Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
18-02-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen

Voor het eerst bloggen op een I-Pad. De elektronische stenen tafel. Zou dat nooit zelf in huis halen. Heb hem in bruikleen van het werk. Zeer sympathiek. Als journalist ook wel nodig om snel en overal een artikel te kunnen rondsturen. In deze tijd waar we onszelf voorbijlopen, moet alles gisteren al gebeurd zijn en moeten we al vertrokken zijn waar we pas aankomen. Hoewel ik van dat opgefokte ritme permanent angst heb, begeleid ik in mijn vrije tijd mensen met psychische aandoeningen. Je kan dat gek vinden, maar dat kalmeert mij. Wat mij niet kalmeert, is de financiele ongelijkheid tussen mensen. Er lopen mensen rond die op een dag meer verdienen dan ik in een jaar.  Dan voel ik mij een idioot. Of een zacht ei. Ik ben er van overtuigd dat mijn loon perfect mijn lage zelfvertrouwen weergeeft. Hoeveel zelfvertrouwen komt elke maand op uw bankrekening? Volgens anderen weerspiegelt mijn loon mijn ethische principes, waarvan ik niet wist dat ik ze had. Kan je van ethische principes rijk worden? Ondanks of net daarom? 

18-02-2014 om 21:33 geschreven door Tederdraads  


17-02-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
Collega met de mooiste ogen heeft verjaardag vandaag. Beetje chocolade gegeven. Op 't werk geven we eigenlijk geen cadeaus voor verjaardagen. Ik wel. De bedradingen in mijn hersenen zijn er voor connecties. Ik hou niet van muren tussen mensen. Ik wil geloven in literatuur die als stormram die zo'n muren neerhaalt. Bestaat zo'n literatuur? Op 't werk hielp ik het linkse gedachtegoed verspreiden. Thuis chatte ik met mijn verloofde. Nu studeert ze in Olomouc, Tsjechië. Straks in Wurzburg, Germanië. Dat is 5 uur reizen. Wat na drie jaar met 1200 km tussen ons in, om de hoek is. Vannacht had ik angstaanvallen. Deze samenleving is niet optimaal voor gevoelige zielen, maar is er al ooit een samenleving geweest die dat wel was? Ik ben bezig aan een theaterstuk over de slag bij Stalingrad. Vanuit de zetel is oorlog zeer boeiend. Vandaag vond ik dit de beste TEDtalk: materialisme als schreeuw om liefde. http://www.youtube.com/watch?v=dJgiYBdD2VA 

17-02-2014 om 23:01 geschreven door Tederdraads  


24-01-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een tontine? Wat is dat nu weer?
Op het werk van mijn vriend hadden de mannen weer iets nieuws bedacht om hun kantoorleven wat Schwung te geven. Robby kwam 's avonds langs op ons appartement. Dus niet dat van Robby en mij. Dat van mij en de meiden. Hij schopte zijn zwartlederen schoenen uit en trok zijn das los. Zocht in onze koelkast naar een open fles witte wijn. Die moest er zeker zijn.

 'Moet je nu eens weten. De mannen hebben een tontine opgericht', zei hij. 'Een tontine?', vroeg ik, 'wat is dat nu weer?' Hij schonk zichzelf wijn uit in een limonadeglas. Al onze wijnglazen stonden vuil op het aanrecht.

'Ken je dat niet?', vroeg hij. 'Dat is zo'n soort van collectief spaarplan.' Ik trok mijn wenkbrauwen op. Het klonk maar louche. 'Elke week of zo gooit iedereen een bepaald bedrag in de pot en elke week gaat maar één iemand naar huis met die pot. Die doet er dan mee wat hij wil. Elke week krijgt iemand anders die pot natuurlijk. Tot iedereen dan aan de beurt is geweest.' Ik vroeg om hoeveel geld het ging. 'Niet veel,' zei hij, 'elk 15 euro' Ik trok mijn schouders op. 'Ik zie er, eerlijk gezegd, echt het nut niet van in. Lijkt mij meer een economische noodoplossing voor een achtergesteld dorp ergens in Mozambique.' Hij knikte. 'Snap ik', zei hij, 'maar de bedoeling van de pot is om er mee bij de hoeren te gaan.'

Ik dacht dat hij een grapje maakte. Toen ik zag dat hij het serieus meende zei ik: 'Dus eigenlijk gaat het niet om geld sparen, maar om samen jullie slecht geweten te bestrijden?' Hij knikte weer. 'Zoiets. En ook wel om drempelvrees te overwinnen.' Ik snoof misprijzend en keek hem fronsend aan. 'Ja, zeg', zei hij, 'ik ben natuurlijk zelf geen lid he. Maar je weet hoe de collega's zijn, voor hen lijkt het mij geen slecht idee. En wees gerust, zelf ga ik natuurlijk niet mee doen.' Ik begon mijn nagels te lakken en zonder op te kijken van mijn nauwgezette arbeid zei ik: 'Nee, daar ben jij natuurlijk te trots voor.'

Hij keek mij aan met grote ogen. 'Hoezo, te trots?' Ik lakte verder. 'Ja, jij bent toch te veel de perfecte gentleman om een arme vrouw geld in haar handen te stoppen om even je ding met haar te doen. Daar sta jij boven he.' Hij nam een stevige slok. Net of de wijn sterke whiskey was. 'In wat voor rare bui ben jij vandaag weer? Wil je het nu zo draaien dat het goed is om wél bij de hoeren te gaan?' Ik blies mijn nagels droog. 'Dat heb ik niet gezegd. Jij moet weer zo irritant precies zijn en uit de minste uitspraak meteen verstrekkende conclusies trekken.' Hij antwoordde niet meer en trok zijn gezicht in een gefrustreerde plooi. Ik wist ook niet waarom ik zulke dingen zei. Het sloeg inderdaad nergens op. Ik was gewoon geïrriteerd door dat ridderlijke, hoofse kroontje van hem.

Hij kwam naast me zitten in de zetel. Op een metertje afstand. Als hij niet meer wist wat te zeggen, wilde hij het altijd goed maken met knuffels. Voor hij dichter schoof, zei ik: 'Zeg, kunnen vrouwen ook lid worden van jullie clubje?' Hij zuchtte. 'Ten eerste het is niet MIJN clubje en ten tweede: het is geen club, het is een tontine.' Ik nam mijn spiegeltje en krulde mijn wenkbrauwen. Ik was nog maar sinds 14 u wakker en zag er pafferig uit met vreselijk blauwe wallen. 'Ga maar lekker door met je zelfhypnose. Heb je al een wit paard op stal staan?' Hij stond op en ik hoorde hem vaag 'foert' murmelen.

Terwijl hij de rest van de fles wijn overgoot, herhaalde ik mijn vraag. 'Maar kom, serieus, kunnen vrouwen lid worden van die tondeldoos?' Hij smakte de deur van de koelkast dicht. 'Een tontine, Lisse, zoiets heet een tontine.' Met een fijn kwastje deed ik blos op mijn wangen en zei: 'Whatever. Antwoord nu gewoon.' Hij kwam weer naast me zitten: 'Waarom zou jij in godsnaam lid willen worden van een tontine voor hoerenbezoek?' Ik rommelde in mijn make-up-tasje op zoek naar de juiste kleur voor mijn lippen. 'Nu word ie mooi', zei ik. 'ja, een prins komt natuurlijk niet alleen maar op een wit paard. Hij heeft ook altijd een kuisheidsgordel in zijn zadeltassen zitten.' Hij gaf mij een klein duwtje en zei: 'Stop met te orakelen. Met die raadsels van jou altijd.'

'Ik zal het even uitspellen', zei ik. 'een man kan eventueel op hoerenbezoek. Netjes is het niet, maar het kan. Als een soort noodzakelijk kwaad. Maar ho maar als een vrouw het zou willen. Een vrouw die seks wil om de seks, o maar dat kan niet, hoor.' Hij haalde zijn schouders op. 'Nu, ik wist niet dat je er zo hard van droomde om met een gigolo te slapen. Nu, doe maar. Maar ik vrees dat je er niet komt met 60 euro' Ik knikte. 'Ja, ik hoor het al. Als een vrouw bij een hoer wil, moet ze er nog meer voor dokken ook.' Hij glimlachte: 'Sja, simpele marktprincipes. Vraag en aanbod, weet je wel.'

Ik probeerde verschillende haarstijlen uit. Opgestoken, paardenstaart, los. Vroeg: 'Wanneer komen ze samen?'

'Elke donderdagavond.'

'Om welk uur?'

'Zes uur, vlak na het werk, in café 'Picollo' , maar wacht, ik geef je de GSM-nr van Joey dan weet je meteen alle details over toetreding.'

Die nummer moest ik niet hebben. Ik wilde de verbazing op hun gezichten niet verpesten, door daar als vrouwelijk lid van hun seksclubje binnen te wandelen. Robby was een tijdje stil, ik zei ook geen woord meer, maar ik glimlachte wel de hele tijd breed. Uiteindelijk vroeg hij: 'Dus je gaat hier serieus mee door? Je gaat die mannen even belachelijk maken of zo?'

'Wie spreekt er over belachelijk maken? Ik wil gewoon écht lid zijn van hun tondeldoos.'

'Tontine, Lisse, ton-tine.'

'Ik vind tondeldoos leuker klinken.'

Hij zette de tv aan en ging veel vroeger dan anders naar zijn eigen appartement toe. Toen hij me mee vroeg, zei ik: 'Nee, ik wil de meiden over die tondeldoos vertellen.' Als hij eindelijk weg was, voelde ik me een klein beetje schuldig, omdat ik hem zo gepest had. Maar onze relatie zat toen al in die fase dat alles wat hij deed me gewoon irriteerde.

De eerstvolgende donderdagavond zat ik inderdaad in café 'Picollo'. Ik was wel te laf om alleen te gaan. Mijn kotgenote Sabrina was mee. Sabrina was zo'n gekke losbol die als een magneet werkte op andere vrouwen, omdat ze in haar een levende brug zagen naar hun eigen verdoken neigingen tot losgeslagen uitspattingen. We droegen alle twee onze kortste rok en daaronder onze strakste broekkousen. De tondeldoos zat in de hoek.

Ze schuifelden onwennig op hun stoel. Zagen er een beetje uit als kleine jongens die door een ouder betrapt zijn met hun broek op hun knieën en een hand rond hun piemeltje. Sabrina deed hen het voorstel. Ze moesten niet bij de hoeren gaan. Ze mochten het geld elke week aan ons geven. Dan mochten ze om beurten over ons heen. Ze mochten alles doen wat ze wilden. Toen Sabrina het woord 'alles' nog eens benadrukte, ging er een schicht elektriciteit door mijn clitoris. Haar woorden schenen echter niet door te dringen tot de mannen. Ze zaten daar maar. Staarden in hun glas. Trokken hun dassen los, prutsten aan hun mouw, prutsten denkbeeldige pluisjes weg. Ze zeiden het niet, maar het was duidelijk dat ze er niets voor voelden.

Sabrina en ik snapten er niks van. Twee mooie vrouwen, al zeg ik het zelf, gepresenteerd op een dienblaadje en ze wilden niet. Achteraf sprak ik er over met Robby. Die wist niet hoe hij moest reageren. 'Je ging lid worden, dacht ik, niet jezelf verhuren.' Er leek iets te breken in zijn stem en volgens mij stond hij op het punt om te wenen. Ik haalde mijn schouders op. 'Daar heb ik het niet over. Ik vraag je waarom ze geweigerd hebben.' Hij pakte zijn jas, trok zijn schoenen aan en zei: 'Geen idee. Jullie waren te onvrouwelijk, veel te direct of zo.' Ik vroeg hoe we het dan anders hadden moeten doen. 'Zet je volgende keer gewoon meteen op hen, benen wijd, kut bloot, misschien helpt dat.' En weg was hij. Van die uitslover was ik af.

Robby dacht in bed uitsluitend aan mijn genot. Alleen focuste hij er zo hard op, dat het eigenlijk om nog iets anders ging. Mijn genot was een medaille op zijn ego. Hoogst irritant. Al die maanden dat hij zijn tong verrekte om mij opnieuw en opnieuw klaar te beffen, droomde ik van niets anders dan van een stoere krijger die mij zo begeerde dat hij me op de grond smakte en mij zonder boe of ba ruw verkrachtte. Zo overdonderd door mijn aantrekkingskracht op hem, dat hij alles en iedereen om zich vergat. Maar zelfs lid worden van een tondeldoos kon mij dat genoegen niet verschaffen. Emancipatie allemaal goed en wel, maar versmelten in mannelijke begeerte, behoort voorgoed tot het rijk van de fantasie. Of ik moet eens halfnaakt in de armen van een nog onontdekte stam in het Amazonewoud lopen. Misschien kunnen de tondeldozen daar nog vuur maken.

24-01-2014 om 18:39 geschreven door Tederdraads  


22-01-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
Ze brengen ze mee op tussenmomenten. Trippelende verlengden van hun ego's. Opgedirkt, afgesopt, levend gebalsemd. Onschuldige etalagepopjes. Ik weet dat ze 't express doen.

Als we geen les meer geven en de schoolgebouwen nagenoeg verlaten zijn. Als we in de lerarenkamer zitten, tussen twee deliberaties in. Betaald om met een ernstig gezicht formaliteiten uit te zitten. Dan komen ze. In drommen. De één na de ander. De vruchten van het seksleven van collega's. Kleine mensjes geboren uit de eigenliefde van grotere mensjes.

Sommige van mijn collega's trappen in die val. Luigi bijvoorbeeld. Een mollige leerkracht Duits van Italiaanse komaf. Die stormt dan met zijn bolle wangen, rood van de alcohol in zijn koffie, recht op zo'n kindje af. Tilt het op en koert onzin als een vette duif op peppillen. 'Dag Zoetje, kom jij met de mama zo eens piepen op 't schooltje, he, zoetje, pata piti pata dada la da dadda, kijk maar eens goed rond ze, zoetje, kom jij later in de plaats van mama les geven? Pa ta titi patta tatta'.

De moeder staat er dan glunderend naast. Ze kan het nu echt niet meer verbergen, hoe graag ze zichzelf ziet, hoe geweldig ze zichzelf vindt. Haar astronomische eigenwaarde nu bevestigd in deze verrukte aandacht voor die exponent van haar vlees en bloed.

Om mijn walging voor haar opeens wel bijzonder gerechte schouders enigszins te smoren, pik ik nog een appel. Ik zit te lezen, apart aan een tafel in een hoek. Ingegraven, zeg maar. Vlak bij de kar met fruit, waarvan ik de ene appel na de andere weggris, tot ik zeker een kilo of twee verzameld heb. Niet omdat ik zo graag appels eet, maar omdat ik mijn hebberige collega's niks gun. Ze reageren veel te enthousiast, telkens de poetsvrouw aan het begin van de deliberaties de tafel met lekkernijen binnen rolt. We hebben het over leerkrachten, een beroepsgroep die per definitie al haar inkopen in de Aldi doet. Alles wat ze gratis kunnen schooien, is welkom.

Mijn kruimeldiefstal leidt mij verder ook af van het gegons van irritante gesprekken. Collega's die  zelfs buiten de deliberaties maar blijven leuteren over de resultaten van die of die leerling, als betrof het echt iets belangrijk. Wat kan mij het ene fuck schelen als een leerling buist? Daar dienen scholen toch voor? Sommige slagen, sommige buizen. Zij die buizen komen heus niet noodzakelijk slechter terecht als zij die slagen. Dat zou impliceren dat onze school de leerlingen werkelijk voorbereidt op het leven. Ach kom, wat zouden wij die jonge mensen ooit echt bijbrengen over het leven? Hier scoor je als je een co-sinus en een tangens kunt berekenen, weet hoeveel tanden een varken heeft of kunt zeggen wat de eilandjes van Langerhans produceren, maar wat heb je er daar aan buiten deze muren?

Ik heb sowieso een haatliefdeverhouding met dit zenuwnest van de school, de lerarenkamer. Er hangt altijd een sfeertje van 'wij zijn de laatste frontlinie', daar buiten zijn de monsters, alleen als je doet wat wij zeggen, overleef je de monsters. Pas op voor de monsters, luister naar ons, alleen wij weten hoe je die verschalkt. Die parade van kleine kindjes maakt het alleen maar erger.  Leerkrachten kweken er op los. Ik ben er zeker van dat leerkrachten gemiddeld meer roze koters uitpoepen dan andere beroepen. Het beroep van leerkracht leent zich uitermate tot ongebreidelde procreatie. Als ouder ben je thuis als je kinderen thuis zijn. Je weet verder perfect hoe je een kind vlekkeloos door een schoolcarrière loodst.

Op een dag zie ik mijn kans om iets te doen aan die gratis kindertentoonstelling. Het is de laatste schooldag. De leerlingen zijn al naar huis. De leerkrachten hebben het nog even druk. Enkele ouders protesteren tegen het eindverdict van de deliberatie. Onze directeur kondigt openlijk aan dat de drie deliberaties voor de goeie vorm nog eens moeten overgedaan worden. Meteen kalmeert hij de mopperende leerkrachten in kwestie. 'We komen gewoon nog eens samen, zodat ze ons legaal niks kunnen maken.'

Ik houd het in de lerarenkamer niet meer uit. Een collega heeft haar vierjarige dochter op schoot genomen en laat haar de tafel van twee opzeggen. Drie andere vrouwelijke collega's en Luigi applaudisseren en heffen een schelle, langgerekte bravooo aan. Ik schud mijn hoofd. Nog geen 1000 jaar geleden trokken er in deze contreien kloeke vikings rond die krek dezelfde vierjarige koters met hun eierkopjes tegen de wanden van lemen hutten keilden. En niemand die toen bravooo riep.

Ik ga lummelen. Rondneuzen door de gangen. Ik kom langs de keukens. Dit jaar koken we niet zelf voor het afscheidsfeestje. Er komt een traiteur met scampi's in curry. Niet toevallig hét bourgeois gerecht bij uitstek dit jaar. In de keuken spelen een jongen en een meisje huisje. 't is een moderne simulatie. De 'man' kookt en roert in lege potten, terwijl de 'vrouw' doet alsof ze telefoneert met een vriendin. Ze hebben mij niet zien binnenkomen in deze grote ruimte, ik verstop mij voorzichtig onder tafel. De ongerepte fantasie van twee kinderen overhoren is altijd beter dan de lerarenkamer.

Hun spelletje 'moeke en vake' heeft een thrillerelement. De mama hoort zogezegd vreemde geluiden uit de kelder. Van achter twee grote ketels zie ik hoe de papa gewapend met een spatel richting kelder gaat. De mama wacht gespannen bij het deurgat. Beneden getuigt de papa van veel fantasie. Hij roept dat hij gegrepen is door een vleesetende plant. De moedige mama waagt zich ook de kelder in. Ze zet wel eerst een kookpot op als helm en grijpt een bezem die ze als een lans voor zich uit houdt.

Onder mijn tafel glimlach ik breed. Zou ik het werkelijk durven? Ach, wie komt er achter? Ik kruip snel overeind. Van het vorige eetfestijn weet ik dat de deur naar de kelder met de voorraadkasten van de school sterk knelt. Als ik ze met een smak dichtklap, weet ik zeker dat die twee kleintjes die deur nooit meer open krijgen. Ik controleer even. Zelfs ik moet uit alle macht sleuren om de deur terug te openen. Mijn ogen vallen op de lichtschakelaar. Ach ja, ik kan het maar beter goed doen. Knip en binnen is het licht uit. En nu maar hopen dat vleesetende planten kunnen zien in het donker, bedenk ik bij mezelf.

Ik keer terug naar de lerarenkamer. Vol anticipatie zit ik achter mijn boek. Het is een biografie van Mengele, maar dat hoeven mijn collega's niet te weten. Dat doet hen maar vragen stellen. Ik heb het boek in de kaft van 'Laus Stultitiae' gestopt. Dat lokt maar één vraag uit. Een collega LO vraagt waarom ik een gids voor Erasmusstudenten lees. Ga ik soms een sabbatjaar nemen en een jaartje in het buitenland studeren? Om er snel van af te zijn, zeg ik dat ik iets in die aard overweeg.

Na een uurtje begint de klopjacht. Waar zijn Bavo en Geertrui heen? Bavo en Geertrui blijken geen broer en zus te zijn. Des te beter voor hen. Dan kunnen ze in de kelder tenminste zonder scrupules 'doktertje' spelen. De leerkrachten lopen door elkaar als de vrouwen en kinderen van een indianendorp dat 's morgen ontdekt dat het omsingeld is door twee regimenten stoute langmessen. Heerlijk sfeertje, moet ik zeggen. Ik steel gauw nog twee dikke appels. Rode, zo heeft mijn vrouw ze graag. Een spontaan cadeautje, omdat ze zich niet wilde voortplanten.

Pas als er sprake is van child focus en politie, begeef ik mij wijselijk richting de speelplaats. Daar voetballen enkele jongens. Vergezeld van Luigi vraag ik hen of ze Bavo en Geertrui soms gezien hebben. 'Die spelen kokeneten in de keuken.' Luigi schiet er vandoor. Alsof hij denkt dat de twee per ongeluk zichzelf gefrituurd hebben. In de keuken zijn de kindjes al gered. De kuisvrouw heeft hen gevonden. Bavo heeft een sanitaire noodkreet uitgezonden, merk ik aan zijn natte broek. Hij heeft ook enkele krabben in zijn gezicht. Zoals het elke goede vrouw betaamt, heeft Geertrui de schuld van het gebeuren in Bavo's schoenen geschoven. Haar nageltjes hebben dunne voren getrokken in zijn neus en op zijn kin. Zowel de mama van Bavo als de mama van Geertrui zitten zichtbaar met de zaak verveeld. De mama van Bavo zit tenslotte met een schijtluis van een zoon en de mama van Geertrui zit met een rancuneuze furie van een dochter. Da's ook geen manier om indruk te maken op de collega's.

Ik haal alleszins mijn slag thuis. In de eerste Ad Valvas berichten van het volgende schooljaar, staat tersluiks aangekondigd dat leerkrachten hun kroost thuis dienen te houden, omdat de school buiten de lesuren niet verantwoordelijk is voor gebeurlijke ongevallen en de school tenslotte een college is en geen kindercrèche. Zelden een directiemededeling gezien, waarin zo helder het gezonde verstand primeerde.

22-01-2014 om 21:42 geschreven door Tederdraads  


19-01-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevallen op het veld van eer

“Godverdomme, hij is gestikt”, zei de korporaal.

“Geen kogelwonde?”, vroeg Pete. 16 jaar en nog maar drie maand in dienst. Genoeg om duizenden lijken te zien.

“Nee, niks”, zei de korporaal.

“Zijn mond zit vol modder”, zei Bill, een boer uit Tennessee, 3 jaar dienst en als bij wonder nog nooit gewond geweest.

“Big John breekt ons in twee”, zei de korporaal. Hij veegde wat vuiligheid van het gezicht van de dode jongen.

“Wat kunnen wij hier nu aan doen?”, zei Bill.

“Niks. Als Big John kwaad is, breekt hij eender wie in twee”, zei de korporaal.

“En dit gaat hem woest maken”, zei Pete, die Big John al enkele keren razend had gezien. “Hij heeft onze vorige kapitein vier meter ver gegooid, omdat die ons opjaagde om ons rantsoen in te slikken.”

De kapitein brak een arm. Big John trapte ook nog zijn tanden uit. Als ze hem niet met zes man hadden tegengehouden was de kapitein zijn leven kwijt. Nu was hij alleen alle autoriteit over de compagnie kwijt. Hij vroeg uiteindelijk een overplaatsing. Liet zelfs een promotie aan zijn neus voorbijgaan.

Het groepje kwam recht uit hun gehurkte houding. Ze keken zwijgend naar het lijk. Onder de modder. De mond open, maar vol zwarte prut. Lichaam intact. Vertrappeld tijdens een aanval. In de modder gezakt. Gestikt. Zijn geweer stak naast hem in de bruine smurrie.

Pete brak de stilte.

“Mag ik zijn laarzen? Die gaan mij passen.”

“Raak die laarzen aan en ik jaag je persoonlijk naar de overkant”, zei Bill.

“Ssst”, zei de korporaal. “Skinny Jim heeft zijn laarzen niet meer nodig. En met of zonder laarzen, Big John gaat toch door het lint.”

De korporaal trok Jims laarzen uit en gooide ze voor de voeten van Pete.

Pete wilde ze grijpen, maar Bill spande de trekken van zijn Enfield-geweer. Accuraat op 400 meter afstand en dus zeker op 2 meter afstand.

“Laat dat”, zei de korporaal. “Pete heeft die laarzen nodig. En verdiend ook.”

De kleine Pete had gisteren vier Yanks afgeknald. Waaronder een luitenant. Die hij had omgelegd met een buikschot. Met het pistool van de luitenant zelf. Afgepakt in een worsteling. Die kleine pezige jongeman was glad als een aal. Zeker in al die modder. Van hen allemaal leek Pete de enige die geboren was om oorlog te spelen. Te spelen. Voor hem was het een spel. En dood gaan was enkel spijtig, omdat het dan uit was met spelen. De jongen gaf om niks. Enkel om winnen.

Pete trok de leren windsels die rond zijn voeten zaten als schoeisel los en gooide ze weg. “Kunnen we nog soep van koken,” grapte hij, terwijl hij op één been rondhuppelde en de laarzen aantrok.

“Houd je muil”, zei Bill. “Of ik knal je neer voor Big John de kans krijgt om je hoofd af te rukken en in je romp te pissen.”

“Kalm”, zei de korporaal. “Zoals het er nu aan toe gaat, zijn we er straks toch allemaal aan.”

En alsof de yanks zijn woorden wilden onderstrepen, voelden ze de grond onder hen daveren.

“Is dat onze artillerie?”, vroeg Bill.

De korporaal trok zijn schouders op. “Het is helemaal op onze rechterflank en ver van hier. Meer hoef ik niet te weten.”

“Ha, die passen perfect”, zei Pete en hij sloeg zijn hielen tegen elkaar.

Bill wilde hem een slag geven met de golf van zijn geweer, maar de korporaal hield hem tegen. “Houd die vechtlust voor de yanks, Bill. 't is die kleine zijn fout niet dat Jim dood is.”

Naar Jim verwees niemand als “die kleine”. Nochtans was Jim maar anderhalf jaar ouder dan de 16-jarige Pete.

“Goed, mannen. Even de opties overlopen”, zei de korporaal.

George, die tot nu toe niets had gezegd, riep vanuit het struikgewas waar hij zijn broek had laten vallen dat hij de oplossing had. Hij zat met de “bruine hardloperij”. Liep dagelijks een paar keer leeg dankzij dysenterie.

“En die oplossing is: We hebben hem helemaal nooit gevonden.”

“Schijtluis”, zei Bill. “En zijn laarzen dan? Waar heeft Pete dan die laarzen vandaan?”

George staarde naar de voeten van Pete. “Ja, die moet hij dan teruggeven.”

Als antwoord schouderde Pete zijn Enfield en zei: “Zijn jullie nou echt allemaal zo dom als een zeug? We schieten hem toch gewoon zelf lek.”

De mannen wisselden een blik uit. De korporaal snoot zijn neus.

“IJskoud”, zei Bill, “IJskoud, die kleine”.

De korporaal stak zijn zakdoek weg. “Die kleine heeft een punt.”

George kwam van achter de struiken en bond zijn broek vast met een koord. “Toch niet. Jim gaat niet meer bloeden. Hij ligt al te lang in die koude modder.”

Het begon terug te regenen. De grond bleef daveren.

“Een paar kilometer naar links zijn er veel die nu ook hun einde vinden in de modder”, zei George.

Bill nam zijn hoed af en sloeg een kruis.

“Je denkt echt dat hij niet meer zal bloeden, George?”, vroeg de korporaal.

“Zeker weten.”

“Verdomme.”

Pete zei: “Hak dan zijn hoofd af. Het werk van een kannonbal. Pats. Weg. En dan hoeft er niet veel bloed op zijn kleren te zitten.”

Bill zei: “How, wacht, wacht eens even. Waarom kunnen we niet gewoon de waarheid zeggen?”

George floot. “Fieuw. De jongste zoon van Big John, vertrappeld tijdens een aanval. Waarschijnlijk door onze eigen mannen. Gestikt in de modder voor hij één Yank heeft gezien, laat staan een van die klootzakken heeft gedood. Wat een smet op zijn eer. En dat na wat gebeurd is met Thomas.”

“Wie is Thomas?”, vroeg Piet, die zijn nieuwe laarsen schoon veegde met de mouwen van zijn bruine uniformjas.

“Big Johns oudste zoon”, zei de korporaal. “Kreeg een kogel los door zijn hoofd bij Gettysburg. Ene slaap in, de andere slaap uit.

“Aha, ja, twee zonen verliezen. Da's zwaar”, zei Pete alsof hij 90 was en het zelf al eens meegemaakt had en het normaal vond.

“Hij is hem niet helemaal verloren”, zei de korporaal.

“Hij leeft nog?”, vroeg Pete, die eindelijk stopte met het poetsen van de laarzen.

“Yup. Hij leeft nog. Ze moeten hem 's nachts vastbinden of hij loopt schreeuwend en schoppend door het huis, maar hij leeft nog. Niks mee aan te vangen. Verstand kwijt”, zei de korporaal.

“Hij kan nog wel hout hakken volgens Big John”, zei George. “Met de moeder is het ook slecht gesteld. Die wil niet meer spreken sinds Thomas -of wat er van overschiet- terug is en Big John ook de jongste heeft meegesleurd naar het front. Big John is ten dode opgeschreven. Zijn vrouw slaat zijn hersenen in. Al moet ze een ladder gebruiken om aan zijn hoofd te kunnen. Nee, we kunnen hem dit niet aandoen.”

“Big John maakt eerst ons kapot. Het gaat onze fout zijn. De eerste actie van zijn jongste zoon. En die stikt onder onze voeten zonder een schot te lossen”, zei de korporaal.

“Onder onze voeten?”, vroeg Bill. Die nam zijn hoed weer af en sloeg een kruis.

“Big John overleeft het zelf misschien niet eens”, zei Pete.

George verdween terug achter een struik en stak weer zijn broek af. “Heilige Maria dat doet deugd.”

“Nee”, zei de korporaal. “John overleeft. In '61 jaagden ze een bal los door zijn twee heupen. De chirurgen keken zelfs niet naar hem om. Verloren zaak. Negen maand later marcheerde hij terug als de beste.”

“Maar hij pist bloed”, riep George.

“Kak jij nog geen bloed?”, vroeg Pete.

George gooide een tak in Pete's richting.

De korporaal zei: “Big John piste altijd al bloed, want Big John drinkt het bloed van zijn vijanden.”

“Echt?”, vroeg Bill.

“Nee, Bill, nee”, zei de korporaal. “Maar goed, wie neemt de eer te beurt?”

“Ga je echt zijn hoofd...?”, vroeg Bill.

“Een beter idee?”, vroeg de korporaal.

“Ik doe 't wel”, zei Pete. Hij pakte zijn bayonet die aan een riem om zijn middel hing en sprong naast het lijk.

De korporaal draaide zich om. Bill liep naar de struiken en kotste.

“Godverdomme, Bill, ze geven ons al haast geen eten dan ga je het nog uitkotsen ook”, zei de korporaal. “Kunnen we allemaal ons rantsoen binnen houden? Anders krijgen jullie niks meer, hoor.”

Het was stil. De mannen hoorden enkel het snijwerk van Pete. En kanonnen in de verte. Plots wensten ze allen dat ze midden in de actie waren.

“Wat doe ik met het hoofd?”, vroeg Pete na dik tien minuten.

“Begraven, verdomme. Wat anders? Opzetten? Spietsen?”, vroeg de korporaal.

“Kalm, kalm”, zei Pete. “Ik vraag het maar.”

“Goed. George en Bill, nemen jullie de brancard.”

Bill stond met één hand over zijn mond. “Kunnen we niet een doek of zo over hem leggen?”

De korporaal en Pete legden het lijk op de brancard en de korporaal gooide zijn overjas over de soldaat.

Bill sloeg zich een kruis. George trok terug zijn broek op.

“We moeten ons nu wel een beetje haasten. De compagnie kan ons niet eeuwig missen.”

“Pete, begraaf het hoofd op een honderdtal meter van hier. Ik ken Big John, die komt nog wel eens neuzen hier.”

“Neuzen naar de neus van zijn zoon”, zei Pete die er vandoor ging. Het hoofd bungelde bij het haar.

George zei: “Ik heb soms medelijden met de Yanks. Ze weten niet dat wij satanskinderen als Pete in onze rangen hebben.”

Bill nam zijn hoed af en wilde zich een kruis slaan.

De korporaal trok zijn hoed uit zijn handen en trok die hard over Bills hoofd en zei:“Stop daarmee, pak die brancard.”

Ze ploeterden door de modder, terug naar hun linies en zeiden maar weinig.

“Gelukkig blijft het vandaag rustig in onze hoek”, zei de korporaal als ze halfweg waren.

“Dat zal wel niet lang meer duren”, zei George. “Grant hamert op onze linies tot we breken. Hij heeft mannen genoeg. In New York komen ze vers van de boot. Het eerste dat ze in hun pollen krijgen is geen hark of schop of riek of pikhouweel, maar een springfieldgeweer.”

“Hij kan ze niet blijven tegen ons aan gooien. De Noordelijke kranten schreeuwen moord en brand. Ze noemen hem de slager”, zei de korporaal.

De vijandelijke legers wisselden dagelijks kranten uit tussen de linies. Van zodra er een moment rust was. Sinds Grant de plak zwaaide aan de overkant, was er steeds minder rust. Tenzij in de dood. Waarvan er steeds meer was.

Vlakbij hun linies, haalde Pete hen in.

“Dat hoofd vindt niemand nog,” zei hij.

“Geen details, graag,”, zei Bill, “Geen details.”

De kapitein van de compagnie kwam hen tegemoet. “Gevonden?”

Ze knikten.

“Goed, kan iemand van jullie Big John verwittigen? De kolonel heeft al de compagnieofficieren samengeroepen in zijn tent. Ik moet gaan.”

Als de kapitein weg was, zei George: “Die chargeert liever pal op een yankeebatterij dan dat hij Big John confronteert.”

“Goed, jullie wachten bij de gravers”, zei de korporaal. “Ik ga naar het lazaret. Laat hem niet begraven tot Big John hem gezien heeft.”

“Maar Big John heeft toch een kogel door zijn long?”

“Nou en? Toch zal hij zijn zoon willen zien.” De korporaal nam een slok uit een kleine vestzakfles, veegde zweet en modderspatten van zijn gezicht, nam zijn kepi af, moffelde die in zijn zak, blikte eens kort omhoog naar de hemel en ging.

Ze stonden bij de gravers. Negers. Extra bleek waren de lijken aan hun zwarte voeten. Dode makkers lagen netjes op een rij. Allemaal zonder schoenen. Sommigen in hun onderhemdje zonder uniformjas. De gravers hadden hun zakdoeken voor hun gezicht gebonden. Tegen de stank. Het regende wel, maar het was vochtig warm. Hier en daar lag een dooie yank. Opgeblazen en opengebarsten. Doorvoede lijken barstten. De ondervoede zuidelijke lijken, bleven vreemd genoeg intact.

Big John verscheen verbazend snel, met twee krukken, die nauwelijks tot aan zijn heupen kwamen.

“Ik wil hem zien, ik wil hem zien, ik wil hem zien. Laat mij er langs. Hij gaat niet in een massagraf met de rest.”

Als hij Pete zag met de laarzen van zijn zoon, sloeg hij die met één slag van een kruk en zonder een woord te zeggen knock-out. Het ging zo snel dat Pete niet eens een kik gaf. Big John keek zelfs niet waar Pete landde.

George mompelde tegen Bill: “Een keer buiten westen geslagen worden voor een goed paar laarzen. Er zijn slechtere deals in deze wereld.”

Big John gooide een kruk weg. En wilde de uniformjas die over zijn zoon lag wegtrekken. De korporaal legde zijn beide handen op de brede voorarm van Big John.

“John, het is geen zicht. Hij is zijn hoofd kwijt.”

Big John duwde de korporaal twee meter achteruit, die daar in het gras viel. Big John gooide hem zijn uniformjas achterna.

De vader keek naar zijn onthoofde zoon en knikte.

De rest hield zijn adem in. De gravers rustten met hun kin op hun schoppen en staarden.

“Innige deelneming”, zei Bill uiteindelijk.

“Houd je muil,” zei Big John. “Dit is oorlog. We weten wat we riskeren. Hij is gestorven met zijn gezicht naar de vijand. Zoals een man. Beter zijn hoofd kwijt dan zijn verstand. Godverdomme.”

De korporaal deed teken naar de gravers. Ze kwamen in beweging, maar Big John riep: “Wacht.” Hij hoestte wat bloed op, maar boog zich over de wonde.

“Een kanonskogel?”

Ze knikten allemaal van ja, behalve de gravers, die de zon in het oog hielden. Hun dagtaak zat er bijna op. Straks kregen ze eten. Als zwarten dachten ze er niet aan om te vragen wat er aan de hand was.

“Een kanonskogel?', herhaalde Big John.

“Een kanonskogel”, zei de korporaal.

Big John knikte. De gravers tilden het lijk op. Big John draaide zich om:

“Ik wil dat jullie mij elk drie hoofden van yanks brengen. Mijn Jim was makkelijk drie Yanks waard. Jullie brengen mij elk drie hoofden.”

“Drie maar?”, vroeg Pete, die probeerde recht te staan, maar twee keer rond zijn as draaide en terug op zijn rug viel.

“Drie hoofden?”, vroeg Bill.

Big John strompelde op hem af. En Bill zei: “Ja, goed, drie hoofden.”

George mompelde. “Big John blijft er verdacht kalm bij.”

Big John legde zijn hand op de borstkas van zijn zoon. Prevelde iets met zijn ogen dicht. En riep daarna om de kruk die ergens in 't gras lag.

Daarna zei hij: “Over een week of twee ben ik opgeknapt. Dan gaan die yanks wat beleven.”

Tegen de korporaal zei hij: “Schrijf een brief naar zijn moeder... en zijn broer. Van mij wil ze toch niks horen.”

Tegen de zwarte gravers zei hij: “Een fles whiskey voor elk van jullie, als jullie mij het hoofd van mijn zoon kunnen vinden.”

“Maar, John”, zei de korporaal, “daar is niks van over. Met alle respect, maar een kanonskogel... Dat snap je toch?”

“Je weet nooit. In mijn familie hebben we allemaal een harde kop.”

De gravers haastten zich om hun werk af te maken.

De korporaal, George en Bill wisselden blikken uit, terwijl Big John weg strompelde.

Maar die draaide zich om: “En als iemand jullie wat aanbiedt om het hoofd NIET te vinden, wees er dan gerust in dat ik jullie het dubbele aanbied van wat men jullie ook moge aanbieden.”

En weg was hij.

“Godverdomme”, zei George.

Bill sloeg een kruis, maar de korporaal tikte op zijn handen. “Hou daar mee op.”

Pete kwam eindelijk recht. Het handvat van de kruk stond duidelijk afgetekend in zijn voorhoofd.

De korporaal greep hem vast. “Weet je nog waar het ligt?”

“Waar wat ligt?”

“Het hoofd, stomkop.”

Hij fluisterde, want de gravers hielden hen in het oog.

“Ja, ongeveer.”

“Zorg ervoor dat het helemaal verdwijnt van deze aarde, gesnopen? Of hij maakt ons kapot.”

“Goed, goed, maar ik zie alles dubbel.”

“Je moet gaan nu”. En de korporaal duwde de kleine de goeie richting uit.

De gravers deden grond over de laatste paar lijken en gingen hem achterna.

“Waarom valt Grant verdomme nu niet aan?”, vroeg George.

“Of waarom probeert hij ons niet flankeren zodat we hier snel vandaan moeten marcheren?”, zei Bill.

“Stop met jammeren”, zei de korporaal. “Die kleine vindt er wel wat op.”

Drie weken later zaten beide legers ingegraven in uitgestrekte loopgraven bij Petersburg. Grant had hen inderdaad geflankeerd, maar bij Petersburg was hij toch weer vastgelopen op de zuidelijke linies.

Big John was al twee dagen terug in de rangen. Hij had al een extra meet gekerfd in het hout van zijn geweer. In totaal had hij 17 kerven, de meeste van de hele compagnie, het hele regiment en misschien wel de hele brigade van circa 1800 man. 17 kills had hij al gescoord.

De korporaal had de oplossing van Pete zeer creatief gevonden. Sindsdien wilde Bill niet meer eten in aanwezigheid van de kleine. En George negeerde hem ook, behalve als er moest gevochten worden, want met dat jong geweld aan zijn zijde voelde hij zich relatief veilig.

De derde dag dat Big John terug in de rangen was, landde er een krant in de loopgraven. Rond en bol. Het was Big John die de krant van rond het pakketje scheurde.

Het hoofd was zwart en stonk naar een mengeling van vis en de ergste zweetvoeten die je in je leven hebt geroken. “Hier hebben jullie je mascotte terug. Groetjes, die van de overkant”, stond op het voorhoofd van Jim geschreven.

De korporaal, Bill en George zagen maar een oplossing. Ze klauterden uit de loopgraven en chargeerden recht over niemandsland. Bill riep: “Snel drie hoofden, snel.” De drie kregen postuum een medaille.

Pete bekende voor Big John hem wurgde. De kleine had het hoofd in zijn oude schoenwindsels gewikkeld en dan met een felle trap van zijn jonge benen richting vijandelijke linies geshot.

Big John ging de drie achterna. “Ik wil mijn drie hoofden. Ik keer niet terug zonder mijn drie hoofden”, zei hij als hij over de rand van de loopgraaf wipte.

Hij werd begraven naast het hoofd en de laarzen van zijn zoon.

19-01-2014 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


Tags:William Peynsaert, Amerikaanse Burgeroorlog
30-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deze blog is verhuisd naar
Klik op de afbeelding om de link te volgen

https://denoestegoesting.wordpress.com/ 

http://williampeynsaert.wordpress.com/  


30-05-2013 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


Tags:William Peynsaert, vlaamse auteurs, vlaamse bloggers, Belgische bloggers, literaire blogs
23-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
Klik op de afbeelding om de link te volgen

8u30. Een half uur door mijn wekker geslapen. Douchen. Sojakoffieverkeerd hijsen.

8u45. Bevreesd vaststellen dat mijn schizofrene tante vandaag thuis is. Empathie met zieken, zoveel je wil. MAAR NIET ALS ZE CONSTANT MET HUN KLOMPEN OVER DE VLOER KRASSEN.

8u55. De pc klaargezet voor mijn moeders Facebookavonturen. Als ik op 't werk ben, komt zij mijn computer inpalmen. Omstreeks 21u zal ik vaststellen dat ze erin geslaagd is om een groot wit vierkant te slaan in mijn scherm, dat pas weggaat als ik de pc herstart. Mijn moeder, de digiverkenner, stuit op functies die informatici nog niet eens kennen.

9u15. In de trein. Als we treingesprekken opnamen en naar een geavanceerde buitenaardse samenleving stuurden, kwamen ze ons direct koloniseren. Al was het maar om ons als narren naar hun hoven te slepen.

9u25. Ik heb zin om twee hoogbejaarde wijven met hun valse tanden tegen elkaar te kwakken. DE RAPPORTRESULTATEN VAN UW KLEINKINDEREN ZEGGEN NIETS, MAAR DAN OOK NIETS OVER:

  1. jullie waarde als grootmoeder, noch als mens

  2. de toekomst van jullie kleinkinderen (hallo, diploma-inflatie)

Ik krijg gerontofobie als ik oude mensen trots hoor putten uit de schoolprestaties van hun genetische aanhangels. Presteer verdomme zelf nog eens wat.

Kleinkinderen worden systematisch gereduceerd tot rapportresultaten.

Die grootvader van mij heeft het ook. Zijn laatste woorden tegen mij, kunnen wel eens zijn: “Hoe is het op school?”

Ik zei: “Ik zit allang niet meer op school.”

Hij: “Ja, maar ge volgt toch nog les?”

Mijn ogen moeten permanent iets uitstralen van: kieper hier uw kennis maar in, er is plaats en 't is nodig.

9u45 Ik omlijn in Eine Frau in Berlin de verbluffend mooi poëtische gruwelzin:

“Diese Mädchen sind auf immer um die Erstlingsfrüchte der Liebe betrogen. Wer mit dem Letzten begann, und dazu auf so Bösen Art, kann nicht mehr von der ersten Berührung erbeben.”

Over twee maagden die vergewaltigt waren door een hoop Russen.

9u55 Trein staat stil in Brussel-Noord. Een paar perrons verder zie ik een magere Roma-zigeunerin met kleine dochter drie verschillende mensen om wat geld vragen. Ze vangt drie keer bot. Ik had het ook niet kunnen zien, maar ik zie 't wel, want mijn radar staat op miserie.Of op werkelijkheid.

De tandeloze prestatiegerichte (zolang ze zelf niks meer moet presteren) bejaarde zegt dat haar kleindochter “nu ze in 't vijfde middelbaar zit het zo erg vindt dat ze maar eind in de zeventig procent haalt en geen negentig procent meer. Maar ja, ze moet beseffen dat dat niet meer kan he.”

Ik zou dat mens een hartaanval kunnen bezorgen door mijn diploma's voor te leggen, samen met mijn loonbrieven.

Weet ze direct hoeveel je koopt met in de zeventig procent in 't vijfde middelbaar.

Nada dus.

De enige twee kennissen die ik ken die echt heel goed hun boterham verdienen, hebben niet eens een diploma.

Het openbaar vervoer is het beste auditorium sociologie.

Treingesprekken overluisteren zijn mijn stethoscoop aan de kankerlongen van deze samenleving.

10u15-16u55: censuur

Wegens tijdsgebrek om het over de psychologisch goed onderlegde leidinggevende capaciteiten van mijn oversten te hebben. De ene heeft dan ook psychologie gestudeerd. Geen idee waar die andere de mosterd vandaan haalt. Misschien krijgen handelsingenieuren ook wel een paar vakken psychologie mee. Schril contrast met de bovengemiddelde botheid van de 'eerst stekelig doen, dan pas vragen stellen'-mentaliteit waar de meeste mensen mee te maken krijgen en die we in minieme dosissen ook bij ons op voorraad hebben, maar dan gelukkig niet bij de leiding.

17u05-18u25: in Brussel-Centraal voortlezen over oorlogsgruwel tot mijn maat uit Leuven aankomt. De grotere waanzin degusteren, om de dagdagelijkse drek met een zilverrand te omringen.

Twijfel of ik weer een tas ga stelen uit Starbucks. Slechte koffie in praktische, grote tassen. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit iets anders heb gestolen dan boeken en starbuckstassen. Er is geen verband tussen de twee.

Een kind van 8 slaapt voor mijn neus in. Geheel alleen, waar zitten die ouders?

Een man met downsyndroom komt om geld bedelen. Ik heb hem al eens wat gegeven. En als ik van nee schud, beklaag ik het mij direct. En ik beklaag het mij nu nog.

Een vrouw geeft hem zo ongeveer al haar kleingeld. Hij roept heel grappig, oprecht verbaasd en tegen zichzelf: “amaaai”

Er zit geen kwaad in die jongen. Hij herinnert mij aan één van de hoofdpersonages van Of mice and men. Ik zou hem verdomme moeten achternalopen en hem toch nog iets geven.

Met 'zou' wordt veel te veel ten onrechte vergoeilijkt.

Misschien stel ik mij daarom omstreeks 23u20 kandidaat als vrijwillig therapeut voor gedetineerden.

Ik kom vast wel in aanmerking. Mijn eigen gevangenis is 1m74 groot en weegt ongeveer 70 kilo. Is transporteerbaar aan een gemiddelde wandelsnelheid van 6 km per uur. Beschikt over een goede bibliotheek en keuken en roze kamer. Blijft toch een gevangenis.

19u15

Twee jonge meisjes benaderen mij en mijn maat die ons reeds laten afzetten hebben: we hebben iets besteld in een Brussels café in 't centrum. De twee meisjes verkopen stylo's om hun schoolreis te bekostigen. Niks van waar natuurlijk. Ze bekijken ons -zonder zeveren- alsof ze onze ogen gaan uitsteken met hun verzameling stylo's. Of toch minstens onze urethra gaan penetreren met de dikke kant eerst.

3 stylo's voor 5 euro.

Ik zeg beleefd dat dat toch een beetje 'trop' is.

Ze blijven ons nog even aanstaren als twee kleine psychopaten. Recht in mijn ogen.

Hoe zoveel onverholen haat kan zitten in veertienjarige ogen, is mij een raadsel. Of zijn hier ook net verkrachtende Russen langsgetrokken?

Als ze de deur uitwandelen, zegt de ene: “We zouden de flikken moeten bellen en zeggen dat het twee pédo's zijn.”

Slik.

Trein naar huis pakken zeker?

20u25

Een zestienjarig meisje zit zeer omstandig een joint te rollen naast mij. Ze maakt er haar werk van. Ze ziet er ook al uit alsof iemand, geeft niet wie, zwaar moet boeten, vandaag nog, omdat zij hier door een administratieve fout van de Goden circa 75 jaar moet doorbrengen.

Of spiegel ik mij in haar ogen?

Zelfs mijn literaire gruwelkuur helpt niet echt meer om te relativeren.

21u30-22u30

De laatste twee dagen zijn er in totaal voor héél België exact 32 halftijdse jobs te vinden op de site van de VDAB.

Ik wil alles schrijven, altijd, in alle weersomstandigheden en bij rondvliegend schrapnel, mijn pen is gelijk een stiepelzatte burgertrut die nog anaal maagd is op een NV-A-receptie: ze kan om verschillende redenen geen nee zeggen, maar als ik nog één motivatiebrief moet schrijven, stuur ik liever mijn CV die ik met veel motivatie in een emmer kots heb gedrenkt. Emmers kots zijn vrij te krijgen in de Aalsterse cafés, omstreeks sluitingstijd. We maken onze toeristen al jaren wijs dat de typische stank in Aalst van fabriek Amylum komt, maar wij weten beter.

22u30-0u45 Bij gebrek aan vacatures met mijn naam op, vlucht ik in 't vrijwilligerswerk. Straks tolk ik dus misschien voor een kom borsjs tussen tsjernobylkinderen en hun gastgezinnen.

Met mijn nieuw gevonden passie voor Duits zie ik mij nog eindigen als vertaler bij Deutsche Bank, als ik zo onvrij wil zijn elk beetje persoonlijkheid uit mijn CV te smijten, mijn haar te laten knippen, een strop om mijn nek te knopen en rechtop te leren lopen. Of heel die zwik van dat plan B herleiden tot de essentie en een strop rond mijn nek knopen.

0u45-1u15 Zoektocht op internet naar de dichtsbijzijnde plaats waar ik een reiskussen kan kopen. Voor dat helse moment morgen op de bus naar Praag tussen 2u en 5u 's nachts. Een reiskussen kan niet ontbreken in de uitrusting van een veteraan van de langeafstandsliefde.

1u57 Bloggen voor niet twee, maar drie man en een paardenkop. Het schaap onderschat zijn eigen hits.

23-05-2013 om 02:38 geschreven door Tederdraads  


22-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ge zijt een schaap

De telex van een schaapachtige rebel.

Om 10 u wakker geschrokken. Tot ergens 3u30 teksten voor een communistisch congres vertaald. Van Frans naar Engels.

Commentaar van germaniste die lang in Ierland woonde: “looks like very good English to me, native speaker level C2. you underestimate your capacities systematically”

Waar mijn minderwaardigheidsgevoel vandaan komt, is een groot raadsel. Nooit gepest geweest. Helaas wel zelf actief gepest. Misschien is 't meer schuldgevoel. Op de toppen van uw tenen lopen, omdat je u moet excuseren dat je in leven zijt.

Maar toch mijn dosis appreciatie had ik alvast binnen. Mijn dagdromen over sollicitatiestrategiën 2.0 kregen weer zuurstof.

“no one gives it to ya, ya gotta take it. Non serviam.”

Maar mijn motor zuipt zoveel appreciatie, dus we zien wel hoelang de 'act out of the box' koorts nu weer aanhoudt.

Was om 4u in slaap gevallen bij een Duitse docu over de laatste maanden van het oostfront.

Laptop stond nog in bed. Koude koffie klaar op 't nachtkastje.

Kofie verkeerd. Met sojamelk. Smaakt naar chocomelk. Met wat verbeelding. Gets me going.

Moet om 10u30 aan 't station staan. Mijn vriendin, literaire agente, zen teacher, komt mij halen voor bijna wekelijkse dolle dinsdag in een koffiehuis voor rijke bejaarden. Prijzige menukaart. Zit ook altijd een gehavende vogelverschrikker bier te hijsen. Pilsner. 3,20 euro. Tsjechische kwaliteit betaal je duur. Ginder minstens de helft goedkoper.

Eerst naar Adecco. Interimkantoor. Lepe georganiseerde verdeel- en heerstrategie om het werkvolk te breken. Staat hoog op mijn haatlijst.

Bewijs binnenleveren dat mijn vrouw voltijds studente is. Anders mag ze hier geen vakantiewerk doen. Ook CV van goeie (allicht beste, maar het is beledigend voor de rest van je maten om een hiërarchie te steken in je vriendenkring) afgegeven. “Ja, maar hij is van West-Vlaanderen, hoe gaat die hier geraken?”

Hij gaat bij mij logeren dan.

Er ging bij mij als kind zo'n hippiesfeer in huis, dat ik nog altijd communes sticht.

Mijn literaire agente begint te wenen als ik vertel hoe mijn grootvader met zijn laatste krachten probeert duidelijk te maken dat ze zijn trouwring hebben afgenomen.

Ik ben zelf compleet hyper. Voor een keer dat type man dat niet met tranen omkan. Ik hou dan maar mijn muil, want wat moet je daar op zeggen? Ze loopt vol van een onbeschrijfelijke droefheid. Die ze niet kan verklaren.

“Het is de leegte”, zegt ze. “Maar die is niet leeg, snap je? Nee, je snapt het niet.”

't is de fundamentele droefheid van het leven zelf. Want leven is droef. Altijd onvervuld, altijd op zoek, het eeuwige vullen van de leegte in ons, die nooit leeg is, maar toch altijd te leeg. Always on the run.

Kurt Cobain in Downer:

“Dank u lieve God om mij op deze aarde te zetten. Ik voel mij erg gepriviligeerd. Ik ben U wat schuldig voor mijn dorst”

Ja, dorst, altijd dorst.

Op 't werk, bij de krant en de site van het festival, dat maar één ding vreest bovenal: lezers aantrekken.

In de krant kan 't al wel (hoezee!), voor de site van 't festival kan het (nog) niet: authenticiteit in de teksten steken.

Maar kom, je moet soms toch een beetje de Albert Speer in jezelf bovenhalen en gewoon one hell of a job doen, wat ze je ook maar vragen.

Geschifte assiociaties maken en vrolijk cynisme behoeden mij voor de waanzin.

Vanaf 18u30 op een politieke vorming. Thema: Partijwerking.

4 uur lang goed gegeten en gelachen. Gastvrijheid zonder grenzen. Had bloemen mee voor de gastvrouw. Had ze dubbel en dik verdiend. Ik moet weer twee dagen niet eten.

Heel pak friet opgegeten van kameraad die met boefkick tegelijk een broodje en frieten had gekocht. Een zelf samengestelde mitrailette. We zagen kort voor de vorming begon ook een hard knappe ebony hottie. De kameraad met boefkick vroeg lukraak of ze de dochter was van François. Ze zei van niet.

De kameraad vroeg of ze mee ene ging drinken.

De oortjes gingen terug in, en ze antwoordde niet meer.

Zelfrelativerende hilariteit à volonté. Helaas te veel om te herhalen en out of context allang niet meer zo hilarisch. De beste momenten ontsnappen altijd aan 't papier. Geluk heeft papiervrees.

Afgezet door de man van onze videoploeg. Ik bedoel, hij zette mij af met zijn auto. Al zou hij mij ook wel durfen afzetten. Ik moet dat zeggen, want hier in Aalst kunt ge alleen bevriend zijn met mensen die ge uitschijt en verwijt. Ge moet hier wonen (euhm, overleven) om dat te begrijpen.

Thuis spreekt mijn broer mij aan op Facebook. Da's waar hij officieel gedomicilieerd is. Mijn broer is de man die sneller statussen laajkte dan zijn schaduw. Ontstellend hoeveel tijd die in de schoot zit van de Blauwe Fee en toch nog zoveel gedaan krijgt in een dag. Of geeft hij alleen die indruk?

Lenin zei 't al, we mogen onze intenties niet verwarren met onze verwezenlijkingen.

De competitieve broederstrijd van mijn broer en ik, is een van de meest ranzige aspecten meines Lebens. O de stompzinnigheid dat we te nijdig zijn om samen te werken.

Nou ja, als 't dat maar is. Luxeproblemen.

Als rood schaap nog steeds op zoek naar mijn wolfskleren. Kwestie van de familiekas wat te spijzen.

En niet moeten te kijken naar de prijs van hotels in Praag. Mijn vrouw had vandaag de grootste moeite om een betaalbaar hotel te vinden ginder. Z'is Steenbok, dus van gesternte al neurotisch spaarzaam. Maar toch, geld kan mij niet veel schelen, tenzij het is om luxe te kopen voor mijn vrouw. De manvrouwrelatie als hoofdreden voor winsthonger moet ook eens serieus onderzocht worden.

Als ge uw grootvader ziet kämpfen voor zijn leven, vraagt ge u af waarvoor het even zo neurotische spaargedrag van mijn grootouders goed was? Mijn grootmoeder is ook steenbok. Lijkt verdacht goed op mijn vrouw. De vonk hedonisme in haar ogen komt er ook alleen uit als ik eens naar haar lach. Vissen hebben die eigenschap, hedonisme triggeren.

Maar soit: waartoe al dat obsessief gespaar? Op een dag was hun koelkast kapot, omdat het in de keuken kouder was dan in de koelkast. Spaarzaamheid kan zeer duur uitvallen.

Denkt mijn grootvader nu dat hij in de hemel met zijn spaarboek een kamer met een grotere tv met zicht op zee en roomservice (lees: friet op bed) kan huren? Ik wens 't hem toe.

Als ik twee seconden geen marxist ben, bij voorkeur buiten de uren 9 tot 17u, zie ik geld als spirituele energie. En die energie moet ruimte krijgen. Als ge 't niet ophoopt en niet van u weggooit, blijft t vanzelf bij u. Een beetje gelijk een vrouw.

Alle dingen die het waard zijn om te hebben, die begerenswaard zijn, gedragen zich als vrouwen.

Daarom gaf ik 20 euro uit aan een vinylplaat. Een zeldzame verzamelplaat van nog zeldzamere nummers uit de sixties. Geschenk voor vaderdag. Bij leven en relatief welzijn, heb 'k nooit zo'n orgineel cadeau gevonden. Ik gaf altijd geld of ik kocht hem een paar schoenen, maar nu staat dus die plaat bij zijn urne. Zugestellt via Amazon Duitsland. Ze staken daar niet meer tegen hun schandalige werkomstandigheden, die mijn koopgedrag met bloedschuld overladen. Ik hoop dat ze een groter deel hebben gekregen van mijn 20 euro dan voorheen.

En om 1u 's nachts nog bloggen voor twee man en een paardenkop. Want mijn hersenen zijn gelijk een hamster. Dat moet lopen in zijn tredmolen'ke naar nergens, want anders kwijnt het helemaal weg.

Ik ga in slaap vallen bij de docu Todeskampf der Reichshauptstadt - Berlin April 1945

Mijn dagelijkse fopspeen voor 't slapengaan, en ge leert er nog wat Duits mee.

22-05-2013 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


20-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De wachtkamer van de sectie hartbewaking. Ik duik op de sofa voor het raam. Ik leg mij neer. Ik begin over mijn jeugd. Mijn grootmoeder snapt er niks van. Ze ziet mijn 'antics' al niet meer. Twintig jaar 'Familie' en 'the bold and the beautiful'. Genocide in neuronenland.

Mijn ma kan er mee lachen. Was begonnen met, snotterend: “En ja, mijn ma kuiste in een school en in de zomervakantie moest ik altijd mee en ik zat altijd alleen in de lege gangen met een paar plastic soldaatjes...”

Toen kwam er nog volk binnen. En ge moet u toch een beetje serieus houden. Op sterven liggen is een serieuze bedoening. Vooral met vreemden bij. We gingen binnen. Hij lag daar bekabeld en bedraad. Met sondevoeding en al. Het eerste half uur van de dag dat ik geen al dan niet flauwe grappen uithaal. En ik moet nog tranen verbergen ook. Zo serieus werd het daar en cynische mensen hebben altijd het grootste hart.

Als ge moeite doet om de mens te snappen, vliegt ge door 't leven gelijk een wild opgejaagd konijn. Daardoor vinden sommigen mij een toffe komiek. Losgeslagen wanhoop is inderdaad een goeie basis voor komische effecten. Mijn verplegers riskeren later de slappe lach te krijgen. Maar dan liefst niet als ze mijn sonde steken. Ik wil ook hoogbejaard nog kunnen neuken. De ene snakt naar friet met mosselen, de andere heeft genoeg aan één mossel.

Na 't ziekenhuisbezoek ging ik mijn dagelijkse 8 kilometer lopen. Nu ik in de revolutionaire ondergrondse zit, kan ik maar beter rap leren lopen. Voor de flikken. Vroeger ging ik nog leren lopen om sneller te zijn dan de vrouwelijke fans. Al is mij nooit duidelijk geweest waarom ik daar zou van weg lopen. Waarschijnlijk ben ik ook daarom nooit doorgebroken. Als ik dan eens vrouwelijke fans had, ging al mijn tijd direct daar naar toe.

Maar nu is 't mij ernst. Elke dag. 8 kilometer. Zelfs al is het nacht. En ge ziet nog eens wat. Zo 's nachts langs de Dender. Ik zag op zijn minst een homokoppel dat een ritje maakte in een stilstaande auto. Brokeback mountain hier gewoon in mijn achtertuin. Bareback Dender. Het is schoon. Er hing een zwangere stilte in de lucht, toen de twee jongens samen stijlzwijgend over het water keken, terwijl de zon langzaam wegzakte. Ze keken niet op toen een rare apache met 'globalize solidarity' op zijn pull voorbij schoot.

Drie kilometer verder zag ik een drugsdeal. Of toch een schimmige transactie. Ik ben zo ongeveer de enige van mijn vrienden die zot genoeg is om 's nachts in den donker 8 km te gaan lopen langs de Dender. En ik kan niet eens deftig zwemmen. Mijn doodsverachting kent geen grenzen. Of was het levensverachting?

Alleszins, ik kwam ongeschonden terug thuis. En toen chatte ik met mijn broer. Over de banden van Behanger met Vlaamse Leeuwen, Karim Van Overmeire en Zuid-Afrika. En ook nog wel over natte fufuna's (kutten, in 't Slowaaks, dames en heren, met de F van Fluweel), maar ook over het seniele stadium van het kapitalisme. De staatsveilgheid zift nu dus nuttige anti-revolutionaire info uit heel wat spunky gesprekstof.

Daarna. Ja, daarna. Ge krijgt veel gedaan in een dag, als ge leeft gelijk een opgejaagd konijn. Daarna las ik in eine Frau in Berlin.

Godverdomme, zeg, dat is een sympathiek wijf die dat boek geschreven heeft. Nee, serieus. Heel eerlijk, heel authentiek. Haar naam staat er dan ook niet op. Een mens kan alleen maar helemaal eerlijk zijn, anoniem. Anonymia staat er als auteur vermeld.

Maar wat een wijf. Om te vermijden dat ze dagelijks een keer of twintig geschonden en verkracht wordt door zatte russische frontoviki (frontsoldaten) papt ze aan met de hoogste in rang. Om één wolf te hebben om haar te beschermen tegen alle andere wolven. Eerst vindt ze een luitenant. Daarna vindt ze een majoor. Zit ze tegen 't einde van het boek bij een kolonel-generaal of heeft ze nog liggen vozen met Stalin zelf?? Spannend!

En het plan werkt! Ze verkrachten haar niet meer. Ze poept gewoon haar officier. Niet dat ze daar zin in heeft. Maar als overlevingsstrategie is 't fijn gevonden. Zo oud als 't menselijke ras zelve waarschijnlijk. Toch is ze trots op haar strategie. Ondertussen merkt ze tot haar verbazing dat de weduwe in wiens huis ze woont, een relatie begint met een 16-jarige frontovik. Ik moet zeggen: mijn schmutzige geest weet dit boek zeer te smaken!

Het enige wat mij nog meer misselijk maakt dan het leven, is een saai en voorspelbaar leven. Als de riooljournalistiek moeilijke woorden mocht gebruiken, dan zou ik daar een jobke proberen losweken. Maar ik hou zo van moeilijke woorden. Dat houdt mij min of meer mentaal gezond. Net zoals de ingewikkelde ruzies die het koppel in Who's afraid of Virginia Woolf hen gezond hielden.

Is ook de hoofdreden waarom ik loop. Zuurstof voor de hersenen. Wat Paul McCartney zei van George Harisson mogen ze ook van mij zeggen: “He didn't suffer fools gladly.” Als intelligentie een vrouw was, zou ik haar vijfmaal daags steil achterover beffen, met ijs stand-by voor mijn tong en al haar lippen.

Ik denk, dus ik ben. Ik denk, dus ik verdien niet veel. Ik denk, dus ik ben een docujunkie. Ik denk, dus ik verpruts mijn beste economische kansen omdat ik compleet flip van de minste bureaucratische noodzakelijkheden en formaliteiten.

Ik denk, en zoveel, en zo durch einander, en zo snel associatief, dat ik waarschijnlijk tegen de schizofrenie aantik. Van alle drugs ben ik het meest bang van cannabis. Want dat is een van de weinige dingen die de dam tussen 'denkverslaafd kunstenaar' en 'schiozfreen' kan wegslaan. Ik ben dan ook de enige die mijn schizofrene tante nog aan 't lachen kan maken. Als ze mistroostig en depressief uit haar ogen zit te kijken, ben ik de enige die denkt: “Daar zit eindelijk een normaal weldenkend mens!” Want wie denkt, die gaat er aan kapot. Een lang weekend als dit is de reinste gruwel voor haar. Te veel tijd om te denken.

Daarom lees ik zo graag Eine Frau in Berlin. Dezelfde totale chaos, waanzin, dagdagelijks surrealisme (gedwongen wodkafeestje met je eigen massaverkrachtende bezetters!), maar eindelijk vond iemand het de moeite waard om het allemaal eens op te tekenen en uit te geven. Want het was toevallig ook nog oorlog.

Mijn vader tekende het dagdagelijkse surrealisme ook op. Maar het was geen oorlog. Dus leek het te absurd of te cynisch om waar te zijn. Vreedzaam België is nochtans ook oorlog. Tweefrontenoorlog. De samenleving of het eigengewin. En op tv en elk ander scherm brandt elke dag de hete oven van de marketingholocaust. En de ene geest na de andere gaat op in rook.

20-05-2013 om 02:15 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Kliniek. Grootvader. Spieren zijn weg. Ligt er al te lang. Grijze gelaatskleur. Kluwen van buizen. Heel veel medische hightech. Made in Germany.

Hij heeft ook nog gewerkt in Duitsland. Eerst als soldaat bij de Panzertroepen, daarna bij de genietroepen. Expert explosieven. Heeft nog rotsen kapot geblazen voor mijnbouw. Weet nog altijd hoe je in een uur of zes de Rijn oversteekt met pontonbruggen. Daarna bij Volkswagen. Spreekt ook nu soms nog Duits. Onder andere met mijn vrouw, germaniste van opleiding, langbenig moordwijf van geboorte.

Nu spreekt hij niet meer. Er zitten te veel buizen in zijn keel, door zijn keel, overal zitten buizen. Hij krijgt verdoving. Hij kan alleen zijn hoofd wat bewegen bij ja-nee vragen. Als we hem soms nog wakker krijgen.

Mijn grootmoeder, die nog dagelijks over de tweede wereldoorlog spreekt, en dus niet te veel tijd verliest aan affectie geven, zegt hem enkele keren dat ze hem altijd graag gezien heeft. En dan komt er toch wat beweging onder de lakens. Van zijn hand, dames en heren, van zijn hand. Hij wil haar dan proberen een hand geven.

Die twee hebben meer dan 50 jaar samen geslapen. En zijn de laatste 20 jaar nooit langer dan een uur apart. Indrukwekkend om zien, zo'n vergroeiing. En triest, intriest.

Aan mijn kant van de familie, trekken we zelf de stekker uit. We smijten nog de laatste cynische galgenhumor de groep in, en hop, daar gaat die stekker. En het punt waar we compleet afhankelijk zijn van Duitse hightech, verplegers en andere helpende handen, dat komt nooit. Aan moeders kant van de familie, hebben ze meer liefde voor het leven dan narcisme. Live slow, eat a lot, aan de ene kant. Live fast, die young, aan de andere kant.

Nu hij daar zo ligt af te zien, krampachtig vast houdend aan het leven, vraag ik mij nog meer dan anders af waar het allemaal goed voor is. De hoofdreden dat hij nog wil blijven, is mijn grootmoeder. En zonder zeveren, de tweede reden of toch de derde reden, is dat er nog frieten zijn op de wereld. Mensen die graag leven, eten graag en veel. Mijn pa die at alleen omdat het moest.

20-05-2013 om 01:10 geschreven door Tederdraads  


18-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Dingen die mij vandaag bezig hielden. In telexstijl, want er zit te veel ruis in mijn kop. En te veel caffeïne bij gebrek aan pure Colombian disco shit cocaïne.

*wie goeie fictie wil schrijven, heeft veel empathie nodig en sociale rust (werkzekerheid op zijn minst). De laatste keer dat ik goeie fictie schreef, is al bijna twee jaar geleden. Conclusie: ik moet dringend iets aan mijn mentale onrust doen, voor 'k nog fictie schrijf

*nu mijn grootvader met een pamper aan drie machines ligt met een draad of tien in zijn armen, neus en slokdarm, snap ik nog beter waarom mijn vader zelf zijn exit geregeld heeft. Er kwam geen pamper aan te pas. Ook geen sonde. Ook geen verplegers die hem moesten wassen. En dood zag hij er uit als Clint Eastwood, niet als een verwelkte decubitusplant die de machteloosheid kreunt uit zijn ogen

“it's better to burn out than to fade away”

*werken voor linkse ideologiën is fijn en boeiend werk, maar er zit geen geld op links. Het geld zit in 't midden en op rechts. Mijn geld- en eerzucht komen altijd in botsing met mijn politieke overtuigingen. 't is altijd mijn politieke overtuiging die het dan wint. Maar 't maakt mijn eerzucht wel pissig. En zo heeft iedereen wel een of andere burgeroorlog in zijn ziel. De uitbater van stripwinkel Koeritza zegt overigens dat linkse partijen de beurswereld zouden moeten infilteren. Let the system implode.

*een vrouw vertelde mij vandaag dat ze aan een lopende band werkt. Da's al triest genoeg, maar aan die lopende band zit een vent die op haar geilt en kwijlt. Hij is hoger in rang en ze durft er niks van te zeggen. Is bang dat hij haar begint te pesten als ze zijn avances al te bot afwijst. Ze wijst hem dagelijks een keer of tien af, vriendelijk maar kordaat, maar hij wil de boodschap niet begrijpen. Hij zit zelfs te wenen, naast haar, aan de lopende band. Wenen omdat hij haar niet kan krijgen. Waar is de tijd dat Will Tura schaamteloos durfde zingen “mooi, het leven is mooi”. Waar haalde die zo'n goeie cocaïne?

*een fabriek in Aalst gooit alle PVDA-flyers helaas rechtstreeks in de vuilbak. Ze kijken er niet eens naar. Heeft niks met de PVDA te maken. Ze smijten alles van politiek op kant. Als ze al iets lezen is het de krant met de grote foto's. Het Laatste Nieuws (en in mindere mate het Nieuwsblad) hebben de unieke positie dat ze een heel landsdeel politiek beïnvloeden. Een totaal monopolie op de analysevorming van het overgrote deel van de bevolking. Met als visueel verlengde nog de twee tv-journaals die dit landsdeel bekijkt. Ik kan als linkse miliant niet zeggen dat ik nood heb aan een grotere uitdaging.

*als ik spreek met arbeiders is het vaak opbotsen tegen heel wat xenofobie. Ik zou niet per se zeggen dat het om racisme gaat. Er blijkt uit hun woorden niet dat ze andere rassen als inferieur beschouwen. Wel zijn ze er bang van. Er leeft echt het idee dat 'de' vreemdelingen hier in ons land alles gratis krijgen. De paar vreemdelingen die ik ken, kregen alleszins niks gratis. Tenzij misschien een klein beetje onderwijs. Van leerkrachten met heel weinig middelen. Een vreemdeling die ik ken, een Armeniër, mocht zelfs oprotten, ook al was zijn werkgever erg tevreden over hem en wilde hij zijn contract heel graag verlengen, toch kon hij terug vertrekken naar zijn land. Waar hij niks had. Sinds de val van de Sovjet-Unie ging het ginder bergaf. “Ik kan u één ding zeggen over de Sovjet-Unie. Ten tijde van de SU leefde ik goed.” Kort en bondig.

*verplegers en verpleegsters doen fantastisch werk. VOKA schildert werknemers in de zorgsector af als een soort parasieten die het geld dat ondernemers genereren opsouperen. Niet nuttig voor de maatschappij, al die zorg. Tot er dan eens een ondernemer ziek valt, zeker? Een maatschappij die het niet meer kan opbrengen om de erkenning te geven aan de mensen die erkenning echt verdienen, doet aan hardlopen op een slappe koord. Proberen hardlopen op een slappe koord. Goeie beschrijving van onze gold rush maatschappij.

*ik heb na jaren twijfel en herladen met gsm-kaarten, dan toch een gsm-abonnement genomen. Het laagste tarief. Dat met de onbeperkte smssen. Heb internet laten blokkeren. Ik kan niet over mijn limiet gaan. Zou mij 12 euro max kosten per maand. Een stuk minder dan normaal. EN TOCH VRAAG IK MIJ AF OP WELKE MANIER ER OP SLINKSE EN ONVERWACHTE WIJZE EXTRA GELD UIT MIJN ZAKKEN ZAL GEKLOPT WORDEN. Welkom in de marketingholocaust.

*ik zaag nu wel altijd ludiek over hoe slecht ik mij voel, maar misschien moet ik toch eens melden: misschien is 't niet helemaal normaal dat ik er bij loop als een opgefokt do or die command. Een verzuurd Himmelfahrtkommando. Een van mijn laatste geneugten: talen leren.

Maar mijn schoonheidsbeleving is nagenoeg weg. Als ik al iets schoon zie, doet het mij meer pijn dan goed. Mijn broer vermijd ik, want er zit te veel leven in, ik kan zijn vrolijkheid niet meer aan. Ik verdraag alleen nog cynische mensen. Muziek verdraag ik niet meer, terwijl ik vroeger niet zonder kon. Kunstwerken doen zeer. Podia verdraag ik niet, tenzij ze onder mijn voeten staan. Knappe vrouwen benader 'k niet meer. Lezen doe 'k alleen nog uit koppigheid om bij te leren. Altijd maar bijleren. Allemaal kennis die 'k dan niet weet te vermarkten in mijn CV. Ik gebruik te weinig de kleur blauw. Let er op: alles wat u iets probeert aan te smeren, weze het nieuws, slechte tv, social media, liberalisme, verzekeringen: BLAUW.

Zou beter mijn lange arm kweken, in plaats van mijn kennis. Kennis stond nog nooit zo laag aangeprijst. Kenniseconomie, my ass. Gebakkenluchtverkoopeconomie, dat wel. Mijn loon is een directe weerslag van mijn bij momenten walgelijke schaapsheid en braafheid. Als pastoors volwassen vrouwen mochten neuken, was ik beter dat geworden. Een beetje lullen over liefde en empathie, ik kan dat erg goed met mijn week hartje. 'You're so loveable', zei een vrouw onlangs tegen mij. Een andere zei een paar weken geleden dat ik een ongewoon hoge 'aaibaarheidsfactor' had. Ik kan ongelofelijk veel, maar er is niks bij waar ik grof geld mee kan verdienen. Tenzij ik lobbyist word voor de takbaksindustrie.

Want lijmen, o lijmen, dat kan ik goed. Als mijn geweten niet aan obesitas leed. En met de jaren niet alleen maar tot nog loggere en vettere proporties zwol. Er gaat geen dag voorbij of ik beklaag mij dat ik niet exact mezelf ben, maar dan 30 centimer groter en met rucksichtslose dictatoriale trekken. Als ik al kinderen had lopen, dan kon ik mij rustig elke dag een gigantische spuit met testosteron zetten. Kwestie van een beetje Schwung in mijn carrière te krijgen. Dit weekend vertaal ik alweer zes pagina's Frans naar Engels. Gratis. De mensen voor wie 'k 't doe, zullen nog geen halve poot uitsteken om mijn carrière een zet te geven. Maar, maar, maar, ik hou nog van Engels. Ik hou nog van taal. Er is nog een glimmer spunk over. En mijn neuronen in gang houden, da's iets van het laatste dat ik going heb. What you don't use, you lose.

Allez, groeten,

Tender underground burn-out rebel without a kous en nog narcistisch ook

18-05-2013 om 23:24 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov


De vaste telefoon rinkelt. Het is de wilde weldoenster in mijn straat. Op piekmomenten deelt ze 1500 euro uit. Per week. Het is al eens gebeurd dat 600 daarvan naar mij gaan. Soms. Op piekmomenten. Mecenaat noem ik dat. Hoe de andere buren het noemen weet ik niet. Op piekmomenten is ze als een Romeinse patriciër met clientes. Zij wil dan patrona spelen. Maar haar clientes vluchten het huis uit, van zodra ze hun penningen hebben opgestreken.

Ze deelt uit volgens een systeem dat geen steek houdt. Mijn grootouders krijgen bijvoorbeeld vis en vlees. Geen geld. Veel potten haring. De vrouw die haar boodschappen doet, krijgt regelmatig een nieuwe auto. Ik krijg 50 als ik haar tv repareer. Een andere krijgt 50 als hij haar stoeprand veegt.

Niks is gratis natuurlijk. Als je iets gratis krijgt, dan ben jij het product. De wilde weldoenster in mijn straat koopt aandacht. En 't is niet simpel om een vrouw met Korsakov aandacht te geven. Elke dag heeft ze één probleem, welgeteld één, want voor meer is geen ruimte meer.

De tv werkt plots niet meer. Iemand heeft haar gebeld om haar te verwijten. Iemand wil geen geld, noch vis, noch vlees krijgen. Dat begrijpt ze dan niet. Dat is een drama. Zo'n dagelijkse tegenvaller -echt gebeurd of niet- herhaalt ze tien keer in 15 minuten. Ik knik tegenwoordig sneller ja dan een Belgische laaggeplaatste ambtenaar in 't kantoor van zijn overste.

Het schuift niet slecht. En als proletarisch kunstenaar'ke die zelden erkenning krijgt voor veel literair en journalistiek gewroet, komt dat zoet binnen. Ergens beschouw ik mezelf nog als welzijnswerker en buurtwerker ook. We hebben allemaal onze rooskleurige self-talk. Mijn tantes hebben het al collectief opgegeven. Tot voor kort stonden ze hier bij de wilde weldoenster nog in de rij om juwelen van Swarowski te krijgen. Maar dat ze in ruil dan aandacht moeten geven. Dat is dan te veel gevraagd. De clientes voelen zich bedrogen. Gratis moet helemaal gratis zijn. Zonder zatte adder onder het gras.

Tot voor kort zoop ze een fles wijn of vier per dag. Plus nog een pint bier of zes. Plus nog iets van 'kette': korte drank. Hoe het mogelijk is dat ze nog leeft, is een groot raadsel. Wel zien haar ogen geel. Leverfalen.

Sinds kort beweert ze dat niet meer drinkt. Flagrant onwaar, want als ze zat is, weent ze. En ze weent terug non-stop. Ergo: ze is zat. Ze heeft ook reden om te wenen. Ze heeft geen enkele familie meer. Haar man is enkele jaren geleden gestorven. Die had een hoge positie bij een bank. Zij zit kinderloos op een geldberg. En dus deelt ze geld uit. Alleen lukt nu ook dat niet meer. Want de mensen hier zijn zelfs te tam om tien minuten empathie op te hoesten voor 50 euro. De enige die uit gewetensbezwaren trouwens al dat geld consequent en koppig weigeren zijn mijn moeder en mijn vrouw. Als het geld schijnbaar gratis uit de hemel valt, vallen de maskers af. En hier in de buurt hebben we dus twee eerlijke, integere mensen.

Hoe deze situatie in een gezonde samenleving zou aangepakt worden, weet ik niet. Misschien krijg ik het nog verkocht aan Het Laatste Nieuws. In deze samenleving is de eerste reflex natuurlijk: hoe valt hier winst uit te slaan?

18-05-2013 om 12:27 geschreven door Tederdraads  


17-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
Klik op de afbeelding om de link te volgen Eigen lof stinkt, maar de enige reden waarom we de laatste paar weken er in slagen om NIET in 't Engels te communiceren, is omdat ik koppig volhard in de boosheid. En altijd overschakel op Nederlands en Slowaaks, als zij weer eens in 't Engels begint. Via skype verloopt het helaas nog vaak in 't Engels. Maar in geschreven vorm (sms, FB, mail, brieven) zijn de voertalen eindelijk Nederlands en Slowaaks.

Zij schrijft soms nog Engels, omdat ze vlotter schrijft in 't Engels, dan in haar eigen moedertaal, Slowaaks. Het geeft te denken. Wat een 'natuurlijke' dominante kracht gaat uit van het Engels. Gelukkig heeft ze een zus die wél spontaan altijd Slowaaks tegen mij spreekt (zie foto). En ook ouders die niet zo snel overschakelen op Engels, anders was ik voor mijn Slowaakse lessen echt aangewezen op mijn prismawoordenboek. En de paar documentaires die in 't Slowaaks op YouTube staan.   Het is wel nog niet zo moeilijk als met Slovenen. Slovenen, tenzij ergens hoog in de bergen, schakelen allemaal automatisch over op Engels als je niet hard oplet en consequent blijft Sloveens praten. Dat maakt de Slovenen dan zo'n beetje de Vlamingen van Oost-Europa, wij hebben ook die reflex om onze moedertaal uit het raam te gooien van zodra er een buitenlander op onze radar verschijnt. Het kost mij dan ook de grootste moeite om Nederlands te praten met mijn vrouw. Ik verplicht er mij zelf dagelijks toe. Ik kan tegen haar geen dialect spreken, want dan leert ze een taal die economisch slecht in de markt ligt.

Dus moet ik dat zeer kunstmatige algemeen Nederlands van mij boven halen. Om de een of andere reden gaat mijn stem ook een paar tonen de hoogte in als ik algemeen Nederlands spreek. Dat moet de schaamte of de ergernis tegenover mijn eigen artificiële taal zijn. Aangezien het goed is voor haar punten op de unief, en ik niet weinig trots put uit het feit dat zij veel beter scoort dan de rest van haar klas Nederlands (ook al is zij de enige die het vak vrijwillig volgt) spreek ik dus dagelijks met een soort koorknapenstem Nederlands met haar. En het gaat hard vooruit. En zo ben ik ook nog full-time onbezoldigd leerkracht Nederlands. Mijn schoonzus is enkele uren in de week onbezoldigd leerkracht Slowaaks. Ik schraap met moeite het minimumloon samen, maar godverdomme, ik leef toch rijk.

17-05-2013 om 20:42 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Twee albums van Verkrijt verkocht. En een exemplaar van mijn verhalenbundel Kladderadasj. Nettowinst 8 euro. Uiteraard te delen met mijn artistieke partner Dieter Walckiers. Een schrijfcarrière met twee is veel plezanter dan helemaal alleen.

Vanmorgen een voorstel gedaan aan 'mijn' Roma-zigeuner, Sava. Albums van Verkrijt versjacheren. Aan tien euro per stuk. Een euro daarvan mocht voor hem zijn. Hij vond het een mooi boekske. Mooie cover en zo. Bleek verdorie ook nog Nederlands te kunnen lezen. Maar hij wilde niet. Niet zonder officiële verkoopskaart.

What the hell? Het laatste beetje eerlijkheid opgestapeld in 'mijn' Roma-zigeuner. Terwijl iedereen er op los sjoemelt en graait, wil deze man, die 5 euro verdient op een goeie dag, met twee kleine kinderen thuis, ergens in een krot in Brussel, nog niet onofficieel stripalbums verkopen.

Ik was zwaar onder de indruk. Heb hem uiteraard niet onder druk gezet om het toch te doen. Heb hem 25 cent gegeven. Een kameraadschappelijke tik op zijn schouder gegeven, bij gebrek aan een medaille en een ridderorde, en ben zelf naar mijn, euhm, Arbeitstelle getrokken.

De hele rit lang had ik Duits gelezen. 'Eine Frau in Berlin', een anoniem dagboek van een Duitse vrouw. Ze schrijft over de periode van 20 april 1945 (ja, de verjaardag van) tot ergens juni 1945. Ik zit nog maar 60 pagina's ver, de Russen zijn nog maar twee dagen in haar Berlijnse wijk doorgedrongen, maar ze is wel al drie keer verkracht door Iwans. Ene keer met soortement toestemming, omdat ze dan maar door één Iwan verkracht werd, en niet door een hele bende. Speelt mee dat de Iwans blijkbaar liefst fette Fraue vergewaltigen en de vertelster is graatmager.

Prachtig beschreven al die toestanden, met veel cynische humor, mijn laatste strohalm, temidden van mijn Anerkennungssucht (shit, weer een lezer kwijt, zo'n moeilijk woord), algemene misnoegdheid en economische crisis, waar veel te weinig mensen openlijk kwaad over zijn.

Het is nu zover gekomen dat ik ook in 't Duits begin te denken. Ik zag vannacht een drie uur durende documentaire. Hitlers Henker (Hitlers beulen). Viel daar uiteindelijk bij in slaap. De docu liep door. Dus heb in mijn slaap aardig wat Duits gehoord. Dat had zo zijn gevolgen. Ik kon vandaag niet meer op 't Nederlandstalige woord voor Stellvertrerer komen.

Alleszins een lekker cynisch boek. “Liever een Rus op je buik dan een Amerikaan op je kop.” De Amerikanen bombardeerden, de Russen verkrachtten.

Door al dat gelees over grausame oorlogstoestanden, bewaar ik zo'n beetje mijn perspectief bij mijn natuurlijk aanleg voor zelfbeklag. Ge zijt een Einzelkind of ge zijt het niet.


17-05-2013 om 19:54 geschreven door Tederdraads  


16-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Trein terug van non-werk. Twee jonge zwarten hebben 't over 't leven en over voetbal. Over voetbal: iets over dat Benfica een of andere overwinning behaalde. Zal mij natuurlijk veggyburger wezen (vegetarisme ook doortrekken in je taal). Maar ze hadden het dus ook over het leven. De ene zei dat het leven hard was, en dat je maar beter fris bleef, want dat je anders kraakte. De andere beaamde. Zei dat er al veel gekraakt waren.

Dat doet wat. Twee jonge gasten dat horen zeggen. Het klonk doorleefd ook. Niet iets dat ze nabekten, omdat ze 't van hun ouders hadden gehoord.

Ze hadden er ook over dat er zoveel zwarten zijn in Denderleeuw en Aalst. Als ze het over zwarten hadden, zeiden ze 'black' (enkelvoud én meervoud). Ze spraken nochtans Frans. De ene zei lachend: “Als ge hier in de zomer op een bus stapt, zijt ge precies in de getto. Luid dat die mannen zijn! En dan met hun oortjes op 't luidste volume, amai.”

Vreemd om zwarten (of moet 'k nu 'black' zeggen?) zo bezig te horen. Leken wel Vlaams Belangers, maar dan welgemutst (ook letterlijk), niet verzuurd en goedlachs. Of misschien hadden ze gewoon ogen in hun kop.

Ik vond dat opvallend en dus smijt ik het op een blog, want het leven is dan hard, ik ben nog steeds niet gekraakt. En op den duur ga je nog vermoeden dat ik wel nooit zal kraken. Maar toch, we blijven waakzaam. Want zwart, black, wit, bruin enzovoort, het leven is hard. Vooral nu we al onze sociale verbanden verknippen, tenzij digitaal. En ik heb liever welgemutste black naast mijn deur dan verzuurde politiek zwarte Vlaamse Belangers.

Zelf was ik vandaag voornamelijk groen. Ik zag in een paar kranten de kop verschijnen van een concurrent. Die kerel lult ook maar wat goedbedoeld uit zijn nek en gooit er hier en daar al eens een woordeke dialect tussen, maar hem krijgt wel een forum. Dat doet zeer. En dus sloeg 'k groen uit. Waarmee ik overigens geen bekijks had, want in Brussel kijkt iedereen naar de tien vierkante centimeter vlak voor de punten van zijn schoenen.

Behalve de Oost-Europese jongedame die ergens in hetzelfde gebouw als ik werk. Hopelijk mét full-time contract en veel extralegale voordelen. Met die had ik omstreeks 16u55 oogcontact. Ik moet hoognodig eens uitvissen waar exact zij een bureau opleukt, want ik wil natuurlijk mijn Oost-Europese talen oefenen. Eigenlijk maakt het niet uit welke Slavische taal ze spreekt, ik zal er wel iets van verstaan.

Als ze u op 't werk geen extralegale voordelen te bieden hebben, moet ge er natuurlijk zelf voor zorgen.

Vanochtend een lang interview gezien met de secretaresse van Hitler. Traudl Junge. Die heeft dat jobke eigenlijk min of meer per ongeluk gekregen. Ze heeft die positie nooit geambieerd. Maar toen ze die job kreeg, was ze toch wel blij en trots. Kunt ge haar dat verwijten? Ik weet het niet. Zelf zegt ze: “Ik heb altijd gedacht dat 't normaal was dat ik niks wist van de misdaden. Tot ik het graf van Sophie Scholl zag en zag dat ze even oud was als ik. Dus wie wilde kon het toch uitvinden.”

Traudl Junge was kwaad zichzelf. Of beter: ze was kwaad op het jonge meisje dat ze ooit was geweest. En door zo in de derde persoon te spreken, nam ze er natuurlijk veel afstand van. Alsof zij het niet was geweest. Een heldin kunt ge haar moeilijk noemen, toch niet als jong kind. Maar toch schoon dat ze er later als oude vrouw zo openlijk over sprak. Of was al die openheid maar geveinsd? Albert Speer kon ook verdomd goed acteren. Dus wie weet. Alleszins het vonnis van de historici: naïef kind dat zo'n beetje toevallig is komen aanwaaien, daar in 't Führerhoofdkwartier.

Waarom vertel ik dat? Ik weet het niet. Ik weet ook niet waarom ik dat bekijk. Moest ik nu nog een doctoraat schrijven over het dritte Reich... Maar nee, 't zal wel zijn omdat mijn hersenen gymnastiek nodig hebben. Bij gebrek aan een full-time betrekking die mijn neuronen am besten weet te gebruiken.

Een vriendin vindt dat er nogal veel wanhoop blijkt uit mijn mails en andere schrijfsels. Zelfs uit mijn sollicitatiemails. 't Enige dat tegenwoordig schijnt te helpen tegen Wanhoop is klein beetje exhibitonisch zitten 'ranten' en dagelijks 8 kilometer vreten. Dat en Duits en Slowaaks leren. En Russischtalige/Franstalige gesprekken op treinen afluisteren, om zeker te zijn dat ze in mijn bovenkamer de drukpersen nog stil hebben gelegd.

“Die Lage is Ernst, aber nicht hoffnungslos”


16-05-2013 om 19:24 geschreven door Tederdraads  


15-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Wie de werkloze met de meeste talenkennis, geschiedkundige bagage en de vlotste en de scherpste pen en meest lenige beftong (nee, William, dat laatste zet ge NIET op een CV) zoekt, mag bij mij aankloppen.

Volgens een maat sta ik op een patronale zwartlijst, omdat de werkgevers liever een arme stakker hebben dan een snuggere schrijver die de kant van stakers kiest. Volgens die van de mutualiteit ben 'k langharig werkschuw tuig.

En nu verwacht ge dat ik zeg: de waarheid zal ergens in 't midden liggen, maar niks is minder waar. Vandaag moest ik mijn dossier binnen leveren bij de ErVéA (wie weet wie hier meeleest, mijn blogstatistieken zitten in de lift). Of ze er daar nog wijs uit raken, weet ik niet. Freelance journalist, artiest, acteur, kunstmatig artistiek ondernemer (tegenwoordig moet alles gelinkt worden aan ondernemen) I don't know. Op een bepaald moment zijt ge die papierwinkel zo kotsmoe dat 't u toch allemaal niet meer kan schelen. Wat moet dat zijn voor mensen die nooit intellectualistische prietpraat hebben moeten leren op den unief om zich door zo'n wredig duidelijk opgesteld ErVéA-dossier te worstelen?

Een maat van mij die iets economisch zinnigs doet met zijn Slavische talen-en niet uitsluitend iets innig romantisch gelijk ik- en dus in Slovenië zit, schrijft mij vandaag en ik citeer:

“verder ben ik hier ook weer eens in de bureaucratische papiermolen beland... Heb hier een vertaling gemaakt, maar om te worden uitbetaald, moest ik volgens de belastingsdienst een 'Bewijs van residentie' in België gaan halen om aan te tonen dat ik in België woon en daar dus eventueel belastingen betaal. Dat heb ik gedaan, dan ben ik hier in Slovenië terug naar de belastingsdienst geweest, die zeiden dat het goed was, maar dat ze wel een vertaling nodig hadden. Dat kon ik natuurlijk wel begrijpen. Heb dan 25 euro betaald voor die vertaling (had het even goed zelf kunnen vertalen want moeilijker dan ime, naslov en zo van die woorden ging het niet worden, maar ja, had officiële stempel nodig op die vertaling en dat kon ik er natuurlijk niet zelf op zetten...) en vorige week ben ik dat gaan inleveren. Toen zeiden ze dat ik binnen twee tot drie weken mijn geld zou mogen verwachten. Nu krijg ik gisteren telefoon, dat het eigenlijk nog niet dat document is dat ze nodig hebben, maar nog een ander ”


Hoe herkenbaar. Die maat van mij vallen ze lastig voor zoiets, maar het grote Sloveense geld, dat ontsnapt natuurlijk.


Gelijk ik hier als artistiek ondernemer vakjes kleur op mijn stempelkaart om ons maatschappelijk bestel gestut te houden. Leve mijn maat, die zich al die moeite troost, om zo de Sloveense staatskas te spijzen.


Een andere maat (als ge geen echte macht hebt, hebt ge veel echte vrienden en omgekeerd) stuurt mij een 'vacature' >>>>>>>

Teksten vertalen van Engels naar Russisch, van thuis uit.


Het bronstige addertje onder het scherpgerande gras:


GRATIS


voor de VN.


GRATIS NAAR RUSSISCH VERTALEN VOOR DE VERENIGDE NATIES.


Erger dan gratis: “Gemaakte kosten kunnen NIET vergoed worden”


Ik laat mij al melken door mijn eigen ideologie, ik ga mij nu niet laten kakkerneuken door het schaamlapje van centrumpartijen allerlanden. Ze kunnen dik mijn kloten kussen daar bij de Verenigde Naties. Vooral hun Oekraïense deputaties, indien vrouwelijk, staat het vrij om helemaal gratis mijn kloten te kussen. Spasiba bij voorbaat.


Niet dus.


Maar ik dank de maat die het goed bedoelt, en er waarschijnlijk vanuit gaat dat als ik maar lang genoeg gratis draaf voor de VN ze mij dan uiteindelijk wel ergens een betaald jobke vinden. Om rapportjes te schrijven over onderdrukte minderheden waar dan niemand wat mee doet (met die rapportjes)


Een andere maat (ik herhaal: zonder echte macht hebt ge veel echte vrienden en omgekeerd) zit in Wenen. En rijfde vandaag zijn eerste voorschot van 8000 euro binnen. Daar kunt ge al wat mee aan. Die lacht eens schamper als hij ziet wat ik uitspook, met mijn weke ellebogen. En Wenen is nog een prachtige stad bovendien.


NOG een andere maat van mij (als ge niet kunt uitpakken met uw dikke sjees die ge zuur aan 't afbetalen zijt, moet ge uitpakken met uw maten he) is voor mij aan 't lobbyen om als ambtenaar te gaan werken. Ik heb dat ooit al eens een paar weken gedaan. Dat was een van de schoonste jobkes van mijn woelige carrière. Teksten van de Europese Unie lezen. In het DEUTSCH. Hard op weg om mijn nieuwste lievelingstaal te worden. En gewoon lezen he. Ik moest ze niet eens vertalen. Alleen af en toe een uitermate schwierig woord in de woordenboek van 't ministerie van financiën zetten. Als er toen geen schandaal was uitgebroken waarbij bleek dat heel Aalst daar al werkte na het collectief steriel likken van de aars en uiteindelijk ook de hele endeldarm van ene Anne-Marie Verdoodt, dan was ik daar zeker gebleven. En dan was ik als Mensch nooit nog gegroeid en snapte ik nu nog altijd de bollen van hoe de economie en 't leven echt macheert, maar het had toch mooi kunnen zijn. Zo een lekker gepland modelleven, met een schoon loon op 't eind van de maand, stipt gestort en niet om moeten bedelen, een pak voordelen, een driesterrenrestaurant, gewoon zo, een verdieping lager voor alle collega's samen, godverdomme ja, het had schoon kunnen zijn, om ook zo vrij te vegeteren en nog te durven zagen ook, dat soms de telefoon rinkelt. Het heeft niet mogen zijn. De aars van Anne-Marie Verdoodt stond aangebrand op de cover van 't Nieuwsblad en ik moest niet meer aantreden met mijn tong. Ik mocht ergens anders gaan lekken. En gelekt heb ik, maar 't heeft mij zelden een job opgeleverd.


En om af te sluiten met NOG een maat, een vriendin deze keer:


een vriendin schreef mij deze week een brief van een zestal A-4 kantjes. Met de hand. En verdorie schoon geschreven, alsof ze een zenboedhiste was, en eigenlijk is ze dat ook. De munchies (ik noem mijn collegatreinreizigers knabbelaars, 'k weet 't, 't is denigrerend, en ik beloof er mee te stoppen als ze allemaal een boek van mij kopen, ze moeten 't niet lezen, ik ben geen sadist, helaas nog te veel masochist) keken mij stomverbaasd aan. Alsof er daar iets zeer sacraals en zeer uitzonderlijk gebeurde.


Het was ook echt zeer uitzonderlijk. Een 21ste eeuwse dame had zowaar de tijd gevonden in het genadeloze jachtklimaat om iemand een hele brief te schrijven met de hand. Ze keken mij aan alsof ik uit een teletijdmachine was gevallen. En ik vond dat best plezant, ik val niet graag op met een dikke sjees voor mijn deur, maar ik val graag heel hard op met dingen die twee keer niks kosten, ge ziet, ik ben altijd eerlijk.


Ze schreef onder andere iets over zelf verantwoordelijkheid opnemen voor alles wat u overkomt. Voor een communist is dat nu natuurlijk vloeken in de kerk, want het is het systeem dat ons in de merde duwt.


Maar laat haar nu even doen, deze blog is innig verliefd op het vrijelijkste vrije woord. Ze zei dat als ons iets overkomt, dat ons dan blijft overkomen, tot we de les leren die er altijd uit te leren valt.


Welke les ik moet leren om nooit nog gelijk een parasiet behandeld te worden en eindelijk eens de financiële influx te hebben die past bij de intellectuele capaciteiten die mij al toegedicht worden sinds de kleuterklas, awel, ik weet het niet. Ik hoop dat ik het rap leer, want mijn afkeer voor dat soort bewijsrondes van 'ik ben geen parasiet, want kijk...' is groot. En 't is ook absurd, want het hoeft allemaal niet te gebeuren. En ik kan natuurlijk altijd een excuus vinden waarom het gebeurt, maar ik peins dat ik eigenlijk gewoon veel te braaf ben. En aan braafheid zijn al meer mensen gestorven, stillekes, dan aan driestheid, dollekes.

Dus ik zal dan maar eens een maand geen boeken kopen en zien of ge op amazon, naast licht aangebrande in Haïti door slavenarbeid bekomen T-shirts, ook kostuums kunt bestellen, zodat ik gelijk een schaap in wolfskleren de wereld kan in sluipen, om eerst mee te graaien en eelt te kweken op de ellebogen en daarna des te beter de stemlozen een stem te kunnen geven.


15-05-2013 om 18:26 geschreven door Tederdraads  


12-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Goed op weg om de spartaansheid van mijn bijzonders gebeurtenisloos leven met factor 0,05 te verhogen door elke dag 8 km te gaan lopen langs de muddy banks of the Dender. Ik zeg muddy om het te romantiseren. Want op heel het traject ligt maar één plas water van één vierkante meter groot. Voorts begint het traject wel meer en meer te lijken op de Mekongvallei. Niet omdat er een bende verpauperde Erembodegemenaars hun werkloosheidsuitkering uitbreidt door clandestien rijst te verbouwen op stukken grond die van hen niet zijn, maar omdat het er daar zo groen bij ligt.

Groen is goed voor het gemoed. En dat is goed voor mij, want ik heb doorgaans het gemoed van een bloedmooi zestienjarig Duits meisje dat een Russisch tankregiment hoort aanrollen anno februari 1945. Dat wil niet zeggen dat ik op het punt sta om mij op te hangen in de varkenstal in den hof. We hebben geen varkenstal.

Het is overigens niet al kak op Facebook. De tweede beste Stalingradexpert van België schrijft in zijn status update:

“Lieven Soete

| "De Zevende Dag" over spoor- en chemieramp in Wetteren :: journalisten worden herleid tot soort sluwe peuteraars die mensen dingen moeten doen zeggen die vooraf in het script vastliggen. Journalistiek is het "nieuws" bevestigd zien dat door die media en hun bazen zelf gecreëerd is. Vroeger gebruikte men daar het woord "propaganda" voor.”

Alle journalistiek is natuurlijk altijd op de een of andere manier wel propaganda. Klakkeloos berichten overnemen van Belga is passieve propaganda. En wat ik zelf schrijf, is ethisch goed bedoelde propaganda, maar het blijft dan wel bij goedbedoeld, want hierna kijken weer zoveel dorpsgenoten minder mij op straat nog aan.

Propaganda hoeft voor mij geen negatieve bijklank te hebben. Dat is te veel eer voor Herr Goebels. Propaganda is ok, zolang de lezer weet dat het om propaganda gaat. En als de lezer het zich gemakkelijk wil maken, mag hij/zij er gerust vanuit gaan dat hij altijd met propaganda te maken heeft. Maak voor het gemak wel nog eventjes -let wel: nog eventjes- een uitzondering voor medische bijsluiters.

8 km lopen en niet meer ejaculeren. Want ja, om elke dag 8 km te lopen, kan je best al je testosteron opsparen. En da's bij mij altijd al in short supply geweest. Of was 't de productie van groeihormoon die ik saboteerde door als kind al de nachtuil uit te hangen? Er circuleren nog wel ergens foto's van mij als vijfjarig te midden van een hoop Playmobil die een of andere belegering van Sebastopol moet uitbeelden, waar ik temidden slaap. Staande on my own two feet. Overigens het dichtste dat ik ooit gekomen ben tot op mijn eigen beide benen staan. Rebel without a kous, gelijk mijn pa het samenvatte.

Dat piekende testosteronniveau heeft ook tot gevolg dat ik gewoon random foto's van Slowaakse vriendinnen van Slowaakse Facebookbvriendinnen gewoon hier op mijn blog smijt. Wat u ziet is dus gewoon EEN Slowaakse. Een langpootmug zoals mijn maten en ik die gedoopt hebben. Benen tot onder hun schouders. Dus geen fotomodel, gewoon een random Slowaakse, zoals ze er daar hele straten vol van hebben. Wie zijn testosteron wil zien pieken tot voorbij de adromedanevelen mag rustig een wandeling nemen door de winkelstraten van Bratislava.

Wees wel gewaarschuwd: je vindt in Bratislava nergens een plek waar je zo rustig het excessieve testosteron kan wegjoggen als hier langs de Dender. De beste plek om te lopen in Bratislava ligt omstreeks deze tijd belegd met naaktzonnende langpootmuggen, met zeer fiere borsten. Ik vind dit niet uit. Het is een van de redenen waarom ik terug naar België ben gekomen. Het is gewoon slopend om niet te kunnen ontsnappen aan al dat vrouwelijk geweld. Maar na een jaar in België, begin je er toch weer terug naar te verlangen. En ik kan altijd nog mijn bril afzetten voor ik buiten ga, zoals mijn Chileense maat Manuel doet. Hij loopt dan wel tegen verlichtingspalen, maar het scheelt heel wat pijn voor zijn paal.

Over manvrouwrelaties deel ik graag nog deze prent, ook al weer opgeduikeld uit de beerput die Facebook is. Want je kan er soms toch een parel opvissen. Net zoals ik hier in Brussel-Centraal soms eens een vrouw zie die bijna zo mooi is als een doorsnee Slowaakse. Hier hebben ze alleen de overbekende reguliere muggen, die met Slowaakse langpootmuggen enkel gemeen hebben dat ze je bijten in bed.

Ik ga stretchen, want ik wil ook morgenvroeg weer mijn gebruikelijke acht kilometer kunnen strompelen ergens in de DMZ. Demilitarized zone van Erembodegem, het pad langs de Dender. Waar je eventjes geen Johnnies en Mariana's tegenkomt, die wel graag sportschoenen dragen, maar nooit gaan lopen, tenzij je hen vraagt om een boek te lezen.

Hoogstens enkele zwermen amateurcoureurs zie je daar. Die gelukkig snel voorbij zijn. En je voor luttele seconden onderdompelen in een walm van wasverzachter. Maar dat is ook weer snel voorbij. En dan is er alleen het asfalt, het gegons van de E-40 ergens boven je kop, de uitgestrekte groenigheid en genadig slinkende testosteroniveaus.


12-05-2013 om 12:54 geschreven door Tederdraads  


11-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
Klik op de afbeelding om de link te volgen

En de dag alvast begonnen met deze TedTalk. Over educatie. Pijnlijk grappig


http://www.ted.com/talks/ken_robinson_how_to_escape_education_s_death_valley.html?utm_source=newsletter_daily&utm_campaign=daily&utm_medium=email&utm_content=button__2013-05-10

Het plan was om alvast te gaan lopen, voor mijn maat wakker wordt. Wat niet rap zal gebeuren, want die was gisteren 22,5 uur aan 1 stuk wakker. Het plan om te gaan lopen is verzopen in een miezerig beetje regen. Vroeger was ik daar vlam door gelopen, maar samen met de verweking van mijn onderbuik, verweekt ook het beetje ziel dat ik nog over heb en dus zit ik hier, tenminste trouw te wezen aan één nieuw geïnstalleerd ochtendritueel.

Ik kreeg verder al een uppercut op mijn kin, vanwege Renaat Van Poelvoerde, de laatste man die de miserie van hele landen nog optekent, waar wij allang te afgestompt voor zijn om nog naar om te kijken. En op het nieuws hebben ze 't liever over sport dan over de onthuizing van duizenden. Eén onthuizing is leuk voor een stuk in Dag Allemaal. Massale onthuizingen gaan al rap vervelen. Renaat schrijft:

“In Vlaanderen weet men niet goed wat doen met het gemeenschapsgeld en geeft men dan maar 800.000 euro subsidie om een musical te produceren, terwijl ondertussen in Spanje vorig jaar meer dan 32.000 gezinnen het dak boven hun hoofd verloren omdat ze de maandelijkse hypotheek niet meer konden afbetalen. Dat blijkt uit cijfers van de Spaanse centrale bank. .

Volgens de Spaanse centrale bank werd vorig jaar op 39.167 woningen beslag gelegd. Bij 32.490 daarvan ging het om de vaste woonsten. De rest zijn vakantiewoningen en woningen bestemd voor verhuur. Geschat wordt dat sinds het begin van de crisis in 2008 zowat 400.000 woningen in Spanje in beslag werden genomen.”

400 000 woningen in beslag genomen. Daar zouden we met z'n allen steil van achterover moeten vallen. Maar niet dus. Vooralsnog gaat het geconsumeer heerlijk oblivious verder. De koopgrage mensen gaan zich door een beetje regen niet laten afschrikken, die zijn niet zo week als deze bohémien. Ik vroeg gisteren aan iemand die het kan weten: komen die Spaanse toestanden ook naar België? Nee, België staat er nog sterk genoeg voor. We zitten nog wel even safe. Zet nog een stoelke bij daar op de terassen van de Grote Markt. Dat beetje regen gaat ons niet tegenhouden. Café de koning van Spanje is het dichtste dat we zien van de Spaanse crisis. Een beetje gelijk Spaanse griep. Als ge 't een nationaliteit geeft, staat ge er vanzelf buiten.

Ondertussen kweekt men hier de stoottroepen van de neoliberale golf. Mijn grootvader ligt in de kliniek. Drie overbruggingen, klaplong, pacemaker nodig, paar keer een bloedklonter in zijn hersenen waardoor hij nu Duitse marsliederen ligt te zingen voor de hele afdeling (we zien zijn gemijmer over hoe Nazi-Duitsland toch Moskou had kunnen innemen en zijn jarenlange noeste arbeid voor Volkswagen plots in een heel ander licht).

Hoe zeer gemanipuleerd zijn we al niet, als ik al mij afvraag wat de kost is voor de samenleving? Ten eerste weet ik dat niet te berekenen. Wat kost het de samenleving om een gepensioneerde wekenlang op hartbewaking te houden? Maar ten tweede is het vooral alarmerend dat een linkse Bohémien toch die vraag in zijn kop ziet opduiken. En bijna met enige fierheid concludeert: mijn pa heeft ervoor gezorgd dat hij nooit die kost was voor de samenleving.

Kost voor de samenleving. What the hell. Verlies voor de samenleving, dat moet ik zitten berekenen. Mijn grootvader doet met zijn pensioen de economie draaien. Zijn overlijden zou in de eerste plaats al een klap zijn voor de lokale frietkotindustrie. Tussen het zingen van Alte Kameraden door, vraagt hij geregeld om een groot pak friet met mayonaise en pickles. Hetgeen mij hoopvol stemt over zijn overlevingskansen. En de lokale frietkotindustrie. En de Spanjaarden... Ah nee, die niet. Ja, je kan niet iedereen redden.

Ik ga er straks van weg lopen. Als 't drie kwartier wil stoppen met regenen.

De tijd dat ik schreeuwde 'if it ain't raining, we aint training' is al zolang gespat als de huizenbubbel.

11-05-2013 om 11:12 geschreven door Tederdraads  


10-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Morning papers noemt Julia Cameron het. Kwestie van nooit in writer's block te vervallen, gewoon dagelijks beginnen met een tweetal pagina's over whatever in uw mind komt gevlogen. Het moet niet goed geschreven zijn, het moet geen steek houden, het moet u alleen maar ontgiften en kickstarten.

Ik open Facebook, de blauwe fee. Filip de Bodt van VZW Uylenkot (het moet niet correct gespeld zijn in de morning papers) deelt al verontwaardigd een opiniestuk in de Morgen. Wereldoorlog drie wordt in de rest van de wereld nog uitgevochten met afdankertjes uit wereldoorlog twee, stokoude Duitste Sturmgewehren duiken zelfs op in Irak, maar hier in 't westen vechten we wereldoorlog III uit met opiniestukjes en veel verontwaardiging. De sociale media zijn vooral de asociale slagvelden geworden. We gaan nog lang opiniestukjes over en weer schieten. En in 't niemandsland zit het overgrote deel van de bevolking dat zich afkeert van politiek, er absoluut niks mee te maken wil hebben, en hoogstens afgestompt kankert op al wie hun een doorn in het oog is (de gemiddelde Vlaming heeft een kloek balkske in beide ogen, da's bekend, je kan er de opiniestukken op na lezen)

Vannacht ging ik wandelen, want ik loop de muren op zonder mijn lief, hier in the void, wat wij Erembodegem noemen en ik kreeg de neiging om Vlaamse leeuwenstickers van veel te propere (altijd een slecht teken) auto's te trekken. Maar ja, ten eerste heb ik daar een erg negatieve associatie mee, met die leeuwenbrol, ik haat bovendien ook nog de kleur geel (brave conformistische bierbuikpapa's dragen gele zwembroeken op 't strand) en die associatie is heel negatief, wie weet bedoelt die lustige stickerplakker iets helemaal anders met zijn leeuwenvlagje (zijn, niet haar, vrouwen plakken geen vlaggen op hun auto en daarom zijn zij het wijze geslacht), misschien bedoelt die gewoon dat hij graag frieten eet en in slaap valt voor de wielerkoers om wakker te schieten bij de finish. Dus ik liet die vlagskes dan toch maar hangen. Wellicht ben ik beter met een opiniestuk over leeuwenvlaggen, dan echte actie. Want echte actie, daar doen we niet meer aan mee. Da's passé. De politieke arena, da's Facebook, de blauwe fee, en opiniestukken. Gegarandeerd is een maar een minipercentage van de bevolking die zich dagelijks door al die opiniestukken worstelt. Nog geen 2 procent waarschijnlijk. En die vreten dan hun kas op en kruipen zelf in hun verontwaardigde pen. Om de problemen op te lossen, zou ik als gokker (ik gok helaas alleen met mijn tijd, niet met mijn geld, da's ook weer cryptisch he) toch mijn geld zetten op mensen die nooit opiniestukken schrijven en helemaal nooit opiniestukken lezen. Want gelijk Boon al zei, zij die niks te vertellen hebben, schrijven, zij die wel iets te vertellen hebben, kunnen niet schrijven. Boon had trouwens verder ook niet veel te vertellen, maar hij kon het wel sappig brengen. En er blijven tenminste een paar goeie citaten van over. Gelukkig geen opiniestukken.

Ik heb net acht kilometer gelopen, en twee pagina's morning papers geschreven, nu nog beffen, the most important meal of the day, en de testes ledigen, en ik ben helemaal ontgift, verre weg van de opninieuze stellingenoorlog. Met excuus voor eventuele typfouten. Het zijn morning papers. Nalezen fnuikt er de bedoeling van.


10-05-2013 om 12:27 geschreven door Tederdraads  


03-03-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rauwe rouw (16)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Jouw vrouw, mijn moeder

Je doorgrondt iemand misschien nog 't beste door zijn tegenpool te kennen.

Bij jou is die niet moeilijk te vinden. In veel opzichten was mijn moeder het tegenovergestelde van jou. Jullie hadden wel raakpunten, empathie, vrijgevigheid, respect, beleefdheid, humor, maar in jullie attitude tegenover het leven waren jullie totaal verschillend. Bij jou was het alles of niks. Mijn moeder roeit altijd met de riemen die ze heeft, en krijgt altijd meer, door zo dankbaar te zijn voor wat ze heeft. Een zeldzaam talent. En een slechte situatie kon alleen maar beter worden. Voor jou kon een slechte situatie maar best status quo gehouden worden, want anders werd het zeker nog slechter.


Achteraf
lijkt het wel of je mijn moeder gekozen hebt, om je te kunnen begraven. Alle vervelende administratieve taken, alles wat komt kijken bij het regelen van een dagelijks leven, ging naar haar. Je deed geen bankzaken, een huis zou je nooit gekocht hebben, van leningen wilde je niks weten, verzekeringen regelde zij. Jij ging werken, en je werkte zeker hard, je gaf nauweljks geld uit en je ging altijd naar de winkel, maar voor meer had je geen zin meer. Een sociaal leven had je niet meer. Je vond op den duur niemand nog interessant. Om serieus te kunnen filosoferen, had je eigenlijk om te beginnen al in een grootstad moeten wonen en in de juiste kringen hebben gezeten. Een of ander kunstenaarscollectief of zo.

Mijn moeder heeft altijd een bruisend sociaal leven gehad. Een dorps, dat wel. En als Angry Young Man, had je daar een hekel aan. Allemaal te gewoon. Angry Young Man: meer gestudeerd hebben dan de rest van je milieu, maar geen aansluiting vinden bij andere 'gestudeerden', maar door al die studie ook de aansluiting verliezen met je eigen milieu. Recept voor vereenzaming, miskenning en sociaal isolement. Ik weet eerlijk waar niet, hoe je daar uit had kunnen treden. Internet werd pas een factor in het sociaal leven, als je al tegen je einde aanliep. En je was vies van alle technologie die uitgevonden was na 1970. Als je soms nog leefde, dan leefde je in het verleden.

Mijn moeder was in zekere zin een 'enabler', ze dekte je toe met liefde, en ze probeerde wel om je uit je depressies te krijgen, maar dat wilde toch niet goed vlotten. Als je half zo hard in jezelf had gelooft als zij in jou, was alles beetje bij beetje wel goed gekomen. Maar je luisterde niet. En als de seks niet zo goed was geweest, zou ze je allang verlaten hebben. Dat zei ze eens toen ik een jaar of twaalf was. Maar verder was zij tevreden met een simpel leven, met een regelmatig gestructureerd gezinsleven en het eren van tradities als Kerstmis en Pasen, en valentijnsdag, tot halloween toe. Het heeft er nog aan gemankeerd dat ze het suikerfeest invoerde. Ze heeft iets met tradities. Jij haatte tradities, want dat was kleinburgerlijk en die dingen werden alleen georganiseerd om de mensen blij en simpel te houden en om de winkels te doen draaien.

Je kaarten lagen niet simpel geschud, dat is zeker. Het zijn nogal moeilijke criteria voor geluk om in te vullen. Het leven moest intellectueel zijn, het moest rock and roll zijn, het moest rebels zijn, het moest opzienbarend zijn en het moest heilige huizen omver trappen en nog esthetisch verantwoord zijn ook, maar tegelijk moest het toch veilig zijn. Er moest de zekerheid zijn dat er op 't einde van de maand geld binnenkwam. Je kan natuurlijk zeggen dat je geweldig verantwoordelijk bent geweest. Je hebt je gezin niet laten stikken om een droom na te jagen. Maar dat hoefde misschien ook niet. Mijn moeder en ik hadden er niks mee ingezeten om elke dag boterhammen met choco te eten als jij tenminste iets deed dat je voldoening gaf. Jouw lach was voedzamer dan eten.

Mijn moeder heeft een soort altaar voor jou gemaakt, in de hoek van de living. Als ze over je spreekt, spreekt ze over een verrijking. Over iemand die haar wereld heeft open getrokken. Ze valt bijvoorbeeld niet meer te choqueren. We kunnen vast niemand die jou niet persoonlijk gekend heeft nog overtuigen dat je heel bijzonder was. Iedereen zal zijn vader wel heel bijzonder vinden. Maar jij had toch wat ze tegenwoordig een X-factor noemen. En dat besefte je zelf nog het best. Je stond voor de spiegel en zei: “Als ik kon, zou ik mijn eigen neuken.” En dat was wel arrogant, maar toch vooral grappig, want je méénde het.

Ik kon er toen niet voor zorgen dat je meer voldoening uit het leven haalde, en ik kan het ook nu niet. Ik ben alleen, soms, vooral elke ochtend als ik wakker schiet, doodsbang dat het ook zo met mij eindigt. Capaciteiten die niet de vruchten dragen, die ze zouden kunnen dragen. Er alleen maar aanzetten toe zien en dan met je kop tegen de muur knallen. En dan uiteindelijk niet meer proberen. En leven alsof 't een gevangenisstraf is. Met als enige troost dat iedereen vroeg of laat ook de tralies ontdekt. Als ik iets meer had van mijn moeder, sprak ik misschien geen acht talen, en misschien maar drie, maar met die drie zou ik bijvoorbeeld meer geld verdienen dan met die acht, ook al zou het minder indruk maken. We kopen natuurlijk niks met trots en een afschuw voor het onopvallende.

En ik moet echt oppassen dat ik jou niet wordt. Mijn vrouw is zo positief ingesteld als mijn moeder.

Het ware toch fijn als ze mij op een dag niet vond met een plastic zak rond mijn opstandige kop.









03-03-2013 om 22:19 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs