Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
08-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Verkrachters die verkracht worden. Uw andere wang tonen als ze u al lappen. Al uw kwetsbaarheid op tafel smijten, tegen uw aanvaller zeggen dat er niks meer kapot te doen is, dat er niks meer is waar ze u zeer kunnen doen. De leerkracht in 'Detachment' zegt het ook, “stop maar al met proberen op mijn gevoelens trappen, want ik heb er allang geen meer over”.

De verbondenheid met alle slachtoffers overal ter wereld. Dat ge niet den enige zijt en niet eens 't slechtst af zijt. Allez, kom dan maar op. Stamp mij een beetje. Het doet allemaal niet zo veel meer. Als ge mot in een oppervlak water, doet ge 't water ook gene zeer. Kurt Cobain werd eens aangevallen door een geblokte reus. Die reus stampte hem constant op de grond. En Kurt deed niks, buiten lachen, lachen, lachen. En vallen en lachend weer recht kruipen. En die reus droop af, gefrustreerd.

Ach, rape me. Rape me, VDAB, economische onheilsbrieven die mij dagelijks te pas en te onpas bashen, de madame van de mutualiteit die mij een loser vindt, de dag dat het woord loser is ingeburgerd geraakt, was zowat 't begin van 't einde, zure mensen op den trein, die nog niet content zijn met hun ambtenarenjobke, op den trein zijn 't altijd ambtenaren, behalve de west-vlamingen, dat zijn noeste werkers, die travakken in de privé-sector.

Allez, rape me, ik zit thuis te beven, ook van kou, maar vooral van schrik, voor alles wat ik nog zou kunnen kwijt spelen, en alles waar ik nog kan naast grijpen (die schrik is erger), allez, rape me, beter van niks te voelen, dan schrik te hebben. Als de tv mij dan toch wijs maakt dat ik af moet zien, door absurde kapitaalsophoping, ben ik liever zo midden in 't gevecht. Ik peins dat in een oorlog de slechtste momenten zijn als ge zit te wachten. We kunnen 't niemand vragen, maar 't gevoel van bevrijding als ge dan uw kop uit de loopgraaf steekt en vijftien interne bloedingen later neerzijgt, is vast bevrijdend. Loden vrijkaartjes voor het Nirwana. Gelijk Jonathan Alpert (da's de psyscholoog van al die mannen op Wallstreet, ik dacht als ik nog eens een boek wil lezen van een psycholoog, dan pak ik direct den best betaalde) die zegt dat alle angst uiteindelijk angst voor 't onbekende is. En als 't gebeurd is, dan kunt ge er geen angst meer voor hebben.

Allez, rape me, nog liever dan dat dagelijks gebash met economische rampspoed en dat gevoel van niet genoeg te zijn, te doen, te presteren, heb ik de apocalyps. Rape me op repeat, als de Maya's gelijk hebben, de hele laatste dag van hun kalender. En Jezus verschijnt op een tempel in Damascus. Als de maya's kunnen gelijk hebben, dan kunnen de Bijbel en de Koran ook gelijk hebben. Als de wereld vergaat, verschijnt Jezus op een tempel in Damascus. Staat daar een tempel? Zet daar maar anders rap een prefab tempel neer, daar zal nog wel net geld genoeg voor zijn. Als ons het einde van de wereld beloofd wordt, moeten we die belofte niet gaan saboteren. Een wereld voor de happy few, mag gerust vergaan, ik wil zelfs sparen voor een fleske champagne om 't einde samen met de superijken te kunnen vieren. Soms hebt ge geen goesting in geforceerd optimisme. Ik zal maar een week niet naar 't journaal kijken. Ik kan er duidelijk niet zo goed tegen.

08-12-2012 om 14:18 geschreven door Tederdraads  


06-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik zal het ook maar bekennen, net zoals Ruben Mersch dat doet in de volgende tekst op een van de blogs van Renaat Van Poelvoorde 

Deze blog kan niet de titel voeren: de ups en downs van een schrijverke, zonder het over de downs te hebben.

Ik zoek werk. Een half-time, deeltijds, 2,5/5, hoe ge 't ook wilt noemen. Dat combineert het beste met mijn journalistieke, artistieke, filosofische, literaire bezigheden waar de Staat zal over fronsen tot ik een bestseller of een blockbuster op mijn naam heb en ze komen kloppen om belasting te heffen op mijn jarenlange artistieke gewroet. Ge zult als kunstenaar doorbreken en betalen, of gij zult wroeten en scheef bekeken worden, als parasiet met te veel dromen.Of ge zult gewoon breken, dat kan ook. 

De VDAB is bijvoorbeeld bepaald niet blij met mij. Ze hebben daar het concept 'tough love' voor mij uit de kast gehaald. Ik heb een kunstenaarsstatuut. Naar 't schijnt. De meningen zijn verdeeld. Het kunstenaarsstatuut bestaat namelijk niet. Het is een verhaal over al dan niet vakjes kleuren op blauwe kaarten. Hopelijk heeft u er GEEN ervaring mee.

Het is een mooi systeem, ook al loopt het voor geen meter. Het is best menselijk allemaal. De Staat geeft mij tijd om te wroeten zonder honger te lijden. Als ik mijn calorie-iname terugschroef tot 1500 calorieën per dag, doe ik dat uit esthetische en ergonomische overwegingen en in de hoop mijn vrouw te plezieren, niet door mijn kunstenaarsstatuut. En daarbij, volgevreten schrijven, levert altijd logge literatuur op.

Ik word wel eens afgeblaft bij de VDAB. Dat hoort bij hun job. Dat er nogal verwarring is in de regels van dat kunstenaarsstatuut (dat officieel niet schijnt te bestaan, naar gelang welke instantie je raadpleegt). Als ik dat opmerk, word ik snel de mond gesnoerd.

Ik ben een positieve mens. Als ge een genetische aanleg voor depressies overwint, dan word ge misschien geen onverbeterlijke optimist, maar toch een hardnekkige optimist. “A king must see the good in any situation”, zegt de smeerlapkoning in Braveheart. Een ambitieuze kunstenaar moet ook altijd 't goeie zien in elke situatie of ge kunt er beter direct mee stoppen. 

De VDAB had gelijk over enkele dingen. Mijn motivatiebrief, hoewel een klein literair werkstuk, is als sollicitatiebrief niets waard. Ge zoudt denken dat ik dat na het lezen van al die sollicitatieboeken  (dank u, Lex, voor alle tips) ook zo wel had begrepen. Niet dus, ik was over de schreef gegaan, en had mijn motivatiebrief net iets TE persoonlijk gekleurd. Formeel zijn is nooit mijn sterkste punt geweest. Tenminste niet als ik een pen in mijn knuist heb of een toetsenbord onder mijn vingers.

Nooit gebruik van gemaakt, maar mogelijk: als ik naar een sollicitatiegesprek ga, kan ik goedkope treintickets krijgen. 2 euro heen en terug. Het lag op mijn lippen. Ik wilde vragen, krijg ik ook korting als ik manuscripten instuur naar uitgeverijen? Dat kost mij soms wel eens 150 euro om een stuk of acht uitgeverijen te bombarderen. Omdat ik levend buiten wilde komen, heb ik het niet gevraagd. Het had nochtans mooie literatuur kunnen opleveren. De wroetende kunstenaar die onderhandelt over de vis bij zijn kunstenaarsstatuut.

Ze zijn in zekere zin veel efficiënter bij de VDAB, dan algemeen wordt aangenomen. Ik wil helemaal nooit meer daar op de beklaagdenbank moeten zitten en als parasiet bekeken worden. Ik denk dat ik mijn motivatiebrief ga ONTpersonaliseren, conformaliseren, mainstreamen, droogzwieren. Ze hebben mij daar twee weken tijd voor gegeven. Een lief, klein affront. Ik ben schrijver. Ik heb daar 20 minuten voor nodig, en twee uur als ik het echt goed wil doen. Ik had ook wel voor een keer een idiote sollicitatiestrategie geadopteerd: een passe partout motivatiebrief, een CV goed voor alle markten en dan massaal insturen naar alles wat een 'vlotte pen' als trefwoord had. Nein, nein, nein, zo werkt dat niet. Als ge aan die vlotte pen een heel lange arm hebt, dan lukt het misschien.

Vakjes kleuren. Op blauwe kaarten. Denk dat ik dan toch liever rapportkaartjes kleur, halftijds. 't is vraag en aanbod. Leerkrachten zijn er tekort. En hoe sneller de leerlingen digitaliseren en zichzelf uitzappen tijdens de schooluren, en ons onderwijssysteem hopeloos de feiten achterna holt, hoe meer er leerkrachten tekort zullen zijn. Dus als ik echt rap zo'n halftijds wil hebben, moet ik vooral Nederlands willen geven. In Brussel. Het oudercontact is als leerkracht bijna even brutaal als zo'n VDAB-verhoor, maar het betaalt toch beter en het sociale stigma blijft iets kleiner. En alle verdere inspiratie voor www.verkrijt.net is natuurlijk altijd welkom.

Ook heb ik van andere schrijver-leerkrachten wel eens de tip gekregen: “print je manuscripten op de schoolprinter, dat scheelt heel wat.”

En zo gaan wij moedig voorwaarts. Bekeken worden als parasiet, dat hoort er bij, vooral in 't begin. Het verbindt u innig met alle andere beroepen waar ze in onze maatschappij zo hun neus voor ophalen. Ik zal later, als Vrouwenalfabet verfilmd is -mijn serieus werk moet natuurlijk niet rekenen op een verfilming- en er veel volk gegaan is naar die 'platte film', met veel plezier mijn belastingen betalen. En in mijn hart zal al dat belastingsgeld integraal naar zowel onderwijs als kunstenaarsstatuten van koppige wroeters gaan die hun dromen nooit verraden.

En Kurt Cobain had niet eens een kunstenaarsstatuut. En zie hem hier eens lachen, al die jaren voor Nevermind. Ge hoort mij dus niet klagen. En mijn ego heeft zo om de maand toch wel eens een knipbeurt nodig, want dat groeit anders toch gelijk zot.

06-12-2012 om 20:38 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De niet commerciële titel: Gelezen :: The Road, van Cormac McCarthy

Ge zijt pas halfweg als de vetzak snurkt.

Bussen. Ik haat ze. Bussen van De Lijn, hier in de rodina, het moederland dus, vermijd ik altijd. Al moet ik vijf kilometer te voet gaan of meer. Want die bussen voerden mij vroeger naar 't school. En dat ervaarde ik elke ochtend als een enkeltje Buchenwald. Ge kunt dat overdreven vinden, ge kunt dat pathetisch vinden, maar het was toch zo, als overgevoeligaard beleef ik mijn wereld nogal hysterisch.

Maar soit, bussen dus.

Om de 1200 km naar mijn vrouw te overbruggen kan ik soms niet anders.

Het gebrek aan beenruimte, zelfs voor een vestzakschrijver gelijk ik, veel te weinig, de geur van een turnlokaal waar wel eens gekotst wordt en de turnleerkracht elke dag rauwe look kauwt, claustrofobie, licht dat nooit goed zit, schabouwelijk slechte filmprogrammatie, de onmogelijkheid van slaap, zingende Tsjechen, jengelende kleuters en snurkers.

Niks tegen dikke mensen. Ik ben het zelf geweest. Het is rot. Ge wordt het snel en onverwacht. En vermageren is moeilijk. En sommige mensen kunnen er ook gewoon niks aan doen. Ge moet maar malchance hebben met uw hormonen.

Het chips vretende boeddhabeeldje achter mij, leek er mij wel iets te kunnen aan doen. Het zal wel een vooroordeel zijn, maar ik had het direct gedacht toen ik hem zag. Die gaat snurken. Hij had alle tekenen. Hij had geen boek bij, niks om zich bezig te houden, buiten zakken chips dan en hij zag er niet verveeld uit. Er zijn van die mensen die zich nooit lijken te amuseren, maar zich ook nooit lijken te vervelen. Ze hebben de benijdendswaardige eigenschap dat ze in alle omstandigheden altijd direct in slaap vallen. Ze zien er altijd een beetje uit als grazende koeien. Maar ik heb toch liever koeien. Die snurken niet.

Mijn maat had mij meerdere keren aangeraden om oordoppen mee te pakken. Niet dus. Ik ben hardleers in die dingen. Ik vergeet ook bijna altijd een kussen mee te pakken. En dus zie ik af. En lees ik. 1200 km lang. Zo'n bus is gelijk een leeszaal met een SS-opzichter voor mij. 't is lezen of de verveling voelen, de kwelling van willen slapen, maar niet kunnen.

En dus vreet ik nogal wat pagina's. Om het een beetje ironisch te houden, las ik onder andere The Road, van Cormac McCarthy. U heeft misschien de film gezien. De film is minstens zo goed als het boek. Zelf vond ik de film zelfs (nog) pakkender. Het einde blijft idioot, maar het is een goed boek.

Ik slaap geen minuut echt op zo'n bus. Echt slapen doen de personages in The Road ook niet. En aan hun road lijkt ook nooit een einde te komen. Hun doel is gewoon de zee bereiken. In de heenreis naar mijn vrouw heb ik ook zo'n schoon doel voor mij, de zee van haar vrouwelijke schoonheid, zowel vanbinnen als vanbuiten. In de terugreis heb ik dat schoon doel een pak minder. Dan is er vooral de elasticiteit van fysieke verknochtheid die gerekt wordt. En dat in een bus dat gelijk een middeleeuws rektuig op wielen is, maar dan omgekeerd. Ge wordt daar niet uitgerekt, maar ineengekrompen, ingebokst, uit de kom geschudderd, verkabouterd.

Over wat er zo schoon was bij aankomst, kan ik niet uitwijden. Mijn vrouw is in tegenstelling tot ikzelve gesteld op privacy. Ikzelf heb helemaal niks met privacy. Ge moogt 't allemaal weten van mij. Wat zou ik bij God te verbergen hebben? Maar zij is anders, zij vindt dat er magie verloren gaat als ge alles met iedereen deelt. Voor mij dus niet, want alles delen, dat lukt toch niet, hoe hard ge ook probeert. Hoe zou ik u nu kunnen vertellen hoe dat voelt om haar in mijn armen te hebben? Een heel weekend, een veel te kort lang weekend, vier dagen lang, met zeer korte pauzes om te eten en de zoveelste stad te bezichtigen die mij niet interesseert, ik wil alleen haar bezichtigen. Het zou meer dan één blogpostje vereisen om een klein beetje mee te geven wat dat zo wil zeggen voor mij: mijn vrouw huid op huid bij mij hebben, inademen, soortement opvreten, mij bijna letterlijk in haar begraven (en dan heb ik het veel meer over een echte begrafenis dan over seks)

Het woord seks is gevallen, dus ik ga 't over iets anders hebben, want ze heeft niet graag dat ik daar over schrijf. Boekidee 55.603, waarin ikke tien prostituées zou interviewen over hun ambt, heeft ze vrij uitgesproken getorpedeerd, nog voor ik één voet in 't glazen straatje te Gent had gezet. Nochtans voel ik dat het een goed plan is. Ik ben bang in prostitutiebuurten. Bang om aanzien te worden als ene die er moet voor betalen. Heb er nochtans een jaar op kot gezeten, maar dat was een vrij valabel excuus, en toen ik het kot huurde, dacht ik dat het glazen straatje wilde zeggen dat er daar veel winkelruimten waren. Niet dus. Het is toen nooit bij mij opgekomen om te gaan interviewen. Ik kwam net van school af. Initiatief dat knijpen ze daar vakkundig uit u. En zo lag de literatuur godver om de hoek te wachten om geschreven te worden en ik zat Anna Karenina te lezen. Dan nog gewoon in 't Nederlands. In 't Russisch had ik er nog IETS van geleerd.

Mag het gezegd worden? Anna Karenina is een kutboek. Nèh. Een kutboek. Het enige wat het minder kut had kunnen maken, was als er meer kut in voorgekomen was. Zo'n braaf boekske. En lang. En saai. Waarschijnlijk is 't alleen zo lang, omdat als ge in den tijd van Tolstoj naar uw vrouw reisde op 1200 km afstand, ge niet toe kwam met zo'n dun boekske gelijk The Road. Ocharme 200 pagina's.

Fuck you, Anna Karenina, ik vond Madame Bovary veel beter. Al is de boodschap hetzelfde: vrouwen willen doorgaans wat ze niet kunnen hebben. Nee, vrouwen willen kunnen iets willen dat ze niet kunnen hebben. Even herhalen, want 't is voor ene keer geen typfout: vrouwen willen iets kunnen willen dat ze niet kunnen hebben. Serieus waar. Niet allemaal, maar een bepaald type vrouw is zo. Mijn vrouw is bijvoorbeeld niet zo. Daarom vind ik haar zo verdomd fascinerend. Ze heeft wat ze wil en ze is daar onwerelds content mee. Als iemand de laatste tevredenheid wil bijeen puzzelen, moet die persoon zich dringend begeven tot mijn vrouw, want zij heeft nog een beetje. Een beetje veel, voor zo een slanke madame.

Zelf ben ik altijd wat bang geweest van tevredenheid. Tevredenheid dat wil ook zeggen dat ge niet rebelleert. En al te schreeuwerig rebelleren gaat mij niet af, ik ben toch vooral zo'n salonkamerrebel, maar niet rebelleren dat gaat mij nog slechter af. Dus nee, tevredenheid, het gaat niet. Maar ik draag doodgraag bij tot de tevredenheid van mijn vrouw. Ge moet haar eens zien groeien als mens, als ge liefde kunt geven aan een vrouw die dat apprecieert. Ik laat mij al eens wijsmaken dat westerse vrouwen dat niet meer kunnen, zich laten beminnen. Ik heb in geen jaren iets gehad met een westerse vrouw, dus ik kan het u niet vertellen. Het zal wel zever zijn. Maar ik beklaag mij niet dat ik 1200 km moet reizen om mijn vrouw te zien, want ik zie hier nooit een vrouw, die zo vrouwelijk is als ginder, in den Oost. Ja, wel in Charleroi, als ik geland ben, en één van die Slowaakse langpootmuggen (die meer bloed geven, dan zuigen, en 't pikt niet) mij de weg vraagt. Dan weer wel. Ik weet niet goed wat ze ginder anders doen met vrouwen, maar ze hebben van alle markten altijd 't beste in huis. Misschien omdat ze in den Oost zo veel ervaring hebben opgebouwd met aanschuiven voor winkels. Kijk zie, er kan nog een anticommunistisch grapke af. Dat is gelijk negers die mekaar niggers mogen noemen, als soortement marxist (“ge moet op mij geen label plakken, ik ben geen potteke van de apotheker”) mag ik daar mee lachen he.

Maar dus het punt. Nee, er is geen punt. Ik heb twee keer kort naeen een ganse nacht niet geslapen, twee keer kort naeen 20 uur bussen, van de ene in den andere, mijn concentratie is nog slechter dan anders, ik slaapwandel de rest van de week nog om wat te recuperen. Het ligt niet zozeer aan weinig slapen, dat ben ik redelijk gewend, het ligt aan in die bus zitten, aan slecht eten, aan veel koppijn, aan een boel ergernis aan snurkende chipsfanaten, aan een reeks folterfilms (twilight, harry potter, united 93) op die bus.

Met mijn vrouw in bed, spelen op de achtergrond ook altijd films. Om enig gekraak te overstemmen. Ofwel het kraken van de vorst buiten of dat van het bed binnen of omdat we allebei de gewoonte hebben om iets te moeten zien als we eten. Ook rotslechte films. Gelijk The Vow, The girl next door, the Notebook (de enige film over dementie waar ge dement van wordt) en onbedoeld toch weer dolkomisch: the war of the worlds.

En dat is louterend, zo'n flutfilmruis op den achtergrond. Ge kunt grof geld verdienen met brolverhaatjes te schrijven, dan moet ge toch minstens uw boterham kunnen verdienen met doorwrochte verhaaltjes, nee? En voor even hebt ge hoop dat ge toch kunt leven van die pen. Ge kunt altijd nog verhuizen naar Hollywood en een shitverhaal schrijven over een vampier die dementeert en niet meer weet dat zijn dochter ook zijn tante is of zoiets, met veel detail voor kostumering. Er is altijd een plan B. Of was dat al plan V?

En zelfs in die shitfilms wordt men al eens kwistig met de filosofie die ge hier wel eens geleverd krijgt door de Bond Zonder Naam. In Girl next door vragen ze: is the juice worth the squeeze?

Ik kan even geen bussen meer zien. En ik heb weer de heilige eed gezworen dat ik nooit nog in zo'n bus stap voor 20 uur. En mijn maat heeft weer gezegd: “jongen, binnen de maand zit ge daar weer op”. En gelukkig is hij één van die weinige maten, die ik zonder veel wrevel gelijk kan geven.

En The Road is een goed boek. Dat u iets leert waar ik zowat dagelijks voor buis: de kleine dingen appreciëren. In de post-apocalyptische wereld van The Road wordt een klein beetje eten, fruit uit blik of wat champignons, plots een groot festijn. Het zou schoon zijn moesten we dat met z'n allen vaker kunnen, die kleine dingen appreciëren. Ik kan het dus niet, dus ik kan er niemand toe verplichten. Maar ge hoort mij komen: als ik bij mijn vrouw ben, kan ik het toch weer wel, dan moet de zweterige tredmolen van de ambitie heel even niet draaien, even geen bij het haar getrokken napoleontische wensdromen, en dan is er die ouwe zak in the Notebook die in de intro zegt: “ik heb nooit iets speciaals gedaan, tenzij één iemand echt graag gezien, en voor mij is dat altijd genoeg geweest”

Hij schopt in mijn ballen met zo'n uitspraak. Als ze in 'Troy' aan Achilles voorstellen: leven en braaf een gezinneke stichten, of vertrekken naar Troy en zeker dood gaan, maar nog een paar duizend jaar herinnerd worden, dan snap ik veel te goed waarom hij direct vertrekt. Ik zou ook nog nooit mijn bagage bij elkaar gegooid hebben bij zo'n voorstel. Maar, ja, ge weet het al, bij mijn vrouw kruipt dan toch de twijfel binnen. Haar graag zien, is misschien toch het beste dat ik ooit zal presteren. Niet dat er veel prestatie aan is, want het gaat vanzelf, zelfs de haat tegenover skype, zelfs de bushaat, de reisangst, de gemiste slaap, de gemiste driften, al dat, het gaat allemaal gemakkelijker dan ik graag beklaag.


Ik functioneer de rest van de week niet, en ik kan de wallen onder mijn ogen weer bezigen als beenwarmers, maar the juice was very much worth the squeeze.


06-12-2012 om 18:49 geschreven door Tederdraads  


28-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een langeafstandsrelatie. Don't try it at home. Zou niet lukken ook. Tenzij ge een héél groot huis hebt, en zij in de achterste kamer zit en gij in de voorste en ge de tussendeuren op slot doet. Maar dat doen al heel wat mensen en dat heet geen langeafstandsrelatie maar een klassiek huwelijk.

Het kost mij de grootste moeite om deze foto van haar van Facebook te plukken en hier op te laden. Ik probeer er zo weinig mogelijk naar te kijken. Want foto's van mijn vrouw zien zonder haar te kunnen vastpakken, dat hakt door mijn middenrif gelijk een botte zeis. 'About a girl' van Nirvana blaast hier vroeg op de ochtend door de boxen. De hond kijkt mij weer iets angstiger aan dan anders, maar het moet, Sloeber, het moet.

Al was het maar voor de lijn: 'Ik kan u niet elke dag gratis zien'. 't is waar, ik spring sebiet den zuur betaalde bus op ergens in Brussel, ik moet nog checken waar, om 1200 kilometer te overbruggen. Oostwaarts. Operatie Barbarossa in 't klein. In zo één van die verschrikkelijke bussen,waar zelfs een Hobbit als ik te weinig beenruimte heeft. Hell on wheels. Waar ge als het tegen zit, vlak voor een jengelende kleuter zit, die de HELE reis weent en jankt en om zijn moeder zeurt. En klappen krijgt van zijn nonkels. De hele familie leek mij mee, behalve de moeder. Ik heb niks gevraagd, want ik wilde samen met de hele bus die kleine jengelbak in de kofferbak rammen. En dan vonden we onszelf nog zeer humaan.

Nochtans kon ik die jengelbak natuurlijk wel snappen. Ik roep elke dag om mijn vrouw. Op 1200 kilometer van hier. Vooral 's morgens als ik wakker word, met de zoveelste paniekaanval. Die ik nooit heb als ik naast haar wakker word. De enige anxyliolitica zonder negatieve bijwerkingen zitten in haar geur.

Ik mis haar zo hard, dat ik heel hard mijn best doe om haar te vergeten. Zij bestookt mij dan met mails en smssen. Contact op lange afstand maakt het voor haar allemaal wat draagelijker, maar voor mij maakt het al dat gemis juist veel erger. Ik weet niet of het is, omdat ik een man ben, maar ik heb zo'n knop waarmee ik mijn gevoelens in sluimertoestand kan zetten. Misschien is het die knop die oerventen omdraaiden als ze op jacht gingen en achter mamoeten gingen hollen.

Ik kan dagen, weken, maanden, niks voelen. Ik ben dan wel in een rothumeur en lach niet meer, maar ik voel dan toch dat gruwelijke gemis niet, alsof ze mijn hart onder mijn voetzool hebben gebonden. Foto's van mijn vrouw doen mij meer zeer dan eender welke fysieke pijn die ik ooit gevoeld heb, die keer dat ik ver dood was aan acute appendicitis inbegrepen, want toen had ik koorts en begon ik te hallucineren. Van walrussen om de een of andere onopgehelderde reden. Als ik naar foto's van mijn vrouw kijk, hallucineer ik ook, maar dan van tijdelijk onbeschikbaar geluk. Geluk, dat is een vies woord geworden. Daar loopt ge in deze tijden niet mee te koop. Ge wilt toch geen ogen uitsteken. Maar als ik bij mijn vrouw ben, ben ik gelukkig. En dat is zeer uitzonderlijk en uitsluitend haar verdienste, want ik heb absoluut geen talent voor geluk. De mannetjes in mijn kop die aan de lopende band endorfines en serotonine en van die andere natuurlijke pep moeten zitten produceren, die doen hun werk niet, dat zijn tamzakken. Ze schieten alleen wakker als mijn vrouw in de buurt is. En Nirvana op het luidste volume krijgt hen ook nog wel wakker, en acht kilometer lopen wil hen ook nog wel eens responsabiliseren, maar werken doen ze alleen als mijn vrouw in de buurt is. De opzichtster van mijn endorfineproductie. Kijken naar foto's van mijn vrouw, is als een drugsverslaafde voor een etalage met hopen zuivere cocaïne ter grote van het Tatragebergte zetten en dan zijn neus dicht plakken met secondelijm.

Mijn vrouw weet dat maar al te goed. Ze heeft de achtergrond van mijn gsm ingesteld op een foto van haar. Ze deed dat telkens wij een een moment geluk veroverden op een onverschillige geografie. Ik deed die foto telkens ze de deur uit was, direct weer weg. Maar ze zette die koppig weer terug, dus laat ik hem nu staan. Ik ben er blind voor geworden. Ik merk enkel nog dat oranje vlak van haar strakke T-shirt op. Dat is al erg genoeg. Dan vindt ze het vreemd dat als we samen zijn, ik haar onafgebroken aanstaar, ook als we films zien, ook als we over straat lopen en zij mij moet wegtrekken, zodat ik niet tegen verlichtingspalen loop. Bij mijn vrouw ben ik hoogstens eens triest, omdat mijn pa haar nooit zal ontmoeten. Ge gaat dit niet geloven, maar als ik mij als kind mijn vader voorstelde met een andere vrouw dan mijn moeder, dan stelde ik mij een vrouw voor die in alles geweldig goed lijkt op mijn eigen vrouw. Wie mij een klein beetje kent, is het al kotsebeu gehoord, maar ik heb 't hardnekkige doel om het leven te leiden dat mijn vader had moeten hebben, maar te getraumatiseerd voor was. Daarom spreek ik ook nooit tegen zijn moeder, mijn grootmoeder, want ik steek het op haar dat mijn vader gestopt is met leven rond zijn 25 en dan uitsluitend bleef rondlopen om de sputterende levensvonk door te geven aan mij. Technisch gezien ben ik een fysiek minder geslaagde kloon van mijn vader. Maar goed, we gingen het hebben over waarom ik niet naar foto's van mijn vrouw kan kijken. Ik had ook haar status updates op Facebook verborgen. Dat vond ze toch wat te ver gaan, maar ik wil niet herinnerd worden aan geluk dat niet binnen handbereik is. Ik ben van de fastfoodgeneratie, ik kan totaal niet om met uitgestelde bevrediging. Alles moet nu, direct en onbeperkt.

Later als we eindelijk in het zelfde huis wonen en er nooit meer dan 30 km tussen ons in zit, en nooit langer dan tien uur scheiding, mag het huis vol hangen met foto's van haar. Dat zal zij niet fijn vinden, want ze is niet ijdel. Ze vindt het al hoogst vervelend dat ik hier over haar schrijf. En haar schoonheid roemen dat verdraagt ze niet, wat haar zo siert dat ik het alleen maar nog meer wil doen.En dat ik hier onaangekondigd een foto van haar op mijn blog zwier, gaat mij gegarandeerd een kwaad telefoontje opleveren, van zodra ze het gezien heeft.

Mijn broer die is ook met een Slowaakse. Wij hebben paralelle levens. Met accentverschillen. Ik klaag over de afstand tussen mij en mijn vrouw. Hij klaagt over de afstandelijkheid van zijn vrouw. Als ik mag kiezen, dan toch liever het eerste. Sorry Brat, dat ik dat hier nu zo bot op mijn blog zet en niet in een mail. Ik mail al genoeg, zie ge. Mijn vrouw en ik slagen er toch minstens een paar dagen per week in om closer te zijn dan de meeste koppels die elke dag samen zijn. Rondom mij zijn de huwelijken als de kopjes in een Antwerpse porseleinenwinkel waar in '44 een V2 raket is op neer gevallen, ergens in de buurt van cinema Rex. Ze breken allemaal. Ik heb dit jaar meer koppels uit elkaar zien gaan, dan gevormd zien worden. Ik bel ze niet om het te zeggen, maar ze gaan allemaal kapot aan een stupide niveau van communicatie. Die koppels kunnen niet praten. Ze houden meer verborgen dan ze delen. Als je met 1200 kilometer weerstand zit, en je praat niet, dan heb je helemaal geen relatie meer. Mijn vrouw en ik zijn zeer bedreven geworden in communicatie. Het is niet eens zo moeilijk. Je zegt wat je denkt, ook als het botst. En we vinden altijd wel een woord voor wat we willen zeggen, want samen spreken we een stuk of tien talen. Het stomste dat we kunnen doen, is al dat gemis vergeten. We zouden al dat gemis liefst in een doos stoppen. Als we later mekaar dan eindelijk eens op de zenuwen werken en dat snertvervelende Engelse woord 'space' nodig hebben, kunnen we die doos nog eens opentrekken en terug weten wat voor concentratiekampgevoel het was, om niet bij elkaar te zijn. Al die onnozele koppels die zo gemakkelijk uiteen gaan, zouden ze enkele weken of maanden voor hun breuk moeten verbannen, elk apart naar een verschillend afgelegen eiland. Het moet niet eens een eiland zijn, als ze maar heel ver van elkaar zitten. En laat ze het dan maar uitklaren.

“La distance est à l'amour ce que le vent est au feu: Elle éteint le petit. Elle attise le grand.”

En dus spring ik straks op een bus. En dus heb ik tot mijn schade en schande alweer om vrije dagen moeten bedelen. En dus zit ik straks in zweetgeur en gejengel met een stewardess die mij om de vijf minuten komt vragen of ik iets nodig heb (NEE, ALLEEN MIJN VROUW EN EEN BED), verdiept in vier à vijf boeken die ik meesleur. Onder andere 'Vrouwen' van die attente Fons Burger. Ik hoop voor hem dat één van die vrouwen die hij beschrijft, ook zo'n vrouw is waarvan de foto te veel schittert van te felle schoonheid, als een scalpel die vakkundig elke beschermlaag fileert en je blootstelt aan alle ongure elementen van de liefde die nooit zo volledig kan bezitten als ze zou willen. Vooral niet met een antitankgracht van 1200 kilometer breed. Mijn vrouw en ik geven even veel uit aan reizen als andere mensen aan de huur of de hypotheek. Met die troost dat wij op 1200 km nog altijd samenleven en die andere koppels toch vooral naast elkaar leven en wij in één weekend genoeg schade inhalen om op onze tachtigste vredig te kunnen heen gaan, wetende dat we alles hebben gepakt wat te krijgen viel. Het eerste wat ik doe als we eindelijk op minder dan 3 uur reizen van elkaar zijn (onder de 250 km spreken wij al van een dichtbijrelatie), is skype van mijn computer smijten. Terug opladen en NOG EENS VAN MIJN COMPUTER SMIJTEN. En daarna print ik elke bestaande foto van mijn vrouw af en behang ik de muren.

Ergens morgenvroeg, ergens in Tsjechië vindt een clash van een omhelzing plaats, die ge normaal inderdaad alleen in films ziet, om een lijn te pikken uit een song waar mijn vrouw haar Nederlands mee oefent.

28-11-2012 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


27-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Conformisme, Ramones en Club 27
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De attitude van Ramones. Dingen simpel houden. Volle kracht vooruit. Niet kijken naar beperkingen. Gewoon je ding doen. Wars van alle trends en modegrillen. Bij de essentie blijven: vlammende punkmuziek spelen. Of dat nu veel geld oplevert of niet. Fuck you. Gewoon je ding doen.

Van zodra ik die eerste keer, toen ik vier was, die plaat hoorde End of the century was ik verkocht. Rock N roll high school. Waw, een nummer waar ze op het einde een school opblazen. Zou ik als kind geweten hebben dat het niet echt was? Of dacht ik dat die vier langharige kerels op de rode hoes (mijn favoriete kleur) echt een school hadden opgeblazen? Geen idee. Ik haatte school toen al en die mannen waren mijn nieuwste helden. Of ze die school nu echt hadden verpulverd of niet. Als het niet met explosieven was, dan hadden ze die school zeker tot puin geblazen met hun muziek. Wat een geluid.

Van die dag af wilde ik lang haar hebben. De kapper werd een no gone zone. Mijn moeder knipte mijn haren terwijl ik sliep. Dat moest in twee nachten, want ze kon elke nacht maar één kant doen. Voor één dag liep ik er dus meer punkachtig bij dan ik zelf kon vermoeden. Ik kan mij geen pesterijen herinneren. Misschien sloegen mijn klasgenootjes wel veel harder dan ik mij inbeeld.

Bij een instant verliefdheid op de Ramones hoort vanalles bij. Je houdt als fan van de Ramones niet van onnodige bullshit. Administratie kan je kloten kussen. Stropdassen en kostuums horen ritueel verbrand te worden. Natuurlijk, zo'n punkoutfit is ook een uniform. Maar dat snap je als jonge mens nog niet. In het begin zie je die leren jekkers en jeansbroeken nog als anti-kostuums.

Het echte conformisme zit nooit in je kleren, het zit vanbinnen natuurlijk. Het heeft lang geduurd voor ik dat snapte. Voor ik er kon mee spelen. Ik begon het met vallen en opstaan te leren. Toen ik als politiek officier op een ambassade werkte, droeg ik wel een kostuum. En graag. Wat een grap. Ik die voor een ambassade werkte. En gewoon om ietwat trouw te blijven aan mijn afkomst, daagde ik de helft van de tijd toch op in ongestreken, sjofele kleren. Mijn bazen hebben er nooit wat van gezegd. Alleen zei mijn directe overste eens: “mij kan het niet schelen. Misschien wel moest ik je moeten aanwerven voor een functie bij een bedrijf waar je met klanten moet omgaan.”

Als je ouder wordt dan 27 lijkt conformisme onvermijdelijk. Je wil toch een beetje rust en stabiliteit en je wilt een beetje geld verdienen. Al die dingen verliezen, omdat je zo nodig stoere kleren wilt dragen en het invullen van formulieren wil vermijden, dat wil je niet. En je gaat je gedragen als een kleine pony van Troje. Je draagt nette kleren en je smokkelt het anticonformisme toch mee naar de werkvloer. Die hekel aan administratie, te veel beperkende regels en te veel hypocrisie.

Maar ben je zelf niet hypocriet? 'The nine to five world ain't no place for me', zingen de Ramones. Kun je die lyrics nog meekwelen zonder dat je hart bloedt? Als punker nette kleren dragen en je aard verstoppen? Is dat pragmatisch zijn of jezelf in de uitverkoop zetten? Het zijn vragen die je na een tijd onbeantwoord laat. Want de gasfactuur moet betaald worden. En je laat je vangen door comfort en luxe en stabiliteit en status. En je vergeet dat de grote voorbeelden van rags to riches net die mensen zijn geweest die zich nooit geconformeerd hebben. Met doorgedreven conformisme schraap je al vrij snel een mooi maandsalaris bij elkaar. Met doorgedreven, authentiek anticonformisme kan je soms wel eens schatrijk worden. Maar ja, de kans is wel klein. Ja, na je 27ste begin je de dingen nogal simpel op te delen: dingen die tot geld leiden en dingen die niet tot geld leiden. De eerste bezorgen je stress en de tweede bezorgen je schuld. Gevangen tussen twee vuren. Het maakt je mentaal kapot, dat halfslachtig laveren, dan eens tegen de stroom dan eens met de stroom mee. Tegen de stroom in verga je van angst en kan het eenzaam zijn en met de stroom mee is het verstikkend en kots je van jezelf. Noch zalm, noch karper.

En op een dag, als je 56 bent, verzwelgen de golven je en pleeg je zelfmoord in je bed. 29 jaar te laat voor die afspraak met de voetnoten van een geschiedenisboek. En als laatste gesel zie je nog eens je leven aan je voorbij gaan. Hoe het had kunnen zijn. En het is een illusie dat je zelfmoord pleegt. Je sterft aan angst. En de Ramones die sterven ook één voor één, zo ongeveer op dezelfde leeftijd, aan net het omgekeerde van angst: aan leven zonder remmen. 

27-11-2012 om 01:42 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Wie raadt uit welke song de titel komt, krijgt een gratis en gesigneerd exemplaar van Kladderadasj. Spelfouten incluis. Voor een redacteur was geen geld.

Die maat van mij werkt in een call-center. Dat is één van de vele jobs waar ze mij wel zouden voor aannemen, maar dan alleen om mij een eind op weg te helpen richting zelfmoord. Niet omdat ik mij daar te goed voor voel. (god ja, misschien wel, maar zoiets mag je niet openlijk toegeven en al zeker niet op een blog) Maar omdat ik het gewoon niet zou kunnen. Ik lijd aan chronisch dagdromen. Ik ben negentig procent (optimistisch afgerond) van de tijd verward. Ik sla in de zelfde tekst Oeganda en Uganda door elkaar. Ik schrijf foto's als fotos, omdat ik mij inbeeld wat er had kunnen gebeuren als Pickett's charge succesvol was geweest. Ik heb gegoogled, maar Alternative History Obsession Syndrome bestaat niet, dus ik houd het bij onzinnige dagdromen. Wel wreed plezant, maar slecht voor 't werk.

Ik volg niet graag protocollen. Dus ofwel gooien ze mij daar in dat callcenter na een week buiten, omdat ik met de mensen hun voeten rammel of via de telefoon psychiater speel in plaats van de mensen een gsm-abonnement aan te smeren, ofwel neem ik de trein naar het overbevolkte Walhalla, voor mislukte schrijvers, dat wil zeggen: spring ik er voor. Ik ben zo'n mens die liever dood is dan zijn goesting niet krijgt. Zo'n soort one man do or die command. Genetisch onderzoek moet nog uitwijzen of ik Japanse kamikazegenen heb.

Echter. Ik wilde het echter niet over mij hebben. Ik wilde het echter over die maat van mij hebben. De allereerste keer dat ik hem in levende lijve zag, gaf hij mij een boek cadeau. Geef toe, hoeveel mensen ken je die je bij je allereerste ontmoeting meteen een heel boek cadeau deden? Hij schreef er iets in. In het Spaans. Het boek was 'Young Stalin'. Een andere maat van mij is het nu aan 't lezen. Zijn eigen exemplaar, want boeken met een Spaanse dédicace leen ik niet uit. Die andere maat zegt dat hij bij 't lezen constateert dat ik op Stalin lijk. Misschien was Stalin op 22 juni 1941 ook wel gewoon aan 't dagdromen. Misschien bedoelt hij dat wel, die andere maat van mij.

Hij is gigantisch groot. De callcentermaat. Ik heb een ego ter grootte van zijn lichaam en hij heeft een ego ter grootte van mijn lichaam. Dat schept toch een band. Zelfs al krijg ik nekpijn als ik twee uur met hem sta te babbelen. Gebeurt niet vaak dat wij praten. Want mijn maat werkt in een call-center. Hij is daar zelfs supervisor. Zijn carrière gaat daar even vlot omhoog als de lul van een 13-jarige die www.youporn.com ontdekt. Dat werk slorpt hem nogal op. Logisch, want ze zijn daar onderbemand en onderbevrouwd. Wie wil er in godsnaam in een callcenter werken? Hij dus. En hij heeft veel zin voor verantwoordelijkheid, is intelligent en werkt hard.

Ik vind hem erg fascinerend, want natuurlijk is het niet zijn grote droom om in zo'n telefonisch wespennest te werken. De crisis in Spanje bracht hem naar hier. Ja, hij is opgegroeid in Spanje. Het werklozenbureau bevond zich op enkele straten van zijn appartement, maar op een dag stond de rij wachtenden tot onder zijn raam. Toen heeft hij zijn koffers gepakt en is hij teruggekeerd naar België.

Hij is dichter. Ik bedoel, niet dichter bij België of zo, ik bedoel poëet. Daarmee is hij uniek. 't valt toch sterk te betwijfelen dat er veel dichters in call-centra werken. Hij heeft altijd een Moleskin bij. Kent u dat? Dat zijn van die hippe notitieboekjes die helemaal anders zijn dan alle andere notitieboekjes op de markt. Ze zijn namelijk tien keer zo duur. Naar 't schijnt had Hemingway ook zo'n Moleskin. En als Hemingway zoiets aangeraakt heeft, dan mag je het tiendubbele vragen. Ik heb er ook eens zo eentje gekregen. Een cadeau van een schrijfster. Ja, ja, dat merk Moleskin is hot in het literaire bedrijf. Mijn toenmalige vrouw heeft het gebruikt voor haar dieet. Ze noteerde er wat ze elke dag at. Historisch niet geheel wonderlijk, want Hemingway gebruikte het alleen om op te schrijven wat hij elke dag zoop.

