijkt een soort stalen robot, net The Terminator, maar dan zonder de zonnebril. Met zijn stem lijkt hij de kamer te veranderen in een iglo als hij zegt: ‘Je was gewaarschuwd. Wanneer heb je een trein terug?’

 

‘Doe niet zo gek. Je went er wel aan.’, zeg ik lachend.

 

‘Dat is nou net wat ik wil vermijden: er aan wennen.’

 

Hij weet hoe kil hij klinkt en ik ken hem goed genoeg, hij geniet hiervan, hij heeft dit soort hardheid nodig om iets aan zichzelf te bewijzen. Uit zijn verhalen kan ik opmaken dat het een hardheid is die in zijn familie bewúst doorgegeven wordt van vader op zoon.

 

‘Wanneer heb je een trein terug?’, vraagt hij weer.

 

 Ik word bang en stop met glimlachen.

 

‘Er is er elk uur wel één.’

 

Dat weet hij goed genoeg. Ik krijg het benauwd, alles in mijn lijf doet pijn en het is net of er uitgehongerde slang happen neemt uit mijn hart.

 

‘Goed’, zegt hij, ‘je kent de weg naar het station.’

 

 Hij neemt een tijdschrift op schoot en zegt verder niks meer. Ik pak mijn spullen. Hij wil me niet zien en duikt in zijn magazine, maar het doet hem ook pijn, dat weet ik, daar ontsnapt hij niet aan.

 

Ik wil mijn waardigheid behouden, geen scène maken, niet smeken, maar inwendig bloed ik. Ik neem mijn tas en stap richting de deur. Eindelijk kijkt hij op van zijn tijdschrift. ‘Ik kan zo gewoonweg niet met jou over straat. Je hebt een totaal gebrek aan stijl.’

 

Ik ben niet van plan om mij te laten doen en zeg bijna, ja, bijna kwaad:

 

‘Omdat ik mijn haar rood verf?’

 

Ik houd me kranig, het laatste wat ik wil, is wenen waar hij bij is.

 

 ‘Ja, kijk, zo zie je er uit als een regelrechte slons. Niet dat je anders wél stijl hebt, maar dit slaat alles.’

 

Ik slik. Zijn driftbuien ben ik gewend, zijn ondoordringbare depressieve momenten, maar ik kan niet geloven wat hij nu zegt.

 

 ‘Rotzak’, stamel ik.

 

‘Ik had je gewaarschuwd’, zegt hij langs zijn neus weg. Kijk toch eens hoe hij wil benadrukken dat dit hem allemaal niet raakt, dat het net is of hij met een krant een vlieg dood mept.

 

Ik vraag mij af of Roman Polanski deze scène in mijn leven regisseert. Was ik maar zo knap als Emannuele Seigner.

 

Blijven heeft geen zin, dus ik storm de kamer uit en sla zo hard als ik kan de deur achter me dicht.

 

Achter mij zwaait de deur meteen weer open, Lex komt me achterna. Wat nou?

 

 ‘Wacht’, roept hij. ‘Weet je’, gaat hij verder, ‘je bent best een leuke meid, maar je hebt gewoon nooit iets interessants te vertellen.’

 

 ‘Vind je het leuk om mij te kwetsen?’, vraag ik zonder te halt te houden en zonder naar hem om te kijken.

 

 ‘Maar nee, natuurlijk niet. Ik zal jou echt missen.’

 

 Ik begrijp niet wat hij van plan is, maar dat hij alleszins íets van plan is, weet ik wel zeker.

 

‘Vaak ben je echt schattig en je figuur is subliem.’

 

‘Net zeg je dat ik geen stijl heb’, protesteer ik half op mijn hoede, half triomferend.

 

‘Ja, maar, dat wil niet zeggen dat je niet mooi bent. Als je eens wist hoeveel nachten ik naar jou liggen staren heb. Naar dat on-ge-meen lieve gezicht van je, met die vertederende sproetjes.’

 

Wat hij zegt, klinkt zo goed, de klankwisseling in zijn stem is opeens zo warm, dat ik tranen voel opkomen, buiten mijn wil om.

 

 ‘Meen je dat?’, vraag ik.

 

‘Natuurlijk meen ik dat.’

 

Ondertussen ben ik toch gestopt en kijken we elkaar aan. Hij strijkt langs mijn wang. Schuifelt dichter en kust me. Eerst bij mijn oor, dan mijn wang, zo steeds dichter bij mijn mond. Ik laat mijn zak vallen op de grond en hij tilt me op alsof ik een lucifertje ben en draagt me terug zijn kamer in.

 

We vallen samen op bed. Hij gaat in mij. Ik ben nog nooit zo snel en zo wild klaargekomen. De golven van het orgasme ebben nog weg als hij zich terugtrekt.

 

 ‘Wat scheelt er?’, vraag ik verschrikt.

 

 ‘Sorry, ’t is echt geen zicht zo. Je ziet er volstrekt mottig uit, net een rosse mier. Maak dat je wegkomt, ik moet jouw rotkop hier echt nooit meer zien.’

 

Ik begraaf me in het kussen en huil hartverscheurend. Normaal zie ik zoiets komen, normaal echt wel. Anders kan ik zijn spelletjes wel de baas. Ik heb mij nog nooit zo vernederd gevoeld, of zo dom.

 

Het ergste is dat ik hem door en door ken. Inwendig stort alles bij hem in, misschien nog fundamenteler dan bij mij het geval is, maar hij lacht. Hij lacht luidop. Hij heeft zijn zin.

03-12-2009 om 15:02 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 2

Dag 2 (12 juli)

 

Ik wil mij van mijn beste kant laten zien en breng Gregorij ontbijt op bed. Althans dat probeer ik. Als ik aanklop hoor ik hem de deur op slot draaien. Roepen heeft geen zin. Ik krijg geen reactie. Ik zet het dienblad met het ontbijt dan maar voor zijn deur. De rest van de dag is er geen spoor te bekennen van Gregorij. Op de grappig bedoelde vragen van mijn pa: “Hij weet toch dat de koude oorlog al weer meer dan vijftien jaar afgelopen is?” antwoord ik zelfs niet. Mijn moeder denkt natuurlijk meteen dat we met een crimineel opgescheept zitten. Ik zeg dat we hem nog een kans moeten geven. ’s Avonds merk ik dat het ontbijt verdwenen is. Alleen een leeg dienblad blijft over. Verder van Gregorij geen spoor.

03-12-2009 om 14:43 geschreven door Tederdraads  


30-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 1
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Zomervakantie 2009. Matthijs en ik nodigen een Rus uit bij mij thuis. Die zal een tijdje komen logeren. Het is een idee van Matthijs om zo in de zomer ons Russisch bij te schaven. Hoop doet leven, denk ik en ik ga akkoord. Ik heb toch niets beters te doen. Voor een vakantiejob ben ik immers veel te lui. Het zoeken naar een job alleen al staat mij tegen.


Matthijs stopt een foto onder mijn neus. Een soort Neanderthaler met een dikke, borstelige baard kijkt mij aan. ‘Dat is hem. Morgen komt hij aan met het vliegtuig. Zeg je moeder dat ze niks klaarmaakt dat melk bevat, want daar krijgt hij de schijterij van’

 

 ‘Had zijne majesteit nog verzoekjes anders? Hoe heet die kerel trouwens?’

 

 ‘Gregorij Aleksandrovitsj Maksimov’

 

‘En waar heb je die ergens gevonden?’

 

 ‘Simpel, via de site van de unief van St-Petersburg. Gregorij studeert Nederlands.’

