Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
08-03-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL 30: Iraniërs komen langs de achterdeur
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Alle jongens schieten in paniek in hun chador. ‘De buren hebben ons al verraden’, gokt Dieter.

 

‘Fraaie mentaliteit,’ zegt Pieter-Jan. De jongens nestelen zich in de zetel en op de grond. Maryam corrigeert hier en daar hun houding en hun kleding om hen er vrouwelijker te laten uitzien.

 

Dieter en Elke gaan openmaken. Voor hun neus staan vier gewapende kerels, hun leider, een kerel met een zonnebril en een dikke zwarte snor zwaait met een huiszoekingsbevel. Dieter en Elke kunnen geen Perzisch lezen maar het document met de typische stempels is hun genoegzaam bekend. Ze laten de vier mannen er langs. Elke doet een poging om zich in te dekken:

 

‘We vieren de verloving van mijn nicht. Let maar niet op de rommel.’

 

De vier agenten doorzoeken het hele huis, maar vinden niet meteen iets. Als de leider de lege drankflessen vindt in de keuken, denkt Elke dat haar hart zeker 200 per minuut slaat. Maar de agent is mild:

 

‘Binnenkamers doet iedereen maar wat hij wil. Ik zeg niet dat ik het goedkeur, maar ik zal je niets maken. Als ik iedereen oppakte die thuis alcohol dronk zat drie kwart van de stad nu in de gevangenis. Het gaat mij om je huurbaas. Komt die nog wel eens naar huis?’

 

‘Die dient bij de revolutionaire garde, die komt nooit naar huis.’, zegt Elke, die inwendig helemaal ontspant, alsof ze uit een vreselijke nachtmerrie ontwaakt.

 

‘Revolutionaire garde? My ass. Die tsjos is een vuile Mazdi geworden.’ De agent wil vol afschuw op de grond spuwen, maar weet zich te bedwingen.

 

Elke kijkt weg van de agent en probeert een glimlach te onderdrukken. Tsjos is het eerste Perzische scheldwoord dat ze hier geleerd heeft. Het betekent scheet. Meer bepaald ‘stille scheet’. De Iraniërs maken onderscheid tussen een scheet met geluid, die ze guz noemen en een stille scheet die ze tsjos noemen. Elke vraagt zich nog steeds af of het Perzisch de enige taal is die dit onderscheid maakt.

 

Boven heeft één van de agenten zich tussen de ‘vrouwen’ op de zetel gepropt. De vermomming van de jongens is kennelijk wel geslaagd, want de agent merkt niets. Het is een kalende man van voorbij de veertig, in een zwart hemd en een bijpassende zwarte broek. De hele kamer ruikt naar zijn sterke parfum, een overdreven stoer machogeurtje.

 

De ‘vrouwen’ houden stijf de lippen op elkaar en hun blikken afgewend, maar de agent heeft zijn ogen laten vallen op Willem. Hij geeft een kneepje in de zijkant van zijn dijen en zegt, in het Perzisch natuurlijk:

 

‘Hey schatje, gaan wij twee vanavond iets leuks doen? Ik rijd in mijn eigen mercedes en ik woon in een chique wijk in Noord-Hetere. Nou, wat zeg je? Je kan zo mee voor een ritje, mijn shift zit er al op.’

 

‘Doe geen moeite’, springt Maryam in de bres, ‘ze doet boete voor haar neef die betrapt is met een andere jongen. Ze eet en spreekt drie dagen niet.’

‘O maar dat geeft niet. Ze mag antwoorden met haar ogen.’

 

De agent draait Willems gezicht naar zich toe. ‘Nou, schatje, ga je mee? Ik bezorg je een leuke tijd.’

 

Als Willem zijn gezicht terug afwendt, bang dat de agent de stoppels van zijn baard opmerkt, zegt die:

 

‘O, ik raad het al, je maakt je zorgen over je onbevlekte staat. Gek druifje, dan doen we het toch langs achteren? Langs voren mag je bewaren voor je echtgenoot. God, wie weet trouw ik zelf wel met je. Dan kan je mijn eerste en tweede vrouw helpen in het huishouden. Die twee pesten elkaar liever het bloed van onder de nagels dan dat ze eens de afwas doen.’

 

Maryam slaat geshockeerd met haar handpalm tegen haar voorhoofd en zucht diep. Als de agent al zijn hand onder Willems chador beweegt, wordt de hele groep ongemakkelijk. Gelukkig weerklinkt net op tijd de stem van de leider. Hun speurtocht heeft niets opgeleverd. De eenheid keert terug. Elke krijgt zelfs verontschuldigingen voor het ongemak gepresenteerd en felicitaties voor de gelukkige bruid.

 

Willems aanbidder doet nog een laatste poging en smeekt Maryam om diens telefoonnummer. Maryam krijgt echter opeens een inval en zegt: ‘Ze heeft een kind.’

 

‘Had dat dan eerder gezegd,’ blaft de agent als hij naar het trapgat stormt.

 

Als de voordeur beneden dichtslaat, vraagt Pieter-Jan:

 

‘Is het wel zo’n goed idee om straks met z’n allen naar de markt te gaan? De kans is toch veel te groot dat iemand ons ontdekt?’

 

Boelie vraagt aan Dieter of hij nooit last heeft van aanbidders.

 

‘Als de Iraanse mannen weten dat wij twee samenwonen, laten ze ons met rust.’, antwoordt die.

 

‘Ik veronderstel dat de Sapfische liefde hier nochtans verboden is?’, vraagt Boelie.

 

‘Lesbiennes worden inderdaad officieel vervolgd, maar iedereen die we tegenkomen doet ons liever af als hartsvriendinnen die gewoon erg close zijn. Niemand doet moeilijk, zolang we elkaar maar niet in het openbaar beginnen opvrijen.’, zegt Elke.

 

Maryam vertaalt ondertussen de avances van de agent. Elke trekt haar schouders op. ‘O anale seks vinden ze hier doodnormaal. Vooral dan voor het huwelijk. Vaginale penetratie is dan weer taboe. Al zijn er nu ook al veel meisjes die hun maagdenvlies chirurgisch laten herstellen.’

 

Pieter-Jan betreurt het dat hij geen cameramateriaal heeft om hier een documentaire te schieten. Boelie zou dat ook geweldig vinden, hij zou er zelf een boek over schrijven. Willem vindt dat de stad wel een zekere poëtische sfeer heeft en betreurt het dat hij geen Perzisch kent, anders zou hij de Iraanse dichters willen lezen.

 

Die opmerking leidt meteen tot de discussie: wat is de beste manier om een samenleving te leren kennen?

 

Boelie gooit express een stok in het hoenderhok: ‘De gemiddelde leeftijd van haar prostituees zegt alles over een samenleving. Daar heb je geen rijmelarij voor nodig.’

 

‘Wat voor een achterlijke oversimplificatie is me dat!’, zegt Willem kwaad.

 

De twee grijpen elkaar al meteen bij elkaars kraag en dansen zo rondjes in afwachting van wie de eerste move maakt.

 

‘Wat hebben jullie jongens toch met geweld? Je grote gelijk bewijzen door elkaar pijn te doen.’, roept Maryam gefrustreerd uit.

 

‘Your pain makes me real’, zegt Pieter-Jan terwijl hij enkele kunstjes uit martial arts movies persifleert. Daarna holt hij door de kamer en bootst hij luid een chimpansee na.

 

‘Ok, die verveelt zich duidelijk,’ besluit Maryam met rollende ogen.

 

‘Super. De max.’, zegt Dieter. Als hij ziet wat voor een chaotisch boeltje de jongens aan het bakken zijn. ‘Jullie zijn echt een vette bende.’

 

(wordt vervolgd)

08-03-2009 om 12:03 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL 29: Fizendjun
Klik op de afbeelding om de link te volgen

‘Al wat wij kennen is dus Hetere, een grootstad met circa 7 miljoen inwoners,het noordelijke deel is trouwens beter ontwikkeld dan het zuidelijke. Er rijdt een metro, maar die heeft maar twee lijnen. Het voornaamste openbare vervoermiddel zijn taxi’s. De regering bestaat uit een religieuze component en een wereldlijke, waarschijnlijk gebaseerd op het staatsbestel van Iran zoals wij het kennen of kenden. Hier heb je het politiek systeem uitgewerkt in een plannetje.’

 

Elke slaat een boekje open en toont het aan Maryam, zodat die kan bevestigen. ‘Ja, zo is het in Iran ook. Maar zo grappig allemaal, hoe kunnen we nu in een mini-Iran terechtkomen?’