Die maat van mij is dichter, werkt in een call-center, heeft een passie voor maritieme oorlogsvoering, leest alles over Wereldoorlog Twee en is een hele zware en serieuze bodybuilder. Een van zijn favoriete documentaires is 'pumping iron'. Een andere maat van mij doesn't like to pump iron, but does like to iron his pumps, maar dat is weer een ander verhaal. Als ik moe ben, dwaal ik naar alle kanten, behalve naar mijn bed.

Toch bizar. Zo iemand in een callcenter. Als ik zelf gebeld word door call centers heb ik de vervelende neiging om de vraag te stellen: “werkt u graag in een call-center?” en als het dan even stil is, een antwoord krijg ik nooit, vraag ik “wanneer bent u gestopt met dromen?” Dan reageren ze heel verward. Ze willen dan wel ophangen, maar dat is tegen het protocol. Normaal hangen ze op als je zegt dat het je niet interesseert. Maar het interesseert mij juist heel erg. Wanneer zijn deze mensen gestopt met dromen? Wanneer hebben ze hun ziel begraven en zijn ze naar zo'n call-center getrokken? Ik projecteer wellicht te veel. Misschien zijn er mensen die zo'n job graag doen. Na een belletje richting mij schijnt er wel eventjes een dipje in hun motivatie te registeren te zijn.

En dan doe ik hen een plezier en hang ik op. En dan denk ik aan mijn maat, die mij mails belooft, maar verzuipt in het werk en verantwoordelijkheden. Ik heb niet zo'n last van al die verantwoordelijkheden. Dat komt zo. Ik vroeg aan mijn pa: “hoe word je eigenlijk ooit zo succesvol als The Beatles?” En mijn pa zei: “Lang genoeg niet willen werken”. Zo heeft Hitler het trouwens ook tot dictator van het machtigste land van Europa geschopt: lang genoeg niet willen werken. Het is een feilloze strategie. Sylvester Stallone deed het trouwens ook zo. Geen job aanvaarden tot hij een bekend acteur was. Do or die. Ik heb dat graag. Het maakt van onverantwoordelijkheid een feilloos business plan.

Mijn callcentermaat die dichter is en oorlogsvoering op zee tof vindt en in Spanje is opgegroeid en ook heel graag foto's neemt en een fitnessdiploma heeft en een kruisvaarder tegen kinderprostitutie is en een bodybuilder is en de gestalte van een SS-officier heeft, leidinggevende capaciteiten inbegrepen, die werkt zich te pletter, in een sector die hij niet wilde. Hij wilde werken voor de VN of vrijwilligerwerk doen in een derdewereldland.

Waarom zit ik te wachten op een mail van hem?

Als ik mag kiezen tussen hem als zoon of mezelf als zoon, kies ik hem. Er zal in huis allicht een pak minder gelachen worden, maar er zou veel meer stabiliteit zijn en minder of zelfs geen cynisme. Er zou heel wat minder geschreven worden, maar waarschijnlijk veel meer gedaan en op geschrijf zit toch echt niemand te wachten. Ook al noemt hij mij de scherpste pen die hij kent. Veel pennen kent hij niet. Het zijn van die complimenten die je niet mag geloven, zoals je ook niet al te luxueus moet gaan leven, want dat verweekt alleen maar.

Hij is ambitieus zonder nijdig te zijn. En hij zit er niet mee in om via omwegen zijn ambities te verwezenlijken. Ik ben toch meer het soort dat zich opblaast bij een checkpoint als ik mijn goesting niet krijg. Dat heb ik niet gezegd, dat heeft een schrijfster mij ooit gezegd. Die van de geschonken Moleskin.

Ik ben wel nijdig. Fluogroen nijdig. De hele zomer lang heb ik nijdige dromen gehad over D.V. uit Wallonië. Nu wijst een programma op internet dat je schrijfstijl linkt aan sommige schrijvers uit dat mijn schrijfstijl het beste lijkt op D.V. uit Wallonië. Iets dat ik al mag horen van kennissen nog voor ik wist dat D.V bestond en nog lang voor ik wist dat D.V., geboren en getogen te Aalst, in Wallonië woont. Beter zo, dan hoef ik hem niet tegen te komen als ik nijdig langs de Dender loop. Misschien wacht ik daarom wel op de mail van mijn maat. Waarvan ik meer wilde dan ik kon stelen. Om dat van die scherpste pen nog eens te horen. En dan kan ik hem zeggen dat ik hem niet geloof, maar dat het toch prettig is om horen. Zoals je soms ook eens in een vijfsterrenhotel gaat slapen, voor die ene keer, gewoon om te weten wat het is, zo'n leven met vijf sterren.

27-11-2012 om 01:08 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

In dit slanke, maar echt opvallend relevante boekje bundelt journalist Geert Zagers tien interviews met jonge en zeer ambitieuze collega’s, maar ook met een reclamejongen en een erg creatieve ondernemer. Een diverse bende, van eeuwige optimisten tot nuchtere analysten, met enkele zeer eigengereide jongens en meisjes. (o ja, ik werd geregeld groen van jaloezie)

Het resultaat is een rijk gevuld kookboek met interessante recepten om de journalistiek te herbronnen en te vernieuwen. We lezen hoe het internet en andere nieuwigheden het journalistieke veld drastisch hebben veranderd. We zien ook hoe de meeste media gewoon eindeloos teren op de snelle berichtgeving van de grote persbureaus, wat tot ‘churnalism’ leidt, in plaats van tot echte journalistiek.

Churnalism, afgeleid van het Engels werkwoord 'to churn': altijd maar in het potje roeren aan de oppervlakte van de nieuwsgaring, zonder de tijd te nemen om diep te graven. U kent het. U vindt het op elke nieuwssite. Doe de test. Neem een artikel over een opvallend nieuwsfeit en je vindt het zelfde artikel op minstens vijf verschillende krantensites. Hoogstens is de titel een beetje omgebouwd.

Ook lezen we over de vele mogelijkheden van het internet. Vaak blijft het echter bij de mogelijkheid, want er zijn nog geen degelijke business modellen om die mogelijkheden om te zetten in wat onze maatschappij zo graag hoort: het rinkelen van de kassa.Er wordt nogal gefocust op het winst slaan uit nieuwsgaring. De toekomst van nieuws is blijkbaar vooral afhankelijk van de mogelijkheden om reclame-inkomsten te genereren. Tegelijk wordt gelukkig gezocht of er nog mogelijkheden zijn om diepgravende kwaliteitsjournalistiek te brengen. Een terugkerende discussie is ook: moet nieuws gratis zijn of niet? Zelf ben ik eventueel te winnen om te betalen voor mijn nieuws. Dan wel op voorwaarde dat de krant niet naar de pijpen danst van de adverteerders. Anders heb ik mijn nieuws liever gratis. Ik ben krenterig als het aankomt op het kopen van kranten en tijdschriften. Nochtans geef ik veel te veel geld uit aan boeken.

Ik betrapte mezelf op de vreemde reflex: ik ben zo ongeveer verslaafd aan nieuws. Ik check minstens elk uur wel een nieuwssite, maar ik weiger ervoor te betalen. Als mijn hele generatie zo is opgegroeid, dan lijkt het mij onmogelijk om nieuwssites volledig betalend te maken. Dan moeten ze de beste artikels en interviews bundelen in boekvorm, want dan wil ik het blijkbaar wel kopen. Consumenten zijn vreemde beestjes. Zei ik nou consumenten? Consumeren wij nieuws? Is nieuws een product geworden? Dat was het waarschijnlijk al sinds de eerste krant. Dit boekje leert je wat bij over nieuws. Iets wat dagelijks op ons afkomt, of we dat nou willen of niet en eigenlijk weten we helemaal niet hoe het tot stand komt.

Kort samengevat is ‘jonge honden’ een adrenalinestoot voor elke ambitieuze journalist die een passie heeft voor zijn vak. En voor leken die willen weten wat ze consumeren. Of het nu voedsel is of brainfood zoals nieuws.

Geen boek om te lezen, maar om te verslinden. Om evenjes de slogan van uitgeverij EPO te jatten.

Jonge Honden, is er nog toekomst voor de journalistiek? (2009), van Geert Zagers uitgegeven door Van Halewyck. 192 pagina's.

27-11-2012 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


Tags:William Peynsaert, journalistiek, business modellen, nieuwssites, churnalism
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses

Het zijn zo van die bekentenissen die je beter niet doet, als je wil dat ooit nog iemand je serieus neemt. Erger dan mijn interesse in geschiedenis, is een interesse in astrologie. Nochtans, als ik met iets geld kan verdienen, is het astrologie. Maar dat durf ik dan weer niet, ik ben zo'n brave mens, ik zet de mensen niet graag in 't zak, al is dat eerlijk gezegd mijn grootste talent, een talent dat ik nooit aanwend. “I'm worst at what I do best”, zong Kurt Cobain (Vissen)

Het gaat ver die stompzinnige interesse. Ik ken van zo ongeveer alle bekende (nou ja, bekend voor een aantal Amerikaanse geeks en 1 Belgische geek) generaals uit de Amerikaanse Burgeroorlog de sterrenbeelden. Daar zijn twee obsessies met elkaar verweven geraakt. Ik ken het sterrenbeeld van mijn vrienden (waar zeer bewust geen enkele Tweelingen toegelaten wordt). Ik ken het sterrenbeeld van mijn collega's. Van Belgische politici, van een hele sliert schrijvers. Hoera, telkens er een Vissen tussen zit, zelfbevestiging, hoezee.

Meestal klopt het. Meestal hebben ze net die eigenschappen van hun sterrenbeeld. Dat kan aan mij liggen. Pure perceptie, gefilterde focus en self-fulfilling prophecies van mijn kant. Rationeel besef ik dat. Emotioneel laat ik er mij toch door leiden. Vandaag ontdekte ik dat eentje geen Waterman is, zoals ik dacht, maar Maagd. Ik vond de collega in kwestie op slag sympathieker. Dan besef je toch dat je te ver gaat in een interesse. Zelf ben ik Vissen, die hun ongeschreven slogan is: “een klein beetje te veel is juist genoeg voor mij”.

En dus check ik, die volgens de modernste criteria op zijn minst in theorie als een klein beetje intelligent wordt gecategoriseerd elke dag mijn horoscoop. Die van de Metro vind ik bijvoorbeeld heel goed. Ik check hem in 't Frans, zo leer ik toch ook iets nuttigs door mijn stompzinnige interesse. En in 't Duits op internet. Hoe een stompzinnige interesse goed kan zijn voor je talenkennis. Maar het is fout, dat besef ik. Als baas zou ik nooit een Tweelingen aannemen, waarschijnlijk nooit een Leeuw, tenzij om mij een beetje op te vrolijker, maar niet om echt werk te verrichten, allicht nooit een Waterman en ook geen Weegschaal. Ik heb het niet zo voor luchttekens. Maagden bij de vleet, om de details netjes te krijgen. Liever geen stier, tenzij voor bepaalde functies. Heel graag één Kreeft. Niet meer, want Kreeften maken elkaar onderling kapot. Vooral vrouwelijke Kreeften. Enkele mannelijke schorpioenen. Als ik wil dat er flink geneukt wordt op kantoor, neem ik enkele vrouwelijke Schorpioenen aan. En als ik mijn positie als baas kwijt wil, neem ik enkele mannelijke Steenbokken aan. Nu, Vissen worden zelden baas. En als ze 't worden zijn het excentrieke bazen. De normaalste is nog George Washington. Maar Steve Jobs en Gorbachov zijn bizarre figuren.

Mijn broer is Steenbok. Dan merk je meteen dat ik lui word en het roer uit handen geef als die in de buurt is. Maar mijn vrouw is ook Steenbok. En dat heb ik altijd gewild. Een Steenbok of een Kreeft. Al is voor mij een Steenbokvrouw duidelijk de beste keuze, want een Kreeft zou mij te veel bemoederen, hoewel ze misschien iets agressiever mijn schrijfcarrière zou organiseren. De vrouwen van Kurt Cobain en Johnny Cash, beide Vissen, waren getrouwd met Kreeften. Einstein trouwens ook. Maar nee, liever een Steenbokvrouw. Dat bemoederen van de Kreeft is dodelijk voor een kleine jongen als ik, die nog veel moet groeien en stompzinnige interesses moet overwinnen.





27-11-2012 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


26-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Hij zit in elk van ons. Steven Pressfield beschrijft hem heel precies. Pressfield noemt hem 'resistance', 'verzet'. Hij zit ook in u. De mijne heet AntiWilko. Zie foto. Hij ziet er bedriegelijk onnozel uit. En hij staat mij dagelijks naar het leven. Geen zever. Dit is de enige vijand die ik heb. Dan wel direct een gruwelijke. Hij kent geen regels, hij zou niks laten om zijn goesting te krijgen. En zijn goesting is mijn hel.

Zijn goesting is ervoor zorgen dat ik mijn goesting niet krijg, niks onderneem om mijn goesting te krijgen. U kent hem, hij zit ook in u. Een variant ervan. Het is die stem die u 's ochtends van uw plan af helpt om te gaan joggen. Die stem die u overtuigt om toch nog die zak chips open te trekken en uw dieet uit te stellen tot morgen. Die stem die u zegt: stop pas met roken als uw laatste pakje leeg is. De demon is full of bullshit en vindt vanalles uit om u af te leiden en u te saboteren. Het is de stem die u verleidt om als jongeman acht uur per dag een dwaze shooter te zitten spelen. Die stem is zo geslepen dat de demon u zal overtuigen dat er allerlei heilzame dingen verbonden zijn aan acht uur lang een schietspel op een pc te spelen met 'vrienden' uit Zuid-Korea.

Het is die stem die bij Facebook hoort en u daar gegijzeld houdt, waar u status updates overloopt, die u niets bijbrengen, waar u in de bekende blauwe Facebook-cirkels blijft lopen. Waar u het zoveelste miljoenste in elkaar geflanste fotoshopprentje bekijkt dat u vertelt dat u uw leven zelf in handen heeft en dat u gewoon uw ding moet doen in het leven. De demon kickt op dat soort prentjes. De demon kickt op boodschappen die u vertellen dat u uw zin moet doen en echt iets moet en kunt maken van uw leven. Het verzacht uw angst. Het prentje delen op uw muur, verzacht de pijn, geeft u een vals gevoel van daadkracht. Ondertussen zit u nog altijd op Facebook en doet u niks. De demon lacht.

