De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
09-05-2009
De seksuele geschiedenis van een groot herenhuis
Mélange deau de chatte (de seksuele geschiedenis van een
herenhuis)
Wij wonen nu al meer dan een jaar samen.
We leerden elkaar kennen op een feestje, het begon met
plagerijen over en weer en het was niet de alcohol, want we waren de
abstinenten op de wijnavond.
Een gegeven dat ons eerst niet in dank werd afgenomen, maar
later ruimschoots door ons goed gemaakt door in te spelen op de kinky
fantasieën van de aanwezigen. Ja, ze vonden het wel lekker zo. Alle gesprekken
vielen stil en in ieders ogen glom blijde verwachting. Vooral geil ongeduld
ook. Zonde voor hen, die hoopten op live porno porno that can see you, want
die avond hielden we het braaf.
Ook de weken en maanden die er op volgden, bleven we zeer
beheerst. Althans in ons gedrag, want onze fantasie sloeg ook al op hol en de
spanning die in de lucht hing tijdens onze dates was al beter dan de povere
seksbeurten van de meeste koppels. your average Friday night run-through om
Pacino te quoten.
Ja, die etentjes, die waren heerlijk, en dan heb ik het
nauwelijks over het eten. Al was dat ook best te pruimen, want Elke kan goed
koken, vooral als ze zich uitgedaagd weet en er weinig ingrediënten in voorraad
zijn.
Die eerste etentjes was er nog schroom, we hadden onze
kleren nog aan en als er al eens aanrakingen kwamen, fysiek contact was vooral
een initiatief van Elke. Al waren het nog de hardhandige handelingen van
knijpen en poken. Met licht gewelddadige strelingen, kun je elke affectieve,
laat staan sensuele onderbouw altijd nog ontkennen.
Dat veranderde toen we er coke tegenaan gooide. Sindsdien
holden we, zelfs als de Turkse werkster van de huisbaas het herenhuis kwamen
proper leggen, naakt door alle kamers. Kamers zijn er in overvloed. Gezellig
was het huis in het begin niet. De smalle breedte van het huis verhinderde dat,
de kilte boven ook, en overal de volle dozen van de vorige huurders die nog
niet helemaal verhuisd waren, schiepen een vorm van onthechting tegenover het
huis, zodat je het niet werkelijk in je hart kon sluiten.
Naakt tooiden we ons met de gekste dingen. We liepen rond
met oude bommakleren, drapeerden tapijtjes met oosterse motieven over elkaar
heen, klommen via ladders op zolder en gebruikten die zolder als podium voor de
zotste kunsten. NGT. Naakt geïmproviseerd theater. En heel die tijd bleef het
bij kijken en het weghakken, nee het doelbewust uitrotten van elke visuele
schroom. We waren al gauw compleet vertrouwd met elk plekje, elk haartje ook op
elkaars lichaam. De vrouwen kregen er op de duur plezier in om zich niet meer
te ontharen, wellicht om hun dierlijkheid te bevestigen.
We schepten er bijzonder veel genoegen in om elkaar in alle
bewegingen zonder kleren te kunnen aanschouwen. Wat een wonder om een vrouw,
zowel die van jou als die van de ander, naakt een ladder te zien bestijgen en
full view te krijgen over hun poes, daar ergens verborgen tussen strakke
huidplooien van twee jonge vrouwtjes, een nieuw pallet bij elke stap hoger. De
plagerige bewegingen die ze aannamen. Met als gevolg dat wij bijna spataders kweekten
in de laatste plaats waar je als jongen wilt hebben. Onze lullen stonden
permanent stijf. Youre naked, they salute, grapten wij.
De coke ontpopte zich inderdaad als minuscule Boliviaanse
dansers, regimenten dansers, die in ons zenuwenstelsel op ritmische beat
voortmarcheerden en ons geen seconde rust gunden, ze wilden altijd maar meer,
altior, citior, fortior, geiler, natter, dieper. En we peilden de volle diepte
van de brede, o zo brede waaier van de mogelijkheden van een ongeremd
liefdesspel met vier. We hadden alle tijd van de wereld, jobsgewijs zat het
goed, het geld stroomde regelmatige binnen. Not a care in the world. En alles
draaide nog om de enige dingen die ons konden schelen. Kunst en seks. Kunstige
seks, Turks Fruit maar dan met vier. Met regelmatig het muntachtige, prikkende
en tegelijk verdovende gevoel achter in je keel, van gesmolten coke die
langzwaam doordruppelt. Even goed slikken als er een groter brokje doorvalt. En
dorst veel dorst. Dorst naar elkaars sappen en veel wijn ook. Gelukkig had het
huis een grote wijnkelder en hoefden we ons daar ook geen zorgen over te maken.
Coke en wijn van 1950. Geen wonder dat we ons Goden op hun eigen Olympus
voelden. Het huis was ook zo hoog, we torenden boven de hele buurt uit. En o,
we vonden onszelf heel revolutionair zo, en moreel baanbrekend, alsof we een
teletijdsmachine naar de late jaren zestig hadden genomen. In dat kader
schuimden we ook alle mogelijke muziekfestivals af, waar we er enorm van
genoten om en public elkaar met ons vier te overlebberen.
Publiek hadden we er ook graag bij, want we leken wel een
revolutionair collectief zo die mensen voor de voldongen feiten stelden. Fait
accompli:hier is de nieuwe grenzeloze onzedelijkheid. Get out of my life,
youre so respectable, schreven we in koeien van letters op de zijkant van
onze festivaltent, die de hele nacht door wiegde. Onze seksueel aura was al zo
ontspoord, dat zelfs de lawaaierige types die graag luid roepen en zogenaamd
kicken op toestanden als die van ons, er pijnlijk stil van werden. En hun
stilte had iets gebrokens. Alsof ze daarna nooit meer luid zouden zijn.
We lagen in het gras, in parken, niet alleen op festivals,
en vergeleken luid en duidelijk, met elk mogelijk oog voor detail, als de ware
conaisseurs, de smaak van het kutvocht van de meisjes. Onder elkaar hadden we
het enkel over vaginavocht, maar als er meestal zelf opgezochte- luistervinken
in de buurt waren, switchen we opzettelijk naar kutvocht, met een nadruk op die
u. En het stroomde met bakken van ons gezicht hoe verslingerd we er aan waren.
We onderscheidden alle mogelijke nuances, onderzochten smaakverschillen naar
gelang het tijdstip van de menstruele cyclus. Het was inderdaad zo dat de
meisjes na verloop van tijd gelijktijdig begonnen te menstrueren.
Als meest verregaande en waarschijnlijk meest shockerende
date, dronk ik in het bijzijn van een potentiële koper van ons huis, gewoon aan
de keukentafel, een kop menstruatiebloed. Ik doe de kop altijd vol met de
helft van beide. Dat smaakt het lekkerste. Dat kunstje herhaalde ik telkens er
een potentiële koper was. Als zelfs dat niet pakte. Sommigen redeneerden toch:
de huidige huurders koop ik er niet bij, benadrukte ik toch steeds dat er in
huis overal nog wel achter hoek of kant een stash narcotica kon gevonden
worden. En dat je dus vooral moest oppassen met kleine kinderen, want ja, die
vinden zoiets, en je weet nooit wat ze er mee uithalen. Onze slaapkamers die
behangen waren met fotos van ons in alle mogelijke taferelen die nog het meest
deden denken aan de tuin der Lusten van Bosch, schrikten ook danig af, en
anders hadden we het wel over termieten, waterschade, schimmels, eender wat.
Een keertje was er een potentiële koper die zei: Can I join the party? We
zijn toen een vastbindspelletje begonnen, waar hij gewillig in mee ging,
übergeil als hij al was, doordat het hele huis, elke steen er van, los gespatte
seksualiteit uitwasemende. We fotografeerden hem, onder andere met een kloeke
wortel in zijn derrière en beloofden plechtig deze te zullen opsturen naar zijn
thuisadres. Iets dat we niet werkelijk deden, maar we speelden wel met de
gedachte.
De huurbaas die bij God niet kon bedenken waarom zijn huis
niet verkocht raakte, bleef het dan maar verhuren. En zo zitten wij hier veilig
en kunnen we elke stoel, elk stukje tapijt, ook de kastjes en de dozen vol
rommel, die maar blijven staan, bevlekken met onze jeugdige essentie, het
vermengde hormoonvocht van twee koppels, die zich bedrinken aan elkaars jonge
lijven.
Dag William, dag Lut, ik zal minstens een uur later zijn.
Tot zo J
Lut en ikzelf in hunder wiek geschoten.
Een uur onder onszelf vergaderd en de dame die nog denkt dat
ze de leiding heeft, hebben we er buiten gelaten. Eigen koers, eigen middelen
en eigen ideeën.
Zitten op terras, buiten in een kwakkelende lentezon.
Zij bestelt déca, ik vloeibare cafeïne, zij heeft op zich al
ADHD, koffie is de versneller om mijn vierbaansvak breinshit dat extra beetje
op te zwepen.
We werken toneelstukken uit en, toeval bestaat niet, daar
komt een acteur langs.
Eentje zoals we ze graag hebben. Doorleefd, halve junk, lang
haar, slordig, maar tamelijk verzorgd, met bakken talent en een Antwerps accent
(bijna altijd een goed teken)
Patje komt er bij zitten en bestelt een Westmalle Tripple.
Elk zijn smeermiddel.
Hij ziet het volledig zitten, en hup we zijn vertrokken. Artistiek
bedrijf staat op rails. We hebben een prijslijst en ik bespreek woensdag met
mijn boekhouder hoe je contracten opstelt voor zo artistieke transacties.
Mijn boekhouder ziet er meestal uit als een verwaaide
kunstenaar uit de goot, maar hij is het niet. Hij is een self-made man die nu
zwemt in de poen.
Lut en ik werken onze themas verder uit. Ze demonstreert
haar eigen acteertalent in plat Gents.
Aanrijding in Moskou, denk ik als vanzelf.
Ze doet het accent van de Gentse Turken en het is alsof ik terug voor mijn klassen sta. Typisch die loze dreigementen.
'Doe ké normaal mens'
Basis voor een eerste toneelstuk is meteen geboren.
En met deze twee acteurs zit ik op rozen.
Hij schrijft alles uit, hij schrijft echt heel goed, zegt
Lut aan Patje.
Patje die mij ergens vaag doet denken aan Sancho Panza of
een Mexicaanse socialistische guerrillafractie kijkt mij eens goed diep in de
ogen. Zijn ogen lijken op die van mij, het zijn poorten naar ergens anders.
Hij ziet er zo uit
Ja, ik heb de schrijverlook wel mee. En das een plus, want
90 procent is attitude.
Waarom zo bits? vroeg Yvette, want zo heet onze pro forma
bazin, eerder op de vergadering.
Bits is co-auteurschap opeisen en een verzekering van een meer dan redelijk ereloon.
Waarom zo bits? Haar zoon zei vorige week al: Sinds ik je
leren kennen heb, ben je gestaag meer voor jezelf beginnen opkomen.
Voor mezelf beginnen opkomen?
Even bijkleuren.
Ik heb mijn eigen Cu Chi gegraven, in mijn kop zit een
Corregidor en voor elk Di Alamo dat ik opwerp en dat eventueel plat geveegd
wordt, schieten er tien nieuwe uit de grond.
Mentaal compleet voorbereid op Rattenkrieg in de Kessel aan
de banken van de Wolga.
Geen NKVD nodig om verder op te jutten. En als de rollende
donder toch ff staakt, is er puur Perzische maximalistische Maryam met
schroeibitie in onbeperkte voorraad om mij voort te sleuren.
Boelie je bojevit.
Peynsaert ad portas.
Ik heb de gevleugelde muzen aan een touwtje en ze vinden het
nog lekker ook, die feromoonvochtige sletten.
Een Belgisch zwaarbewapend infanteriebataljon, 152 man
sterk, uitgerust met de allernieuwste technische snufjes uit onze fabrieken in
Herstal, is gisteren in de namiddag slaags geraakt met een eenheid van de
Taliban strijdkrachten.
Een verkenningsvlucht wees uit dat het om een cyclist ging
die een mand eieren naar een voorpost van de Taliban bracht. Deze voorpost
bevond zich in de Amerikaanse sector, maar onze jongens nemen hun opdracht heel
serieus en zagen het als hun plicht om in te grijpen.
De vijandelijke eenheid werd al snel tot staan gebracht,
zodat de Talibanstrijder zijn toevlucht zocht in een greppel. Onze soldaten
claimden dat zij beide banden van zijn voertuig hadden lek geschoten, maar
latere berichten spraken dat tegen. Een van onze jongens die nog in Leuven op
kot heeft gezeten, meende overigens zijn eigenste fiets te herkennen. Ook dit
gegeven kon nog niet geverifieerd worden.
Na meer dan 24 uur van non-stop beschietingen over en weer,
zijn er vier à zes eieren kapot Van een geschat totaal van ongeveer 60 eieren
is dat een substantieel verlies. Het fietszadel is al enkele keren van bezitter
verwisseld en dit na enkele zeer heldhaftige charges van onze jongens, die
helaas op het laatste moment steeds werden teruggedreven door het moordende
vuur uit de kalasjnikov van de cyclist.
Een Belgische militair raakte daarbij gewond, toen hij
tijdens een frontale aanval zijn enkel verzwikte. De jonge korporaal zou
ondertussen aan de betere hand zijn. Zijn bezorgde familie kan rekenen op zijn
vervroegde terugkeer.
Na drie aanvallen en een tactisch briljant flankeermanoeuvre
dat helaas in het water viel door een plotseling opstekende zandstorm, besloot
onze generale staf om de luchtmacht in te zetten. Twee F-16s vlogen uit, maar
keerden onverichterzake terug, aangezien er duidelijke aanwijzingen waren dat
er zich een eekhoorntje in de omgeving bevond. Dat deed de piloten denken aan
Scrat uit de Ice Age films en zodoende kregen zij het niet meer over hun hart
om hun bommen te lossen.
Bij het ter perse gaan, meldde onze correspondent ter
plaatste dat er onderhandelingen in de maak zijn tussen het Belgische leger en
de Taliban om tot een bestand te komen. Enkele van de gebroken eieren zouden
nog consumeerbaar zijn en de Taliban belooft op erewoord deze te bedelen aan de
plaatselijke bevolking. Ondertussen zouden onze militairen ook even op ademen
kunnen komen. Zon automatisch vuurwapen, vuurt toch echt niet automatisch, ik
voel mijn wijsvinger niet meer, zuchtte één van onze vermoeide soldaten. Het
bataljon heeft verschillende psychologen in het veld ter beschikking om het
gevaar op post-traumatisch stresssyndroom onmiddellijk te kunnen tegengaan. De
commandant benadrukt verder het belang van een regelmatige bevoorrading met
ijsjes. In een land als Afghanistan waar temperaturen van meer dan 45°C zeker
geen uitzondering zijn, kan dat bezwaarlijk een overbodige luxe worden genoemd.
Eerder deze week nog rommelde het binnen de rangen, toen de
kwartiermeesters de toevoer van de smaak Chunky Monkey van het overheerlijke
Ben & Jerrys label, niet konden garanderen.
Minister Pieter de Crem spreekt nu al van het glorierijkste
moment in de Belgische krijgsgeschiedenis sinds de deelname van ons land in de
Koreaoorlog. Heren journalisten, I hate to say I told you so, quod erat
demonstrandum, België kan en zal een actieve en dragende rol spelen aan de
zijde van coalitiepartners in internationale conflicten, aldus de minister.
Op termijn zou hij het Belgische leger ook onafhankelijk
willen inzetten, bijvoorbeeld om de Kaukasus en op termijn ook de Wolga in
bezit te nemen, teneinde ons land te voorzien van levensnoodzakelijke olie.
De anus van een homo dichtplakken met secondenlijm
De anus van een homo dichtplakken met superlijm en dan cola
met laxeermiddelen doen drinken.
Als schrijver moet je in het leven staan.
In het leven staan, is een leerling horen zeggen:
Iran is een gevaarlijk land, hoor. Weet je wat ze daar
onlangs gedaan hebben met een homo? Ze hebben zijn anus dichtgeplakt met echt
van die superlijm en dan hebben ze hem cola doen drinken met van die
diareemiddelen in?
En is die dood gegaan?
Jaja, die moest keihard naar toilet en toen is hij
doodgegaan.
Je verifieert het verhaal niet, want dat heeft om
verschillende redenen geen zin. Waar of niet; dat zon verhaal circuleert is
erg genoeg. En je weet het ook zo: zon soort folteringen, misschien niet exact
zo, maar minstens even schikbarend gebeuren. Ergens. Nu. Op dit moment.
Ergens schreeuwt een meisje vastgebonden op een koude aarden
vloer en een oud takkenwijf snijdt haar vagina aan gort.
Als je daar echt bij stilstaat, sta je niet meer in het
leven, maar lig je in het leven, te stikken in de kots van hersenloze wreedheid
die ver, en minder ver van je bed, ergens op iemands kop regent.
De film Crash ontspint zich recht voor mijn eigen ogen,
voorlopig zonder het wapengekletter. Leerlingen die elkaar pittavlees noemen.
Brazilianen die Turkse scheldwoorden razend vlug oppikken en in de strijd
gooien tegen hun Turkse klasgenoten. Hit em where it hurts.
Een Turkse van 14 die met grove stelligheid verkondigt dat
Tsjetjsenen beesten zijn, bandieten die alle mogelijke gruwelijk bedrijven.
Heeft ze gehoord van Russische vrienden.
Ik zeg dat Russen ook wel smerige praktijken uithalen met de
Tsjetsjenen.
Zoals wat dan mijnheer?
Ik weet, ik moet nu op de proppen komen met tamelijk
shockerende voorbeelden, of ik krijg ze er niet van overtuigd dat het zo is.
Mensen zijn alleen ontvankelijk voor waarheid als de waarheid slaat.
Gelukkig is de realiteit afstotelijk genoeg.
Dus dat is de manier om ze stil te krijgen.
Vertellen hoe je een stoffelijk overschot naar een rouwend
gezin verstuurt met een flinke lading springstoffen verborgen in de lijkkist,
zodat de nabestaanden hoog de lucht in gaan bij ontvangst.
De rouwbandjes hadden ze al en het is wel zo makkelijk voor
de begrafenisondernemer.
Vanuit een antropologisch standpunt is het intrigerend om te
zien dat het bedrukte toiletpapier dat Joepi heet, in de regel lijkt samen te
gaan met Hip Hop, R&B, uitklapbare gsms, glittermake-up en een volslagen
desinteresse in alles wat daar buiten valt.
Deze mensen gaan later OOK stemmen. Die brengen een stem
uit. Op een partij. Als het allochtonen zijn, nog net genoeg op de hoogte van
politiek om voldoende links uit te wijken op de stembrief.
Waar hebben die leerlingen het meeste aan?
Dat ik hen bijna manu militari de Franse grammatica bijbreng
of dat ik hen toon dat een volwassene positief tegenover hen staat en gelooft
in hun verstandelijke vermogens? Ja, toch wel. Een van de weinige manieren om
mij kwaad te krijgen, is als ze zichzelf dom noemen. Vreselijk irritant als ze
dat doen.
De jongens lezen geen joepi, die kijken op naar voetballers,
die liefst naast het veld ook geweldig scoren bij het vrouwvolk. Luidop dromen
van een rijbewijs doen ze ook.
Autorijden kunnen ze al van hun twaalfde, want oom heeft een
garage en zij parkeren de autos.
Een belangrijk verschil tussen mijn leerlingen en ik. Ze
putten hun fierheid grotendeels uit andere wapenfeiten dan ik.
Intellectual pursuits zijn niet aan hen besteedt en ik hoef
maar te gaan kijken naar hun thuissituatie om te weten hoe dat zo gekomen is.
Woestijnen van de geest zijn overerfbaar. (alleen niet in Finland liet ik mij
wijsmaken, wat doen die Finnen dan wel beter?)
Maar waar de school de nodige irrigatiewerken zou moeten
uitvoeren, pist de school het reddende vocht er flink naast. Alleen niet in
Finland liet ik mij wijsmaken, wat doen die Finnen dan wel beter?
En we proberen al zo vaak te vertrekken vanuit hun
leefwereld. Of we proberen dat toch.
Met als voornaamste resultaat, dat ze het verwachten, they
wont settle for any less.
Zo saai, weerklinkt al snel, kort en afgemeten, als de bijl
van een beul op het kapblok.
Een twintigtal riddertjes jongens en meisjes- klappen
gelijktijdig het vizier van de helm weer dicht en heffen hun schild, scherpen
hun gepunte goedendag.
Verbod op saaiheid doet ons de nek om.
Ik denk aan die klasjes, al die klasjes in houten barakken
anno 1866 in de VS. Allemaal zwartjes die eindelijk op legale wijze mochten
lezen en schrijven en die niets liever wilden dan onderwezen worden. Kinderen
die nog redding zagen in leren.
Breng hen maar eens aan het verstand dat als onderwijs voor
hen verboden was, ze er verdomme zouden voor vechten.
Van sommige zaken overtuig je een mens niet met drie zinnen.
Lezen doen ze niet, dus met een tekst moet je het niet proberen. En een betoog
van langer dan twee minuten moet je ook al niet prepareren, want zo lang krijgt
een nieuwsitem op tv ook niet.
Ik droom niet van brave leerlingen. Ik droom van leerlingen
die zich met revolutionair élan verzetten tegen school, die niet de leraren
zuur doen betalen voor hun loon, maar ons hele onderwijssysteem kapot slaan van
binnenuit. Die leerlingen van mij verwijten elkaar met clichévitriool, maar ze
werpen geen barricades op in de gang, schieten niet met scherp. Alleen draconische
verstrengingsmaatregelen zouden misschien nog echte rebellen leveren.
De eerste helft van Full Metal Jacket als verplichte
leerstof in de lerarenopleiding. Zo wat het omgekeerde van mijn aanpak.
Ben leraar in een Turkse school met hier en daar een
Albanees, een Marokkaan of ook wel een verdwaalde Italiaanse.
Drie kwart van de leerlingen weet dat de ketting die om mijn nek
hangt, het slaande oog is.
Ankara, op een kilometer van mijn deur.
Mijnheer ben jij Turks?
Eindelijk nog eens voordeel bij mijn multiculturele
uiterlijk.
Je hebt mooie ogen, mijnheer.
Nochtans altijd zeer waterig, met een ondertoon van
verschopte écrivain maudit (ja ik geef tegenwoordig Frans he, een mens moet
uitpakken met iets) en een toets ingoede permissiviteit op een bedje van
empathie en de eeuwige, half voyeuristische buitenstaanderfactor eigen aan de
schrijver.
Opportunisme zinkt in waterigheid en sluimert op de
oogbodem.
Gelukkig maar.
Wat te doen als de leerlingen net ietsje te familiair
worden?
Een zonnebril in overweging nemen.
voor u alle respect, mijnheer.
Respect. Een woordje dat vaak valt als je met allochtonen te
maken hebt. En ze menen het nog ook. Het zijn geen CD&Vers.
Je kan ze afblaffen als ze voor de zoveelste keer niet
blijven stil zitten. Dat werkt. Eventjes.
Maar wat te doen als ze je eerlijk bekennen dat ze vlak voor
school nog een paar schoenen gestolen hebben?
Interesses:
De joepi links
Voetbal rechts
Verleidelijk om alle leerstof in voetbaltermen te gieten.
Maar dan moet je na je uren wel
Haar, ogen, alles wat je ziet, allemaal onbetwiste eigendom van Maryam
Shiri.
Duidelijke afspraken maken met de leerlingen.
Afspraken helpen wel geen mythes uit de wereld.
De hele klas meent serieus dat het allemaal begon met Adam en Eva.
Jouer aux échecs
Hilariteit alom.
Geen fervente schakers?
Valt best mee.
Ésjek betekent ezel in het Turks.
Er is verder ook de klas die géén Nederlands spreekt.
De meerderheid spreekt wel weer Turks.
Dat scheelt in de kosten bij aanschaf van taalgidsjes.
Le Turc sans peine, kost iets van een 20 euro en daar kom je al een
heel eind mee. Je oefent bovendien nog eens je Frans.
Turks kende ik nog niet.
Wij zijn een echte crapuulschool, hé mijnheer?
Zwijgen is instemmen. Maar ik heb de film Freedom Writers gezien en
sinds ik er al mijn levensmoeheid en cynisme-al voor mijn 20stige- heb uitgegooid, ben ik licht inspireerbaar tot wereldverbeterlijke
toestanden.
Schoolmoeheid zeggen ze van deze leerlingen.
Schoolhaat is net iets exacter.
Maar dan bij de schoolpoort: Ik haat het als het weekend is
Thuismoeheid ook al.
Steek je hand op als je géén stiefvader hebt die op het punt staat je
moeder te verlaten.
Godver, ze willen weer niet meewerken, zou je denken, zou je hopen, bij
deze vraag wel.
Same old story, different face.
Als er een goeie radiozender bestond in dit land, zou ik
This is rock and roll aanvragen, van the Kids, en in gedachten rock
and roll vervangen door TNT teaching
Gets you on your toes like a strong cup of cappuchino
This is the real shit.
Niet meer voor op mijn 40ste, doch zeer bruikbaar op mijn 26ste
Entre les murs, maar dan in t echt.
Ik ga nog eens herbeginnen in Bint van Bordewijk.
Bint van Bordewijk verhoudt zich tot ons huidige onderwijs als
Napoleontische tactieken tot moderne urban warfare.
Ons onderwijs kan niet een beetje beter, ook niet veel beter.
Het kan alleen maar enkele miljarden keren beter.
En in alles blijf je toch schrijver.
Want wat het meest ergens in mijn buis van Eustachius blijft rommelen
en op mijn netvlies blijft schroeien gelijk napalm anno 1968 ergens in de buurt
van Khe Sangh, is die leerling die als héros noemt: Dirk Bracke.
Wie dadde?
De leerling, lid van de grote gevaarlijke anti-leesclub, haalt een boek
boven.
Dat lees ik.
Wat lees je verder nog?
Ik doe aan marktonderzoek altijd en overal. Als huurmoordenaar zou mijn
laatste vraag aan mijn slachtoffers nog zijn: wat zullen over een goeie minuut
je favoriete schrijvers geweest zijn?
(als ze mij noemen, weet ik nog niet wat gedaan, zo ver was ik nog
niet)
Niets, mijnheer, alleen Dirk Bracke.
Op naar de Fnack om heel die vent zijn oeuvre in te doen.
Als je die leerlingen aan het lezen krijgt, ben je nu al cult.
Vergeef ze vader, want zij weten niet wat zij doen, ze zijn allemaal
verfacebookt, verplaystationt en vertelevisied.
Op het gevoel af blame ik capitalism.
De onwetendheid van de één is altijd het brood van de ander.
Een oude bekende is toevallig op twee dozen manuscripten van
mij gestoten, die op mij staan te wachten in mijn vast kopieercentrum, waar ze
mij kennen als de schrijver onder andere van veel te lange zinnen zoals deze,
waar ik meteen een punt zal achter zetten als de lezer mij wil toestaan nog
drie keer te headbangen met mijn vettig kopke haar dat straks al weder onder de
douche zal gestoken worden, zodat ik straks de afwas moet doen met koud water,
want veel warm water heb je hier niet, ja de mankementen aan deze studio mogen
nu wel hemelsbreed geschreven en uitgebazuinderd worden, want t kot is
verhuurd, op do you remember rock & roll radio van The Ramones.
Ik zeg tegen die oude bekende, die op zich nog vrij jong is,
vooral in en rond de schaapachtige ogen, die mij altijd aankijken alsof ik een
semi-suïcidaal konijntje ben dat op dagelijkse basis het treinverkeer tussen
Gent-Dampoort en Gent-Brugge lam legt door aanstalten te maken zelfbereide
konijnenfricassee te maken, zo onder de wielen van de tsjoektsjoek, tot
meerdere stress van de dierenvrienden onder de conducteurs, die helaas dun
gezaaid zijn binnen die beroepssfeer, want conducteurs zijn ook niet gek, die
stemmen niet voor Groen, nee, zij ook al niet. Die vijf procent naiëve
kloepkappers, waaronder ik zelve, die Groen de kiesdrempel doen halen, ja die
besturen geen treins.
Nochtans heb ik een familiale link met de treinbranche, want
mijn overgrootvader die was perronchef tijdens wereldoorlog II, hij pleegde
eens een verzetsdaad door een troepentrein van den Duits op het verkeerde spoor
te zetten. Het verzet heeft hem daar nog voor gehuldigd. Toen hij zijn
onderscheiding ontving, verzweeg hij wel wijselijk dat het met verzet allemaal
weinig te maken had, want dat hij gewoon strontzat was geweest. De doorsnee
Aalstenaar verkeert ongeveer de helft van zijn wakkere tijd in kennelijke
toestand.
Nu, ik pik mijn dozen manuscripten op, zo samen met mijn
maat Randy, want alleen sjouwen is natuurlijk te veel gevraagd, zelfs al ben je
dan niet gepubliceerd en hop wij naar de post.
Veel volk zo in de post, alsof de email nimmer ware
uitgevonden en dus schuift heel vriendelijk wel, wat volk opzij, om mij en mijn
maat toe te laten, 12 enveloppen te voorzien van het adres van een uitgeverij
die heel misschien, als ze even vergeten dat ze mij niet kennen en bijvoorbeeld
niet bevriend zijn met de slager van mijn nonkel, mijn manuscripten eens een
vluchtige, geeuwerige blik zullen toewerpen en misschien, heel misschien, als
ze dus nogmaals vergeten dat ze mij van haar noch pluim kennen, mij op basis
van schrijfkunnelijk talent een wurgcontractje zullen aanbieden, zodat ik een
nietige tien procent opstrijk van elk boekje dat ik kan slijten.
Nu de merde is natuurlijk dat niemand bij een uitgeverij in
de verste verte bevriend is met een verre vriend van één van mijn nonkels,
zelfs niet met een minnaar van één van mijn tantes, want mijn tantes zijn
trouw, die hebben geen minnaars en mijn grootmoeder is er ondertussen te oud
voor, die had wel veel minnaars, misschien bevonden er zich ook wel uitgevers
of toch minstens vrienden van slagers van uitgevers. Ik had verdomme vroeger
moeten beginnen schrijven. Geeft niet wat, eender wat, gewoon als kleuter, iets,
als het maar enige lijvigheid had, een boekje ongeveer zo dik als in de tijd
mijn kleutervuistje, want toen ik slechts een tiental appeltjes hoog was, had
mijn grootmoeder, ik ben er nu wel zeker van, een affaire met een verre bekende
van een uitgever. Kans gemist, godverdomme.
Sta mij toe de Ramones nog een kleine beet veel luider te
draaien, want het vermeende homokoppel hier boven, heeft vannacht veel lawaai
gemaakt, niet zo zeer met seksuele uitspattingen, maar met hun geïmproviseerde
fitnessruimte. Ik ga geloof ik toch eens een Mens Health onder de deur
schuiven, want in elke aflevering van dat boekske vermelden ze toch een goeie
vijftien keer dat je tussen elke training 24 uur moet tussen laten voor een
optimaal resultaat en als ik hem hier boven daar van overtuigd krijgt, dan heb
ik toch om de andere dag rust, want nu verkeert mijn, ondertussen dus verder
verhuurde studio, in de onzachte deining van zijn zwiepende halters.
Was mijn bovenbuur maar groter dan 1 meter 85. Die lange
slungels moeten niet aan compensatie doen voor hun broekzaklengte in
overijverige, vrijwel futiele pogingen om spiermassa op te bouwen. C is echter
ver onder de 1 meter 85, ik denk dat die arme kerel zelfs nog kleiner is dan
ikzelf. Dus dat kan tellen qua compensatiedrang. Arnon Grunberg heeft het ook.
Maar die is nog kleiner dan C, dus die heeft bicepsen zelfs gewoon zo gelaten,
die schrijft dan maar stukjes zo op de rand van cynisme en algemene
ambetantigheid. Arnon schrijft niet om leuk te zijn, zegt hij. Arnon stond eens
naast een uitgever te lullen over weet ik veel wat voor belevenissen en stel je
voor, daar is dus zijn eerste boekje uit gegroeid. Mazzelen noemen ze dat
volgens sommige woordenboeken. Sinds ik dat weet, spreek ik iedereen aan die er
maar vagelijk als een uitgever uitziet en dan begin ik te lullen, over alles,
maar niet over het weer, want dat vindt zon uitgever vast niet origineel
genoeg. Ik vermeld ook altijd mijn slager en alle andere kleine zelfstandigen
waar ik soms iets koop, want je weet toch nooit dat zon uitgever ook die zaak
frequenteert en dan heb ik meteen een voet in deur, want als we dezelfde slager
hebben, wat let hem dan nog om mij te publiceren? Nu ik moet wel zo eerlijk
bekennen dat ik misschien niet zon goed zicht heb op hoe zon uitgever er
uitziet, want tot nog toe, is het mij niet gelukt. Het merendeel van de typen
die ik aanspreek, blijken toch op een of ander ministerie te werken of in de
verzekeringen te zitten. Nu, misschien is het ook wel zo dat uitgevers minder
vaak met de trein reizen, want het is nu wel zo dat ik altijd pendelaars
aanspreek op de reeds hoger vermelde verbinding tussen Gent-Dampoort en
Gent-Brugge.
Trouwens, in de post, werd ik besteld door iets tussen een
man, een onbehaarde muilezel en een vrouw in. Zij loensde op een dergelijke
manier, dat zij makkelijk een loket voor en een loket achter met haar diensten
kon verrijken. Zij was niet gewend aan onuitgegeven auteurs, want toen zij mij
met mijn dozijn pakketten zag aankomen, zag ik haar in pictogrammen denken:
lieve here Jezus, werk! Ja, werk, en werken deed ze, al heb ik geen flauwste
benul van wat zij mij allemaal wilde duidelijk maken, zij deed haar uitleg
terwijl zij zich bukte, momenten waarop ik mijn ogen stijf dicht kneep, want ik
wil niet in de décollété glimpen van een onbehaarde loensende muilezel die ze
postbeambte gemaakt hebben. Ze zag er mij ook tamelijk misbruikt uit door een
priester of toch minstens door een blinde aalscholver, misbruikt was ze, daar
ben ik zeker van. Het stond haar alleszins niet aan dat ik geen stickers had
geplakt op mijn enveloppen. Zij wilde ook niet echt geloven dat elk manuscript
even veel gewicht in de schaal wierp. Op dat punt dacht ik even dat ze toch
iets van kaas gegeten had van het uitgeversbedrijf, maar ze doelde dan toch
weer op het mathematische gewicht van elk paketje en na korte, doch zeer
nauwkeurige verificatie bleek inderdaad dat elk paketje evenveel woog. Hoezee,
dacht ik bij mezelf, als ik het zo mooi kan uitkienen dat elk ambachtelijk
vervaardig manuscript exact even veel weegt, is dat toch wel degelijk een
klinkend bewijs van mijn vakmanschap.
Maar goed, ik moet nu les gaan geven aan een bende op
kruissnelheid puberende jeugdelingen die dagelijks slachtoffer zijn van naar ik
aanneem zwaar uitgebluste leerkrachten die als enige minpuntje aan het job, het
bestaan van zoiets als leerlingen aanstippen, doch niet gevreesd, ik ben
voorbereid, ik heb hier al zitten lezen in Nana, van Zola en dat beviel mij
toch wel. Ik moet die Zola eens bellen en vragen waar hij zijn stokbrood koopt,
want dan kan ik toch maar vermelden bij mijn volgende omzendmanuscript dat ik
dezelfde bakker als Zola placht aan te doen.
Ik moet mijn leerlingen de Franse taal gaan bijbrengen, doch
ik zou ze beter onderwijzen in het enige talent waar ze later ooit iets mee
kunnen aanvangen: het kweken van de verreikende arm, dus wat ze noemen in het
Engels: to hob-nob. Als ze maar lekker veel vriendjes van vriendjes leren
kennen gaan alle deuren later voor hen open. Natuurlijk, Frans zou daar wel
eens van pas bij kunnen komen. Ja, misschien moet ik het hen zo verkopen. Want
een moderne leraar gééft geen les, hij verkoopt zijn les, en de leerlingen
zitten meestal op hun geld, kooplustig zijn die niet als het les aangaat. In
het beste geval krijgt een leraar van de jonge bloedjes gedaan dat hij min of
meer in stilte zijn brood mag verdienen. Je zou natuurlijk ook sympathiek les
kunnen geven, maar daar is de directie dan weer meestal niet mee gediend.
Frequenteert u de slager van een kennis van een uitgever?
Laat het mij weten op 0477 56 19 96, de eerste tien bellers
krijgen een gesigneerd exemplaar van mijn eersteling bij hen thuis bezorgd.
Ach, ja waarom niet, ik eet eigenlijk wel best graag honing.
Wij schrijven heus niet voor imkers
Geeft niet, een natuurtijdschrift is ook leuk. Maar jonge
leeuwen, heten eigenlijk welpen, hoor. Nu, goed, jullie zullen het wel weten,
als biologen zo.
Later, niet laat genoeg, koffiehuis Gent.
Wanneer zijn de schrijfkriebels zo gekomen?
Ach, wilt u het daar over hebben? Ik dacht dat de
schrijfmicrobe zo ongeveer kwam nadat ik die miljoenen mieren voelde kriebelen
in mijn balzak.
Het geile gevoel in een mannenscrotum vergelijken met het
krioelen van mieren, steelt u van uw stadsgenoot, Louis Paul Boon.
U komt echt niet intelligenter over door zijn volledige naam
te noemen, mijnheer Hommel.
Wat zijn uw voornaamste invloeden?
Ik schrijf nooit onder invloed. Ik verdraag eigenlijk de
meeste drugs bijzonder slecht. Mijn coke-experimenten leverden mij al meteen
een ticketje spoedafdeling op en mijn recensie van DEUS onder invloed is
werkelijk schrijnend slecht
Leest u zelf vaak?
Zeer zelden, ik lees niet, ik word gelezen.
Die quote steelt u dan weer van Jan Cremer, mogen we stellen
dat u een oeuvre aaneen breidt met gestolen quotes?
Ik eet graag appels.
(journalist en fotograaf wisselen blikken van verveling en
ik slurp mijn koffie, maar die is nog steeds te heet)
Uw eerste roman deed mij denken aan Herman Brusselmans. Wat
mij opviel is dat u er alles aan doet, om plaatsnamen er buiten te laten.
Nochtans vermoed ik dat Zaaien zich afspeelt in Gent.
Bent u wel heel zeker dat imkers geïnteresseerd zijn in mijn
werk?
Zijn er wellicht films die u beïnvloed hebben? In uw tweede
boek, Sanja vallen bijzonder veel titels van films.
Bij God, zeg, imkers
(slurp, maar koffie nog steeds te warm)
Het hoofdpersonage in Zaaien rijdt de ene scheve schaats na
de andere, zijn de avonturen van Reimbrecht gebaseerd op autobiografische
realiteit?
Ach, ik zie al waar dit naar toe gaat. U wilt mij laten
zeggen dat ik een oversensitieve schandknaap ben die zich voor zijn
afzuigdiensten laat betalen in manuscripten van sukkelachtige ongepubliceerde
frustro-auteurs
In welke passages bent u op uw best? Ik vond de scène waarin
Reimbrecht op een begrafenis verzeilt zo ongeveer Dostojevski meets the Marx
Brothers. Echt heel sterk. Ik wou dat ik het zelf geschreven had.
Ik snap echt niet hoe imkers hier één bal kunnen aan hebben.
In uw boek de brekers verwerkt u heel scherp uw grote
kennis van de Amerikaanse burgeroorlog. Hoe oud is die passie van u?
Ik meen serieus dat u toch beter iets over de gebarentaal
van bijen doet.
Haalt u veel inspiratie uit uw passionele relatie met de
veelgeprezen Perzische Prinses?
Wist u dat honing het enige levensmiddel is dat werkelijk
nooit slecht wordt?
In Sanja, beschrijft u de wereld van een jonge vrouw die
een gekwelde kindertijd gekend heeft. Hoe zou u uw eigen kindertijd typeren?
In piramides graven ze dus potten honing op en die kan je
dus zo eten.
Mijnheer Peynsaert, zo heeft dit echt geen zin, hoor.
(fotograaf en journalist maken aanstalten om weg te gaan)
Wij bieden u de kans om reclame te maken voor uw werk. Ons
was verzekerd dat u het heel serieus meende met uw schrijverscarrière.
Ik heb nooit gevraagd om een interview voor imkers. Ik heb
een ander doelpubliek. Masochistische necrofielen.
U heeft ons zélf met een ton emails en geloofsbrieven overtuigd
om u deze kans te geven.
Dat zijn necrofielen die het uitsluitend doen met levende
lijken.
Kijk, ik zal u nog eens serieuze vraag stellen en dan zijn
wij genoodzaakt om dit gesprek af te voeren.
En kent u lunofielen?
Laatste kans, mijnheer Peynsaert. Wij hebben begrepen dat uw
vader onlangs overleden is. Denk je dat schrijven een rouwproces kan
versnellen?
Lunofielen kicken op seks op de maan. Ze kunnen enkel
klaarkomen als ze in een maanlandschap staan. De populairste plek voor hun beweging
is Mexico. Daar heb je een oude krater en die zit vol van hun kwakjes. Hele
gekke mensen, lunofielen. Wat ik mij altijd afgevraagd heb: zijn er ook
lunofiele imkers? Zal wel niet zeker?
Exit Hommel
Mmm, heerlijk, half lauwe koffie en rust, ja rust.
Ff de ober aan zijn mouw trekken.
Kan u Im a kingbee van The Rolling Stones spelen? Snel,
ik geef je 5 euro, als die twee het horen voor ze de deur uit zijn.
Dat soepbeen in een schort kijkt mij doodgemoedereerd aan.
Dat interview heb je wel even compleet verknald.
Ik vind het vooral zonde voor die imkers
Je bent echt wel een doordrammer. Echt niet meer grappig,
hoor.
Ik schrijf niet om grappig te zijn
Maar om eindeloos te zijn. Eindeloos vervelend en saai.
Ja, de ober was ook een frusto niet gepubliceerde auteur die
dacht dat hij hier bier en thee opdiende in ruil voor verslijtbare verhaaltjes.
En geen imker die er naar kraai.
'Je moet nog een beetje werken aan je eindzinnen.'