De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
02-03-2014
Stalingrad en vrouwen versieren
Deze nacht op het programma: een monoloog over Stalingrad schrijven. Wordt opgevoerd in Antwerpen binnenkort. Door 1 Russisch-Belgische actrice. Een miniem beetje glamour in mijn armzalig schrijversleven. Valt er nog iets nieuws te zeggen over die Kesselschlacht? Waarschijnlijk niet. En als oorlog gedenken oorlog kon vermijden, dan hadden we nu geen oorlogen meer. Maar ondanks het vieren van honderd jaar eerste wereldoorlog, en leuteren over nooit meer oorlog, een hele resem knappe anti-oorlogsfilms, staat Syrië in brand en marcheerde het Russische leger de Krim binnen. Dus wat moet ik er mee doen? Het entertainend maken. Wereldvrede zal het niet brengen. Als zelfs een topreeks als Unsere Mütter und unsere Väter de geesten van de mensen niet en masse kan pacificeren, dan ook mijn kleine monoloog niet.
Morgen vanaf de middag staat er wat anders op het programma, zijnde het amateuristisch in elkaar steken van een kortfilm over een vrouwenversierder (Slick) die zijn beste vriend, een complete kneus (Silk) wil leren vrouwen versieren, wat een onmogelijkheid blijkt, maar ze zijn allebei koppig. Ge kunt dat onnozel vinden dat we onze tijd daar in stoppen. Maar als niemand ooit toegaf aan die onnozele drang om toneeltje te spelen, was er op tv echt niks meer te beleven. En het is beter dan thuis liggen sudderen in zelfhaat. Waarom de mensheid verhalen nodig heeft, weet ik niet. Ik heb de indruk dat hoe meer inzicht ik krijg in verhalen en de nood aan verhalen hoe slechter het mijn schrijven vergaat. Je moet de chemische samenstelling van melk niet kennen om goeie melkkoeien te kweken. Ik schrijf en ik vervloek mezelf daar dagelijks om, maar ik zou niet weten wat ik anders moet gaan doen. Ik veronderstel dat je dan schrijver bent, als je het niet wil zijn, en het toch dagelijks doet.
Elke zaterdagochtend zit ik met een collega-schrijfster in de kelder van de bibliotheek van Aalst. 'De bunker', zegt de collega-schrijfster. Het is hier overdreven warm, ik claim het enige stopcontact voor mijn laptop en kleine kinderen OF oude mensen komen hier op internet. We schrijven hier van 9u30 tot 11u50. In die tijd kan je ongeveer drie A-4 pagina's schrijven. Zoals sommig e mensen samen gaan joggen, gaan wij samen schrijven. Kwestie van de discipline erin te houden en de angst te overwinnen. Want je moet toch maar de pretentie hebben om een wit blad te schenden met woorden.
Vandaag stond verder in het teken van mijn vrijwilligerswerk bij buddywerking. Mensen begeleiden die nood hebben aan een babbel. Babbelen kan ik goed. Dat vrijwilligerswerk is waarschijnlijk het meest interessante, uitdagende dat ik tegenwoordig doe.
Het leven zal wel nooit zo spannend worden als een aanslag plegen op Hitler. Wel zo gezellig als met een kop thee naar een film over Stauffenberg kijken. Al ware het nog gezelliger als de film Duits gesproken was. "Je kan niet alles hebben", zegt mijn vrouw.
In de trein. Ik zit te lezen. Kortverhalen van Anna Gavalda. Die mij totaal niet kunnen boeien. Foute keuze om mijn Frans wat op te kuisen (ik werk in Brussel). Een meisje recht voor mij prutst met haar smartphone. Ze heeft lang blond haar en een knalrode sjaal. Licht imponerend eigenlijk. Maar soit, vrouwen proberen versieren hoort er al enkele jaren niet meer bij.
Ze zucht hoorbaar. En sterk. Alsof ze een taart vol kaarsen uit
blaast. Maar tegen haar zin. Onze ogen raken. Altijd beter dan verbale
communicatie.
Tot mijn verbazing vraagt ze: "Bent u gelukkig met wat u doet, mijnheer?"
Niet: Bent gelukkig? Nee, specifieker, correcter wellicht: bent u gelukkig met wat u doet? Gezien ik sinds een jaar of twee eerlijkheid beoefen als een soort sport, zeg ik: "Ik probeer die vraag zoveel mogelijk te vermijden." Zij: "Zo bang van het antwoord?" Amai, heeft dit meisje wel Vlaamse roots? Ik ben bijzonder bevooroordeeld -allicht onterecht- tegenover mijn Vlaamsche medemensen. Spontaniteit schrijf ik hen bijvoorbeeld niet toe.
De conducteur komt langs. Stilte. Haar telefoon rinkelt opnieuw. De verbinding is slecht. "Ja, ik hoor u weer niet, zenne." De verbinding valt weg. Ze prutst nog wat op haar gsm. Ze zegt niks meer. "Lastige dag op het werk?", vraag ik. Ze zucht weer. Mijn halte is daar al.
Als ze ziet dat ik moet afstappen, zegt ze: "Volgende keer een echt antwoord he!" Ik stap naar huis. Dat is verdomme een gevaarlijke vraag. Bent u gelukkig met wat u doet? En kunt ge daar nog eerlijk op antwoorden? Als we echt helemaal vrij mochten kiezen, zouden we dan niet allemaal iets anders aan het doen zijn?
Volgens mijn verloofde bestaat er niet zoiets als een gelukkig leven. Zij denkt: het leven gaat niet over proberen leven in de zon, maar over leren dansen in de regen. Ik blijf op zoek naar de eeuwige zon, de ideale, bevredigende situatie. En misschien zoek ik nog altijd niet hard genoeg. Ik lees nu een boek over Gestalttherapie. Een individu wil zijn behoeften bevredigen en wil zichzelf waarmaken. En dat steeds in interactie met zijn omgeving. Op dit moment leef ik niet in de meest bruisende, stimulerende omgeving. Verander dat dan, zeggen geluksgoeroes. Follow your bliss. Volg wat je gelukkig maakt. Maar wat is dat? Ik krijg daar zeer uiteenlopende, nogal onpraktische antwoorden op. Wat maakt jou gelukkig?