 

De opgewekte gastvrouw gaat verder met haar verhaal. ‘Heel wat dingen zijn hier verboden, maar er zijn niet echt strikte regels over wat kan en wat niet kan en de regels worden ook niet altijd toegepast. Soms laten de autoriteiten je gaan zonder straf, zelfs als ze je voor een groot vergrijp klissen, zoals bijvoorbeeld een ondergrondse krant runnen en soms stenigen ze je, enkel alleen omdat ze je ervan verdénken, alleen nog maar verdenken, dat je moppen tapt op de kap van de president.’

 

‘Hoe heet die president hier? Toch niet Ahmadinejad?’, vraagt Pieter-Jan.

 

‘Nee, nee, Javad Kuni heet die. Een klein ventje, vreselijk conservatief, maar hij komt wel graag naar buiten met zijn voorliefde voor Iraanse housemuziek. Dat soort paradoxen heb je hier dus constant. Hij durft zelfs draaien op nationale feestdagen.’

 

‘God is a DJ’, zingt Pieter-Jan met overdreven basstem.

 

‘Maar wacht, jullie kunnen hem zelf zien, op de staatstelevisie is vast wel een of andere ceremonie aan de gang.’, zegt Dieter en hij zet de televisie aan.

 

‘Televisie is trouwens voor iedereen gratis, maar buiten staatszenders valt er dan ook geen zak op te zien.’, voegt Elke nog toe. ‘O kijk, daar heb je de hele regering verzamelt rond de put van Mehdi.’

 

‘En wat doen ze dan?’, vraagt Boelie.

 

‘Vandaag werken ze aan de begroting. Ze schrijven begroting op een papiertje en gooien het in de put. Het werkt als een wensput. Die Mehdi is een soort heilige die dood is, maar op een dag zal verrijzen en rust en orde zal brengen, maar tot die dag maakt hij je dromen al waar. Als je tenminste zo vriendelijk bent om ze op een papiertje te schrijven.’, vertelt Elke.

 

‘Dus als ik het goed begrijp hebben ze de begroting te boek gesteld en in die put gegooid om de goedkeuring van die Mehdi te krijgen?’, vraagt Willem.

 

‘Nee, nee, ze vragen een begroting aan Mehdi. Zelf stellen ze die niet op.’, verklaart Elke.

 

‘En hoe weten jullie dat allemaal, spreken jullie ondertussen Perzisch?’, vraagt Maryam.

 

‘Hier en daar een woord. Enkel wat nodig is om de klanten te plezieren. Maar er zijn hier genoeg jonge mensen die Engels praten, dus die leggen ons vaak dingen uit. Alleen moet je wel opletten tegen wie je spreekt, want je weet nooit of het informanten zijn die je er bij willen lappen omdat je kwaad spreekt van het regime.’

 

‘En niemand zegt er iets van dat jullie buitenlanders zijn? Niemand vraagt van waar jullie komen?’, vraagt Boelie.

 

‘Nee, ten opzichte van vrouwen zijn ze hier erg gastvrij, tenminste als ze zich aan de regels houden. Ze vragen niet van waar we komen, omdat buitenlanders sowieso uit Amerika komen. In de ogen van de Heteri is er maar 1 buitenland. Buitenlandse mannen kunnen er echter niet in, die worden sowieso beschouwd als infiltranten van de Mazdi’s. En dus gaan mannen er onverbiddelijk aan als ze die te pakken krijgen.’, vertelt Elke verder.

 

‘Maar die Mazdi’s kunnen hun vrouwen toch laten spioneren?’, werpt Benjamin tegen.

 

‘Onmogelijk. Een Mazdi vrouw sterft liever dan dat ze een hoofddoek draagt.’, zegt Elke.

 

‘En wie zijn die Mazdi’s dan?’, wil Willem weten.

 

‘Het fijne weet ik er ook niet van, maar volgens de officiële propaganda willen de Mazdi’s de Heteraanse samenleving de-islamiseren en Hetere terug de oud-Perzische cultuur opleggen. Ahura Mazda is één van hun goden, vandaar de naam.’, weet Elke.

 

‘Bestaan die Mazdi’s ook in het echte Iran?’, vraagt Nico aan Maryam.

 

‘Nee, nooit van gehoord. Ik ben zeker van niet. Echt absurd dat we dit meemaken.’, reageert Maryam. ‘Absurd en hilarisch tegelijk.’

 

‘En we kunnen hier dus niet weg?’, vraagt Pieter-Jan,

 

‘We hebben eerlijk gezegd niet geprobeerd om verder te trekken. Toen wij hier aankwamen is alles meteen in een stroomversnelling gegaan. We konden dit huis huren, het kraampje hebben we gevonden en zelf opgelapt. De plek waar we jullie zijn tegengekomen is strategisch interessant om eten te verkopen. Er komt veel volk langs. Veel Heteri trekken de natuur in en passeren daar.’, verklaart Elke.

 

‘En die Mazdi’s dan, waar zitten die? De Heteri kunnen zich dus blijkbaar vrij verplaatsen zonder dat ze gevaar lopen?’, vraagt Pieter-Jan wantrouwig.

 

‘De Mazdi’s vallen nooit openlijk aan. Soms ontploft er eens een bom op een markt, als er een zelfmoordterrorist door de controles raakt’, zegt Dieter.

 

‘Die controleposten zijn dan ook zo lek als een zeef. Ik geloof dan ook net zo min in Mazdi’s als in eenhoorns die Johnny heten. Die Mazdi’s zijn een uitvindsel van de regering om de mensen bang te houden’, concludeert Pieter-Jan.

 

‘Je klinkt al net als de progressieve jeugd hier’, lacht Elke.

 

‘Maar goed, laat ons wel wezen, hier blijven is toch nauwelijks een optie? Tenzij jullie al zo gewend zijn aan de Heteri way of life dat jullie het niet meer kunnen missen.’, zegt P-Jay.

 

‘We kunnen toch wel even blijven? Ik vind het zo leuk om terug Perzisch te horen en het eten is hier zo lekker. O, weten jullie soms waar we fizendjun kunnen gaan eten?’, roept Maryam dolenthousiast uit.

 

‘Wat is dat?’, vraagt Willem.

 

‘Fizendjun is haar lievelingsgerecht. Kip met een speciale walnotensaus. Erg lekker, maar je moet er voor zijn.’, antwoordt Boelie in Maryams plaats.

 

‘Er zijn veel restaurants waar je dat kunt krijgen, denk ik. We hebben het zelf nog nooit gegeten.’, zegt Elke.

 

‘Zes maand hier en jullie hebben nog nooit Fizendjun gegeten? Ok, dat staat vast, we gaan hier niet weg voor iedereen fizendjun geproefd heeft.’, bepaalt Maryam strikt.

 

‘Waar gaan we dan heen, als we niet hier blijven?’, vraagt Dieter.

 

‘Gewoon terug verder. Het universum stopt toch niet in Hetere? We tanken de Peykan vol en we gaan er weer vandoor.’, oppert Boelie.

 

‘Met tien in die Peykan?’, vraagt Randy verschrikt. ‘Ik doe niet meer mee als dat het plan is.’

 

‘Als we verder trekken doen we beter inkopen op de markt morgen. Je weet nooit waar we terecht komen.’, denkt Elke luidop.

 

‘Ik ben blij dat er eindelijk nog een vrouw in het gezelschap is. Nu zijn we toch al met twee die gezond verstand hebben’, zegt Maryam.

 

‘Ja, maar, ik kruip dus echt niet met tien in die Peykan, hé, echt niet dus hé.’, herhaalt Randy.

 

‘Ach, dat is toch maar voor eventjes. Uiteindelijk botsen we wel weer op iets anders.’, sust Nico.

 

Willems blik valt opeens op een doos. ‘Zeg wat is dat? Is dat Kolonisten van Katan?’ Hij staat op en neemt de doos. ‘Grappig in het Perzisch.’

 

De jongens veren als één man recht en kijken elkaar enthousiast aan.

 

‘O jee’, zucht Maryam. ‘ ze gaan een spelletje spelen. Dat zit potdorie vast in een andere dimensie en dat gaat zijn tijd daarmee verdoen. Mannen. Allemaal grote kinderen.’

 

‘Zullen wij anders ondertussen het eten klaarmaken? Dan kunnen de jongens hun hartje ophalen.’, stelt Elke voor.

 

‘Twee uur in een Iraanse parallelstad en we vervallen al in klassieke rollenpatronen’, zegt Maryam als ze rechtstaat en haar gastvrouw volgt naar de keuken.

 

De jongens willen haar paaien en garanderen:

 

‘Morgen gaan we naar de markt om inkopen, ’s middags eten we fizendjun en daarna gaan we weer de hort op. Beloofd.’

 

Tot laat in de nacht spelen ze Kolonisten van Katan. Ze slagen er zelfs in om Maryam te overtuigen om één rondje mee te doen. De sfeer komt pas echt goed in als Dieter drank bovenhaalt.

 

‘De vorige eigenaar mag dan een hardliner zijn, zijn drankkast is wel rijk gevuld. Als we morgen toch weg zijn, kunnen we wel enkele flessen soldaat maken.’

 

‘Strak plan’, zegt Nico goedkeurend en de rest volgt. Uitgezonderd Pieter-Jan.

 

De wekker die eerst op zeven uur ’s ochtends stond, draaien ze steeds verder tot die uiteindelijk op tien uur staat. Het is al bijna zonsopgang als ze slapen gaan. Elke is creatief met de hele huisraad en improviseert zo een achttal ersatzbedden.

 

Benjamin valt dronken op een dik Perzisch tapijtje dat hem tot bed moet dienen en roept uit: ‘O, ik ga die wekker morgenvroeg vervloeken.’

 

Zijn voorspelling komt echter niet uit, want de volgende ochtend wordt het gezelschap gewekt door luide bonzen op de voordeur en een luide Perzische bromstem die beveelt dat ze open moeten maken en snel wat ook.

 

(wordt vervolgd)

08-03-2009 om 11:44 geschreven door Tederdraads  


07-03-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL 28: Binnenskamers
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Elke stapt uit haar fietskar en komt naar de auto gelopen.

 

‘Jullie parkeren best hier. Het is in dit smalle steegje links. Het huisje met de rolluiken die geverfd zijn als lieveheersbeestjes.’ Het meisje glundert en zegt: ‘Heb ik gedaan.’

 

De acht doen zoals gevraagd en komen even later te voet aan wandelen. Pieter-Jan vraagt waar Maryam eigenlijk de sleutel van die auto haalde. Die lag gewoon op het dashboard, luidt het antwoord.

 

Elke en Dieter laden druk hun kraampje uit en dragen de spullen naar binnen. De jongens helpen een handje. Als het kraampje volledig leeg is, legt Dieter twee sloten om de fiets en trekt hij een grote plastic bescherming over de go-cart.

 

Het huisje waar het jonge paar woont, telt drie verdiepingen die verbonden zijn, niet met trappen, maar met ladders. Veel plek is er niet, de kamers zijn krap en staan overvol. Elke verontschuldigt zich. ‘De eigenaar woonde hier voor ons, maar die is in dienst gegaan bij de revolutionaire garde en die heeft nu logies van de staat. We kunnen het huren voor een prikje, maar dan moeten we wel verdragen dat veel van zijn spullen hier blijven staan.’

 

Overal staan kartonnen dozen, aan de muren hangen propagandaposters. Jonge Basij die aan Karate doen of geweren schouderen die ze nauwelijks kunnen tillen. De acht moeten er maar niet te veel op letten, zegt Elke, als ze haar gasten meeneemt naar de tweede verdieping. Ze laat iedereen plaats nemen op kleine kussens die rond een lage salontafel liggen. Als ze terug naar beneden gaat om thee te zetten, gooit ze haar Chador af. Ze blijkt een uitgerafelde jeansshort te dragen en een topje dat haar buik bloot laat.

 

Ook de jongens werpen hun chador af, Maryam die een sjaaltje omgebonden had om de stad in te rijden, knoopt haar bedekking ook los. Ondertussen arriveert Dieter, nu ontdaan van zijn vrouwelijke vermomming. Hij ziet er uit alsof hij in een alternatief rockbandje speelt en heeft een zekere natuurlijke charme.

 

Boelie vraagt dan ook of hij soms muzikant is. ‘Ook’, antwoordt de jongen, ‘maar ik teken voornamelijk. Dat is ook hoe ik hier wat geld verdien, ik verkoop mijn tekeningen, terwijl Elke Ghanese specialiteiten verkoopt aan ons kraam.’

 

Aan het trapgat verschijnt een dienblad met thee en even later verschijnt Elke terug. ‘Wat zegt hij? Dat hij geld verdient met zijn tekeningen? Als mijnheer eens zou tekenen ja. Dan misschien. In de zes maand dat we hier al zitten, heeft hij twee tekeningen verkocht. Nauwelijks genoeg voor twee weken eten.’ Dieter glimlacht schuldbewust.

 

‘Die thee ruikt echt lekker’, zegt Maryam. ‘O en er is allerlei lekkers bij. Mmm, echt Iraans fruit.’

 

‘Ik zie geen verschil met ander fruit.’, zegt Pieter-Jan.

 

‘Wacht tot je het proeft. Iraans fruit smaakt zoveel lekkerder.’, propageert Maryam.

 

‘Maar we zijn toch niet echt in Iran?’, protesteert Willem.

 

‘Dat is ook waar’, geeft Maryam toe.

 

Dieter en Elke komen er bij zitten en delen de thee uit.

 

‘Maar zeg eens’, begint Willem’, hoe zijn jullie in deze wereld gekomen?’

 

‘Via een luik in het stadspark. Wij zijn gewend om, nou ja, het is eigenlijk een beetje gênant, te stoeien onder een bepaalde boom daar. De takken ervan hangen tot op de grond en van ver lijkt het een dichtgegroeid bladerdak, maar als je het weet kun je er makkelijk door en rond de stam is plek te over, dus kun je makkelijk…’

 

Elke hapert veelbetekenend en dus maakt Nico haar zin af:

 

‘Het gezellig maken?’

 

‘Juist. Nou en op een keer ontdekten wij daar een luik.’

 

‘Laat me raden, daarna zijn jullie via rivieren, kloven, steile hellingen, rollende tonnen en zo verder, uiteindelijk hier beland. Zijn jullie ook bestolen door een kleine, kreupele blinde?’

 

Elke en Dieter blijken inderdaad ongeveer de zelfde weg afgelegd te hebben. Alleen zijn ze nooit achtervolgd.

 

‘Jullie hadden geen Boelie die er graag een schepje bovenop doet.’, zegt Pieter-Jan terwijl hij van zijn thee drinkt.

 

‘A little bit too much, is just enough for me’, zegt Boelie.

 

‘Het is wel al even geleden dat hij nog een selffulfilling prophecy verkondigd heeft. Misschien was die magie van hem toch maar toeval’, snuift Willem.

 

Boelie haalt adem om er iets uit te flappen, maar Maryam springt op hem en dekt zijn mond af.

 

‘Maar we gaan het voor de zekerheid NIET testen.’

 

Elke en Dieter kijken niet begrijpend.

 

‘Nevermind’, zegt Jelle.

 

‘Eventjes voor de zekerheid: komen jullie uit de echte wereld? Ik bedoel uit dezelfde wereld als wij?’, vraagt Benjamin.

 

‘Hoeveel werelden zijn er waar ze Nederlands praten, Tsoempi’, zegt Maryam.

 

‘Sinds ik hier ben terecht gekomen, geloof ik echt dat alles mogelijk is.’, verdedigt Benjamin zich.

 

‘Maar dit is dus het eindpunt van onze bizarre tocht: Hetere?’, vraagt Pieter-Jan, in de hoop het tegendeel bewezen te horen.

 

‘Wij zijn hier terechtgekomen en verder kennen we ook niets. Er is de stad en van wat daar buiten nog is, weten we niets meer dan wat de regering bericht’, zegt Elke.

 

‘En wat berichten die dan?’, willen de acht weten.

 

‘Wel ik zal jullie alles zeggen wat we weten’, zegt Elke en ze zet zich in een comfortabele houding als voorbereiding op een lang verhaal.

 

(wordt vervolgd)

07-03-2009 om 21:44 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL 27: Hetere
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

‘Wie gaat rijden?’, vraagt Maryam. Die keuze is niet zo moeilijk als blijkt dat er maar drie van de acht een rijbewijs hebben. De potentiële chauffeurs zijn Maryam, Nico en Jelle. Maryam kijkt verwijtend naar Boelie: ‘Wanneer ga jij nou eindelijk eens rijlessen nemen?’

 

Boelie zegt: ‘Laat mij anders maar rijden, hier doet het er toch helemaal niet toe of je nou een rijbewijs op zak hebt of niet, het zou mij verbazen als we politie tegenkwamen.’

 

‘Jij blijft met je fikken van dat stuur. Ik ben mijn leven nog niet beu.’

 

Besloten wordt dat M            aryam en Nico zullen rijden en dat Jelle overneemt als er iemand moe wordt. De groep deelt zich in twee en verspreidt zich over de twee witte Peykans, maar de problemen blijven niet lang uit. De auto van Nico wil niet starten, er zit niets anders op dan met acht in één Peykan te kruipen. Na enige manoeuvres is die switch geslaagd. 

 

Maryam zit aan het stuur, Boelie zit in de passagierszetel en Benjamin zit op de grond tussen diens benen. Achterin zitten Nico, Jelle, Willem en Pieter-Jan en over hun schoten ligt Randy met zijn tenen net uit het raampje. Hij kan geen kant op en de jongens vinden het leuk om hem te kietelen. Randy schreeuwt het uit, maar zijn plaaggeesten zijn onverbiddelijk. Tot Maryam het welletjes vindt en weigert te vertrekken zo lang het niet rustig is achterin.

 

Meteen is het muisstil en de witte Peykan scheurt er vandoor. Het pad voert hen uiteindelijk de bergen in. Ongeveer een kilometertje na vertrek bevinden ze zich op een smalle asfaltweg met scherpe bochten. Maryam rijdt behendig langs de kronkelige wegen. Ze zegt dat ze kriebels in haar buik krijgt als ze de contouren van de bergen ziet. Haar geboortestreek in Iran is bergachtig en in combinatie met de Peykan zorgt dit beeld er voor dat ze wat heimwee krijgt. Ze vertelt over het oude dorp van haar grootouders en haar herinneringen aan haar opa’s olijfboomgaard, maar Pieter-Jan vraagt haar om eens in de achteruitkijkspiegel te kijken. ‘Benieuwd of je dan nog zo’n heimwee voelt.’

 

Maryam doet zoals gevraagd en zegt: ‘Shit, maar zo grappig. Hilarisch gewoon. We worden achtervolgd.’

 

‘Ik snap eerlijk gezegd niet hoe je de hilarische factor derivieert uit dit normaliter als onrustwekkend te interpreteren gegeven.’

 

Iedereen kijkt achterom en ziet hoe ze achterna gezeten worden door wel honderd vrouwen. Althans het lijken vrouwen. Als ze goed kijken, zien ze dat het om lege zwarte Chadors gaat.

 

‘Maar zo grappig’, houdt Maryam vol, ‘lege chadors die achter ons lopen. Hoe bestaat het! Hilarisch gewoon.’

 

‘Ik vraag me af of het even hilarisch blijft als ze ons inhalen, dat legertje zwarte tentdoeken gaat behoorlijk snel.’

 

‘Al een geluk dat ze niet gewapend zijn met kalasjnikovs zoals het echte Basijvrouwen betaamt.’, merkt Boelie op.

 

‘Wat zijn Basijvrouwen?’, wil Benjamin weten.

 

‘De Basij zijn een soort militie van het Iraanse bewind. Hardliners en ook gewoon meelopers die lid zijn omdat het wat extra geld oplevert.’, zegt Boelie.

 

De acht blijven rustig bij de situatie tot de chadors op zo’n twintig meter genaderd zijn. Ze horen bonkende inslagen op de karosserie.

 

‘Wat is dat?’, vraagt Maryam zowel geïrriteerd als bezorgd. ‘Hebben ze toch wapens?’

 

‘Geen idee hoe ze het lappen, maar ze gooien stenen.’, zegt Jelle.

 

Iedereen behalve Maryam draait zich in bochten om achterom te kunnen kijken. Alleen Randy moet stil blijven liggen, want zijn gedraai bezorgt zijn onderzittende maten te veel last.

De Chadors lijken inderdaad te bukken, stenen op te rapen om die dan weg te slingeren, waarna ze gauw weer verder rennen of zweven.

 

‘En als we ze nu eens hard op de rem gingen staan?’, stelt Boelie voor. ‘Of in achteruit gaan en die Chadors platwalsen?’

 

‘Je weet toch maar nooit hoe sterk die dingen zijn’, twijfelt Willem.

 

‘Bibi moet weer de voorzichtige uithangen.’, mompelt Boelie. ‘Nooit een romannetje gelezen waarin ze uit de doeken doen hoe je Chadors afschudt?’

 

‘Uit die minachting voor lezen, blijkt alleen hoe hard jij je wil laten gelden als de grootste intellectueel van de bende.’, antwoordt Willem.

 

Boelie draait zich om en leunt ver naar achter om Willem te kunnen slaan, maar dan is er het geluid van piepende remmen en banden die over het wegdek schuren. De witte Peykan staat dwars over de weg en de Chadors tikken er één voor één tegenaan. Na de botsing vallen ze op de grond en zijn ze nog slechts wat ze zijn: grote lappen zwarte stof.

 

Maryam stapt uit, kijkt naar de ‘slachtoffers’ van de kettingbotsing en zegt:

 

‘Zo grappig, hilarisch gewoon.’

 

Ook de rest stapt uit. Vooral Randy is opgelucht en rekt zich eens goed uit. Pieter-Jan is de eerste om zo’n chador op te pikken. Hij slaat het kledingstuk over zich heen en trippelt als een verlegen dametje rond de auto. Boelie hult zich ook in zo’n doek en doet alsof hij toevallig op Pieter-Jan botst en met een schelle piepstem zegt hij:

 

‘Salam, Pieter-johanna, ghoebi?’

 

Ghoebi betekent ‘hoe gaat het?’ in het Farsi. Pieter-Jan die geen Farsi kent, kopieert slim de uitdrukking.

 

‘Salam, Boella, ghoebi?’

 

‘Merci, bad nistam’, antwoordt Boelie. ‘Merci, het gaat niet slecht met me. En tot zo ver mijn Perzisch.’

 

Maryam stampvoet. ‘Schei uit met die onzin. Als jullie twee eens tegen elkaar beginnen, zitten jullie in je eigen wereldje en dat is rotvervelend voor de rest.’

 

Boelie gooit meteen de chador af. Waarop Willem kort bromt:

 

‘Beter een blode sloef dan een dode sloef.’

 

Net als Boelie op Willem afspringt, wordt de aandacht van de acht getrokken door een enthousiast gesprek op de achtergrond.

 

‘Jaja, ze spreken echt Nederlands. Ongelofelijk, dat zijn ook Vlamingen.’, horen ze iemand zeggen.

 

‘Super, de max’, reageert iemand.

 

De acht turen rond en zien dan pas een kraampje langs de kant van de weg. Twee vrouwen, ook al in Chador, komen vanachter hun karretje en lopen toe op hen. Het gezelschap houdt zich schrap, maar als Pieter-Jan zegt: ‘Het is ok, die twee hebben gezichten’, ontspannen ze weer. Het regent enthousiaste begroetingen. De twee partijen, de acht en de twee nieuwkomers vragen gelijktijdig: ‘Wat doen jullie hier? Hoe komen jullie hier terecht? Hoe heten jullie?’

 

Een van de twee vrouwen stelt zich voor als Elke en haar vriendin stelt ze tot de grote verbazing van de acht voor als ‘mijn echtgenoot, Dieter. Tegen jullie durven we ons echte namen wel zeggen.’

 

Boelie vraagt voor de raap weg: ‘Is je man een travestiet?’

 

‘Nee, helemaal niet. Maar het is dit of steniging.’, zegt Elke.

 

‘Hoezo steniging?’, vragen de acht.

 

Dieter en Elke kijken elkaar aan: ‘Ow jee, we gaan hen zo veel moeten uitleggen. Hoe moeten we daar aan beginnen?’

 

Pieter-Jan merkt even verderop een pijl op waarop ‘Hetere’ te lezen staat.

 

‘Wat is dat?’, vraagt hij.

 

‘Hetere is de stad waar wij wonen.’

 

‘En wonen daar veel mensen?’, vraagt Nico.

 

‘O miljoenen.’

 

‘Miljoenen? En zijn jullie dan van hier? Hoe komt het dat jullie Nederlands spreken?’, vraagt Maryam.

 

‘We zijn hier zelf pas een half jaar. Maar ben jij van Iran?’, vraagt Elke aan Maryam.

 

‘Ja, dat klopt. Ik ben daar geboren.’

 

‘O fijn, dat komt mooi uit. In Hetere spreken ze Farsi en ook wel een beetje Engels. Maar nu kun jij voor ons tolken.’

 

‘Super, de max.’, vult haar echtgenoot aan, die er geloofwaardig uitziet als gesluierde vrouw.

 

‘Een stad waar ze Perzisch spreken. Hier? Ik snap er niets meer van.’, zegt Maryam.

 

‘Troost je, niemand snapt er nog iets van.’, zegt Nico.

 

‘Maar goed, we moeten wel eens een keer opkramen. Over een uurtje is het donker en dan komen de Mazda’s. Dan is het hier superonveilig.’

 

Elke en Dieter bergen alles op en doen hun kraampje dicht. Hun kraampje is een soort go-cart met twee zitjes en trappers.

 

‘Jullie kunnen ons volgen, maar de jongens moeten zich wel absoluut verkleden als vrouwen. Anders worden ze ter door veroordeeld. Hetere neemt alleen buitenlandse vrouwen op, buitenlandse mannen worden sowieso aanzien als Mazda’s. De regering ziet overal spionnen.’

 

‘Ik begin me af te vragen of we niet echt in Iran zijn.’, zucht Maryam.

 

De jongens hebben ondertussen al elk een chador opgeraapt. Ze paraderen voor Maryam en vragen of ze er zo vrouwelijk genoeg uitzien. Maryam ziet hun ongeschoren wangen en hun veel te mannelijke tred en rolt met haar ogen:

 

‘Dit gaat goed fout.’

 

Elke is optimistischer: ‘Het is snel donker nu. Met wat geluk raken we onopgemerkt tot bij ons thuis.’

 

De acht wurmen zich terug in de witte Peykan en volgen traag het kraampje van hun nieuwe kennissen.

 

Even is het spannend als ze voorbij een eerste controlepost rijden. Twee mannen in een pikzwart uniform met een witte geruite sjaal om de hals en gewapend met mitrailleurs werpen onderzoekende blikken in de langsrijdende auto, maar ze zeggen enkel:

 

‘Movazeb bash, Joojeh.’

 

‘Wat zei die?’, vraagt Pieter-Jan nieuwsgierig.

 

Maryam vertaalt: ‘Hij zei dat ik voorzichtig moest zijn. En hij noemde mij kuiken. De Tsjoempi.’

 

Voorbij de controlepost is het stervensdruk. Overal lopen mensen en het verkeer is regelrecht hels.

 

‘Voelen jullie ook zo’n druk op jullie longen?’, vraagt Boelie.

 

Alle inzittenden beamen. Ademen lijkt opeens veel moeilijker te gaan. De luchtvervuiling is er dan ook verschrikkelijk, maar gezondheidsoverwegingen zijn voor later, want de jongens vergapen zich aan het straatbeeld.

 

‘Lang niet alle vrouwen zijn hier verstopt in zo’n chador. Er lopen hier heuse fotomodellen rond. Ze dragen wel een minuscuul hoofddoekje en een manteau, maar wow zeg, sommige lopen bijna met hun kont bloot.’, merkt Pieter-Jan verlekkerd op. ‘Ik verwachtte mij al aan een verstikkend, onderdrukkende regime. Rijd in België trouwens maar eens met acht in een één auto rond.’

 

‘Maak je maar geen illusies. Zie je die taximannen daar op die hoek? Geloof me op mijn woord. Dat zijn gewapende regeringsmannetjes. Tenminste, als deze stad een klein beetje lijkt op Iran. Pas maar op dat ze jullie niet in de gaten krijgen. We moeten er zo langs.’, zegt Maryam waarschuwend.

 

De jongens duiken collectief wat dieper in hun chador en zakken wat lager weg. Ondertussen is de zon verdwenen en is het donker, maar er zijn alleen maar meer mensen bijgekomen op straat. Parken en pleinen stromen vol. Hetere is duidelijk een stad die ’s nachts leeft.

 

Dieter en Elke stoppen en Maryam remt bruusk. Er schiet nog net een brommer langs waarop maar liefst drie jongens zitten mét bagage. Elke roept naar de acht:

 

‘We zijn er.’

 

(wordt vervolgd)

 

 

 

 

 

07-03-2009 om 16:58 geschreven door Tederdraads  


06-03-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL 25: 'De donzige Doenja's'
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tot er dan luid gegiechel opsteekt als een kwetterende vlucht zeemeeuwen. De kleine blinde schudt verveeld met zijn hoofd en zegt iets als: ‘zo’n stel kippen, ik doe al het werk en zij krijgen het lekkerste eten’. Hij ploft zijn zak neer en gaat in kleermakerszit in het zand zitten. De jongen draagt enkel een linnen short en een dun shirt, maar de nachtelijke koude schijnt hem niet te deren. Met zijn handen gevouwen onder zijn kin blijft hij zitten, net of hij de zee observeert.

‘Met wie hebben we de eer?’, vraagt Pieter-Jan opzettelijk op komische toon.

 ‘The Swedish Bikini Team’, antwoordt Boelie bij voorbaat.

De zeven giechelen zo mogelijk nog harder, tot er eentje naar voor treedt en gespeeld zwoel zegt:

‘Wij zijn de donzige doenja’s’

Ze houdt haar hoofd laag en werpt haar ogen zo verleidelijk omhoog, terwijl ze druk met haar lange wimpers knipt.

‘En met wie hebben wij de eer?’, vraagt het meisje terwijl ze Pieter-Jans toon imiteert. Haar vriendinnen schateren het uit. Ze verschuilen zich achter hun leidster en klitten veilig samen in een kringetje.

‘Wij zijn acht verdwaalde reizigers in deze wereld.’

‘Zijn we dat dan niet allemaal?’, antwoordt de leidster.

Boelie staart ondertussen net iets te lang naar de spreekster en krijgt een stomp op zijn bovenarm van Maryam.

‘Kwijl vooral het strand niet onder, hé! Tsjoempi!’

‘Ik kwijl niet’, verontschuldigt Boelie zich. ‘Maar geef toe dat ze sprekend op mijn ex lijkt, zelfde haren, zelfde attitude en net zo’n prominent reukorgaan. Ik val op grote neuzen, dat weet je, maar deze is er wel over.’

‘Dat kun je wel zeggen, ja. Kom je thuis soms iets te kort, hé?’, reageert Maryam.

‘Ik zweer het je, Azzizam, dat mens laat mij koud. Ik verbaas mij gewoon over de gelijkenis.’

Boelie spreekt ongeveer 100 Perzische woorden en Azzizam, dat iets als liefste betekent, is daar eentje van. Hij trekt Maryam naar zich toe en overstelpt haar hartstochtelijk met kussen.

‘Ook onder de sloef leest een bibliofiel nog wel eens een boek’, merkt Willem venijnig op.

Boelie kijkt over Maryams schouder naar Willem en zegt: ‘Ik lees niet, ik word gelezen.’

‘En dat noemt mij arrogant’, blaast Willem terug.

Pieter-Jan heeft ondertussen al zichzelf en zijn hele gezelschap voorgesteld aan de leidster van de Doenja’s. De meisjes ontdooien en stellen zich ook voor. De bende maakt kennis met Petronella, Tatjana, Jekaterina, Ivana, Kremena, Melinda en Martina. Stuk voor stuk zijn ze hoogblond, hebben ze twee vlechten, een tamelijk grote neus, blauwe of groene ogen en een klein beetje sproetjes. Een stel opgewekte jonge meisjes tussen ruwweg 18 en 22 die kennelijk een nachtwandeling maken of om het in de woorden van Maryam te zeggen:

‘De grootste verzameling krengen die ik mijn leven gezien heb. Zie die ogen, zo’n bitchen’

Boelie knikt, terwijl hij zich blijft verbazen over de gelijkenis tussen Ivana en zijn ex. Ivana blijft, ook als het ijs al wat is gebroken, de meest mondige van het zevental.

‘Dit kan wel eens een zevenkoppige draak blijken te zijn’, fluistert Pieter-Jan, meer als waarschuwing voor zichzelf dan voor de rest. De meisjes stellen voor om samen iets te knabbelen.

‘Wij blijven altijd laat op en hebben ’s nachts altijd nog honger’, zegt Tatjana een beetje verontschuldigend. Zij is het kleinste meisje van de groep en ook de kalmste. Samen met Ivana komt ze ook het meest volwassen over.

De jongens vleien zich op het strand en de meisjes knopen de zak van de blinde open. Er komen lekkernijen te voorschijn die gul uitgedeeld worden.

‘Zo’n nachtwandelingen, daar teken ik voor’, zegt Pieter-Jan vrolijk als hij een dikke boerenboterham besmeert met leverpastei.

Iedereen tast gretig toe, alleen Maryam zegt kortaf dat ze geen honger heeft. Na verloop van tijd, neemt ze toch enkele sneetjes zoete kruidenkoek aan.

De meisjes blijken te logeren in een zelfde soort hoeve een kilometertje verder. Er is iets meer comfort, maar de eigenaar is de zelfde. Pieter-Jan wil weten hoe ze hier beland zijn.

‘O, wij zijn op rust hier. We zijn allemaal een beetje astmatisch’, zegt Ivana. De zeven gaan weer aan het giechelen en Maryam zucht diep. ‘Zo’n aanstellers’.

Zij en Boelie houden zich wat afzijdig, terwijl de zeven jongedames overduidelijk hun metgezellen inpalmen. ‘Zelden zo’n flirtkousen meegemaakt’, zegt Boelie, ‘Zouden ze Servisch zijn? Die staan er wel om bekend.’ Maryam vindt de jongens oliedom, als ze vallen voor die rotkarakters.

Als de jongelui hun voedselvoorraad zo ongeveer verwerkt hebben, zeggen de zeven meisjes bijna gelijktijdig dat ze zich vervelen. De jongens zijn meteen gealarmeerd en zelfs licht gekwetst, dus vragen ze gretig waar de meisjes dan wel zin in hebben.

Maryam merkt ondertussen op dat het inderdaad wel zeven mooie verschijningen zijn. Lange haren, volle dijen, expressieve gezichten, geen uitgemergelde modellen. Maar het blijven rotkarakters, want er spreekt niets goeds uit hun ogen. Boelie is het er helemaal mee eens en zegt dat zij toch veel mooier is. Maryam gelooft haar Boelie eerst niet, maar die dringt aan en uiteindelijk geeft ze hem ‘the benefit of the doubt’.

De meisjes twijfelen een tijdje en discussiëren over waar ze nou het meeste zin in hebben. Uiteindelijk besluiten ze dat ze graag willen gaan varen.

‘Morgenvroeg?’, vraagt Nico.

‘Nee, gekkie, morgenvroeg slapen wij uit. Nu! We willen graag nu varen. De zee is toch rustig op dit moment.’, zegt Petronella, een iets stugger type met een zelfingenomen uitstraling.

‘Akkoord, maar je ziet geen hand voor ogen.’, reageert Nico.

Pieter-Jan wijst op het maanlicht. ‘Je ziet nog wel net genoeg.’

De meisjes zien hun kans schoon en dringen aan. Hun mannelijk gezelschap zwicht al te makkelijk. Er wordt een spelevaarttocht georganiseerd. Maryam protesteert. ‘Als jullie gaan varen, ga ik terug slapen.’ En zij en Boelie maken aanstalten om weg te gaan. Ivana houdt hen echter tegen:

‘Wacht, jullie hoeven helemaal niet te varen. We kunnen een klein bootje op sleeptouw nemen, het is zelfs overdekt en er is plek voor twee. Keiromantisch. Heus waar.’

Ook Maryam en Boelie laten zich overtuigen en dus gaan ze op pad. Ivana stuurt de blinde naar huis. ‘Jij hebt hier niets meer te zoeken. Wek ons tegen de middag en zeg tegen de baas dat alles in orde is.’

De blinde vloekt en stampt met zijn goede been in het zand, maar strompelt er dan toch vandoor. Na een kilometertje wandelen komen de vijftien jongeren bij een landhuis. ‘Hier in de kelder, is een boothuis, daar vinden we alles’, meldt Ivana.

Nauwelijks een dertigtal minuten later bevinden ze zich al op zee. Nico is een ervaren zeiler en ook Pieter-Jan heeft wel enig verstand van boten.

De jongens zitten achterin in een grote open boot en roeien, terwijl de meisjes voorin zitten met hun gezicht naar de roeiers. Ze moedigen de jongens kirrend en giechelend aan. Ivana heeft helemaal achteraan plaats genomen en zit op de achterste rand van de boot. Maryam en Boelie liggen in elkaars armen in een gezellig klein bootje, dat met een koord verbonden is met de hoofdboot.

Door de aanmoedigen van de meisjes, willen de jongens natuurlijk tonen wat ze in hun mars hebben en dus roeien ze tegen de sterren op. Zij die zo’n fysieke inspanningen niet gewend zijn, verstoppen angstvallig hun vermoeidheid. Al snel zijn ze een heel eind verwijderd van het strand. Iedereen schijnt het reuze naar zijn of haar zin te hebben. De jongens hebben hun hoop op ‘meer’ en de meisjes genieten van de krachtprestaties ter hunner ere.

Maar dan roept Ivana plots scherp: ‘Nu!’

De zes meisjes voorin grijpen een groot net en werpen dit over de roeiers. Daarna werpen ze zich op de jongens om hen overboord te duwen. Ivana haalt ondertussen een mes vanonder haar rok en snijdt het touw dat het kleine bootje met hun boot verbindt, door. Maryam en Boelie vragen zich gelijktijdig af of ze nu niet opeens flink vaart minderen, maar wuiven hun eigen argwaan weg als paranoia. ‘Je kan wel denken wat ze daar in de roeiboot doen. Met zo’n stel sletten.’, merkt Maryam op. Boelie stelt voor om net hetzelfde te doen. Maryam protesteert niet en de twee geven zich aan elkaar over. ‘Inderdaad erg romantisch’, zegt Maryam, tussen twee lange zoenen door.

Ondertussen leveren de jongens strijd tegen hun belagers. Enkel Nico en Randy hebben hun roeispaan nog vast, de rest heeft die al laten glippen. Pieter-Jan schreeuwt dat ze er mee moeten slaan. De meisjes krabben, bijten en duwen, maar Nico en Randy twijfelen. ‘Slaan op vrouwen?’

‘Ja, sla! Zo hard als je kan. Die feeksen willen ons vermoorden.’

Benjamin die als enige niet wordt belaagd, bevrijd zich als eerste uit het net en trekt iedereen terug los. Het net is versleten en scheurt erg makkelijk. Pieter-Jan heeft zijn handen vol met Petronella. Die is op zijn rug gesprongen en de jongeman voelt hoe de stevige vrouwendijen hem omklemmen. Met haar arm om zijn nek, probeert de furie Pieter-Jan te wurgen. Gelukkig krijgt hij nog net een streepje lucht door zijn keel, zodat Petronella op dit moment het minste van zijn zorgen is. Martina die gericht op zijn schenen schopt en in zijn gezicht krabt, biedt een grotere uitdaging.

Randy vecht met Kremena over het bezit van zijn roeispaan. De twee hebben hun handen stevig rond het ding en geen van beide willen lossen. Pieter-Jan blijft roepen om geweld, dus Randy haalt zijn schouders op en geeft zijn tegenstandster een geweldige vuistslag, zodat die volledig buiten westen op de bodem van de boot valt. Daarna slaat hij ook Petronella met een slag van de roeispaan uit Pieter-Jans rug.

Ook de anderen hebben een klauwende feeks in hun nek, maar met vereende krachten zijn de vrouwen snel overmeesterd. De jongens vinden touw en binden de meisjes vast.

Ondertussen klaart het duister al op en de eerste zonnestralen van de dag weerkaatsen over het zeeoppervlak. Nico en Randy gebruiken de twee overgebleven spanen om terug te roeien. Pieter-Jan haalt opgelucht adem en wil gaan zitten om de vrouwen te ondervragen over hun beweegredenen, maar dan slaakt hij in paniek uit:

‘Shit, Boelie en Maryam, wat is er met die twee gebeurd?’

(wordt vervolgd)

06-03-2009 om 14:23 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL 26: Humane foltermethodes
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het kleine bootje met het jonge paar aan boord is natuurlijk nergens meer te bekennen, maar volgens Nico is er niet echt reden tot zorgen. Het is vloed, dus normaal gezien spoelt het bootje wel aan. Zo ver in zee waren ze nog niet.

De jongens keren terug naar het boothuis. Daar aangekomen willen ze dat de gevangen meisjes uitstappen, maar die houden zich voor dood, zodat ze gedragen moeten worden. ‘Bind ook zeker eerst hun voeten samen, ik vertrouw ze voor geen cent’, zegt Pieter-Jan net voor ze aan land gaan.

Terug op het strand stoken de jongens een vuur, in de hoop zo duidelijk te maken aan Boelie en Maryam waar ze zich ergens bevinden. Pieter-Jan blijft de vrouwen aan de tand voelen, maar die lossen niets. Willem stelt voor om hen uit te hongeren. Pieter-Jan is tegen.

‘We doen het omgekeerde, we laten hen à volonté eten en drinken, maar we maken hen niet los als ze naar toilet willen. Tenzij ze ons wat informatie geven.’

‘Dus, we laten hen de keuze tussen zich bevuilen of spreken?’, vraagt Willem.

‘Ja.’

En dus krijgen de jongedames niets geweigerd. Alle voedsel en drank die te vinden zijn in de voorraadkast van het strandhuis kunnen ze krijgen en de jongens bieden het erg behulpzaam aan. De meisjes kunnen immers zelfs niets naar hun mond brengen, omdat hun handen gebonden zijn. De techniek heeft al snel resultaat. Na een uur of twee willen ze allemaal naar toilet willen. Pieter-Jan is echter onverbiddelijk, niemand gaat tot ze enkele antwoorden geven. De meisjes zijn taai en houden het nog drie uurtjes uit.

Willem en Jelle keren ondertussen terug van een speurtocht langs het strand. Het is Willem die verslag uitbrengt:

‘Over Maryam en Boelie moeten we niet meer inzitten. Hun boot is al terug op het strand gespoeld.’

‘Is alles in orde met hen?’, vraagt Pieter-Jan.

‘Geen twijfel mogelijk. Ze hebben mij al eens goed de huid vol gescholden. Ik wilde aankloppen om de situatie uit te leggen en om te vragen of ze ongedeerd waren, maar er kwam alleen: ‘Bol het, Tsjoempi!’ en ‘Kruip stil in een hoekje met een boekje, bibi.’ Bibi zijnde een afkorting van bibliofiel. Rancuneus ventje toch, die Boelie.’

‘O ja,’ zegt Pieter-Jan, duidelijk met kennis van zaken.

‘Hebben jullie al meer informatie?’

‘Wel, ze hebben ondertussen opgebiecht dat ze over twee dagen scheep gaan. Ze zijn beloofd aan overzeese rijke zakenmannen. Ze waren bang dat we dat zouden verhinderen of dat hun baas zou panikeren als die wist dat vreemdelingen hen gezien hadden en de boel zou afblazen. En dus wilden ze ons maar verdrinken. Fraai stel, hoor.’

‘En wat doen we er nu mee?’, wil Jelle weten.

‘Niets. We houden ze scherp in de gaten tot we hier weg zijn en dan maken we ze los.’, zegt Pieter-Jan. ‘Ik en Randy zullen er op passen, halen jullie twee onze spullen in het andere huis. Benjamin en Nico zorgen er voor dat Maryam en Boelie opstaan.’

‘O nee’, zucht Benjamin.

Jelle en Willem treden binnen in de hoeve via de achterdeur. Ze komen eerst langs de keuken. Daar zit de kleine blinde hard te snikken, boven een bord witte bonen. De jongen weent onbedaarlijk en vraagt zich af: ‘Waarom kan ik nou niet gewoon mee? Waarom niet?’ Straks komt er weer zo’n nieuwe lading geiten en die behandelen mij dan net zo gemeen als deze.’

De twee jongens kijken elkaar en wisselen een blik uit die wil zeggen: ok, dit is erg, maar kunnen we er aan doen? Ze gaan door naar de slaapvertrekken om hun spullen op te pikken, maar er ligt niets meer. Als ze terug naar de keuken gaan om de blinde om uitleg te vragen, is die al weer verdwenen. Ze kammen het hele huis uit en speuren de omgeving af, maar noch van hun spullen noch van de blinde jongen is enig spoor te bekennen.

Willem laat het niet aan zijn hart komen: ‘Wat moeten we uiteindelijk ook met een gsm waar je niet meer mee kan bellen of die je niet meer kunt opladen of met onze identiteitskaart of bankkaart? Ik denk dat we in deze wereld wel andere zorgen hebben.’

Jelle is akkoord en de twee keren terug naar het bootshuis. Daar zijn ondertussen ook Maryam en Boelie gearriveerd. Maryam vraagt zich af of ze zich niet eens een keer moeten douchen. De jongens vinden dat een douche nog wel even kan wachten.

‘Typisch mannen. Allemaal viezeriken.’

De acht maken zich klaar om terug op pad te gaan, graaien wat eten samen en snijden de gevangenen los, die als gekken naar het toilet spurten.

‘Juist, ja’, zegt Pieter-Jan nonchalant, ‘ze mochten naar het toilet als ze spraken.’

Het is ondertussen middag en prachtig weer. Eventjes overwegen ze om verder te gaan met de roeiboot, maar met slechts twee roeispanen is dat vrijwel hopeloos. Ze keren terug naar het pad van gisteren en gaan te voet verder. De weg gaat steil naar beneden en de weg verzinkt tussen het omringende duinenlandschap.

Pieter-Jan zucht: ‘Ik hoop dat dit weer geen kloof wordt, want daar heb ik nu even geen zin meer in.’

Maryam voegt toe: ‘Kloof of geen kloof. Kan mij niet schelen. Als we maar niet te ver te voet moeten.’

Haar woorden zijn nog niet koud of in de volgende bocht, stoten ze op nieuwe vervoersmiddelen. Twee auto’s, netjes achter elkaar.

‘Dat type ken ik niet’, zegt Nico onderzoekend.

‘Ik wel. In Iran is dit zo wat de meest voorkomende auto in het straatbeeld.’, zegt Maryam.

‘En hoe heten die dingen?’, vraagt Pieter-Jan.

‘Dit zijn typisch Iraanse Peykans. Een studie heeft eens uitgewezen dat er wel tweehonderd fouten aan die auto’s zijn.’

‘Dat belooft.’, zucht Willem.

(wordt vervolgd)

06-03-2009 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


03-03-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 24: Sluiptocht over het strand
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Boelie is wat slaperig, terwijl Maryam barst van energie, ze vindt de nachtelijke verkenningstocht reuzenspannend en huppelt over het strand.

De acht zijn stil het huis uitgeslopen stappen in het maanlicht richting de zee. Pieter-Jan meent dat hij daar schimmen heeft gezien, met wat hij zelf zijn ‘arendsblik’ noemt.

Willem zegt tegen Boelie:

‘Wel jij die zo hypergevoelig bent waar het arrogantie betreft. Waarom zeg je daar niets op, he? Pieter-Jan mag zichzelf wel bewieroken of zo?’

‘Pieter-Jan hééft een arendsblik en hij zegt het niet op de zelfde toon als waarop jij zegt: tegenwoordig lees ik al Goethe in het Duits.’

‘Op wat voor toon is dat dan hé? Net of jij bent zo bescheiden. Je dweept zelf met grote namen, maar dan op een meer verdoken manier.’

‘Ik ben zo’n citaatjunkie als jij, he, is dat het?’

‘Aan jezelf herken je een ander.’

‘Moet je anders een bescheiden kopstoot?’

‘Dreigen met geweld als de eerste de beste macho, ja, dat kan ie. Ik geef toe, voor iemand die o zo graag zijn uniciteit benadrukt, pak je het leep aan. Het typetje van de belezen macho spelen, gaat je vrij goed af. Ondanks je pocket-sized verschijning.’

‘Ik ben nauwelijks kleiner dan jou, bibliofiele kwezel.’

‘Ah, we hebben een gevoelige snaar geraakt.’

‘Shit, jong, al dat lezen, en dan nog steeds met zo’n cliché-uitdrukkingen schermen.’

Willem en Boelie gaan bijna echt op de vuist, maar vredesduif Nico komt tussenbeide.

‘Zeg, gaat het niet? We staan hier op het punt om ons bloot te stellen aan wie weet wat voor gevaar en jullie bakkeleien over wie het meeste boeken gelezen heeft.’

‘Daar gaat het niet om!’, bijten Boelie en Willem tegelijkertijd.

‘Ssst, ik hoor iets.’, meldt Maryam opeens.

Iedereen duikt plat op de buik, knijpt de ogen fijn en tuurt de omgeving af. De geluidsbron is al snel duidelijk. Op ongeveer 30 meter van hen, wandelt de kleine blinde met een grote zak over zijn rug.

‘Freaky, wij moeten al de grootste moeite doen om niet op onze bek te gaan in het pikkedonker op deze gladde keien en zie hem eens. Blind en met één lam been.’

Het keienstrand blijkt inderdaad nauwelijks een hindernis voor het zwaar beladen ventje. En hij mag dan kreupel zijn, als hij bij een brede plas komt, springt hij zelfs behendig als een berggeit van kei naar kei om zijn voeten droog te houden.

Pieter-Jan stelt voor om hem een minuutje voorsprong te geven en hem dan achterna te gaan.

‘Ik, Jan Cremer, heb je die dan tenminste gelezen?’, vraagt Boelie ondertussen aan Willem.

‘Nee. Heb jij ‘Turks fruit’ gelezen van Wolkers?’, repliceert Willem.

‘Nee, maar ik heb wel de film gezien. Als kind van acht.’

‘Als kind van acht? En dat mocht van je ouders?’

‘Ja’, zegt Boelie trots.

‘Gestoord’, reageert Willem vol afschuw.

Boelie balt zijn vuisten, maar Pieter-Jan komt tussenbeide:

‘Wat mij betreft kunnen we ook een minuutje wachten in stilte. Wie is voor?’

Iedereen en dus zwijgen de twee ruziemakers.

Maryam vraagt: ‘Die minuut is nu toch wel al laaaang verstreken, niet?’

Het teken om subtiel de achtervolging in te zetten.

‘Ok, voorzichtig nu. Stealth.’, maant Pieter-Jan aan.

‘Stel wat?’, vraagt Maryam.

‘Nee, stealth.’

‘Ja, maar stel wat dan?’

‘Stealth wil zeggen dat we ongezien gaan. Dat is een term voor vliegtuigen die ongezien blijven voor radar.’

‘Alsof die kleine die we volgen radar heeft. Tsjoempie’, zegt Maryam terwijl ze voorop gaat.

Na een aantal minuutjes stappen, waarbij elk van de bende meerdere keren bijna uitglijdt, stopt Maryam opeens.

‘Horen jullie dat ook?’

‘Wat dan?’, vraagt de rest.

‘Ik hoor mensen lachen. Giechelen. Ja, zeker weten, ik hoor meisjesstemmen en ze amuseren zich blijkbaar te pletter.’

‘Pieter-Jan rekt zijn hals uit en doorklieft de horizon met zijn blik. ‘Je kan wel eens gelijk hebben. Ik zie een stuk een achttal silhouetten.’

‘Acht, zeg je. Ik begin de gang van zaken hier zo wat te kennen. Ik wed dat we straks geconfronteerd worden met acht versies van onszelf. Maar dan in de vorm van onze slechtste ik of zoiets.’, zegt Jelle.

‘Onze slechtste ik moet dan een vrouw zijn, want volgens mij zijn het allemaal vrouwen. Op die kleine blinde na.’, weet Pieter-Jan.

‘Ook gek dat het weer nu opeens zo zacht is. Gisterenavond leek het nog te gaan stormen’, zegt Randy.

‘Wat doen we nu? Keren we terug of wat of sluipen we er voorzichtig heen?’, vraagt Maryam.

‘Nee, we gaan er gewoon op af. Kordaat. Tenslotte doen we daar niets verkeerds mee.’

Als de acht de silhouetten nadert, vangen ze flarden op van een erg levendig gesprek, maar van zodra de silhouetten hen gezien hebben, vallen de tongen stil.

Maryam merkt iets vreemds aan de jongens, ze draait zich om en vraagt: ‘Wat krijgen jullie nou opeens? Jullie doen opeens zo vreemd.’

Ze krijgt geen antwoord en haar metgezellen blijven stokkenstijf staan. Voor een ogenblik is op het strand enkel het klotsen van de zee te horen.

(wordt vervolgd)

03-03-2009 om 18:30 geschreven door Tederdraads  


02-03-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL 23: Blinded by the lights
Klik op de afbeelding om de link te volgen

‘Is je vader thuis?’, vraagt Pieter-Jan.

‘Mijn vader? Die ligt al tien jaar onder de pieren en wie weet waar? Zo’n globetrotter.’

‘Je moeder dan?’

‘Die is er vandoor met een ouwe vent die in de poen zwom. Maar een blinde kreupele op sleeptouw nemen, dat was te veel gevraagd.’

De acht deinzen eventjes achteruit als de lantaarn een streepje licht werpt op het gelaat van de kleine jongen. In plaats van ogen, heeft hij twee witte bolle vlekken. Blind in beide ogen.

Pieter-Jan laat zich niet afschrikken door het lugubere tafereel.

‘Ok, heb je dan een baas, een voogd, iemand met beslissingsrecht aangaande deze hoeve? Tenzij jij hier zelfstandig woont, want dan zijn wij vragende partij voor onderdak deze nacht.’

‘Baas is naar de markt.’

‘Kort van stof die kleine.’, merkt Boelie op.

‘Ok dan, hebben jullie plaats voor acht mensen?’, vraagt Pieter-Jan verder.

‘Misschien wel, misschien niet.’, zegt de kleine, terwijl hij zijn lantaarn op de grond zet, zijn zakdoek uit zijn korte broek opdiept en luid zijn neus snuit.

Maryam is het beu: ‘Laat mij er door, ik bevries hier, ik sla die tsjoempi dat deurgat uit.’

Boelie slaat zijn armen om elkaar. ‘Kalm, mooiste, met honing vang je meer bijen dan met azijn. Kill you with kindness, remember?’

‘Waarom zou je in godsnaam bijen willen vangen. Zo’n enge, vieze beesten.’, roept Maryam vol afschuw uit.

Pieter-Jan gaat ondertussen verder met de onderhandeling.

‘Wanneer komt je baas terug?’

‘Misschien straks, misschien later.’

De blinde moffelt zijn zakdoek terug weg en neemt zijn lantaarn terug beet.

‘Duw die tjsoempi toch gewoon neer, die dikke egoïst!’, klaagt Maryam.

Pieter-Jan bewaart zijn geduld. ‘Als je ons helpt, zullen we je zeer erkentelijk zijn.’

‘Betaling te regelen met de baas.’, zegt de blinde.

‘Kunnen we blijven voor de nacht?’, vraagt Pieter-Jan.

‘Tuurlijk.’, de blinde draait zich en zegt ‘Volg’

‘Wat is dit nou, nu is het opeens wel ok? Die tsjoempi kan nou maar zorgen dat zijn accommodatie tiptop is.’, roept Maryam, nog steeds geënerveerd.

‘Een driesterrenhotel zou ik hier niet verwachten.’, perkt Nico al voorzichtig de verwachtingen in.

‘Nog geen literaire hallucinaties? Dit doet geen belletje rinkelen?’, vraagt Boelie aan Willem.

‘Ik heb nooit beweerd dat ik alles gelezen heb.’

‘Maar de Alchemist van Coelho, zo’n boek vond je al beneden jouw waardigheid, heb ik je ooit horen zeggen.’

‘Je verdraait mijn woorden.’

‘En the battle of the books continues’, merkt Pieter-Jan op. ‘Jongens met kleine penissen willen altijd ergens groot in zijn.’

‘Wil jij dan nergens groot in zijn?’, vraagt Benjamin.

‘Not an issue’, reageert P-Jay.

De blinde wijst hen twee zaaltjes met langs de wanden houten britsen en één slaapkamer met een brede alkoof.

‘Wij nemen de kamer met het bed in de kast.’, roept Maryam enthousiast uit en ze trekt Boelie al naar binnen.

Als de blinde schaapachtig glimlacht, krijgt zelfs Pieter-Jan koude rillingen.

Nico fluistert tegen de rest: ‘Vinden jullie ook niet dat die kleine voor een blinde wel heel makkelijk zijn weg vindt?’

Randy vraagt de jongen of ze misschien nog wat te eten kunnen krijgen.

‘Er is kasja die ik wel even kan opwarmen.’

Nico vertrouwt het al helemaal niet meer. ‘Koken kan hij ook nog.’

‘Wat is kasja, mijnheer de slavist?’, vraagt P-Jay aan Benjamin.

‘Dat is een algemene term voor een typisch Oost-Europees gerecht. Een mengelmoesje van allerlei ingrediënten, er kan zo wat alles in zitten Meestal best te pruimen.’

De zes overblijvers volgen de kleine naar de keuken. Nico vraagt zich af waarom het ventje overal een lantaarn meedraagt, als hij dan toch blind is, heeft hij die toch helemaal niet nodig? Randy zegt dat hij misschien wel nog lichtschakeringen kan herkennen, maar Pieter-Jan en Willem vinden dat zeer twijfelachtig, zo zonder pupillen.

In de keuken slaat de kleine probleemloos aan het kokkerellen. De acht schuiven hun voeten onder een grote eiken tafel en hun gastheer ploft een diep bord pal voor hun neus, mét houten lepel. Ze krijgen uit een metalen ketel een soort kaasachtige saus opgeschept, met daar doorheen kleine stukjes groenten.

‘Good shit,’ zegt Pieter-Jan.

Als de ketel leeg is, zoeken ze hun britsen op. ‘En nu hopen dat Maryam en Boelie het rustig houden. De kreungeluiden van een maat in extase aanhoren, dat werpt toch een smet op een vriendschap.’, merkt P-Jay nog op, alvorens hij naar dromenland gaat. De zes vinden met enige moeite een comfortabele houding op hun brits. Ze krijgen dekens toegestopt van de blinde.

‘Die behelpt zich toch echt abnormaal goed voor een blinde?’, vraagt Nico zich af.

‘Hoe minder je denkt, hoe minder zorgen je hebt’, zegt Benjamin geeuwend.

‘Amen’, roept de rest in koor.

Met een volle maag en vermoeid door een gebeurtenisvolle dag vatten ze al snel de slaap. Maar Pieter-Jan wekt zijn gezelschap al terug na slechts enkele uurtjes slaap. 

‘Ik zie lichtschijnsel buiten, daar is wat gaande. Heren, ik stel voor dat we een kijkje gaan nemen.’

Het gezelschap springt recht, wekt ook Maryam en Boelie en de acht duiken het nachtelijke duister in. Benieuwd naar hun volgende ontdekking.

(wordt vervolgd)

02-03-2009 om 00:00 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs