De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
06-11-2012
Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
Als VOKA spreekt, spitst Bart De
Wever de oortjes. En dat mag geweten zijn. Voka is mijn echte
baas, als Voka niet tevreden is, ben ik niet tevreden, zegt hij op
10 augustus in volle onderhandeling met Di Rupo. Hoeveel mensen in de
volle zaal van het ICC (International Convention Centre) in Gent
wisten dat nog op vrijdag 28 oktober 2012? Een lichting Bachelors
studeert af en VOKA, het Vlaams Netwerk van Ondernemingen komt een
woordje 'placeren'. Solidair zat in de zaal en spitste ook de
oortjes.
Zo'n 300 mensen in de zaal. Kersverse
bachelors in chemie en agro -en biotechnologie met hun ouders. Geert
Moerman, gedelegeerd bestuurder van VOKA Oost-Vlaanderen klimpt op
het podium. Ik stel me voor dat als VOKA speecht, Bart De Wever, zich
in de stijl van Mr. Burns, de gewetenloze kapitalist uit The
Simpsons, in de pollen wrijft en denkt: excellent. Moerman steekt
van wel een opdeling van de maatschappij in drie groepen.
De budgetsector
De verdiensector
De ondernemers
De mensen die hier net afstuderen,
moeten nu de keuze maken. Waar horen ze bij? Als het echt niet anders
kan, moeten ze voor de budgetsector kiezen. Alle mensen die geen
winst genereren. 28,5 procent van de werkende mensen tussen 15 en 65
behoren daartoe. Dat rondt hij snel af tot 30 procent. Wat dan 1 op 3
wordt. En dat is niet goed. Want die zachte eieren kunnen hun ding
maar doen op kosten van groep twee: de verdiensector. Dat zijn die
mensen die toch een iets verstandigere keuze gemaakt hebben en 'in de
privé' werken. Maar het summum -zijn woord- is kiezen voor het
ondernemerschap. Ja, dat is de groep die innovatie brengt, die zorgt
voor winst waar die budgetsector op teert. Het zijn de ondernemers
die ervoor zorgen dat er in dit land zoveel ambtenaren, verplegend
personeel, onderwijzend personeel en meer van dat soort ballast dat
een loon trekt, rondloopt. Om nog te zwijgen van het grootste venijn
van allemaal: werklozen, 'mensen die niet willen werken', letterlijk
zijn definitie.
Er volgt ook nog een pleidooi om het
personeel van Ford Genk in geen geval op vijftig jaar met
brugpensioen te laten gaan. Geen idee waarom de kersverse bachelors
dit uitgerekend vandaag moeten horen, maar Moerman wordt emotioneel:
'Dat is een fout die men al veel te vaak gemaakt heeft in dit land.'
Geroezemoes in de zaal, maar het publiek houdt zich koest. Niemand
wil een rel tijdens de proclamatie van zoon- of dochterlief. VOKA
weet zijn momenten te kiezen. Moerman vindt het ook nog nodig om
vrouwen te kleineren. Hij zegt: 'moeders houden meestal de lippen
stijf op elkaar, het zijn meestal de vaders die hun zegje doen, maar
nu zondag moeten jullie moeder toch eens om haar mening vragen over
jullie drie zwakste punten, de belangrijkste sollicitatievraag die
jullie straks krijgen. Vrouwen zeggen niet vaak hun mening, maar als
je ze dwingt (!) hebben ze die wel, hoor'.
Mijn vriendin zegt nochtans zonder
dwang dat je gevaarlijke onzin uitkraamt. Van dat soort quatsch dat
je eind jaren '20 in bierkelders kon horen, niet zozeer bij
proclamaties. Je zei ook nog dat alle diploma's die niet direct op
een job uitgeven, 'lichtzinnige' diploma's zijn. Je pleitte voor het
optrekken van de pensioenleeftijd naar 67. Je hield een lofzang op
Duitsland, Heimat van het Duitse model, maar zonder één woord over
1-eurojobs. En je eindigde met een zeer rooskleurig 'gegeven'.
Binnenkort zouden er 500 000 werknemers te kort zijn op onze
arbeidsmarkt. Alle afgestudeerden zouden dus zeker aan de bak komen.
Maar het summum bleef toch het ondernemerschap. En mensen die daar
vandaag niet voor kozen, moesten ook niet jaloers zijn als ze later
zagen hoe een medestudent rijk was geworden. Rijk worden en
ondernemen is synoniem voor Moerman. Ja, natuurlijk, de loonkost
moest daarvoor wel omlaag. Het publiek ziet VOKA, maar hoort een
samenvatting van het N-VA programma. Applaus volgt. De ouders zien
hun kind al als rijke ondernemer. Dan moeten ze zelf wel tot 67
werken. Hopelijk niet als verpleegster, leerkracht, medewerker in een
stadsmuseum of zo'n andere budgetparasiet, God betert. Wat heeft een
ondernemer daar ooit aan? De bachelor in de biochemie naast mij trekt
aan mijn mouw en zegt: 'Maar wacht eens, die kerel verkoopt hier met
een gematigde toon eigenlijk heel extreme dingen!'
Inderdaad, een politiek discours dat
menszijn louter laat samenvallen met economische bedrijvigheid en een
enge definitie van 'winst' als enige waarde propageert, met
ondernemers als Goden op de Olympus, is gevaarlijk. Zeker als dat
politiek programma vrij podium krijgt op een feestelijke gelegenheid
als een diploma-uitreiking, bij monde van een gladgeschoren en
gekostumeerd en succesvol rolmodel. Ik voelde mij alleszins gerold.
De enige juiste spelling van Moermans summum van succes is suck-sess.
Gelukkig zijn er nog altijd ondernemers -Geert Moerman is niet eens
een ondernemer- die goed beseffen dat hun bedrijf niet kon bestaan in
een wereld zonder humane sector.
Ik schiet elke ochtend wakker met mijn
hart aan 140 per minuut. Ik droom onnozele dingen, die aanvoelen als
nachtmerries. Daarna blijft die angst de hele dag bij mij. Ik kan
niet zeggen dat het een verlammende angst is. Het is een angst die
opjaagt. Met angst bedoel ik: een groot gat van miserie dat mij
dreigt op te slokken. Echt concreet is die miserie niet. Geen angst
van in elkaar geklopt te worden, of een hersenbloeding te krijgen of
overreden te worden of zoiets. Nee, angst om niet genoeg te
presteren. Angst om arm te zijn. Angst om alleen te vallen. Angst om
een jaar of zestig te zijn en weduwenaar te zijn en seks op uw buik
kunnen schrijven en nog twintig jaar gewdongen celibatair uw dagen te
moeten slijten. Angst om een rotjob te moeten doen. Ik gebruik bewust
niet het woord kutjob, want daar kan ik mij nog iets plezants bij
voorstellen.
Kunt ge daar dan niks aan doen?,
vraagt een vriend. Als in: angstremmers slikken. Van die angstremmers
krijg je dorst als een kameel op de planeet mars, je krijgt er tieten
van en je doet niet veel meer. Ik heb ooit eens zes weken een
anxyioliticum genomen. Mijn 'crazy pills' zoals een bevriend
neuroloog die zijn vak graag relativeert ze noemde. Ik heb heel die
periode geen pagina geschreven. Nochtans had de voorschrijvende arts
mij verzekerd: 'Je zal zeker nog kunnen schrijven'.
Medicatie is geen optie. Koreaanse
gingseng slik ik wel. Schijnt mensen te stabiliseren (of er een
verschil is tussen Noord-Koreaanse of Zuid-Koreaanse ginseng is
politiek een destabiliserend gedachtenexperiment, ja, sorry, ge moogt
er al eens insiders in steken he). Volgens de apotheker kweek je met
ginseng gewoon meer rode bloedcellen. Meer zuurstof, meer uithouding,
meer concentratie, meer libido. Maar geen natuurlijke angstremmer. Ik
slik ook geconcentreerd sap van bloemknoppen. Ik herhaal: ik slik het
geconcentreerd sap van bloemknoppen. Om maar te zeggen: angst is een
slechte motivator.
Die angst van te weinig te doen,
resulteert in mijn ja zeggen op veel te veel projecten die mensen mij
voorstellen. Allerlei schrijfprojecten. Te veel om op te noemen. Wat
de angst van te weinig doen niet wegneemt, maar juist nog
vermeerdert. Ik steek het op mijn afkomst. De kleine uit een
arbeidersgezin die zich naar boven gewroet heeft, ondanks dialect in
zijn spraak, de gebocheldheid van de zelfvertrouwenloze, het hiaat
in mijn kennis van de etiquette van de nieuwe beau monde, om nog te
zwijgen van een soort wrange humor dat niet thuishoort in
intellectuele kringen of toch wat daar voor doet moet gaan.
Alleen als ik schrijf en in de hoofden
van personages zit, heb ik geen angst. Of als ik op een stresserend
event loop waar ik moet presteren. Vlak ervoor gaat mijn bloeddruk
wel een paar keer in orbit rond de zon, maar tijdens, als ik er moet
staan, schakel ik toch over op automatische piloot en steek ik dingen
uit, en peins ik: is dat die kleine uit dat vervallen huis op de
Leuvenstraat dat als achtjarige bij de directrice moest voor zijn
platte cafépraat? Nee, ze zei dat het nog veel erger was dan
cafépraat, wat ik uit mijn botten sloeg.
Wat ik als kind had aan zelfvertrouwen,
omdat een arbeiderskind meer grotemensenklap hoort, en meer weet van
de wereld dan zijn voor de werkelijkheid afschermde
leeftijdsgenootjes van bediendenouders -de rancune leeft nog-, ben ik
weer kwijt geraakt, toen in de wereld van de schone jobkes, een
vlekkeloze uitspraak van het Algemeen Nederlands veel belangrijker
was dan algemene kennis of culturele bagage. Zo blijft ge als kleine
van arbeiders toch altijd met één been in twee kampen staan. En ge
zoudt kunnen zeggen, ja, maar, volg dan logopedielessen en praat
schoon Vlaams, ambetanterik. Als 't niet zou voelen als spuwen in
't gezicht van mijn familie, zou 'k 't misschien doen. 't is al erg
genoeg dat ik schrijf in 't schoon Vlaams, ik ga er mijn tong niet
mee bevuilen. Voor ge 't weet, bef ik er slechter door.
Angst. 's Avonds heb ik er zo geen last
van, een beetje maar. Sebiet, als ik wakker schiet, dan weer wel. En
ik moet niet beweend worden, er valt mee te leven. Groene thee
schijnt te helpen. Ik drink er elke dag twee liter van in een
'supersize' tas, voor vier euro gevonden in den Blokker. En
inderdaad, het werkt. Als ik weer eens wreed dringend moet pissen, heb
ik toch twee minuten geen schrik.
My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
Uiterlijke vertoningen en innerlijk
vallen toch echt grotendeels samen. Slepende voeten. Een zombieblik.
Bijna alle driften, tenzij de drang naar eten en nicotine, onderdrukt
door chemicaliën, die niet genezen, maar de symptomen van de ziekte
lam leggen. En haar ook neerhalen.
Een vreemd ritme van slapen gaan om 20u
en opstaan om 3u10 's nachts. Om half vier haalt ze mij slaande
deuren uit mijn nachtmerries, en schiet ik wakker met het
galopperende hart van een wielrenner die zonder doping het peleton
probeert bij te houden.
Om zes uur 's ochtends vertrekt ze naar
haar werk,nuttige bezigheidstherapie, waar ze de strijk doet van de
mensen in de omgeving. Het kan nog niet zo gigantisch slecht gaan, we
dragen tenminste toch nog een beetje zorg voor de zwakkeren in onze
samenleving. Laat ons zo'n verworvenheden met hand en tand
verdedigen. Want als die bezigheidstherapie niet bestond, weet ik
echt niet wat we met haar zouden moeten aanvangen. En zonder
medicatie staat ze binnen de kortste keren weer te praten met engelen
en andere fictieve wezens die haar vragen om zelfmoord te plegen. En
die engelen snappen ook hun werk niet, want ze heeft drie keer
geprobeerd.
Ze sleept dus met de voeten, pantoffels
die een schuivend, krassend geluid maken op de vloer. Elke veeg rijt
mijn brein uiteen. Een jonge mens heeft toch een lage
ergernisdrempel. Ze praat tegen de hond. Geen symptoom van haar
ziekte, want alle buurtbewoners vinden het nodig om ellenlange
monologen af te steken tegen dat beest, dat maar twee dingen wil:
eten en wandelen en op geen enkel ander woord reageert, ook zijn naam
niet, buiten eten en wandelen.
Ze loopt rond, mijn tante, niet de
hond, in een pyjama. Voorovergebogen zoals alleen schoolkinderen van
tien met een gevulde boekentas dat kunnen. Ze gaat van de sofa en
haar breiwerk ze breit aan een snoeihard tempo van één trui of
sjaal per week- naar de koer om te roken en van de koer terug naar de
sofa. En passant, graait ze iets mee uit de keuken. Meestal
zoetigheid. Die stopt ze weg in haar mouw. Dingen wegsteken is,
geloof ik, belangrijk voor het bewaren van een notie eigenheid, ze
voelt zich al genoeg gecontroleerd, dus snoept ze in 't geheim. Ze
liegt er ook op los. Onschuldige dingen. Meestal over dingen ze
beweert niet gegeten te hebben, maar natuurlijk wel gegeten heeft.
Ze is zeer defensief. Heeft nooit
ergens schuld aan en zal de grootste kleinigheden op een ander
steken. Op kritiek reageert ze verbaal erg agressief. Haar
woordenschat is vrij beperkt, maar als ze kon, zou ze mij op tijd en
stond zeer virtuoos uitmaken voor rotte vis.
Ook is ze er snel van overtuigd dat
anderen meer voordeel hebben dan zij. Een koekje meer, een portie
soep die groter is, meer dessert, een lekkerder drankje, een betere
stoel. Ze voelt zich vaak tekort gedaan. Ze is het middelste kind van
vijf opeenvolgende dochters. Misschien ligt dat gevoel van benadeling
dus eerder daar aan dan aan haar ziekte. Verder is ze heel lief, als
je haar maar laat breien, snoepen, slapen, roken. En haar in alle
rust uren tijd laat maken om haar te wassen, op persoonlijke hygiëne
is ze zeer gesteld.
Ze kan er niks aan doen, maar er hangt
een kerkhofsfeer in huis. Alsof 'The fall of the house of Usher' van
Poe hier wordt gespeeld. Alleen hebben we haar nooit levend begraven,
dat doet ze zelf. Het is grijs buiten en kil en nog Allerheiligen
ook. Een woestijn van de geest. De lucht in Erembodegem verstikt de
ziel. De blik van de mensen vermoordt hoop. En in het kraantjeswater
zit geen anarchie zoals een lokaal politicus graag beweert, maar
laudanum. En de enige fontein der vergetelheid is een Schots café
-tenminste de eigenaar is een Schot- een echt schot in de roos, hier
in Erembodegem, die verlatenheid van de Schotse Highlands, die heb je
hier ook, maar dan zonder de troostende, hoopgevende vergezichten. En
zo speelt op een zondagavond in Erembodegem wel tien keer na elkaar,
het volgende liedje, dat toch de kernconclusie samenvat. 'We 've got
to get out of this place',
terwijl mijn andere tantes foto's van mannenkonten in de vorm van
pompoenen op Facebook gooien.
Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
Met drankverhalen uitpakken is het
kenmerk van de amateurschrijvelaar, maar het is waar, onze
stripfiguur, Herman Verkrijt, zou er helemaal anders uitzien als
Dieter Walckiers en ikzelve die ene keer niet hadden vergaderd in een
Irish Pub.
We bedachten er wat de Guinness formule
is gaan heten. Een receptenlijst voor wat een goeie grap moet hebben.
In geen enkele handleiding voor comedians of sketch writers iets
beter gevonden. Die boeken zoomden altijd maar in op 1 of 2 aspecten
van die formule.
Nu, we zijn heel trots op die formule,
en we toetsen er al onze gags aan. En als Verkrijt niet altijd
grappig is, ligt het niet aan de formule. Het blijft gewoon een grote
uitdaging om die formule echt goed toe te passen. Ook is Verkrijt
ook al op basis van de Guinness formule eigenlijk niet ideaal
voor gags. Al zeker niet voor een breed publiek. We schakelen dan ook
over op een vertelverhaal en stappen af van korte gags. Laaiend positieve
reacties op die gags kwamen soms tot mijn eigen grote verbazing. Zelf
vond ik vooral de afleveringen met heel veel dialoog goed. Maar daar
kregen we dan weer de kritiek dat er te veel tekst bij stond. Mijn
favoriet uit de 100 gags staat hier.
Waarom een bescheiden succes? Sja, bij
een grote uitgever moeten we er niet mee aankloppen. Alleen kleine
uitgeverijen zijn geïnteresseerd en dan zijn we slechter af dan
wanneer we alles zelf doen. Opvallend bij Verkrijt zijn al de
vertalingen. Verkrijt is ondertussen vertaald in het Engels, Pools,
Frans, Slowaaks en gisteren zijn de studenten van de Neerlandistiek
onder leiding van Bojana Budimir begonnen aan de Servische vertaling. Dat al
die talen nog niet van aflevering 1 tot 100 online te lezen zijn,
ligt uitsluitend aan ons en zeker niet aan onze vertalers. Hongaars
is ook in de maak.
Daarom danken wij graag de Poolse
Neerlandistiek en in het bijzonder Kasia Wiercińska, de Hongaarse
Neerlandistiek, en in het bijzonder Gert Loosen, en de Slowaakse
Neerlandistiek, in het bijzonder Zuzana Pitova
en Adam Boch, de Servische Neerlandistiek, en in het bijzonder Bojana Budimir, en last,
but not least, Olivier Noël voor de Franse vertaling!
Toen we aan Verkrijt begonnen hadden we
nooit durven dromen dat de online avonturen van deze foute leerkracht
al na een jaar zoveel vertalingen zou krijgen.
Als we Verkrijt kunnen binnenloodsen
bij een grote uitgeverij, ware dat de kers op de taart, maar het is
sowieso een dol Verkrijtjaar geweest. In de bibliotheek van Gent zitten nog steeds bladwijzers van Verkrijt in een belachelijk groot aantal boeken, tot ergernis helaas, van het afkeurende, maar altijd beleefde personeel
De eerste aflevering van het lange,
doorlopende verhaal van Verkrijt verschijnt in de loop van de
volgende weken. 312 prentjes leesplezier zitten in de pijplijn.
En nooit vergeten: buiten de lijntjes kleuren, opent deuren.
Het schijnt allemaal naar de kloten te
gaan. In de VS dalen de belastingen voor rijken spectaculair, en dat
al jaren. Een maat stuurt mij een grafiekje door, revolterend.
In Het Laatste Nieuws: een hele pagina
voor een harde werker die elke job aanneemt, volgde VDAB-opleiding,
maar hij wordt te oud. Hij kan geen auto betalen, en bij
sollicitaties maakt hij dus geen kans meer. Alleenstaande vader. Twee
kinderen. Straks krimpt zijn uitkering nog wat verder.
Maar Unizo vindt dat het allemaal niet
ver genoeg gaat. Die uitkeringen moeten beperkt worden in de tijd.
Want vlak voor een werkloze parasiet zonder uitkering valt, DAN vindt
hij plots toch wel werk, hoor. Waar is al dat werk dan? Ik ken
vijftigplussers die nog elke dag de site van de VDAB afzoeken, maar
noppes. Bij de VDAB wil een medewerker wel eens heel eerlijk zeggen:
'sorry, maar het heeft geen zin, op uw leeftijd neemt niemand u nog
aan'.
Op de trein: kerel naast mij belt met
zijn vriendin (waarom de hele trein dat moest horen is weer iets
anders). Hij is voor het eerst werkloos gevallen. Hij komt net van de
hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. Hij schaamt zich dood.
'En
onderaan het formulier stond: 'handtekening werkloze', zo
deprimerend! En het is verdomme de eerste keer dat ik werkloos ben!
En het gaat vier tot zes weken duren voor ik iets ontvang'.
Nu ja, Unizo zegt vast: 'die blijter
had nog wel geld om zijn vriendin te bellen!'
Een vriendin mailt mij: 'mijn dochter
die al van haar acht jaar kranten verslindt, maakt zich grote zorgen
of ze nog wel ooit werk vindt, ze weet totaal niet wat ze moet gaan
studeren'
Het antwoord daarop is natuurlijk:
EENDER WELK universitair of hogeschooldiploma is goed OP VOORWAARDE
dat je kunt netwerken en jezelf kunt verkopen. Je loon is toch
meestal een kleine rekensom. Zelfvertrouwen maal sociale achtergrond
maal EEN (of twee of drie) diploma. En aangezien dat zelfvertrouwen
nogal vaak samenhangt met de sociale achtergrond waar je op groeit,
zullen we maar zeggen: sociale achtergrond maal diploma. Niet dat er
geen rijkeluiskindjes met een diploma van de Sorbonne hondsdepressief
verslaafd zijn aan het betere merk hoestsiroop, maar toch.
Maar er is ook goed nieuws: ik heb een
wonderschone vrouw. En politiek interesseert haar niet. Naast haar in
bed, kan je toch nooit geloven dat er buiten een crisis de mensen ook
al uitkleedt, maar dan zonder gewillige toestemming.
Mijn schrijfpartner -nu ja, partner, we
hebben één boek samen geschreven in een verleden dat al zeer ver en
schimmig lijkt- heeft via crowd funding een uitgever versierd. 150
Hollanders hebben geïnvesteerd in zijn boekproject en zo is een
uitgever eindelijk gerust dat hij hier geen financiële kater aan
overhoudt. Felicitaties aan mijn collega en vriend (hoewel wij elkaar
minder dan twee keer per jaar zien gemiddeld), ik weet als geen ander
hoe godverdoms moeilijk het is om een boek uitgegeven te krijgen.
Zelfs al schrijft men zich te pletter en moet men al jaren horen:
'zeg, gij moet een boek schrijven' Voor wie niet schrijft, lijkt
uitgegeven raken poepsimpel. Niet verwonderlijk want elke bekende
snoet, of het nu een bekende wielrenner of een bekende
tienerzwangerschap is, allemaal mogen ze een boekje placeren bij een
uitgever. Sja, zelf waag ik mij nog niet aan crowdfunding, ik ben
jonger en altijd al naiëver geweest dan hem. Ik zet eerst liever nog
één klassiek inzendoffensief in met het helpende handje van een
literair agent. Wordt moeilijk op een oververzadigde boekenmarkt. Er
is niet alleen in de auto-industrie een overproductiecrisis en een
kermend probleem van overcapaciteit. Elke Vlaming die al een boek in
huis heeft, is niet snel geneigd om er nog een tweede aan te kopen,
waarom zou hij. Twee auto's, ok, maar twee boeken? Why the hell for?
Mijn artistieke partner, Dieter
Walkciers, de innovativiteit zelve, blijft niet bij de pakken zitten.
Samen geven wij onszelf uit. Verkrijt, tweede oplage, 120 stuks,
straks besteld via publish on demand, in bulk om de kosten te
drukken. En zo blijven wij leren. Net nog drie boeken uitgelezen:
-the war of art
-turning pro
-do the work
allemaal van dezelfde auteur, Steven
Pressfield, een gewezen US marine, die kunst scheppen aanvat met
militaire discipline en -letterlijk- doodsverachting. Veel aan gehad
aan deze drie slanke, lean and mean, boekjes. Het geeft troost, het
literaire bedrijf zien als een strijd op leven en dood, want dat is
het ook.
Are you willing to bleed for it?,
vraagt Pressfield in 'do the work'.
Bleed I must and bleed I shall, tot dan
eindelijk een boekwerk van mijntenwege in de boekhandels ligt via een
reguliere uitgever. Erg rationeel is het allemaal niet, daarom noemt
men het ook een droom en dan nog de meest potente van allemaal: een
jongensdroom.
Bon, ik ga nog wat bleeden. En nog eens
proficiat, Dominique Biebau, aka Macca.
De verjaardag van een ex en van Gael
Garcia Bernal, een idool van die ex. Geen geval van nostalgie. Wel
een minieme dosis nostalgie bij het herbekijken van het eerste
seizoen van North and South. De licht geromantiseerde serie over de
Amerikaanse Burgeroorlog. Het eerste seizoen gaat eigenlijk meer over
tegenstelling tussen Noord en Zuid en de oorlog met Mexico. Net nog
een artikel geschreven over de vele nepredenen van Amerika om oorlog
te voeren. De oorlog met Mexico was zo'n lepe aanvalsoorlog, zogezegd
om de agressie van Mexico in een grensincident te straffen.
Ook dichter bij huis en in het nu veel
lepe politiek. Ex-VB'er Karim van Overmeire gaat hier in mijn
eigenste ajuinenstad schepen van Vlaamse aangelegenheden worden.
Leeuwtjes kliederen op de straatnaamborden en grote kuis houden in de
anderstalige boeken van de bib. Een proletarisch schrijverken gelijk
ik moet de goeie kanten aan alles zien. Ik lees betrekkelijk weinig
in het Frans, en lees graag in het Duits. De sectie Frans zal
wellicht het Bart De Wever dieet volgen, om communicerende vaten te
vormen met de sectie Duits.
Ik hoop dat ze dan 'Der Fisch beginnt
am Kopf zu stinken' aankopen. Duits gezegde om te zeggen dat het rot
in 't systeem komt als de top rot is. Dan kunnen we in 't Duits lezen
waar die donkerbruine pest in de leiding van een land traditioneel
toe leidt.
Ik ga nog wat verder kijken naar North
and South. Meer dan 600 000 dooien in die Amerikaanse burgeroorlog.
Ook dankzij klootzakken die zo graag een strikt hiërarische
maatschappij in stand wilden houden.
Ik heb ook zeer luidruchtig Fransche
buren ier schiejf rechtoever, daar ben ik dan straks van verlost.
Kielhalen in Dender en dan den trein op terug naar Brussel. In vierde
klasse. Want met NVA aan de macht gaan we natuurlijk niet genoeg
hebben aan de deling eerste en tweede klasse in onze ijzeren paarden.
Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
Vannacht een nachtmerrie gehad.
Mijn vader en ik hadden een UFO gestolen. Hoe dat precies gekomen
was, herinner ik mij niet.
Mijn vader stuurde en ik zat beneden. De UFO was achteraf bekeken een
Duplex Studio, met een kleine bovenverdieping waar de stuurkamer was.
Claustrofobisch klein met een moeilijk trap die er naar toe leidde.
Ik voelde mij niet echt nuttig, terwijl mijn vader aan 't sturen was,
dus ruimde ik beneden wat op en bracht ik hem iets om te drinken.
Hij zei dat de politie achter ons zat, omdat we zogezegd een ongeval
hadden veroorzaakt. Wat niet het geval was.
In de lucht hingen zeepbellen met mensen in, die zeer gelaten en
vreemd vrolijk waren alsof ze high waren, niet alleen high in de sky,
maar ook gewoon high.
Als we ze om hulp vroegen, konden ze enkel over zichzelf of over hun
hobbies spreken. Eentje volgde lessen om te leren zwemmen.
Uiteindelijk bleek dat Judas (ja, de Bijbelse Judas) al die mensen in
die zeepbellen had gehangen, om in hun hersenen te kunnen lezen. Hun
hersenen had hij aangesloten op een computer. Hij wilde al die
gecombineerde hersenen gebruiken voor zijn eigen plannen.
Toen stopte de droom.
Ik ben niet voor Freudiaanse analyse van dromen, maar hier zit toch
wat in:
-Mijn vader stuurt en we zijn op de vlucht, ik kan niks doen: ik
herinner mij dat ik op mijn 5 jaar al zat te wenen achter de zetel
toen mijn vader met de nachtploeg naar zijn werk trok. Hij kwam thuis
en hij zei gebroken in lichaam en geest: Dat ne mens nu toch niks
anders kan doen. Dat met die Ufo is het gevoel van machteloosheid
waar ik mee ben opgegroeid. Het systeem dat ongestoord mijn vader kon
vermoorden. Vandaar ook dat het in die UFO zo claustrofobisch was en
dat mijn vader niet wist waarheen hij moest vliegen.
-mijn vader heeft vlak voor zijn dood een ongeval gehad. Zijn hart
was kort stil gevallen en hij is tegen een stilstaande auto gereden.
De politie beschuldigde hem van vluchtmisdrijf, totaal niet
beseffende dat ze iemand die net een hartaanval had gehad, verweten.
Again, het systeem vermoordt mijn vader
-die Judas is zowel een projectie van het systeem, het grootkapitaal
als van mijn eigen ik. Het grootkapitaal dat ons individualisme
uitspeelt (elk in onze zeepbel) om zichzelf te verrijken. Tegelijk
ben ik zelf die Judas, die zich in dat systeem bevindt en de reflex
heeft om het systeem zoveel mogelijk te misbruiken met de redenering:
als je het systeem niet misbruikt, misbruikt het systeem jou
-die zeepbellen zijn symbool voor de IK-maatschappij, waarbij
iedereen vast zit in zijn eigen grillen, wensen en ego, maar die
ego's zijn zeer broos, 't zijn zeepbellen. (voor wie mij niet
gelooft: lees De chaos van het neo-liberalisme van Paul Verhaeghe)
Ik ben deze keer niet jankend wakker geworden, dus zo'n vreselijke
nachtmerrie was het niet. Met mijn vader in een UFO zitten,
herinnerde mij aan al die keren dat we zonder goed de weg te weten
naar rommelmarkten reden. Hij om vinylplaten te zoeken en ik om
engelstalige romans vanonder stof te halen voor 25 cent.
...gaan
kakken en een collega direct na u naar 't wc zien gaan. Ge wilt hem
nog tegenhouden, maar dat zou ook maar raar zijn. Dus ge wast snel uw
handen en ge maakt u snel uit de voeten. De eerstvolgende keer dat je
iets tegen die collega moet zeggen, vraagt er een stem in uw hoofd:
Die gast is nu aan 't denken hoe hard uw kak stinkt.
Och,
ge moet maar denken, zolang ge nog schaamte kent, is er nog hoop voor
uw persoonlijkheid.
Leven
is ook...
beseffen
dat je wat de belangrijkste persoon in uw leven moet zijn: uw lief of
uw echtgenoot(e) veel minder uren op een dag ziet, dan die collega's.
Vandaar ook waarschijnlijk dat mijn lief nog nooit naar 't wc is
geweest vlak nadat ik gekakt heb. Misschien zijn we daarom nog samen.
Alleszins, 't is vreemd om beseffen: we spenderen meer tijd op het
werk dan bij ons vrouw.
Leven
is ook...
u
werkelijk dood ergeren aan een luide buurman op de trein
en
door het boek dat je aan het lezen zijt, beseffen dat je u ergert,
omdat
ge
uzelf herkent in dat
ram-ik-u-nu-door-de-ruit-of-wacht-ik-tot-den-trein-stopt ventje dat
niet kon zwijgen over het grote project dat hij zou organiseren en
hoe hij het ZOU aanpakken als hij voorzitter was van jeugdraad Aalst
en hoe hij zou ZOU ZOU ZOU
ZOUT
toch op man
maar
meer daar over, later, als 't boekske uit is, want de NMBS is wel
elke dag zo vriendelijk om mijn reistijd aanzienlijk te verlengen,
de
vertragingen zijn nog niet van dien aard, dat ik in een heen en
terugske Brussel een boek kan uitlezen.
Dat tussen haken, moest ik er weer
aanplakken. 34 is net 15 (titels moet je cursief zetten als je bij
een krant werkt, n.v.d.r.) is
een dicbtbundel.
Dat
komt hier even zelden binnen als vrolijke mensen.
Bij de
meeste dichtbundels (eigenlijk allemaal, behalve deze) voel ik nog
voor het openslaan al plaatsvervangende schaamte en meestal is het
altijd nog erger dan dat voorgevoel.
Niet
zo, bij deze bundel. Biebau die zegt gewoon waar het op staat.
't is
wreed om in leven te zijn.
Als
man herinnert ge u toch vooral dat je ooit door een smalle tunnel
moest spartelen in competitie met een miljoen anderen. En maar geven,
en maar staartenwerk doen, want ellenbogen had ge nog niet. En ge had
het kunnen weten stommerik, er waren 999.999 winnaars en maar ene
loser. Ge hebt u laten vangen en nu loopt ge hier rond, nu moet ge
wel.
Dominique
die maakt er het beste van. En om zichzelf terug te vinden, loop hij
nog altijd in tunnels, als ge bospaden zo moogt beschouwen.
En wat
passeert er zo al: kinderen die ge de wereld moet tonen, maar die
veel eerder u de wereld tonen, de vrouw die ge wilt gelukkig maken,
en die ge vriendelijk vraagt om uw kop te vullen met haar gedachten,
want voor uw eigen gedachten zijt ge te (levens)moe, 't is schoon om
met iemand te zijn die wel talent heeft voor geluk en 't is schoon om
daar aan bij te dragen, als ge dan toch nauwelijks uzelf kunt redden.
Bij
mij is levensmoeheid: ook dood willen als ge gelukkig zijt. Want als
ge de zin van het leven niet ziet, zou het onnozel zijn om te doen
alsof ge die wel ziet als ge dan eens geluk ervaart.
En
eigenlijk ervaar ik nog redelijk vaak geluk. Zo wat als fuck you voor
die rare kronkel van de natuur die mij een denkende geest gelapt
heeft, met irritante gedachten die nooit stoppen, ja, doe ik graag,
tegendraads zijn, als ik dan toch moet leven, dan liever averechts.
Averechts is hier in dees klimaat vooral links, hoe linkser hoe
averechtser eigenlijk. Het schone aan het leven is: het stopt ooit
vanzelf.
Dat is
punk voor mij: eigenwijs leven als fuck you, omdat het moet.
34 is net 15
is een punkbundel.
Een die ik zonder schaamte of schuldgevoelens kan aanraden.
Het volgende moest dus in 't Russisch in de volgende videoclip van een obscure band bij de naam Deus (ik ken alleen Roses en wens het daar bij te houden, een band die Mauro Pawlowski in huis heeft, maar hem niet laat zingen, heeft een CEO nodig die slasht in de loonkost door Tom Barman buiten te sjotten en dat zeg ik niet omdat Deus mij niet wilde betalen, het lag helemaal niet aan Deus, maar aan het productiehuis van de videoclip- hoe richt ge eigenlijk zo'n productiehuis op, want dat interesseert mij ook wel) anyway:
" Hello everybody. That was The John Birdsong Quartet....next up are a cool outfit from Cyprus called dEUS, they're not really jazz, well they're not jazz by any stretch of imagination, but er.., what the hell....here they are with a neet
little number called Quattre Mains. Please don't stir the ice in your
glasses too loud because it will kill concentration...
oh, and don't applaude for the solo's either...if they have any, that is...hahaha..well here they are!"
Ze hadden mij dus niet als vertaler nodig, maar als ghostwriter, want dees trekt toch echt op niks. Sjans dat alles in 't Russisch ofwel klinkt als een snoeiharde rondleiding door de Tuin der Lusten van Bosch (dan wel uitsluitend uitgevoerd met Slavische schoonheden) of als een aanval van 3000 tanks ondersteund door dubbel zoveel Katsjoesja raketten in de krakende sneeuw.
Dus, als ik nog eens een bandlid van Deus tegenkom, in Antwerpen, om 2u30 in de Petrol, en die vraagt, nadat hij mij vruchteloos drie keer vodka aanbiedt (ge moet maar stoppen met alkool drinken om constant getrakteerd te worden) wat vind gij de schoonste vrouwen ter wereld, dan zeg ik niet meer Slavische, dan zegt hij ook niet: 'Russisch? Ah ja, speciaal taalke. Heel speciaal taalke. Ja, jong, en die wijven zijn echt heet. Dat is misschien met dat het ginder altijd zo koud is he, die compenseren dat. Zo wil k er n paar in onze volgende videoclip'
Waarom ze dan niet van de eerste keer echte Russinnen gepakt hebben, is mij niet echt duidelijk. Waarschijnlijk zijn die niet zo stom en willen die niet gratis in een videoclip.
Een Russische vrouw is gelijk de duurste auto ter wereld, 't rijdt gelijk nen droom, maar ge moet er wel oliemagnaat voor zijn.
Dan liever een Slowaakse vrouw, een tempel van goddelijke vrouwelijkheid, maar ge komt er alleen in als ge nederig uw eigen nietigheid durft confronteren. Als ge de schoonheid van een simpele sleutelboom kunt appreciëren, slaagt ge heel misschien voor haar toelatingsexamen. In Slowakije tappen vrouwen wijsheid uit de berglucht, waar de ijle resten hangen van alle wijze dingen die ooit zijn uitgesproken. En mijn vrouw hopt van berg naar berg met benen van een fotomodel dat durft eten (zelfde vorm maar met spieren) Het klimmen naar de top zit tot in haar sterrenbeeld, steenbok. Een vrouw die zichzelf nooit Bohyna noemt, zoals Deus dat wel doet, maar 't ontegensprekelijk is.
In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
Het
is niet meer van deze tijd. Een stream of conciousness. De mensen
hebben geen tijd meer om te lezen. De mensen hebben voor niks nog
tijd. Als ze niet de hele tijd zouden klagen dat ze geen tijd hadden
en lange opsommingen zouden geven van wat ze allemaal moeten doen,
zouden ze al direct veel meer tijd hebben. Mensen die voor niks tijd
hebben, zijn meestal mensen die een job hebben die ze niet graag
doen. Ik zuiver die meestal uit mijn leven. Ik hou niet van mensen
die hun job tegen hun goesting doen. Als ik zombies wil zien, ga ik
wel naar 't kerkhof rond Halloween, dat is spannender dan de de
piekuurtrein- veewagon voor vee dat niet te vreten, noch te pruimen
valt- van 17u27, maar wel veiliger.
Punk
is freedom en dat moet bloggen ook zijn. Het is sowieso tijdverlies,
want de mensen lezen dus niet, tenzij ik hier twee uur bezig ben het
inlassen van YouTube links, pakkende citaten, trucs met VET en
onderlijningen of Italic
gedoe.
En dan nog.
Maar
dat stoort mij niet. En het klopt eigenlijk ook niet. Misschien hoop
ik alleen dat niemand dat hier leest. Vandaag in mijn mailbox:
Waarom
een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan? net
gelezen en er veel plezier aan beleefd J
Je
schrijft beregoed en het leest lekker.
Ken
je Nacht van de boze dichters?
Reacties
op blogposts zijn als vrouwelijke orgasmes, ze komen als ge ze al
lang niet meer verwacht of mogelijk acht.
Ik
ken die Nacht van de boze dichters niet. Ik ken ook geen boze
dichters. Didi De Paris schijnt niet helemaal vrolijk te zijn. De
enige boze dichter die ik ken, is Dominique Biebau. Maar dat is er
ene, enkelvoud. Dominique Biebau is ook de enige echt authentieke
dichter die ik ken. Ik ken nog wel authentieke mensen die gedichten
schrijven, maar ja, die zijn dan helaas authentiek talentloos. Dat
gebeurt.
'Waar
blijven jullie het halen?', vroeg iemand mij op FB.
'Onze
inspiratie is zoetzuur. Het zoet vinden we tussen de benen van ons
lief en het zuur krijgen we als we naar de wereld kijken'.
Veel
meer moet ge er echt niet achter zoeken.
Om
geïnspireerd te zijn, moet ge de magie die rond inspiratie hangt
allereerst in de vuilbak smijten. 't is een jobke gelijk n ander. Ge
rommelt wat in uw kop en ge plakt wat ideeën aan elkaar en als ge
dat niet te clichématig doet, komt ge misschien met iets goed.
Vooral als ge 't doet voor uw eigen plezier, en niet om te scoren.
Willen
scoren levert nooit wat anders op dan publieke afgang en slechte seks
(vooral voor de vrouw dan)
Ja,
aan de basis van de meeste vrouwenproblemen ligt een man. Meestal in
de zetel voor tv.
Ik
ga nu beter verder in een nieuwe blogpost, want de moderne lezer (waarvan
deze blog er blijkbaar meer van heeft dan gedacht) kan zo'n lang
tekstblok niet aan. De moderne lezer heeft het druk. Druk met druk
doen.
Ik
ga mij eerst 20 keer opdrukken. Vooral omdat we sinds de crisis geen
verwarming meer kunnen of durven betalen.
Om
ons te verwarmen hebben we de kachel vervangen door een hometrainer.
Als ik kou krijg, kruip ik daar op en lees ik daar boeken en schrijf
ik daar brieven aan mijn lief, die ondertussen honderden brieven
mogen ze postuum gerust publiceren, al was het maar om aliens te
stimuleren met een onderzoek naar menselijke emoties. Graag zien,
moeten ze er toch kunnen afleiden. En hoe een volledig zuivere vrouw
en een volledig rotte man (soortement man, allez) een wonderlijk
productieve symbiose kunnen vormen.
Slaapdronkenheid
maakt mij lyrisch. De enige zatheid die nog lukt, na de dood van
alkool, 1 februari 2012.
In
mijn dorp moet je beginnen drinken, zo rond uw vier jaar, voor zover
ik mij herrinner, maar ge moet ook op tijd kunnen stoppen, als ge uit
pure tegendraadsheid wilt kunnen aantonen dat er meer in 't leven is,
dan elke dag met veel alkool de somberte in uw hart marineren.
Aalst,
als een mens geen klein beetje geloof had in de vooruitgang, zou je
er aan verknocht raken. Als uit les Fleus du Mal van Beaudelaire een
stad kon springen, zou het Aalst zijn.
Maar
Aalst springt niet, zij zwezjelt (= strompelt), wie hier gezond oud
wordt, is genen echten. In mijn dorp leeft men het leven, alsof de
vier ruiters van de apocalyps in aantocht zijn, maar we willen ze te
slim af zijn en zelf de boel plat branden, met een schuimende pint in
de linkerhand en een vlammenwerper in de rechter.
Live
fast, die young.
Morgenvroeg
vier syndicalisten gaan interviewen.
Met
genoeg wallen onder mijn ogen om mijn domiciliëring in Aalst op mijn
gezicht te plakken.
Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
Schrijven is schrappen.
Akkoord, maar bloggen is lullen, dus
hier schrappen we niet.
Een heel fout schaamtemoment:
een verstandelijk minder bedeelde vrouw
(soms zijn we toch eens politiek correct) kon haar treinticket niet
betalen. Iedereen zat en keek er naar. De conducteur wond zich op.
Ik taste in mijn zakken en gaf haar een
euro. Het was geen mooie vrouw, dus het was echt een spontane aanval
van edelmoedigheid.
Als ge dat in deze maatschappij doet,
bekijkt iedereen u als een dikke stommerik, en zo voelt ge u ook, ge
denkt: waarom ben ik de enige versuikerde clochard die dat doet?
Zo kijken ook de andere personages,
sommige kijken misschien zelfs kwaad: gij, klootzak, gij beloont dat
gedrag van die bloedzuigers.
Ik weet het niet. Toen de conducteur
zei:' Ge moogt mijnheer een dikke knuffel geven', heb ik mij uit de
voeten gemaakt' Ik zei 't al, 't was geen knappe.
En dan begint het gevecht tegen de
egoïstische conditionering. Wat gaat er mis met iemand zijn
opvoeding als ge u een hoer voelt als ge een euro weggeeft?
Maar ik heb mij gewapend, als self-help
junkie: Anthony Robbins zegt: door geld weg te geven, schept ge een
gevoel van abundance, waardoor je vanzelf (veel) meer geld aantrekt.
(ja, mannen uit 1 stuk bestaan niet
meer, tegenwoordig moet ge daar 200 zelfhulpboeken voor uitpluizen om
iet of wat een solide persoonlijkheid bij elkaar te rapen)
Kamiel Sergeant zei tegen mij: 'wat van
voor naar buiten gaat, komt vanachter weer binnen'
Dat lijkt als een reclametekst voor een
revolutonaire versie van immodium, maar toch, hij heeft een punt.
Vlak nadat ik die euro weggaf,
trakteerde een van mijn opdrachtgevers (tegenwoordig kuis ik
andermans gedrochten van manuscripten op) mij op 5 Spa's. En eigenlijk had ik zelfs vijf gratis whiskey's kunnen krijgen. Hoezee! Ik
moet nog euros weggeven. Aan 't centraal station in Brussel geef ik
regelmatig nen halve euro weg aan ne Roma zigeuner.
Die 2,5 Spa in
ruil, verreken ik in de gratis thee op mijn werk.
Ik drink geen alkool meer. Al drie
maand niet.
Ja, ik dacht, als al mijn collega's
zich in den alkool hangen voor ze zich in den inkt smijten, doe ik
weer averechts en stop ik met drinken.
Ik ben wel van plan om terug te
beginnen met drinken voor ik in Herman Brusselmans verander.
Die met zijn wijsvinger helaas even
weinig aan zijn delete space zit als aan clitorissen.
Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
Wat volgt is geen wetenschappelijk onderbouwde uitleg
en daarom misschien net de waarheid.
Ge leest in de gazet dat ne voetballer 600 000 euro in de maand
verdient.
Ge denkt aan die keren dat ge met nen bal tegen ne muur shotte en
ervan droomde om voor 60 000 man stadionvee te scoren. 2 euro de man, dat
is niet veel gevraagd.
Maar ge zijt gene voetballer geworden. Ge hebt een bediendejobke, ge
werkt in een magazijn, ge spuit gevels, ge plaatst keukens, ge werkt
in een call-center. En ge verdient geen 600 000 in de maand, ge
verdient er 1600 in de maand (maaltijdcheques en wat ancienniteit
inbegrepen)
Ergens wringt dat. Al zult ge dat niet toegeven. En lacht ge dat
weg, aan de toog. Gij zijt ne levensgenieter. Ze mogen het allemaal hebben. Pinten pakken, DAT maakt een man. Maar ge lacht toch eens
groen als ge de blonde stoten ziet waar zo ne voetballer mee in de
boekskes staat.
Of ge leest over ne CEO die niet eens tegen een bal kan schotten maar
nog méér verdient dan ne voetballer. En niet één blonde stoot
heeft, maar tien nieuwe per week.
En dan nog 't ergste misschien, bijna elke week staat er wel een of
andere pipo in de gazet die een idee heeft gehad. Plots. Die heeft
plots het gat in de markt gezien. Of die is stommelings bekend
geraakt via youtube en die verdient nu zoveel als tien CEO's samen en
die zegt dan nog in een interview dat het allemaal toevallig is
gekomen? Godverdomme, waarom overkomt u dat eens niet? Aan uwe stomme
bureau, aan die lopende band, aan die hoogoven, in die grootkeuken
aan de ketels, in de slagerij van een groot distributiecenter, aan 't
stuur van uwe camion? Gij hebt zo geen idee'ke om aan die sleur te
ontsnappen?
Godverdju, als ge zo eens peinst, is 't precies of iedereen doet het
beter dan u. Iedereen is op weg naar het grote geld en de blonde
stoot.
Behalve gij.
Maar godverdomme, gij zijt toch ook iemand? Gij zijt toch ne SOMEbody? En dat gaat ge bewijzen ook! Als ge stapt dan stapt ge met
zwierende armen gelijk ne gorilla die juist vijf apinnen van achteren
gevogeld heeft, terwijl hun echtgenoten er impotent staan bij te grienen. Als ge in uwe auto stapt, vertrekt ge met gierende
banden. En ge geeft gas door smalle straatjes en dat bewijst nu toch
dat gij nen echte vent zijt, een man, zo groot als al die CEO's, ook
al hebt ge nu toevallig geen 600 000 euro bonus gekregen?
En als een maat u belt, nadat hij tegen een bus is gereden, dan
vliegt ge gelijk Batman in uwen baD-mobiel en scheurt ge gelijk ne
supersonische viper naar de plek van 't onheil. Want die maat is een
grootheid. Want die is vriendjes met u, de grootste grootheid die er
ooit rondliep, ook al snappen de kranten dat nog niet. En de
controleur die den boel komt opmeten, DAT is ne loser. En die gaat u
en uw maat zeggen wat ge moet doen? Zeg, werkt die voor dezelfde
gazet die al de verkeerde mensen ophemelt? En ge steekt nu eens echt
al het ego, al uw trots die de maatschappij zo miskent in uw vuist en
ge geeft dat stukske nobody van een controleur daar een oplawaai
waarmee hem uit zijn C&A broek vliegt. En voor effekes, ziet ge 't al
voor u, in de gazet: "Moderne ridder springt voor zijn arme,
vernederde maat in de bres!" En daarna een eigen televisieprogramma,
waarbij gij controleurs controleert en er op wijst dat ze respect
moeten hebben voor de opgejaagden der aarde die al eens tegen een bus
rijden. En daarna uw biografie. En een verfilming. Ja, ja, het lot is
eindelijk eerlijk!
Maar, maar, maar, die smeerlap van een controleur die wil niet mee
werken. Die zal nooit nog ergens aan mee werken. Hem is dood. Gelijk een
vlieg geplet tussen de uitgehongerde mondwanden van uw verschopt ego.
Ge slaat die dus dood omdat ge uw eigen de grootste nobody van
allemaal vindt en heel effkes de machteloosheid die ge elke dag voelt
elke keer als ge weer de gazet opent, opzij wilt zetten. De gazet en het showbusiness
nieuws dat ge blijft openen gelijk een kind met een gat in zijn tand
die blijft lucht langs dat gaatje zuigen om te zien of het nog altijd
pijn doet.
En nu naar 't prison. En eerst een proces. Da's ook aandacht, maar de
verkeerde. En daar weer van 't zelfde. Er is er altijd ene met een
idee'ke dat hem in 't nieuws krijgt. Dennis Black Magic scoort zelfs
in 't prison. Die vraagt dat gevangenen porno krijgen in hun cel. Als
gij dat vraagt, lachen ze u vierkant uit, maar dien Dennis die haalt
daarmee weer alle pers.
Het spel is gefikst, de kaarten zijn vals, ge zijt een nummerke, een
niet-winnend lot dat God heeft verloren gegooid en ge hebt iemand
dood geklopt. Misschien wel iemand die na zijn werk gewoon graag naar
huis ging bij zijn gezin en geen last had van CEO's, voetballers, en
instant-mediawonderen.
In uw cel wordt ge melancholisch en als ge een klein beetje
discipline had, zou ge de blues leren spelen, maar dat vraagt 10 000
uur oefenen voor ge daar 1500 man mee haalt voor een optreden. En
dat is nog altijd 58500 minder dan die voetballer. Ge legt 'I can't
get no satisfaction op' van The Rolling Stones, op de I-pod die ge
gekregen hebt van uw mama, de enige die nog wil klappen met u na uw
gloriemoment.
En ge beeft wat. De 150 kilo geil vlees in het bed
boven u, kijkt voor zijn satisfaction uw richting uit. En hij ziet in
u ook een nobody. Een nobody met een nauw gat. En de egostrelingen
die hij ook al niet in de media vond of op zijn bankrekening, die
vindt hij elke avond voor een paar minuten in dat gat van u.
En ge denkt terwijl uw prostaat tot in uw keel stijgt: had ik nu
nooit mogen dromen? En de echte vraag die ge u moet stellen: waarom
klop ik iemand dood, komt niet bij u op. In de media in uw kop
schrijven ze alleen en zeer lovend over u.
En 't is niet eens echt uw fout. 't is de fout van ons economisch bestel. Maar dat vertellen ze u niet. Ge las de verkeerde gazetten. Toegeven, die andere gazetten waren veel moeilijker te lezen en te vinden en t ging over stakers, niet over de nieuwe Goden waarvan ge er zo graag 1 waart geweest.
Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
Ik word niet rap kwaad. Ik vind dat serieus spijtig.
Als kind wilde ik een opvliegend ventje worden.
Als ik kwaad word is het altijd met veel vertraging.
Mijn ex-schoonouders vonden mij een schaap. (ik vond hen gieren, en
zo hadden we een bont beestenbos, maar soit, da's een ander verhaal)
Een beetje gelijk de zee die lang moet opbouwen voor
het met een Tsunami een paar kusten naar het voorpaginanieuws
schuimt, zo ben ik.
En nu ben ik kwaad.
Op Geert Callebaut.
Noemt zichzelf regisseur.
Er moet iets van aan zijn.
Hij woont naast een theater en zuipt witte wijn en
heeft nog zijn eigen website.
Die mijnheer klampt mij aan, bij een voorstelling
waarin 'mijn' andere regisseur de hoofdrol speelt.
'U moet ik hebben', zegt hem. Ik ruik de witte wijn
van den Aldi nog. In de theaterwereld is alcohollucht de voorhoede van
een opdracht.
Ik krijg een behoorlijk complexe opdracht. Een stuk
voor open lucht, acht acteurs, ze spreken allemaal hun eigen taal,
het publiek verstaat er niks van, maar alles moet duidelijk zijn in
de handelingen. Het moet wild zijn, vol actie, zo gewelddadig dat het
grappig wordt.
En wat nog allemaal niet.
Hij wil de première in een park in Gent. Het moet
een internationale tournee maken. Ik moet ZEKER betaald worden.
Ik ben een stommerik, en nog erger: een schrijfgeile
stommerik. Dus ik schrijf dat. ZONDER CONTRACT (lieve mensen, als uw
kinderen ooit schrijver willen worden, schop ze dan als ze nog maar naar
een pen durven wijzen, doe ze hun bibliotheeklidkaart opvreten, toon hen
foto's van bekende schrijvers gedrochten allemaal- en als dat
niet helpt en ze volharden: schop ze tot ze d'office het woord CONTRACT BRULLEN als
ze zich voorstellen.
In een recordtempo schrijf ik dat spel, al zeg k het
godverdomme zelf. Zonder contract, godverdoms peperkoeken kalfsvlees
dat ik ben.
Geert is enthousiast. Laaiend enthousiast zelfs. Ook
over een ander toneelstuk van mij. Ook 1 dat ik in opdracht schreef
voor een regisseur die dan later epilepsie-aanvallen kreeg van de
drank en in de kliniek eindigde. Maar kijk, DAT vind ik een lekker
rock and roll excuus om een toneelstuk af te lassen, daar heb ik
verder eigenlijk geen probleem mee. Dat bekt schoon: mijn toneelstuk
komt er niet direct, de regisseur heeft zich dood gedronken. Met zo'n
excuus kunt ge rustig thuis komen.
Ik wil vooruit met de show. Ik heb ADD (ambitious
demon drive) Ik zeg Geert dat het maar de eerste versie is. Dat ik
feedback wil om er verder aan te werken. We maken enkele afspraken.
Geert gaat op reis. Verzet afspraken. Is onbereikbaar. Ik bel enkele
keren, stuur berichten. Ik hoor niks meer.
Nu moet ge weten, Geert, ge hebt nu misbruik gemaakt
van het enthousiasme en het talent van een jonge schrijver, maar ge
moet nooit of nooit nog aankloppen, want soort gelijk gij, die zijn
er als de eerste bij om te profiteren van een ander zijn succes.
Het zieligste van uwe kant, vind ik dat je niet
gewoon kunt zeggen: 'Sorry, William, het gaat nu toch niet door, en
ik armoezaaier, kan u zelfs geen klein bedragske voor de moeite
uitkeren.' Dat zou mij echt niet gestoord hebben.
Echt mee inzitten, doe ik niet. Olie komt altijd
boven drijven en met amateurs waar niks in zit, heb ik liever direct
ruzie, dan dat ik er eerst een paar maand tijd mee verlies.
Nog een geluk dat ge mij ooit twee gratis tickets
bezorgd hebt voor een komedie'ke. Dat was ne schonen avond met een
Oekraïense schoonheid aan mijn zij. De schoonheid van de avond zat
hem dus wel niet echt in 't toneelstuk.
Ik ben altijd makkelijker in de omgang dan ik zelf
peins, dus ik pik dat als mijn kleine compensatie.
Een jonge schrijver moet overal de voordelen in zien,
want anders ligt ge rap tussen de met kwik vergiftigde vissen van de
Dender.
Er zijn gelukkig ook echt serieuze mensen om mee
samen te werken, mannen en vrouwen van hun woord.
Ik wil eigenlijk maar voor één reden schatrijk
worden, dat is om al die mensen die mijn ziekelijke schrijfambities
altijd zwaar gesteund hebben allemaal een huis te kopen. Die mensen zijn veel meer waard dan ik
zelf. 't zijn ambetanteriken die schrijven.
Maar toch, zij die met scepsis bleven kijken naar
mijn schrijvelarij, ik weet niet, die vliegen toch op de zwarte
lijst.
Een jonge schrijver moet zijn eigen toch een klein
beetje serieus pakken, anders kan hij beter wat anders gaan doen.
Vergevingsgezindheid levert ten andere minder stof voor boeken dan
wat etterige rancune.
Geert, ik kan alleen mensen haten waar ik wat op lijk, in u zit niks, dus hierna ga ik u vergeten, ge moogt zelfs mijn
kloten niet kussen.
« whatever you do, sex always comes up », Kurt
Cobain.
Aan t station van Aalst. De laatste plek die politieke
vluchtelingen van Aalst zien als ze asiel aanvragen in Gent.
Ik heb net vergaderd met een actrice van Artistiek Nest
over étage fermé, het stuk dat we brengen op de Gentse feesten.
We willen nog naar een café om na te praten, maar ze
durft geen enkel café binnengaan. Na lang wikken en wegen kiezen we toch voor
het café op de hoek. Waar de uitbater zon aardbeineus heeft dat ik altijd een
aardbeienmilkshake bestel. Die daar niet op de kaart staat. Een gemiste kans,
met zon sappige uithangbord.
Mijn actrice bestelt koffie. Schuchter met haar hand
stevig rond haar portemonnee geklemd. Ze is van Rusland en wel wat gewend qua
drankzucht, maar dit beneveld hol is ook een ervaring voor haar.
We zitten nog maar 20 seconden of er vliegt een Marokkaan
op mij af (nee, niet met een knipmes, bevooroordeelde lezer)
Hij vraagt of ik een Belg ben. Ik krijg die vraag vaak.
Tenminste als ik in België ben. Ik zeg ja en hij vraagt het nog twee keer.
Daarna zegt hij : Man, van liefde he, daar krijg je
koppijn van.'
Daarna waggelt hij naar toilet.
De actrice die ik om redenen van hoe dit stuk verder
gaat, anoniem laat, vindt het gelukkig grappig.
De Marokkaan komt terug en maakt duidelijk dat het niet
om een liefde voor bier gaat die hem koppijn bezorgt.
« ik ga nooit nog verliefd worden VOOR ik iemand
door en door ken »
Dat zoiets ingaat tegen de principes van verliefdheid,
zeg ik maar niet. Verliefdheid is een biologisch principe dat voor versnelde
kennismaking zorgt. Als ge elkaar al door en door kent, heeft het dus geen zin
meer.
Hij vraagt nog eens of ik Belg ben. Ik bevestig. Maar hij
lijkt mij niet te geloven. Ik ben misschien te nuchter om van Aalst te zijn.
Mijn actrice meldt dat ze frigide is. Een zatte omgeving
noopt tot ontboezemingen.
Mijn vagina heeft een deurtje. Komt er een man aan, dan
sluit het deurtje
Astarozne, dveri zakrivajoetse, zeg ik.
Ze lacht. Dat is het standaard zinnetje in Russische
metros (opgepast, de deuren sluiten)
We graven een klein beetje in haar verleden. Als
amateurpsycholoog doe ik dat graven vaker met mijn lul dan met een schop, de
DSM of enigerlei andere deontologisch correcte methode.
Ze zegt dat ze nog niet klaar is voor seks. Ze is 22.
Haar deurtje werd voor het eerst opengebroken toen ze 13 was.
Tegenwoordig acteert ze vooral dat ze een plank is in
bed. Ze kan zo naar studio Herman Teirlinck. Daar houden ze van dat soort
oefeningen.
Ze faket orgasmes. Een walgelijke praktijk. Dat weet ze.
Ze had al eens een vriendje die haar plechtig liet zweren van dat nooit te
doen. Nu doet ze het wel. Voor de rust in hun huis. Tenminste de rust voor en
na de tweewekelijkse tien minuten seks die ze nog heeft.
Ik luister. Aandachtig. Ik doe niks. Ik maak geen move.
Frigide vrouwen hebben een verkillend effect. En ik weet dat er meer voor nodig
is dan drie keer zeggen Sezam open u voor t slot van de deur springt.
Bovendien wacht mijn vrouw thuis. Als ik rap ben, kunnen
we nog spreken voor ze slaapt. Een vrouw met antivries in haar bloed.
Ik bestel groene thee. De madame achter de toog weet
niet wat dat is. Ze toont mij een zakske lemon en ze vraagt of dat groene thee
wil zeggen. Ik zeg van ja. Om er vanaf te zijn. Ze heeft zo die wilde blik in haar ogen, die mijn Schizofrene tante ook had, voor ze medicatie nam.
Achter ons roept er ene : « ik ben al zo vaak
gekwetst geweest, ik kan het niet meer, ik kan mij niet meer gegeven. »
t is een man tegen een vrouw. De vrouw slaat hard op
tafel. Ze wil hebben dat zij al veel vaker is gekwetst geweest. Ze slaat nog
eens op tafel. Ze doet dat precies graag.
De Marokkaan duikt weer op. Geen idee waar die altijd naar
toe verdwijnt. Misschien verschijnt hij alleen als met empathie naar mijn
frigide gesprekspartner kijk.
ik heb twee kinderen, zegt hij, Ashley en de andere
naam ben ik vergeten.
Ik glimlach vriendelijk en knik.
Dat moet het juiste antwoord zijn, want hij is weer weg.
Ik stap met mijn Russische winterkoningin naar de trein.
Mijn trein is eerst. Ik stap in.
Astarozjne, dveri zakrivajoetse.
We zwaaien nog.
t is kil op de trein.
Ik ben geen kruisvaarder voor vrouwelijk seksgenot meer.
Tenminste, niet meer in praktijk.
Ik duik in de Metro. De krant.
En vraag mij af of het kapitalisme de oorzaak is van
frigiditeit.
Sinds ik bij Solidair werk, zoek ik de wortel van alle
kwaad in het systeem.
Misschien werd ze zo beïnvloed door reclame dat ze vond
dat ze seks moest hebben op haar 13.
Volgens de volgende eye-openende (het woord eye-opener
wordt tegenwoordig zo vaak gebruikt, dat je zou denken dat we altijd met onze
ogen toe lopen) documentaire kan dat :
Als ik wil vermijden dat mijn dochters hun vrouwelijkheid
en hun seksualiteit vlekkeloos (totaal verkeerd woord hier) verloopt, moet ik
ze van kindsbeen af voorzien met zeer scherpe commentaar op die griezelige
moderne sprookjes als die waarin een een arrogant wijf met een huid alsof van
goud, in de camera lipt:
waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
Ge zit op een schokkend stoptreintje van Brussel tot Erembodegem, met een halte of vijftien.
Het schokt gelijk een vrijpartij die altijd weer op gang komt, maar weer stil valt, omdat ge niet wilt klaarkomen, want dan is de fun gedaan, en ze is zo schoon, ze heeft zo'n subliem heet lijf, dat ge nog efkes in haar wilt zijn.
Als ge stomende sekspartijen begint te zien in de beweging van nen trein, dan zitten uw ballen tsjokvol geil en is 't hoogtijd dat ge uw vrouw weer efkes helemaal vrouw laat voelen.
Maar goed, ik ben nen overseksten, maar ik denk ook nog na over andere dingen, mijn gedachten doen over drie stroken aan blokrijden: seks, de maatschappij en de mensen rond mij en in 't derde rijvak: de eeuwige zelfreflectie en die fanatieke schrijfambities.
Maar laat ons nu bij dat beeld blijven: ge zit op den trein. Iedereen rond om u probeert krampachtig te doen alsof ze heel alleen op dezen trein zitten. Want vreemde mensen daar zijn we bang van. In België klapt ge alleen met mensen die aan u voorgesteld worden door mensen die ge al kent.
Dus in de trein, waar niemand ons aan elkaar voorstelt, hebben we gezeten achter onze marmeren smoelen, veel tijd om na te peinzen.
Ge denkt dan aan dingen als:
-dat verhaal dat Thomas Blommaert schreef over Boelwerf Temse, waar ze nu een rijkemensenkolonie gezet hebben, op de plek waar vroeger mensen samen boten bouwden. Hoe die rijke stinkaards, die denken dat zij de wereld zijn, leven op de kap van de mensen die werkelijk de wereld maken, met hun werkmanshanden en hun zweet.
En dat die Thomas Blommaert toch schoon kan schrijven. En dat die nochtans geen grote bekende literator wil zijn. En dat die waarschijnlijk veel edelere ambities heeft. Ik zou 't niet weten eigenlijk. In zijn verhaal ging het niet over hemzelf of toch heel weinig. Chapeau voor die gast.
Er zijn mensen, die hebben een beeld van zichzelf, van hoe ze zouden willen zijn, en dat is niet wie ze echt zijn, er ligt daar een gigantische kloof tussen. Ik ben er zo ene, bij mij is die kloof vre groot, maar miss minder groot dan vroeger. Bij Thomas Blommaert lijkt er geen sprake te zijn van zo'n kloof. Wie hij is, is ook wie hij wil zijn.
En ik met al mijn nijd, die mens heeft zo'n rust, ik kan er zelfs niet nijdig op zijn. Ik zit vreemd ineen, ik kan niet nijdig zijn op mensen die zelf geen aanleg hebben voor nijd. Hoe zou dat precies werken? Op iedereen nijdig lopen, behalve als ze zelf nooit nijdig zijn. Misschien is mijn nijd gewoon de neiging om mensen met een groot ego te willen koeioneren door ze in de schaduw te zetten van mijn ego.
INTERMEZZO:
ik stond dus vandaag in de gazet. En twas ne schone foto. En een goed artikel (ik had het bijna zelf geschreven) Ik lachte niet. Dat beviel mij. Met mijn ogen wat gelijk een Chineeske bijeen geknepen, is 't precies Kurt Cobain met bruin haar en een vetlaag.
TERUG NAAR DEN TREIN
Ge denkt aan Bert De Graeve. Over die zijn moddervette bonus, terwijl hij er meer dan 600 afdankt.
En ge vraagt u af: die mens kan toch werkelijk niet zo goed zijn in zijn job, dat hij dat geld echt VERDIENT?
Ge verdient geen miljoenen euros. Mensen verdienen hoogstens een paar duizend euro's. Van als ge van miljoenen spreekt, moet ge zeggen: een mens PIKT die miljoenen.
Bert de Graeve en consoorten, dat is georganiseerde criminaliteit. En niet alleen tasten ze in onze zakken, ze grabbelen ook in onze hersenen en verleggen daar wat verbindingen gelijk dat het in hun kraam past.
In de media bespuwen ze ons met de idee dat wij hier in een MERITOCRATIE wonen.
Dat is een woord dat express zo moeilijk is, dat niet iedereen het zou snappen.
MERITOCRATIE: als mensen loon naar werken krijgen. Ge zijt zo goed als uw pré.
DIKKE ZEVER is dat.
Dus als ge niet veel verdient, is 't uw eigen dikke fout, want dat zijt ge ne stommerik en een tamzak. Als ge van die walvisbonussen vangt, zou ge die dus verdienen. MERITOCRATIE.
Niet dus.
We leven niet in een meritocratie. De grootste verdienste gaat niet naar wie het hardst werkt. De grootste verdienste gaat naar wie de beste contacten heeft, het sluwst te werk gaat en met veel hoerensjans en geen geweten de grootste directeurszetel met zijn kont gaat slijten.
Peinzen ze nu echt dat we dat allemaal zo maar gaan blijven slikken, gelijk een pijpautomaat, alsof we allemaal op kniehoogte in een muur zijn gemetseld met alleen ons muil nog vrij, zodat de passerende grootverdieners hun kwakske in onze sliksmoel kunnen schieten, terwijl ze ondertussen nog met de gsm een grote bonus voor 1 van hun vriendjes regelen?
Hier in Erembodegem stapt ne mens zuur van den trein.
succes is gelijk uw pensioen, het komt als ge te oud zijt om er nog echt van te genieten
vijf jaar geleden, was ik door 't stad geboemeld om de eerste de beste wulpse wespentaille op te vrijen
nu is succes vergaren een weddenschap met een dooie willen winnen, mijn pa die 't niet meer meemaakt er was thuis niemand om mij met een sarcastische grijns te bekijken: 'dat obsessief menneke lapt het nu toch'
dus nu ging ik braaf naar huis na 't foto'ke trekken met de gazet en sleutelde ik niet aan de clitoris-angel van een wulpse wespentaille, maar aan meer verkrijtscenarios.
misschien schreef Cobain daarom succes als suckses
verder gaan we niet te veel zagen, want het betekent allemaal heel weinig
niet omdat ik geen succes wil (ik heb die zieke neiging) maar omdat ik altijd bohémiens punk heb willen zijn en het nooit ben geweest.
Daarom staat 'just kids' van Patti Smith op de leeslijst, tussen de slavische romans en de Amerikaanse zelfhulpboeken. Amerikanen zijn goed in van die bombastische peptalk. Dat werkt bijna zo goed als een snuif natte kut. Luister bij deze zin eventueel naar volgend nummer: Moist Vagina
Maar over verder te gaan over succes. Kurt Cobain deed altijd of hij dat succes niet wou en alles hem per ongeluk, ongevraagd overkwam. Naar buiten toe kon het hem zogezegd allemaal niet schelen en was hij de nochalantie zelf. Intern was dat een control freak die kloeg dat MTV zijn videoclips niet genoeg speelde en Pearl Jam de grond in boorde, omdat die meer verkochten.
Ik zoek vaak naar authenticiteit. Dat is moeilijk, want ik bestudeer succes als een kunde, als iets dat te machineren valt. Als er succes aan komt, dan is het niet per ongeluk, maar door veel getouwtrek, geneuzel, bijna machiavellistische berekeningen, oorlogstactieken, chameleontechnieken, zelfverkrachting desnoods (al levert dat meestal niks op, vandaar de authenticiteit, want die doet beter) en dus is zelfs de zoektocht naar authenticiteit manipulatie en strategie. Luister in dit verband gerust naar Iggy Pop.
Toegeven dat ge succes wilt is in een underdogcultuur als die van Vlaanderen tactisch bijzonder debiel. Maar ontkennen heeft geen zin, ge ruikt het aan mij.
Mijn lieven komen altijd aanzetten met het feit dat ik naar boterkoeken of melk ruik/smaak.
Dat is omdat ik opgegroeid ben onder de dampen van een glucosefabriek. Amylum heeft van mij een zoetzuur koekske gebakken en het wast er niet meer af. Courtney Love zie van Cobain dat hij naar koekjes smaakt. Misschien smaakt artistieke ambitie gewoon naar koekjes. Ik zou een succesvolle Vlaamse schrijfster moeten likken om het zeker te weten. Maar er is geen enkele knappe succesvolle Vlaamse schrijfster.
Vandaag liet een ambitieuze Vlaamse kunstenares/tekenares mij weten dat ze dringend een stripper zocht. Ik heb niet gereageerd. Vijf jaar geleden had k dat wel gedaan. Vijf jaar geleden likte ik de dame in kwestie. Ik kan mij niet herinneren of ze nog naar melk of boterkoekjes smaakte. Ik weet wel dat ze klaagde, omdat ik te altruïstisch was om mij te laten pijpen. De eerste tien keer met iemand nieuw slooft men zich nog uit in altruïsme. En maakt het mij niet meer uit. I'm married, buried, happily married, cosily buried. In the sun, in the sun I feel as one. Als ik 7 jaar nog in een mail aan een goede vriend over mijn toenmalig lief schreef: 'ze is perfect, maar in een liefdevolle relatie zitten remt mijn groei', moet ik nu zeggen dat geen enkele relatie zo slecht was dat ik boven mijn 1m74 uitkwam.
Alleen op een blog kan men ongestraft doelloos meanderen. Mensen die wat berusting zoeken, beluister: all apologies
Of zoals Boon vroeg: 'wat heeft dat alles voor zin?'
Het enige dat ik graag had gehad, alleen maar om het direct weer te verliezen is: kinderlijke onschuld.
De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
Ze zijn nieuw. Ze kosten 10 000 euro. Maar de littekens wegwerken is op kosten van de ziekenkas.
Toen ik 15 was en mijn seksleven noodgedwongen in eigen hand moest houden, fantaseerde ik wel eens over haar.
Nu gaat dat niet meer, ze is te oud, mijn hand is mij beu en haar twee plastic cupmaten extra brengen daar al zeker geen verandering in.
Ze doet het voor haar zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen aannaaien voor 10 000 euro, het kan.
Ze is er heel blij mee. Nu gaan ze nog vet uit haar billen zuigen om het gebied rond haar borstbeen op te spuiten. Anders valt het te veel op dat haar tetten van plastic zijn.
Vroeger had ze een B-cup. Ik lag nog naast haar op strand, als 12 jarige bom vreed gefrustreerd testosteron. Ze had toen zeer schone tetten. Zeer vrouwelijk. Zeer echt. Nu zijn ze van plastiek. Nu lijkt ze op een vrouw waar ze een stootkar hebben op gemonteerd, een bagagerek voor als we nog eens naar 't strand trekken.
Naturel is toch altijd schoner. Ook A-cups kunnen mij bekoren. Zelfs meer dan ballons. Ik vind fiere A's en B's zeer aantrekkelijk.
Maar goed, ik ben een benenman. Ik word honds als ik lange, ronde, strakke dijen zie. Elk zijn meug.
Dat is naar t schijnt omdat ik geen rokende extraverte macho ben. Rokende extraverte macho's schijnen wel op dikke loezen te vallen.
Blijkbaar toetsen die hun mannelijkheid aan de dikte van de tetten van de vrouwen die zij af en toe als ego-stootkussen vol lozen.
In mijn ervaring zijn vrouwen met A en B cups, zeer sterke vrouwen. Er hoeft geen causaal verband te zijn.
Maar toch, na de vaginavrienden, ook graag de vrienden van A en B cups.
Met een optreden van Bikini Kill in den AB, als kick-off.
A tot E, het maakt mij eigenlijk niet uit, twee cups of laudanum,
er schijnt meer gevogeld te worden door de crisis.
De mensen willen niet uitgeven en kruipen in bed.
't spaart op verwarming en een fitnessabonnement.
En ge vergeet efkes dat ge dood gaat.
Maar mijn tante hoeft niet vrezen, haar extra cupmaat van plastiek, overleeft haar veel eeuwen nadat ze niet meer kan poepen van reumatiek.
Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
Net terug van een politiek debat. Ik ben één van die weirdo's die zijn kop daar laat zien. VTM faalt om mij binnen te houden. Ik had net een hersencel te veel, eentje maar, om bij den tv te blijven plakken. En net 1 te weinig om een manier te vinden om de avond poepend door te brengen
De sprekers in het debat:
Ne zekere Filip van Unizo, baas van een KMO'ke met acht MEDEWERKERS (en geen werknemers, nee medewerkers klinkt beter, dat is om hen het gevoel te geven dat ze even belangrijk zijn voor het bedrijf als de baas, behalve als het op geld aankomt)
Erwin Callebaut van ABVV (dat is een vakbond)
Jan Van Gyseghem (van VOKA, dat is het clubke van de mensen die ondernemen en die dat graag ongestoord willen doen, zonder gezaag van mensen die de zware arbeid moeten verrichten binnen dat glorieus ondernemen)
Paul Stockman (schepen economie, met de sch van schaapachtig glimlachen)
Romain Dierickx (de reïncarnatie van Marx @ Aalst)
Onderwerp van de avond, eigenlijk: economie.
Om het wredig simpel te stellen:
Flippo en Jan (de lichte, als in lichtgrijs kostuum) waren het er over eens: de motor van de samenleving zijn de werkGEVERS (voor hen synoniem voor barmhartige weldoener) Zij zijn het die werk creëren. Blijkbaar hebben zij daarvoor een knutseldoos op zolder, waar zij jobs boetseren die zij als honingzoete goedzakken dan uitdelen aan al die weinig creatieve, hongerige, makke, afhankelijke arbeidertjes die zonder de rijke, slimme, innovatie werkdonateurs helemaal verloren zouden zijn in deze wereld, de laatste voorraden van de brouwerijen (die zonder werkgevers niet lang meer zouden draaien) zouden opzuipen om dan elkaar het beetje hersenens in te slaan. Ja ja, LEVE DE WERKGEVERS. Die volgens Flippo, als de Goden van de Olympus zo goed willen zijn om af en toe van hun olijfgaarden neder te dalen en jobs onder het volk te strooien.
Voor Erwin draaide het allemaal om werkgelegenheid.
Romain die wilde uitleggen dat die werkgevers nul de botten zijn zonder werknemers. Dat de werknemers de winst maken die de werkgevers dan lekker afromen, omdat ze veel sluwer zijn. 't zijn zotten die werken. Beter van andere te laten werken en het zo te draaien dat hun producitiveit zich vertaalt in geld op uw bankrekening. Dat noemen ze dan denkarbeid. Andere mensen noemen dat pikken.
Flippo die stelde het cru: 'en als de werkgevers nu eens zouden staken?'
Dat is geen origineel idee. Dat wordt al geopperd en uitvoerig uitgewerkt in de roman 'Atlas in staking' waar alle werkgevers daadwerkelijk in staking gaan tot meerdere ramp van de domme werknemers die niks zijn zonder werkgevers. Wat zouden al die makke, talentloze schapen zijn zonder werkgevers met hun clevere ideeën om domme brute kracht om te zetten in winst?
De werkgever, de gladde winstpikker, hij voelde zich een God in 't diepst van zijn gedachten, en Gul met even grote G toen hij jobs kon uitstorten over de hulploze massa die het aan elk druppel zelfredzaamheid ontbreekt.
Kom, eigenlijk hielden de Flippo en de Jan een betoog voor een corporatieve samenleving, waar niemand het in zijn kop haalt om te staken, en waar werknemer en werkgever aan het zelfde zeel trekken en het Führerprincipe terug heilig verklaren en verder alleen nog samenspannen om de glorierijke captains of industry, de gulle werkgever in alle rust zijn winstgevend kopke te laten uitwerken ter meerdere glorie van hemzelf en zijn bankrekening. En de rest mag content zijn dat ze een jobke hebben en geen al te grote armoede lijden.
Flippo van Unizo, die zo naïef is om te geloven dat zijn acht medewerkers durven hun gedacht zeggen tegen hem over wat ze vinden van de staking, wist naar eigen zeggen verdomd goed hoe de werkmens tegenover de nationale staking stond op 30 januari. De werkmensen stonden er tegenover met zeer grote antwoorden en wilden niet mee het land nog verder de grond in boren. (een conclusie op basis van intieme gesprekken met zijn acht medewerkers, voorzeker representatief voor de mening van een heel land)
Nee, zeg, zij moesten bij hem komen vragen waarom er eigenlijk feitelijk gestaakt werd. Ge ziet het, die domme medewerkers kennen hun eigen belangen niet, gelukkig is er de werkgever die ze in hun plaats kent.