Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
01-02-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya 3

Ik trok mijn kast open en somde op wat ik nog in huis had. Dat was niet veel soeps en dat zei ik dan ook.

‘Voor deze ene keer moet ik je gelijk geven. Eet jij nooit fruit of groenten? Wel eens van scheurbuik gehoord?’

Ze keek gespeeld streng en zwaaide kijvend met haar wijsvinger.

Ongewild ving ze zo onherroepelijk mijn blik.

‘Ik benijd je om je handen’ stamelde ik met overslaande stem. ‘ Je hebt bijzonder slanke, euh, spitse vingers.’

Ik kon mijn oren niet geloven toen ik dat er uit flapte. De gezichten van mijn weinige vrouwelijke kennissen flitsten voorbij mijn ogen en ik kon er niet één noemen die na zo’n uitspraak niet gealarmeerd langs mij zou gestoven zijn, weg van mij, naar buiten toe. Ze dacht nu vast dat ik een pot was. Een normaal uitziende pot, voegde ik mentaal toe en keek toch eens goed in de spiegel boven mijn lavabo om te checken. Opluchting, er viel geen stug manwijf dat mij nors aankeek te bekennen.

Ondertussen stoof Soraya niet in paniek weg, ze bleef liggen op bed, als een vrouwelijke pasja, die als een prachtig glanzende poes, luid spint in het paleis van haar eigen lichaam. Er ontbraken enkel nog dienstmeisjes om haar toe te wuiven met palmbladeren. Soraya is niet van de magerste, ze is volslank, maar heeft een duidelijk afgetekende zandlopervorm en dat is dé troef voor een vrouw.

Ze draaide zich op haar rug, begon te luchtfietsen –vreemde blik van mij, eerlijk gezegd- en zei: ‘Dank je, da’s lief van je. Weet je, we kunnen ook wel pizza bestellen. We kunnen zelf wat samenstellen. Ik stel voor: kappertjes, tonijn, ansjovis, artisjokken en ananas. Lijkt je dat wat? Bruine suiker heb je zelf in huis. Heerlijke meevaller is dat.’

Ik wist niet wat ik hoorde en antwoordde: ‘Niet de combinatie die ik gewend ben, maar ik sta open voor veel.’

En ik beet weer op mijn lip, bang voor hoe ze ‘open voor veel’ zou interpreteren.

Soraya draaide zich op haar buik, dook met haar hoofd in één van de kussens en lachte gedempt.

Tot ze uiteindelijk zei: ‘Je bent een schat, weet je dat? Zou je echt van die troep gegeten hebben? Hilarisch!’

Ik vroeg me af of ik streepjes moest beginnen zetten voor elk moment van schaamte.

‘Ik dol maar met je’, en ze keilde speels, maar hard, een kussen mijn richting uit. Een snel vliegend voorwerp dat ik tot mijn verbazing beet greep. Ik en mijn povere reflexen.

‘Knap van je’, feliciteerde ze mij.

We keken elkaar aan en ik schoot in de lach. Ze gooide kussen twee en drie en voor ik het wist gingen we elkaar te lijf. Mijn eerste kussengevecht, daarvoor moest ik 21 worden.

Ik raakte haar per ongeluk harder dan ik bedoeld had en Soraya veinsde razernij, ze kromde haar rug als een roofdier, gromde voor de grap en sprong gewapend met twee kussens op mij af.

Ik gilde het uit van pret, God, ik gedroeg mij als de eerste de beste giecheltrein en het kon me eigenlijk geen zier schelen.

Soraya dwong mij de grond op, zat met gespreide benen over mijn buik en liet de slagen van de kussens op mijn hoofd regenen.

Ik gierde het uit en smeekte zogenaamd om genade, toen iemand aan mijn deur klopte, Soraya haar aanval staakte, haar hoofd draaide en vrolijk ‘hey’ riep.

‘Hey’, hoorde ik Frederik zeggen en aan de toon waarop hij dat drieletterwoord uitsprak, wist ik al hoe laat het was.

Sporaya gooide hem meteen een kussen toe en zei: ‘Je vriendin kan wel enige versterking gebruiken’.

Frederik ving het kussen een beetje stuntelig met beide handen, als ware het een rugbybal. Soraya sprong overeind, en nam de pose van een schermer aan. ‘Gardez-vous’, riep ze bulderend uit.

Ik keek naar het gezicht van Frederik en onderzocht hoe anders het was. Ogen wijder dan ik ze ooit gezien heb, een uitgestreken gezicht, alsof elke gelaatsspier lam was gelegd.

Soraya herhaalde haar commando, maar toen ze merkte dat ze van Frederik, die onbeholpen stond te staan, geen reactie hoefde te verwachten, liet ze haar donzige degen zakken en viel zelf stil.

Ik voelde mij opeens vreselijk overbodig in mijn eigen kamer, alsof ik niet meer bestond en net zo goed kon oplossen en het stof op mijn vloer mocht vervoegen. Zouden ze ook maar iets merken als ik inderdaad ter plekke tot stof en as verging?

(wordt vervolgd)

Boelie

01-02-2009 om 22:42 geschreven door Tederdraads  


31-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Studente ontwaakt zonder benen

De Benen

Die dag werd Elisabeth reeds vroeg wakker. Ze wreef haar grote kijkers uit. Tevergeefs snuffelde ze naar de opwekkende geur van versgezette koffie. Wrevelig klauterde ze uit bed om dan zelf maar een portie van het verslavende, zwarte brouwseltje te zetten. Ze deed hooguit tien stappen en merkte toen dat er iets niet helemaal in de haak was. Een onderzoekende blik tekende zich af op Elisabeths knappe gelaat.

Ze wiegde eens heen en weer, maakte een sprongetje en greep vervolgens in paniek naar haar knieën. Waar ze bang voor was, deed zich ook daadwerkelijk voor: haar handen grepen slechts lucht. Elisabeths benen waren niet waar zij zich doorgaans bevonden. Erger nog: zij waren helemaal nergens te bespeuren. “Wel potverdorie, hoe is dat nou mogelijk?” vroeg Elisabeth zich begrijpelijkerwijze af, “Gisteren bij het zwemmen had ik ze nog en nu zijn ze weg. Hoogst eigenaardig geval.” Hierop dook zij de keuken in. Ze griste een pakje honingwafels mee. Daarna nam ze haar fiets van stal en weg was ze.

Haar lege broekspijpen fladderden in de wind. “Dit is toch werkelijk geen zicht”, beklaagde Elisabeth zich, “Zo helemaal niets van het middel naar beneden”. In tranen uitbarsten deed zij niet. Vastberaden ging ze op onderzoek uit. Waar hingen haar benen uit?

Ze had er al een mooi aantal kilometertjes op zitten toen zij ten einde raad voorbij haar faculteit fietste. Net voor de ingang stond een witte mercedes geparkeerd. Wie kwam er uit die sjees? Jawel, precies haar paar benen. Tot Elisabeths verbazing gingen zij gekleed in een modieus mantelpakje. Ze droegen zelfs een bijpassend aktetasje. Elisabeth stond verbaasd te kijken.

Andere voorbijgangers leken niks ongewoons op te merken. Haar benen bewogen zich voort met een levendige en doelgerichte tred. Elisabeth legde vlug haar dienstvaardig strijdros vast aan een paal. Zoals dat gaat in een universiteitsstad was het fietslot duurder dan de fiets. Na deze helaas onoverkomelijke handeling ging Elisabeth achter haar benen aan. Eens te meer waren deze uitgekookte lichaamsdelen haar te slim af. Elisabeth was het spoor bijster. Op twee meter van haar stond een in het zwart geklede heavy metal fan met bijhorende geitensik en de obligate 2,5 promille in het bloed, om kort te gaan: een geschiedenisstudent. Ze vroeg hem of hij het dametje met de aktetas had zien passeren. Deze antwoordde met schalkse blik: “Die blonde met de knappe benen? Die ging net auditorium C binnen.” Elisabeth bedankte de waakzame student. Meteen ijlde ze naar de vermelde locatie. Zij nam plaats op de achterste rij, kwestie van wat overzicht te hebben. Haar begeerde benen vielen echter nergens te bespeuren.

Elisabeths stemming bereikte een absoluut dieptepunt. Tot dan de prof de zaal binnentrad. “Wel verduiveld! Daar heb je mijn benen!” riep Elisabeth verschrikt uit. De prof waren inderdaad niemand minder dan Elisabeths benen. Vooral het mannelijke aandeel van de studenten was bijzonder aandachtig. Ze hingen als het ware aan haar lippen. Elisabeth zat gefrustreerd de eerste helft van de les Moderne tijden uit. Ze ging steeds zich steeds meer ergeren aan het belerende toontje van haar benen. “Hoe is het nou mogelijk dat niemand ziet dat daar een stel benen staat les te geven in plaats van een prof?” vroeg Elisabeth zich niet geheel ten onrechte af.

Tijdens de pauze hield Elisabeth het niet meer uit. Ze baande zich een weg naar voren. Flink boos richtte zij het woord tot haar benen. Die waren druk in de weer met het afstellen van de microfoon.

“Excuseer, maar u verstaat…”

“Wat versta ik, juffrouw?”

“Ja, zeg, u moet toch immers uw plaats kennen.”

“Hoezo dan?”

“Ja, kom, u bent immers mijn benen?”

“Dit is toch wel ongehoord.”

“Maar…”

“Sorry maar als dit een grap is… Als dit zo doorgaat beschouw ik de les als gezien.”

“Ik…”

Haar benen richtten zich tot het auditorium.

“Ok, dat volstaat. Jullie hebben genoeg met mijn voeten gerammeld. We zien elkaar volgende week. Ik beschouw deze les als gezien.”

Elisabeth bleef verbouwereerd achter. Achter haar weerklonk een daverend applaus. Een meute uitgelaten geschiedenisstudenten overspoelde de dichtstbijzijnde kroegen. Elisabeth botste nog éénmaal op haar benen. Ze keurden haar geen blik waardig. Ze bevond zich in het gezelschap van een eminente professor. De twee collega’s konden het schijnbaar uitstekend met elkaar vinden. Elisabeth was nu werkelijk ten einde raad. In een laatste wanhoopsdaad wendde zij zich tot de dienst ‘verloren voorwerpen’.

Het diensthoofd heette Wilfried Moens. Iedereen noemde hem echter Willy Loens, omdat zijn linkeroog de ongelukkige neiging had om bewegingen maken, die je van een normaal oog niet verwachtte. Elisabeth kon hem op geen slechter moment treffen. Hij zat net een collega achterna met een elektrische vliegenvanger. Dat was zijn favoriete tijdverdrijf. Elisabeth deed snikkend haar verhaal, maar vond geen gehoor. Het verdwijnen van een gezond stel benen, dat ging er bij Willy niet in. Men kon hem veel wijsmaken, dat wilde hij grif toegeven, maar zoiets toch zeker niet. De juffrouw kon haar baarlijke nonsens ergens anders gaan uitkramen. Of er kon wel eens wat zwaaien. “Benen die de benen nemen”- Willy moest lachen om wat hij zelf als een buitengewone spitsvondigheid beschouwde - “daar heb ik nog nooit van gehoord. Als u mij nu wilt excuseren. Ik heb ook ernstig werk te doen.” Elisabeth wilde maar liever niet aandringen. Bij gebrek aan een alternatief keerde ze huiswaarts. Ze huiverde bij de gedachte dat ze misschien voor het leven beenloos zou blijven.

Thuisgekomen viel zij als een blok in slaap. Compleet uitgeteld van de doorstane emoties. Ze was echter nog geen twee uur in dromenland toen de bel ging. Voor Elisabeths deur stond een Poolse pianist. Al kan het net zo goed een Navajo-indiaan geweest zijn. Zo precies weet ik het niet meer. De man in kwestie bracht in elk geval Elisabeths benen terug. Ik meen mij te herinneren dat hij ze gevonden had in het Citadelpark. Eerst had hij er een vrouw van middelbare leeftijd in gezien, maar uiteindelijk herkende hij er toch Elisabeths benen in. Dus vatte hij die twee Bohemers bij de lurven. Nog wel net op tijd, want ze hadden reeds een treinticket naar Parijs op zak.

Voor Elisabeth was het een blij weerzien met haar fraai gevormde onderstel. Alleen, er was nog een klein mankementje. Haar benen bleven helemaal niet zitten waar ze behoorden te zitten. Helemaal bizar werd het toen er fondant chocolade uit de knieholtes viel. Dat was toevallig Elisabeths favoriete chocolade. Een schrale troost voor een dubbele amputatie.

Elisabeths huisarts wist geen mouw te passen aan een dergelijke situatie. Wel wilde hij het stel gerust over kopen. Zijn oudste zus had een klerenwinkel. Die kon zulke levensechte mannequinbenen best gebruiken. “Geen denken aan!”, schreeuwde Elisabeth en ze dweilde driftig de vloer aan met mijnheer doktoor. Toen die met de nodige spoed Elisabeths huis verliet, keilde ze hem nog de dikke Vandaele na. De woordenboek raakte hem verraderlijk tussen de schouderbladen.

Toen de Poolse pianist vroeg of ze misschien niet een klein beetje overreageerde, kreeg hij een prismawoordenboek naar zijn hoofd. Dat was weliswaar kleiner dan de dikke Vandaele, maar toch knap gevaarlijk. De Pool wist het projectiel behendig te ontwijken. Misschien was het dus toch wel een Navajo en geen Pool.

Wat er ook van zij, de man had wellicht de oplossing. Hij vroeg Elisabeth de toestemming om een kleine kus te drukken op beide zwerfgrage benen. Elisabeth had niet de gewoonte om zich door wildvreemden eender waar te laten kussen. Gezien de omstandigheden was zij echter tot veel bereid. Ze stemde toe. Er verstreek geen tel na de twee zedige kussen of Elisabeths benen zaten weer op hun ouwe getrouwe plek. Daar kwamen zij ontegensprekelijk het beste tot hun recht. In de plaats van de pianist lag nu een watermeloen. Dat was, toeval of niet, Elisabeths favoriete fruit. Het exemplaar in kwestie was één van de lekkerste die Elisabeth tot dan toe geproefd had.

Na die dag verkeerde Elisabeth steeds in opperbeste stemming. Haar benen gingen nooit meer zelfstandig op wandel. Sindsdien nam Elisabeth hen zeer frequent mee naar alle mogelijke schoenenwinkels. Die verliet ze niet, zonder eerst elk paar schoenen te passen. Haar benen maakten nooit bezwaar.

Dingen als deze gebeuren misschien niet elke dag, maar gebeuren doen ze stellig wel. Vraag maar aan Elisabeth.

Boelie


31-01-2009 om 09:49 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya 2

Na de les stonden Soraya en ik zo lang na te keuvelen over de meest uiteenlopende dingen, van roddels over proffen en medestudenten, naar reizen en vakantie, familie, eetgewoontes –de Iranese keuken vindt ze bij uitstek de beste ter wereld- muzikale voorkeuren en zo voort om weer terug te keren naar roddels over medestudenten.

In de loop van het gesprek kreeg ik tot mijn verbazing te horen dat ze nog nooit een vriendje heeft gehad.

Ikzelf hield wijselijk mijn mond, een samenvatting van mijn liefdesleven is niet om mee uit te pakken in een eerste gesprek met een ongerepte maagd. Ik wilde niet te veel gewicht leggen op het dunne ijs van een ontluikende vriendschap. Ik wist toen nog niet hoe ruimdenkend Soraya kan zijn.

Als een gehaaste conciërge ons aan deur van de faculteit zette, beseften we dat we meer dan drie uur hadden staan praten.

Ik deed het voor de hand liggende en nodigde haar uit om mij bij te komen eten op kot. Zij heeft zelf geen kot.

Ik wilde doodgraag ons gesprek verder zetten, het gebeurt mij zo zelden dat ik het kan vinden met een andere vrouw. Eigenlijk heb ik enkel mannelijke vrienden.

Ze ging meteen in op mijn aanbod en het schemerde al als we aankwamen bij het huis waar 11 studenten, waaronder ikzelf, een kamer hebben.

Mijn maag kromp vreemd samen als ik met haar door de inkomhal liep. Terwijl Soraya de trap opging naar mijn kamer, dook ik gauw de gemeenschappelijke keuken in om te zien of daar iemand zat. Ik beet op mijn lip en kwam tot het vervelende besef dat ik mij gedroeg als een egoïstische jaloerse tik.

Ik weet hoe vlot Frederik is in de omgang en ik wilde mijn nieuwe vriendin niet met hem delen.

Soraya plofte op mijn bed, voelde zich kennelijk meteen thuis, want ze schikte al mijn kussens (drie in totaal) achter haar rug, schopte haar schoenen uit (‘mensen die hun schoenen aanhouden, lijken meteen weer weg te willen’, verklaarde ze) en keurde op haar dooie gemak mijn kamertje.

‘Dat kan er mee door, toch? Ik wil direct met je ruilen, als je het hier moe bent.’

Ik had eerder al aangegeven dat mijn kamer niet te veel voorstelde. Ze keek mij aan en verwachtte dat ik haar compliment blij in ontvangst zou nemen.

Tot mijn eigen verbazing smolt ik onder haar blik. Om mij te onttrekken aan de glinstering in haar bezwerend donkere kijkers, ging ik mijn handen wassen en nam er express uitgebreid de tijd voor.

Achter mijn rug hoorde ik haar vragen (en bedacht tegelijkertijd: als seizoenen konden spreken, had zij de stem van de lente):

‘Mag ik die schriftjes inkijken?’

Ik draaide mij bliksemsnel om en riep paniekerig uit:

‘Nee, niet doen, dat zijn mijn dagboeken.’

Ze legde mijn beduimelde schriftjes die bulken van de klagerige hartskreten van een jonge vrouw die eeuwig puber lijkt te blijven, voorzichtig op mijn bureau.

Ze hoefde er niet voor op te staan, er bestaan auto’s die ruimer zijn dan mijn kamertje.

‘Zo, jij hebt een dagboek, wat enig nou!’

Ze herschikte de kussens en vulde nog aan:

‘Ik heb nooit zoiets gehad, ik zou bij God niet weten wat ik zou hebben moeten schrijven. Zeker als kind niet, ik had heel mijn gevoelsleven strikt rationeel onder controle.’

Dat vond ik een vreemde uitspraak. Ik heb een beeld van mijn seksegenotes als van een collectief stel blèrsmoelen die ’s nachts hun kussensloop doorweken met hun tranen.

Tranen als gevolg van de gemene opmerkingen van hun vriendinnetjes, de afwijzende blik van die onbereikbare, veel te oude, veel te stoere jongen, een uitgaansverbod vanwege pa of ma, een onvoorziene modezonde of gewoon, zo maar, omdat wenen een gezellig slapen-gaan-ritueel is.

‘Jij moet vast erg diepzinnige gedachten hebben’, vervolgde ze, ‘Ik zie wel zoiets in jou, een eiland van contemplatieve stilte.’

Ik haalde mijn schouders op, concludeerde dat een universitaire opleiding je taalgebruik geweld aan doet en zei dat mijn dagboek de typische weeklacht van een overgevoelige tiener is.

‘Je moet jezelf niet steeds zo onderuit halen.’, berispte zij mij. Waarop ze meteen overging tot: ‘Zeg, zullen we vast aan het eten beginnen? Ik heb eigenlijk wel honger.’

(wordt vervolgd)

William

31-01-2009 om 09:41 geschreven door Tederdraads  


29-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya 1

1

Tijdens mijn studententijd was ik goed bevriend met een jongen en een meisje. De jongen heette Frederik, maar om de een of andere reden noemde iedereen, behalve ik dan, hem Billy. Het meisje was van buitenlandse komaf en heette Soraya.

Frederik –ik geloof dat ik de enige was, die hem met zijn echte naam aansprak- zat samen met mij op kot. Ik studeerde psychologie, hij geschiedenis. Ik had met hem een fijne tijd. We kookten samen, of beter: warmden samen dingen op die met voldoende fantasie voor volwaardige gerechten konden doorgaan.

We organiseerden kotfeestjes, liepen elkaars deur plat, keken idiote filmpjes op internet, wisselden boeken uit, en als het weer mooi was, gingen we samen studeren in het park. We waren bepaald close, wat wil je, als je elkaar meermaals zien en horen kotsen hebt na een zwaar avondje stevig doorzakken.

Hij en ik waren wat je noemt gezworen kameraden. Doordat we vaak de godganse dag samen optrokken, speculeerde iedereen in onze omgeving wanneer we nu uiteindelijk een koppel zouden worden. Overal waar we kwamen, kon je de mensen voelen gissen: zijn die twee nou samen of niet?

We waren het niet, want er was tussen ons niet de minste erotische spanning. Een verklaring hadden we er niet voor, ze was er gewoon niet. Misschien dat we net daardoor tot zo’n hechte vriendschap in staat waren. We konden ons omkleden voor elkaars ogen zonder dat ons ontblote vel voor de minste opschudding zorgde.

In het derde jaar dat we samen op kot zaten, leerde ik in auditorium D van mijn faculteit Soraya kennen. Ze was een erg opvallende verschijning en ik vond het meer dan vreemd dat ze mij niet eerder was opgevallen.

Terwijl de meeste van mijn medestudentes er bij liepen als een uit de hand gelopen doorslagje van een Barbiepop, straalde zij verfijnde oriëntaalse klasse uit. Mijn ogen rolden traag als rupsvoertuigen over elke vierkante centimeter van haar verschijning.

Ik wilde de fout –bij voorkeur meervoud- ontdekken. Het bloed steeg naar mijn hoofd van chagrijnigheid. Ik kon niets vinden. Het meisje was een wolk vrouwelijke perfectie. Ik benijdde haar zoals ik geen andere vrouw ooit benijd heb, zelfs geen covermodel van een of ander trendy bijna-blootboekje.

Ze was die dag te laat en stond in het deurgat van een overvol auditorium. Staande op de toppen van haar tenen speurde ze de zaal af naar een plekje om te zitten. Vurige naaldjes prikten over de hele oppervlakte van mijn schedel: naast mij was nog een zitje vrij.

Mijn mentale mantra: kijk niet deze kant uit; kijk niet deze kant uit, had het tegenovergestelde effect: daar kwam ze dan. Meer dan 600 ogen richtten zich op haar als ze de trappen van het auditorium opging. Iets van bewondering maakte zich van mij meester als ik zag dat ze hierdoor niet uit haar lood werd geslagen.

De zaal was muisstil, zelfs de prof staakte even zijn betoog om haar beter te kunnen bekijken.

Zonder zich te laten opjagen, nam ze plaats naast mij. Ik dacht dat ik de meeste vrouwenparfums kende, maar het hare had ik nooit eerder geroken. De werkelijkheid vervaagde even, ik zag mezelf op het dek van een witte zeilboot op een prachtige azuurblauwe zee. In de verte okergele kliffen en een ongerept strand, de zon op mijn ontblote lichaam, geen vuiltje aan de lucht.

Ik probeerde de les te volgen, maar het lukte me niet meer. Vanuit mijn ooghoeken taxeerde ik haar en hoewel ik het subtiel wilde doen, betrapte ik mezelf erop dat ik staarde.

Soraya had golvende, zwarte krullen, een lichtbruine teint, haar ogen zijn als brandende edelstenen, knisperend als steenkool. Die dag droeg ze een zwart truitje dat haar uitstekend stond en haar vrouwelijke vormen op een stijlvolle manier benadrukte. Zwart stond haar altijd heel goed.

Ze droeg verder een nauwe rok die tot onder de knie kwam en nylonkousen. Haar naaldhakken schopte ze meteen uit toen ze naast mij plaats nam.

Mijn blik viel op haar handen, op haar nagels zat rode nagellak, zo uitdagend dat ik moest slikken. Ik ben hetero, maar ik kan andere vrouwen erg mooi vinden. Haar handen zijn bijzonder. De palmen zijn lichter van kleur dan de rest, ze lijken zacht als dons. Gisteren kreeg ik meteen zin om haar hand in de mijne te nemen en die tegen mijn wang te leggen, om te testen.

Uit de manier waarop ze notities nam en de uitdrukking van concentratie op haar gezicht, maakte ik op dat ze een warmbloedige, tedere vrouw was. Ik prees de kerel gelukkig die haar de zijne mocht noemen.

Mijn ogen rustten uiteindelijk op haar geschrift en ik glimlachte. Haar handschrift was niet wat ik verwachtte, het leek meer het geschrift van een jongen, niet zo zeer slordig, maar onduidelijk als dat van een dokter.

Ik had toch één imperfectie gevonden, bedacht ik triomfantelijk, om daarna nog chagrijniger dan eerder, te concluderen: één imperfectie IS perfectie.

In de pauze haalde ze een sinaasappel uit haar tas en een pennenmesje. Zorgvuldig ontdeed ze de vrucht van haar schil en ook van de witte velletjes, tot ze het stuk fruit volledig kaal had geplukt.

Voor het eerst werd ze zich bewust van mijn onbeschofte –ik heb er geen ander woord voor – onderzoekende aanwezigheid.

‘Wil je een billetje?’, vroeg ze vrolijk en met beide handen bood ze de servet aan waarop de partjes sinaasappel prijkten.

Een billetje?, dacht ik, wat een grappig woord in deze context.

‘Nee, dank je, ik eet geen sinaasappels’, zei ik naar waarheid.

‘Doodzonde’, reageerde zij meteen heel heftig. ‘Je hebt vitamine C nodig.’

Ze bood de servet nogmaals aan. Om haar te plezieren stak ik één partje in mijn mond. Het smaakte fris, zo fris als zij die het mij aanbood.

Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en vroeg:

‘Mag ik soms de naam van je parfum weten?’

Ze keek mij verbaasd aan en zei, terwijl ze haar handen afdroogde aan het servet:

‘Parfum? Welk parfum? Ik draag helemaal nooit parfum.’

Op dat moment gaf ik het op, als het op looks aankwam, kon ik niet aan haar tippen.

Ik wilde Soraya bannen uit mijn gedachten, haar beeld wegdrukken in een donkere spelonk in een verre uithoek van mijn geest.

In gedachten liep ik voorop met een fakkel door smalle gangen, terwijl zij volgde en vrolijk commentaar leverde op de schimmelachtige wanden.

Ik trok de ijzeren deur van een cel voor haar open, zij trad binnen, met een glimlach, alsof we toneeltje speelden, maar telkens ik de deur wilde dichtslaan om die te vergrendelen en nooit meer open te maken, verstijfde ik.

Haar ogen waren te uitnodigend, te zeer vervuld van bijna kinderlijke vriendelijkheid.

Ik vond haar aardig en ik wist dat ik voortaan met haar zou optrekken, ook al zou ik naast haar schoonheid geheel en al verbleken.

(wordt vervolgd)

William


29-01-2009 om 21:13 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyriek (4)

Je laat van je houden

al weet je dat niet

In talloze harten

marcheert reeds verdriet

 

Een breekbaar besef van

de zinloze strijd

ontneemt hen de kracht want

reeds leidt hen de nijd

 

Ineens is verlangen

een zucht naar de macht

nooit houdt men dat vol, nee

plots sterft hij die smacht

 

Och laat ik maar zwijgen

u waant mij gestoord

Redenen hebt u dus

lacht u maar voort

 

Ach wat een gedachten

verwoordde ik net?

Ik liet ze maar stromen

en bood geen verzet

Snüffel

29-01-2009 om 20:41 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyriek (3)

Zachtjes dromend drijf ik weg

weg van alle narigheid

weg van iedere vorm van pech

weg van ongevoeligheid

 

Dieper denkend stroom ik mee

naar haar onweerstaanbaarheid

naar het midden van de zee

naar haar onvoorspelbaarheid

 

Hevig bevend lig ik daar

badend in een zee van zweet

bloedend als een martelaar
biddend dat ze dit niet weet

Snüffel

29-01-2009 om 20:39 geschreven door Tederdraads  


28-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya (deel 1 van heel veel)

Esfahan, 23 september 2008, geschreven op de onderste trede van de trap, thuis dat mijn thuis niet is

Lieve, lieve, Hairspray Queen,

Ik schud en beef over heel mijn lichaam als ik je moet zeggen dat ze het niet gehaald heeft. Overreden. Beide benen afgezet. Behandelende arts: ‘Het mag een wonder heten dat ze niet op slag dood was.’ Week tussen leven en dood. Longen vol bloed gelopen. The dark waters have closed in on her. Gedaan. Even met de gedachte gespeeld om haar te volgen. Uren op haar kamer gezeten. Mijn neus in haar kussen gedrukt om het laatste beetje van haar lichaamsgeur in me op te nemen en vast te prenten om nooit te vergeten. Muziekinstallatie braakten nog steeds opnieuw en opnieuw ‘Rape me’ en ‘Frances Farmer will have her revenge on Seattle’ uit. Twee nummers op repeat gezet vlak voor haar vlucht. Bitter statement.

Ouders, grootouders, ooms, tantes, zelfs de buren: collectieve doffe, onverschillige blik. Meest recente laffe uppercut in mijn maag; oom Shiraz die zegt: ‘Beter zo. Nu maakt ze de familie tenminste niet meer ten schande.’ Waarop neef Hassan, waarschijnlijk om zijn vader te vleien met zijn hardheid, maar spijtig genoeg maar al te oprecht: ‘Hoeven we haar zelf niet meer te kelen.’ Kelen, alsof hij het over een stuk vee had. Klap in zijn gezicht gegeven. Ringen staan nog in zijn wang. Ik keek zo woest uit mijn ogen, dat niemand durfde reageren. En Hassan zelf stond daar maar, te geschrokken. Als ze hun plannen hadden uitgevoerd, waren ze er nog mee weggekomen ook.

Ik ben moe, moe, hondsmoe, ik zou willen huilen, maar ik geef er niet aan toe, want ik weet dat er anders geen eind komt aan mijn tranen. Ik ben moe, gefrustreerd, KWAAD, echt, echt razend kwaad (maar op wie moet ik precies kwaad zijn? Wiens schuld is het uiteindelijk? De traditie?De overheid? Onze familie zelf? Wat maakt de ene wel vatbaar voor die onzin en de andere niet? Waarom zijn sommigen van ons zo goed en open, en anderen zo star en slecht? Geen zin in filosoferen. Zin in niets.

Eergisteren een half uur bij haar graf gestaan. Als ze het hadden gewaagd, hadden ze haar liefst van al in niets meer dan een zak in een koude put gegooid. Iedereen weggejaagd, wilde alleen met haar zijn. Niemand die protesteerde. Olijven begraven aan de voet van het graf, omdat ze daar zo verzot op was, samen met haar lievelingspop, Parri (dat trouwens Fee betekent) Excuseer mij als mijn mail chaotisch overkomt. Ik ben niet in de mood om te mailen. Ik stel je enkel op de hoogte, ik weet dat je anders gek wordt. En och God, misschien lucht het mij op. Ergens, een beetje, een klein beetje. IJdele hoop.

Ik heb de moed niet om Frederik te schrijven. Jij kent hem beter dan ik, zeg jij het hem en pas op hem. Zeg dat ze het hem nooit zou vergeven als hij omwille van haar gekke dingen doet.

Ik laat je en ga naar mijn kamer, luisteren naar het album waar ze kennelijk troost in vond, en mij afsluiten voor de geluiden, de geuren, de kleuren en vooral de mensen van dit schizofrene KUTLAND.

Liefde (ook al snap ik de betekenis van dit woord steeds minder)

Je Harika


28-01-2009 om 22:59 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van onze man in Slowakije

Gouden tijden…uit het leven van de leraar.

En hier zit ik dan. Uitgeteld. Nog nagenietend. Ik lig steeds nog te herkauwen op de gedachten van daarnet. Niet de les, die was ok. Niet de klassenraad, die was ok. Maar die tijden, die gouden tijden. Komen die terug? Daar heb ik het raden naar. Het kan mij niet schelen.

De roes laat me niet toe om helder na te denken over vandaag. Maar het begon super. Uren verkort, omdat de klassenraad al om één uur begon. Alle leerlingen blij natuurlijk. Uiteraard. Pubers. Hoe waren we zelf toen we zestien waren.

Ik open zoals elke morgen mijn mailbox, waar nog een paar mails van gisteren ongeopend inzitten. Met een nieuwe uitdaging. Net na de klasenraad, mini-vergadering. Minder formeel. Ik laat het de collega’s weten. Officieel is het simpel: om te filosoferen met de collega wiskunde over het leven. De zin van het leven. Alsof dat thema nog niet genoeg uitgemolken is. Eigenlijk zoek ik gewoon in mijn oneindige leergierigheid, noem het spionage op het randje van het legale, perverse, de sappige details op. Ik luister en laat geen woord los.

Wie is er al eens dronken uit een schoolgebouw gekomen? Ik zou niet de eerste leraar zijn, niet de laatste ook. Zelfs niet de eerste leerling. Maar die gouden tijden, die komen niet terug. Toen zaten we met zijn allen op de groene zetel in het bureau en speelden er zich andere taferelen af. Indianendansen. Rooksignalen. Dromen van een ander bestaan. Maar dat bestaan zat gevangen achter een ijzeren gordijn. Dus moesten we er maar mee leren leven.

Leren een gouden middenweg te vinden in de relaties met de leerlingen. In de gouden tijden was dat nog simpel. Toen hadden ze nog geen gsm’s, waarbij direct iemand in de klas zei: hop, en ik begin alles op te nemen. Youtube, facebook, blog en ik trek me niets aan van auteursrechten. Want het is leuk. Maar de leraar heeft een verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid begint waar de roddels eindigen.

Ik besluit het tafereel van vandaag in mijn geheugen te prenten. Als een herinnering. Misschien dat ik over tien jaar ga zeggen: dat waren gouden tijden. In de zetel liggen. Uitgeteld.

Benjamin Bossaert, buitenlandse hulptroepen van het Slowaakse lerarenkorps


28-01-2009 om 20:36 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de Adoratie voor de A

Na een zoveelste deceptie op amoureus gebied, overliep ik bij mezelf de namen van de ooit door mij geadoreerde meisjes of vrouwen. En alle namen, zonder één enkele uitzondering, eindigden op die allesoverheersende A. Of dat toeval is?

 

Statistisch gezien, eindigen de meeste vrouwelijke namen op een A of E, maar dat zou een al te gemakkelijke verklaring zijn. En zij die mij kennen, weten dat ik dat niet aanvaard. Want waarom is er dan nog niemand met een E die mijn aandacht trok? Het is altijd maar weer die A.

 

Is het mijn onderbewustzijn dat de A’s distilleert uit de grote massa? Door er zo over na te denken, zou je nog gaan geloven dat je hoe dan ook ooit met een A een relatie begint. Het maakt het – vanuit praktisch standpunt – wel een stuk eenvoudiger: alle meisjes van wie hun naam niet op A eindigt, daar besteed ik m’n aandacht niet aan. Om het mezelf nog gemakkelijker te maken zou ik zelfs een aankondiging in een tijdschrift laten zetten, of op een of andere blog:

 

“ Ben je een vrouw tussen 18 en 25? Eindigt je naam op een A? Dan ben JIJ uitverkoren! Twijfel niet langer en neem contact op met deze A-adorerende Adonis.”

 

De A is me gewoon op het lijf geschreven. Ik adem A’s.

 

Het is de A van Absolute Adoratie,

de A van Aandoenlijke Affectie,

de A van Alternatieve Agressie,

de A van Atypische Ambitie,

 

de A van Abnormale Aandacht?

 

 Of toch alleszins de schreeuw erom.

 

Mijn eerste A heette Natasha of Natasja, ik weet nog steeds niet hoe ’t geschreven was. Ik heb ze een week gekend, toen is ze verdwenen uit m’n leven, maar haar naam heb ik steeds onthouden, doordrenkt van A’s. De Absolute Adoratie heeft op al mijn A-meisjes betrekking. Mijn volgende A had ik mijn Absolute Adoratie meegedeeld, die zij beantwoordde met Alternatieve Agressie. Mijn achterste kreeg Abnormale Aandacht van haar schoen… Mijn derde was gelukkig Anders.

Mijn vierde A tenslotte geeft me Aandacht, veel zelfs. Toch is ook zij niet de A van Altijd.

 

En dus ben ik tot het besluit gekomen dat het beter is met bijzondere B’s te beginnen…

 

Snüffel

28-01-2009 om 19:11 geschreven door Tederdraads  


26-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maryam en William naar de laatavondfilm Revolutionary Road

Moeilijk om te zeggen of ik dit nu een goede film vind of niet. De laatste tijd betrap ik mezelf er dan op dat ik het oordeel van mijn vriend Pieter-Jan probeer te raden en dat dan makkelijk overneem.

Los of ik de film nu goed vond of niet. Hij deed mij alleszins iets. Logisch, het gaat om de thema’s die mij bezighouden: geluk vinden, het ding vinden waar je goed in bent en daar dan je brood mee verdienen, het leven niet spelen volgens de ongeschreven, maar al te dwingende, regels.

Paar pijnlijke uitspraken gehoord. ‘De voorwaarde om te kunnen huisje spelen, is een job die je haat.’ Herkenbaar. Verder herkenbaar: een vrouw die naar Parijs wil. Die er niet ‘uit’ wil, maar er ‘in’ wil. Uit in slaap wiegende leegheid, in bruisend, voelbaar leven.

En een omgeving die dat beschouwt als een kinderlijke droom. De moeder van mijn vrouw zegt ook: ‘je moet leren gelukkig zijn onder de hemel die je nu boven je hebt.’ Vluchten van jezelf kan niet, zo ver ga ik akkoord. Maar ik wil niet de nachtmerrie van mijn tienerzelf leven. Als een kantoorslaaf elke nieuwe zonsopgang verwensen. Ik kijk naar Leo die de hele film door bijna met een das om zijn nek rondhuppelt. Is er iets fundamenteel anders aan mijn hersenen als ik daar allereerst een strop in zie en dan pas een kledingstuk?

Mijn vader is gestorven aan angsten. Zijn panische angstaanvallen –waar je uiterlijk trouwens niets van merkte- zijn hem te veel geworden en dus heeft hij zichzelf verstikt. Ik lag vannacht ook weer met angsten. Het D*mo-water steeg mij weer naar de lippen, en de grote, grote angst van nooit in dit leven genoeg aandacht te krijgen, niet herinnerd te worden, tenzij door mijn eigen kinderen. De grootste nachtmerrie van elke denkende man: second rate zijn.

The Wheelers in deze film zijn ‘anders’. Nu, in mijn vriendenkring zijn er velen die ‘anders’ zijn, maar ondertussen wel de conventionele natte droom leven en er een feest van maken daar in de ‘nine to five world’, terwijl ze hun vroegere dromen nu al in de diepvries stoppen.

Andere uitspraak: ‘je hebt geen ruggengraat nodig om een job te ondergaan die je haat, je hebt ruggengraat nodig om de job te doen die je wil.’ Misschien geen al te knap gemaakte film, maar die oorvijg was alleszins wel raak.

‘Revolutionary road’ kun je, als je ook zo’n nette Germaanse sorteerdersmentaliteit hebt, in de zelfde rij plaatsen met films als ‘The war of the Roses’ of een flauwere versie van ‘Who’s afraid of Virginia Woolfe?’, maar ook met een film als ‘Fight Club’ of ‘American Beauty’, al doet de film helaas onder voor elk van de voorgenoemde.

Er is een scène waar je Leo in maatpak ziet lopen tussen een massa andere ventjes ook stuk voor stuk in maatpak. Ze dragen zelfs allemaal de zelfde hoed. Hoe écht is dat niet? Stel een camera op, hier in het Sint-Pietersstation, ’s ochtends op een werkdag en je ziet een mierennest van mensen die allemaal een kopie van een kopie van een kopie zijn.

En wij mensen zien films als ‘Revolutionary road’, krijgen het er eens goed ingepeperd hoe blind we zijn voor onze eigen dromen, maar de volgende dag doet de Grote Gevaarlijke Kopieermachine gewoon lustig verder en zitten de treinen terug vol uitgedoofde mensjes die als ze eerlijk zijn hun leven verwensen. Als ze eerlijk zijn, want zoals ze in de film ook zeggen: de waarheid blijft wel altijd bestaan, maar de mensen worden met de jaren gewoon steeds beter in liegen.

Nu, ik wil niet liegen, en ik wil niet over 28 jaar met mijn schamele zelfmoord even de aandacht vestigen op een maatschappij vol verstikkende regeltjes die niet bij mijn persoonlijkheid pasten. Geen leugens meer. ‘I don’t want out, I want in’

(WP)


26-01-2009 om 22:41 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leugenachtige lectuur

Zonet beëindigde ik mijn lectuur van Jurek Becker – Jakob der Lügner. Een boek dat gebouwd is op leugens tijdens WOII, verzonnen door het hoofdpersonage. Het leven is dan ook een grote leugen.

 

Ik stel me voor dat ik in een joods getto woon, dat ik me na achten niet op straat mag vertonen om niet afgeknald te worden. Dat ik iedere dag de mij opgedragen taken moet uitvoeren zonder één woord, zonder één moment van zwakte, zonder rust. Volgens mij ben je mentaal allang gestorven, tenzij je je hoop erop vestigt dat alles voorbij gaat. En dat gaat het zeker, het is enkel de vraag of dat dan slaat op de toestand of op je eigen leven. En in hun geval…

 

Jakob had ‘zogelogen’ een radio, die moest verklaren hoe hij aan informatie was gekomen over de opmars van de Russen richting Duitsland. Hij was ‘zogelogen’ na achten buiten geweest – de droge humor van een Duitser – en bijgevolg moest hij zich melden bij de Ortskommandant. Daar hoorde hij via een radio het nieuws ... Jakob werd terug naar het getto gestuurd, met dank aan de menselijke Ortskommandant, die de duitse humor doorbrak. Daar levend wegkomen was al een uitzondering, je zou door je lotgenoten als verrader kunnen aanzien worden, vandaar de leugen over het zogenaamde eigen bezit van een radio. Het begin van alle ellende.

 

Het spreekwoord zegt: ‘Je biedt ze een vinger, ze nemen een hand. Je biedt ze een hand en ze nemen je hele arm.’ Laat dat nu net zijn wat Jakob overkomt. De informatie over de naderende Russen en de daaropvolgende essentiële hoop voor de joden in het getto smaakt naar meer. En zo moest Jakob steeds opnieuw situaties uitdenken over het verdere verloop van de Russische opmars. Leugens van de Lügner. Hoop voor zijn makkers. En dat hield hen – voorlopig althans – in leven.

 

Als ik zeg dat het leven een grote leugen is, hoeft dat niet noodzakelijk als een negatieve visie op het leven te worden geïnterpreteerd. Soms ga je veel gelukkiger door het leven dan als je de volle waarheid zou kennen. Dat Jakobs beste vriend Kowalski zich ophangt nadat Jakob hem uiteindelijk verteld heeft, dat de radio niet bestaat, is daar een levend – nu dood – bewijs van. Hoe dat allemaal verder evolueert, laat ik aan de geïnteresseerde lezer over om het zelf te ontdekken.

 

En wie weet, was al wat ik zonet schreef wel één grote leugen…

 

(MVT ft. Snüffel)

26-01-2009 om 08:30 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwartbloes en het land van Bezoem (2)

Zwartbloes dichtte zorgzaam het kuiltje en klopte daarna haar handen af, haar vingers kleefden vol bloesem. Ze keek naar de benen van haar metgezellen en zag dat ze alle drie stuk voor stuk tot halverwege hun kuiten vol roze smurrie kleefden.

‘Waarom doe je die moeite? Hier groeit toch nooit iets?’, vroeg Tuhali met een verveelde zucht. De kleinste van de drie vond het aftelsysteem van Zwartbloes maar tijdrovend en nutteloos.

‘Laat haar’, sprak Aïndjau kalm. ‘Kerdoestruiken groeien overal, die hebben zo goed als niets nodig.’

Tuhali bedekte haar huid terug zorgvuldig. Zwartbloes gooide haar draagzak over haar schouders en het drietal zette hun tocht verder. Het meisje met de volste heupen, met haar karakteristieke, zwarte kleren ging voorop. Zij was degene die de windstreken het beste uit elkaar kon houden. Ze moesten pal westwaarts blijven lopen, zo had de dorpsoudste het gezegd.

Zwartbloes keek omhoog naar de lucht en bleef er zich over verwonderen. In de bloesemwoestijn kon je zelfs overdag de hemellichamen zien. De slinger, de wip en het rad. Als je meeliep met de baan die het projectiel van de slinger aflegde, liep je zeker naar het westen. Elke tien lazeh vuurde de slinger een fluogroene bol af, volgens wetten die niemand begreep. Niemand die zelfs wist of de hemellichamen tastbaar waren of slechts kleurverschijnselen waren.

Zwartbloes kreeg er hoofdpijn van als ze de principes achter het universum wilde doorgronden. Er waren wel de mythes, maar hoewel ze dat leuke verhalen vond, hechte ze er geen enkele wetenschappelijke waarde aan.

Het meisje met de ogen, die steeds blonken van verwondering, had voorgesteld om overdag te schuilen voor de hitte en te stappen in de koelte van de duisternis, maar haar gezelschap was tegen geweest. Ze konden niet wennen aan het omgekeerde leefritme en de slinger, hun richtingaanwijzer, was hier toch overdag zichtbaar.

’s Nachts sliepen de drie achter windschermen, daarvoor droegen ze doeken en bundels stokken met zich mee. Slechts één keertje hadden ze het zich geriskeerd om zonder te slapen, omdat ze te moe waren. Maar die nonchalance hadden ze zich al snel beklaagd. Toen de Tufan, de typische woestijnstorm, opstak, kwam er van slapen niets meer in huis.

Tegen de ochtend zat de bloesem overal, in hun oren, neus en ogen. Hun keel plakte bijna dicht met het fijne roze stof en hun spullen lagen her en der verspreid, meegezogen door de natuurkrachten. Sindsdien stopten ze elke dag een halve saad eerder om hun kamp stevig uit te bouwen.

De drie zaten ondertussen aardig achter op hun schema. Des te groter was hun verbazing toen ze de contouren van de hoofdstad twee dagen eerder zagen liggen, dan hun meest optimistische berekeningen voorspelden.

(wordt vervolgd)


26-01-2009 om 00:00 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs