De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
11-01-2009
Jij, karakteristieke denkhutsepot, parels op youtube en bloggers/egomanen
Maryam de Leeuw, jij blokt en ik
schrijf, tien centimeter van elkaar verwijderd aan de zelfde bureau. Je vraagt
mij om op youtube alle stukjes met the Joker uit the Dark Knight op te zetten,
want je vindt de schrapende stem van Ledger in topvorm aangenaam als
achtergrondmuziek. Als die stukjes uitgeput zijn, wil je liever de begintune
van de serie Rome.
Verdient ondertussen geen
aanbeveling: status updates van BVs en BNs volgen. Ook relatieve beroemdheden
zijn geeuwerig doorsnee van opvattingen. Het versteende, zure gezicht van vermeend
maar niet werkelijk- misantroop, Gerrit
Komrij. Rolf, een Aalstenaar die toch altijd scherper uit de hoek komt. Soort
geografisch geboorterecht. Serviërs zouden van nature ook vuiler en snediger gebekt
zijn dan de rest van de Balkan. Een compliment dat kan tellen in die regio.
Op youtube jagen naar ander
begeleidend blokentertainment.
Om direct een opstoot van intense
levenshonger van te krijgen.
Ik kijk naast mij en ik vraag me
af of er ooit iemand met zon blik naar een vrouw gekeken heeft. Alle gedachten
liggen eindelijk even volledig stil als ik zie hoe je oranje shirt, je
nachtzwarte krullen en verraderlijk sexy huidskleur prachtig combineren. Je
gezicht dat er altijd zorgvuldig geschminkt uit ziet, terwijl je zelden of
nooit make-up gebruikt. Passioneel volle ogen, blinkende levenskracht. Ideaal zandloperfiguur,
Perzische heupen die je meteen onderscheiden van de Vlaamse kaars - of
appelmodellen. Je natuurlijke parfum, een lentedag op het strand. Nergens een
spatje slechtheid in jouw wezen. Bewezen in je enthousiasme voor alles wat
menselijk is, de schoonheid van kunst en je spontane aanvoelen van bijna let wel
bijna- religieuze proporties van kunstuitingen.
Voor je krullen, je perfect
geproportioneerde lichaam, uitdagend roodgelakte nagels en fijne handen en
voeten ben ik gevallen, maar ik blijf voor je ruimdenkendheid, je onvermogen om
in die overbekende hokjes te denken, je oprecht beleefde interesses, aangeboren
Perzische vrouwentrots, je light-versie van praktisch ingestelde bazigheid. Er
verstrijkt zelden een uur zonder dat je iets doet dat jou geheel uniek maakt.
Van de manier waarop je dobbelstenen gooit (of toch doet als of), de manier
waarop je de vaat doet, je vreugdedansjes, de intensiteit en leergierigheid
waarmee je indrukken van alle slag verwerkt, helemaal gebeten om te weten, voor
de juiste redenen, niet om achteraf met feitenkennis te pronken.
Ik, blogger/egomaan vergeet even
mezelf als ik de lijnen van je Perzische lichaam volg, de schittering in je
ogen vang als je een film ziet die je kan bekoren. Verstomd door de pracht van
een onversneden, intelligente, hedendaagse jonge vrouw, onderweg naar
zelfkennis en wijsheid, genietend van elke nieuwe indruk en elke nieuwe toets
op haar smaakpallet, omdat ze de kracht van eerlijke, kinderlijke verwondering
nooit verloren heeft.
Een dag met jou, altijd een reis.
En ik tril inwendig van nieuwsgierige spanning voor wat de toekomst brengt, met
een reisgenoot die haar ziel zo fris heeft weten houden.
Mijn zolderkamer/kluizenaarshol. Dik acht jaar geleden. Collega-rampstudent
en aanmodderaar, Ruben, merkt op dat ik mij graag omring met boeken. Ik voel
mij aangevallen en strijk langs de exemplaren die ik wel degelijk gelezen heb.
Citaat dat door mijn kop schiet: Zelfs een bibliofiel leest al eens een boek.
Acht jaar later nog steeds omringd door paperbacks.
Treintickets als bladwijzers. Hoeveel ruggen kan ik als gelezen markeren? The Bell Jar van Plath, 1 pagina ver. Lord of the flies, nog 30 paginas te gaan
en met lange tanden. Ljod van Sorokin
bijna herlezen. Les Bienviellantes, 5
procent gevorderd. Lorage rompu van
Harpman, Café De Raaf, nog steeds
gesloten, J.M.H Berckmans en Loscuadernos de don Rigoberto, van Maria
Vargas Llosa met de woordenboek er bij, toch al zeker twee zinnen.
Er worden nog steeds meer boeken gekocht dan gelezen. De top
tien van best verkochte ongelezen boeken. Mein
Kampf? Het verdriet van België? Oorlog en Vrede? Het oeuvre van zo wat elke
Nobelprijswinnaar? Lezen, wat bereik je ook
er mee? Op de trein naar de kantoorgoelag zien de mensen met een boek op schoot
er net zo saai uit als de rest.
Zoveel vergeelde boeken opgescharreld en ik kan maar vier of
vijf fictiewerken noemen die ik echt goed vond. Ofwel ligt het aan mijn leeslijst, ofwel lees
ik gewoon niet graag. Niet verrassend voor een schrijver.
Boelie
PS
Leeslijst voor de komende 10 à 75 jaar:
Acker,
Blood and Guts in High School
Adams, Het transgalactische liftershandboek
Agejev, flirt met cocaïne
Amis, Lucky Jim
Anoniem, de verhalen van 1001 nacht
Arion,
Dubbelspel
Auster,
Moon palace
Ballard,
Crash
Barbusse, de hel
Barbusse, het vuur
Barth,
Giles het geitenjong
Bartol,
Alamut
Bataille,
de abt C
Beckett,
Malone sterft
Bellow,
Humboldts nalatenschap
Bevin
Alexander, how the south could have won
Biesheuvel, in de bovenkooi
Bolano, De woeste zoekers
Borderwijk, Bint
Borges, Labyrinten
Borowski, hierheen naar de gaskamer, dames en heren
Brautigan, Willard en zijn bowlingbekers
Breton, Nadja
Broch, de schuldelozen
Broch, de dood van Vergillius
Brontë, Woeste hoogten
Bulgakov, de meester en margarita
Calvino, Het kasteel van de kruisende levenspaden
Canetti, het martyrium
Capek, oorlog met de salamanders
Capote, ontbijt bij Tiffany
Carmiggelt, Kroeglopen
Carrol,
Alice in spiegelland
Carroll,
Alice in wonderland
Cervantes,
Don Quichot
Chestnut,
A diary from Dixie
Cioran, op het toppunt van wanhoop
Cocteau, Gruwelijk kinderspel
De Winter, Hoffmans honger
Desani, alles over h. Hatterr
Diderot, Jacques de fatalist en zijn meester
Drakulic, Alsof ik er niet ben
Ellis,
American Psycho
Eugenides,
The Virgin Suicides
Fanu,
Groene thee
Faulks,
Birdsong
Flaubert,
Madame Bovary
Foer,
Everything is illuminated
Gary, de belofte van de dageraad
Gibson, Neuromancer
Golding, heer der vliegen
Gracq, de kust van de Syrten
Grass, de blikken trommel
Grass, hondenjaren
Haddon,
The curious incident of the dog in the night-time
Hartley, de liefdesbode
Head, Een kwestie van macht
Heinlein, vreemdeling in een vreemd land
Heller, Catch-22
Hemingway, En de zon gaat op
Herr, Verslagen uit Vietnam
Highsmith, Ripley een man van talent
Hodgson, de drempel van de oneindigheid
Hollinghurst,
The swimming-pool diary
Houellebecq,
Elementaire deeltjes
Houellebecq, Platform: midden in de wereld
Hrabal, Zwaarbewaakte treinen
Huxley, Chromaatgeel
Irving,
The Cider House Rules
Jerofejev, moskou op sterk water
Joyce, een portret van de kunstenaar als joongeman
Jünger,
oorlogsroes
Kennedy,
Looking for the possible dance
Kerouac, Onderweg
Kis, tuin, as
Kotzwinkle, Laat maar waaien
Kundera, de ondraaglijke lichtheid van het bestaan
Laforet, nada
Lagerkvist, barabbas,
Lawrence, de regenboog
Lawrence, Lady Chatterleys minnaar
Lawrence, liefde en vrouwen
Lawrence,
zonen en minnaars
Leavitt,
Lost language of cranes
Lee, Cider met Rosie
Levi, is dit een mens
Lewis, Monica
Linna, de onbekende soldaat
Lovecraft, Op de toppen van waanzin
Mazzantini, Ga niet weg
Moore, Anagrams
Moravia, de ongehoorzaamheid
Moravia, de verachting
Multatuli, Max Havelaar
Murakami, Bijna doorschijnend blauw
Murakami, Kafka op het strand
Murdoch, een afgehouwen hoofd
Murdoch, onder het net
Murnane, Inland
Musil, de jonge Törless
Obrien, tegengif
OConnor, Alle dingen die opwaarts gaan komen ergens samen
Papieren asteroïde van 17 op 7,5 cm, valt elke ochtend, paf op mijn kop
Mijn neuronenbanen, soort snelwegen met kruispunten, waar de
alle verkeerslichten doffice op groen staan. Doffice, een uitdrukking die
sinds kort en vogue is. Hoe gaat een bohémien van de gedachten, met denken en
dromen als kardinale geneugte, om met een plek op de arbeidsmarkt en een job
die toch enige concentratie vergt?
PC aanzetten en brokken van mentale telexen snel typen in
een mail naar een klant, die je niet verzendt. Het getypte bundelen tot een
bijna samenhangend geheel in een pauze. In de refter tellen hoeveel woorden er
in een stukje van Camps&Dewulf staan, omdat je eigen stukken:
a) zelden
over 1 duidelijk thema gaan
b) door
de lengte al snel lezen als een soort obstinaat pamflet om je eigen mening op
te dringen aan de lezer
c) veel
zeggen met weinig woorden dé uitdaging is
Altijd frustraties opbergen en niet opzij kijken. Olympische
lopers draaien hun blik ook niet naar wie naast hen loopt. Geduld hebben. Je
niet laten verzengen door je ambities, klinkt de raad van een geboren
psychiater. Gutta cavat lapidem non vi, sed saepe cadendo. Meer druppels laten
vallen. Je concentreren op hun val en hun kleine impact, druppel na druppel.
Tot je eindelijk kan pootjebaden in de holte van je begeerde
steen.
De druppels die Camps&Dewulf nodig hadden, je hebt meer
dan een namiddagje nodig om ze te tellen.
Fiets zwieren op dumpparking, doorstappen, Metro meegraaien,
geen tijd om De Morgen te steunen. Gratis nieuws, prachtig initiatief, ideale
reisgezel in een leeszaal op wielen. In gedachten hebben we allemaal ons
privé-rijtuig. Enkel de kaartjesknipper heeft een tong. Lezen over nieuwste
producties van geeuwwood. Hancock met Will Smith. Leuk concept gelyncht door
vaste formule. Luchtig verstrooiend begonnen is moraliserend uitgesponnen. In
het mekka van de blockbusters krijg je pas een verblijfsvergunning op vertoon
van een doctoraat in behoudsgezindheid. Graafwerken in een wierrookinterviewtje
met Ramsey Nasr, op zoek naar de skeleton key voor literair succes en andere
lucratief entertainmentszwoegen. De laatste minuten vlak voor jouw halte
koesteren en dan fiets nummer twee opsnorren om met herbevroren ijspiekneus
richting vergetelheid te razen. Een minuut te laat is een kwartier langer
blijven van artificiële interesse, kunstmatige urgentie en clandestiene
schrijfmomenten. Een vroegrijp lentegevoel springt bij als mentale serre om
dromen in bloei te houden.
Het is kwart voor vijf 's ochtends en jij slaapt nu. Ik weet
niet hoe hysterisch je moeder je deze avond ontvangen heeft, nadat ik met je
mee wandelde naar de bushalte. We liepen samen onder een paraplu en maakten
'ruzie' over de correcte uitspraak van het woord 'chariot'.
Ik vroeg me luidop af of dat woord soms een Perzische
oorsprong had, omdat het woord voor wiel er op gelijkt. Sinds ik jou ken, ben
ik nogal Farsi-minded. Hoe kan ik jou ooit echt snappen als ik je hartstaal
niet leer spreken?
Ik liep traag langs jouw zijde, ik die anders net niet door
de straten sprint. Naast jou kom ik tot rust, elke dag weet ik zekerder dat
mijn plek als man bij jou is. Alleen ziet je moeder dat niet in. Of nee, ze
ziet het juist heel goed in. Dat maakt haar zo bang, dat zelfs je broer van
twaalf kanttekeningen plaats bij haar paniekreactie.
Ze is jaloers en benijdt haar eigen dochter, omdat er iemand
is die haar behandelt zoals je het misschien alleen in films ziet. Of ben ik
dan te lief voor mezelf? Ik kijk naar jou zoals die golden boys van het scherm
dat doen, alleen ik ben geen golden boy, ik ben een leraar-in-opleiding die
zijn lesvoorbereidingen verwaarloost. Maar ik kies voor je en dat is niet
gespeeld.
Je duikt op, onverwacht en we eigenen ons een kwartier toe,
een kwartier alleen in een bad van onze eigen spirituele honing. Smaakt zoeter
elke keer. We liggen opgekruld in de zetel, mijn hoofd op je borst, ik word
echt gek van je parfum. Altijd die bange blikken op de klok, ze maken de
momenten tussenin, ongrijpbare dimensies waartoe enkel wij het paswoord hebben.
Ik ben niet geschikt voor jou, zegt zij en ik mag zelfs je
broer en zus niet leren kennen. Stel je voor dat ik zonder jongverliefde bril
nog steeds best een aardig mens ben. Nee, stel je voor dat ik het voor je ben.
Niet onmogelijk, want je straalt het toch al uit, zegt ook de buurvrouw.
Op vijfhonderd meter van de bushalte nemen we afscheid, ja,
je pa reist ook met de bus. Je neemt mijn gezicht in je beide heerlijke handen
en sleurt me naar je toe. Als je iets wil, dan neem je het ook. Daar houd ik zo
van. Ik zeg dat ik het leuk vond jou te zien en je knikt heel hevig terwijl je
achterwaarts naar je bus toe rent.
Ik keer terug op mijn passen en spits mijn oren. Maar nee,
er is geen regisseur die 'cut' roept, dit is echt. Een op maat gesneden
romantische komedie. Tragedie? Nee, daar zijn we samen te sterk voor.
Langs het water loop ik onder een stokkend regenoffensief.
Als vanzelf switchen mijn hersenen, nu gedrenkt in dopamines dankzij jou, tussen
al die scènes, waarvan er elke dag mooiere bij komen.
Jij die naast me ligt en kort en krachtig 'nog' zegt,
telkens ik je kus. Jij die half schertsend, half gemeend, vermanend vraagt:
'Wie heeft gezegd dat je mocht stoppen?', als ik even ophoud jou fijn te
knijpen. Jij die een appel voor me schilt, me een stuk overhandigt en bezorgd
zegt: 'Pas op, want het klokhuis zit er nog in'.
Wij samen op een badhanddoek en jongens op de grens tussen
adolescentie en volwassenheid die rakelings frisbees over onze hoofden laten
suizen. Op je middelbare school vingen ze die eleganter op.
Jij die me plots heel serieus in de ogen kijkt en mij doet
beloven altijd zo open en eerlijk te communiceren. Ik bevestig, alles wat ik te
geven heb, geef ik. De opluchting geeft de vlinders in je buik weer brandstof
en je dwingt mij om even te zondigen tegen mijn dieet en stopt een stuk cake in
mijn hand.
Ik zeg: 'Straks kom je thuis en zeg je aan je moeder: ma je
had gelijk, het is een verwijfde afwasnicht die godbetert op zijn lijn let'. Je
lacht en voelt aan je wangen, straks doen ze weer pijn. Zolang ze pijn doen van
het lachen, zit het wel goed zo, dacht ik.
'Niet aan je ouders zeggen.', zeg ik gespeeld doodsbang.
'Als ze het te weten komen van je wangen, denken ze dat ik je mishandel. Dan
verschijnt er binnen de kortste keren een brandstapel voor mijn deur.' Ik kijk
je aan met paniekerig verwijde ogen en je kust mij spontaan en noemt mij jouw
zot zeverkonijn. Mijn ware indianennaam. Ik heb er een kwarteeuw op gewacht.
Jij en ik, we moeten gemeen front vormen en niet eindigen
als een moderne versie van Romeo en Juliet. Bestaat dat stuk in Perzische
vertaling? We liggen hoog en droog in bed en de klok is te ver weg om onze
aandacht op te eisen. 't Is gek en misschien ben ik een verliefde idioot, maar
ik voel instinctief aan waar jij nood aan hebt.
Jij met je zwarte bloesje dat je zo vreselijk beeldig staat
en oorbellen in de vorm van trossen druiven. Je maakt ze los en zegt: 'Een
teken van vruchtbaarheid, wist je dat niet?' Ik zucht en verbaas mezelf, zo
mooi vind ik je, met die gitzwarte krullen en die gedrevenheid die je ogen
altijd zo intens fel doet oplichten. 'Zo dringend aan kinderen toe?', vraag ik
plagend. 'Laat het uit', reageer jij bliksemsnel, 'kinderen en het is uit met
studeren. Nee, bedankt, later, nu nog niet.'
Ik trek je terug op mij en onze benen vlechten zich tot een
knoop, ik kus voor de honderdste keer je zachte hals -ja, die keer in het park,
zei je dat ik dat te weinig deed- en snuif tussen je haren de geur van liefde
op.
Uiterlijk lijk je onbewogen, gelukkig ken ik jou beter.
Alles gaat vanzelf en onze band, toch al zo sterk, vormt een nieuw laagje.
Pantser tegen die verbiedende elementen die de elasticiteit van onze
verbintenis vergeefs tot voorbij breekpunt willen rekken. 'Externe druk zorgt
voor interne cohesie', hoor ik mijn geschiedenisleraar nog zeggen.
Ik weet toch dat ik bij jou hoor. Ik zie het in de manier
waarop je niet mijn hand, maar mijn hele arm tegen je buik drukt als we over
straat lopen. Ik merk het aan de manier waarop je aan je vrienden toont: kijk,
deze is van mij, helemaal van mij. Ik lees het in de toon van je berichten, die
eerlijke keuze voor waar ik voor sta.
We praten en we lachen, eigenlijk om niets, totdat we gelijktijdig
stil vallen en heel ernstig bevestigen dat dit, jij en ik, iets heel kostbaars
is.
Pleidooi van een paar kousen in verschillende kleuren
To never stray from the path of the great big it
We lezen
ongeveer allemaal het zelfde. Er is veel media, maar toch ook niet zó veel
media. Berichtgeving verschilt niet zo geweldig veel van krant tot krant. s
Morgens eten we granen, misschien in een ander vormpje, maar toch. We horen de
zelfde platen en we schatten de prestigewaarde van functies, handelingen,
aankopen en dingen vrij gelijkaardig in. Zelfs als we denken dat we uit de band
springen, zijn er x dozijn mensen die net hetzelfde doen en denken.
Graag
hebben we het gevoel dat we anders zijn met een eigen uniciteit en daar kleden
we ons naar. Maar een alien merkt vast weinig verschil, een broek is een broek,
of ze nu knalgeel katoen is, of grijs velours. Maar wij lezen er dingen in.
Hetzelfde met dreadlocks of een stijf gazon kortgeknipte haren.
Kanariegeel
associëren we zelden met een kantoorslaaf. Dreadlocks ruikt naar alternatief.
Alternatief: een verzamelwoord, een buzz woord, maar voor wat eigenlijk? Mensen
met een eigen mening? Jongeren die niet willen werken? Muziekfanaten die
rommelige, minder gestroomlijnde fantasietjes verkiezen boven tot in den treure
herhaalde hits tussen de reclameblokken door? Of gewoon een jong meisje dat
door de schoolgangen wiegt met aan haar voeten kousen in contrasterende
kleuren?
Wat
is het belang van zon paar kousen in twee verschillende kleuren? Misschien een
manier om te zeggen dat je voor jezelf denkt. Aude sapere. Durven weten, maar
waarvoor?
Tijdschriften
overspoelen ons met lekkere bekkende quotes van nobelprijswinnaars en literaire
giganten, we kunnen ons vergapen aan documentaries over wantoestanden in
Roemeense weeshuizen of reportages over verborgen armoede in eigen stad,
internet bedient ons op onze wenken als we iets willen weten, eender wat, zonder
extra fooi.
En wat
doen we met al die kennis?
We staan
nog steeds stokstijf in de bus, alsof we allemaal stomme bomen of
telegraafpalen zijn. Onze ogen vestigen we ergens op een punt in het niets,
alsof we drugsdealers zijn die zichzelf onzichtbaar willen maken voor een
waakzame douane. Als onze koffiekoek bij het ontbijt net iets te droog uitvalt
blijven we klagen en onze middenvinger blijft net zo flexibel in het verkeer.
We blijven jaloers als kennissen het beter doen in het leven, of als we alleszins
dat gevoel hebben. Het beter doen, het maken. Wat gaat er schuil onder dat
piepkleine levensgrote woordje?
Geld
binnen rijven, een tweede en een derde huis kopen, een dubbele oprit aanleggen,
drie kinderen klaarstomen voor de universiteit, maar hun gedachten niet kennen?
Je moet ze van de muziekschool naar de tennisclub racen, onderweg is er weinig
tijd om te vragen hoe zij de wereld zien of hen uit te leggen waarom er weinig
tennisclubs zijn in Gaza, Mogadishu of Goma. Of pas ontdekken dat een groene appel,
een stuk droog brood of ook een glas water smaak heeft, als we te horen krijgen
dat we kanker hebben, is dat het?
En dan
slaan we tilt, en dan gooien we het roer om, en zien we opeens de wegwijzers
die wegleiden van het grote het. Worden we allemaal pas schreeuwend wakker op
ons sterfbed? Een heel leven lang willen we geen seconde tijd verspillen,
zelfontplooiing als nieuwe religie. We lopen zo hard en trappen op onze eigen
hielen. Gecharmeerd en betoverd door subtiel subversieve films als American Beauty
of Fight Club, stappen we de volgende dag braaf terug in onze tredmolen. Vrij
van geest ben je niet omdat je in een democratische samenleving woont, vrij ben
je als je de ballen hebt om die vrijheid te nemen. Te luisteren naar die stem
uit je kindertijd, toen je dromen nog fris en ongeschonden waren en om nooit te
buigen voor minder dan dat. Niet blind achter geld of een titel aan te crossen,
zoals een hondje dat een voorbij vlammende auto wil grijpen, zonder
logica.Terug kunnen kijken op een leven, zonder dat je acuut beseft dat je meer
tijd had moeten doorbrengen met je partner of met je kinderen, dat je toch
gitaarlessen had moeten nemen, had moeten vertrekken op die droomreis of, wie
weet, een commune had moet stichten, ook al hadden de buren je scheef
aangekeken.
Dat is
een het waar ik kan in geloven. Een bestaan uitbouwen wars van sociale
dwangbuizen. Niet leven onder het gewicht van een loodzware maliënkolder als
broze bescherming tegen imaginaire hinderlagen.
Durf te
dromen en bevrijd jezelf fluisteren de kousen van het meisje.