Het is aan de demon dat u overtollig buikvet te danken heeft, een magere bankrekening, een relatie die in 't slop zit, een diploma dat u niet gehaald heeft, een job die u niet graag doet en blijft doen uit een vals gevoel van verantwoordelijkheidszin of 'realiteit'. De demon masturbeert op een papiertje waar hij het woord 'realistisch' geschreven heeft. Dat vals woord dat u ontslaat van actie en initiatief. Uw gebroken dromen eet hij voor lunch.

De mijne heet dus AntiWilko. Hij staat voor alles wat ik niet wil in 't leven. Hij lacht mij uit met zijn bolle ogen. Er van weg lopen, maakt hem sterker, dus neem ik hem overal mee. Het is AntiWilko die tussen mijn voeten zit, als ik buikspieroefeningen doen. Het is AntiWilko die op de grond ligt en die ik bij elke push-up met mijn neus raak. Oorlog geeft zin aan ons leven. Het stelt de dingen scherp. Een tweedeling tussen wat aangevallen moet worden en wat verdedigd moet worden. Het is een oorlog op leven en dood. Er sterven dagelijks mensen aan hun eigen AntiWilko. Soms leven ze fysiek nog wel een jaar of twintig, maar mentaal heeft hun AntiWilko hen uitgerot.

Als elke dag een veldslag is tegen AntiWilko, dan wint AntiWilko negen van de tien veldslagen. Waarschijnlijk meer, want AntiWilko heeft doodgraag dat ik hem onderschat. Mijn magere overwinningen op AntiWilko dit weekend zijn één uitgelezen boek, een paar pagina's extra aan mijn briefroman 'brieven aan mijn vader' en een hele sliert Duitse en Franse documentaires die speelden op de achtergrond terwijl ik niets deed en een strategisch bordspel speelde tegen de enige persoon die al eens wint van mij bij bordspellen. Ik ben zo goed in bordspellen, omdat AntiWilko zo vaak gewonnen heeft van mij. In het enige bordspel dat er toe doet: dat in mijn hoofd. Doel van het spel: voor mij: voldoening halen, voor AntiWilko: dat ten allen prijze vermijden. Regels: geen. AntiWilko wint op vele manieren: als je bijvoorbeeld iemand ziet die verder staat dan jou en je denkt: dju, dat had ik kunnen zijn. Jij wint als je tranen in je ogen krijgt, omdat je een overwinning gehaald hebt op de gemeenste kracht die je ooit tegen kunt komen: jezelf. Als je het moeilijkste van het moeilijkste doet: dat waar je het meeste angst voor hebt: stappen in de richting van je droom. Hoe belangrijker de droom voor je is, hoe harder de demon vecht, hoe meer geheime wapens hij uit zijn arsenaal trekt.

U kent hem ook. Daarom werkt u vandaag compleet tegen uw zin als ambtenaar bij pensioenen, terwijl u veel liever kinderverzorgster zou zijn. Daarom geeft u vandaag Nederlands aan anderstaligen, terwijl u veel liever therapie met piano-improvisatie zou geven, daarom staat u vandaag aan de lopende band bij Tupperware, terwijl u veel liever in de modewereld zou werken, daarom schept u vandaag 2000 kilo cacao bij Callebaut, terwijl u veel liever in een punkband zou spelen of een winkel zou openhouden met punkplaten, daarom werkt u vandaag als isolator terwijl u veel liever een restaurant met Armeense specialiteiten zou openhouden. De meeste mensen die ik ken, hebben een razgrom geleden tegen hun AntiWilko. Razgrom, een Russisch woord waarvoor we niet echt een mooi equivalent hebben. Het betekent zoiets als een complete nederlaag.

Die maat van mij, die mij soms een razgrom bezorgt op het veld van karton, die verslaat zijn AntiWilko zowat elke weekdag. Hij pendelt vanuit Menen naar Leuven om een master biochemie te halen. Op andere vlakken verliest hij wel van zijn demon. Hij geeft zijn wens om een lief te hebben elke dag een half potje slaappillen. De demon vecht op alle fronten. En wie beweert de demon staande te houden op alle fronten, bluft. Maar bluffen mag, want in de oorlog tegen de demon, zijn geen regels. Behalve: er wordt gevochten tot de dood, je kan niet winnen zonder strategie, er geen mogelijkheid tot een wapenstilstand, er is nooit een gevechtspauze, de demon past zich altijd aan en vindt altijd iets anders uit, de demon zoekt bondgenoten in je omgeving en schakelt ook je vrienden en familie in, de demon valt niet te overtuigen, luistert niet naar argumenten, de demon is als een pestkop op school, het enige waar hij van ineen krimpt, is een brute tegenaanval. Discipline en vastbeslotenheid zijn het watervat, waarin de demon om zijn moeder krijst. Ik ga de mijne pesten met 50 kussen. 50 kussen voor 50 push-ups.

26-11-2012 om 12:16 geschreven door Tederdraads  


25-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Goed boek. Beknopt. Trefzeker. Helder. De wereld van marketing teruggebracht tot de essentie. Zeer praktisch gericht. Met interessante analyses. Overzichtelijk. Veel voorbeelden. Aangename vertelstijl. Hier en daar een fout die voorbij de redactie is geraakt. Alfred Einstein in plaats van Albert Einstein. Doet geen afbreuk aan de marketinglessen.

Marketing is basically toch 'gewoon' een emotie koppelen aan een product. De klant koopt de emotie, voelt zich lekker, blijft je product kopen. Klinkt simpel, maar is het totaal niet. En strooien met ingewikkelde reclametaal helpt niemand vooruit. Guillaume houdt het simpel.

Welke emotie koppel je aan een product? Dat bepaal je zelf niet zozeer. De klanten zien jou op een bepaalde manier. Als ze je zien als 'saai' en 'grijs', is het verloren geld om een campagne te starten om jezelf het imago 'hip' en 'jong' aan te meten. Daarmee voed je alleen de gedachte dat die twee dingen erg belangrijk zijn en sja, je bent het niet, wat je campagne ook mogen beweren. Wat je wel kan doen is 'saai' en 'grijs' ombuigen. Naar 'intelligent' en 'degelijk' bijvoorbeeld. Zoiets werkt wel. Het boek geeft het voorbeeld van de krant De Standaard.

Guillaume vermijdt dus al te veel marketinglatijn. Sporadisch duikt er toch eens zo'n term op. Zoals 'leading call'. Dat wil zeggen de boodschap van de hoofdspeler in een marktsegment. Zoals Danone die beweert dat yoghurt een modern en jong product is. De leading call is dan: yoghurt is modern. En de klanten slikken dat. Stassano, de concurrent, werd bang en lanceerde een campagne dat hun yoghurt ook modern is. Fout: daarmee voedden ze alleen de gedachte dat yoghurt inderdaad modern MOET zijn. Spijtig, want de klant had Danone al gezien als de modernste. Beter voor Stassano was een tegenboodschap geweest: yoghurt moet oerdegelijk en traditioneel zijn. Of yoghurt moet vooral zo weinig mogelijk suiker bevatten. Of yoghurt hoort er bij als je naar de cinema trekt. Weet ik veel, iets anders. Je het imago aanmeten van de concurrent faalt meestal. Als Dag Allemaal zich straks gaat profileren als Knack, wordt dat een marketingramp. Guillaume pleit voor authenticiteit. Zeker in een tijdperk waar mond aan mond reclame met de snelheid van het licht over de wereld reist. Een merk dat iets belooft dat het niet kan waarmaken, gaat er aan. Killed by blog, noemen ze dat dan. (Van Der Stighelen is ook auteur van 'Echt', de man breekt terecht een lans voor authenticiteit)

Zeer interessant is een overzichtje met een indeling van merken op basis van persoonlijkheidstrekken.

Het lijstje:

De tovenaar (Disney, Viagra, Mr. Proper)

De vrijbuiter (Virgin, Humo)

De schepper (Apple, Renault)

De wijze (laboratoires Garnier, Dr. Vogel)

De heerser (BMW, Microsoft, Côte d'Or)

de mens zoals u en ik (Jupiler, Dove)

de minnaar (Mini, magnum)

de grapjas (Gamma, Red Bull, Axe)

de verzorger (Nivea, Danone)

de onschuld (Lenor, Milka)

de grote held (Nike, Fedex)

de avonturier (Jeep, A.S. Adventure)

Belangrijkste vraag is natuurlijk wat maakt van een merk dan een held?

Het merk moet uitzonderlijke kwaliteiten hebben

Er moet eigenbelang van de klant spelen.

Er moet een maatschappelijk belang spelen.

Je moet de naam mee hebben, je moet het hele pakket goed kunnen vatten in één slogan en je moet je visueel onderscheiden.

Een uitstekend voorbeeld dat iedereen kent is Apple. Briljante marketing en branding.

Uitzonderlijke kwaliteiten: computertechnologie volledig onderdeel laten worden van je dagelijkse leven.

Eigenbelang van de klant: de klant die apple gebruikt, denkt dat hij speciaal is. Anders denkt. Vernieuwend is. Mee is. De computerboel van Apple is gebruiksvriendelijk.

Maatschappelijk belang: Apple zet zijn klanten op één lijn met mensen als Einstein. Zie hun overbekende filmpje.  Vernieuwers. De mensen die gek genoeg zijn om te denken dat ze de wereld kunnen veranderen, zijn diegene die inderdaad de wereld veranderen. Apple verandert de wereld. Kleurt buiten de lijntjes. Geeft niet om regels. Met een fucking I-pod op de trein zitten wordt plots rebels en vernieuwend. De kunstzinnige avantgarde zijn Apple gebuikers (niet dus, maar het is een mooie gedachte die goed verkoopt)

Visueel: Sja, Apple is visueel top. Herkenbaar. Beheksende branding.

Wie wil weten hoe hard er nagedacht wordt over de producten die u in uw karretje laadt, welke emotie men bespeelt om u te doen kopen, en hoe men in een ruis van reclame toch nog probeert uw aandacht te vangen, moet vooral dit boek lezen.

25-11-2012 om 23:07 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
Klik op de afbeelding om de link te volgen

En Tolstoj een zaag met zijn Oorlog en Vrede. George Martin heeft met zijn reeks 'A song of fire and Ice', (game of thrones is slechts het eerste deel uit een bredere reeks) de oorlog en vrede van het fanatasygenre geschreven. Allez, hij is er nog volop aan bezig.

Het is stukken beter dan oorlog en vrede, stukken beter ook dan Lord of the Rings en blaast the Chronicles of Narnia of iets als Harry Potter gewoon weg. De omvang van deze boeken proberen vatten, is als de komos proberen meten.

Massa's personages, allemaal interessant en loepzuiver uitgewerkt, gevarieerd, authentiek, met net genoeg fantasy-elementen om de illusie van een echte wereld niet te vergallen. Gestoorde karakters. Bruut geweld zoals alleen de mensensoort die kan brengen. Gruwelijke praktijken, denken we maar aan de Unsullied (de onbezoedelden) huursoldaten die als kind gecastreerd worden, elke dag van naam veranderen en voor niets anders leven dan gehoorzamen. Ze zijn ook geheel gevoelloos, want men vergiftigt ze van kindsbeen af langzaam tot ze geen pijn meer kunnen voelen. Het is maar één voorbeeld uit een wereld bevolkt door berekende personages die hun eigen moeder zouden opeten om hun goesting te krijgen. Als er op de achterflap staat: 'characters so venomous they could eat the Borgia's' dan maakt de inhoud dat helemaal waar.

Ik ben geen fan van het genre. Bij fantasy denk ik aan 25-jarige maagden die op donderdagavond samen komen om Dungeons en Dragons te spelen. Maar dat is weer zo'n flauw vooroordeel. Vin Diesel is een groot fanaat van Dungeons en Dragons en het valt toch te betwijfelen dat die nog maagd is.

George Martin is ook Maagd. Maar dan van sterrenbeeld. Dat is typisch het sterrenbeeld van een pietje precies. Of astrologie klopt is wat anders, maar die Martin is alleszins een groot pietje precies. De mate van detail in deze boeken is zo overweldigend dat je als lezer bijna om genade wil smeken, vooral als nijdige collega-schrijver, maar je leest natuurlijk verder, want je wil graag weten hoe het verder gaat. Pageturner is er een te zwak woord voor. Geen enkele Vlaamse schrijver is tot zoiets in staat. De Vlaamse boeken die wij in onze pers ophemelen mogen nog niet ruiken aan de moeite die in deze boeken gekropen is. Dat kan natuurlijk liggen aan onze Nederlandstalige boekenmarkt. Wie durft het aan om vijf jaar van zijn leven op te offeren om één deel van deze reeks te schrijven? In de Amerikaanse uitgeefcultuur krijg je als schrijver een riant voorschot voor zoiets. Je hebt wat om van te leven VOOR je boeken in de winkel liggen. In ons taalgebied heb je zelfs niets om van te leven NADAT je boeken in de winkels liggen.

Haters van het fantasygenre doen er toch goed aan om deze boeken een kans te geven. Ze zijn een goudmijn aan psychologie, filosfie en strategie en als het dan echt moet: ook van culinaire hoogstandjes. Martin beschrijft graag in 't lang en breed eetfestijnen.

De reeks wordt ook verfilmd. En is terwijl ik dit schrijf te zien op tv. De acteurs zijn zeer goed gekozen. Het labyrint aan verhaallijnen wordt tot zijn essentie herleid. De dialogen roken vuur. Mijn eigen favoriet is de dwerg Tyrion. De favorieten van mijn ogen zijn Daenerys en koningin Cersei. Wie begint te kijken of te lezen is verkocht en mag zich bij George Martin beklagen voor heel wat weg gesmokkelde nachtrust.

25-11-2012 om 22:09 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Geen zin om dat boek hier nu eens lekker af te breken. Wie een hond wil slaan, vindt een stok, dat weet iedereen. Zo'n boek kost een geweldige hoop moed, tijd en energie. Al wie dat tot een goed einde brengt, verdient een pluim. Maar dus, in vogelvlucht:

Auteur: Björn Soenens. U kent hem misschien niet, maar u heeft hem begin november vast wel eens gezien. In eender welk tv-programma dat iets te brengen had over de presidentsverkiezingen mocht hij opdraven om met een guitige glimlach zijn mening te geven. Plezante tv. Vlot verteerbare analyses bij het avondeten.

Wat?

Een vlotte doorloop van de Amerikaanse geschiedenis in hapklare hoofdstukjes. Plus veel info over het verschil tussen democraten en republikeinen. Veel info over de laatste presidentsverkiezingen van november 2012.

Gaat het boek diep?

Nee, het boek gaat niet diep. Het is het equivalent van het vak Amerikaanse geschiedenis van de Ugent, vroeger ter waarde van een schamele 4 studiepunten. Niet verwonderlijk, want Soenens heeft nog Amerikaanse geschiedenis gegeven aan de tolkenschool in Gent.

Is het een slecht boek?

Hangt van je verwachtingen af. Zelf vind ik het een matig boek. Na je 27ste word je met de dag een stukje milder.

Als je de VS door en door wilt kennen na het dichtslaan van dit boek, dan niet. Maar mogen we dat zelfs maar verwachten van één boek? Eventjes alles meegeven dat er te weten valt over een land dat meer dan een paar honderd miljoen mensen telt? En een zeer bewogen geschiedenis heeft gekend? Nee, natuurlijk niet.

Wie weinig weet van de VS, maakt met dit boek een vrij goede keuze. Alles passeert snel. Alle klassieke hoekstenen van de Amerikaanse geschiedenis: de Mayflower, de traditie van Thanksgiving, de preek van 'a city on a hill', de beschavingsmissie van de Amerikanen, de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelsen, de trail of tears (als de VS eventjes een heel volk verhuist, de Cherokee indianen uit Georgia), de burgeroorlog, de oorlog met Spanje, de twee wereldoorlogen, Korea, Vietnam, de koude oorlog die toch eigenlijk best heet was enzovoort, eigenlijk kent u het allemaal wel, maar het is tof om het nog eens allemaal kort te lezen. En geen toeval dat ik de geschiedenis van de VS nu vooral mijlpalen geef in de vorm van oorlogen.

Over de gewone Amerikaan gaat het zelden. Soenens zoomt vooral in op politici en de media. Boeken over de VS hebben wat van apocalyptische literatuur. Ook dit. De VS is op de retour, is failliet, gaat helemaal naar de kloten. En volgens Soenens valt dat enkel goed te krijgen als de Democraten en de Republikeinen nu eindelijk eens gaan samenwerken. Valt over te discussiëren, maar ik betwijfel het. De Democraten zijn rechts en voor de toplaag van de samenleving en de Republieken zijn dat ook, alleen nog veel openlijker en fanatieker.

Het is vooral een geschiedenis van ongekende, ongelimiteerde mogelijkheden en heel wat stompzinnige beslissingen. We zullen het maar op de pioniersspirit van de gemiddelde Amerikaan steken: altijd de grens opzoeken, risico's nemen, falen is niet zo erg, pick up your troubles en trek weer verder, begin iets anders. Het ongebreidelde kapitalisme, met ongekende mogelijkheden voor de enkelingen en zwarte sneeuw voor de massa. Maar die massa klaagt niet, want er is altijd die droom: ooit zijn zij bij die enkelingen die het helemaal maken. Een mens droomt graag en niemand die de verrassende kracht van dromen betwijfelt. Soenens houdt van de Amerikaanse mentaliteit, zoveel is duidelijk. Dat er daar nauwelijks sociale zekerheid is, vindt hij op zijn minst charmant en efficiënt. De obers zijn zoveel vriendelijker, want zonder je fooi verhongeren ze. Mensen weigeren geen werk, want het is het rotste, vuilste jobke aanvaarden, of dus ja, verhongeren of uit vuilbakken leven.

Geen wonder dat donkerblauwe Karel De Gucht zo lovend was over het boek. Zoals gezegd, geen zin om Soenens af te knallen. Ik ben onze moddergooicultuur (leve sociale afbraaknetwerken) serieus beu. Dus om kort te gaan, vijf dingen pro en vijf dingen tegen

PRO

-vlotte wandeling door de hele Amerikaanse geschiedenis. Als u een gesprek wilt voeren over de VS heeft u na dit boek een goeie basis

-een plezantere manier om te slagen voor het vak Amerikaanse geschiedenis, dan het lezen van een gortdroge cursus

-voor de internauten met hun concentratiespanne van een goudvis zijn de hapklare, korte hoofdstukken kleine lectuuroases

-het enthousiasme van Soenens druipt er zichtbaar vanafen dat werkt aanstekelijk (zowel op papier als in zijn tv-optredens)

-Soenens weet als ervaren journalist goed te kiezen wat een sexy onderwerp is en wat niet en hij levert er aardig wat cijfermateriaal bij waar u toch wel van op zal kijken

TEGEN

-er was geen bibliografie. GEEN bibliografie. Nauwelijks bronvermelding. Soenens dankt Wikipedia (!), een beetje lezer wordt dan bang, heel bang. Er zijn hier en daar foutjes geslopen in het boek. De fout die mij natuurlijk een schop tegen mijn milt gaf, was: 'bij Atlanta hakte Sherman de troepen van generaal Lee in de pan'

Dan nu tijd voor een bijzonder nerdige reactie: aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaarg!!!

MIS. William Tecumseh Sherman hakte de troepen van John Bell Hood in de pan. John Bell Hood verving generaal Jospeh Eggleston Johnston. Lee heeft niks, maar dan ook niks met de slag bij Atlanta te maken. Jefferson Davis nam de beslissing om Johnston te vervangen door Hood. Lee zit op dat moment in Petersburg, vlakbij de zuidelijke hoofdstad, Richmond. Hij is op dat moment geen opperbevelhebber van het zuidelijke leger, hij is enkel de bevelhebber van het leger van Noord-Virgina. Hij heeft er dus werkelijk niks mee te maken.

Waarom moet iemand dit erg vinden?

Als ik zeg dat de troepen van maarschalk Zhoekov de troepen van Erwin Rommel in de pan hakten bij Stalingrad, steigert u ook. Omdat het gewoon niet speciaal historisch correct is om een generaal bij zijn kraag te vatten en enkele duizende kilometers verder neer te smijten om hem een nederlaag aan te wrijven. De fout doet vooral sterk vermoeden dat er meer van die uitschuivers zijn. Ook vind ik dat het niet in zo'n boek mag staan, als er op de achterflap staat: 'Wat Soenens niet weet over Amerika kun je op de achterkant van een postzegel schrijven'. Alle respect voor Soenens, maar sorry, klopt dus niet. Een journalist als Thomas Blommaert (auteur van 'ik was nog nooit in Zelzate geweest') zou zoveel lof nooit toelaten op de achterflap van zijn boek. Marketinggewijs laat je het natuurlijk beter staan.  

-er staan stomme typfouten in, data en namen worden soms per vergissing verwisseld. Voor 25 euro verwacht je dat de redactie feilloos gewerkt heeft

-wie de presidentsverkiezingen niet zo sexy vindt, kan een heel groot deel van dit boek gerust aan zich voorbij laten gaan

-ondertussen hoeft echt niemand, maar dan ook echt niemand, die de mooie kans krijgt om een boek over dit boeiende land te schrijven nog eens te onderstrepen dat DE Amerikaan niet bestaat. Ik denk dat de meest wereldvreemde Europeaan onderhand begrepen heeft, dat de VS een zeer diverse bevolking heeft en dat je vooral niet moet gaan veralgemenen à la ze vreten daar allemaal hamburgers, hebben geen cultuur, weten niks over het buitenland en rijden allemaal rond in tanks van auto's die olie zuipen. Die bestaan natuurlijk, clichés komen van ergens, maar ze zijn niet allemaal zo. Kunnen we afspreken dat iedereen dat nu weet? DE Amerikaan bestaat niet. Als iedereen dat nu even noteert, kan het volgende boek over Amerika een beetje pagina's uitsparen.

Oordeel:

Matig boek. Zeer orthodox van opzet. De echt alternatieve pers van de VS wordt bijvoorbeeld nooit genoemd. Wel vrij graag gelezen. Belangrijkste mankement is een compleet gebrek aan een degelijke bibliografie. Wat meteen verraadt dat dit geen echt wetenschappelijk boek is. Is dat de fout van Soenens? Nee, boeken moeten verkopen. En dit boek heeft vermoedelijk zeer goed verkocht. En men heeft er alles aan gedaan om het voor de moderne en snel afgeleide lezer (ikzelf inbegrepen) boeiend te maken. Hier 25 euro voor neer tellen? Zelf heb ik dat gelukkig niet moeten doen. Eindverdict: aangename beginnerscursus en een tikje beter dan de amerikaboeken van zijn collega's, Greet De Keyser en Tom Vandijck. Qua stijl wint het Amerikaboek van Geert Mak, maar dat is appelen en peren vergelijken.

25-11-2012 om 20:33 geschreven door Tederdraads  


23-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interesses waar ge niet rijk van wordt
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik wil toch eindelijk eens afrekenen met enkele interesses die ik koester, al van mijn eerste herinneringen. Want productief zijn dat soort interesses niet. Welke werkgever zit er bij God te wachten op mijn kennis over een kleine veldslag in juni 1876 waar ocharme iets meer dan 250 Amerikaanse cavaleristen gesneuveld zijn?

Mijn kennis over dat kleine voetnootje in de geschiedenis is absurd groot en totaal nergens nuttig voor. Zo kunt ge u al vragen stellen bij de term 'Amerikaanse' cavaleristen. Een groot deel ervan waren verse inwijkelingen, uit Ierland, uit Italië, uit Engeland. Vers van de boot kwamen ze aan hun einde in één van de vele hoofdstukken van een eeuwenlange volkerenmoord. Die van de blanken op de indianen.

'Maar' 268 cavaleristen en scouts sneuvelden en toch is die gebeurtenis meermaals verfilmd en zijn er een pak boeken over geschreven. Het is ook wel een sexy feit. Een echte celebrity, een vedette met blond krulhaar, leidt een schoon regiment, de fameuze zevende cavalerie, naar een gigantische verzameling indianen, is zo stom om aan te vallen zonder op versterking te wachten en sneuvelt, nog altijd maar 36 jaar oud.

Kolonel Custer had een blitzcarrière gemaakt tijdens de Burgeroorlog. Meer omdat hij snel de favoriet werd van zijn oversten, dan dat hij zo'n geweldig tacticus was. Tijdens de burgeroorlog doet hij niet veel meer dan altijd maar aanvallen, ten koste van grote verliezen. Maar hij is fotogeniek, hij kleedt zich goed en opvallend, hij heeft zijn uiterlijk mee, hij heeft een knappe jonge vrouw, Libby, hij heeft altijd jachthonden bij en hij heeft een gigantisch ego. Hij kan het ook goed uitleggen. Na enkele jaren campagne voeren tegen indianen schrijft hij het boek 'my life on the plains'. Door critici rap verbasterd tot 'my lies on the plains'. En vooral: met hem op de voorpagina verkopen de kranten beter, dus hij heeft altijd de pers aan zijn kant.

Wat steekt die kerel uit eind juni 1876? Amerika wil de indianen uit Montana verdrijven. Er zou goud zitten in de Black Hills. Spijtig genoeg op indianengebied. Die moeten dus maar opkrassen. Probleem: die zien dat niet zitten. Sitting Bull, Gall en Crazy Horse verzamelen duizenden indianen rond zich en gaan kamperen bij de Little Big Horn rivier. De VS sturen er een legermacht op af in verschillende kolonnes. Een van die kolonnes is de zevende cavalerie onder Custer. Iets van een 650 man. Custer laat zijn sabels achter, hij neemt alleen geweren mee. Gatling machinegeweren interesseren hem ook niet. Hij wil snel zijn. Hij wil als eerste bij de indianen zijn, want hij wil alle 'roem' voor zich.

Als hij op de indianen stuit, zijn de mannen onder zijn bevel doodop, ze hebben weinig geslapen en hun gezondheid is al fragiel. Recent onderzoek op de lijken wijst uit dat die jonge gasten al artritis hadden, rotslechte tanden en slecht gevoed waren. Niet echt elitetroepen dus. Ook piepjong, nogal vaak jonger dan 18. Echt geweldig bewapend zijn ze ook al niet. Ze hebben springfieldgeweren bij met slechte kogels die niet altijd echt vuren. De indianen -leve het Amerikaanse kapitalisme- hebben de modernste geweren kunnen kopen bij Amerikaanse handelsposten. Tussen de 900 en de 1800 krijgers zijn verzameld bij de Little Big Horn met hun vrouwen en hun kinderen. We zullen wel nooit weten hoeveel het er echt waren.

Die indianen zijn op dat moment de beste lichte cavalerie ter wereld. Ze weten wanneer ze moeten aanvallen en wanneer ze moeten terugtrekken. Ze zijn razendsnel, kennen het terrein als hun broekzak en zijn dus opvallend goed bewapend. Zelfs met pijl en boog zijn ze geducht. Hun vuursnelheid is enorm en zeer precies.

Custer trekt zich daar allemaal niks van aan en valt het uitgestrekte dorp meteen aan, zonder op de andere kolonnes te wachten. Nog erger: hij verdeelt zijn commando in drie delen. Een onder zijn bevel, een onder majoor Reno en een onder kapitein Benteen. Majoor Reno valt eerst aan, maar dat wordt al snel niks. Die trekt zich terug. Kapitein Benteen loopt een beetje verloren en komt niet echt indianen tegen. Custer krijgt de hoofdmacht op zijn dak. Men heeft tot voor kort nooit goed gesnapt wat Custer juist van plan was. De meest logische uitleg is dat Custer met zijn onderdeel de vrouwen en kinderen van de indianen wilde omsingelen. Die tactiek had in eerdere gevechten altijd goed gewerkt. Deze keer lukt het niet. Er sneuvelen hier ook vrouwen en kinderen, maar het is Custer die omsingeld raakt. Er is de mythe van de 'last stand' van Custer. Een restantje van zijn onderdeel dat zich verschanste en nog een tijdje tot de laatste kogel en de laatste man zou gevochten hebben. Onderzoek op het terrein en de mondelinge overlevering van de indianen spreken dat tegen. De hele affaire was rap beslecht. De cavaleristen panikeerden, er pleegden er nogal wat zelfmoord. Kortom, het onderdeel van Custer werd vlotjes in de pan gehakt.

De geschiedschrijving schenkt altijd overdreven veel aandacht aan de vele manieren waarop de indianen daarna die lijken hebben verminkt. Onder andere omdat die lijken dan in hun volgende leven zwaar belemmerd zouden zijn. Als je ziet wat die indianen te lijden hebben gehad, mag er wel wat begrip zijn voor die reactie. Als ze dan eindelijk een schoon hoopke van die langmessen die hen steeds westelijker duwden en hun land inpikten, te pakken hadden, dan snap ik dat ze zich eens goed hebben laten gaan en pezen hebben doorgesneden, schedels hebben ingeslagen en meer van het betere fileerwerk. Custer zelf hebben ze met pijlen de oren uitgekuist, want als hij beter had geluisterd, had hij niet nog eens oorlog gevoerd tegen de indianen.

Voor de indianen veranderde er niet veel met hun overwinning. Het was het laatste hoofdstuk voor Custer, maar het was ook een beetje het laatste hoofdstuk voor de indianen van de plains. Crazy Horse wordt zes maand later al neer gestoken met een bayonet. Op een reservaat en dan nog terwijl een van zijn eigen stam hem vasthield. Sitting Bill trok naar Canada, zag honger af en werd uiteindelijk vermoord door politie van het Indiaans agentschap.

Wat ge er in geschiedenisboeken, of ze nu degelijk zijn of niet, nooit bij krijgt, is wat die geschiedenisfeiten betekenen voor wie die leest en bestudeert. Zo'n stomme veldslag als deze, speelt geregeld in mijn kop. Waarom weet ik niet. Het boeit mij. Ik vind dat er in geschiedenisboeken ook te weinig gevloekt wordt. Een geschiedenisboek mag die Custer gerust een overambititieus kalf noemen.

Waarom het mij interesseert, weet ik niet. Vooral snap ik niet waarom ik dat als ik vijf jaar was constant zat na te spelen met playmobil. Herkende ik mij in die Custer? Die overdreven ambitie zonder geduld? Misschien wel. Vandaag interesseert mij vooral de andere kant van het verhaal. Sitting Bull, Gall en Crazy Horse die eindelijk zoveel indianen konden verzamelen en toonden tot wat ze in staat waren. Er bestaat een boek met alternatieve geschiedenis, waarin plausibel uitgelegd wordt hoe de indianen van de plains onder de leiding van Sitting Bull hadden kunnen uitgroeien tot een wereldmacht. Dat deden ze echter niet. Hun bizons werden bruut afgeslacht, zomaar, voor de sport. Hun hele manier van leven dat gebaseerd was op de bizonjacht verdween. En ze verhongerden en kwijnden weg, en kwamen compleet teneergeslagen bedelen bij de Amerikaanse regering. Vandaag kwijnen ze nog altijd weg in hun reservaten. Waar men er alles aan doet om hen in het alcoholisme te stampen. Tenzij ze furore maken in de casinowereld. Want de Amerikaanse regering promoot tegenwoordig vooral dat indianen casino's oprichten. Vooral Navajo-indianen staan sterk op dat vlak.

Het is erg een erg trieste geschiedenis, het verhaal van de indianen, iets waar weinig aandacht voor is. Ondertussen snap ik nog altijd niet waarom het mij zo fascineert. En ik vind het spijtig. Als economie mij als kind zo hard had gefascineerd als dit hier, was ik nu rijk. Tenzij ik mij als beursgoeroe had ontwikkeld in de stijl van Custer. Dan was ik nu failliet door te veel risico op de beurs. Ah, nee te veel risico nemen wordt tegenwoordig zwaar beloond met bonussen. Damn, die Custer is veel te vroeg geboren.

23-11-2012 om 18:30 geschreven door Tederdraads  


22-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Om te beginnen met een understatement: het is een flauwe show. Een van mijn vele guilty bitterzoete pleasures, met nadruk op bitter, want die show is echt slecht. Het hoofdpersonage kijkt afwisselend extreem bezorgd, in distress, ofwel overdreven gelukzalig alsof viagra voor vrouwen uitgevonden is en tien keer zo potent is als een speedball. Als MILF vind ik haar best aantrekkelijk, dus ik kijk. En 't gaat toch over cowboys en indianen en ik ben een kleine jongen van een jaar of zes.

Anyway, de serie was zeer populair op het Amerikaanse platteland. Niet onlogisch voor een serie die zich op den boeren buiten afspeelt. De sterkte was meteen ook de zwakte. De serie werd afgeschaft. Programma's zijn er alleen om kijkers te lokken, zodat die reclameblokken tussen de progamma's door kunnen slikken.

Dat vermoedt iedereen als kind al: dat tv een blok reclame is dat opgesneden wordt met stukjes programma's tussen. Wel, het is dus echt zo. De serie werd afgeschaft, want plattelandsvolk is niet interessant voor adverteerders. Die boeren die kopen niet genoeg. Geen advertenties, geen shows. Nèh, zo simpel gaat dat.

Dus bedenk: de krant die ge leest, het magazine dat ge leest, ge leest dat alleen, omdat gij het product zijt. De makers van dat blad hebben u verkocht aan adverteerders. En als u een lezende plattelandsmens bent, hebt ge chance als ge dezelfde interesses hebt als stadsmensen, want voor u op den boeren buiten maken ze niks. Tenzij, tenzij dus, er enkele slimmeriken zich puur op u richten en adverteerders tevreden stellen die puur dingen verkopen die alleen op 't platteland gekocht worden. Dat heten ze dan nichemarketing. Maar in de regel: adverteerders zijn niet geïnteresseerd in plattelandsvolk. Ook niet in oudere mensen. Ook niet zozeer in vrouwen. En ook niet in mindervaliden of lesbische vrouwen. Ook niet in mijn schizofrene tante. Ook niet in mij trouwens, ik verdien te weinig en ik vertoon een anarchistisch koopgedrag, als ik er reclame van gezien heb, koop ik het opzettelijk niet. Mannelijke homokoppels blijken wel interessant, want mannen verdienen helaas nog altijd meer dan vrouwen, en zo'n homokoppel verdient dus een pak meer dan een heterokoppel en nog veel meer dan een lesbokoppel. Adverteren naar homo's toe is interessant. Landen waar veel homofobie is zullen dus logischerwijze ook zeer domme adverteerders hebben. Ik heb goede hoop voor de homobeweging. De geldzucht van adverteerders zal wel winnen. En zo zit er een mooie kant aan alles. Ook aan die snertvervelende reclame. Het enige wat ik verder irritant vind aan de reclamewereld, is dat ik er niet in zit en geen miljoenen schep met slogans als '12 meter zout'

Enig idee wat die slogan moet aanprijzen? CHIPS. Een camion vol chips. 12 meter lang. Dat doet zeer. Dat iemand rijk is geworden met zo'n prulslogan.

Poen pakken. Toen ze dat vak op school gaven, was ik aan 't staren naar een mooi meisje twee banken van mij verwijderd. Ze is nu een succesvol architecte. Als ze mij passeert, ik te voet, zij in haar dikke sjees, dan zwaait ze enthousiast. Mijn doffe staar met waanhoop bedreigt haar nu minder, dan mijn bronstige staar met kwijl, tien jaar geleden.Vooral omdat haar sjees ontworpen is om overstekende koeien op te scheppen alsof het zwartwitte pluisjes waren. Zo'n plattelandsproduct dat gemarket werd naar stadsmensen toe.

22-11-2012 om 20:38 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het hoeft nergens op te slaan, er is geen hond die het leest, het wordt niet gepubliceerd, komt niet in de krant, en deze blog staat niet op mijn CV.

"Hij wil je in je poep pakken!" (voor eventuele Hollandse lezers: in mijn reet dus, niet in mijn kaka) Als ik zeg dat Fons Burger netjes woord heeft gehouden, krijg ik dat soort reacties. Er floepen ook in mijn verdorven hoofd vraagtekens aan. What’s the catch?  Fons Burger houdt woord. Meer dan woord. Hij stuurt mij niet alleen een exemplaar van zijn boek ‘Vrouwen’, maar ook een exemplaar van een ander boek van hem, een thriller. Alleen al de portokosten vanuit Nederland lopen op tot 13 euro.

Het minste wat ik kan doen, is de boeken recenseren. Van mijn kant ook trouw aan mijn woord, ben ik al begonnen in ‘Vrouwen’. Als Fons Burger denkt dat hij met een recensie van mijn pen doorbreekt in de Vlaamse boekenmarkt, dan toch twee bedenkingen:

-Fons Burger dicht mij mogelijks een invloed toe, die ik alleen in mijn dromen heb

-de Vlaamse boekenmarkt staat alleen open voor kookboeken, irritante Bekende Vlamingen, hoe irritanter, hoe meer verkoop en zeer eventueel voor romans die zwaar opgeklopt worden in onze kwaliteitskranten (bij gebrek aan beter) De Morgen en De Standaard.

Ik zal de boeken netjes lezen en recenseren. Ja, ik ben zo’n geweldig onpraktische recensent die boeken eerst van A tot Z leest voor hij een recensie schrijft. Misschien heeft Fons Burger dat intuïtief aangevoeld. Fons is schorpioen, die zijn zeer intuïtief. Vooral naar andere watertekens toe, zoals ik, Vissen.

Op de achterflap alvast alarm als ik de commentaar vind van niemand minder dan… H.B. uit Gent:

“Gelezen en goedgekeurd. Het is een prettige combinatie van Jan Cremer, Charles Bukowski en Arthur Schopenhauer.”

(H.B, auteur)

H.B. uit Gent achtervolgt mij. Niet dat hij zich daar bewust van is. Ik heb het hem nooit verteld. H.B. uit Gent is Weegschaal. Als er nu een sterrenbeeld is waar ik meestal niet mee door dezelfde deur kan, dan zijn het Weegschalen. D.V. ergens in Wallonië is ook Weegschaal. Arthur Schopenhauer is trouwens Vissen. Dit is info die er voor u, lezer, totaal niet toe doet. Rechts van de pagina vindt u een balkje om omlaag te scrollen.

‘Ik, Jan Cremer’ van Jan Cremer is de tweede roman die ik in mijn leven gelezen heb. De eerste was ‘de bende van Jan De Lichte’, van Louis Paul Boon, waar ik mij overigens geen letter kan van herinneren. Louis Paul Boon is trouwens ook Vissen, waarmee ik niets wil zeggen. Jan Cremer heeft dezelfde verjaardag als Hitler, waarmee ik nog minder wil zeggen

Ik wil vooral zeggen: ik wacht tot de redactievergadering begint en ben blij dat iemand zo goed is om mij twee gratis boeken helemaal uit Nederland te versturen. Het minste wat ik kan doen, is die boeken recensereren en promoten, want het beetje zakenman in mij gaat kapot van de zenuwen bij de gedachte dat investeringen niet zouden renderen. Bij mijn eerstvolgende optreden in de Laatste Show (al is het qua marketing beter om mee te doen in ‘de slimste mens’) zal ik een T-shirt dragen met de cover van ‘Vrouwen’. Als bedankje naar Fons toe, een intrigerend man, die ik nooit ontmoet heb, maar ook gewoon omdat ik de cover mooi vind. Hier op de redactie dook mijn charmantste collega reeds naar het boek, een collega die science-fiction verhalen schrijft met een interessante kijk op seksualiteit. ‘Tu lis ça pour les comprendre?’

Ja, zei ik, maar het echte antwoord is: ik lees dat om te achterhalen hoe ik zelf een boek kan schrijven en gepubliceerd kan krijgen. Over vrouwen. En dan stuur ik gratis recensie-exemplaren naar chocoschrijvers (een woord dat dat daar niet bestaat) in Nederland, want ik heb liever een recensie in NRC of De Volkskrant dan in de Standaard of de Morgen en ik kom liever raar doen op de VPRO dan in ‘de slimste mens’, waar ze alleen derderangs komieken opvoeren die kerkelijk recht gestudeerd hebben of van stemvervorming of een elegante snor hun beroep gemaakt hebben.

En misschien wilde Fons Burger wel gewoon aardig zijn. We zijn het vergeten, maar aardigheid, dat is een kwaliteit die mensen soms hebben. Zo helemaal zonder bijbedoelingen. Gewoon zomaar aardig. Als ik gisteren twee euro gaf aan mijn Roma-zigeuner en zei dat hij iets moest eten, was ik ook alleen maar aardig en wilde ik hem zeker niet in de poep pakken.

22-11-2012 om 14:33 geschreven door Tederdraads  


21-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Deel van het lot van chocoschrijvers: Manuscripten van andere schrijflustigen verbeteren. Aan kruimeltarief. Ik wil niet weten hoeveel dat in uurloon is.

Net verscheept naar de auteur: een historische avonturenroman dikker dan een telefoonboek.

De kans dat het een uitgever vindt, is zeer klein. Heb ik ook eerlijk gezegd. Het verhaal is braaf en past beter bij de jaren vijftig. Het deed mij de hele tijd denken aan avonturenfilms van vele decennia geleden. Ivanhoe en zo. Ik vond het aardig om lezen. Verhaaltechnisch zit het best knap in elkaar. Alleen zijn de actiescènes enorm voorspelbaar, is de held van karton, een soort James Bond van de zeventiende eeuw.

Het was een titanenwerk om de stijl te moderniseren. De auteur is Franstalig opgevoed. Ik heb een begeleidende brief geschreven voor het manuscript, met een korte samenvatting van het verhaal. Het visitekaartje voor de auteur die aanklopt bij een uitgeverij. En ik heb hem enkele uitgeverijen aangeraden.

Verder heb ik hem aangeraden om zijn talent als verhalenverteller eerst te richten op kortere verhalen. Kinderverhaaltjes bijvoorbeeld. Makkelijker en goedkoper in te sturen naar uitgeverijen. Sinds mijn advies heeft hij niets meer geschreven. Hij verwacht nu dat ik zijn ideeën voor verhalen uitschrijf op papier. Sorry, maar dat is niet part of the deal. Moest hij nu een grote naam zijn in de letteren, zou ik het meteen doen. Als chocoschrijver hang je graag je ambitieuze karretje aan een grote naam.

Maar de schrijfideeën van een ander uitschrijven, daar pas ik voor. Ideeën zijn als straatstenen. Een goed idee is als wachten op een bus, er komt altijd wel een volgende. Ik wens hem het beste met zijn manuscript. Ik kan ook een tijdlang geen participium presens zoals 'denkend', 'wachtend', 'zoekende', 'wetende', 'werkende' meer zien. Beginnende schrijvers lijden nog al eens aan wat onder schrijvers bekend staat als de -endziekte.

Ik legde hem ook de situatie in uitgeefland uit. Kort samengevat:

-uitgeverijen zitten echt, maar dan ook echt niet, te wachten op spontaan ingezonden manuscripten. Van alle boeken die een uitgeverij in een jaar uitgeeft, komt minder dan 1 procent van spontaan, lukraak ingezonden manuscripten.

-uitgeverijen zijn pro-actieve bedrijven geworden. Een uitgever zoekt thema's die goed in de markt liggen en linkt daar helemaal ZELF een auteur aan. De uitgever contacteert de schrijver, nog voor die een woord op papier heeft. Wie boeken wil schrijven doet er dus goed aan om eerst nationale faam te verwerven met iets totaal anders dan schrijven. Als een uitgever mag kiezen tussen een bekende wielrenner die een tienerzwangerschap in de familie heeft of een jonge snaak die zich elke dag de pleuris schrijft, dan kiest die direct die wielrenner die een grammaticaal vermogen heeft ter grootte van zijn plasje voor de dopingcontrole, maar dan minder potent.

-hij heeft absoluut een literair agent nodig, een professional met uitstekende contacten, die een voet in de deur van uitgeverijen heeft

-hij kan zijn boek ook in eigen beheer uitgeven. De prijs per boek kan dan wel hoog oplopen. Zelf ben je veilig. Zo'n print on demand uitgeverij eist meestal alleen dat je drie exemplaren zelf koopt. Daarna kan elke koper gewoon via de site van dat bedrijf bestellen. Probleem: je hebt geen uitgeverij die jouw boek promoot, die voorlezingsavondjes voor je regelt, te beginnen met een officiële boekvoorstelling en je moet jezelf promoten, wat godvlammens moeilijk is en veel energie vreet. Hij was er echt niet voor te winnen. Trouwens, bij een reguliere uitgeverij ben je ook nog niet zo zeker van goede promotie. Uitgeverijen volgen goede marketingstrategieën, die zetten al hun promotiegeweld in op titels die al ontzettend goed verkopen. Een boek dat niet opgepikt wordt door de media, bestaat eenvoudig weg niet. Van de meeste boeken heeft niemand ooit gehoord. Reguliere uitgever of niet. Veel hangt af van de inventiviteit en de energie van de schrijver. Dat is een muur waar je tegen op ziet. Ik snap dus volkomen dat hij het niet ziet zitten om zijn eigen uitgever en marketingbureau te spelen.

Deze charmante man had overigens 8.000 boeken gelezen in zijn leven. En ik geloof hem op zijn woord. Hij heeft gewerkt als crisismanager, maar hij had altijd een boek bij zich op zijn vele reizen. Zoals hij spreekt over boeken, dat doet geen enkele recensent hem na. Zijn vrouw vond zijn schrijfambities helemaal niets. En bekeek mij, zijn redacteur, als een huis-aan-huis stofzuigerverkoper, die ook de begrafenis regelt als de stofzuiger eenmaal ontploft is. Telkens het woord 'boek' viel, trok ze haar neus op alsof het om een haarbal in een verstopte douche ging.

Waarschijnlijk schrijft hij daarom niet meer. Hij schreef zijn historische turf 'toen mijn echtgenote zwaar ziek' was. Dat is het allerbelangrijkste dat een schrijver of schrijfster in huis moet hebben: een liefhebbende partner die vierkant achter je schrijfambities staat. Je partner moet je eerste fan zijn.

Die raad heb ik hem niet gegeven. En waarschijnlijk was dat de beste raad die ik hem had kunnen geven.

21-11-2012 om 21:25 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Schrijverken zijn, is gelijk naar 't school gaan, alleen kunt ge nooit een diploma halen. In 't beste geval krijgt ge een boek gepubliceerd of een interview in de gazet. En er is voor geen een van de twee een vaststaand recept, maar ge leert al eens iets bij.

Ge moogt, nee, ge moet, schuiven met de vragen. Ge moet de antwoorden aanvullen, als de antwoorden niet duidelijk zijn voor de lezer. Als de geïnterviewde dingen zegt dat niet passen bij uw vraag, dan zet ge een andere vraag in uw interview. Als de boel te ingewikkeld wordt, zet ge er een kaderke bij waarin ge den boel versimpelt. Intro's dienen NIET om de geïnterviewde voor te stellen. In den intro zet ge kort waar ge 't gaat over hebben, de aanleiding voor het interview en liefst een straffe stelling van de geïnterviewde, die hij/zij dan gaat staven in het interview, indien die dat niet doet, moet ge dat zelf doen, bij voorkeur op basis van eerdere geschriften, youtubevideo's, mails of Facebookposts van de geïnterviewde. Extracten uit gestolen dagboeken zijn helaas de grens. Ge moet dus zelf bepalen waar ge met uw interview naar toe wilt. Liefst in samenwerking met de geïnterviewde, maar een geïnterviewde de rode draad van 't interview laten bepalen, is een beetje gelijk kinderen de menu laten samenstellen: alleen hun lievelingseten en nooit iets anders.

Tot nu toe hield ik mij dus redelijk trouw aan wat de geïnterviewde mij zei. Dat blijkt een tamelijk stompzinnige aanpak te zijn. Aangezien er altijd een hele boel onuitgesproken blijft. De geïnterviewde gaat er al eens vanuit dat gij wel weet wat hij wil zeggen. Maar de lezer niet, voor die moet ge dus aanvullen. Bon, over mijn soms stompzinnige aanpak van vertalingen kan ik het later hebben. En gezien ik mijn stompzinnigheden geregeld op deze blog zwier, zal duidelijk wezen dat het adres van deze blog in geen geval terug te vinden is in mijn CV.

21-11-2012 om 21:19 geschreven door Tederdraads  


20-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Pavel Ocepek, lector Sloveens en de kerel die mij ontdekt heeft, zullen we zeggen. Zijn eerste schrijfadvies: “een schrijver moet sociale zekerheid hebben. Een dagjob en geen zorgen over geld als hij thuiskomt.”

Sinds ik afgestudeerd ben, ben ik nog geen dag zonder financiële zorgen geweest. Ow, boehoe, denkt u. En terecht. Maar ik zeg het toch nog eens feitelijk: geen dag zonder regeltje geschreven en ook nog geen dag zonder geldzorgen. Tenzij misschien toen ik op de Nederlandse ambassade in Bratislava zat en ik naar Slowaakse normen flink veel poen pakte. Let wel: naar Slowaakse normen.

Om echt diep te graven in een roman, zal het vast wel handig zijn om routine te hebben, een kalme dagjob of helemaal geen job. Geldzorgen kunnen ook een motor zijn. Tsjechov schreef om den brode. En als je met je schrijven niks verdient, vind ik het maar onnozelheid. Zo'n beetje als bloemschikken. Met excuus aan de mensen die hun leven een totaal andere wending gegeven hebben, al bloemschikkende.

Op dit moment speelt een documentaire over Bill Hicks, stand-up comedian. Een betere drinker, dan een grapjas. Ik vind zijn stem en zijn houding best tof, maar grappig vind ik hem niet. George Carlin is een pak grappiger en qua sociale kritiek nog zoveel schroeiender. Wat ze allebei gemeen hebben: ze zijn er vlam voor gegaan. Ik ben zo'n kunstenaar die het veilig probeert te spelen. Nu ja, Boon schreef ook bij een krant en schreef thuis zijn romans. Maar toch. Er zijn van die mensen die hun huis verkopen, hun job opzeggen en in een caravan gaan zitten schrijven. Ik niet. Ik vind er ten eerste niks romantisch aan. Ik vind het niet nodig. En het keelt nog de creativiteit ook, want je maakt geen zak meer mee.

Chuck Palahniuk schreef 'Fight Club' terwijl hij als mechanicien werkte. Hij lag te sleutelen onder auto's en schreef toch nog.

Mijn pa schreef na acht uur op de fabriek. Dat is geen aanrader. Ten eerste hou je het niet vol. Werken in een fabriek hou je sowieso niet vol. Schrijven na je acht uur chain gang in de fabriek, hou je nog minder vol. Ook niet met 'Paperback writer' van The Beatles op de achtergrond. Zelfs niet op vinyl.

Het moet verbazen dat er zo weinig grote schrijvers bij de ambtenarij zitten. Goed loon voor weinig werk. Als je thuis komt, ben je niet moe. En van die grote kantoren met veel volk bij elkaar dat niets doet en strategieën ontwikkelt om nog minder te doen, dat moet toch geweldige grond geven voor allerlei verhalen?

Ik heb nog gewerkt op zo'n ministerie. Enige man op een hele verdieping met een stuk of vijftien vrouwen rond mij. Dat soort werk doet beter schrijven dan jezelf opsluiten in een caravan. 90 procent van de tijd werk je aan collegialiteit, ik weet nog altijd alles over al hun relaties, echtscheidingen en kinderen. Toch het gros van veel romans. Ze zijn nog aan het lobbyen gegaan om mij voor het tijdschrift van het departement financiën te laten schrijven.

't is niks geworden. Er brak juist een schandaal los. Heel Aalst en Erembodegem werkte al voor het ministerie van financiën. Ene Anne-Marie Verdoodt, een liberale uit Aalst, was zeer liberaal geweest met het verdelen van postjes en had iedereen die op haar wilde stemmen een job als ambtenaar bezorgd. Ja, dat brak toen uit, dat schandaal. En deze Aalstenaar schreef dus niet voor het blad van financiën, maar voor de krant die de miljonairstaks verdedigt. En ook wel de koopkracht van u en van die ambtenaren, maar zeker ook van die wild gekke schrijvers die zich opsluiten in een caravan.

En toch nog 't meest van al, de koopkracht van die zeldzame arbeider die boven op een koude zolder zit te typen met zijn pilootvest aan, half gebroken in lijf en leden, maar de moed er nog inhoudt om een Vlaamse Chuck Palahniuk neer te zetten. Ik gun het hem van harte. Anne-Marie Verdoodt zal een schrijvende arbeider geen postje bezorgen. Die heeft geen tijd om Marie's eetfestijn te helpen organiseren. Die travakt en schrijft, subversief, want eerlijk.

Dank u Nieuwsblad, om dit schandaal zo goed getimed uit te werken. Anders had ik nooit die geldzorgen gekend. En dat is niet goed voor een schrijver, want mensen die lezen hebben geldzorgen. De rest zit zijn aandelen te tellen.

20-11-2012 om 09:32 geschreven door Tederdraads  


19-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Twilight in de titel kan je ook vervangen door GOEDE jeugdboeken zoals De dagboeken van Adrian Mole van Sue Townsend of eender welk boek van Aidan Chambers, zoals bijvoorbeeld This Is All: The Pillow Book of Cordelia Kenn.

Een vriendin laat weten dat Hautekiet geen jeugdboeken meer uitgeeft. Hun jeugdboeken kregen vroeger goede recensies, maar ze verkochten niet. Een verleidelijke boekcover als van Twilight heb ik bij Hautekiet nooit gezien. Goeie boeken, zonder goeie cover, of slechte boeken met goeie cover. Als mijn hoofddoel verkopen is, weet ik wat kiezen. Mijn vrouw heeft het eerste boek van Twilight gekocht, puur van de cover. Ze had er nog nooit van gehoord. En ze had er al zeker geen recensie van gelezen, anders had ze de cover geprint van internet en het boek laten links liggen.

Ja, als dat hun business strategie was; hopen dat goeie recensies tot verkoop leiden, dan moet het niemand verbazen dat ze er nu mee stoppen.

Heeft iemand al ooit eens een knappe advertentie gezien voor een jeugdboek? Hoeveel jongeren zitten trouwens recensies van jeugdboeken te lezen voor ze naar de winkel stappen? Ja, commercials voor blockbusters GEBASEERD op jeugdboeken. Die hebben ze wel gezien. En dan staan ze in de cinema, maar ook in de boekhandel.

Knappe advertenties bedenken was een brug te ver voor Hautekiet. Liever stoppen ze er mee. Had de Coca Cola Company dat indertijd ook maar gezegd: dit product verkoopt niet, laat ons dit vooral niet sluw en assertief promoten.

Ik vrees dat Hautekiet met die beslissing nog niet uit het slop is. In Humo vragen ze Leo De Haes naar een boek dat het publiek had gemist. “Zal ik je mijn fondslijst meegeven?”, vraagt hij. Allemaal dus.

Verder zegt hij: “Ik zie mezelf als een ambachtelijk uitgever, maar merk dat zelfs ík begin te denken: 'Welk boek zou er nu goed verkopen? Bij welke trend moet ik een boek bedenken? Welke auteur heb ik huis om als een merk te exploiteren?' Want daar komt het meer en meer op neer: uitgeven als een marketingprobleem.”

Hun marketingprobleem met jeugdboeken hebben ze alvast finaal uit de wereld geholpen.

19-11-2012 om 11:29 geschreven door Tederdraads  


18-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inspiratie bestaat niet
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik hou niet van het woord inspiratie. Inspiratie bestaat niet. Inspiratie is dat woord dat zegt: de kunstenaar moet zitten wachten tot de invallen dan ineens komen.

Het woord inspiratie is uitgevonden door tamzakken, die iets nodig hadden om hun tamheid goed te praten. Niks op papier gekregen? Sja, de inspiratie wilde niet komen. Inspiratie is net zo echt als de tandenfee.

Hier is hoe een echte kunstenaar met inspiratie omgaat. Je doet het rottigste, het moeilijkste, het meest revolterende dat je als kunstenaar moet doen:

je blijft zitten. Achter dat scherm, achter dat canvas, voor dat blok marmer. Koppig blijven zitten. Veel moeilijker dan schrijven. En je gaat niet weg, voor je enkele pagina's verder staat.

Een echte schrijver doet duursport. John Irving worstelt. Murakami, Biebau en Peynsaert lopen.

Je spreekt er niet over, je klaagt er niet over, je loopt niet mijmerend rond wachtend op een hemelse inval. Nee, de hemelse invallen komen als je blijft zitten. En typt. De schrijfmuze houdt maar van één geluid en dat is luid je toetsenbord aanslaan.

18-11-2012 om 21:58 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs