Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
03-03-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (15)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Wat verwacht je als zoon van een vader

Wie schrijft die blijft. Misschien wilde je niet zozeer schrijven. Misschien wilde je alleen iets doen waarvoor je herinnerd zou worden. Niet alleen maar door mij. Je wou de geschiedenisboeken in. In je laatste dagen stief de drummer van Jimi Hendrix. Die had tenminste geleefd en die liet nog iets achter ook, zijn muziek. “Ik laat niks achter”, zei je. Je was 53 toen je het zei. In principe had je nog twintig jaar om wél iets achter te laten. Hoeveel beroemdheden kennen we niet omwille van wat ze deden na hun vijftigste? Maar je had allang afscheid genomen van 't leven. En alleen de jeugd was het leven waard. Die young, stay pretty. En 't is waar, ik heb je nooit helemaal afgetakeld gezien, ik heb je nooit met een pamper gezien, ik heb je niet rondgereden in een rolstoel. Dat had ook misschien ook mijn hart gebroken. Maar je had er misschien toch nog lol mee kunnen hebben ook. Je hebt mensen die van de hele menselijke rit een feest maken. Het blijkt niet genoeg uit wat ik over je schrijf, maar wat Hans Teeuwen doet op podium deed jij gewoon dagdagelijks. Als je er zin in had.

Ik duik in die dikke map met al je schrijfsels. En er worden toch enkele dingen duidelijk. Over hoe één en ander draait in het leven.

Het is niet wat je kan, het is wie je kent.

Het is niet zozeer je diploma, het is in welke kringen je doordringt.

Het zijn niet je verstandelijke capaciteiten, het is je attitude.

Je maandloon is de meest accurate reflectie van je zelfvertrouwen.

Meer willen, brengt niet meer, maar minder.

Wat je hebt koesteren, leidt tot meer mogelijkheden.

Optimisme is de moeder van de meeste kansen.

Maar what doesn't kill you makes you stronger? Serieus? What doesn't kill you the first time will try again later. Tegen sommige dingen is geen optimisme opgewassen.

En ja, monkey see, monkey do.

Wij dachten dat je mij goed voorbereidde op 't leven door mij veel feitenkennis te geven en mij veel te doen lezen. Maar is er nu iets waar ge in deze moderne maatschappij minder aan hebt? Ik heb een bijzonder klassieke vorming gehad. Ik kan alles waar geen geld mee te verdienen valt. Het was geweldig boeiend, en geweldig plezant, en tof om mee uit te pakken op school en de vriendjes mee te imponeren. Maar nu... Nu zit ik in 't zelfde straatje als gij, als ik geen bestseller schrijf, sterf ik arm. Want actieplannen, daadkrachtig en gericht naar iets toe werken, netwerken, al dat heb je mij niet geleerd. En dat moet ik hier zelf zien uit mijn duim te zuigen. Nog logisch dat kinderen van toppolitici dan zelf in de politiek doorstoten. Hun bedje is gespreid. Monkey see, monkey do.

Je had het verdomme goed aangepakt. “Ik heb nog nooit een kind van tien gezien met zo'n mondiaal besef”, zei de juf. Mondiaal besef blijkt het rampzalig slecht te doen op een CV.

Zelfmedelijden trouwens ook.

Maar toch bedankt, het was allemaal zeer verrijkend. Steek mij in een lift die vast zit met gelijk wie, en ik kan er altijd wel een lang en boeiend gesprek mee hebben. Ik weet over alles iets en altijd net iets te weinig om er serieus mijn brood mee te verdienen. Maar ik kan er over schrijven natuurlijk. Da's de valkuil. Schrijver worden, omdat ge niks anders kunt.

Je krijgt als zoon toch een soort wapenarsenaal mee van je vader. En zelfs al blijkt dat het niet de gepaste wapens zijn voor de moderne arena, duurt het lang voor je wil toegeven dat ze te bot zijn of te broos. Gewoon uit loyaliteit. En zo sterft een vader niet één keer, maar vele keren. Ik moet je op zoveel manieren los laten. En mijn eigen weg gaan. En dat valt verdomd zwaar. Je hebt me veel gegeven, veel interessante bagage, maar zelfvertrouwen was er niet bij.

Hoe al die anderen er mee omgaan, weet ik niet. Want ik ben natuurlijk lang niet de enige. Je hebt zelf hetzelfde meegemaakt. Ik ken minstens vijf jongens gasten wiens pa zelfmoord heeft gepleegd, en die lijken er toch altijd vrolijker aan toe te zijn dan ik. Misschien maak ik wel van alles een groter drama, dan het hoeft te zijn. Misschien hebben die anderen geen tijd en geen goesting om het eens in 't lang en in 't breed op papier te smijten. 't is nu niet dat het iets oplost.

Rest mij nog de uitdaging om het niet door te geven aan mijn kinderen. Ik heb nog lang getwijfeld om kinderen op de wereld te zetten met suïcidale genen. Maar ik ben al in die aloude val getrapt. Ik wil kinderen, anders sterf jij echt volledig uit en lijkt je leven er voor niets te zijn geweest. En zo draait de menselijke dramamolen lekker voort. Ik zal je ook nooit volledig snappen als ik niet weet wat het is om zelf een kleine te hebben. Het is onverantwoord om zo kinderen op de wereld te zetten, maar dat is het altijd, dat is nou iets hoogst belangwekkends waar niemand een diploma voor nodig heeft. Ik zal er toch maar eens goed over nadenken, hoe ik die cirkel zal breken.

03-03-2013 om 17:50 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (einde)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Breek de cirkel

De meest hoopvolle samenvatting van een wanhopige bloedlijn

1980. Mijn grootvader jaagt twee kogels door zijn hart. Hij heeft het familiefortuin verkwist. Vrouw en kinderen staan op straat.

1983 Ik kom ter wereld. Mijn vader in een brief aan een vriend: ‘Het alles in de schaduw stellende nieuws is toch wel de komst van de kleine, zondagnamiddag 16 uur. Het joch weegt om en bij de 4 kg, lijkt in tegenstelling tot eerder gedane veronderstellingen of afgesloten pronostieken niet op de melkman en vroeg direct naar mit met frosselen. Het spreken kan nog beter, maar hij heeft alleszins een gezonde eetlust. Ik heb de koevoet die we voor alle zekerheid naar de kraamafdeling hadden meegenomen, niet uit de autokoffer hoeven op te diepen. De weeën waren bijzonder hevig en hoewel ik vlak naast zijn moeder stond, voelde ik er niks van.’

2006 Mijn vader slaagt er in om zichzelf te verstikken in een plastic zak. De dag nadat ik goed betaald werk vind als leerkracht geschiedenis. De opwaartse sociale mobiliteit is een feit. Hij heeft de laatste 23 jaar in een fabriek gezwoegd om dat mogelijk te maken.

2020 Ik heb zelf een ‘kleine’. Ik wil voor mijn zoon een nog beter diploma en een vader die een natuurlijk dood sterft. Het eerste is geen probleem. De kleine heeft het verstand van zijn moeder. Het tweede deel is de uitdaging. Als ik een straat oversteek, hoop ik stiekem dat een razende tram mij naar de eeuwige jachtvelden transporteert. Enkele rit.

2038 De kleine heeft hartzeer. Zijn eerste meisje heeft het midden in de blokperiode uitgemaakt. Hij zit hele dagen op zolder en speelt ‘the end’ van The Doors grijs. Ik ben doodsbang dat hij mij voorgaat. Ik stop zijn broeksriemen weg. Gooi alle scheermesjes weg. Bewaak angstvallig de keukenmessen. Buiten, onder het raam van de zolderkamer, leg ik een oude matras. Ons medicijnkastje verzegel ik met een hangslot. Mijn vrouw denkt dat ik mezelf wil beschermen en bekent na drie weken dat ze anti-depressiva door mijn eten mengt. Ze heeft geen enkel effect opgemerkt, behalve dat ik plots mijn baard laat staan. Ik vraag waar ze die pillen bewaart en mix ze voor de zekerheid in de smoothies van mijn zoon. Net zolang tot hij weer een nieuw meisje heeft.

2041 Als ik een hoge brug zie, voel ik mij als een uitgehongerde Ethiopiër die de dessertkaart van een restaurant inkijkt. Nog even volhouden. Mijn kleine heeft bijna zelf een kleine.

2055 Mijn jaarlijkse consultatie. De dokter stelt prostaatkanker vast. Ik weiger keihard alle behandeling. Thuis vraagt mijn vrouw waarom ik de hele tijd zo dom zit te lachen.

2057 Geen behandeling blijkt de beste behandeling voor prostaatkanker. Alles blijft stabiel en eigenlijk ben ik kerngezond.

2061 Vanochtend stond ik op met stekende pijn in mijn linkerarm. Nog één vraag wil ik stellen. ‘Zoon, geniet jij van je leven?’ Wat een gekke vraag, natuurlijk geniet hij van zijn leven! Hij vraagt of alles wel ok is. Vandaag is echt alles ok. Na het telefoongesprek, ga ik in het tuinhuis zitten. Ik doe de deur achter me dicht en ik val al. De geur van de houten vloer herinnert me aan de chalet die we vroeger hadden aan zee. Toen ik zes was en mijn vader groter dan God leek. Hoe we samen zandkastelen bouwden en hij gelukkiger leek dan ikzelf. Misschien was ik toch niet helemaal dat blok aan zijn been dat hem tegen zijn zin in leven hield. Intens gelukkig, kus ik, alsof het het zijn wang is, de stoffige vloer. De cirkel breekt gelijktijdig met mijn hart.

EINDE

03-03-2013 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


Tags:William Peynsaert, je vader verliezen
02-03-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (14)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A day in the life


Je kraakt uit je bed. 20 over 4. Barstende hoofdpijn en geen kater te bespeuren. Je duikt in je rondslingerende kleren, een afgewassen James-Dean-outfit. Het bed davert nog na van je ronkende wederhelft in de bloemetjesjurk. Behulpzaam als altijd proeft ze samen met jou de ochtendstond. Jouw droom is een groot schrijver zijn, haar droom is jou graag zien.

Je tast naar je bril op het nachtkastje. Daarna daal je de gammele trap af. De vermelde bloemetjesjurk volgt. Met bloeddoorlopen ogen duik je de badkamer in. Je wast je altijd aan de lavabo, want je hebt geen tijd voor een bad en we hebben geen douche. Ondertussen smeert de wederhelft zijn boterhammen.

Om kwart over vijf ben je helemaal opgelapt voor een nieuw verblijf in de van fabriek Gates, een donker hol waar ze drijfriemen voor auto's bakken. Straks prikt de rubberlucht in je neus, maar nu is het nog gewoon de zomerlucht. Je neemt plaats in je tweedehandse Toyota. Je kan op weg. Halverwege wip je al uit de wagen, na gestopt te zijn, het moet gezegd. Twee kranten wisselen van eigenaar. De auto bolt verder. Uiteindelijk doemt een grauw gebouw op met dito parking. je stationeert je kar. Je ergert je aan de portier die in een strandstoel naast zijn kot zit. De luizenjobs zijn voor de eerlozen. Hij nipt aan zijn tweede jenever met scheutje koffie van de ochtend.

Je sloft gebukt als een vader van vijftien kinderen die net te horen heeft gekregen dat het kindergeld afgeschaft is en de cornflakes met 50 procent zijn opgeslaan, de poort binnen. Je denkt in gedachten 'Arbeit macht frei'. Een concentratiekamp en een fabriek. Noem de tien verschillen. Tien zal nog wel lukken, maar niet meer.

Ondanks je scheve ruggengraat trek je een gevangenisplunje, sorry werkoverall aan. De kleedruimte wordt opgevrolijkt door de joelende collega's. Met veel animo worden alle presentatrices van de commerciële omroep gewikt en gewogen. Die heeft hangers, die is een ijskast, daar kwam ik van m'n leven niet meer af. De collega in kwestie komt er van z'n leven ook niet op. De werkmannen duiken naar de koffiemachine. Zij voegen geen scheut jenever toe. Voor acht uur zit die veilig verstopt in de gewiekst uitgezochte bergplaats van thermos. Je diept één van je paar kranten op. Een beetje intellectuele troost, en een dosis frustratie, want er staat geen artikel van jou in en dat had gekund, dat had gekund, je weet alleen niet hoe het had gekund. Geen geluk gehad, zeker?

Je leest tot het onverbiddelijk 6 uur slaat. De kranten worden opgeborgen. Om dit proces met succes te volbrengen, dient de makkelijkste krant achterhaald te worden. Een welgemutste medewerker is er mee aan de haal. Er zijn dus echt van die mensen die graag lezen over de weekendongevallen.

Je gaat aan de slag. Milleke met de rode neus komt je jouw plek toewijzen. Naast rode hond komt in je dorp ook rode neus voor. Het eerste is bijzonder gevaarlijk voor zwangere vrouwen, het tweede voor vrouwen in het algemeen. Doorgaans loop je het op door van 's morgens tot 's avonds je keel te marineren in alcohol.

Milleke weigert trouwens categoriek elke behandeling. Zijn rode neus, is zijn roze bril. Hij wijst je de vier toe. Je wist ook zo wel dat het lot je daar zou voeren. Jij durft niet klagen, te veel eer, jou solferen ze op met de moeilijkste machine. De vier is een helse installatie. Het is van de tijd van Daens geleden dat er zo'n industrieel kreng bestaan heeft. Onverschrokken neem je jouw stek in. Daarna gaat het van tsjakke tsjakke tsjak.

Alleen de fantasie kan je redden en de subjectieve traagheid van de klok verschalken. Je denkt bij al die tsjakketsjak aan de 'grote terreur' van Robespierre. In gedachten worden de adellijke bollen bij elke tjsak van de machine, gescheiden van de sputterende rompen. De denkbeeldige plas bloed deint gestadig uit. In een ondeugende bui informeer je bij buurman Leo of die geen nattigheid voelt. Leo heeft sinds het doven van zijn laatste sigaret om vijf voor zes enkel naar de volgende gesnakt. Hij denkt even na, nou ja, doet vrij overtuigend alsof en roept dan uit: "Ach, die geleerde mannen hè, altijd commentaar." Dat doet hij dan met een air van: mij vang je niet kameraad, ook al kijk jij doc-u-men-taires en ik niet.

Om half 9 verschijnt er een bediende, of in het arbeidersjargon 'ene van boven', met een thermometer. Hij wil eens zien of de mannen het niet te warm hebben. Om 14u, als de zon het hoogst staat, zie je die vent nooit. De heren houden dan siësta. Siësta komt na lunch en voor het vieruurtje. Voor de lunch is er de ochtendbabbel en na het vieruurtje volgt de babbel ten afscheid. Inhoudelijk is er geen verschil. Het onderscheid tussen die van boven en die van beneden is simpel. Die van boven kenden iemand die iemand kende die iemand kende. Die van beneden kenden alleen maar iemand. Geluk op de werkvloer is een lange arm.

De thermometervent drukt de mannen op het hart vooral veel water te drinken. Hij wijst hierbij op het lauwe bocht, ergens voorbij de ingang. Het staat op de enige plek waar het zonlicht het kan omhelzen. Celsiusman verdwijnt met de glimlach. Zijn zware dagtaak is ten einde. Boven klinkt gejuich. De bedienden hebben weer iets grappigs ontdekt op Facebook. Het enige risico dat ene van boven loopt is dat hij zich snijdt aan de rand van zijn wit plastic bekertje of zijn lul verzwikt van te lang naar porno te surfen.

Schafttijd om tien uur zonder schaften. De maag weigert dienst. Verder dezelfde twee kranten en de beunhaas die er één ontvreemdt. Die met de prentjes. Presentatrices van een andere zender met nog grotere hangers maken de conversatiestof uit. De jenever heeft nu zijn weg gevonden naar het zwarte brouwsel dat hier koffie heet. Links van je ontpopt zich een gesprek, los van de gebruikelijke tetten-met-aangehechte-blondine -problematiek.

X: Dit weekend waren we met de kinderen aan zee. Het weer was goed en mijn vrouw wou weer geen hele dag tussen vier muren zitten.

Y: Wij gaan binnenkort ook eens.

X: Op het strand was het natuurlijk op de koppen lopen. Zo'n drukte. Eén dag zon en iedereen wil de zee zien

Y: Zo is het.

X: Ik vroeg nog aan mijn vrouw: kunnen we niet beter ergens anders heen? Maar ja, er was geen houden aan…

Y: Mijn vrouw is ook zo.

X: Maar we hebben er een leuke dag van gemaakt.

Y: Zo hoort het.

X: Zo eens een dag er tussenuit. Dat moet kunnen, vind ik.

Y: Dat is zeker.

X: Wij verstaan elkaar.

Y: Als je dat maar weet.

Na een halfuur pauze in deze paradijselijke oase, ga je er weer vlijtig tegenaan. Tsjakke tsjakke tsjak doet de machine. Deze keer brengt de verbeelding van je ons naar het gezegende Paschendaele anno 1916. Bij elk tsjakje gaat er een Brit met vliegende-schotel-helm tegen de Vlaamse vlakte. Enkele tienduizenden Tommy's passeren zo de revue. Stuk voor stuk lijken ze verdacht veel op een select aantal collega's, vooral als ze enkele trappen hoger staan in de goed uitgedokterde hiërarchie van Gates. Hoe tammer de chef, hoe creatiever hij zal zijn om de anderen op te jagen.

Uiteindelijk nadert de klok het lang afgesmeekte tijdstip van twee uur. Het heilige moment waarop de volgende 'chain gang' zijn beste kreupele been mag voor zetten. "All things must pass", zong Harisson. Dat schijnt zelfs in een fabriek te gelden. Groot jolijt in de kleedruimte als de overalls uit mogen. Er wacht hen nog een leuke verrassing.

Vandaag heeft er weer een opgeschoten kleuter in de douches gescheten. Bij de ene duurt de anale fase al wat langer dan bij de andere. Je maakt nooit gebruik van het sanitair onder het motto: 'wel verdoemd, niet gek'. Je wast je handen en kijkt in de spiegel, terwijl je koud water in je gezicht plenst. In je hoofd hangt een vette mist. Met een dood hart strompel je beperkte vrijheid. Ze zal van korte duur zijn. De portier slaat jou wijselijk over. Die wil niet de spreekwoordelijke druppel zijn. De beschonken lijntrekker stelt zichzelf gerust: "Die steelt niet." Nee, iemand met een sluimerende moordenaarsblik à la Dzjenghis Kahn, steelt niet in de ogen van de portier. Die blik gaat mee de auto in. Je scheurt weg. Een versuikerde collega, zwaait je na. Die man heeft die zaligheid die nooit vragen stelt.

Vroeger ging je nu bodybuilden, of je sprak af met vrienden en je smeedde plannen om iets radicaal anders te doen met je leven. Maar al die vrienden zijn nu ouder, en ze hebben hun dromen begraven toen hun testosteronproductie begon te sputteren en zij een bierbuik mee torsen, die hun daadkracht in de weg staat. Je gaat nu gewoon recht naar huis. Eerst moet je nog voorraden inslaan in de lokale supermarkt. Liefst de goedkoopste, waar medemensen werken aan een nog groter hongerloon dan dat van jou, maar ja, duurdere producten kopen is geen optie. En zo draai je nog verplicht mee in het algemene onrecht.

Het verkeerslicht heeft je gezien en springt op rood. Een zonnebanknicht huppelt vrolijk - hoe anders?- uit het schoonheidsinstituut. Zijn opgewektheid ergert je. Leeft die eigenlijk wel in de zelfde wereld als jij? Je rijdt hem niet faliekant de onthaarde, gebruinde, ingewreven, gemasseerde benen van onder het verwijfde tennislijf. Het kriebelt, maar je stapt niet uit om de geblondeerde Nieuwe Man finaal aan stukken te scheuren. Niet omdat hij homo zou zijn, want dat kan je niks verdommen, maar omdat mensen die ostentatief gelukkig zijn, een wandelende belediging voor je zijn. Sommigen kunnen het wel, vrede hebben met de wereld, die missen een bepaald gen, dat je de werkelijkheid laat zien.

Tergend traag verschijnt het groene licht. Even later bol je de parking van de supermarkt op. Vandaag is het woensdag. Woensdag is het jengeldag. Dat wil zeggen: elke klant heeft zijn eigen lawaaierige opdondertje van drie tot twaalf jaar meegebracht. De kleintjes krijgen hun zin niet en zetten collectief hun keel open. De waterlanders schieten alle kanten op. Vooral de afdeling met de K3-choco is bijzonder vochtig. Als een American Football player op jaren ploeg je langs de rekken. Fysieke kracht is een van de hoekstenen van je laatste beetje trots. Je bloeddruk stijgt. Aan de kassa wacht het wicht met de verlamde gezichtsspieren. Met lachen zijn we opgehouden in '70. Hallo scherpe pijn in de linkerarm, vaarwel supermarkt. je kan nu eindelijk huiswaarts.

Daar aangekomen, klinken je de zoete klanken van de boormachines die de straatwerkers vlak voor je deur vrolijk hanteren. Je zakt in je ongemakkelijke zetel. Je hebt geen energie meer om beter comfort te zoeken. Je bladert nog even in de gekreukte kranten. Ondanks de herriemakende kobolden bij de voordeur, dommel je sneller dan gewenst in.

De tsakke tsjak brengt ginds in dromenland het geplande bezoekje. De koppen rollen, het bloed gutst, de chefs grienen. Je schiet wakker. De buurman die zo nodig al zijn verbouwingswerken zelf moet doen en al een jaar of zes elke dag ons huis met decibels bestookt, zet de grote middelen in. De keukentafel davert haar vaste standplaats uit. Je sleurt haar terug de keuken in en slaat dan maar aan het koken. De bloemetjesjurk is onderweg en ze heeft honger. Om 17u stuikt zij met een zucht binnen.

Het regent een resem verwensingen, gericht aan een maatschappij die te veel waarde hecht aan nietszeggende diploma’s. ‘Dat er toch geen andere manier bestaat om je brood te verdienen’, roep je vertwijfeld uit. Het is geen vraag, het is een verslagen conclusie. Je bent zo op, je zit zo vast aan die mantra, dat je ook niet meer zoekt naar een andere mogelijkheid. Nee, als je al iets zoekt is het naar meer bevestiging: er is geen ontsnappen aan.

Gelukkig zijn de varkenspatatten geheel en al gaar. Zo gaar dat de bloemetjesjurk vraagt: "Ha, fijn, eten we puree vandaag?" Waarop je berustend "Het ziet er naar uit", mompelt. “Heeft de kleine wat zich van laten horen?” De kleine zit op kot in Gent en probeert heel hard te vergeten hoe jij lijdt. “Hij is aan 't repeteren voor een toneelstuk”, zegt moeder trots. En jij zegt: “Verwacht er maar niet te veel van.” Je zal niet komen kijken. Je hebt het schrijven opgegeven. Het is allemaal zinloos.

Na het galadiner biedt de televisie soelaas. Je kan echter je ogen niet meer openhouden. Om 19u lig je in bed. Lawaai of geen lawaai. Uit de klokradio op het nachtkastje, weerklinkt een deuntje uit vroegere tijden: "It's been a hard day's night and I should be sleeping like a log, but when I get home to you and I see the things that you do, it makes me feel al…"

Op dat punt aangekomen, is het refrein niet langer toepasselijk. Je mept de klokradio uit. Het is verre van 'alright'. Op tv is vanavond een boeiende documentaire, maar die haal je niet meer. Je bent het beu om documentaires te kijken, je droomt van een bestaan als documentaireMAKER. Maar nee, dat is je jou niet gegund, jij hebt een dringende afspraak in tsjakketsjakketsjakke-land.

02-03-2013 om 20:22 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (13)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Fanmail

Nogal beklijvend, is de ontdekking dat er tussen je schrijfproductie ook brieven zitten van anderen. Ze klinken zeer gemeend enthousiast. “Hopelijk vind je het niet erg dat je brieven hier van hand tot hand gaan. Ze vinden het prachtig. Kan je in het vervolg wel de moeilijke woorden onderaan uitgebreid verslaan. De rest snapt het meestal, ik niet. Ik lijst onderaan even op waar ik plat bij lag van het lachen.”

Er zitten veel aanmoedigingen tussen. Mensen spelen je adressen door van lokale tijdschriften als VILLAIN te Wetteren, met de naam van de uitgever. Geen idee of je daar dan ook daadwerkelijk naar stuurde. Ik vermoed van wel. Je stuurde blijkbaar ook naar de makers van Panorama en naar de De Morgen. Een keer is er ene van De Morgen bij jou op bezoek geweest, maar die mens had niet genoeg invloed om je aan te nemen.

Ik ken de frustraties, het gebeurt mij ook. Ik ken de aanmoedigingen, altijd van mensen die je wel graag willen helpen, maar het eigenlijk niet echt kunnen. Ze kunnen wel aanmoedigen, maar niet het verhoopte uitgeefcontract onder je neus duwen.

En zo geven wij dat dus door, van vader op zoon. Het onuitgegeven, gefrustreerde schrijverschap dat elke dag lood in onze schoenen kakt.

Maar ik heb mij toch gezworen, mijn eigen 'kleine' praat ik een andere carrière aan. Een simpele. Eentje waarbij je als je van A naar B wil, alleen maar genoeg moeite moet doen. We waren er allebei allang geweest, als we dat soort carrière hadden gehad.

Jij in een brief aan een krant om je fictie verkocht te krijgen:

“Ik wil heb enkele figuren gecreëerd die typerend zijn voor Vlaamse dorpsgemeenschappen, die stilaan met uitsterven worden bedreigd vanwege de verstedelijking, waardoor men net als in de stad steeds verder het contact met zijn buurman aan het verliezen is. Dit met veel bijval van de collega's op het werk, wiens leeftijd varieert van 19 tot 37”.

En je benadrukt dat je in 't Vlaams dialect wil schrijven.

Als ge bedenkt dat er zijn die net met dat soort thema's geschreven in tussentaal zijn doorgebroken, hier in naturalistisch Vlaanderen, ja, dan krijg ik inderdaad goesting om mij een stevige balk en een stuk koord te zoeken.

02-03-2013 om 00:42 geschreven door Tederdraads  


01-03-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (12)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Je schrijven

Altijd rap geschreven, ergens in een vrij moment. Erg omgevingsgebonden. Jouw realiteit. Met veel fantasie, maar toch, jouw realiteit. Veel te lange zinnen, naar commerciële normen. Geen overkoepeld verhaal. Veel wanhoop, tussen en op de regels. Motieven als zelfmoord, psychiatrie, onmacht, veel regen ook, de domheid van mensen, de blindheid van mensen voor andere mensen, de lof der zotheid anno jaren tachtig in een vergeten industriedorp als Erembodegem, bij een -toen zeker- stinkende rivier, de Dender.

Is het slecht geschreven? Nee, het heeft iets, het heeft een rotvaart, er zit een dwingende wanhoop in. Kan je 't ergens uitgeven? Nee, zeker niet. Zeker nu niet, met een verstikte boekenmarkt en uitgeverijen die doodsbang zijn om verlies te draaien. Er zit geen samenhang in, op 't eerste gezicht. Het is de wanhoop van iemand die vast zit aan een leven dat het zijne niet eens lijkt. Alsof je stomweg het foute leven had, alsof je per ongeluk iemands anders kleren had aangetrokken. En dan kwam je thuis doodop, en schreef je wat bij elkaar. En je stak er weetjes in, vooral historische, om je eigen verstand duidelijk te maken dat het na acht uur afstompend fabriekswerk toch nog kon denken.

Als je deze dingen al kon schrijven, in zo'n verre van ideale omstandigheden, wat had je dan kunnen schrijven in een andere omgeving? Met meer rust, andere impulsen van je omgeving, want je omgeving bepaalde zichtbaar heel erg je schrijven. Sommige mensen hun leven klopt. Het is af. Ze krijgen wat je mag verwachten dat ze krijgen en daar hebben ze zelf ook vrede mee. Bij jou was het niet af. Er hing altijd een sfeer rond je van het had toch wel anders gekund, op de één of andere manier, ergens een andere weg inslaan en een heel ander leven. Wat je misschien uiteindelijk de nek omdeed, is dat je niet durfde hopen. Het moest nu direct, groots, alles er op en eraan, en als dat niet kon, dan kon het wel nooit meer. En dan zat je dagenlang in de zetel na je werk, en zei je geen woord. En mijn moeder en ik dachten: ja, nu doet hij het, nu knalt hij straks expres tegen een boom aan. En dan plots na zo'n dag of vijf, brak de zon weer door, en kwam je met iets thuis van de rommelmarkt, een plaat of zo, waar je enthousiast over was en je maakte een paar grove grappen bij het avondnieuws en het leven ging weer even verder alsof het allemaal wel ok was.

Manisch-depressief noemen ze dat. Maar dat is bullshit. Dat is vast zitten, geen uitweg hebben en daar afwisselend helemaal geen vrede mee hebben of toch een beetje, van moetens. In andere omstandigheden, was jij gewoon de hele tijd hyper geweest en niks manisch-depressief.

Ik heb extracten van je schrijven in een kortverhaal van mij gesmokkeld. Het loopt er vloeiend in over. 't schijnt mijn beste kortverhaal tot op heden te zijn. Dus bij deze: postume felicitaties. Niet dat je er wat aan hebt, maar voor mij ben je voor 0,0001 procent 'gewroken'.

01-03-2013 om 22:20 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (11)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

In his own write

Erembodegem, 5 februari 1989, Gemeente der waggelende gordijnen.

Beste gewezen, niets-laten-weter,

Ik wist het. Meanwhile zijn de 23 brieven die ik je geschreven had, maar niet verstuurd, postzegels groeien niet op mijn rug en het revolutionaire postzegelplantsoen dat een corrupte postbeambte mij bezorgde, schoot geen wortel, samen met de oude agenda waarin de originelen opgetekend stonden, zoekgemaakt door William. Hem hebben we nog, al kostte het Paola drie dagen van hard labeur om me in bedwang te houden, anders was hij mee geweest met de mestkar. Het opgroeiende geslacht had en passant ook nog mijn gebroken vals gebit, dat klaar lag in een plastic zak op kast om te bezorgen aan de tandarts, in de vuilnisemmer gedeponeerd. Al heeft hij bij dit voorval wel het voordeel van de twijfel, want zijn vriendin was er ook al bij betrokken. Vandaar dat ik tegenwoordig meer tantes dan tanden heb.

Even tussendoor: ik heb de Datsun de hof af gereden en me een nieuwe Ford Orion 1600 D GL aangeschaft. Hier wordt bijgevolg sedert 2 maanden uitsluitend op regenwater en oudbakken brood het leven gehouden.

Erembodegem, 17 februari 1989.

Verdomme, William heeft weer aan de machine zitten prutsen. Al mankend de kleine wezen ophalen aan de schoolpoort. Er zijn aan mij nog 2 plekken die niet blauw uitslaan. Gisteren met 41-2 ingemaakt, maar we zullen doorgaan. William wou eigenlijk tot 6 uur blijven (tijdstip dat zijn moeder gedaan heeft met poetsen in de klassen) om nog wat te spelen met de vrienden, en is de rest van de avond de koppigheid zelve. Het zal je kind maar wezen.

15 maart 1989

Ochtendploeg. Na ettelijke zenuwinzinkingen vergezeld van lichte beroertes meer dood dan levend 13u45 gehaald, het dieselgedreven vroemtuig ingesprongen, aan de bareel de kampbewaker, welke met ware doodsverachting tussen de auto's laveert, met valse papieren om de siertuin geleid en zo naar de betrekkelijke vrijheid gereden.

Na school. Snelheidswedstrijd over 1 km met driewielers. Alle listen waren toegelaten. Na het nodige duwwerk kreeg ik met mijn iets te lange benen onder de guidon en stelde toen vast dat William al een ronde voorlag. Maar even later moest hij een pitsstop maken. Van zijn waterachtig oponthoud maakte ik gebruik om het stuur van mijn bolide 25cm omhoog te trekken, zodat ik toch de trappers kon bedienen. Even later schoot ik uit de startblokken. De toeschouwers kwamen niet meer bij van het lachen. (Paola en de goudvissen in de 3de kleuterklas). Maar deelnemen is belangrijker dan een goed figuur slaan. Na drie helse ronden wiel aan wiel wist ik de rokende Duitse sportscar (geprüfte Sicherligkeit) een forse tik te geven, waardoor William van de baan ging en zich hopeloos vastreed in de lokale zandbak. Hij toonde zich een slecht verliezer door de sneeuwklokjes te vertrappelen (zijn schoenmaat is nog te klein om mij aan te pakken). Paola zwaaide af met een natte dweil en in plaats van dat Champagne spuitende magnumflessen Moet et Chandon mij te beurt vielen, werd de tuinslang op me gericht door de nog steeds ziedende verliezer. Een forse ruk aan het servostuur behoedde me voor een koude douche. De jury was eenparig in haar beslissing: diskwalificatie en levenslange schorsing vielen mij te beurt. 'Forty miles of bad road' neuriënd, verliet ik het parcours, de avondzon tegemoet.

Vrijdag 5 mei 1989

Wij maken de brug. Niet zo spectaculair als deze over de River Kwai, want in tegenstelling tot de Engelse krijgsgevangenen moeten wij vandaag geen poot uitsteken. William graaft zich tussen de jonge uien, erwten en aardbeien in om de aanval van een denkbeeldige vijand op te vangen, maneuver waarbij hogergenoemde groenten er eerst moeten aan geloven. Oorlogen gaan nu eenmaal ten koste van onherstelbare vernielingen. Deze zomer staat alweer blikvoer op het menu.

Maandagochtend.

4u30. Réveille. Koud als de pest. De auto goed vervroren. Doen draaien en verwarming opgezet. Vanaf zes uur 'bakken en braden'. 212 slabs gebakken tegen 14u. Goed voor 212x46=9154 drijfriemen voor General Motors. Wij slepen ons naar de finish. De punteerkast. Waar men elkaar vertrappelt om toch maar vijf seconden tijd te winnen. De minst getekenden zijn er het eerst vandoor. De grootste idioten zitten weer in de douches, de douches van Blijdorp.

Erembodegem. 15 juli 1988.

Namiddag. 18u34. Terwijl de boertige landbouwer, zwemvinnen aan de klompen, achter de tot ploeg omgebouwde linnenzwierder, getrokken door een stel zeepaardjes, voortploetert teneinde het tot in de tertiaire lagen doorweekte veld in orde te krijgen om de rapen in te zaaien, regenboogvliesontsteking een ware epidemie dreigt te worden, een enigszins verwaterde drenkeling, na door de Aalsterse brandweer uit de Dender te zijn opgevist, zijn beklag erover doet dat men nu ook al op de buiten niet eens meer rustig zelfmoord kan komen plegen, de zopas vernoemde rivier voor eenmaal niet tot hier te ruiken is, niet omdat de wind goedzit, wij onze adem inhouden of kolossaal versnoft zijn, maar gewoon omdat regen en afvalwater elkaar zo ongeveer in evenwicht houden: het heeft dus geregend! En Zotte Marcel, burgemeester van Blijdorp, bij gebrek aan een wagen zijn regenput aan 't afwassen is, sloft doorheen het smalle binnenwegeltje eenzaam een frêle verschijning wiens doffe ellende uitstralende ogen ongemeen triestig voor zich uitstaren naar de glibberige grond. Gelouterd door het onzachte bestaan aan de zijde van een bruut met een koppel harde handen. Tussen de magere vingers klemt zij een tot op de draad versleten linnen boodschappentas, gevuld met een aantal kleine knollen, haastig opgeraapt van een pas gerooid aardappelveld, en een tweetal forellen, gekregen van een barmhartige Samaritaanse sportvisser. Het einde van de maand is nog ver weg en haar armetierige huishoudgeld is reeds opgegaan aan de meest elementaire levensmiddelen. Een ietjes voorovergebogen versnelt zij de pas. Wanneer het avondeten niet op tijd geserveerd wordt, kan ze een hengst voor haar kop krijgen. Wanneer haar kwelgeest een slechte dag achter de rug heeft, loopt dit algauw uit tot een goed draaiende manège. Zij houdt niet van paarden.

01-03-2013 om 20:31 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (10)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De laatste opflakkering

Je wil het verplegend personeel ambeteren door de slag bij Azincourt uit te beelden op de ziekenhuisvloer met tinnen soldaatjes. Je had iets met die veldslag, want daar hadden eenvoudige Engelse boogschutters arrogante en zwaarbewapende Franse ridders vermorzeld in de modder. Als hoogmoed voor de val kwam, kon jij toch duivels glimlachen en was je gezicht hypnotisch aantrekkelijk. Je supporterde altijd voor de underdog. En alles wat tegen de verwachtingen in ging, gaf je een kick.

Als je al in de ziekenhuiskamer lag, en je kreeg telefoon, nam je vrolijk op met: “Onze-lieve-vrouwenziekenhuis, hoe kan ik u helpen?” De ziekenhuisenquête had je zo sarcastisch ingevuld dat alle verpleegsters liepen te giechelen of schaamrood kleurden. Een kamergenoot reed je bijna de gang op, omdat hij 's nachts klaagde en snurkte. Toen ik zelf in dat ziekenhuis lag, toen ik acht was, smokkelde je bier voor mij binnen, want een kleine bier geven was natuurlijk ook lekker tegendraads. En ik beeldde de Reconquista uit op de ziekenhuisvloer, niet met tinnen soldaten, maar met playmobil. Geschiedenis was ons bewijs dat de mensheid ziek was en dat er alleen mee te lachen viel. Geschiedenis, dat zijn al die verhaaltjes van hoe de ene mens de andere een kloot wou afdraaien.

Jou wilden ze op dat moment ook een kloot afdraaien. Je hart was nagenoeg stil gevallen in de auto. Je was tegen een andere auto gereden. Je wist niet meer waar je was. Je moest dringend naar huis, om neer te liggen, want dat gevoel in je borstkas was wel alarmerend te noemen. Even later stonden er flikken aan de deur. Die waren bruut en betichtten je van vluchtmisdrijf. Dat kon iemand getuigen. Hoe je met gierende banden was weggereden. Ze stonden je te betichten, als was je een zware crimineel. Je zat in de zetel, lijkbleek, en het leven vloeide al weg. Ik was niet thuis. Ik weet het van mijn moeder. De dokter kwam en je moest een pacemaker hebben. De ingreep kwam geen minuut te vroeg. Als je wakker werd, zei je “Er is geen licht meer aan 't eind van de tunnel. Ik heb het uitgeknipt.”

Weken later zei de cardioloog dat je “hartje kerngezond was”. Je haatte verkleinwoorden en de algemene verkleutering van ons taalgebruik. Je kon terug gaan werken. Maar op je werk waren ze aan 't herstructureren. Je was hondsdepressief. Je zag het ook niet zitten om regelmatig op controle te gaan met die pacemaker. Je ribben duwden in je longen, omdat je ruggengraat scheef zat van al dat zwaar werk. Je nek zat vast. Je kon altijd maar moeilijker slikken. Je zat in een sociaal isolement, want niemand kon nog feesten zoals vroeger. Iedereen in de omgeving cocoonde volop en joeg een hoger salaris na of concentreerde zich op grootscheepse verbouwingswerken en die Belgische baksteen in hun maag, spontane gezelligheid kon niemand meer schelen en zag men zelfs als last. En je zoon was ook al niet content. Ik was zuur en depressief, in een diepe post-graduaatdip. “Hoe is dat toch zo gekomen?”, vroeg je.

Je had het altijd gezegd. “Als ik het echt beu ben, dan denk ik aan niemand meer.” En je nam een stevige dosis slaappillen. Maar niet genoeg om 1m88 lange (hoewel al serieus gekrompen met die ruggengraat) arbeider te vellen. Je werd gewoon weer wakker. Ietwat slomer dan anders, maar toch. Je kreeg angst dat ze je zouden opsluiten in een psychiatrische kliniek en dat mijn moeder altijd voor je zou moeten zorgen, wat ze uiteraard met veel plezier had gedaan. Maar dat wilde je niet. Ze was niet met een baby getrouwd. En dus knutselde je een zeer bizarre euthanasieconstructie in elkaar, waardoor de politie nog even dacht dat het moord was en geen zelfmoord. Ja, de politie was niet je vriend. Als je als tiener met lang haar over straat liep, stopte de combi elke vrijdagnacht naast je om al je papieren te controleren.

En je hebt inderdaad aan niemand meer gedacht. Ik kreeg geen sms of zo. Je had toch al geen gsm. Want gsm's waren uitgevonden door de staatsveiligheid om ons te allen tijde te kunnen traceren. Vreemde vogel toch soms. Anti-establishment, misantroop, latente paranoia, een levensgroot jeugdtrauma, een afkeer van aftakeling en oud worden, een voorliefde voor extreem feestgewoel en slanke blondines met een intellectuele bril in minirok.Maar je zat nooit erg actief achter het vrouwvolk, want je had gezien hoe je pa het hele gezin had kapot gemaakt zo.

Een feest ging nooit ver genoeg voor jou. Cafébazen kwamen bij je schoonvader smeken om je alsjeblieft uit hun café te houden. Bij je huwelijk deed je de hitlergroet naar de pastoor, want die hele kerk had natuurlijk gecollaboreerd en dat mocht niet vergeten worden. En dat moest vooral nu tijdens je huwelijksdienst even in herinnering gebracht worden. Je had de hele nacht niet geslapen en stond poepeloerenzat voor het altaar. Op het huwelijksfeest achteraf is bijna gevochten. Als de schade in het restaurant betaald was, waren jullie compleet platzak. Als mijn moeder terug denkt aan haar huwelijk, weet ze niet of ze moet wenen of lachen. Uiteindelijk lacht ze, hoor. Ze had eigenlijk toch erger verwacht.

Elke keer als we een barbecue organiseerden in onze hof, moest je die op het einde in brand steken. Ik bedoel niet met houtskool of zo. Nee, ik bedoel je moest een brandstapel maken en die barbecue helemaal de vernieling in branden, met alles wat je kon vinden bouwde je een stapel en daar smeet je white spirit over. De steekvlam was zo erg dat alle haar van je armen was en je snor ver in brand stond. Wij hebben veel barbecuetoestellen gekocht. Op den duur alleen nog het allergoedkoopste model. En liefst niet te groot, dan was het 'vreugdevuur' ook niet te groot.

Alle afval gooide je in de tuin van de buren. Ook worsten en haringen. En die buren zeiden niks, want die konden niet meer praten, want je had hen van je zelfgemaakte kriekenjeneverbrouwsel gegeven, waar je in 't geheim alle resten van onze drankkast had in gekwakt. De buren lagen een dag met zonnebril in bed.

Op een doordeweekse avond keek je naar een maat van mij met een terugwijkende haarlijn en je zei: “Hey, Ben, 't beste haargroeimiddel" en je goot een pint bier over je hoofd. “Uw pa was toch een speciale, he”. Je wilde ook wel eens over de grond rollen met een stoel, in de keuken, gewoon zomaar, omdat dat paste bij de muziek. De studieconsulente die bij ons langskwam om te kijken of ik nou Latijn of Moderne moest studeren, onderbrak je plots en je zei met veel stelligheid en grote ogen: “Ik ben communist.” Dat deed er op dat moment niks toe, maar de studieconsulente hebben we nooit weer gezien.


Op verkiezingsdagen gaf je elke voorbijganger plots een hand, waardoor ze verkeerdelijk aannamen dat je een kandidaat was. Als je iets kon doen dat niet 'normaal' was, dan was alles goed. En dus koos je ook voor een eigen exit, die niet 'normaal' was. En als je een merk was, dan zat de 'branding', op een paradoxale manier goed in elkaar. Haat voor wie het verdiende, grenzenloos begrip voor wie er niks kon aan doen, feesten, ja, maar alleen als het all the way ging, beleefdheidsbezoekjes waren niks voor jou, en mensen konden oprotten, tenzij ze alle maskers afwierpen en er voor uit kwamen wie ze echt waren, dan was alles hen vergeven en waren ze welkom. En het leven was zwaar en donker, maar als je zelf kon kiezen, hoe, waar en wanneer je die ketens afwierp, was dat ook weer ok, je eigenheid kwam nooit in het gedrang.

01-03-2013 om 18:16 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (9)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Empathie als subversief wapen

Twee zatte kerels rijden in een oude mercedes op onze gevel. Twee armoezaaiers, ondanks de Mercedes. De Mercedes vliegt in brand. De bestuurder ligt bewusteloos op zijn stuur. Hij wordt wakker en wil nog wegrijden met de brandende Mercedes. Onze gevel is een hoek kwijt. Wat doe jij? Jij vraagt bestuurder en passagier binnen. Je geeft ze koffie om hun adem die naar alcohol stinkt te maskeren, want je wil niet dat de flikken hen iets kunnen lappen. De buurtelijke ramptoeristen verklaren je nu echt helemaal gek. Mijn moeder ook, maar dat deed ze allang, ze laat je doen.

Dat was jij. Een absurd groot empathisch vermogen, de wens om iedereen te verenigen, allemaal even gewoon, allemaal evenveel waard. Behalve zij die autoriteit hadden, zoals de flikken. Wie een uniform droeg, die had het verkorven. We stonden wij daar te kijken naar onze kapotte gevel. Jij en ik konden er mee lachen. Mijn moeder iets minder. En ik citeerde Kurt Cobain: “Beautiful as a rock in a cop's face.” En jij zei iets van dat je niks moest weten van die Kurt Koppijn, die zelfmoordenaar. Ja, zeer consequent.

Maar in empathie voor de zwakke medemens was je wel consequent. Je kwam al eens thuis met een dakloze. En je stopte voor lifters. Ook als het gekke dominees waren die ontzettend ranzig stonken, omdat ze prediken boven persoonlijke hygiëne stelden. Voor ex-gedetineerden had je ook een enorme zwak. Want dat waren pas slachtoffers van het systeem. Of je trok al eens bij een bende daklozen, met een zak vol flessen wijn. Een beetje de kerstman voor verkleumde bedelaars. Gewoon zomaar, voor de fun. Omdat het niet hoorde. Omdat je graag choqueerde. En wat choqueert meer in een hebberige maatschappij als random vrijgevigheid zonder iets terug te verwachten?

Dat moet ook in mij zitten. Vandaag klampte mij een Roma-zigeuner aan bij het Centraal-Station in Brussel. Hij toonde mij een doktersvoorschrift. Zijn dochter had een vaccin nodig. Hij smeekte mij om samen met hem naar de apotheker te gaan en het te betalen. Het zou niet veel kosten. 5 euro of zo. Het koste 22 euro. Nou ja, en dan duw ik dat geld in zijn verweerde pollen, en denk, ik ben toch echt gans zot. Gans zot, of alleen maar de zoon van mijn vader, en koppig aan de kant van al wie verschopt wordt. En die apotheker zag ik denken: what the fuck, wat een weirdo. En hij had het niet op die Roma. En zo klopt het nog steeds, niks zo goed als een beetje goedzakkigheid om mensen de ogen te laten uitwrijven.

01-03-2013 om 02:37 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (8)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

The meaning of life

Ooit gevonden in één van je notitieboeken. “Get a life, get a job, get a wife, get a blowjob”.

Het moest niet altijd moeilijk zijn.

01-03-2013 om 00:41 geschreven door Tederdraads  


28-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (7)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Wat heeft het woordenboek er mee te maken?

De kleine Larousse. Het is één van de eerste boeken die ik mij herinner, samen met het geschiedenisboek 'het woeste wilde westen'. Het lag altijd naast je oude typmachine. Je bent altijd met een typmachine blijven schrijven. Je hield van dat luide tikken. Het zijn de eerste geluiden die ik mij herinner. Jij boven, rammend op die typmachine. Ik beneden, spelend met playmobil. Nog voor ik kon lezen of schrijven, deed ik je na en ramde ik op die typmachine. Het lint met de inkt verschoof dan al eens. En het deed je schrijfarbeid van de avond tevoren geen goed. Maar ik moest het toch doen, dat snap je wel, in de voetsporen van mijn vader treden, zo snel mogelijk. Leren lezen en typen kon later nog. Blind typen was één van mijn eerste doelstellingen. Blind typen was toen het summum. Als je dat kon, was je schrijver in mijn ogen. In de praktijk bleek het toch nog net iets ingewikkelder. Dat schrijven. Ik vroeg waarom zoveel schrijvers kapot gaan aan het schrijven en zoveel drinken ook. “Alle goeie schrijvers gaan er aan kapot”, zei je. Damn, dan moest ik niet alleen een schrijfcarrière plannen, maar ook hoe ik er aan kapot moest gaan. Of bracht het ene gewoon vanzelf het andere mee? Van de drank kan ik niet sneuvelen, want ik drink niet graag. Misschien ben ik daarom niet uitgegeven.

Jij dronk wel altijd als je schreef, maar nooit excessief. Duits bier met veel hop. Of in het begin nog Safir, het bier van Aalst. Later zwoor je wel nog bij glazen van Safir, maar je dronk toch Duits bier. Safir was overgenomen of failliet. Maar tot dan moest het Safir wezen. Want dat was niet zoet. Dat kon ook niet. Een bier uit proletarisch Aalst, zou geen bier zijn als het niet bitter was. Je vond het een groot affront dat pilsbier met de jaren altijd zoeter werd. Dat vond je hypocriet. Een truc om de kinderen te verleiden. En een schop tegen de schenen van de werkmens. Pilsbier, hun champagne, zoet maken. Dat was lelijk. Het bier van de werkmens moet bitter zijn, zoals hun leven bitter is. En zeker in een stad als Aalst. De stad van Boon en Daens. Waar we marginaliteit beleven als verheven kunst. Voor een buitenstaander valt dat niet te begrijpen. Verliefd op de lelijkheid.

Dat is nu aan het veranderen. Het stadscentrum is een winkelcentrum geworden. Maar je hebt nog van die plekken, vooral bij het station. Waar een ladderzatte bouwvakker je 's nachts bij je arm grijpt, en zonder je naam te vragen, naar een café sleurt of draagt -die bouwvakkers hebben kracht-, je trakteert, vraagt wat je doet. Ik zeg dan trots, maar met gebogen, bescheiden hoofd en in het dialect, je mag toch nooit je roots vergeten, dat ik journalist ben. En dan slaat die gast mijn arm ver uit de kom en sleurt die bouwvakker mij letterlijk mee naar een frituur en zegt tegen de uitbater: “Kijk, zie, deze gast hier is journalist, die gaat eindelijk in de gazet zetten dat gij hier het slechtste frituur van 't stad hebt, met foto's en al”. En dan bulderlacht hij. En zegt: “Ik moet om zes uur deze ochtend al op het dak zitten. Maar we gaan nog niet naar huis he. Kom aan”, en weer sleurt hij je een café binnen. En als je niet goed oppast, heb je een hele nacht op zijn kosten gedronken. Ook al moet hij weer en wind en hoogtes en blakerende zon trotseren voor elke euro. Dat is Aalst. Daar schreef jij over. Lang voor ze er een film over maakten. Maar ja, zoals gezegd, jij had geen geluk. Je had geen uitgeefstrategie. Geen connecties. Niet de moed om de boekenmarkt te onderzoeken, een blik te werpen op hoe uitgeverijen hun fondsen in elkaar puzzelen. Geen moed, en ook geen tijd en geen energie. Dat mogen we ook zeggen, in all fairness.

Je werkte in drie ploegen. Toen je nog niet te kapot was, ging je in je vrije tijd ook nog eens noten 'snoesteren' om wat bij te verdienen. Geen idee eigenlijk wat dat betekent, achteraf gezien, 'snoesteren'. Sorteren, zeker?

Zeg, die Larousse, die dook terug op, op een heuglijkere plek. Dat moet je echt weten. Op de redactie, bij de krant. Die ligt op onze grote werktafel, waar ik en drie collega's aan zitten. En die gaat langs de handen van ons allemaal. Het is een Vandaele, maar krek hetzelfde formaat en dezelfde kleur en even versleten als onze Larousse. Dat in een tijd waar zoveel woordenboeken en encyclopedieën een muisklik verwijderd zijn. Dat zou je zeker bevallen zijn. Weet je, jij hoort veel meer thuis op die redactie dan ik. Het is geen toeval dat die Larousse daar terug opduikt. Het is zeker geen toeval. Solidair, zo heet de krant. Weet je hoe die vroeger heette? De Rode Vaan. Die ken je wel. Dat is de krant waar Louis Paul Boon vlak na de Tweede Wereldoorlog aan de slag is gegaan. Kan de klok dan ronder zijn?

Ik groei op, met mijn eerste herinneringen, jij, boven, op een kamer, met enkel glas, ijskoud, met ijsbloemen in de winter op de ramen, jij altijd gekleed in je Engelse vliegeniersvest, een leren jas met schapenwollenhals. Een Safir naast je en die kleine Larousse. In de stad van Boon. Op minder dan een kilometer van het huis van Boon. Waar hij zich als Isengrinus terugtrok, zoals hij beweerde. En dan twintig jaar later, heb ik de job die jij altijd wilde, schrijf ik voor een krant en duikt dat boek weer op, in een tijd waar zo'n naslagwerken naar het stort verdwijnen of toch naar kringloopwinkels. Opnieuw: dat is geen toeval.

Iets zegt mij dat je er veel meer van genoten zou hebben dan ik. Je was niet tevreden, maar je had wel het potentieel om tevreden te zijn. Met die job van mij was jij tevreden geweest. Zelf vind ik dat ik nooit genoeg gepresteerd heb. Ik heb jouw droom ingedronken, als een spons opgezogen, en nu weet ik niet te zeggen wat er exact moet gebeuren om te zeggen: voila, de droom is gerealiseerd. Permanente voldoening is mij vreemd. Er knaagt altijd een stem: je doet niet genoeg. Ik heb wat te bewijzen. Misschien niet zozeer dat ik kan schrijven, maar moeilijker, ik wil bewijzen dat een dooie kon schrijven. Want je kon verdorie schrijven. Alleen weet haast niemand dat nog.

Een kerel vroeg mij ooit, na het lezen van een van mijn eerste stukjes, of ik soms een Johan Anthierens in de familie had? Dat moet jij geweest zijn. Je had een pakkende stijl, gedreven op een uitzonderlijke en bizarre mengeling van levenslust en levensangst, die combinatie die zwarte humor baart. Zo is mijn tweede manuscript mij trouwens ooit beschreven: 'een opgefokte, onaflatende strijd tussen doodsdrift, levensangst, obsessief genot en drang tot leven'. Ja, de commentator had iets barokkigs in zijn taalgebruik, maar hij meende het heel serieus. Het zijn zo'n korte reacties die je als beginnende schrijver aan de schrijf houden. Die kreeg jij ook, maar niet van een gepensioneerde ambassadeur die op zijn appartement tussen de boeken leefde en dus als criticus toch iets van gewicht in de schaal wierp. Wel van vrienden, en van dienstplichtigen, de kerels die mee de brieven lazen, die je dagelijks stuurde aan je neef in het leger. Brieven vol humoristische wanhoop. En veel voetnoten, als een poeta doctus, verwerkte je veel zoekwerk in je brieven. Opgezocht in die kleine Larousse.

28-02-2013 om 23:28 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (6)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

We mogen niet onze job zijn, maar da's gemakkelijk gezegd

Ik heb nu al enkele keren naar u verwezen als een arbeider. Waarom is dat eigenlijk zo belangrijk? Omdat een mens in onze samenleving toch grotendeels in een vakske gestampt wordt. Mensen kijken waar uw loonbriefke vandaan komt en ze bepalen hoeveel tijd ze nog in u willen steken. Wandel eens als arbeider de gemiddelde receptie binnen. Wie gaat er zich op een arbeider smijten om mee gezien te worden of voor de interessante verhalen? Nochtans heeft die mens verdomme zeer interessante verhalen. Maar er hangt geen glamour rond. Tenzij de glamour van ver weggestoken, eigenlijk buiten de samenleving, op een kleurloos fabrieksterrein gevaarlijk werk te doen. Arbeiders zijn de paria's van onze maatschappij, maar zonder arbeiders zat ik hier nu niet het verhaal van mijn vader te typen op een laptop, want die laptop zou niet bestaan, de tas waar 'k chocomelk uit drink, zou niet bestaan en de zetel onder mijn gat zou niet bestaan. Het kan wel zijn dat er daar 'investeerders' met veel poen aan te pas zijn gekomen, ergens along the way, maar die hebben niet die laptop, die zetel en die tas gemaakt. Zo ver zijn we allemaal mee.

Arbeider zijn, 't is een stigma. Een mens zonder eelt op zijn pollen denkt direct, ah, dat is een ongeletterde bruut die niks anders doet dan repetitief werk en in 't weekend zwaar in den drank vliegt om 't stof door te spoelen. Ga met zo'n stigma door 't leven. Uw werkoverall wordt al rap een blauwe dwangbuis. En dan durf ik u nog verwijten, pa, dat ge u stoer voordeed. Ja, ge zou van minder. Iedereen heeft zijn trots.

Als ge er uw geld niet meer verdient, dan is het alsof het niet bestaat. Uw Frans, Engels en uw Duits waren echt goed. Beter dan veel huppeldepupsecretaresses, bedienden of leerkrachten. Maar ge kreeg er nooit geld voor, dus die capaciteiten bestonden niet. Ge moogt gij in uw vrije tijd zoveel Der Spiegel of The Times lezen als ge wilt. Het telt niet. Want het is niet verrekend in uw loonbrief. Op basis van uw loonbrief zijt gij een onwetende barbaar, die als er niemand zo sluw en slim was geweest om een fabriek te laten bouwen, nog zou verhongeren ook. Zo erg gaat dat beeld van de arbeider in sommige kringen. Die kringen waar ze geen eelt op hun handen hebben.

En dat is intriest om te zien, pa. Gij die na uw werk doodmoe toekwam met een vreemd chemogeurtje van gebakken rubber in uw kleren en in uw poriën en dan evenkes tegen mij, uwe kleinen, uitlegde hoe Von Stauffenberg bijna Hitler had opgeblazen, maar dat heel die Duitse anti-Hitlerkliek nog altijd even ziek was als Hitler. Ze hadden gewoon geen goesting om de oorlog te verliezen. Of als ge uitlegde waarom de Amerikanen nu eigenlijk op hun doos hadden gehad in Viëtnam. Of waar dat mei '68 over ging en waarom er van heel die bevrijdende spirit van de sixties dan plots niks meer over was. Of welke dialectische relatie er was tussen fictie en 't echte leven. Dat doet allemaal wreed zeer, om u horen lezingen te geven. Alleen voor mij. En diezelfde shit jaren later aan de unief, met veel minder animo, uit de mond van een paar proffen te horen. Die 't niet kwamen vertellen na acht uur travakken in 40 graden celsius ergens in een lawaaiierig kot waar ze auto-onderdelen persten. Nee, serieus, godverdomme, van dat stereotyp beeld van die arbeider klopt nul de botten. Ge las drie kranten per dag, elke documentaire had ge gezien en gewoon voor de fun zat ge encyclopedieën te lezen. Gewoon zo. Van a tot z. En dan moet ik nu op de trein truttenmiekes en gekostumeerde weekdieren horen lullen over stupide blockbusters op weg van en naar een onnozel bureaujobke dat ze dan nog zwaar vinden ook. Waarom hebt gij het u zo moeilijk gemaakt?

God, jongen, nu schuif ik de schuld van uw ongeluk nog in uw schoenen ook. Hoe gevangen gij zat in angst. In een destructieve mantra: er is voor mij geen ontsnappen aan 't fabriek. Als Boon een tedere anarchist was, waart gij een fatalistische anarchist. Ge zette uzelf buiten het systeem. Ge klopte die uren in 't fabriek en daarna dook ge in de geschiedenis en in zwarte humor om u te verkneukelen: kijk eens hoe door en door slecht die hele mensheid is (die mensen mentaal laat verwelken in fabrieken om de zakken van een paar sluwe vossen te vullen). En bijscholen wou ge niet doen, zelf een zaak opstarten, 't idee alleen maakte u panisch, want als kleine zelfstandige maakten ze u helemaal kapot. Toen ze u op 't fabriek aanboden van voorman te worden, en wat te klimmen in de pariahiërarchie, weigerde ge: “Ik ga de jongens niet wat gaan opjagen.” Want ja, dat is de taak van de voorman. Ze betalen u een beetje meer en ge kweekt wat minder eelt op uw handen om de rest op te jagen. Ge zijt gij dan een goed doorvoede versie van een kapo uit de concentratiekampen. Bizar eigenlijk dat ge uzelf dan niet helemaal buiten het systeem hebt gezet. Waarom dan naar die fabriek trekken? Ge had u ook kunnen opsluiten in een klein kamerke en kunnen schrijven. Het zou een pak vlotter gegaan zijn zonder al die vermoeidheid, rug-en nekpijn. En ge gaf toch geen zak om luxe. Al 't geld dat ge verdiende, gaf ge af aan mijn moeder. Geld was gelijk een vuile ziekte voor u. Ge behandelde het ook echt zo. Ge hebt nooit, maar dan ook nooit, niet ene keer, geld in uw portefeuille gehad. Ge verfrommelde het altijd en propte het gewoon in de zakken van uw yeansbroek. Er heeft u wel nooit iemand kunnen bepikken.

Het was mentaliteit van een hele klasse. Zij tegen ons. Zij met poen en macht tegen ons die moeten krabben en afzien voor elke euro. En zij waren altijd alleen zo ver geraakt door veel te bedriegen. En bedriegen was niet aan ons besteed. Het zijn zotten die werken. Brave zotten.

Uw schoonbroer zat op 't zelfde fabriek. Die is wel gaan bedriegen. Die heeft een aannemerszaak opgestart, met rotslechte service tegen veel te hoge prijzen. Die was niet bang van faillissementen en wat gepruts met papierwerk en gaten in de wetgeving. Die is relatief rijk nu en doet geen klop. Hij zet zijn onderbetaald werkvolk 's morgens af met zijn camionette en de rest van de dag is hij bezig met de paardenkoers en kijkt hij naar dvd's van FC De Kampioenen. Godverdomme, alleen dat konijn kon die dvd's in huis halen van een programma dat tot in den treure herhaald wordt op den tévé.

Maar die weg zat er niet in. En hoe stoer ge ook waart, eigenlijk mogen we hier op uw urne markeren: gecrepeerd aan...braafheid. En angst. Er is geen hoop, en laat dat een troost zijn.

Godverdomme, er is wel hoop. Er is altijd hoop. En laat dat een reden zijn om altijd los te breken van situaties die ons niet aanstaan.

Ge hebt het eigenlijk gestoord lang volgehouden. Wat een discipline, kerel. Om zo lang te functioneren in een gevangenis, opgetrokken door een aantal tegenslagen in uw jeugd en in stand gehouden door uw angsten en vooroordelen, zowel in u als in de samenleving, en uw uitzonderlijke aversie voor ellebogenwerk. Er zat meer eer in het werken met uw handen, moet ge gedacht hebben, en dat kan waar zijn, maar ge zijt er wel door gesneuveld. Als de wereld u er niet voor eert, zal ik het toch doen.

28-02-2013 om 01:03 geschreven door Tederdraads  


27-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (5)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het fuiven in uw plaats, ging moeilijker dan het studeren in uw plaats

Mijn moeder. “Ja, William, je moet toch niet zo overdreven treuren, want, kom, hoe vaak zagen jullie elkaar eigenlijk? Bijna niet toch? En dan nog zeiden jullie haast nooit wat tegen elkaar.”

Wij geen contact. Dat is waar en niet waar. We werkten als ik nog erg klein was, vaak ik in de tuin. We plukten samen prinsessenbonen. Ik durfde inderdaad nooit een woord tegen je zeggen. Je was objectief gezien al reusachtig, 1 meter 88, voor mij was je God. Een mix van James Dean, Clint Eastwood, John Lennon en Arnold Schwarzenneger. Je schreef, je had altijd een witte T-shirt, een jeans en een leren jas aan, je had zo'n ronde bril als John Lennon en ook zijn gezicht een beetje, met die neus, en je bodybuilde, zonder vuile producten te spuiten kreeg je een enorme biceps. Je trainde twee uur per dag, zeven op zeven, en vijf dagen op zeven bakte je rubber in de fabriek, loodzwaar werk met veel trek- en sleurwerk aan dingen van 40 kilo. Ik zeg dingen, want ik weet nog altijd niet wat je precies moest doen. Ik weet alleen dat het zwaar was, dat het je in de vernieling hielp, dat het niet gezond was en dat het beter betaalde dan de meeste ambtenarenjobs. Voor een ambtenarenjob had je wel het verstand, misschien juist net te veel, maar geen connecties. En ja, geen geluk, maar dat zeiden we al.

Dus nee, ik zei nooit wat tegen je. En toch zaten we vaak samen. Hele zomers lang zaten we samen, misschien niet dicht op elkaar, maar toch minstens onder hetzelfde dak, te lezen, ik strips, jij kranten, en we luisterden naar vinylplaten. Is dat geen contact?

Je was er. Je was er altijd. Ook als ik al op kot zat. Bijna wekelijks kwam je mij met de auto bevoorraden. Kan mij niet herinneren dat ik dat echt vroeg. Je deed het gewoon. In het begin ervaarde ik het als een bevrijding en een overwinning om zelf naar de winkel te gaan, daar op kot, want als enig kind steek je natuurlijk nooit een poot uit, tot je ontsnapt aan 't ouderlijke nest.

En op de prijzen letten, een avontuur op zich. Mijn eerste jaar op kot, spaarde ik 500 euro op van mijn zakgeld, omdat ik nooit een voet buiten de deur zette, tenzij om naar de les te gaan en rondjes rond het park te lopen om zes uur 's ochtends, drie ochtenden in de week. Zo gedisciplineerd was ik, zo hard wilde ik slagen, dat eerste jaar slavistiek. Om jou trots te maken, om iets of wat te compenseren voor al dat gebrek aan geluk van jou. En omdat onze hele kenissenkring mij liever zag falen, want zo'n kleinen uit een arbeidersmilieu moest het toch niet te hoog in zijn bol krijgen. “They hate you when you're clever and they despise a fool.” Ik denk nog vaak, al het geluk dat jij niet had, hebben de Goden aan mij gegeven, ter compensatie.

Waar ik echt dankbaar voor ben, om het lekker emo te stellen, is dat je mij nog zien opbloeien hebt, die jaren op kot. Eindelijk die eerste vrouwen. En verdraaid mooie. Toen de eerste thuis bleef slapen, zei je trots tegen de buren: “Er is hier iets toegekomen van 1m80”. Je had iets met lengte. Je vond dat belangrijk. Grote mensen vond je stiekem beter dan kleine mensen. Op dat vlak had je ook weer geen geluk, je zoon is nooit groter geworden dan 1m74. Ik had als kind te weinig geslapen, was je verklaring. Je moest mij altijd slapend naar boven dragen. En vijf minuten later stond ik daar weer. De tv was 's nachts interessanter dan overdag.

Maar die eerste die thuis kwam, ja, die was met hakken aan zo ongeveer 1m80, dat is waar. En toen moet je toch eindelijk gedacht hebben: “oef, hij kan dan toch vrouwen versieren, en wat voor een.” Ze had een rotkarakter, maar wat een lichaam, zeg. Dat die eerste – de eerste die thuis kwam- thuis heel vaak kwam en heel luid, was een opluchting voor ons allebei. We hadden dan niet veel verbaal contact, ik heb altijd, al als kind, gesnopen dat je het van wereldbelang vond dat een man zijn vrouw kon bevredigen in bed. Dat merkte ik aan de sekshandleidingen waar ik op stootte door kinderlijke verkenningstochten in huis, dat merkte ik aan opmerkingen over mannen met vrouwen wiens ogen meestal afdwaalden naar andere mannen en ook wel aan de gedrogeerde glimlach van mijn moeder. Maar goed, van dan af konden er complimenten af.

Dat ik slaagde voor dat eerste jaar slavistiek hielp ook een beetje. Maar het beviel je niks dat ik zelfs dan geen pint wilde gaan drinken met maten op café. Je bent waarschijnlijk de enige ouder die zijn zoon moest pushen om meer uit te gaan. Dat eerste jaar slavistiek was ik zo serieus dat ik geen druppel alcohol wilde drinken. Dat heb ik vol gehouden tot de eerste vijf minuten nadat een naakte vrouw onverwacht mijn kamer binnendrong en zich naast mij in mijn bed legde, zonder een woord uitleg. Daar was ik zo ondersteboven van dat ik een fles drank ondersteboven heb gekapt.

Jongen, toch, jij had er wat anders van gemaakt als je vier jaar als student op kot had kunnen zitten. Daarom ging je van heel blij naar heel triest, toen je hoorde dat ik geslaagd was, dat eerste jaar. Jij had het kunnen zijn. Misschien gaf je daarom altijd mixed tapes met sixtiesmuziek mee, om tenminste toch de muziek juist te hebben, daar op mijn kot, als er dan geen persoonswissel in zat. Het had net zo goed jij kunnen zijn, daar aan de unief. Zelfde geheugencapaciteit, en meer heb je daar toch niet nodig. En jij was 1m88 geweest en had als preses tenminste indruk gemaakt. En je had er nog meer van genoten. En je zou nog leven. Ik zou nooit bestaan hebben, maar jij zou nog leven.

27-02-2013 om 01:42 geschreven door Tederdraads  


26-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (4)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De hippies hebben het gedaan

Je deed je graag stoer voor, maar je was zo broos. Je koos voor een keihard arbeidersbestaan en dat was stoer en dat was hard en dat hield je vol onder de zwaarste omstandigheden. Je lichaam ging helemaal naar de kloten. Je had elke dag rugpijn, je kreeg vreemde slijmen in je keel van de fabrieksomstandigheden en je verouderde zo snel als een belegerde, uitgehongerde, verkleumde Duitse frontsoldaat in midden januari in de omsingeling bij Stalingrad. En 't ergst van al was: ik overdrijf geen beetje als ik zeg dat je je ook net zo voelde. Ja, net zo voelde jij je. En ik met mijn overdosis empathie, ik nam dat over, en voelde mij ook net zo. Ik liep op mijn veertien rond als een kromgewerkte, ik had je houding overgenomen. Alleen de eelt op je handen liet zich niet kopiëren. En de chronische vermoeidheid van het werken in ploegen.

En als ik zeg dat je euthanasie pleegde en niet zozeer zelfmoord, ben ik niet ver naast de waarheid, want die laatste jaren woekerde er wat in je keel. Het begin van keelkanker. Niet van te roken, want dat deed je niet, maar van de chemische lucht die je in 't fabriek elke dag binnen zoog.

Je ging fysiek kapot en ook geestelijk. Er hing er aura rond je van depressie, uitzichtloosheid, machteloosheid. De wet van Murphy was een troost voor je. Als je er vanuit ging dat alles bij voorbaat gedoemd was om te mislukken, dan kon niets je nog teleurstellen.

Dat moet zo gekomen zijn, omdat je als kind zeer diep teleurgesteld was in je ouders. Twee fuifnummers, die graag boven hun stand leefden, in de hippietijd van free love net iets te oud waren om daar zorgeloos aan mee te doen als student, maar er toch met volle teugen van genoten, ook al hadden ze twee kinderen en een familiebedrijf, een grote bloemenkwekerij, te runnen. Terwijl je pa op andere vrouwen zat, zaten de andere bloemenkwekers op de markt, terwijl je moeder onder andere venten lag, kochten andere bloemenkwekers de nieuwste, meest modieuze soorten bloemen aan. Ze gingen failliet, ze scheidden, en jij, toch altijd de beste voor opstellen schrijven en wiskunde (vreemde combinatie van talent), jij werd gek van de ruzies en je trok naar de fabriek om je moeder te onderhouden, als die even geen rijke minnaar lag te vozen. Dat faillissement heeft je zo'n trauma bezorgd, dat je heel je leven alle geldzaken hebt overgelaten aan mijn moeder. En die laatste noemt de bankencrisis nog steeds als één van de hoofdmotieven van je zelfmoord, hoewel je het financieel eigenlijk pas goed had. Als er ooit iemand een mentale krak heeft gekregen van de scheiding van zijn ouders, ben jij het wel. Je vader gaf al je spullen weg aan de kinderen van zijn nieuwe vrouw. Zijn geweten moet hem toch parten gespeeld hebben, want hij pleegde zelfmoord in 1982, een jaar voor mijn geboorte. Je moeder zei me dat hij altijd liever urenlang stond te discussiëren met de getuigen van Jehova aan de deur, dan in de serres te werken. En wat ze er niet bij zei: zij zou altijd liever een Jehova gepijpt hebben in de schuur, al was het maar om te zien of Jehova's besneden zijn of niet, dan te werken in die serres. Die serres staan er nog steeds verlaten bij. In een soort niemandsland, ergens in Hofstade of all places.

Als bloemenkwekers failliet gaan in de tijd van flower power, we moeten het je ouders meegeven, dat doet niemand anders ze na.

En mijn grootmoeder zich maar afvragen waarom ik al jaren niet meer met haar spreek. Op je begrafenis wilde ze als ouwe doos van 74 zonder baarmoeder mijn 35-jarige nonkel nog versieren, want die leek zo op Elvis.

26-02-2013 om 22:50 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (3)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Onze stripreeks die je saboteerde

Als kind heb ik je herhaaldelijk voorgesteld om samen een stripreeks te beginnen. Jij kon geweldig tekenen, ik teken niet graag, maar ik wist toen al dat het niet zo geweldig moeilijk kon zijn om een stripscenario te bedenken. Het hele huis door lagen immers toch enkele duizenden strips. Als al die anderen dat konden, waarom wij dan niet? Maar nee, dat was een groot verschil tussen ons. Als ik dacht: dat kunnen wij ook, zei jij: 'Nee, die hebben heel erg veel geluk gehad'.

En geluk dat had jij niet. Ik zei: 'Geluk dat moet je afdwingen', en ik zei 'Kijk naar Kurt Cobain, die jongen zijn talent komt echt niet uit de lucht vallen, net zomin als zijn succes, die heeft eerst heel hard geoefend, dan heel zijn leven er op in gezet om succes te hebben, en het is gelukt'. 'Nee', zei jij, 'die heeft geluk gehad.' En geluk dat had jij niet.

Dat fatalisme spreekt ook enorm uit de briefjes die je bij je manuscripten stak als je die inzond naar uitgeverijen of tijdschriften. Een voorbeeld:

“Dit is een bundel van mijn nieuwste verhalen. Als het nergens op lijkt, kan je er altijd nog de kachel mee aanmaken.”

Niet wat je noemt de standaardformule om een uitgever aan te schrijven.

De reactie van die kerel was:

“Ik zou dit geen kortverhalen noemen, eerder humoristische schetsen, we hebben er niet meteen ruimte voor, maar ik zou dit zeker niet gebruiken om er de kachel mee aan te pakken. Probeer het eens bij...”

Jij concludeerde dat je geen geluk had en je stopte met inzenden, en erger nog, je stopte met schrijven. Talent dat had je of dat had je niet. Echt talent dat stond er zo. Je wilde niet weten van oefenen, herschrijven, ruwe diamanten slepen was net iets te veel moeite gevraagd. Je was gewoon te bang voor nog meer teleurstellingen. Je zoon is koppiger. Kuch.

Nochtans vind ik dat briefje echt niet zo'n domper op de schrijfvreugde en zelfs tamelijk bemoedigend. Tegenwoordig krijgen inzenders van manuscripten enkel standaardafwijsberichtjes, zonder persoonlijke toets. En mij wilde je ook overtuigen om nooit nog iets in te sturen. Tot je dan in je laatste week of zo zei: “Hij schrijft beter dan mij”, ik stond naast je, “jij schrijft beter dan mij” kon er niet af, maar “hij schrijft beter dan mij”, was verregaand, ik denk niet dat we een beter compliment gaan kunnen opduikelen. En je kreeg het enkel gezegd, omdat je het leven en alle competitiedrang van de levenden al helemaal had losgelaten.

De stripreeks Herman Verkrijt over een foute leerkracht teert op mijn schoolhaat, die veel dieper zat dan zomaar wat schoolmoeheid, omdat jij ook naar school was geweest en moderne talen had gevolgd, en je toch in 't fabriek zat. School is een tijdverdrijf, want de kaarten zijn al geschud, het is je afkomst die bepaalt welke job je later krijgt, niet je school. Je hebt die stripreeks nooit zien ontstaan. Spijtig dat je er niet meer bent om mijn eigenste stripreeks met veel animo helemaal lekker af te zeiken, want je zou het rommel vinden, vijf reeksen noemen die je ook niet goed vond, maar toch beter, en je zou een stuk of tien exemplaren verkopen op je werk, want het enige wat je echt consequent deed, was jezelf een depressie aanpraten.

26-02-2013 om 22:14 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (2)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Je nam mijn fut mee

Sinds jij er niet meer bent, verveel ik mij steendood en heb ik geen drive meer. Om de een of andere reden moeten we daar een Engels woord voor gebruiken. Vroeger schreven wij 'ik heb geen fut meer' of 'ge kunt allemaal mijn kloten kussen'. Maar nu is het geen 'drive' meer hebben. Waarom ik geen drive meer heb. Omdat gij er niet meer zijt. Terwijl ik vroeger om 6u koud water in mijn gezicht smeet om 12 km te gaan ronddraven in de ochtenddauw. De enige ochtenddauw die ik nog zie, maak ik zelf.

Er is niemand meer om te overtreffen, er is niemand meer om een compliment van los te weken dat de moeite waard is. Er is niemand meer om 'in het gelijk te stellen'. Want als ik mezelf bewees, dan deed ik het voor twee. Ik wilde ook jouw capaciteiten bewijzen. Dus als ze mijn schrijfsels uitgaven in het Sloveens, dan wilde ik dat ook op jouw CV zetten. Zodat je misschien toch ooit nog eens zou ontsnappen aan de chain gang van de fabriek. Want die chain zat muurvast rond mijn nek. Wat jij nog had aan levenskracht injecteerde je tijdens nachtelijke gesprekken in mij. En je was al dood toen je hier nog was. Al wel een jaar of vijf of zo. Maar je lichaam zat nog mijn commissie voor ambitieuze aangelegenheden voor. Overtref die of die. Want je droeg niemand op handen en al wie iets bereikt had, had vooral hoerensjans gehad, dus het kon allemaal nog veel beter.

We vonden zelden iets goed. Als we al een boek goed vonden, was het zelden een Nederlandstalig boek. Ja, 'Ik, Jan Cremer', ja. Maar ging dat echt om de inhoud van dat boek? Hebben we ons daar niet laten vangen door de hype en de bad boy attitude van Cremer? De James Dean van de Nederlandstalige literatuur? Tegenwoordig stuurt die gratis stickers rond met zijn naam op. Wie die sticker op de meest orginele plek kleeft, wint een I-pad of zo'n ander digitaal relikwie. Als het schrijven niet meer lukt, is er altijd nog de marketing. Jij had helemaal geen kaas gegeten van marketing. Heb ik je dat bij leven en welzijn ooit gezegd? Alleszin, nu moet ik presteren, alleen maar voor mezelf. En dat heb ik met je gemeen: ik geloof te weinig in mezelf. Dus het laat zich raden dat ik als ik een zoon heb, die ga zitten opfokken om te presteren. Daarom schrijf ik dit boek, om die cirkel te breken. 

Hoe krijg ik die fut dan wel weer? Er is geen instantie die ik kan aanschrijven om mijn maandelijkse futrantsoen uit te keren, dus dan kan ik even goed de dooie schrijven, die bij leven en welzijn die fut invulde. Om een voorbeeld te geven: ik zou meteen drie maand in vasten gaan, moest ge hier nu plots terug voor mij staan. Want jou onder ogen komen met een vetlaag, dat is gewoon geen optie. Maar ik schrijf nog wel, zoals je ziet. Omdat schrijven, naast neuken en beffen, de enige activiteit is tijdens dewelke ik geen chronische zin heb om jou tegen 300 km per uur achterna te gaan, enkele dozen slaappillen slikken, een glas melk drinken om niet te kotsen -tip uit een soap over dokters gepuurd- een plastic zak rond mijn kop te binden en helemaal nooit meer wakker te worden. Met op de achtergrond Do Re Mi en All apologies van Nirvana als muzikale slaapmuts.

Ik hoef niet meer met mijn kop op tv, om het ganse land te choqueren in een talkshow. Het zou niet meer lukken ook. Ik kan zelfs geen non meer choqueren. Misschien moet ik het proberen met een open brief aan Joods Actueel. Maar je leest toch niet mee. Er is niemand meer om mij op te jutten en te zeggen: je gaat nog niet ver genoeg. Geen weerwerk meer voor al die andere stemmen: doe maar rustig aan. God, jongen, het is zo tergend rustig sinds jij een rider in the sky bent.

26-02-2013 om 19:50 geschreven door Tederdraads  


24-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Living in the material world, pakkende docu door Martin Scorcese over de 'stille' Beatle. Omdat die andere drie zo luid waren. De Beatle die de beatlemania het meest relativeerde. When we was fab. Het zinde hem niet echt. Liever mediteren. En trippen. En experimenteren. Zijn tweede vrouw zegt: “Als je George aanbood om vijf levens te hebben of alle mogelijke ervaringen in één leven te proppen, dan koos hij zeker voor dat één leven.” Ik denk dat het wel gelukt is ook. Een man van extremen. Zalen plat gespeeld, de hoeksteen van de grootste band, die andere twee konden niet soleren, dus je gitaarwerk blijft wat onderschat. Vergevingsgezind, even erg voor vrede als John, maar zonder een icoon te willen zijn. Heel erg voor leven en laten leven. Ama et fac quod vis. Zijn eerste vrouw mocht rustig voor Eric Clapton kiezen. No hard feelings. Een brave mens, maar zoals Paul zei: 'he didn't suffer fools gladly'. Maar toch vooral gefocust op vrede. Vrede nemen met de tijd ook. 'All things must pass.' Yoko Ono zei dat je er altijd zonder nadenken de waarheid uit gooide. Maar dat dat wende, en dat het waardevol was. Je hebt nooit een 'image' uitgebouwd. Er was nooit vrees om 'het' te verliezen. Want 'het' was niets gekunstelds. En wat een evolutie in je muziek. Van snelle rock naar sitar en Ravi Shankar. Mystiek. Een wens tot versmelting van alle menselijke energie. “We were talking about the space between us.” Loskomen van het ego, het stoffelijk lichaam als gevangenis, als grens tussen mensen. Geen wonder dat je zo'n all natural womaniser was. Je had een diep effect op vrouwen, al na een gesprek van twee minuten. Aanvaarding van de essentie van mensen. Je tweede vrouw, Olivia Arias kon er mee leven. 'You lit up the room', zei ze. De Beatle met de meest uiteenlopende vriendenkring. Zo gewoon blijven bij zoveel roem. Het is weinig mensen gegeven. En waarschijnlijk de reden voor de roem. Altijd gewoon George geweest en nooit willen indruk maken. En dat maakt indruk

I need you http://www.youtube.com/watch?v=NZiEqhrIL_k


My sweet lord http://www.youtube.com/watch?v=0kNGnIKUdMI


I me mine http://www.youtube.com/watch?v=dXr2Zsto5gs


Something http://www.youtube.com/watch?v=udBP7poismk


When we was fab http://www.youtube.com/watch?v=tmYW7xuGwBg


Within you without you. http://www.youtube.com/watch?v=ljnv3KGtcyI

24-02-2013 om 13:38 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (1)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Waarover dit boek niet mag gaan: ikke

Ik groei op in een arbeidersmilieu. Ik omhels de armoede en dweep er mee. Ik leid als enig kind aan aandachtszucht, maar dat weet ik nog niet. T-shirt van John Lennon. Working Class hero. Kapotte yeans broek. Op school vertikken van algemeen Nederlands spreken, maar wel een streverke zijn. Als ik goeie punten wil halen, is het om te bewijzen dat mijn pa geen idioot is, omdat hij arbeider is. En voor de aandacht natuurlijk. Rond mijn vijftiende krijg ik de klassieke stompzinnige inval dat je nog meer aandacht krijgt als je negatief gedrag toont en haal plots opzettelijk rotslechte punten. De trots omwille van mijn sjofele afkomst, kent ook pieken en dalen.

Maar zeker tot mijn 12 ben ik er fier op dat alles bij ons oud is en meer dan een tikkeltje aftands. Mijn vader en ik dagen er mijn moeder mee uit. Als het aan haar lag, ging de helft van ons huishouden op de schroothoop. Thuis spelen nog tweedehands vinylplaten en cassettes als iedereen al lang is overgeschakeld op cd's. Ondanks de computerrevolutie zweer jij bij je oude typemachine om kolderbrieven naar vrienden te typen. Nooit zullen wij onze bovenverdiepingen kunnen verwarmen. We hebben pas een badkamer (ook onverwarmd) als ik 16 ben. Tot dan wassen we ons in een pastic tobbe, vlak voor de kolenkachel. Het zal duren tot ik bijna een universitair diploma heb vooraleer ik mij goed aangekleed voel in iets anders dan een kapotte jeans en een over-sized te vaak gewassen T-shirt. Ja, ja, ik ben dan toch een sell-out geworden. Ik zit liever in een duur restaurant dan in een bruin café. O, de schaamte om dat te bekennen.

Maar tot voor mijn studentenjaren, zit ik volop in de klassenstrijd en spuug ik op alles wat bediende is of veel geld heeft. Alle macht aan de arbeiders. De revolutie begint met kleinigheden. Op school sta ik er op om mijn arbeidersdialect te spreken. Stagiairs sla ik uit hun lood met grove uitspraken die volgens de boze directrice 'erger zijn dan cafépraat'. Tegenover schoolkameraadjes overdrijf ik de armoede. Ok, onze auto is een rammelkar, we maken nooit verre reizen en we kopen geen dure kleren, maar ik heb genoeg Playmobil om een kloeke maquette te maken van de slag bij Waterloo en we eten elke dag koninklijk. Tegenover speelkameraadjes benadruk ik vooral dat er in de winter vriesbloemen op onze ramen staan. Als ik veel later lees dat er zoiets bestaat als een theatrale persoonlijkheid, heb ik een groot aha-moment.

Rond mijn elfde ben ik vet. Veel eten en geen sport. In mijn vrije tijd verslind ik strips. Ook stripverhalen hebben we bij de vleet. We kopen er een twintigtal per week. Vijf tantes en twee grootmoeders sponsoren deze verzamelwoede. Arme mensen geven graag. Helaas associeer ik strips lezen op een soort Pavloviaanse wijze met eten. Per stripverhaal eet ik een zak chips of een snoepreep. Mijn vader moedigt dit aan. Hij wil van mij een bodybuilder maken. Helaas heb ik alleen de calorie-inname van een bodybuilder. Trainen doe ik pas vanaf mijn zestiende. En dan nog altijd op amateuristische wijze thuis. You are your own gym is een prachtig boek. Ik ben te bang van macho's om mij alleen in een fitnesszaak te tonen. En op mijn zestiende is mijn vader al te uitgeblust om mee te gaan. Alleszins, ik houd zo'n trauma over aan mijn periode van obesitas dat duursport vanaf mijn zestiende een imperatief wordt. Tot jij dood bent.

De eerste macho die mij trouwens letterlijk de daver op het lijf jaagt, ben jijzelf. Tot mijn zesde levensjaar durf ik nog ruzie met je zoeken. Als ik echter zichtbaar een verwijfd (pafferig gezicht, mannentieten!!) en vet uiterlijk krijg, durf ik je niet meer aankijken. Als je na de late ploeg thuis komt en mij uit bed wil halen om samen naar de BBC te kijken, doe ik alsof ik slaap, ook al dat doet dat vreselijk veel zeer om jou zo te negeren.

Ik zak door de grond als je mij aanraakt, durf geen woord meer tegen je te zeggen en zal altijd stotteren als je mij iets vraagt, nochtans ben ik geen stotteraar. Ik kan in jouw tegenwoordigheid ook onmogelijk grappig zijn. Dat terwijl ik op school te boek sta als de klasclown en een leerling die apart moet zitten, omdat hij anders zijn mond niet kan houden.

Bijna het enige wat jij en ik samen doen: rommelmarkten afdweilen. Jij op zoek naar oude vinylplaten die je enkel koopt als ze minder dan 3 euro kosten, ik op zoek naar stripverhalen, en later naar Engelstalige romans. Mijn Engels is al op jonge leeftijd absurd goed, alleen in de buurt van jou krijg ik er geen woord Engels uit. Verder plukken we ook samen sperziebonen. Een groot stuk van onze tuin staat er vol mee. Op zo'n onstuimige wijze aangelegd dat we eerder een groentejungle dan een typisch Vlaams gemillimeterde moestuin hebben. De buren staan er vol verwondering naar te staren. Bang dat er Vietcong opduikt van tussen dat groene gevaarte.

Je bent te zwaar belast door het fabrieksleven om dingen netjes en tijdrovend conventioneel te doen. En ik ben te onhandig. De sperziebonen maken we samen schoon, buiten op het terras, terwijl van binnen de klanken van punk en bluesrock komen aanwaaien. Ik durf nooit een woord te zeggen en voel me geen persoon, maar een mislukte kopie, een gehandicapte afsplitsing van jou, mijn grotere, sterkere, mondigere, knappere, zelfverzekerdere vader. Ik ben te jong om door al je bombastische gedragingen heen te kijken. Al geloof ik tot de dag van vandaag, jaren na je eigenhandige euthanasie, dat je ego werkelijk een betonnen bunker moet zijn geweest. Zo eentje van die Flak-torens die bij de slag om Berlijn, eind 1945, die nog steeds wijde gaten sloegen in de oprukkende Aziatische Russenhorde.

Ja, mijn passie voor geschiedenis heb ik van jou geërfd. Als kind raakten vooral ongelijke gevechten mij. Als ik met plastic soldaatjes wereldoorlog II uitbeeldde, had ik nooit genoeg jappen en moffen. Underdogs die zich fanatiek dood vechten tegen een overweldigende vijand. Als je opgroeit als underdog raak je snel verknocht aan alle andere underdogs, zonder toen veel aandacht te schenken aan ideologie. Het gevoel van onderdrukking beheerste ons.Als een bitterzoete koorts die ons vervulde met koppigheid, drang om te weten en een bovengemiddeld grote pijngrens, om ons toch op iets te beroemen.

En ik moet zeggen: je zelfmoord was een bui die ik als kind al zag hangen. De overweldigende vijand waren het fabriek en de maatschappij die mijn diplomaloze, doch bijzonder intelligente vader, die de kwaliteitskranten verslond en elke dag zijn ziel leegtypte, geen enkele kans gaven. Pas veel, véél later durfde ik afstand doen van die visie en je en gebrek aan optimisme verwijten. Pas toen zag ik hoeveel faalangst er in jou zat. Je angstquotient hield je intelligentiequotient mooi in evenwicht, zodat je nooit iets ondernam dat enige kans van slagen had om je situatie te verbeteren.

Ik durfde pas laat bekennen dat ik heilig en domkoppig geloof in de self-made man uit de American dreams. Er is trouwens nog iets dat jij en ik samen deden: zandkastelen bouwen op het strand van Bredene. Als onze kastelen dan onvermijdelijk afbrokkelden in zee, werd ik zo triestig als toen ik de kruisweg van Jezus zag op het einde van de kaskraker 'Ben Huhr'. De onvermijdelijkheid van lijden zat er al vroeg diep in. Nog steeds geloof ik dat ik altijd al in de rouw was, omdat jij jezelf had afgeschreven en ik moest leven in jouw plaats. En alle dingen moest proeven, die jij niet of te weinig had geproefd. Dat geeft mij het gevoel alsof ik altijd te snel heb geleefd en van het ene extreem in het andere ben gedoken. Om maar te bewijzen: pa, je bent je leven waard, blijf nog bij ons, kijk eens wat een vedette je zoon is! Dat heeft hij alleen aan jou te danken! Blijf toch bij ons, dat universitair diploma is ook van jou. 

Toen je het dan eindelijk deed, was mijn vergoddelijking van jou helemaal af. Instant martelaarschap. Je had geleden voor mij, om mij, pas afgestudeerd aan de universiteit, een beter leven te geven. Merci, merci, merci. Godver, wat heb je dat goed gedaan, dat meen ik serieus.

Maar...

Als je ooit verrijst, moet je echt wel met meer vrolijkheid opstaan, ik kan de wolk uitzichtloosheid echt niet nóg eens aan. Al kan ik de zwarte humor die er het gevolg van was dan nog zo goed smaken. Pa, wees optimistisch of wees niet. Dus dan maar niet, hoor ik in de verte.

Nog vijftig pagina's van de 53, ééntje voor elk levensjaar. Kerel, nu moeten we het echt over jou hebben en niet meer over mij. Over mezelf lullen kan altijd nog. Maar als ik jou geen biografie schrijf, dan doet niemand het meer. Een biografie voor iemand die volgens de normale geschiedschrijving nooit een biografie of zelfs geen voetnoot zal krijgen, maar er toch een verdient, als ode aan de levenskracht in jou, die het dan misschien nooit tot het podium van de wereldgebeurtenissen heeft geschopt, maar godverdomme toch opmerkelijk was, ook zonder de camera's van het avondnieuws.

24-02-2013 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


Tags:William Peynsaert
21-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een volbloed perfectionist met een wiskundeknobbel, een talent voor vechtsporten, een hart voor literatuur en een rode boon voor collectieve initiatieven. Het is een zeldzame combinatie. Maar ik ken zo iemand. Een collega. Zo iemand die bovenop zijn kerntaken nog een paar balen extra hooi op zijn vork neemt. Van die karweien die andere mensen alleen zien als hij ze plots niet meer zou doen. Ge zoudt denken dat een volbloed perfectionist u de huid vol schreeuwt als ge fouten maakt. Maar nee, hij heeft ook nog eens een perfectionistische zin voor tact. We mogen het woord 'kritiek' schrappen als iedereen het zo verpakt. Als zo iemand op uw blog terechtkomt en zijn mening geeft, dan luistert ge als ambitieus schrijverke vierdubbel. Normaal is zijn feedback vrij uitgebreid. In het geval van Vrouwenalfabet op mijn Engelstalige blog was hij zeer bondig. “Ge moet een uitgever vinden.” 78 pagina's in word op een blog smijten, het is natuurlijk een debiele ontkenning van alle blogregels. En raad van een volbloed perfectionist negeren is nog debieler. Dus om ergens te beginnen, gezocht: uitgever. En omdat hij er anders vriendelijk wat van zegt of het joviaal in mijn plaats doet: niet vergeten linken naar blogs die ik vermeld. 

21-02-2013 om 23:25 geschreven door Tederdraads  


20-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Nog elke ochtend draait één keer Nevermind of Bleach of In utero of With the lights out, vooral cd 3 van With the lights out, als 'k echt met loden voeten uit bed kom. Er zit dan ook weinig dood in uw muziek. 't is accuut leven. Alsof ge gevild door 't leven gaat en elke indruk gruwelijk intens op u inbeukt in een wereld van self-delusional phonies. 't leven is vreselijk, maar eens ge dat aanvaardt, is het goed en leefbaar. Berusting. “I'm on a plain, I can't complain”. Onthechting. “I think I'm dumb, or maybe just happy.” Slaaf zijn van egocentrisme en in opstand komen tegen uw eigen ego. “I like myself better than you, I know it's wrong, but what can I do.” Oplossen in een ander. “It's now my duty to completely drain you.” Overdonderend liefde. “I'd like to eat your cancer when you turn black”. Nederigheid. “Serve the servants.” Geilheid en hedonisme. “She has a moist vagina. Marihuana.” Escapisme. “Grandma take me home. I wanna be alone.” Passief-agressief. “I'll take the blame again.” Sarcasme. “Forever in debt to your priceless advice.” Haat tegenover alle vormen van arrogantie. “What's my biggest fear? People who have seen it all and let you know it.” Verwondering. “It amazes me the will of instinct.” Feminisme. “Never met a wise man if so it's a woman.” Verlangen naar de ultieme bevrijding.“Distill the life that's inside of me.” Levensangst.“Throw down your umbilical noose so I can climb right back”. Bijtende aanval op zelfvoldaanheid. “Self-appointed judges judge more than they have sold.” en eindigen in schoonheid “It's better to burn out than to fade away.”

Happy birthday, Kurt.

20-02-2013 om 22:59 geschreven door Tederdraads  


Tags:Nirvana, grunge, Kurt Cobain, levensangst, verjaardag Kurt Cobain, Nevermind, In Utero, With the lights out, Bleach
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cappuccino :: Bloedboeken
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Oh, the guilt. Toen ik in een Duitse docu van ARD zag hoe Amazon.de er in slaagt mij nagenoeg nagelnieuwe boeken te bezorgen aan 3,01 euro per stuk. Roemeense en Spaanse uitzendkrachten die ze uitpersen onder het alziend oog van een extreemrechtse bewakingsgroep, HESS. Benauwend om vast te stellen dat ik daar met enkele muisklikken aan heb meegewerkt. Gelukkig regende het verontwaardige reacties van Duitse klanten. Amazon.de verbrak meteen de banden met de neo-nazi's. Ik mag mij dan misschien aan een prijsstijging verwachten, maar er zullen hopelijk enkel bomen en geen mensen sneuvelen om mij mijn favoriete boeken aan huis te leveren. Misschien in mijn steenkolenduits ook eens een klacht sturen naar hun klantendienst. Om mijn Duits met haar op te begrijpen, zullen ze wel geen neonazi's nodig hebben. 

20-02-2013 om 21:45 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs