De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
27-12-2014
Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
Vandaag op het
programma:
-gaan lopen
(FAIL. Ik ben niet gaan lopen. Elke avond ga ik slapen met het
voornemen om te gaan lopen zoals vroeger, maar ik ga niet en heb dan
een liter koffie nodig om min of meer helder in mijn kop te worden.)
-Afspreken met de
nieuwe persoon met mentale problemen die ik begeleid als
vrijwilliger. Dat is goed verlopen. De discretie gebiedt dat ik daar
verder niet veel kan over zeggen, maar ik heb het gevoel dat ik mij
redelijk nuttig heb gemaakt vandaag.
-Kerstcadeaus
kopen voor mijn Slowaakse schoonfamilie. Ik heb twee fonduesets voor
chocoladefondue, een kilo of twee chocolade, een tamelijk elegante
stolp om snoep in te bewaren, een uitbreiding van het gezelschapsspel
kolonisten, drie sets met gerief om aan manicure, pedicure en
wenkbrauwicure te doen, en nog wel wat dingen.
Ik ben te voet
naar Aalst gegaan, ter lichte compensatie van het niet gaan lopen. En
ik ben ook te voet teruggekeerd beladen met al die kerstcadeaus en
een bescheiden berg cake en gebak voor mijn schizofrene tante die bij
mij inwoont. Waarom ik per se moet vermelden dat mijn tante
schizofreen is, weet ik niet. Misschien om terloops te verklaren
waarom ze bij mij inwoont. Waarom ik haar een berg suikergoed lever?
Omdat ik weer voor een tijd het land uit ben en anders zoekt ze het
hele huis af op zoek naar complexe koolhydraten. Vandaar.
Daarna ben ik nog
bij mijn grootvader gegaan die geen stap uit zijn bed meer kan zetten
en ook nauwelijks nog beweegt, omdat die mens zich steendood verveelt
en ik blijkbaar de enige in de familie ben die voor hem klassieke
muziek kan opleggen. Wreedaardig moeilijk is dat, dus ik zet internet
op mijn I-pad via mijn GSM en speel dan een half uur André Rieu voor
hem. Ja, ik moet toch werkelijk een edele inborst hebben dat ik om
iemand een plezier te doen een half uur naar André Rieu wil
luisteren die ik Rieusachtig oninteressant vind.
Voorts heb ik nog
geblogd in het
Engels. Hetgeen mij iets meer lezers oplevert dan deze
Nederlandstalige blog, want u, ja, u, bent zo ongeveer de enige
persoon die dit leest. En, hoe voelt dat?
Wat heb ik verder
nog uitgevreten vandaag? Ik heb een minimum aan gewichtsoefeningen
gedaan om mijn iets meer dan gemiddeld ontwikkelde biceps te
onderhouden, maar ook niet meer dan dat. Ik heb al mijn regels
voor het leven op de achterkant van een nutteloze poster geschreven.
Ja, dat is de foto. Daar volgt ooit nog wel een gedetailleerde blog
post over, maar dan eerder in het Engels, zodat het misschien ook
eens iemand leest.
Wat nog? Wat nog?
God, laat dit niet alles zijn wat ik vandaag gedaan heb. O ja, ik heb
ook nog gemaild naar mijn jeugdvriend numero uno. Een van die
vrienden die ik verloren heb aan de 9 to 5 wereld. En verder heb ik
mijn hoofd allerlei dingen beraamd die mij meer connectie kunnen
opleveren met mensen dan bloggen. Want bloggen, tenminste in de vorm
dat ik dat doe, moet zo ongeveer de meest stupide vorm van contact
leggen zijn sinds streaker tijdens een voetbalmatch.
Thats all
folks, tenminste tot nu toe, want de nacht is nog zeer jong. En
Nirvana knalt uit de boxen, meestal leidt dat nog wel eens tot iets.
Tags:William Peynsaert, piekeren, stoppen met piekeren, piekergedachten, omgaan met depressie, tips depressie, Dirk De Wachter, Borderline kenmerken
26-12-2014
Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
Op mijn Engelse
blog leg ik uit hoe
Kurt Cobain het miste om te snuisteren naar spotgoedkope parels
in tweedehandswinkels, nadat hij rijk genoeg was om meteen hele
ketens van tweedehandswinkels op te kopen als hij daar zin in had
gehad. Zelf ben ik nog zo rijk niet, dus ik heb nog wel het plezier
om bijvoorbeeld spotgoedkope boeken bij elkaar te jagen in de
kringloopwinkel. Mijn vrouw is er trouwens van overtuigd dat veel
geld hebben de creativiteit doodt. In het geval van Kurt Cobain
leidde geen geld hebben alleszins tot de kledingstijl grunge.
Wat zo ongeveer de modelijn is die je krijgt als je zo weinig
mogelijk geld wil of kan uitgeven aan je kleren.
Mijn regel in de
Kringloopwinkel is: Ik koop geen enkel boek dat duurder is dan 1,25
euro. En liefst van al koop ik ze aan 50 cent of 25 cent. Deze keer
kosten ze allemaal 0,50. Behalve de klepper War and Peace, die kostte
de volle 1 euro.
Ik
vraag mij meer en meer af of het nog enige zin heeft om in het
Nederlands te schrijven. Wie wil zien wat ik schrijf in het Engels
kan
hier terecht. Ik houd het voorlopig hier op: ik blog nog elke dag
in het Nederlands, en dan vooral in een soort dagboekvorm, en ik maak
nog enkele manuscripten en verhalen af in het Nederlands, MAAR ik wil
prioritair in het Engels schrijven vanaf, euhm, vandaag.
Verder heb ik ook
beslist om nog minder afleiding toe te laten en mijn activiteiten
strikt te beperken tot de volgende lijst:
-sporten -schrijven -lezen -les
volgen of les geven -theater maken -therapie geven -tolken
De aanleiding van
deze lijst is vooral dat ik merk dat ik gewoonweg verslaafd ben
geraakt aan het luisteren naar en het bekijken van documentaires op
internet. Dat is allemaal zeer leerrijk, maar op den duur wordt het
ook best repetitief en is het natuurlijk helemaal niet productief. Ik
merk vooral dat ik alle andere activiteiten laat liggen om toch maar
naar documentaires te luisteren.
De hoofdreden
waarom ik niet ga lopen is bijvoorbeeld omdat ik dan niet naar
documentaires kan kijken. En ja, ik heb al overwogen om een loopband
te kopen, zodat ik tijdens het lopen gewoon verder kan kijken naar
documentaires. Je zou trouwens denken dat de voorraad documentaires
toch uiteindelijk uitgeput raakt, maar dankzij YouTube is dat niet
het geval, ik vond toch altijd weer iets. Ook is mijn visvijver nogal
groot, omdat ik ook vaak naar documentaires in het Duits,
Slowaaks/Tsjechisch, Russisch, Frans en desnoods ook wel in nog een
stuk of vijf andere talen kijk. Ik vind het ook interessant om
dezelfde docu in verschillende talen te bekijken. Dus als
docuverslaafde kan ik bijna permanent aan mijn trekken komen. Het
hoeven ook geen docus te zijn, lezingen zijn mij ook al goed. Dus
vandaar de lijst. Het eerste effect dat ik merk is dat ik meer
schrijf. Hoera! Want dat was de bedoeling.
Ik vrees dat al
die docus, lezingen en woorden van anderen ook mijn eigen
gedachten verdringen, ik bestrijd er de stilte mee, ik heb een horror
silentiae ontwikkeld die ik behandel met audioboeken, docus en
lezingen. Waardoor ik mijn eigen creatieve invallen verdring.
Wellicht omdat ik behoorlijk overstelpt kan raken door mijn eigen
invallen. Zelfs terwijl ik lees en docus bekijk moet ik slaafs
mijn eigen invallen noteren in een schrift. Soms om bijna gek van te
worden. Tijdens al dat bekijken van docus bouwt er een fysieke
spanning op, die ik enkel kwijt raak als ik schrijf. Dus, in plaats
van mijn kop te vullen met de woorden van anderen, zal ik meer
schrijven.
Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
Vanmorgen
twijfelde ik over welk boek ik zou lezen. Een boek over de
Amerikaanse Burgeroorlog of een boek over Gestalttherapie.
Uiteindelijk is het Gestalttherapie geworden. Het is een dun boek,
maar het lezen gaat traag, want elke zin lijkt mij essentieel.
Tussen door heb
ik nog eens naar Unleash the power within geluisterd van
Anthony Robbins, mijn eigenste equivalent van wat andere mensen
vinden bij de muziek van AC/DC, gok ik. Ook heb ik enkele lezingen
bekeken van een therapeut die verschillende vormen van therapie kort
uitlegt.
Voor de rest heb
ik voor mijn grootouders gezorgd. Mijn grootvader kan zijn bed totaal
niet meer uit en je moet hem alles brengen. Uit zichzelf doet hij
bijna niets meer. Ik moet ook zijn eten voor hem snijden.
Verstandelijk is hij vrij goed mee met de actualiteit, maar soms is
hij in de war. Zo is hij er soms heel erg van overtuigd dat het
ochtend is terwijl het al avond is. Mijn grootmoeder is nooit mee
geweest met de actualiteit en bijzonder vergeetachtig. Ze vraagt
voortdurend hetzelfde. Nochtans zou ik niet zeggen dat ze echt
dementeert. Eerlijk gezegd denk ik dat ze nooit geleerd heeft om haar
verstand te gebruiken. Mijn grootvader regelde altijd alles en zelf
heeft ze altijd drie dingen gedaan: overdreven schoonmaken in huis,
overdreven veel geld sparen en naar tv kijken. Er zit wel meer in
haar dan er meestal naar boven komt. Ze heeft bijvoorbeeld een
plagerig gevoel voor humor, op voorwaarde dat ze zich op haar gemak
voelt. Eigenlijk is ze heel erg een kind van haar tijd.
Geïndoctrineerd om een zo normaal en onopvallend mogelijk leven te
leiden. Van haar verwachten dat ze van dat patroon zou losbreken, is
niet echt eerlijk.
Mijn grootvader
kijkt graag naar klassieke concerten. Die leg ik hem op via YouTube
en mijn gsm (voor internet) en mijn I-pad (voor beeld). Dat wil wel
zeggen dat ik dan zelf mijn gsm en mijn I-pad kwijt ben voor enkele
uren, maar allez. Die mens heeft buiten eten, muziek en tv eigenlijk
bijna niks meer. Hij zou het voor mij trouwens echt niet doen. En
das ok. Ik weet dat hij het totaal niet zou doen voor mij, maar
dat neemt niet weg dat ik het best plezant vind om hem een plezier te
kunnen doen.
Misschien de
belangrijkste observatie van de dag: als ik niet ga lopen (=joggen)
heb ik een vreselijk slecht concentratievermogen en heb ik de neiging
om meerdere dingen tegelijkertijd te doen, zoals opruimen of afwassen
terwijl ik naar een audioboek luister en tussendoor ook met gewichten
train). Dat heb ik niet als ik ga lopen. Toch ga ik niet lopen.
Eigenlijk kan ik stellen dat ik een dag grotendeels verpruts als ik
niet s ochtends ga lopen. Lopen doet werkelijk wonderen voor mijn
concentratievermogen. Ook kruipt er een ongedurigheid in mijn spieren
en mijn gewrichten. Als ik niet loop, voelt mijn lijf stram en een
beetje pijnlijk aan. Zoveel redenen om te gaan lopen en toch doe ik
het niet. Dat moet iets zeer menselijks zijn: niet doen wat goed is
voor u.
Ik vraag mij dat
al een hele tijd af. Dus heb ik een resem documentaires bekeken op
YouTube. En eerlijk gezegd ben ik in shock.
De manier waarop
geld in onze economie komt, is waanzinnig simpel. Banken mogen negen
tiende van het geld dat ze hebben uitlenen. Ze moeten maar tien
procent echt in huis hebben. De andere negentig procent lenen
ze uit. Maar die negentig procent kan ook weer door een bank
uitgeleend worden voor negentig procent. Geld komt dus voortdurend
in omloop als de schuld van iemand anders. Geld is schuld. En er is
nooit genoeg geld in omloop om alle schuld af te betalen. We nemen
dus allemaal deel aan een monetaire stoelendans waarbij enkele mensen
sowieso failliet gaan, hoe zeer iedereen ook zijn best doet. Nog
erger is dat er op die schuld interest komt. Schuld moet terugbetaald
worden met interest. Dat is een systeem dat goed is voor wie al veel
geld heeft en het kan uitlenen. Ook is er geen ontsnappen aan
inflatie (het stijgen van de prijzen), er komt steeds meer geld in
omloop dat door niets tastbaars meer vertegenwoordigd is.
President Nixon
heeft de laatste link met de goudstandaard doorgeknipt. Geld is niet
meer gebaseerd op goud dat ergens in de kluizen van een bank ligt.
Het is gewoon papier. Voor het grootste deel is het zelfs geen
papier meer, maar bestaat het alleen maar digitaal. De enige reden
waarom geld nog waarde heeft, is door geloof. Jij en ik geloven nog
altijd dat een bankbiljet ons producten en diensten kan kopen. Maar
dat kan alleen nog door dat geloof. Als we met zijn allen naar de
bank lopen en ons geld willen inwisselen voor iets intrinsiek
waardevols, goud bijvoorbeeld, dan kan de bank ons dat niet geven.
Het enige wat al deze documentaires niet vermelden is dat inflatie in
zekere zin goed is voor wie schulden heeft. Want uw schulden worden
steeds minder waard door die inflatie.
Ik ben redelijk
in shock om vast te stellen dat banken geld in omloop brengen als
schuld en dat er sowieso te weinig geld in omloop is om alle schulden
af te betalen, dat is inherent aan ons monetair systeem. Die eeuwige
schuld zorgt er ook voor dat onze politici (die meestal niet echt
iets snappen van economie, die zitten liever in quizprogrammas)
het voortdurend hebben over groei en inleveren. Twee dingen die zeer
moeilijk samengaan. Daarom ook dat er veel rijkdom is, maar alles
samenhangt met stress: leningen, schuld, de stoelendans waar we aan
meedoen, want er is niet genoeg geld om alles terug te betalen.
Ergens valt iemand er van tussen, die moet failliet gaan. Ons
monetair systeem is een kaartenhuis dat we bizar genoeg in stand
houden door er samen in te geloven.
Aangezien ik het
slordig uitleg, begrijp ik het nog steeds niet helemaal. Dus als er
ergens een expert zich geroepen voelt om het mij uit te leggen, ga
gerust uw gang.
Creepy wordt het
als Abraham Lincoln al in de jaren 60 van de 19de eeuw voorspelt
dat het grondig fout gaat lopen met ons financieel systeem. Extra
creepy voor mij omdat ik Abraham Lincoln goed ken van de Amerikaanse
Burgeroorlog, maar niet echt veel weet van zijn visie op geld. Een
ontdekking bovenop de ontdekking dus.
Een tip:vraag
de komende tijd aan zoveel mogelijk mensen: Waar komt geld
vandaan? of Wat is geld?. De kans is zeer groot dat ze dat
helemaal niet kunnen uitleggen. Ik heb er ook nog altijd moeite mee.
Iets dat we elke dag gebruiken, iets dat zoveel van ons leven
bepaalt, is eigenlijk een zeer groot vraagteken voor ons. En dat is
toch wel scary. Waarom hebben ze ons op school nooit deftig uitgelegd
wat geld is?
Tags:William Peynsaert, geld, waar komt geld vandaan?, wat is geld?
24-12-2014
De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
Tijdens
de Gestalttherapiegroep deden we nog een geleide visualisatie. Spoiler
alert, als je van plan bent om deel te nemen aan een
Gestalttherapiegroep, lees dan niet verder, want het werkt beter als je
niet weet wat er komt.
Tijdens
de visualisatie loop je langs het strand, langs de zee. Telkens kom je
jezelf tegen. Eerst als klein kind, dan als de volwassene die je nu bent
en dan je heel erg oude ik. Drie keer William Peynsaert. De eerste twee
zal ik nog herkennen, maar, wow, wat was er met die derde?
Eerst
het jonge kind. Ik voelde vooral vertedering, wat een lief kind. Dat
kind verbaasde mij ook want het vertelde mij vanalles over de
Atlantikwall, waarschijnlijk door de setting, en omdat ik daar als kind
veel mee bezig was. Ik voelde ook veel verdriet omwille van de pijn dat
dat kind nu al voorvoelt, maar nog moet meemaken. Ik heb dat kind over
zijn Beatlekapsel gestreken en ben dan verder getrokken.
Toen
kwam ik de ik van nu tegen. We waren blij om mekaar tegen te komen,
opgelucht, maar ook met lichte paniek, en uiteindelijk toch vooral een
constructieve mindset: hoe gaan we dat hier nu oplossen? Wat moet er
opgelost worden? Ik wil veel meer geld verdienen en veel meer baas zijn
over mijn carrière. Dat is eigenlijk alles.
En
dan kwam de verrassing: Mijn oude ik is heel erg anders dan mezelf nu
of mezelf als kind. Héél erg anders. Totaal anders eigenlijk.
Hij
is zich aan het amuseren in een racekar met een zeil. Hij komt van een
groot feest dat achter hem op het strand aan de gang is. Een groot feest
met zijn vrienden en zijn familie. Ik snap er niks van. Hoe heeft hij
dat gelapt? Hij (ik dus) sta voor mij in een luchtige surferskleren, een
afgewassen korte jeansbroek. Hij is zeer enthousiast, vrolijk, en veel
energieker dan de twee vorige. Hoe heeft hij dat gelapt, vraag ik hem.
Hij zegt mij: Omring je met zoveel mogelijk mensen. Hij geeft mij ook
een symbool met een kracht. Eerst ben ik teleurgesteld. Hij geeft mij
een rood hart gemaakt van zeildoek. Ik denk: wat voor iets debiels is
dat nu? Maar wanneer ik het aanneem, blijkt het een machientje te zijn
waarmee ik enorm hard kan vliegen. Het is zo krachtig dat het mij nogal
wat moeite kost om het te besturen, maar uiteindelijk vlieg ik er mee
tot de sterren. Waar ik trouwens mijn vader terugzie. Ook daar boven,
boven de wolken is een groot, interessant feest aan de gang. Als ik
terug bij de oude man ben, die veel levendiger is dan ikzelf, zegt hij
nog: Pak alles niet zo serieus, kerel.
Van het hele weekend heeft deze visualisatie mij de meeste rust gebracht en ook veel enthousiasme.
Straf dat zoiets kan. En het lijkt allemaal zo simpel. Dikke proficiat aan de therapeut die de groep begeleidde.
Well, Im goin out west where I belong
Where the days are short and the nights are long
Where they walk and Ill walk
They twist and Ill twist
They shimmy and Ill shimmy
They fly and Ill fly
Well theyre out there ahavin fun
In that warm California sun.
Tags:William Peynsaert, piekeren, stoppen met piekeren, piekergedachten, omgaan met depressie, tips depressie, Dirk De Wachter, Borderline kenmerken
ik lijd aan aandachtszucht
Maar
dan wel in een eerder passief-agressieve vorm (uitleg volgt nog). Ik
ben mijn aandachtszucht als ziekte beginnen beschouwen, iets dat mij
afremt, een kanker, een tumor, een belemmering, een juk, een molensteen
rond mijn dikke nek, een dwangbuis, een vorm van zelfcastratie.
Serieus,
ik moet er echt mee stoppen, het maakt te veel kapot. Ge moet kunnen uw
ding doen zonder te denken aan aandacht, zonder afhankelijk te zijn van
aandacht die ge er voor krijgt, want anders gaat het mis en boet wat je
aanbiedt heel erg in aan kwaliteit, het wordt iets zeer kunstmatig,
steriel zelfs.
Die
nood aan aandacht, wijst op een groot gemis, een verloren lopen, een
niet weten wat doen met mijn talenten. Maar dat gemis valt eigenlijk
niet in te vullen door aandacht te krijgen voor geschrijf.
Bovendien
is wat ik doe vaak totaal niet origineel, veel te braaf of net
krampachtig stout en bijna boodschaploos. Ook ben ik niet flexibel in
mijn zoektocht naar aandacht. Ik krijg nooit genoeg aandacht, maar ik
zoek ook weinig naar nieuwe manieren om aandacht te krijgen. Mijn manier
om aandacht te krijgen is nogal onnozel. Ik kwak dingen op een totaal
onbekende blog.
En ik post elke dag iets op een site als writehistory. Die site heeft
met zijn megalomane naam eigenlijk geen publiek meer. Het is een beetje
een club voor bejaarden geworden die elkaar overstelpen met positieve,
slijmerige feedback waar je eigenlijk zelden iets aan hebt. Toch post ik
daar elke dag iets. Op zich is dat ok, het geeft routine. Maar iemand
die op een slimme manier op zoek zou gaan naar aandacht, zou dat niet
doen. Of zou het toch maar als een miniem onderdeel zien van een veel
grotere campagne om die behoefte aan aandacht te bevredigen.
Er
zijn nochtans opties. Ik zou veel meer toneel kunnen opvoeren, want dat
levert meer aandacht op dan geschrijf gratuit op internet zetten en ik
zou op zijn minst kunnen regelen dat ik publiceer op sites waar
tenminste lezers passeren. Ik zou vlogs kunnen maken in plaats van blogs
en die videos kan ik op YouTube zetten. In plaats van in het
Nederlands te schrijven, zou ik prioritair in het Engels kunnen
schrijven. Nu schrijf ik nog prioritair in het Nederlands en dat terwijl
mijn Engels eigenlijk beter klinkt, vlotter vloeit, dan mijn
Nederlands. Ik klink ook optimistischer, energieker, minder egocentrisch
in het Engels.
Dus
waarom dan niet? Is het gebrek aan aandacht veiliger dan wél aandacht
krijgen? Frustreer ik mezelf graag? Heb ik stiekem genoeg aan maar een
beetje aandacht van enkele kenners? Ja, ik moet eerlijk zeggen: Als ik
aandacht krijg, dan is het altijd van mensen die er verstand van hebben.
Maar het is niet genoeg.
Waarom schrijf ik deze post nu?
Enkele redenen:
-ik ben het kotsbeu dat ik als een nerveuze tic tientallen keren per dag check hoeveel hits Verkrijt krijgt,
hoeveel hits mijn blog krijgt, of ik nieuwe Twitter-volgers (ziek
woord) heb en of er misschien iemand gereageerd heeft op dat geschrijf
van mij.
-hoe meer ik schrijf in functie van aandacht hoe meer mijn schrijven in waarde zakt
-JimTV
heeft ons voorzichtig laten merken dat we Verkrijt simpeler moeten
maken als we op hun site willen blijven verschijnen. Maar ik merk nu
toch weerstand. Ik wil Verkrijt niet veranderen puur om te kunnen
blijven verschijnen op JimTV. Mijn artistieke partner gelukkig ook niet.
Aandacht krijgen, is wel degelijk een verslaving merk ik. Met dezelfde effecten:
-de dosis moet altijd groter, er is een enorm tendens naar gewenning
-je gaat jezelf in de uitverkoop zetten om je steeds stijgende behoefte te kunnen bevredigen
-het snijdt je af van de mensen in je omgeving, de mensen waarmee je werkelijk in contact komt
-je gaat in een zielig hoekje zitten met andere gebruikers en afhankelijken
-je hele leven vernauwt tot het alleen nog dat is: die verslaving.
Dus
genoeg. Ik heb Facebook gelukkig al enkele maanden geleden afgesloten.
Maar ik merk nu dat ik Ersatzmiddelen zoek. Methadon voor mijn heroïne.
Ik
moet cold turkey gaan en mijn aandacht geven aan kwalitatieve dingen,
niet aan een uiteindelijk leeg gegeven als x aantal hits vandaag.
Want wat verandert er voor mij persoonlijk nu echt of er 100 hits zijn
op een dag of 1000? Ik verlies alleen heel veel energie, mijn leven
raakt gereduceerd tot een wachten op hits. Mijn gedrag raakt bepaald
door aandacht krijgen. Ik vermijd plaatsen waarvan ik vermoed dat ik er
niet in het centrum van de belangstelling zal staan. Op plekken waar ik
niet in het centrum van de belangstelling sta, kruip ik helemaal in mijn
schulp, dan wil ik verdwijnen, wil ik weg. Ja, ik moet cold turkey
gaan en mij dringend concentreren op geven, in plaats van nemen. Hoe ik
dat concreet invul weet ik nog niet precies. Maar ik ga er vanuit dat ik
dingen begin te doen, als ik mij loskoppel van aandachtszucht.
Als
er nog mensen zijn die willen afkicken van hun aandachtszucht kunnen we
misschien een support group oprichten, wat peinst ge?
Tags: piekeren, stoppen met piekeren, piekergedachten, omgaan met depressie, tips depressie, Dirk De Wachter, Borderline kenmerken
23-12-2014
Een zelfportret om eens de balans op te maken
Tijdens
de Gestalttherapiegroep deden we een geleide visualisatie. We moesten
onze ogen dicht doen en ons stap voor stap concentreren op onze
afzonderlijke lichaamsdelen. Elk lichaamsdeel symboliseerde iets.
De
voeten. Hoe stevig sta je op de grond? Heb je een fundament? Zoals je
ziet op de tekening: mijn voeten staan voor een groot stuk wel duidelijk
op de grond, maar de toppen wijzen duidelijk omhoog. Ik sta stevig op
de grond, ik heb goeie roots, maar ik verveel mij zo. Ik tuur omhoog, ik
wil los van de grond, ik wil iets hogers beleven. Ik wil meer
excitement, dat is duidelijk. Ik heb niet genoeg verstandelijke
uitdagingen.
De
benen symboliseren hoe flexibel je bent. Zoals je ziet, ben ik rigide.
Niet echt flexibel. Nogal rechtlijnig, vreemd genoeg. Het is waar. Om
mijn doelen te bereiken, zet ik vaak eerder in op koppig hetzelfde doen
tot het werkt. Beuken tot de weerstand het begeeft. Maar dat werkt
natuurlijk niet altijd, en het kan vermoeiend en frustrerend zijn.
Pijnlijk om dat te beseffen eigenlijk. In een spel doe ik dat niet, dan
ben ik inventiever. Maar in het echte leven, ben ik rigide, verroest.
Mijn
schaamstreek heeft de kleur van lavendel. Want lavendel doodt
testosteron. En mijn libido ligt al enkele maanden plat. Vandaar dus.
Zeer kalm daar. Duidelijk geïnteresseerd in andere zaken.
Mijn romp is oranje. Een gezonde, warme vitale kleur, want fysiek ben ik kerngezond.
De longen zijn lucht, de vrijheid. Veel groen bij mij, want mijn vrijheidsdrang is sterk ontwikkeld.
Mijn
hart is groot en is een hamer, een werktuig. Mijn passie moet iets
opleveren. Mijn passie moet constructief zijn. Het heeft ook iets
fanatieks. Een hamer, hard, kloppen, het heeft ook iets agressiefs.
Aan
de andere kant zie je een groene ballon met een rood mandje. Dat is
simpel. Mijn vrijheid moet tot mijn passie leiden. En mijn passie moet
mijn vrijheid mogelijk maken. In mijn hoofd zit gesmolten goud en er
staan eurotekens, want geld houdt mij heel erg bezig de laatste jaren.
De
das. Dat is wat anders. Die is zwart. Die symboliseert het
maatschappelijke. Het maatschappelijke keurslijf. Mijn angst om dingen
tegen mijn goesting te moeten doen. Mijn angst om een hatelijke job
(Jammerlijk Onbevredigende Beproeving) te moeten doen. Vandaar dat er op
de das ook zo vaak SS staat. Omdat ik dwang ervaar als de dwang van
concentratiekampen. Ook symboliseert de das mijn angsten om nooit wat te
kunnen doen met mijn passies. En de strop natuurlijk. Want zelfmoord is
een zeer centraal, dichtbij thema in mijn leven.
Mijn
ogen zijn groot en fel groen. Want als ik mij niet obessief bezighoud
met mezelf, dan zijn mijn interesses groot en kijk ik naar de wereld met
nog altijd gretige ogen, de pupillen zijn rood en hongerig, passievol.
Nog altijd.
Mijn
oren zijn groot en zwart, want ik sla alle info op, en dat is een
moeten. Dat ervaar ik als een verplichting, zoveel mogelijk info op
slaan, uit angst, om mij met kennis te kunnen verdedigen. Die kleur
keert ook weer bij de boeken die in mijn zakken zitten. De zakken zijn
mijn bagage, en mijn bagage is van goud. Maar die bagage nog uitbreiden
-door kennis te vergaren- ervaar ik blijkbaar toch ook als een last.
Mijn
haar is lang, want in mijn zelfbeeld is mijn haar nog altijd lang, het
lange haar dat ook de vrijheid symboliseert en het vrouwelijk, het
gevoel, de emotie, het gevende en tegelijk ook het ontvankelijke.
En mijn mond staat scheef en wijst op een zeer cynische trekje. De cynicus is altijd de ontgoochelde idealist.
Mijn
armen en voeten hebben een duidelijk contrast. Dat is ook weer logisch,
want ik ben intern vaak verdeeld. Ik heb een erg sociale kant, maar ik
heb ook een hyperindividualistische kant. En ik heb strijdbaars, maar
ook iets fatalistisch.
Voila, ik denk dat we rond zijn. Ecce homo. De naakte mens, op een blad papier met wascostiften.
Tags:William Peynsaert, piekeren, stoppen met piekeren, piekergedachten, omgaan met depressie, tips depressie, Dirk De Wachter, Borderline kenmerken
Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
Een driedaagse groepstherapie in een wel bijzonder intieme sfeer.
Wat
moogt ge daar eigenlijk over zeggen? Zelfs als ge de namen van de
andere deelnemers niet vermeldt, wat moet moogt ge er dan over zeggen?
11 mensen die binnen de muren van een klooster hun ziel eigenlijk in
alle vertrouwen op tafel hebben gelegd. Moogt ge daar achteraf iets over
schrijven?
Misschien als ge in algemeenheden schrijft.
Zou zon groep nu representatief zijn voor de mensen in onze samenleving?
Als dat zo is dan zijn er veel mensen die
gewrongen zitten in een job die ze eigenlijk niet graag doen.
als kind hun grenzen bruut hebben zien overschreden worden door volwassenen die véél beter hadden moeten weten.
willen communiceren met familieleden die om heel veel redenen, eigenlijk niet echt die communicatie ten volle kunnen aangaan.
erg eenzaam zijn.
hun
ouders hebben willen gelukkig maken, maar daar niet in geslaagd zijn en
wenen als ze beseffen dat dat ok is, dat dat niet hun taak was.
ondanks
veel leed, er toch nog altijd in slagen om zeer positieve bindingen aan
te gaan met anderen. En dat maakt het zo schoon.
Die
verhalen van 11 mensen hebben mij zeer geraakt. Ze dansen rond in mijn
hoofd, de pijn ervan, maar ook de lessen, en ook de schoonheid. Die 11
mensen zijn kwetsbaar, omdat het gevoelige mensen zijn, mensen die geven
om een ander.
Het ene verhaal blijft wat meer plakken dan het andere. De ene mens heeft onbewust meer lessen voor u dan een ander.
Er waren voor mij enkele personen die mij meer op enkele feiten drukten dan anderen.
Zo
was er iemand die zich helemaal zo geen zorgen maakt over zaken als
sociale zekerheid. Het is iemand die eigenlijk meer het leven leeft dat
ik vroeger altijd predikte, vooral als kind. Iemand die een huis deelt
met velen en absoluut niet in het klassieke
huisje-boompje-tuintje-verhaal stapt. Dat is ergens confronterend, want
zelf blijf ik wel vaak hangen in heel veel zorgen rond sociale zekerheid
wat mij soms ook drijft tot orthodoxe keuzes waar ik toch zo tegen ben.
Die persoon zal misschien mijn ongemak hebben opgemerkt als deze
persoon in mijn buurt was. Langs deze weg dan sorry: het heeft niks met
jou te maken, maar alles met een zelfverwijt en enkele van mijn angsten.
Ook was je vrolijke uitstraling en lichte tred confronterend voor mij
en ben je daardoor erg blijven plakken.
Ook
was er iemand die zich meteen zo heel erg thuis voelde en zo ontspannen
en ongedwongen in de groep zat, dat het eerst op mijn zenuwen werkte.
Ook weer als spiegel. Want ik kom in zon groep en stop mij weg en reken
uit wat ik moet doen om op een bepaald moment eindelijk -o de
opluchting- alle aandacht op mij te kunnen vestigen. De berekende
control freak extravert die tijdens zijn berekeningen nog als stille
introvert overkomt. Dat ben ik. En als het mij dan niet zou lukken om
veel aandacht naar mij toe te trekken, dan ben ik gewoon weg, want dan
ervaar ik een donker, duistere overspoeling van falen. Zeer, mja, ik ga
er geen uitspraak over doen: een zeer speciaal kantje van mij dat die
persoon met zijn ontspannen, bijna huiselijke houding heel erg
contrasteerde voor mij.
Ook
was er iemand die voor een groot stuk mezelf was. Een dokter. Een
helper, iemand die zich optrok aan anderen helpen. Iemand die zijn
maatschappelijke rol als mantel kon aantrekken om naar buiten te
stappen. Och jong, hoe vaak heb ik dat niet gedaan? Eén rol aangenomen
en mij zo fier en gerust kunnen presenteren aan de wereld, zodat ik de
rest van mij heerlijk onder de mat kon vegen. En dan dat verstand, dat
bezig moet zijn, dat altijd bezig moet zijn, gelijk een spons die altijd
honger heeft. Allemaal zeer spiegelend.
Ik
zou nog voortgaan en zeggen wat ik allemaal geleerd heb, maar dan kom
ik uit op een blogpost die veel te lang is voor het concentratievermogen
van de digitale mens.
Alleszins:
Ik kan iedereen een Gestalttherapiegroep van het IVC aanraden om met
heel veel zaken in het reine te komen en duidelijk te weten hoe het nu
verder moet.