 

 ‘Dat kan leuk worden’, zeg ik tamelijk apathisch. ‘Dat denk ik ook’, zegt Matthijs dolenthousiast. ‘Ik heb al een hele programma uitgestippeld, zodat onze gast alles te zien krijgt wat de moeite waard is in ons landje.’

 

‘Daar twijfel ik niet aan’. Ik bekijk mijn breed glimlachende vriend die naar me knipoogt en mij een kus toewerpt. Ik bedenk dat maagden meer licht zien in dit tranendal. Dat komt, omdat ze denken dat hen nog een wereld te wachten staat die het eeuwige geluk met zich meebrengt: seks. Wacht tot hij daar zo gewend aan raakt als aan een pak frieten.

                                                                                                                                  

 Voorlopig laat ik hem zijn zoete dromen, dus wij op een hete, zeg gerust snikhete, zomerdag naar Zaventem om Grigorij op te pikken. Mathijs rijdt als een zwaar bijzijnde ouwe bomma met suïcidale neigingen, maar hij rijdt tenminste.

 

 We ontvangen onze gast met de grootste hartelijkheid aan de arrivals. De respons is eerder lauw. Geen nood, het ijs breekt vast nog we. Zo denken wij.We gooien Grigorij’s bagage in de kofferbak en scheuren weg. We geven een vijftal minuten stevig plankgas. Daarna keren we terug voor Grigorij. Die waren we in ons wild enthousiasme (nou, vooral dat van Matthijs eigenlijk) vergeten. De rit naar huis toe verloopt vlekkeloos en rustig. Gregorij zegt geen woord. Ook niet na drie keer kak djila? (hoe gaat het?) gevraagd te hebben. Matthijs en ik kijken elkaar een beetje bedenkelijk aan. We houden het er op dat de lange reis hem uiterst vermoeid heeft. Thuisgekomen wijzen we Gregorij de logeerkamer aan. Matthijs gaat naar zijn huis toe. Gregorij zal bij mij logeren. Matthijs’ vader heeft immers gezegd ‘langs de voordeur binnen en meteen weer buiten langs de achterdeur’ toen we vroegen of zijn huis plek had voor een Rus. Ik laat Gregorij zich rustig installeren zodat hij kan bekomen van de grote verplaatsing. Ik denk morgen wel beter met hem te zullen kennismaken.


(wordt vervolgd)

30-11-2009 om 17:00 geschreven door Tederdraads  


29-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de zondagse rommelmarkt verkloten
Klik op de afbeelding om de link te volgen

(extract uit 'zaaien', rotzak Reimbrecht verpest de gezelligheid op de zondagse vlooienmarkt)

Het is ochtend, zeven uur en ik steven af op de vaste wekelijkse rommelmarkt. Van die nieuwe versiertruc met de vingerhoed ben ik hoogst tevreden, een echte wolfsklem voor wijven, zo’n prul. Dus ik ben vast van plan om alle vingerhoeden die ik maar vinden kan te hamsteren. Na het bezoek aan de rommelmarkt, ben ik van plan om mijn kans te wagen als straatmuzikant. Met mijn zelfvertrouwen in poedervorm, durf ik dat nu wel aan.

De meesten zijn hun kramen nog aan het opstellen, maar vingerhoeden heb ik gauw genoeg gevonden. En prachtexemplaren ook. Vier zijn het er. Niet vervaardigd van metaal, maar van hout, beschilderd met Arabische motieven.

‘Hoeveel moeten die kosten?’, vraag ik aan een man met een geldbeugel om zijn middel gebonden en gekleed in een lichte regenjas. Hij draagt ook een dikke muts en is vakkundig zijn kraam verder aan het uitstellen. Duidelijk zo eentje die van rommelmarkten zijn hoofdberoep maakt.

‘Sorry, mijn kraam reikt maar tot het hobbelpaard daar. Mijn buurman komt zo dadelijk weer, als je even wacht…’

Ik zeg dat ik eigenlijk heel dringend door moet en vraag hem om in de plek van zijn buurman een prijs te verzinnen. Vier vingerhoeden, daar kun je weinig verkeerd aan doen.

‘Hangt er echt nergens een prijs op?’

Ik draai de vingerhoeden nog eens ostentatief om in mijn handpalm, antwoord dan zeer beslist negatief en kijk de man ongeduldig aan.

‘Nou ja, goed, twee euro zal wel goed zijn, zeker?’

‘Twee euro?’, roep ik verbaasd uit. Ik bekijk ze nog eens en denk: voor zulke mooie wil ik zelfs gerust 20 euro geven.

De man interpreteert mijn uitroep echter verkeerd en zegt:

‘Ja, sorry, je hebt gelijk, één euro zal ook wel al goed zijn.’

‘Nee, dat bed,..’, begin ik om het misverstand uit te klaren, maar ik herpak mij tijdig en trek gauw een twijfelend gezicht:

‘Ja ok, van één euro zal ik wel niet verhongeren, niet waar?’

Net als de man de euro op de kas van zijn buurman legt, duikt die terug op.

‘Herman, je had al een klant, ik leg je geld even hier.’

‘Aha, de dag begint goed. Wat heb je verkocht?’

Ik stap gauw door, want ik voel nattigheid.

‘De vingerhoeden.’

‘De vingerhoeden? Alle vier?’

‘Ja.’

‘Maar hoeveel heb je daar dan voor gevraagd?’

‘Wel ik dacht eerst een halve euro per stuk.’

‘Een halve euro per stuk??’

‘Ja, ik weet het, wees gerust, uiteindelijk heb ik 25 cent gevraagd. Rommelmarkt allemaal goed en wel, maar we moeten ook geen misbruik maken van de mensen hé’

’25 cent? Jouw hoer van een moer heeft ook de moederkoek opgevoed zeker toen ze een miskraam had? Hoe haal je het in je kop om die dingen te verkopen voor één euro? Heb je die wel eens bekeken? Weet je wel hoe oud die dingen zijn?’

‘Kalm, kalm, Herman, ik heb gedaan om goed te doen, hé’

En jawel, opeens hebben we de poppen aan het dansen. Ik heb duidelijk de koop van mijn leven gedaan, dus vergeet maar dat ik nog afstand doe van die hebbedingkjes. Gauw stap ik verder, want in mijn nieuwsgierigheid ben ik blijven staan om het gesprek te kunnen overhoren.

De marskramers troepen samen rond het bekvechtende duo. En zoals ik al verwachtte, trekt de helft partij voor de ene en de andere helft voor de tweede. Iedereen haast zich om er alle mogelijke vuile was bij te halen. Niet moeilijk, want iedereen kent hier iedereen en voor je het weet is het al lang niet meer om die vier vingerhoeden te doen en blijft er niemand over die géén ruzie heeft. Ongeloofelijk, denk ik, net een scène uit een album van Asterix. De werkelijkheid is echt absurder dan fictie. Ik voel mij opeens helemaal in mijn element.

Temidden van de escalerende chaos komt een bijzonder opmerkelijke figuur het plein op gestapt. Met zijn resolute passen doet hij mij denken aan een onstuitbare tankcolonne. ‘Rommel an der Spitze’, mijmer ik. Het geruzie stopt niet, maar ze wijken tenminste als hij er langs wil.

De man draagt een lange zwarte leren jas, die openhangt, zodat de wijde panden achter hem aan zweven. Het lijkt wel of hij neergestreken komt uit de hemel. De kraag van de jas staat omhoog, zodat hij net een rockversie van Bram Stoker’s Dracula is. Ik zeg rockversie, want aan zijn ene hand heeft hij een gitaarkist en in de andere een half gevuld glas Orval. Herkenbaar bier, zelfs van op deze afstand. Hij draagt het niet bij de steel, maar zijn vingers omsluiten het van bovenaf bij de rand, zodat zijn hand een spin lijkt te vormen. Geen idee waarom, maar ik vind de manier waarop hij dat glas vasthoudt, meteen karakteristiek. Enkel mijn onderbewuste weet waarom hij met die manier van doen mijn sympathie wint.

 

In zijn kielzog draaft een puisterige, spichtige jongeman van ongeveer mijn leeftijd met een opzettelijk gecultiveerde slordige look. ‘De persoonlijke roadie van ‘His Satanic Majesty’, mompel ik voor mezelf. Zijn krielkipkompaan kan hem haast niet volgen, zo snel gaat hij.

 

Ik sla met mijn handen op de respectieve ruggen van de twee dichtstbijzijnde ruziemakers en ik bijt hen luid en agressief toe:

 

‘Heren, de moderne Don Quichot en Sancho Panza zijn een stel straatmuzikanten. Hadden jullie dát nu óóit kunnen bevroeden? Wel? Cervantes doet in zijn broek van geluk, als hij het ziet.’

 

De twee kijken mij even aan. Net of ik ben een struisvogel met de kop van een Dalmatiër en gaan dan weer gewoon door met ruziën.

 

‘Hou je wijf beter aan de leiband voortaan. Die ongewassen hoender laat niet het reglementaire minimum van anderhalve meter tussen onze kramen! Hoe vaak moet ik dat nog zeggen?’

 

‘Dat doet ze uit medelijden, slampamper. Zo lijkt het alsof je aan een kraam staat dat wat te KOOP aanbiedt, in plaats van die TBC-dekens van jou, die daar maar liggen te beschimmelen.’

 

‘Als, ik zeg ALS, er bacillen zitten in mijn dekens dan is het omdat dat wijf van jou er met haar gifgasmuil te dicht bij komt hangen! Iedereen noemt haar achter d’r rug om Stinky Steffie, wist je dat? Jaja, Stinky Steffie noemen ze d’r!!’

 

Ik ben het moe en leg mijn handpalmen over de gezichten van de mannen en duw hen achteruit. HAHA, ik ben SUPERMAN!

 

Ik trek mijn neus nog eens goed op en in mijn keel proef ik een heerlijke brok Witte Fee. Als ik halt houd voor de open gitaarkist van de muzikant, zwieren mijn hersenen rond als een wasmachine. Het duo heeft post gevat bij de enige boom op het plein en maakt zich klaar voor een impromptu openluchtconcert.

 

De coke tovert mij om tot mijn gedroomde ideale Ik en zonder omwegen, vraag ik of ik mee kan spelen.

29-11-2009 om 18:26 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Artistic lair quotes Philip Roth on sex
Klik op de afbeelding om de link te volgen

(taken form the book ‘the dying animal')

 

“‘No, men don’t know anything –or willingly act as though they don’t – about the tough, tragic side of what they’re getting into. At best they stoically think, ‘Yes, I understand that sooner or later I’m going to relinquish sex in this marriage, but it’s in order to have other, more valuable things. But do they understand what they’re forsaking? To be chaste, to live without sex, well, how will you take the defeats, the compromises, the frustrations? By making more money, by making all the money you can? By making all the children you can? That helps, but it’s nothing like the other thing. Because the other thing is based in your physical being, in the flesh that is born and the flesh that dies. Because only when you fuck is everything that you dislike in life and everything by which you are defeated in life purely, if momentarily, revenged. Only then are you most cleanly alive and most cleanly yourself. It’s not the sex that is the corruption- it’s all the rest. Sex isn’t just fricion and shallow fun. Sex is also the revenge on death. Don’t forget death. Don’t ever forget it. Yes, sex too is limited in its power. I know very well how limited. But tell me, what power is greater?”

 

Artistic Lair doesn’t necessarily agree, but we still think it’s an insiduously subversive piece of literature.

29-11-2009 om 13:36 geschreven door Tederdraads  


25-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.seks verandert de premiejager

Ik fris me een beetje op en trek de stad in. In de gang van mijn kot, pluk ik de planten van mijn onderbuurvrouw kaal. Vandaag heb ik een doel, want in deze studentenstad zijn nog struikrovers actief. Helaas zijn er geen struiken meer. Het stadsbestuur ontving al twee petities om daar wat aan te doen, maar in afwachting daarvan werken de struikrovers in de centraal gelegen winkelstraat.

 

Ik stop de geplukte blaadjes en takken achter mijn oren en ga op jacht. Mijn redenering is waterdicht. Ik ga naar de buurt met de consumptietempels en wie zich achter mij verstopt, is een struikrover. Die zal ik vangen en aangeven bij de politie. Voor de beloning. Ja, een mens moet iets voor hij een gevierd gitarist is.

 

Onderweg bedenk ik dat een shot cafeïne mijn ondernemende bui helemaal compleet zou maken. Ik duik een taverne en slurp de hele koffieproductie van Bolivia voor de maanden november en december naar binnen. Als ik buiten kom met mijn ogen wijd opengesperd, stuiter ik op en neer als een drilboor. Toeristen denken dat het een act is en gooien geld naar mij. Op een halfuur rijf ik acht euro en twintig cent binnen.

 

Ik koop mij een fopspeen en ga op schoot bij de sinterklaas. De omstanders lachen zich een kriek. Van tijdelijk beroep ben ik leraar, dus de clown uithangen, gaat mij wel af.  Ik krijg een zakje snoep. Een rot mandarijntje en twee wakke koekjes. 

 

Een meisje spreekt mij aan: "Ben jij gek of zo?"

 

Ik antwoord: "Nee, ik werk voor tv."

 

Zij: "Echt?"

 

En haar ogen lichten al hongerig op.

 

Ik: "Nee. Gaan we iets eten?"

 

"Wat?" Ze lacht. Dat wil zeggen: na enig aandringen, vergezelt ze me.

 

"Ik heb zin in Chinees. Daar heb je geen kerstversiering."

 

"Hou je niet van Kerst?"

 

"Vorig jaar kreeg ik niets van die krenterige zak. Kreeg jij wat?"

 

"Je bedoelt de kerstman? Euh, zijn wij daar niet een beetje te oud voor?"

 

"Te oud om te krijgen? Bejaarden trekken toch pensioen?"

 

"Dat is wat anders."

 

"Ja, dat brengt de postbode en die heeft geen rendieren."

 

"Je bent raar."

 

"Jij ook. Je draagt een muts. En dat terwijl de aarde opwarmt."

 

Uiteindelijk vinden we een Chinees. Ik vraag hem de weg naar het dichtstbijzijnde Chinese restaurant. Hij vloekt en stapt door. Ook behulpzaam. Uiteindelijk zien we een bord 'Restaurant De Lange Muur.' We gaan binnen. "Twee personen?", vraagt de ober. "Nee, vier. Ik heb een reuzenhonger." Het meisje schudt bedenkelijk haar hoofd.

 

"Hoe heet je eigenlijk?"

 

"Sophie."

 

"Griekse?"

 

"Nee, Belgische. Hoe heet jij?"

 

"Chippy. Billy mag ook. Alleen niet Willy."

 

"Euh, dan maar Billy. Denk ik."

 

"Wat neem jij?"

 

"Ik ben nog onbeslist."

 

"Ik neem pikante kip en pikante soep."

 

"Hmm, alles pikant. En om te drinken?"

 

"Niets. Op restaurant eet ik. Al beslist?"

 

"Ik neem de varkenslapjes in zoetzure saus, een loempia en spuitwater."

 

"Je bent wat je eet."

 

"Noem je mij een varken?"

 

"Nee, een loempia."

 

"Je bent raar."

 

"Jij ook. Je hebt je muts nog op."

 

De ober neemt de bestelling op. Hij spreekt Engels. Ik spreek Frans. Hij schakelt over op Frans. Ik spreek Engels. Hij eindigt met: "Dank you schön." Ik zeg: "You bist welcome."

 

Sophie glimlacht. Ik maakt plaats en gooi de menukaarten op de aanpalende tafel. Onze buren schrikken op. Vanuit mijn ooghoeken kijk ik hen streng aan. Zonder morren halen ze de menukaarten uit hun bord.

 

"Lekker, menukaart met curry en gebakken rijst."

 

"Ben jij altijd zo hevig?"

 

"Alleen als ik wakker ben."

 

Ze trekt haar wenkbrauwen op.

 

"Welke hobby's heeft Sophie?

 

"Euh, ik lees veel, ik dans graag, ik ga graag op reis."

 

"En paardrijden?"

 

"Euh, als kind, ja. Hoe kom je daar bij?"

 

"Je ziet er uit als het soort meisje dat paardrijdt."

 

"Wat wil je daar mee zeggen?"

 

"Wat voor boeken lees je?"

 

"Engelstalige klassiekers."

 

"Nee, maar. Hemingway?"

 

"Ook. Maar vooral Faulkner. Jeanette Winterson vind ik ook goed."

 

"Why is the measure of love loss?"

 

"Je kent haar?"

 

"Nee."

 

Ik heb een algemene vorming genoten. Ik weet van alles wel iets, maar van niets de essentie. De ober brengt het eten.

 

"Even dacht ik dat u er in China om was."

 

"Sorry, no understand."

 

"Yes, you do, you sick gook."

 

"What you say?"

 

"I said you got a great cook."

 

"Tank oe wel."

 

Hij plaatst de borden voor ons op van die toestellen met kaarsen onder.

 

"Mjam. Lekker, wat denk je? Dalmatiër?"

 

"Hoe bedoel je?"

 

"Wel, het vlees, Dalmatiër, nee? Labrador kan ook. Wat denk jij?"

 

"Je bent raar."

 

"Ik ga anders niet met wildvreemde mannen op restaurant."

 

Sophie slaat haar blik neer.

 

"Wat doe je zoal op reis?"

 

"Ik hou wel van city-trips. Ik bezoek graag museums."

 

"Wat is de laatste stad die je bezocht?"

 

"Kopenhagen."

 

"Welke museums bezocht je?"

 

"Euh, wel in Kopenhagen, eigenlijk geen enkel."

 

"Hoeveel gaf je uit aan kleren?"

 

"Ok, ok, je hebt mij."

 

"Wanneer heb je het voor het laatst gedanst?"

 

"Goh, euh, enkele maanden geleden?"

 

"Hoeveel maanden?"

 

"Euh, dat weet ik niet. Veel."

 

"En je danst graag?"

 

Onze ogen maken nader kennis.

 

"Ok, je hebt een punt."

 

Ik vraag haar sterrenbeeld. Ze zeg het.

 

"Interessant."

 

"Hoezo?"

 

Vraag eender welke vrouw haar sterrenbeeld en een tel later zijn haar pupillen verdubbeld in grootte.

 

"Heb je genoeg?"

 

"Ja, neem maar als je wilt."

 

"Waar zit je op kot?"

 

"Wie zegt dat ik op kot zit? Zeg, waar blijf jij dat allemaal steken?"

 

"Van te eten krijg ik honger. Is het ver van hier?", wil ik weten.

 

"Wie zegt dat ik je zomaar meeneem?"

 

"Wie zegt dat ik mee wil?"

 

Ze schrikt. Always mistify, mislead and surprise the prey, said the hunter.

 

"Wil je niet mee dan?"

 

Ik kijk haar lachend aan.

 

"Dessert?"

 

"Koffie mag."

 

"Hier vlakbij verkopen ze neuzen."

 

"Ah, lekker."

 

"Ik betaal en jij zet koffie."

 

"Euh ja, ok dan."

 

De ober overhandigt het wisselgeld.

 

"Hoe keel je dat eigenlijk zo'n hond? Kosjer?"

 

"Ik niet goed begrijp."

 

"Geeft niet. 't Was lekkere hond. Eigen kweek, gok ik. Complimenten aan de chef."

 

"Tank oe wel."

 

"Rare."

 

"Zet gauw je muts op."

 

"Waarom zeul je eigenlijk die takkenbos mee? Je zegt dat je niet van kerstversiering houdt."

 

"Da's nodig voor mijn werk. Ik ben premiejager."

 

We kopen tweehonderd gram neuzen.

 

"Honderd gram neuzen van landlopers, vijftig gram van vluchtelingen, en nog eens vijftig van verongelukte bouwvakkers."

 

De verkoper kijkt mij vreemd aan. Duwt een zakje in mijn handen en incasseert het geld.

 

"Ik weet waarom je zo doet."

 

"Serieus?"

 

"Ja, je wilt testen hoe ver je kunt gaan. Om te zien of ik je aanvaard of niet."

 

"Niet te wijs worden, anders sloop je mijn verdediging nog."

 

"Wat moet ik dan zeggen?"

 

Ze overvalt mij. De nar in mij wil een tandje bijsteken. Ik haal mijn takkenbos boven en steek achter elk oor een twijgje. Ze houdt mij tegen en zegt:

 

"Niet doen. Mijn kot is om de hoek."

 

"Bang om te lachen of zo?"

 

"Ik heb nog buikpijn van net."

 

We betreden haar kot. Bijzonder meisjesachtig ingericht. Tot afbeeldingen van stoeiende paarden op een strand toe. We installeren ons op bed en kijken film.

 

Ik bied haar het zakje neuzen aan.

 

"Welke heb jij liever? Die van verongelukte bouwvakkers proeven het pittigst."

 

Ze lacht en schudt haar hoofd.

 

De rest van de dag vang ik geen enkele struikrover.

25-11-2009 om 23:33 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Lajoie for president
Klik op de afbeelding om de link te volgen


Artistic Lair is a fan of this multi-talented guy’s scathing criticism of the music industry, macho behaviour and cliche song writing.

 

He asks the same questions we often ask:

 

Why do people keep listening to the same crappy music over and over again?

 

Check out it his hilarious video’s on youtube:

 

-pop song with lyrics:

 

http://www.youtube.com/watch?v=Fz-DJgxUeB8

 

-radio friendly rock song

 

http://www.youtube.com/watch?v=A0Gs4xGw1Eg

 

it starts off like a thousand other songs that you've heard before.
Except in this one they do a little do do-do do do dodoo.
So you try to change the station but it's playing on every one.
A bunch of shitty ass chords and lyrics recorded by a fucking moron.
And you assume that the general public is not that stupid.
You're positive that nobody will want to listen to this.

But you are wrong....

They want another stupid motherfucking lame cock sucking cookie cutter radio friendly song.
And everyone sings along in their cars and at the mall.
And at the office they all love the new radio friendly song.

 

- WTF collective  (the chorus guy is outrageously funny)

 

http://www.youtube.com/watch?v=rDa5oxWgaQc

25-11-2009 om 17:41 geschreven door Tederdraads  


22-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Literair smulfestijn:‘Begonnen werk’, Dominique Biebau
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 Dominique Biebau is een hyperactief ventje, dat merk je meteen als je de man ontmoet. Hij verdient de kost als leerkracht, maar is naast een begeesterende leraar en een liefhebbende vader, ook een aanstormend schrijftalent. Altijd druk in de weer kan je hem door de leraarskamer zien cruisen. Zijn glimlach en schrijfstijl zijn al even ontwapenend. Tussen twee lesuren door spreekt hij met enthousiasme over zijn vele schrijfprojecten. Hij heeft een passionele verhouding met kortverhalen, al broedt hij ook op een roman.

 

Een aantal van zijn kortverhalen kan je gebundeld vinden in het boekje ‘begonnen werk’. De titel kon niet beter gekozen zijn. Deze literaire duizendpoot vliegt er nog maar pas echt in. Zijn vroege kortverhalen (ja, ja, we spreken van ‘vroege’, want ’s mans pen evolueert elke dag) verraden een verbijsterend groot potentieel dat volop aan het rijpen is.

 

Zijn inspiratiebrandstof vindt hij overal, dat kan je merken aan de ruime waaier aan kleurrijke personages die bij Dominique de revue passeren. Obsessieve loodgieters, kotsende kunstenaars en moordzuchtige talenleerkrachten… Dosto, zoals hij zichzelf gedoopt heeft, bewijst op elke pagina dat hij een scherp observator is van de mensheid. Zoals elke echt goeie schrijver bulkt hij van empathie en inlevingsvermogen. Dit aparte talent maakt van zijn personages steevast mensen van vlees en bloed. Als slavist merkten wij tot ons genoegen op dat Dosto (ook weer geen toevallige bijnamen) bewust of onbewust vaak links legt met de rijke Russische letterkunde. Zelf is de man nochtans germanist. De tal van dit heerlijk onpretentieuze boekje is dan ook een gestroomlijnd orgaan dat lekker weg leest.

 

De meeste verhalen in deze bundel zijn eerder al gepubliceerd, onder andere in Gierik/NVT, Meander, het VPRO-radioprogramma De Avonden, de VDAB-debuutbundel De eerste keer en verschillende web-sites. Andere verhalen zetten hier hun eerste pasjes. Het resultaat is een rijke verzameling waar je op elk moment van de dag kan induiken

 

Wij voorspellen deze auteur een stevige gefundeerde schrijverscarrière. Al wat er verder voor nodig is, zijn één atoom spotlighthonger en één atoom marktstrategie (wie realistisch kijkt naar de boekenmarkt beseft dat enige marketing zich sowieso opdringt als een schrijver niet alleen wil schrijver, maar ook gelezen wil worden)

 

‘Begonnen werk’ is een plezante bundel om kennis te maken met deze nieuwe stem. We mogen van hem goed verkopende, slanke werken verwachten, die meer impact hebben, dan de lezer in eerste instantie beseft.

 

De kortverhalenbundel ‘Begonnen werk’ is te koop via de website Unibook.com en heeft een erg democratisch prijskaartje van 12, 19 euro!

22-11-2009 om 15:54 geschreven door Tederdraads  


20-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AL 3: Latest activities
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 Dieter and William are working on a new play, together with Alja Kiseleva. Actually, it's a concertplay, called 'Zilverbos' presented to you by ‘Le Boulevard Russe’. Two actors will perform sketches sifted out of the rich and ever intriguing history of Mother Russia. The concertplay will be staged on the 12th of December. 

 

Artisic Lair is expanding, which means that a belly-dancer/playwright, a sculptor and a poet have joined up and are now at the service of our customers.

 

Let your orders roll right in and we will deliver in a fortnight* !



(*at the very latest)

20-11-2009 om 14:35 geschreven door Tederdraads  


19-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doorgebroken

 

Doorgebroken

 

‘’t is nu wel officieel, Gerrit is doorgebroken.’, zegt mijn vrouw terwijl ze haar boodschappen volgens haar licht neurotische opbergsysteem in de keukenkasten rangschikt.

 

Misschien heb ik er echt nog hoop in als ik vraag:

 

‘Hebben ze enkele van zijn gedichten gepubliceerd?’

 

Die ‘ze’ kan dan iedereen zijn die genoeg literair aanzien heeft om mijn maat om te toveren, spoorslags van het land van de hobbydichters naar het rijk van kortweg dichter.

 

‘Ha’, roept ze schamper. ‘Ja, misschien als hij het niet overleeft, dan is zijn werk vast wel hot.’

 

Mijn vrouw heeft de onhebbelijke gewoonte om mij in medias res met nieuwe informatie te bestoken. Een gevolg van haar wolfsvraat van jeugdboeken? Ze groet ook nooit of vraagt ook nooit simpelweg hoe mijn dag is geweest. Nee, ze begint gewoon te vertellen over hoe de hare is geweest of ze gooit er een gedachte uit waar ze al een hele dag mee zit. In het begin was dat vervelend, maar het shot mijn hang naar formaliteiten wel lekker loeihard tegen de schenen. Ik blijf er mij nochtans aan ergeren, want ik ben koppig en ik blijf  bijvoorbeeld ook hardnekkig klampen aan rooskleurigheid.

 

‘Wat zou hij dan niet overleven? Zijn dipje? Ach, what doesn’t kill you only makes you stronger, toch? Hij moet blijven schrijven en blijven insturen.’

 

Mijn echtgenote draait met haar bruine bambi-ogen. Verraderlijke dingen die maken dat ik haar niks kan weigeren.

 

‘Ja, venti, dat kun je wel zeggen. Maar vertel mij eens hoe je sterker uit een hersenbloeding komt.’

 

Als ze het dan uitgesproken heeft, is het al alsof ik het al wist. Wat wil je ook? Die kerel draaide werkweken van 70 uur en meer. Hij stond al om vijf uur in het warenhuis. Voor ziek personeel sprong hij zelf in. Als ’s nachts de vriezers uit vielen, rushte die zelf naar ginder om te sleuren met al die diepvrieskippen. Een germanist die vleeswaren gaat redden van een voortijdige smeltdood. Wat bezielde hem?

 

We hebben het hem vaak genoeg gevraagd. Nooit een plausibele uitleg gekregen. Misschien had zijn eerste lief dan toch gelijk. Gerrit loopt de ratrace waarvan elke West-Vlaming als baby al het genetische startschot voelt zinderen in zijn lijfje. Van de kloten is natuurlijk dat er geen finish zijn. De vraag is ook of er andere tegenstanders zijn in de race. Andere dan de geprojecteerde sluimerambities die ’t zuur geven aan die hermetische boerendorpen van de Westhoek. Als die collectieve dwingelandijen benen krijgen in je kop, schiet dan maar uit de startblokken als het eerste orgasme van een gefrustreerde puber die nog nooit aan de melkerij van zijn buurmeisje heeft mogen zitten.

 

‘Zeg, wat zit je nou zo te denken? Zou je die maat van je niet liever een bezoekje brengen, daar bij die slachters in hun witte jassen.?’

 

Mijn vrouw heeft een ouder verloren op de operatietafel. Heeft ze de geneeskunde nooit vergeven. Mijn vrouw doet niet aan vergeven. Ik ben net thuis van mijn werk. Bijzonder veel zin heb ik het niet om terug de winteravond in te trekken. Maar ja, die dwingende bambi-ogen. Ik heb nog niet bevestigd of ze vraagt al wat ik als cadeau zou kunnen meedoen.

 

‘Lectuur allicht. Als Gerrit tussen vier muren ligt zonder boeken of kranten wordt hij zot.’

 

Mijn vrouw klapt, misschien niet eens met opzet, luid een kastdeur dicht. ‘Zeg, laat het uit, hé. Die gast heeft net een hersenbloeding gehad en jij gaat aankomen met een paar kleppers zeker? Slecht voor zijn bloeddruk. Ik flans hier wel een fruitmand in elkaar.’

 

Gerrit, de kerel met de grootste onderscheiding die makkelijk had kunnen doctoreren als de lange armen op de faculteit verbonden waren geweest met andere rompen, zonder bezigheid zetten? Da’s dan wel goed voor zijn bloeddruk?

 

‘Hoe zit het trouwens met onze eigen Gerrit? Heb je hem van school gehaald?’, vraagt ze terwijl ze een houten dienblad weet te presenteren als een fruitig kunststuk.

 

‘Nee, ik heb hem vandaag maar eens laten staan aan de schoolpoort. Erger zelfs, ik ben drie keer voor zijn neus langsgereden zonder hem mee te nemen. Elk kind loopt wel een trauma op. Dus dan geef ik het hem liever zelf, dan hebben we dat ook gehad.’

 

‘Ach, laat die ironische bullshit achterwege. Je weet dat ik daar niet tegen kan. Waar is hij?’

 

‘Hij is boven aan het spelen met zijn treinen.’

 

Mijn vrouw kijkt boos op van haar ersatzfruitmand.

 

‘Hoezo aan het spelen? Moet ik weer de boeman gaan spelen? Je weet toch dat ze deze week proefwerken hebben? Tot acht studeren en dan een half uurtje spelen. Dat hebben we toch zo afgesproken?’

 

Ik zucht en slof naar de kinderkamer, de kleine van zijn treinen sleuren, is net dat ietsje moeilijker dan een regiment keizerminnende Japanners van een eiland jagen. Maar goed, banzai maar. Ik herhaal voor mezelf nog eens die mantra: je bent zijn papa, niet zijn vriend.

 

In de hospitaalkamer, zeg ik ‘het is allemaal vers gekocht, hoor, en in de druiven zitten geen pitten.’ En zo te zien zit er in Gerrit ook geen pit meer. Ik had gerust boeken kunnen meebrengen, hij zou ze toch niet aangeraakt hebben.

 

Ik zet me naast hem in een stoeltje en zonder een woord te zeggen kijken we samen naar een hersenloos belspelletje op tv. De vraag die ik mij vooral stel is, waarom hebben we onze kleine ook weer Gerrit genoemd?

 

Juist, omdat we die zo astronomisch intelligent en onstuitbaar ambitieus vonden.

 

Ilse en ik zijn ook West-Vlamingen.

19-11-2009 om 20:05 geschreven door Tederdraads  


11-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De inkleurder van kabouter Wesley
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 Acht jaar samen in de klas gezeten en nu pas voegen we elkaar toe op facebook.

 

Elkaar een hele tijd uit het oog verloren en de vooroordelen zijn hooggespannen.

 

Hij denkt ‘die vult rekken in de Aldi’ en ik denk ‘die is inpakker in de Colruyt’

 

Maar nee, den Benny doet nu full-time wat hij in het middelbaar ook al deed, tekeningskes maken, van salamanders (naar het door hem pas ontdekte, gelijknamige Gentse café) tot hete wijven met tetten zo rond dat ze er mee naar hun werk stuiteren. In zoverre hete wijven natuurlijk een werk moeten hebben. Die gast zit met acht in de klas in een animeerschool die verdorie niet van karton alleen is (wel bijna helemaal) en zelfs een opnamestudio heeft die werkelijke álles opneemt.

 

Met mij is het ook bijna goed afgelopen. Ik ben leerkracht geworden, nu toevallig wel in een goede school, in tegenstelling tot de jeugdgevangenis, Middenschool Istanbul, waar ik vorig jaar stond. Het concept van de jeugdgevangenis hield voornamelijk in dat de leerlingen de leerkrachten gijzelden en ook geselden, verbaal schoffeerden en folterden als ketters, zodat ik het uiteindelijk enkel kon vinden met de Dari-sprekende Afghanen en de Georgische en Tsjetsjeense enclave die Russisch sprak, omdat ik die verstond en omdat die in land van herkomst ook al verdrukt werden.

 

Op mijn nieuwe school zit slechts één Turkse medemens en daar kan ik het dan ook nog eens geweldig goed mee vinden, dus het gaat mij voor de wind in de pedagogische sfeer. Ik hoef geen Albanees meer te verwijderen van de benauwde keel van een met parfumflacon gewapende Thai. Ik kan zo waar rustig les geven.

 

Benny zit drie keer op kot in Gent. Een keer hier vlakbij de kinepolis, één keer op de Belgradolaan en ook één keer aan de watersportbaan. Hij werkt op de Ajuinlei met sympathieke bazen die hem er vriendelijk op wijzen als de halve kilo weed die hij steevast in zijn borstzakje zitten heeft, op de grond is gevallen. Samen met Guy Mortier heeft hij meegewerkt aan de scenario’s van de film van Suske en Wiske, de Texas Rakkers.

 

Guy Mortier zegt hierover in Guido Magazine:

 

‘Benny en ik zijn pas begonnen toen er al een basisscenario was, van Dirk Nielandt, op basis van het stripalbum. Het eerste wat we hebben gedaan, is de spreektaal natuurlijker maken. Tempo, extra dialogen, geen lange zinnen, humor, al eens een nieuwe situatie... Ze hadden ons bovendien gevraagd om de film ook voor volwassen aangenaam te maken, wat we hebben geprobeerd door er wat absurde humor in te steken. Vooral Benny had een pak absurde grappen bedacht, maar ze zijn bijna allemaal gesneuveld in de definitieve versie. Tja, we dachten dat kinderen er niets op tegen zouden hebben en dat volwassenen er eens mee zouden kunnen lachen... Zo had we  op een bepaald moment bedacht dat tijdens het revolverduel een haar op Lambiks hoofd tegen hem zou beginnen te praten. (lacht) Ook de dieren wilden we doen spreken, maar toen hebben ze ons  duidelijk gemaakt dat elk nieuw sprekend personage weer zoveel geld kost, en het was al zo duur, dus we moesten dat wel schrappen. Kortom, we zijn in alle mogelijke richtingen bezig geweest. Daar kwam dan feedback op, zodat we  na een tijdje begonnen  in te zien wat we niet moest doen. De werkstudenten die onze studio kuisten, ludieke bijnamen geven of de pornoversie van Wiske flyeren bij de poort van een basisschool. Dat kon dus allemaal niet. Als scenarist moet je vooral zeer nederig zijn. Benny heeft daar soms een probleem mee en dan vooral als hij onder de invloed is van paddo’s. Hij heeft ook sterk de neiging om voortdurend de lijn ‘ik was zat, ik weet het niet meer’ als excuus te gebruiken. Wat ons na een auto-ongeval in Amsterdam bepaald zuur is opgebroken. Maar soit, die jongen heeft veel in zijn mars en in zijn borstzakje, dus die komt er wel.’

 

In onze reeks ‘jonge salamanders’ volgt binnenkort een interview met Benny Raimondi, de man die u, zonder het goed en wel te beseffen, reeds tweemaal op tv zag en die niet alleen kabouter Wesley inkleurt, maar ook mee werkt aan de nieuwe Pixarfilm ‘Downer’, over de Scandinavische grunge-eekhoorn, Krut Köppijn, die op 27 maandige leeftijd de tol van de roem begint te voelen en als nieuwste nummer ‘suicide by the snowside’ uitbrengt. Ook plot en dialogen zijn van de hand (voor wie Benny beter kent: de hand die aan de arm zit met alle festivalbandjes waarin een biologische kweekvijver is geslopen) van

 

den Benny.

 

 He does what he loves and he loves what he does.

 

And the fans, they love it.

                                                                                                                            

 

11-11-2009 om 11:58 geschreven door Tederdraads  


08-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In 't Olsjters

http://www.youtube.com/watch?v=7JH1jVyVnQM&feature=related

 

Vrijdagavond.

 

Ik stap van de trein in Erembodegem en ik krijg nog eens gratis en voor niks bevestigd dat de ‘helaasheid der dingen’ de feiten beschrijft zoals ze zijn, daar in de Denderstreek.

 

(‘de helaasheid der dingen’ is een verfilmd boek, ook bekend onder de titel: ‘de helaasheid van het feit dat een andere Aalstenaar meer geld verdient met schrijven dan William Peynsaert’)

 

Voor mij sloffen een man en een vrouw met achter hen twee dutsjes die zo lijken weggeplukt uit Oliver Twist of Les Miserables, maar dan gekleed in plastiek vestjes en lopende in neo-klompen, zijnde sportschoenen.

 

De vrouw, zwaar paffend, draait zich om naar haar jongeren, en vraagt, zonder zichtbare aanleiding:

 

‘Moe je op a tanne emmen?’ (moet je op je tanden hebben, maw moet ik uw muil kapot slaan?)

 

De man vraagt: ‘Wadde?’

 

‘Of dattem op zen tanne moed emmen, vroag ek em.’

 

De zeer toegewijde vader trekt zijn brede schouders op en zegt: ‘Ach’

 

De kindjes reageren al helemaal niet.

 

Ik kom graag in Erembodegem.

 

Niemand boven de 12 verwacht er nog iets van het leven.

 

Concurrentie nul, op Dimitri na dan.

 

 

08-11-2009 om 00:14 geschreven door Tederdraads  


06-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nicole

Sinds enige tijd krijg ik bijna elke middag een meisje over de vloer dat luistert naar de naam Nicole. Bij die naam stel ik mij een potige slagersvrouw met drie kinderen van evenveel vaders voor. Toen ik Nicole leerde kennen was ik dan ook verbaasd te horen dat ze zo heette.


Elke middag omstreeks half twaalf belt ze bij me aan. Ik ben dan net wakker. Soms zit ik te tokkelen op mijn gitaar. Meestal zit ik voor me uit te staren, terwijl ik aan het windhaar op mijn kin pluk. Ze laat zichzelf binnen. Mijn reservesleutel hangt al aan haar sleutelbos. Op sociaal vlak sla ik graag een aantal stappen over.

 

 Ze komt binnen, ploft in mijn schommelstoel, zegt geen woord. Grijnzend zit ze recht tegenover mij. Ik kijk onverschillig en ram op mijn gitaar of pluk onverstoord verder aan mijn embryonische baardgroei. Ze heeft een broodje bij. Dat peuzelt ze op. In minder dan vijf minuten heeft ze die klus geklaard. Die meid ademt haar voedsel. Ik vraag mij af hoe dit welpenjong zich in bed gedraagt. Of ze op dat vlak ook zo gulzig is. Ik kan het niet weten. Er is niet het minste fysieke contact tussen ons. Ik kijk haar niet aan, maar zie haar toch.

 

Ze is lang en mager. Stijlvol gekleed. Ze draagt altijd die ene outfit. Zwarte botten, grijze broek, glimmende zwarte jas. T-shirt varieert, meestal zit er een beetje glitters op en staat er een spreuk op te lezen als: ‘I love talking, I hate listening’. Ja, egocentrisme is een goedkeurde religie en mogen we ook op T-shirts propageren.

 

 Nicole is het enige meisje met kort haar dat deel uitmaakt van mijn kennissenkring. Ik vraag waarom ze eigenlijk de moeite doet om hier te komen. Ze heeft niets beters te doen, zegt ze. Bovendien vindt ze mij excentriek. Bij mij voelt ze zich als op een uitstapje naar de zoo. Ik zeg: ‘Nog eventjes en je hangt een bordje met ‘verboden te voederen’ om mijn hals.’

 

 ‘Dat zou wreed zijn. Je kunt best wat voedsel gebruiken. Je ziet er uit alsof je al maanden onder een brug slaapt. Als je inderdaad ooit een overberoemde rockster wil zijn, heb je de look al mee. Het talent is wat anders.’

 

Ik heb geen zin om mij te verdedigen tegen haar verbale uithalen. Ik troost mij met de gedachte dat ze elke middag hier is, bij mij, en niet ergens anders. ‘Weten je vriendinnen dat je hier bent?’, vraag ik nieuwsgierig. ‘Ik zeg hun dat ik bij mijn oma eet.’

 

 Ik trek bedenkelijk één wenkbrauw op. Daar ben ik goed in. ‘Mogen ze niet weten dat je hier bent?’ Ze schommelt wild heen en weer. ‘Ik heb graag mijn geheimpjes.’, zegt ze zelfvoldaan. Ik rasp mijn vingers op de snaren van mijn gitaar. Als het vel straks van mijn vingertoppen hangt, kan ik mezelf stoer vinden. ‘Ik word depressief van jouw pogingen tot muziek.’, zucht ze. ‘Zo klinkt het in mijn ziel’, antwoord ik lekker dramatisch. Ze snapt niet wat ik tekort kom. ‘Je hebt alles. Een kot, liefhebbende ouders, uitzicht op een diploma, vrienden en een lief. Wat wil je nog meer?’

 

‘Ik heb geen lief’, zeg ik.

 

 ‘Van wie is die foto dan?’, vraagt ze.

 

 ‘Van mijn tegenspeelster.’

 

 ‘Waarom wil jij elke vrouw die je kent versieren?’, luidt de volgende vraag.

 

 ‘Uit een fundamenteel gevoel van onmiskenbare verveling. Alleen als ik neuk, voel ik mij compleet.’

 

Een mens heeft zo van die vaste one-liners.

 

 ‘Wil je mij ook versieren?’, vraagt ze daarop.

 

 ‘Nee’, lieg ik.

 

Ze vuurt de volgende vraag af: ‘Denk je dat ik jou wil verleiden?’

 

 ‘Ook niet’ antwoord ik, hopend op het tegendeel. Ik verlang er naar om haar vast te grijpen, een kus te drukken op die scherp omlijnde lippen van haar. Op dit moment vervloek ik mezelf om mijn walgelijke zachtheid. Liever zou ik haar optillen en met geweld op mijn bed gooien. Ergens denk ik dat ze mij zou laten begaan. Ik kom er niet achter. Niet vandaag; ze moet zich naar een nieuwe les spoeden. ‘Snijd je polsen niet over of iets in die aard.’ , zegt ze nog als ze weggaat. ‘En tot morgen’, voegt ze toe. ‘Ja, tot morgen’, herhaal ik met een diepe zucht.

 

In mijn ademtocht zit zoveel onbevredigd verlangen vervat dat er rook opstijgt uit mijn longen. De kringelende damp vormt een moderne Venus die mij allerverleidelijkst wenkt. Met name haar dijen zijn moordend. Ik werp mijn gitaar opzij. Met mijn armen wil ik haar omsluiten. Ik grijp natuurlijk in het niets. Nicole’s sjaal hangt over mijn schommelstoel. Ik trek hem onder mijn neus door. Meisjesgeur. De enige reden om ’s morgens uit bed te stappen.


Ik open mijn raam. In de verte zie ik haar wegbenen. Ze heeft geen achterwerk, daar is ze te mager voor. Maar, God, wat is ze verdomme cool. Net een gekke fotografe die dol is op conceptuele kunst. Eigenlijk lijkt ze sterk op Astrid Kircherr, dat meisje dat de Beatles fotografeerde bij de Reeperbahn, toen ze nog snotneuzen waren die met verwondering naar de wereld keken. Toen ze elkaar nog  niet aan stukken wilden scheuren, want sucksesss corrumpeert onvermijdelijk.


 Nicole, ongelukkige naam voor een ongeremde persoonlijkheid die leeft om excentriek te zijn. Zo stel ik me haar voor. In werkelijkheid is ze het zoveelste achttienjarige meisje dat uit voyeurisme mijn gezelschap opzoekt. De enige excentriekeling ben ik. Ik doe het raam dicht en draai mij om naar de. grinnikende spoken van de eenzaamheid.

06-11-2009 om 12:44 geschreven door Tederdraads  


05-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AL 2: Artistic Lair interviewed by Spank Thru Magazine

AL 2: Artistic Lair interviewed by Spank Thru magazine for the first time

 

Spank Thru magazine

 

So how do you guys work? I mean, there doesn’t seem to be a genre, a style or technique that doesn’t leave your studios.

 

Dieter

 

Usually it’s he who comes up with the basic idea.

 

William

 

Not always, sometimes Dieter has a catchy phrase or concept in his mind and then he asks me to cook up a story.

 

Dieter

 

We just sit together and brainstorm our ass off.

 

William

 

As soon as we both agree on the storyline, main characters and all that, we start work.

 

Dieter

 

He does all the writing, but right from the start we made it clear that I would be very critical.

 

Spank Thru magazine

 

And how does he take your criticism?

 

William

 

With two Dafalgans and half a kilo of Brussels sprouts.

 

Dieter

 

Well, then he usually falls silent for like exactly half a minute and he comes up with like five alternatives. And then we just pick one. Well, he'll go like, ‘here are alternatives A, B, C, D, E, pick the best one, Partner’

 

Spank Thru magazine

 

And you’re always ok with what he picks?

 

William

 

Yeah, of course. He knows what he likes, he’s got an excellent feeling for what will create the right effect. Any Deus ex machina will give him the creeps and he’s allergic to cliché or story-lines that get out of hand, so I trust him, totally.

 

Spank Thru magazine

 

What about the pictures, do you tell Dieter exactly what to draw?

 

William

 

Hell no. I supply him with the dialogues or the text and I leave him to it. It rarely or never happens that I’m not satisfied with what he makes of it.

 

Spank thru magazine

 

How did the two of you meet?

 

William

 

We shared the same cell in a Youth Detention Centre. Most of the time you’re really bored and we started making up stories to keep ourselves busy.

 

Spank Thru magazine

 

Why were the two of you in juvy?

 

William

 

I did a radio show on a college radio, called ‘Slitthroat Mayhem’ some people found very offensive.

 

Spank thru magazine

 

What did you do?

 

Dieter

 

He aired this show called ‘Guess the cruelty’ in which people get tortured to death live on air and the listeners had to guess what was happening to the victims.

 

William

 

It wasn’t real of course. But some people thought it was fucked up enough to put me away for some time.

 

Spank Thru magazine

 

How about Dieter?

 

William

 

What do you think? Where do you think he gets all these crazy drawings? This guy actually lived on chinese rocks throughout most of his childhood, man. He’s dropped more acid than John Lennon and K3 put together.

 

Spank Thru magazine

 

What’s K3?

 

William

 

Absolutely the best Belgian Indie rockband of the moment.

 

Spank Thru magazine

 

Really?

 

William

 

Ow, definitely. They sound like a bluesy cross-over between the Young Marble Giants and a giddy version of Daniel Johnston.

 

Dieter

 

Yeah, they’re the best. We once tried to shag all three of them together. We even wanted to pay them with chocolate bars.

 

William

 

They wouldn’t do it. Said we looked too serious and spoke in too long sentences.

 

Spank Thru magazine

 

What are your plans for the future?

 

William

 

Take you straight to literary nirwana.

 

Dieter

 

Record five albums with our band ‘Jar of Jam’, write 51 novels, get thrown out of a television show, get banished from at least one country and get our own statue, so we can vandalize it and pretend we’re punk.

 

That and cash bigger and bigger, monstrously big cheques.

 

If you shoot for the moon, you might land a star, that’s what I believe.

05-11-2009 om 19:53 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Emily and Lucinda

I come home from work and there’s a note on the kitchen-table. I can tell immediately that it’s from Emily, because she always writes in pink and puts little hearts on her i’s instead of dots.

 

‘Dear humpy Greggy,

 

There’s a little treat for you upstairs, be sure to nibble on it as long and as slowly and as teasingly as you like.

 

You know she likes it,

 

Your not always so obedient humpmate,

 

Milly Moan

 

yYy’

 

I was planning to grab a bite, but I know I should go up there straight away. There’s no way to tell how long Lucinda’s been up there and just how uncomfortable her current situation is. Emily is very original when it comes to tieing people up, but she not much for comfort.

 

She has outdone herself this time though. Lucinda has her arms above her head, she’s chained to the ceiling. I like that. Her outstretched position makes her look extra slim and accentuates the roundness of her ass. There are ropes around her ankles to keep her legs apart and her buttcheeks are wet with oil. Emily’s gagged her with red stockings and blindfolded her with one of my black boxershorts. I remove the ersatz blindfold and a pair of twinkling eyes seem to yell out: ‘surprise!’.

 

Lucinda is wearing nothing but a lace bustier, bordeaux with a black rim. Very thoughtful of sweet Emily to leave away the matching underpanties. I’m softly carressing her two long braids. They knock four years of her age, so she looks 18, at most. I’m wondering if I’ll do something original, or simply what I feel like doing. I decide on the latter, drop my pants and promise myself I’ll make it up to her later.

 

I roll the bustier up a bit and poke her in the small of her back with my dick. I move slowly lower, wipe a few times across her asshole, exert some pressure on it, go in with the head, redraw and then I suddenly plunge in. Once inside I try to make downward thrusts, somehow believing that this will make her feel some faint vaginal stimulation too.

 

I love coming inside her ass. Lucinda likes the way her ass makes me go crazy, but it doesn’t of course give her an orgasm. Luckily, she has a very sensitive G-spot, so I slip in a vinger after I’ve had my way with her. And I start making this frantic ‘come over here’ gesture with my middle finger. She’s getting red in the face and her breathing is getting so fast now that I remove the stockings, so she gasps for air. I like seeing this girl come, she really clenches every muscle tight and when the orgasm hits her, she starts shaking all over, causing the chains to make this funny, rattling sound.

 

When she’s cooled down a bit, I untie her and I kiss her on her lips.

 

Lucinda needs to be tied down in some rather threatening way, at least twice a week. Otherwise she gets cross and then she can be a real pain in the ass.

 

 

 

 

05-11-2009 om 18:40 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thisbe (6/6)

During our first weekend together we went to see that new Pixar movie. She laughed the loudest in a packed room. I noticed that the spots on her wrists had the same colour as the flower in her hair. Right after a funny scene she turned to me: ‘Stop looking at me with those puppy eyes, you’re breaking my heart.’ I pinched her in her thigh, to prove my cruelty and my domination, but I knew then I was lost.

 

I was smitten by this strangely two-faced girl and I knew she’d find out and dump me straight away. She was a Scorpio, a fact I clung to, like a code I used to map her out, the only thing about her that made sense. I knew the more I’d love her, the harder I’d hit her. She laughed and I poor Pisces, wondered how much time was left before I’d feel her poisonous sting.

 

Kanjets.

05-11-2009 om 13:29 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs