De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
24-05-2009
Thesis in de kijker: de correlatie tussen gazonhoogte en politieke voorkeur
Mei is thesismaand, dus wij gingen op zoek naar een
interessante thesis, bij voorkeur eentje die er wat tussen uitspringt. We
klopten aan bij Johannes van der Walle (eigenlijk gewoon een kotgenoot, kwestie
van tijd te sparen), student Pol en Soc (dat zijn die mensen die nee, dank u
zeiden tegen de richting Rechten en veel vrije tijd uitstekend weten te
combineren met een universitaire opleiding)
Hij onderzoekt of er een verband is tussen de zorg die
mensen besteden aan hun gazon en de bolletjes die zij kleuren in het stemhokje.
Om deze blog entry voor de verandering eens heel kort te houden:
Ja, Johannes vond dat verband. Zijn indrukwekkende database
aan gegevens (om die te verzamelen deed hij zich onder andere voor als een
huis-aan-huis-verkoper van kunstgras, tot hij besefte dat er misschien ook een verband
bestaat tussen de bereidheid zon verkoper binnen te laten en politieke
voorkeur en hij dus maar gewoon over hagen klauterde gewapend met meetlat) wees
uit:
Hoe korter en verzorgder het gazon, hoe rechtser de eigenaar
of bij uitbreiding het gezin
Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik niet echt geloofde in de
slaagkansen van mijn kotgenoot. Tot ik even bij de buren ging checken. Aan de
ene kant zijn ze bij mij thuis voor het Vlaams Belang (tenminste de
grasbeheerder van het gezin is dat) en inderdaad dat gras is korter dan kort,
daar voelen de mieren zich bekeken. Aan de andere kant zijn ze CD&Vers staat
op hun hoofd te lezen- en dat gras is ook akelig kort en onderhouden. Het gezin is namelijk lid van de Manische Grasmaai Bourgeoisie en verpest de leute van de zonnekloppers in de buurt door hun grasmachien buiten te halen van zodra er een streep zon is en dat ding van hen klinkt als een neerstortende stuka bestuurd door een obese mof met kinkhoest. Enfin, we gingen het kort houden. Mijn mama
en wijlen mijn papa zijn links en inderdaad: het gras wordt pas afgereden als
het niet anders kan.
Ik moet ook denken aan mijn grootvader die voor het Vlaams
Belang is (voornamelijk om alle andere politieke partijen te kloten, hetgeen inderdaad elke keer weer een efficiënte strategie blijkt, we moeten het hem meegeven) en die
komt zelfs speciaal van vakantie helemaal alleen om zijn gras af te rijden.
Doet hij al jaren. Langer dan twee weken van huis weg? Nu, die neemt de trein
terug en rijdt zijn gras af.
Morgen eens vragen aan mijn vreemdelingenlegioen op school hoe
hun gazon er thuis bij ligt.
We wensen Johannes alleszins veel geluk. Ik betwijfel nog
steeds dat zijn proffen er de ernst van zullen in zien, maar hij heeft er echt
veel werk in gestopt en zijn aanpak is ook echt wetenschappelijk onderbouwd,
dus eigenlijk verdient hij wel om er door te zijn. Er worden grotere prullen
ingeleverd morgen en de komende weken.
PS voor de liefhebbers: mensen die daadwerkelijk kunstgras
in hun hof hadden liggen, er waren er zo enkele, heeft Johannes buiten zijn
onderzoek gehouden.
Flashen, Spuiten, slikken, snuiven, Chinezen, wijn zuipen en
zwijmelen op de rand van zedenschennis met romantisch idyllisch zicht op
Hollandse zeilbootjes en nu happen naar lucht
Een mens leidt maar één leven, maar de meesten onder ons
dromen toch al eens van één of meerdere plottwists en alternatieve scenarios
ter uitdieping van hun in termen van dimensionaliteit zeer beperkte bestaan. De
eerdere beschrijving van de seksgeschiedenis van een herenhuis kadert daar in.
En nu volgt na de fictie de werkelijkheid of alleszins mijn versie daarvan.
We zitten aan de Graslei. We zijn Dieter, Elke, Maryam en
ik. De lekkerste dates zijn die tussen twee koppels. Het herenhuis bestaat en
ligt hier een kilometertje of zo vandaan. Hier is die Graslei, een autoloze
strook langs een kalm riviertje waarvan de oevers op dit punt bezaaid zijn met
eetgelegenheden en terrasjes. Het leukste blijft om die peperdure etablissementengordel
straal te negeren en je zitvlak op de stenen langs het water neer te planten.
In de hand een fles wijn of een zak koffiekoeken, al naar gelang het tijdstip
van de dag.
Wij vier hebben royaal gevulde bakjes rijst en kipgerechten gehaald
bij de afvalchinees Een woord dat rechtstreeks resulteert uit het kenmerkende
mompelgewauwel van auteur dezes. Dieter is mijn vaste tekenaar voor
korteademprojecten, Elke is zijn vriendin, Maryam Djun is mijn Azzizam. Samen
zijn wij vier jonge mensen die elk op hun manier hun slice van the big world
cake willen inpikken. Drie boogschutters en één Vissen (ikke), astrologisch wil
dat zeggen: vier mensen die van nature aangetrokken worden door extremiteiten,
hoogoplaaiende, conflagrerende avonturen en maximalisme. Misschien ook een
streep zelfverheerlijking in de Vissen, die streep die niet strookt met de
streep opportunisme, want zelfverheerlijkende fictie verkoopt zeer slecht in
een land waar een even ergerlijke als makke bescheidenheid hét streekideaal is.
We zitten hier al een hele tijd, met het weer hebben we het
echt getroffen. Saint Tropez zomers warm met een Hollandse zeilbootarmada die
het oog graag mag strelen. We zijn jong, hebben honger naar alle mogelijke
Epicuristische uitspattingen, zijn geil, want het is warm en zijn gezond van
lijf en leden. We got money in our jeans and were really gonna spend it
right.
Wijn gieten we vlot binnen, coke snuiven we niet, erover
palaveren doen we wel en mijn enthousiast vertelde, hoewel ook waarschuwende,
anekdotes gebaseerd op mijn beperkte ervaring met deze sneeuw van de Andes zelfs
mijn huisarts lacht mijn cokeflirts weg -, ontsteekt duidelijk het
experimenterende vuur in mijn tekenaar, die als kunstenaar trouwens zeker zijn
look mee heeft.
Op weg naar de nachtwinkel voor de volgende twee flessen
droge, Zuid-Afrikaanse witte wijn, vraagt hij of ik dat meisje kan contacteren
dat aan het zuivere spul kan raken. Dat meisje dat een kerel kent die hippe
feestjes geeft voor het rijke volkje op speciale locaties zoals kerken. Ja,
via facebook kan ik haar wel een bericht sturen Teleurstelling bij mijn maat. Dat
is een veel te grote omweg. Hola, hij wil de knetterervaring van stampvoetende
Boliviaanse fanfares die langs de zenuwbanen van je hersenen marcheren, nu
meteen ervaren. No can do, ik ben al mijn telefoonnummers pas verloren, inclusief
het nummer van het meisje met de stofzuigerneus die op moment van bloggen
waarschijnlijk een thesis schrijft op chemische discipline.
Dan maar alcohol, het is lang niet hetzelfde, die kick, maar
het is beter dan de socioculturele geknechtheid van een nuchtere Vlaming. De
uitbater van de nachtwinkel ontkurkt de flessen en roept ons bij het buitengaan
vrolijk toe: Tot straks!
Bij terugkomst bij onze vrouwen hangt er seks in de lucht. Elke
heeft al een keer of acht haar bloes express hinderlagig laag getrokken, haar
fraai balkon wijst voornamelijk pesterig mijn richting uit. Maryam vindt het
hilarisch dat ze dat durft. En ik zou geen vent zijn, als het niet het nodige
effect sorteert. Telkens ze het doet ramt ze een opjuttend seksshot in mijn
kop. Elke droomt er luidop van om bejaarden een hartaanval te bezorgen door eens haar D-cup te flashen. Potentieel aangebrande situatie, maar wel zo veilig. Elke is van Dieter en
ik ben van Maryam, daar bestaat niet de minste twijfel over. Maar we maken
onszelf maar iets wijs als we niet elk voor zich minstens heel even denken aan
een one-night-stand uitwisselingsproject.
Hoe het dan de volgende dag verder moet met de vriendschap
en de krijtlijnen tussen de partners, dat is zo één van die vragen die de
gelukkige neiging hebben om hulpeloos te verzuipen in alcohol. Ik zit al met
mijn hand in Maryams broek. De zedenschennis is redelijk officieel. Onze meer
vrijgevochten Noorderburen hebben er vast geen probleem mee, ze leenden ons al
met veel plezier twee vorken om net iets praktischer te kunnen Chinezen, maar
er lopen hier wel flikjes rond en die extreem-rechtsen in uniform vooroordelen
zijn gratis voor iedereen- die hebben het toch niet zo begrepen op vingeren in
vol publiek.
Dieter zie ik voor het eerst onstuimig Elkes amandelen of
toch die regio (misschien zijn Elkes amandelen wel geknipt, zo goed ken ik
haar ook niet, al zeker niet van binnen) op een diepgaande inspectietocht
trakteren. Het halve kortverhaal de seksuele geschiedenis van een groot
herenhuis heeft ons gesprek een handige springplak naar hete ontboezemingen
gegeven. Elke die zich zoals iedereen in mijn omgeving er terdege van bewust
is dat alles wat ik hoor potentieel schrijfmateriaal is- vermeldt terloops dat
een ex haar al eens penetreerde met een wijnfles. Dat pikt wel, maar niet erg,
hoor. De fles was waarschijnlijk niet afgewassen. Een bepaalde scène uit het
kortverhaal ontlokt ons uitspraken over beffen tijdens de maanstonden. Ik zeg
met onverholen trots gun mij daar ook eens een gram van- dat ik in sommige
relaties, niet de huidige, wel eens van onder de lakens opdook met een mond vol
menstruatiebloed. Dat smaakt naar ijzer, weet Maryam als dokter in spe en ik
bevestig. In zoverre dat je dat smaakt, want het komt dan wel overal te
plakken, maar je krijgt er nauwelijks iets van naar binnen.
Waar we alle vier stiekem en minder stiekem aan denken,
wordt een stap dichter bij realisatie gebracht als we verleggen naar het huis
van Dieter en Elke. Op redelijk originele wijze doen die twee laatste dat, want
zij zijn met de kano gekomen. Dus zij peddelen en wij lopen mee langs het
water. Die kano moeten we even later uit het water hijsen en naar huis dragen,
waar we hem net kunnen droppen in de gang. Daarna gaan mijn fictie heeft de
eigenaardigheid om te fungeren als self-fulfilling prophecy- de kleren uit.
Tenminste bij de jongens en dan alleen het bovenstuk. De
meisjes spelen hun BH kwijt, maar behouden verder hun kleren. Dus so far, so
decent nog. Verder komt het ten andere ook niet, want Elkes maag die trouwens
al lang gebroken is- vindt het nodig om, misschien, maar heel waarschijnlijk
niet uit morele overwegingen scheidsrechter te spelen en onze licht decadente activiteiten
stil te leggen. Dieters vader die ons even gezellig vervoegde eerder op de
avond zei het nog: De Romeinen, die wisten wel wat goed leven was. Mja,
misschien toch weer eens Ovidius gaan lezen, om te zien hoe je dat praktisch
regelt zon orgie, want ons lukt het alleen in fictieve versie.
Als de maag terug gekalmeerd is en wij duizend keer gezegd
hebben dat Elke zich NIET moet verontschuldigen voor haar misselijkheid, want
dat kan iedereen overkomen, we vinden het alleen spijtig dat zij dat moet
meemaken. Kotsen van zattigheid is toch een beetje sterven, niet waar.
Tot zover de decadentie die wij als jongmensen op tijd en
stond graag najagen. Geen groepseks, maar ook geen bevreemdend ontnuchterend,
naakt ontwaken de volgende ochtend. Memorabel is de avond wel. Elke woelt en
woelt, wrijft in haar slaap met haar hand bijna permanent door mijn haar,
terwijl ze bijna zeker weten- droomt dat ze een hamster is of zo. Ze piept en
snuffelt en draait wild om en om. Geheel onlogisch is dat vermoeden niet, want
Elke verdient haar geld als dierenverzorgster. Maryam en ik zouden het willen
navragen, of ze inderdaad droomt dat ze een nieuwsgierig rond trippelend
beestje is in haar slaap, maar we zien haar niet meer wakker. Niet omdat ze
Jimi Hendrik achterna gaat in een vroegtijdig heengaan, verstikt in eigen kots brr,
de gedachte alleen al -, maar omdat we er omstreeks half zeven van onder
muizen.
Nog even een surrealistisch moment als we over een kano heen
moeten kruipen om bij de voordeur te komen. Buiten gaat het traag, want de
drank hangt nog in ons lijf. We gaan zelfs af en toe zitten op een bankje in de
ochtendlijke zomerzon. Ik merk op: Vroeger ging ik rond dit uur 12 kilometer
lopen Seksloosheid verhoogt als geen enkel steroïde de sportiviteit.
Maryam merkt op: En Boelie dacht dat zijn studententijd er
op zat. Bijna thuis, op nauwelijks 100 meter van een andere goeie vriend van
ons, Pieter-Jan, stormt Maryam opeens af op een bloemenperk en ledigt op haar
beurt haar maag. Iets waar we op dat moment niet echt om kunnen lachen, maar
achteraf wel en dat zelfs hartelijk. Het spreekt alleszins van ontegensprekelijke
liefde als je iemand nog steeds mooi vindt als ze haar avondeten van gisteren
er uit gooit. Het mooie, ravissante kotsende meisje. Enkele uurtjes slapen in
ons bed en dan groepseks met twee. We hopen van Dieter en Elke hetzelfde,
terwijl we enkele krachtige, memorabele beelden toevoegen aan de tien seconden
durende autobiografische langspeelfilm die we zullen zien vlak voor we op een
dag, hopelijk nog ver van nu, onvermijdelijk dood gaan. Alle mensen sterven,
maar weinigen hebben echt geleefd, zegt Mel Gibson in Braveheart.
Mean Mr Mood-Swing leest een boekje na een foursome
Mean Mr Mood-Swing leest een boekje na een foursome (of de
stijfzatte poging daartoe)
Links zien mijn lezers (vier sinds de laatste statistieken,
waaronder 1 analfabete tante die ik voor haar geschreeuwde steunbetuigingen ze
denkt dat telefoons je stem enkel een beetje verder dragen dan normaal, maar
dat je nog steeds moet krijsen voor dood om je langs die weg verstaanbaar te
maken- graag bedank door elke aanvulling te voorzien van een illustratie)
Vlaamse schrijfgesel, Johan Anthierens. Das die vent die mijn pa ooit liet
weten dat hij een fameus stuk kon schrijven, dat zijn kamikazistijl hem beviel,
maar dat mijn pa zijn bijna terroristische anti-establishment geschriften
inhoud misten.
Ik sla hier, na een bezopen nacht -die mijn weke onderbuik
zeker niet ten goede komt- waarbij ik het genoegen had om samen met Maryam in
hetzelfde bed te maffen als Dieter en Elke en dit in het reeds beschreven
herenhuis dat figureert in de seksuele geschiedenis van een groot herenhuis
(een realistisch vervolg op dat fictieve halve kortverhaal volgt zo dadelijk
nog) een boekje open getiteld: De flauwgevallen priester op mijn tong Als
titel kan dat tellen in dit land der helaasheid van flauwe titels en slappe
lichtgewicht boekies.
Het duurt niet lang of ik stuit op een quote die lekker
leest en zo goed voelt als een goedendag die de schedel van de doorsnee Vlaamse
snertjournalist open splijt (ik doe aardig mijn best om mij in het Vlaamse
journalistieke klimaat zo onmogelijk te maken als een traditionele Jood met papillotten
in zijn krulhaar op een spoedvergadering van Hamas, hetgeen geen erg is, want
ik heb nog het Engelse en Sloveense taalgebied om mij in te storten nadat ik
finaal van een kale schrijfreis teruggekomen ben hier in dit nog steeds stijfdeftige
zwijg en wees respectabel, God en de buren zien u, binnen de lijntjes kleurders
landje):
De objektiviteit
schudde ik van mij af, objektiviteit is voor het gros van de journalisten het
schaamblad voor hun kastratie.
Die vier lezers, zelfs mijn heerlijk turbo-breiende (haar
enige hobby naast kettingroken) geflipte tante, zullen gemerkt hebben dat de
link naar de site van de Morgen (nog steeds gerund door de arrogante,
nep-linkse, zichzelf over het paard tillende zakken van gisteren) van mijn
blogstek verdwenen is. Komt er van als die droogzwierjanetten niet de ballen
hebben om te berichten over hun eigen dolkstootmachinaties binnen hun
personeelsbestand.
Het is spijtig dat ik de foto van Johan die in het boek zit,
niet terug vind op internet en dat ik niet beschik over een eigen scanner.
Anders konden mijn lezers, en in het bijzonder mijn tante dus, meegenieten van
de heerlijk duivelse gezichtsuitdrukking op die man die overleed op MIJN
verjaardag (voor de schrijvende Vlaming is elk steentje goed om zijn/haar mythe
uit te bouwen) Echt iemand die er tot in de kleinste toppen van zijn tenen van
genoot om scherp te stampen op de veel te lange tenen van anderen en dat
moesten we toch even in de elektronische bloemen zetten. Zo als sympathiserende
schrijver die van zijn mama en tantes te veel liefde kreeg en krijgt om met
bommen te gooien. We gooien dan maar met schrijfsels aan het tempo van een
standaard Russische infanterieaanval.
Sinds ik mij tegen betaling voordoe als leraar Frans in de
ontblote zenuw van de multiculturaliteit heb ik er werkelijk alle tijd voor. En
ik vind nog veel inspiratie ook, daar tussen die sympathieke Albanese
messentrekkers, Slovaakse Roma-zigeuners, Afghaanse slachtoffers van bloedwraak
(beweren ze toch), Turkse afstammelingen van fanatieke Janitsaren die hun
stamboom kunnen terugtraceren tot de zeeslag bij Lepanto van 1571 en hier en
daar een Afrikaan met een hangmatzwierderige tred.
Het leven is mooi als buiten de zon schijnt, je net drie
keer je Azzizam gepakt hebt, vannacht een bijna-foursome hebt gehad en dus voor
even de schokkende suicide by the bedside van je pa van je af kunt zetten, je
eigen met de neus op je mortaliteit gedruktheid weer even kunt vergeten en nog
even proeft van die frame of mind van toen je nog geen halfwees was en dacht
dat de dood een fabeltje was om de kindjes bang te maken en als aanleiding voor
het schrijven van thrillers.
Ik wou dat ik kon geloven dat mijn pa ergens in de hemelen
nu hoofdredacteur is van een God bijzonder onaangenaam hiernamaalsweekblad,
maar ik ben een hedonistische, moodswingende, atheïst die in het kielzog van
het met succes afsluiten van een jarenlange wanhopige zoektocht naar een
laattijdige seksuele rijping begonnen is aan een jarenlange wanhopige zoektocht
naar een duizendkoppig lezerspubliek.
Anyway, moge mijn teergeliefde vader rusten in losbandige
hippie sixties seks, dito psychidelicarock, get out of my life, youre so
respectable punk, fiere pur sang James Deanige/ Clint Eastwoodige/ Richard
Burtonnige/ Jacques Dutronige mannelijkheid en postume literaire rondschop
furore.
Een gynaecologe die zelf aan het schilderen gaat om haar kliniek op te knappen, vaak zie je het niet. Niet in België en al zeker niet in Afrika. Maar het gebeurt. Marleen Temmerman deed het en negeerde de verbaasde, misschien zelfs afkeurende blikken van haar plaatselijke collegas. Als progressieve dwarsligger negeert ze wel vaker gangbare codes. Ze schrikt er niet voor terug om in de ogen van haar tegenstanders zowel cultureel als moreel-ethetisch te gaan spookrijden. Zelfs op een volgelopen congres, waar de meerderheid haar meningen niet deelt en bits reageert als ze haar ideeën naar voren brengt. Dat en anderen veelzeggende anekdotes lees je in haar nieuwste boek, mama Daktari, een erg persoonlijk getint relaas van jaren ontwikkelingshulp in de voorste frontlinies.
Ontwikkelingshulp in Afrika dat is veel touwtrekken, vaak hameren, soms tot in den treure, op de zelfde precaire omstandigheden, je hees schreeuwen om veranderingen, voor er eindelijk eens iets gebeurt. Vooral dan aan de top. Om dat dag in dag uit te doen, is een flinke dosis koppige verbetenheid nodig. Onder het bed van Professor Temmerman staan echter, zoals ze zelf zegt, enkele attributen die hierbij bijzonder van pas komen: een hele verzameling stoute schoenen. En die trekt ze ook vlotjes aan als ze ziet dat het nodig is. Mama Daktari had ook de klokkenluidster van Nairobi kunnen heten. We lezen hoe zij de specifieke problemen in haar werkveld klaar en duidelijk onder de aandacht brengt. Al moet zij dan soms clandestien te werk gaan en de broodnodige waarnemers haar ziekenhuis binnen smokkelen om hun ogen te openen.
Aan problemen om bezoekende commissies voor te schotelen anders geen gebrek. In Kenia hebben we kindjes van acht die zich prostitueren, je vindt er als de buurt denkt dat je er redelijk warmpjes bij zit- al eens een boreling in een rieten mandje voor je stoep, vrouwen bevallen in de struiken bij het ziekenhuis, gewoon omdat ze geen geld hebben om het binnen te doen, maar in de hoop dat als er echt complicaties zijn, ze hen toch wel opnemen. Mama Daktari vermeldt van die gekruide feiten die je als lezer niet los laten, omdat de smaak nogal wrang is. Stel je eens voor dat men je adres vraagt en dat jij je moet oriënteren aan de hand van het dichtstbijzijnde toilet. Ja, in Kenia deelt men wijken in per sanitaire voorziening. Men doet niet de moeite om de rijen golfplaten hutjes aparte straatnamen te geven.
Dit derde literaire kindje van Temmerman wisselt wetenschappelijke artikels, bijvoorbeeld over aids, af met toegankelijke verhalen uit haar persoonlijke ervaring. Hierbij schuwt zij zeker de humor niet, want het is gelukkig maar-niet allemaal kommer en kwel. De lezer zal bijvoorbeeld niet zonder glimlach voorbijgaan aan de kleurrijke figuur van haar boy Joseph of de strategie die Kenianen toepassen om condooms te verenigen met hun geliefde principe van flesh to flesh. Je leeft ook mee met haar dilemmas. Wat doe je als gynaecologe met de vraag: kun jij onze dochter professioneel maar een beetje besnijden? Anders doet de familie het. En als de familie het doet, is het met de botte bijl, zoveel weet zij ook.
In Mama Daktari klinkt naast een grote deskundigheid, vooral respect en empathie door, voor een land, een volk en voor vrouwen overal ter wereld. En heel zeldzaam: het boekje lijkt zich heel direct en indringend tot de lezer te richten, alsof Mevrouw Temmerman bij je op de koffie zit om heel open over haar ervaringen te vertellen. Dat ligt dan aan de warmte van het boek, dezelfde warmte die ook heel duidelijk spreekt uit de fotobijlage, en de verteltoon, want die is helemaal oprecht.
Halverwege mijn straat staat een hoekige rijdende
doodskistdisco, zon kleine voiture waar meestal vier tot vijf jongemannen in
zitten, elk met een wit petje op hun kop en met de elektronische boenkboenk
tamtam krakend luid. Kan niet goed zijn voor zon autootje. De eigenaars van
dit exemplaar vinden het nodig om elke dag bij zonnig weer buiten te zitten in
hun bloot bovenlijf, op de stoep, bij gebrek aan tuin. Ze vinden zichzelf heel
stoer zo, ik vraag mij af of ze mij de rivier in lazeren als ik vraag om hun
handtekening na hun acteerpenetraties in de gay porn reeks farm boys thrust
deeper. Als ik er langs wandel spits ik altijd mijn oren in de verwachting
Russische woorden te zullen opvangen, want de drie hebben dat animale, dommige
boerengezicht van de doorsnee Slavische man. Ze vinden zichzelf lekker macho
als ze zo halfnaakt en half rood verbrand rondzwalpen als zatte, geëpileerde
bavianen.
Nu, het zijn geen Oost-Europeanen, het zijn Vlaamse jongens
met dat uitzicht waar je een heel reeks vooroordelen kunt aan ophangen. XTC
slikkende, jobhoppende, nauwelijks gealfabetiseerde, eeuwig te vroeg
klaarkomende, closet-case homos die rechts stemmen en in theorie graag nichten
zouden bashen. Dat zijn vooroordelen en die hebben zij vast ook tegenover mij
als ze mij zien voorbij marcheren met mijn lang haar, jeansbroek en simpele
T-shirt. Ze zien in mij vast een verwijfde, versuikerde witte wijn slurpende,
pacifistische linkse rakker, met de biceps van een spaghettistok, die als
grootste geheim meezeult dat hij op graspop eens aan een jointje heeft gelurkt.
Alleen al om niet in het plaatje te passen van de uitgemergelde, wereldvreemde
krielkipintellectueel sleur ik een resultaat opleverend minimum met gewichten.
Ach ja, gewoon voorbij wandelen en dromen van een
vrouwelijke kolos met punthakken die opeens verrijst van op de bodem van de
schone rivier die hier voor mijn deur ligt, een moordend sexy reuzin (vast en
zeker Perzisch) die hen in American X stijl met opengesperde muil op de stoep legt,
zodat alleen hun bovenste rij tanden de stenen raken en dan die hakken van haar
schoenen moordend door hun aarzen drijft. Machos mogen ze van mij altijd
levend verbranden of inschakelen bij dwangarbeid in Afrika voor het bouwen van
schooltjes en ziekenhuizen.
Verder in mijn straat, zie ik sprietmagere mannen van tegen
de vijftig in onsmakelijk korte shorts. Een soort wijde onderbroeken in een
felkleurig, pseudo-sportief kleurtje. Dat de regering daar niets aan doet. Dat
de Vlaming geen gevoel voor stijlvolle kleding heeft, wisten we al langer, maar
er zijn grenzen en voor de meesten onder ons is die grens één centimeter boven
de knie en geen millimeter hoger. Die mannen hebben vast een echtgenote die
ofwel zwaar bijziend is (ogen kapot gebrand op de zonnebank) of hen
hartsgrondig haat anders laat die toch hun man zo niet de deur uit gaan? Even
verder staat nog zon dartel springkonijn stretchoefeningen te doen recht voor
mijn neus. En dat in zon korte nauw spannende sponsen broek met een T-Shirt,
in een kleur waarvan je maag wel moet protesteren, dat zit dan om zijn lijf gespannen als een soort vers houdende inpakfolie. Net een mensenbroodje dat een hapklare brok wil
zijn voor een ongezond snoepende T-Rex.
Gent heeft dringend meer privé-tuinen nodig, zodat de meer
gereserveerde burger dit soort wansmakelijkheden verder bespaard blijft. Het
stadsbestuur verspreidt ook best pamfletten met de 50 dont dos als je ooit nog seks wilt hebben. Het is mijn
inschatting dat dit veel misverstanden zou voorkomen en ook veel sociaal leed
zou verhelpen. Voor sportwinkels en fitnesszaken zou dit het faillissement
betekenen, maar dat is een kleine prijs voor een enorme winst op esthetisch
vlak.
Mijn broodjes koop ik bij een Turk, net zoals mijn
cashewnoten en mijn fruit, want ik koester de ijdele hoop dat ik zo de
cursusblokken van mijn leerlingen sponsor, alsook hun loyaliteit koop. Ze
kunnen geen Frans, maar hun mamas smeren heerlijke broodjes tegen bijzonder
democratische prijzen moet ik zeggen en ze hebben niet die zeemvelsmoel van de
gemiddelde plus-40 jarige Vlaamse huisjeboompjeroddelzonnebanktrut, zoals er
weer aardig wat verzameld zaten op het dek van de dichtstbijzijnde caféboot.
Op de terugweg bots ik nog op mijn vroegere huisarts die op
een kilometer van mijn huidige huisarts woont. Waarschijnlijk weet hij niet dat
ik hem geditcht heb en denkt hij dat ik helemaal nooit ziek ben, want hij
schudt mij overvriendelijk de hand. Ja, hij had toen ik kind was al aardig wat
sympathie voor mij, omdat ik voor een kleuter uit een arbeidersgezin verdacht
spitant en sarcastisch uit de hoek kwam. Als curiosum deed ik het als kind heel
goed. Hij heeft ook al zon kort broekje aan, alleen ontbloot het bij hem niet
zo onsmakelijk veel vlees, omdat hij zeer kort te been is. Gedumpt heb ik hem,
omdat mijn nieuwe huisarts niet met de hakken over de sloot slaagde en
geneeskundig onderlegd is en dus tijdens consultaties geen remedies hoeft te
googlen. Misschien denkt hij ook wel dat ik uit praktische overwegingen
overgeschakeld ben op een Gentse huisarts. Niet dus. Ik zit bij de
rechtstreekse concurrentie.
Ik apprecieer
alleszins de vriendelijkheid, want de meeste volwassen mensen die algemeen
Nederlands praten, bekijken mij met de zelfde vooroordelen als waarin ik die
drie semi-naaklopende plebejers uit mijn straat inschat. Ofwel straal ik voor
hen een soort, ruwe, onverfijnde, animale, hersenloze seksualiteit uit, ofwel
zien ze mij als dat volksventje dat met veel geluk een klein beetje educatie
opgedaan heeft en nog net een woord van meer dan vijf lettergrepen kan
onthouden. Hoe conformistischer ik mij kleed, hoe meer vooroordelen en
misprijzen die geëstablishte intellectuelen schijnen te hebben. Dan bekijken ze
mij als een kruiperige worm die o zo graag lid wil worden van hun selecte
breednekkige clubje.
Niet willen gelezen worden, is daar het hartigste anti-gif
voor, naast een compromisloze vastbeslotenheid om als opgeklommen arbeiderszoon
ten allen tijde helemaal je eigen ding te doen. Want ik word liever uitgespuwd om wie ik ben, dan om wie ik pretendeer te zijn.
dixit Karel Jonckheere. De favoriet van mijn pa in het grote
citatenboek.
Door Pieter Daens bladeren van Boon, tijdens een minuten
durend ontspannend schijtmoment. De laxerende werking van koffie slaat minzaam
toe.
Mijn boekenkastje (met nadruk op je want er is niet veel
plek in de zakdoekstudio die nog twee weken mijn woonst is) puilt uit van de
turven. De meeste gekocht in kringloopwinkels, de Oxfam boekenwinkel, of de
Sleghte (das die boekhandel die zeer gewiekst munt slaat uit Vlaamse
amateurintellectuelen)
Sommigen heb ik zelfs uitgelezen, zoals (en nu is het hier
even zoeken) A peoples history of the Civil War, dat boek dat er onmogelijk
gewaand- er op zijn eentje in slaagde om mijn onverklaarbare attavistische
(daarmee hebben we dat woord ook nog eens gebruikt) liefde voor de Confederatie
compleet weg te wagen. Hoezee, want dat werd tijd.
In veel van die boeken zit een treinticket van de NMBS, als
baken om aan te duiden op welke pagina ik ooit strandde. de gebroeders
Karamazov, U-Boat, Na kmeti, Women in love van D.H. Lawrence, allemaal
hebben of hadden ze zon duur betaalde bladwijzer.
Op een kastje naast mijn boekenrek ligt een geprinte versie
van zin of onzin van lezen (of toch iets in die trant, want het titelblad is
zoek). Geen idee wat de zin ervan is. Ik heb mezelf opgelegd dat ik enkel nog
lees in andere talen dan het Nederlands. Dus niet om te lezen, maar om een
vreemde taal te oefenen. Anders vind ik lezen op zich tijdverlies. Ik doe
namelijk niet aan ontspanning. Ik ben een utilist, als er geen concreet nut
steekt in een activiteit, laat ik het zo.
En daar zeg ik dan eerlijk bij, dat
ik het nut van sommige mijner activiteiten op sluwe manier moet zien verkocht
te krijgen aan het superviserende deel van mijn Ik. Lezen in een andere taal is
altijd makkelijk verkoopbaar aan de verlichte despoot die wil heersen over mij.
Seks hebben ook. Seks verkoopt, dus als ik veel neuk, weet ik weer wat
schrijven. Seks komt mijn schrijversschap rechtstreeks ten goede. En volgens
mijn Azzizam stap ik na seks altijd opvallend zelfverzekerder. Dat komt mijn
présence dan weer ten goede en dat is nog altijd het allerbelangrijkste, want
een schrijver leurt niet met zijn teksten, maar met zichzelf.
Er zijn geen lezers
meer
Schrijven. Een opgeklopte bezigheid. Het is maar schrijven
en ik doe het, omdat ik het niet kan laten en er zijn nog mensen die het lezen
ook. Al kan mij dat de laatste tijd niet meer schelen. De enige die lid moet zijn van mijn fanclub ben ik zelf, maar met het oog op feestjes is het natuurlijk wel zo gezellig als er nog meer zijn.
Ik dacht dat het Robert
Fiske was die recent klaagde dat niemand nog leest, dat iedereen een boek aan
het schrijven is. Hij beschreef zijn vliegtuigreizen waarbij hij in enkele uren
tijd de hele Franse pers doorneemt, plus nog 200 paginas leest in een boek (dikke stoefer wel die Fiske)
Zijn medereizigers bladeren hooguit eens door de lichtgewicht pockets die ze
voor de gelegenheid bij hebben. Zijn stelling: mensen kunnen niet meer in de
diepte lezen.
Hij zal vast wel gelijk hebben. Fast food, speed talk, sms,
internet, fast lit. Cultuurverval zeggen ze dan. Dikke bullshit dat woord. Welk
cultureel verval? En in vergelijking met welke tijd doet die cultuur van ons dan
aan verval? Sinds de Grieken? Alsof ze daar allemaal zon geweldige
intellectuelen waren. Sinds de jaren vijftig of zo? Bullshit, er is helemaal
geen cultureel verval. Er is de comfortabele zekerheid dat de mensheid bestaat
uit een massa onbelezen, verstandelijk niet dom, maar volstrekt luie, waste of
space mensen, die van niks weten en dat er een dunne toplaag is van
intellectuelen die ofwel dik profiteert van die onwetendheid of wel zo onnozel
is om die massa te verlichten.
Als schrijver moet je de dingen soms lekker
simplistisch voorstellen. De eeuwige genuanceerdheid gaat ook al eens vervelen.
Ceci nest pas un
livre
Wat maakt een boek goed? Een rode draad? Gevatheid?
Personages die af zijn? Een spannend verhaal? Een detaillistische
doorwrochtheid? Het shockeffect? (er in slagen dat de lezer zich herkent in jouw personages en zo zijn of haar diepmenselijke narcisme grenzeloos kan botvieren??)
Ik denk zo wat dagelijks aan die voluptueuze, volgevreten bourgeois uitgeefster van
Manteau (dat zijn die zeer geldgeile mensen die Boon ooit weigerden. Schudden
met het hoofd van onbegrip, allemaal samen, ja) die twee jaar geleden zei dat ik mijn eigen stem
nog moest vinden. Overal gezocht die stem, maar hoe meer ik zocht hoe stiller het werd in mijn kop. Die stem in mijn hoofd is een vrouw, als je haar wil vangen, loopt ze weg, maar als je haar negeert, volgt ze je. (jaja, in quotes persifleren ben ik echt steengoed!!)
Dat ik goed was in het bedenken van titels, vond die Rubensachtige uitgeeftaart wel. (akkoord, ik hoef niet meer zo nodig een uitgever te hebben, maar ik vind het gewoon leuk om rancuneus te zijn, dat ligt mij) Ik heb net nog
een lijst namen doorgestuurd naar mijn vaste tekenaar, Dieter, die zoekt een passende
naam voor zijn kano. In namen bedenken ben ik goed. Misschien moet ik een
bedrijfje opstarten dat zich specialiseert in het leveren van babynamen. Aldus
de alarmerende wildgroei van namen die onheilspellend op een Y eindigen, zoals
Kenny, Cindy of de wraakroepende praktijk waarbij ouders hun kindjes noemen
naar een parfummerk zoals Kenzo.
De naampjes die ik mijn goede maat voorstelde (ik weet
ongeveer wat hij zoekt, want mijn maat is een boogschutter, en ik heb om de een
of andere obscure astrologische reden een zeer goede voeling met dat teken)
sjkval
(wel liever schrijven in cyrillisch schrift, das stoerder) das de naam van
een Russisch type torpedo, het beste in onderzeese oorlogsvoering van het
moment. Dat ding maakt zijn eigen luchtbel onder water en gaat daardoor zo
snel als een raket in de lucht. Drie keer sneller dan Amerikaanse
torpedoes hetgeen een geweldig voordeel geeft natuurlijk. Uitwijken is
onmogelijk.
het betekent 'windstoot'
*Chinook (naar de gelijknamige Amerikaanse Helicopters), betekent 'wilde
wind' in een indianentaal
*Napad (aanval)
*Jadro (kogel int Russisch, int Sloveens lijkt het op jadernica wat
zeilboot betekent)
*Marjak (matroos)
*Strelets (boogschutter)
*pobjeda (overwinning)
*groznij (de verschrikkelijke)
*Ivan IV (de verschrikkelijke dus)
*Tepesh (de achternaam van de echte Dracula)
*Styx (rivier in romeinse mythen)
*Lethe (zelfde rivier in Griekse mythen)
*Jason (en de Argonauten)
*Daedalus
*Raphaël Semmes (beste kapitein van het Zuiden, veroverde met 1 schip 69
noordelijke boten en zonk er nog een andere, redelijk zotte prestatie)
*Trafalgar (zeeslag)
*Lord Nelson
*Guadalcanal (zeeslag)
*Mid way (idem)
*Oblaka (wolk)
*Snek (vikingboot)
*Thor
*Aegir (vikinggod van de wind)
*Papyrus
*Potjomkin (naam van een bekende pantserkruiser)
*TNT
*Angel dust (benaming voor coke)
*Akoela (haai int Russisch, is benaming voor een type duikboot, van de
akoela-klasse)
*naam van een ontdekkingsreiziger (er zijn er genoeg, maar ze klinken niet
zo geweldig opwindend)
*Zmaj (draak int Sloveens, symbool van Ljubljana)
*Robinson (eventueel int Cyrillisch geschreven)
*Kosak
*Tortuga (bekend historisch zeeroversnest)
*Mombassa (bekend modern zeeroversnest)
*Karst (gebergte typisch voor streek in Slovenië)
*Illyria (andere benaming voor Slovenië, vooral ten tijde van Napoleon)
*Actium (zeeslag)
*Agrippa (de romein die die zeeslag won)
*Spoetnik
*Mudi se mi (ik heb haast)
*Divjak (wildeman)
*soemasasjol (zot geworden, Russisch)
*Fanatik
*Brez mej (zonder grenzen)
*Pirat brez mej (piraat zonder grenzen)
*vpirjod (voorwaarts! in het Russisch)
*Naravnost (rechtdoor)
*Biser v vodi (parel in het water)
*Roesalka (waternimf int Russisch)
Wat maakt een boek goed was de
vraag? (mijn denksysteem is gesplitst in een vierbaansvak en de gedachten die daarop rijden houden er een Iraanse rijstijl op na) Oprechtheid heb ik mij eens laten vertellen. Een onversneden eerlijkheid
in elke zin en elk woord. Het gevoel creëren bij de lezer dat alles wat daar
staat waar is en dat de schrijver niet wil scoren. Dat lukt enkel als je in de
eerste plaats helemaal alleen voor jezelf schrijft. Je moet de boeken schrijven
die jezelf had willen lezen, maar nergens vond.
Als ik nog schrijf, is het om
mezelf te amuseren. Omdat schrijven, na seks, en gesprekken met dierbaren zoals
Maryam en bijvoorbeeld hoger genoemde tekenaar, het enige is wat ik echt leuk
vind, naast een vijand compleet Zerstören, maar in het dagelijks leven is dat moreel en sociaal gezien redelijk onwenselijk. Omdat ik nooit iets grappigs lees, omdat ik weinig mensen echt grappig
vindt, omdat er in zo weinig teksten die ik tegenkom, echt vaart zit, of iets
wat maar in de verste verte op levenslust en wild rond kickend leven lijkt.
De literaire dorheid primeert.
Blijkbaar zijn mensen die schrijven er hardnekkig van overtuigd dat schrijven een zeer
ernstige, heilige bezigheid is, en als ze dat niet vinden, moet het maar
shockerend zijn. Wat is er mis met lollig? Ik mis plezante eigenheid in het
meeste (eigenlijk gewoonweg alles, hoor) dat ik lees.
Favoriete boekjes
Ik vraag mensen vaak wat hun
favoriete boeken zijn, maar als ik die vraag aan mezelf stel, komen er bitter
weinig titels boven drijven.
De eerste die zich opwerkt van de
bodem van mijn geheugen is Bright lights, big city, omdat dat boek je van de eerste
zin met je kop tegen de paginas stampt en daar ook houdt.
The dying animal van Roth vind
ik vrij aardig. Een simpel boekje, maar het bezit die oprechtheid waarover ik
het had en het is nergens langdradig en het wil nergens overdreven moeilijk zijn,
omdat er mensen zijn die moeilijke boeken gelijkschakelen aan goede boeken. Ja,
ik ben voor punkboeken. Drie akkoorden en een harmonische slordigheid. Wandel weg als het je niet bevalt.
Een goed boek is een boek waar de
schrijver zelf lol aan beleefde. Zo zijn er vast niet veel boeken, want als je
fotos ziet van schrijvers, is dat nog altijd het beste afschrikmiddel voor
elke aspirant-schrijver. De meeste schrijvers, zouden als ondertitel bij hun
portretfotos kunnen krijgen: ik schrijf, omdat mijn chronische depressie zo
nog enige zin lijkt te hebben en wel kunstig overkomt. Beter een schrijvende,
huilerige zielenpoot met erectieproblemen en een vrouw die op een ander poept dan gewoon een huilerige zielenpoot met erectieproblemen en een vrouw die op een ander poept
Een goede tip aan beginnende
schrijvers: zoek vooral NIET het gezelschap van collega-schrijvers op, tenzij
ze aardig kunnen zuipen en vernietigend zijn in hun zelfspot en elk van hun
bewegingen lijkt te geschieden op de tonen van I did it my way, gecoverd door
The Sex Pistols
En schrijf alstublieft niet omdat
je denkt dat je daardoor een papieren eeuwig leven gaat leiden. Alsjeblieft
zeg, wat heb je daar aan? Schrijf omdat je kickt op aandacht HIER EN NU, schrijf omdat je
bijna terplekke klaarkomt als je mensen uiteenrijt met je geschriften of omdat
je er een keiharde, voluit be-aderde stijve van krijgt omdat je publiek over de grond bolt van het lachen,
maar niet om de onbestaande literaire eeuwigheid in te gaan. Als er een
asteroïde langs komt en het licht hier finaal uitgaat, spaart die heus je
boeken niet.
Schrijf omdat je er fun aan hebt,
doe het met hart en ziel, om de lang vergeten Nederlandse band de tröckner
kecks te citeren, en als je t met tegenzin en frustratie doet, ga dan
bloemschikken of Japanse schaamhaarpruikjes verzamelen, of leer vijf talen
perfect spreken, das ook opvallend genoeg en voor de meeste mensen een paar
duizend keer simpeler dan een grappig boek schrijven van 100 paginas.
PS begeleidende foto toont een greep uit Boons feminatheek
Na door de blank staande Gentse straten gewaad te zijn in
ware Crocodile Dundee stijl, nam ik het boemeltreintje richting Aalst.
De trein waar je safe in slaap kunt vallen, in de zekerheid
gewekt te zullen worden door de smeuïge geur van een fabriek bij de naam Amylum
(kan ondertussen van naam veranderd zijn, maar het ruikt nog altijd hetzelfde).
Het is een geur als van de potentieel lethale vervuilde
rivier. De Ghanges na een droge periode, zodat alleen de zweetmodder van een
paar honderdduizend godsdienstwaanzinnige Hindoes er nog in drijft.
Ik bleef wakker en leerde voor mijn theoretisch rijexamen.
Dat gezegd zijnde, heb ik alweer enkele mensen een minachtende uitlachsmile
bezorgd en zo blijf ik joy verspreiden als een Zuid-Afrikaanse stoephoer
syfilis. (geslachtziekten zijn een opvallend motief in mijn werk)
In Erembodegem moest ik zijn om mijn huisarts te bezoeken.
Een uitstervend ras die huisartsen. t Is een knelpuntberoep aan t worden. De
werkdruk is dan ook redelijk moordend. Maar deze doet het graag en das te
merken aan de horror vacui in zijn wachtkamer. Aan patiënten geen gebrek.
De mama en ik nuttigen samen het avondeten. Spaghetti. Ik
heb tijdens mijn studentenleven zo vaak spaghetti gegeten, dat mijn maag ver
niks anders meer verdraagt en mijner goede weduwemoeder weet dat.
Ons huis is gelegen halverwege op het plateau van
Erembodegem en bij zware regenval geeft dat zo zijn problemen.
Ook vandaag, want het blijft maar gieten en omstreeks half 8
stroomt de beek in onze hof weer eens over, met als gevolg dat mama en ik op de
sofa vluchten en als de sofa van de Medusa door de voordeur drijven.
De beek in onze hof, is de zelfde beek die echt waar
permanent los door de kelder van de buren stroomt, dus bij noodweer zijn die sowieso
zwaar in de poep gepakt. Ook zij dreven buiten op matrassen, planken, lege
wijnkisten (vooral dat, want bij ons in de buurt, ben je een sociale paria als
je geen alcoholicus bent) en dus weg waren wij met zn allen.
Ik had gelukkig de pollepel bij, dus ik kon peddelen. Mijn
moeder had ook haar bezigheid, want die koekeloert graag rond en wierp haar
kritische oog op onze mededrijvende buren.
Met de kom aardappelen nog op schoot, was zij gewapend om
eventuele achteraanklampers van een welgemikt antwoord te dienen.
Ik zei al dat wij hooggelegen zijn daar in Erembodegem, dus
wij volgden de stroom water bergaf langs de weg die niet voor niks de Hogeweg
noemt.
Pijlsnel omlaag raften wij richting Dender. Das het
stinkriviertje waaraan de Denderstreek dus zijn naam dankt.
Iemand van de omdrijvende buren kwam op het idee om er een
race van te maken. Een eindmeet was dra bepaald. Dat zou Geraardsbergen worden.
De eerste in Geraardsbergen zou een jaar lang gratis echte Geraardsbergse
mattetaarten krijgen.
Dat hoorden wij graag. Geen idee wie die zou gaan betalen.
Die mattetaarten. Waarschijnlijk voelde stijfzatte Clémant zich een viking,
omdat hij een kastrolle met handvatten gelijkende op pinnekes ondersteboven
op zijn moegezopen kop had. Dus die zag een plundertocht in Noormannenstijl wel
zitten. De geraardsbergse bakkers moesten echter niks vrezen. Stijfzatte
Clémant rookt de helft van zijn OCMW-uitkering in de eerste week van de maand
al op en raakt ongeveer drie meter ver zonder hulp van de volledige inhoud van
een Ventolin-puffer.
Ook de andere buren zijn verstokte rokers. Dus mama en ik
lagen al snel op kop en dit nochtans aan een kwakkelsnelheid van nauwelijks
twee knopen per uur en dit met de wind mee. Tegen Denderleeuw verslapte die
kruissnelheid nog eens tot 1 knoop per uur, want in Denderleeuw staat het
vilbeluik waar ze dus beendermeel maken om snoepjes van te maken- en tot zeker
drie à vijf km vanaf centrum Denderleeuw ruikt het naar gevilde platgereden kat
met uitpuilende darmen die vlot doorgaan met achterstallige ontlasting en dit
op twee centimeter van je neus. Zo ruikt het daar.
Heerlijke geur is dat, want als je in Erembodegem woont,
weet je dat je als je die geur s morgens tot aan je huis kunt ruiken, dat het
die dag met zekerheid prachtig zomers weer wordt. Frank de Bozer komt vanaf de
lente elke ochtend met zijn fiets tot op ons dorpsplein om die geurstand te
checken. Meestal wordt hij dan omringd door een vijftiental overjaarse Erembodegemse
ouwe dozen die hun dagen slijten op het terras van het Soete Bekje waar zij
zich vol stampen met complexe koolhydraten, meestal in de vorm van gebakjes en
die het dus wel eens met een BV willen doen, ter afwisseling van een rij
halfbroers, stiefvaders en minderjarige neefjes.
Dat zijn dagen die dus aromatisch degoutant ruikend
beginnen, meestal hangt er ook mist, maar die klaart op en dan breekt de zon
door. Een geur die menig Erembodgems hart sneller doet slaan. Na de winter maak
je een astmatisch laagbijdegronds vreugdesprongetje de eerste dag van het
nieuwe jaar dat je die ruikt. Hoezee, de lente is daar. Hoest hoest Jippie,
kots kots, joepi, walg, rochel, bweurk, HOERA, de lente, piep piep hoestbui.
Busje komt zo.
In the sun, in the sun I feel as one
One blood coughing incestoïd retard
Yeah baby.
Under Erembodegem skies is het goed creperen.
Het Hiroshima bij de Dender.
Geen radioactieve misvormde babytjes. Nee, mijnheer, mijn
broer is ook mijn papa.
Erembodegem, waar de boer nog vrijelijk E-605 op de patatjes
sproeit gelijk de Amerikanen Agent Orange in de Vietnamese jungle.
Mama en ik wonnen vlot de race. De tegenstanders waren al lang
Cara-pils aan het drinken in een drijvende pittazaak van een zeer gewiekste
pittaboer. De pittaboot, een uitvinding van Haroun, alias Rudy Eeckhout, een
rasechte Vlaming die zwaar zonnebankt en zijn haar potzwart verft om als
pittaboer een klein beetje street credibility te scoren.
Wij, Erembogemenaars hebben de buitenlanders graag, als ze
tenminste hun plaats kennen, aan de juiste kant van de winkeltoog.
Aangezien moeder en ik toch zo voorop lagen op de rest,
hebben wij er langs de oevers van de brede Dender. Jaja, de Duitsers vonden het
in 1940 zelfs van groot strategisch belang om onze kerktoren plat te
bombarderen en onze denderbrug te massacreren. In de tuin van mijn eigen huis
was een Duits veldhospitaal. Mijn ma is er nog steeds WERKELIJK van overtuigd
dat er Duitse soldaten in ons huis rondspoken. Als je de video vergeet te
programmeren schreeuwt die: ich habe es nicht gewusst, op zolder zit een ekster
die van s ochtends tot s avonds zingt, verdammt ich lieb dich, ich lieb dich
nicht, en wormen in onze pattattenzakken scanderen regelmatig wir brauchen
Lebensraum im Keller. Dit en andere onwaarschijnlijkheden verontrusten mijn
moeder zeer accuut, tenzij tussen 18u10 en 22u45, want dan kijkt zij tv en is
zij nagenoeg onverstoorbaar. Zij schuwt hierbij ook geen programmas als
Derrick en de Schwarzwaltklinik, dus onze familiepsychiater (onze derde, want
de eerste heeft zich onder een trein gesmeten op de lijn Erembodegem-Aalst en
de tweede heeft zich door de kop geschoten met een Mauser een serieus
blafgeweer- in de verlaten fabriekshallen van Schotte) zegt dat zij nog geen
fobie heeft voor alles wat Duits is.
Nu goed, langs de oevers twee om heel precies te zijn- van
de Dender hebben wij welgeteld ZES staande plakkaten van het Vlaams Onbenul
verwijderd alsook een SP.A poster van ene Fleemja Van den Broesse. Niet omdat
wij iets tegen de SP.A hebben, maar omdat wij specifiek iets hebben tegen die
mediageile teef die het product is van nepotisme en dynastiek overerfbare
uitgeholde democrazy.
Dat van die mattetaarten was uiteraard een fabeltje en
achteraf bleek ook dat het een loze verkiezingsstunt was van Clémant, die dit
keer opkomt als lijstduwer van de LDD. Na het al vijf verkiezingen compleet
verbrod te hebben bij de lokale VLD. Hij likt namelijk te weinig aarzen schoon.
Niet dat hij niet van goede likwil is, maar omdat hij dus sowieso al niet veel
adem heeft, en met zijn neus tussen twee billen gepropt, wordt zijn astma al
snel levensbedreigend. Vandaar ook dat astmalijders het zeer zelden ver
schoppen in de Belgische politiek.
Ik ging na de race een weinig drijfnat bij mijn huisarts.
Die mij wist te vertellen dat ik zeer zeker kon schrijven (was het compliment
bij te betalen? Ik dacht van niet) en dat hij mijn frustratie snapte. Welke
frustratie moge dat wezen? Publicatie mijner schrijfarbeid lijkt mij niet te
zullen resulteren in enige wezenlijke verbetering van mijn levenskwaliteit.
Publicatie komt enkel de strontige bruinheid van mijn tongspier ten goede. Ik
bedank beleefd en schrijf lustig zinnen die veel te lang en slordig zijn om
ooit door een uitgeversbeugel te kunnen. Als ze die al ooit lazen, want zij
volgen nauwgezet de miss-verkiezingen om te weten uit welke richting zij de
volgende onverbiddelijke bestseller van Belgenland mogen verwachten.
Misschien moet ik eindelijk eens mijn verhaal doen, ik ben
namelijk de bastaardzoon van koningin Paola. Dat de goede vrouw die mij tegen
betaling (een arrangement met overnachting in een geheim klooster van Opus Dei)
overnam ook Paola heet, was dan ook een praktische uitbuitbaar feit. 26 jaar
geleden kwam ik uit haar Italiaanse foef gesjeesd. Albert zei: t is nen
bastaardje en hij lijkt op den tuinder, hij eef kroene vingers Het groen op
mijn babyhuid kwam van de schimmel in het vaginakanaal van onze Reine, want zij
had daar al drie maand een tampon vergeten, en dat geeft toch iets qua
onwelruikendheid en bacterieel kweekgedierte. Vandaar dat ik later ook zeer
goed aardde in Aalst, want die geur was sterk verwant met die van Amylum.
Dus langs deze weg wil ik zeggen: Mama Paola, ti amo,
ondanks alle verwaarlozing en dumping in Aalst, met name Erembodegem. Wist ons
koningspaar veel dat de pennen in deze landstreek het scherpst zijn, de mannen
én de vrouwenhet dronkst en de rivieren
het stinkst.