De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
29-11-2009
de zondagse rommelmarkt verkloten
(extract uit 'zaaien', rotzak Reimbrecht verpest de gezelligheid op de zondagse vlooienmarkt)
Het is ochtend, zeven uur en ik steven af op de vaste wekelijkse
rommelmarkt. Van die nieuwe versiertruc met de vingerhoed ben ik hoogst
tevreden, een echte wolfsklem voor wijven, zon prul. Dus ik ben vast van plan om
alle vingerhoeden die ik maar vinden kan te hamsteren. Na het bezoek aan de
rommelmarkt, ben ik van plan om mijn kans te wagen als straatmuzikant. Met mijn
zelfvertrouwen in poedervorm, durf ik dat nu wel aan.
De meesten zijn hun kramen nog aan het opstellen, maar vingerhoeden heb ik
gauw genoeg gevonden. En prachtexemplaren ook. Vier zijn het er. Niet
vervaardigd van metaal, maar van hout, beschilderd met Arabische motieven.
Hoeveel moeten die kosten?, vraag ik aan een man met een geldbeugel om
zijn middel gebonden en gekleed in een lichte regenjas. Hij draagt ook een
dikke muts en is vakkundig zijn kraam verder aan het uitstellen. Duidelijk zo
eentje die van rommelmarkten zijn hoofdberoep maakt.
Sorry, mijn kraam reikt maar tot het hobbelpaard daar. Mijn buurman komt zo
dadelijk weer, als je even wacht
Ik zeg dat ik eigenlijk heel dringend door moet en vraag hem om in de plek
van zijn buurman een prijs te verzinnen. Vier vingerhoeden, daar kun je weinig
verkeerd aan doen.
Hangt er echt nergens een prijs op?
Ik draai de vingerhoeden nog eens ostentatief om in mijn handpalm, antwoord
dan zeer beslist negatief en kijk de man ongeduldig aan.
Nou ja, goed, twee euro zal wel goed zijn, zeker?
Twee euro?, roep ik verbaasd uit. Ik bekijk ze nog eens en denk: voor
zulke mooie wil ik zelfs gerust 20 euro geven.
De man interpreteert mijn uitroep echter verkeerd en zegt:
Ja, sorry, je hebt gelijk, één euro zal ook wel al goed zijn.
Nee, dat bed,.., begin ik om het misverstand uit te klaren, maar ik herpak
mij tijdig en trek gauw een twijfelend gezicht:
Ja ok, van één euro zal ik wel niet verhongeren, niet waar?
Net als de man de euro op de kas van zijn buurman legt, duikt die terug op.
Herman, je had al een klant, ik leg je geld even hier.
Aha, de dag begint goed. Wat heb je verkocht?
Ik stap gauw door, want ik voel nattigheid.
De vingerhoeden.
De vingerhoeden? Alle vier?
Ja.
Maar hoeveel heb je daar dan voor gevraagd?
Wel ik dacht eerst een halve euro per stuk.
Een halve euro per stuk??
Ja, ik weet het, wees gerust, uiteindelijk heb ik 25 cent gevraagd.
Rommelmarkt allemaal goed en wel, maar we moeten ook geen misbruik maken van de
mensen hé
25 cent? Jouw hoer van een moer heeft ook de moederkoek opgevoed zeker toen
ze een miskraam had? Hoe haal je het in je kop om die dingen te verkopen voor
één euro? Heb je die wel eens bekeken? Weet je wel hoe oud die dingen zijn?
Kalm, kalm, Herman, ik heb gedaan om goed te doen, hé
En jawel, opeens hebben we de poppen aan het dansen. Ik heb duidelijk de
koop van mijn leven gedaan, dus vergeet maar dat ik nog afstand doe van die
hebbedingkjes. Gauw stap ik verder, want in mijn nieuwsgierigheid ben ik
blijven staan om het gesprek te kunnen overhoren.
De marskramers troepen samen rond het bekvechtende duo. En zoals ik al
verwachtte, trekt de helft partij voor de ene en de andere helft voor de
tweede. Iedereen haast zich om er alle mogelijke vuile was bij te halen. Niet
moeilijk, want iedereen kent hier iedereen en voor je het weet is het al lang
niet meer om die vier vingerhoeden te doen en blijft er niemand over die géén
ruzie heeft. Ongeloofelijk, denk ik, net een scène uit een album van Asterix.
De werkelijkheid is echt absurder dan fictie. Ik voel mij opeens helemaal in
mijn element.
Temidden van de escalerende chaos komt een bijzonder opmerkelijke figuur het
plein op gestapt. Met zijn resolute passen doet hij mij denken aan een onstuitbare
tankcolonne. Rommel an der Spitze, mijmer ik. Het geruzie stopt niet, maar ze
wijken tenminste als hij er langs wil.
De man draagt een lange zwarte
leren jas, die openhangt, zodat de wijde panden achter hem aan zweven. Het
lijkt wel of hij neergestreken komt uit de hemel. De kraag van de jas staat
omhoog, zodat hij net een rockversie van Bram Stokers Dracula is. Ik zeg
rockversie, want aan zijn ene hand heeft hij een gitaarkist en in de andere een
half gevuld glas Orval. Herkenbaar bier, zelfs van op deze afstand. Hij draagt
het niet bij de steel, maar zijn vingers omsluiten het van bovenaf bij de rand,
zodat zijn hand een spin lijkt te vormen. Geen idee waarom, maar ik vind de
manier waarop hij dat glas vasthoudt, meteen karakteristiek. Enkel mijn
onderbewuste weet waarom hij met die manier van doen mijn sympathie wint.
In zijn kielzog draaft een
puisterige, spichtige jongeman van ongeveer mijn leeftijd met een opzettelijk
gecultiveerde slordige look. De persoonlijke roadie van His Satanic Majesty,
mompel ik voor mezelf. Zijn krielkipkompaan kan hem haast niet volgen, zo snel
gaat hij.
Ik sla met mijn handen op de
respectieve ruggen van de twee dichtstbijzijnde ruziemakers en ik bijt hen luid
en agressief toe:
Heren, de moderne Don Quichot en
Sancho Panza zijn een stel straatmuzikanten. Hadden jullie dát nu óóit kunnen
bevroeden? Wel? Cervantes doet in zijn broek van geluk, als hij het ziet.
De twee kijken mij even aan. Net
of ik ben een struisvogel met de kop van een Dalmatiër en gaan dan weer gewoon
door met ruziën.
Hou je wijf beter aan de leiband
voortaan. Die ongewassen hoender laat niet het reglementaire minimum van
anderhalve meter tussen onze kramen! Hoe vaak moet ik dat nog zeggen?
Dat doet ze uit medelijden,
slampamper. Zo lijkt het alsof je aan een kraam staat dat wat te KOOP aanbiedt,
in plaats van die TBC-dekens van jou, die daar maar liggen te beschimmelen.
Als, ik zeg ALS, er bacillen
zitten in mijn dekens dan is het omdat dat wijf van jou er met haar gifgasmuil
te dicht bij komt hangen! Iedereen noemt haar achter dr rug om Stinky Steffie,
wist je dat? Jaja, Stinky Steffie noemen ze dr!!
Ik ben het moe en leg mijn
handpalmen over de gezichten van de mannen en duw hen achteruit. HAHA, ik ben
SUPERMAN!
Ik trek mijn neus nog eens goed
op en in mijn keel proef ik een heerlijke brok Witte Fee. Als ik halt houd voor
de open gitaarkist van de muzikant, zwieren mijn hersenen rond als een
wasmachine. Het duo heeft post gevat bij de enige boom op het plein en maakt
zich klaar voor een impromptu openluchtconcert.
De coke tovert mij om tot mijn
gedroomde ideale Ik en zonder omwegen, vraag ik of ik mee kan spelen.
No, men dont know anything or willingly act as though
they dont about the tough, tragic side of what theyre getting into. At best
they stoically think, Yes, I understand that sooner or later Im going to
relinquish sex in this marriage, but its in order to have other, more valuable
things. But do they understand what theyre forsaking? To be chaste, to live
without sex, well, how will you take the defeats, the compromises, the
frustrations? By making more money, by making all the money you can? By making
all the children you can? That helps, but its nothing like the other thing.
Because the other thing is based in your physical being, in the flesh that is
born and the flesh that dies. Because only when you fuck is everything that you
dislike in life and everything by which you are defeated in life purely, if
momentarily, revenged. Only then are you most cleanly alive and most cleanly
yourself. Its not the sex that is the corruption- its all the rest. Sex isnt
just fricion and shallow fun. Sex is also the revenge on death. Dont forget
death. Dont ever forget it. Yes, sex too is limited in its power. I know very
well how limited. But tell me, what power is greater?
Artistic Lair doesnt necessarily agree, but we still think
its an insiduously subversive piece of literature.
Ik fris me een beetje op en trek de stad in. In de
gang van mijn kot, pluk ik de planten van mijn onderbuurvrouw kaal. Vandaag heb
ik een doel, want in deze studentenstad zijn nog struikrovers actief. Helaas
zijn er geen struiken meer. Het stadsbestuur ontving al twee petities om daar
wat aan te doen, maar in afwachting daarvan werken de struikrovers in de
centraal gelegen winkelstraat.
Ik stop de geplukte blaadjes en takken achter mijn
oren en ga op jacht. Mijn redenering is waterdicht. Ik ga naar de buurt met de
consumptietempels en wie zich achter mij verstopt, is een struikrover. Die zal
ik vangen en aangeven bij de politie. Voor de beloning. Ja, een mens moet iets
voor hij een gevierd gitarist is.
Onderweg bedenk ik dat een shot
cafeïne mijn ondernemende bui helemaal compleet zou maken. Ik duik een taverne
en slurp de hele koffieproductie van Bolivia voor de maanden november en
december naar binnen. Als ik buiten kom met mijn ogen wijd opengesperd, stuiter
ik op en neer als een drilboor. Toeristen denken dat het een act is en gooien
geld naar mij. Op een halfuur rijf ik acht euro en twintig cent binnen.
Ik koop mij een fopspeen en ga op
schoot bij de sinterklaas. De omstanders lachen zich een kriek. Van tijdelijk
beroep ben ik leraar, dus de clown uithangen, gaat mij wel af. Ik krijg een zakje snoep. Een rot mandarijntje
en twee wakke koekjes.
Een meisje spreekt mij aan:
"Ben jij gek of zo?"
Ik antwoord: "Nee, ik werk
voor tv."
Zij: "Echt?"
En haar ogen lichten al hongerig
op.
Ik: "Nee. Gaan we iets
eten?"
"Wat?" Ze lacht. Dat
wil zeggen: na enig aandringen, vergezelt ze me.
"Ik heb zin in Chinees. Daar
heb je geen kerstversiering."
"Hou je niet van
Kerst?"
"Vorig jaar kreeg ik niets
van die krenterige zak. Kreeg jij wat?"
"Je bedoelt de kerstman?
Euh, zijn wij daar niet een beetje te oud voor?"
"Te oud om te krijgen?
Bejaarden trekken toch pensioen?"
"Dat is wat anders."
"Ja, dat brengt de postbode
en die heeft geen rendieren."
"Je bent raar."
"Jij ook. Je draagt een
muts. En dat terwijl de aarde opwarmt."
Uiteindelijk vinden we een
Chinees. Ik vraag hem de weg naar het dichtstbijzijnde Chinese restaurant. Hij
vloekt en stapt door. Ook behulpzaam. Uiteindelijk zien we een bord 'Restaurant
De Lange Muur.' We gaan binnen. "Twee personen?", vraagt de ober.
"Nee, vier. Ik heb een reuzenhonger." Het meisje schudt bedenkelijk haar
hoofd.
"Hoe heet je
eigenlijk?"
"Sophie."
"Griekse?"
"Nee, Belgische. Hoe heet
jij?"
"Chippy. Billy mag ook.
Alleen niet Willy."
"Euh, dan maar Billy. Denk
ik."
"Wat neem jij?"
"Ik ben nog onbeslist."
"Ik neem pikante kip en
pikante soep."
"Hmm, alles pikant. En om te
drinken?"
"Niets. Op restaurant eet
ik. Al beslist?"
"Ik neem de varkenslapjes in
zoetzure saus, een loempia en spuitwater."
"Je bent wat je eet."
"Noem je mij een
varken?"
"Nee, een loempia."
"Je bent raar."
"Jij ook. Je hebt je muts
nog op."
De ober neemt de bestelling op.
Hij spreekt Engels. Ik spreek Frans. Hij schakelt over op Frans. Ik spreek
Engels. Hij eindigt met: "Dank you schön." Ik zeg: "You bist
welcome."
Sophie glimlacht. Ik maakt plaats
en gooi de menukaarten op de aanpalende tafel. Onze buren schrikken op. Vanuit
mijn ooghoeken kijk ik hen streng aan. Zonder morren halen ze de menukaarten
uit hun bord.
"Lekker, menukaart met curry
en gebakken rijst."
"Ben jij altijd zo
hevig?"
"Alleen als ik wakker ben."
Ze trekt haar wenkbrauwen op.
"Welke hobby's heeft Sophie?
"Euh, ik lees veel, ik dans
graag, ik ga graag op reis."
"En paardrijden?"
"Euh, als kind, ja. Hoe kom
je daar bij?"
"Je ziet er uit als het
soort meisje dat paardrijdt."
"Wat wil je daar mee
zeggen?"
"Wat voor boeken lees
je?"
"Engelstalige klassiekers."
"Nee, maar. Hemingway?"
"Ook. Maar vooral Faulkner.
Jeanette Winterson vind ik ook goed."
"Why is the measure of love loss?"
"Je kent haar?"
"Nee."
Ik heb een algemene vorming genoten.
Ik weet van alles wel iets, maar van niets de essentie. De ober brengt het
eten.
"Even dacht ik dat u er in
China om was."
"Sorry, no understand."
"Yes, you do, you sick gook."
"What you say?"
"I said you got a great cook."
"Tank oe wel."
Hij plaatst de borden voor ons op
van die toestellen met kaarsen onder.
"Mjam. Lekker, wat denk je?
Dalmatiër?"
"Hoe bedoel je?"
"Wel, het vlees, Dalmatiër,
nee? Labrador kan ook. Wat denk jij?"
"Je bent raar."
"Ik ga anders niet met
wildvreemde mannen op restaurant."
Sophie slaat haar blik neer.
"Wat doe je zoal op
reis?"
"Ik hou wel van city-trips.
Ik bezoek graag museums."
"Wat is de laatste stad die
je bezocht?"
"Kopenhagen."
"Welke museums bezocht
je?"
"Euh, wel in Kopenhagen,
eigenlijk geen enkel."
"Hoeveel gaf je uit aan
kleren?"
"Ok, ok, je hebt mij."
"Wanneer heb je het voor het
laatst gedanst?"
"Goh, euh, enkele maanden
geleden?"
"Hoeveel maanden?"
"Euh, dat weet ik niet.
Veel."
"En je danst graag?"
Onze ogen maken nader kennis.
"Ok, je hebt een punt."
Ik vraag haar sterrenbeeld. Ze
zeg het.
"Interessant."
"Hoezo?"
Vraag eender welke vrouw haar
sterrenbeeld en een tel later zijn haar pupillen verdubbeld in grootte.
"Heb je genoeg?"
"Ja, neem maar als je
wilt."
"Waar zit je op kot?"
"Wie zegt dat ik op kot zit?
Zeg, waar blijf jij dat allemaal steken?"
"Van te eten krijg ik
honger. Is het ver van hier?", wil ik weten.
"Wie zegt dat ik je zomaar
meeneem?"
"Wie zegt dat ik mee
wil?"
Ze schrikt. Always mistify, mislead and surprise the prey,
said the hunter.
"Wil je niet mee dan?"
Ik kijk haar lachend aan.
"Dessert?"
"Koffie mag."
"Hier vlakbij verkopen ze
neuzen."
"Ah, lekker."
"Ik betaal en jij zet
koffie."
"Euh ja, ok dan."
De ober overhandigt het wisselgeld.
"Hoe keel je dat eigenlijk
zo'n hond? Kosjer?"
"Ik niet goed begrijp."
"Geeft niet. 't Was lekkere
hond. Eigen kweek, gok ik. Complimenten aan de chef."
"Tank oe wel."
"Rare."
"Zet gauw je muts op."
"Waarom zeul je eigenlijk
die takkenbos mee? Je zegt dat je niet van kerstversiering houdt."
"Da's nodig voor mijn werk.
Ik ben premiejager."
We kopen tweehonderd gram neuzen.
"Honderd gram neuzen van
landlopers, vijftig gram van vluchtelingen, en nog eens vijftig van
verongelukte bouwvakkers."
De verkoper kijkt mij vreemd aan.
Duwt een zakje in mijn handen en incasseert het geld.
"Ik weet waarom je zo
doet."
"Serieus?"
"Ja, je wilt testen hoe ver
je kunt gaan. Om te zien of ik je aanvaard of niet."
"Niet te wijs worden, anders
sloop je mijn verdediging nog."
"Wat moet ik dan
zeggen?"
Ze overvalt mij. De nar in mij
wil een tandje bijsteken. Ik haal mijn takkenbos boven en steek achter elk oor
een twijgje. Ze houdt mij tegen en zegt:
"Niet doen. Mijn kot is om
de hoek."
"Bang om te lachen of
zo?"
"Ik heb nog buikpijn van
net."
We betreden haar kot. Bijzonder
meisjesachtig ingericht. Tot afbeeldingen van stoeiende paarden op een strand
toe. We installeren ons op bed en kijken film.
Ik bied haar het zakje neuzen
aan.
"Welke heb jij liever? Die
van verongelukte bouwvakkers proeven het pittigst."
Ze lacht en schudt haar hoofd.
De rest van de dag vang ik geen
enkele struikrover.
it starts off like a
thousand other songs that you've heard before.
Except in this one they do a little do do-do do do dodoo.
So you try to change the station but it's playing on every one.
A bunch of shitty ass chords and lyrics recorded by a fucking moron.
And you assume that the general public is not that stupid.
You're positive that nobody will want to listen to this.
But you are wrong....
They want another stupid motherfucking lame cock sucking cookie cutter radio
friendly song.
And everyone sings along in their cars and at the mall.
And at the office they all love the new radio friendly song.
- WTF collective (the
chorus guy is outrageously funny)