Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
06-12-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Artistic Lair: quote of the day
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Belgian writer, Louis Paul Boon:

'I don't know how to pronounce the word Heimat.
I didn't spend enough time in a concentration camp to learn how to speak German.'

06-12-2009 om 13:21 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 5
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Dag 5 (16 juli)

 

De wraak van Gregorij. Onze gast begint de ochtend van dag vijf met de boel op zijn kamertje kort en klein te slaan. Vervolgens eist hij tot driemaal toe luidkeels ontbijt.Meer bepaald in de vorm van gebakken aardappelen. Na zijn ongevraagde verbouwingswerken weigert mijn moeder deze klaar te maken. De koffiekoeken die Matthijs en ik onder witte vlag naar hem toewerpen, schopt hij terug met de woorden: “Jullie graanrommel moet ik niet!” De Vodka van gisteren was nochtans graanvodka en die ging er bijzonders goed in. Na drie uur van bikkelharde onderhandelingen komen we tot een compromis: Gregorij belooft inschikkelijker te zijn en met ons uit wandelen te gaan, indien hij de gebakken aardappelen krijgt met enkele schijfjes tomaat en ook een glaasje Vodka.

 

Ik wil zeggen dat die dus van graan gemaakt is, maar Matthijs schopt mij onzacht tegen het scheenbeen aan. Ik grijp hem bij zijn keel, maar mijn pa, weet ons te scheiden. “Waarom zijn jullie ook niet gewoon economie gaan studeren? Geen kans dat je daar ooit te maken krijgt met Russen, want die hebben geen economie.” Pa heeft zo zijn vooroordelen. Gregorij krijgt al zijn eisen ingewilligd. Moeder weten we tijdig het rattenvergif te ontfutselen. Zo krijgt Gregorij aardappelen waarvan je na consumptie niet schuimbekkend over de vloer rolt. De details van onze levensreddende ingreep hangen we maar niet aan zijn neus. Gregorij schrokt alles naar binnen. Na zijn ontbijt keilt hij de lege pan naar iemands hoofd, het mijne namelijk. Matthijs verbiedt mij te reageren. Gezien pa al klaar staat voor een interventie, laat ik er het er bij. Gregorijs woorden: “Sorry, ze ontglipte mij.”, laat ik over mij heen gaan.

 

Hierop gaan we vredig op wandel. Dat gaat hooguit vijf minuten goed. Gregorij ziet opeens berkenbomen staan. Het effect daarvan hadden wij nooit kunnen voorspellen. Onze gast krijgt me daar een aanval van heimwee… Gregorij zakt op zijn knieën, rukt zijn haren uit en barst uit in de meest jammerlijke snikken, doorspekt met odes aan Moedertje Rusland en dat in het Russisch natuurlijk. Ik voel meteen nattigheid. Hier komen Matthijs en ik niet ongestraft mee weg. Alle oudjes in mijn straat, nieuwsgierige aagjes van de gemeenste soort, hebben vanachter hun gordijnen alles in de mot. Gezamenlijk stormen ze buiten. Dat doen ze ook als er een ambulance passeert. Dan willen ze zien waar die stopt. Tenzij het er eentje voor henzelf is, want dan liggen ze liever ergens halfdood. Bijvoorbeeld op de keukenvloer of in hun kippenhok. Ook nu onderbreken ze hun aanbidding van het televisiemedium. Ze storten zich op ons. Die dementerende gekken denken dat wij Gregorij zwaar mishandeld hebben, dat we een illegaal gebruiken als persoonlijke slaaf. Zonder verdere vragen gaan ze aan het slaan met hun wandelstokken, looprekjes en ook een enkele tuinschaar. Want als een oude van dagen niet voor tv zit, is hij zeker zijn gazon aan het kortwieken. Onder al die slagen, krijgen we vanzelfsprekend niet uitgelegd wat er werkelijk gaande is. Dus zetten we het op een lopen.

 

Het bejaarde volkje ontfermt zich over Gregorij. Hij krijgt thee aangeboden met van die muffe koekjes die elke Belg boven de 65 in huis schijnt te hebben. Al snel zien ze hun fout in. Gregorij scheldt hen de huid vol. Hij maakt hen een looprekje afhandig en gaat op zijn beurt aan het slaan. De oudjes vluchten terug naar hun televisie. Grigorij vervoegt ons bij onze schuilplaats. “Kom vanuit die boom, stelletje angsthazen”. We klimmen inderdaad naar beneden en zetten de wandeling verder. Tot onze verbazing verloopt alles goed. De zomerzon verkwikt ons, de vrede lijkt teruggekeerd, Gregorij vertelt ons zelfs een mop. Wij forceren een glimlach. De wankele harmonie is natuurlijk een kort leven beschoren. Al snel komt er een vervaarlijke stoorzender opdagen.

 

Een kwaadwillend lot grijpt in, en wel in de vorm van…een eekhoorn. Dat onze oosterburen een tikkeltje buitensporig bijgelovig zijn, wisten we al langer, maar dat het zo’n proporties aannam dat konden wij nooit vermoeden. Gregorij ziet een eekhoorn oversteken, een kleine, onschuldige eekhoorn. Wij staan vertederd te kijken, maar onze gast gaat er meteen vandoor, zo snel als zijn benen hem kunnen dragen. Hij klautert dezelfde boom in waar wij net uitgesprongen en daar blijft hij zitten tot het schemert. “Jullie gaan mij vermoorden, jullie gaan mijn vermoorden.”, zegt hij almaar door. “Maar nee”, zeg ik, “mijnheer Gregorij de angsthazige, daar zijn wetten voor voorzien, die laten ons niet toe jou te vermoorden. Hoe graag we dat ook zouden willen.

 

Tenzij we het natuurlijk op een ongeluk laten lijken. Je weet heus zelf dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Je zou versteld zijn als je wist op wat voor bizarre manieren mensen zichzelf onthoofden met, neem nou, een tuinschaar.” Gregorij brengt de rest van de dag niets begrijpelijks meer uit. Hij schudt en beeft zo hard, dat de boom al snel de helft van zijn gebladerte verliest. Ik doe alsof ik een tuinschaar in mijn handen houd. Gregorijs kreten gaan door merg en been. De oudjes snellen hem nu niet meer ter hulp.Het is avond en ’s avonds is er familie op de buis in combinatie met herhalingen van FC de Kampioenen. Op zo’n moment moet het huis van een Vlaamse bejaarde al aan de vier hoeken branden voor hij met zijn artritische krent uit de zetel komt.

 

Matthijs’ smeekbeden alstublieft op te houden met het pesten van onze gast hebben geen effect. Mijn sadisme komt in volle kracht opzetten. Ik vang de eekhoorn, plaats hem op mijn schouder en voer hem nootjes. Ondertussen boots ik wolfsgehuil na. Gregorij komt al snel in een psychose terecht. Hij begint zich hoogst merkwaardig te gedragen. Tenzij het in Rusland de gewoonte is de schors van berkenbomen af te likken terwijl je met beide vuisten op je slapen inbeukt. Matthijs en ik hebben het nu wel gehad met onze logé. We bellen de dienst immigratie met een anonieme tip. Er komt een busje met mensen in een witte jas om Gregorij op te halen. Matthijs en ik maken rustig onze wandeling af. We keuvelen volop over ditjes en datjes zoals wij dat zo graag doen. Van Gregorij horen we verder niks meer. Zijn bagage schenken we aan spullenhulp. Zijn universiteit stuurt twee verontruste mails, maar die laten we wijselijk onbeantwoord. In het Russische leger benemen zich jaarlijks duizenden rekruten van het leven, de Russische regering ligt echt niet wakker van een verdwenen student neerlandistiek.

06-12-2009 om 11:43 geschreven door Tederdraads  


04-12-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 4

Dag 4 (15 juli)

 

Matthijs stelt voor het met een list te proberen. We kloppen aan bij Gregorij. Wanneer we zoals verwacht weer geen reactie krijgen, wandelen we weg. Ondertussen roepen we luidkeels: “Tja, dan gaan we al die Vodka helemaal zelf moeten opdrinken!” We doen alsof we er vandoor zijn en jawel, we horen het knarsen van de sleutel in het slot. Gregorij treedt uit zijn isolement! Hoezee!! Dat moeten we vieren. We halen de vermelde Vodka boven. Eindelijk, eindelijk gaan we ons Russisch bijschaven. De snelheid waarmee onze gesloten logé zich ontpopt tot een vlotte prater slaat ons met verstomming. We hebben het uitgebreid over het leven in Rusland, over de verschillen tussen oost en west en nog veel meer.


Gregorij brengt ons de kunst van het toasten bij. “Hier bij jullie, zegt hij, “drinken jullie maar raak, elk drinkt wanneer het hem zint. Wij doen het anders, wij maken er iets speciaals van, iets heiligs zelfs.” Telkens hij naar zijn glas grijpt, worden wij geacht dat ook te doen. Weigeren staat gelijk aan een oorlogsverklaring. En wij maar kappen dus. Op de kennismaking, op de vriendschap, op de vrede tussen de volkeren. Zo verder tot diep in de nacht. Wat gaat het goed denken Matthijs en ik samen. Eindelijk hebben we de sfeer die we wilden. Tot ik in mijn oneindige dwaasheid Gregorij uit zijn tent wil lokken. Ik hef het glas hoog en spreek als volgt:

 

“Weet je waar ik niet tegen kan: Russen –nog steeds Untermenschen in de ogen van mijn vader- die Amerika reduceren tot wolkenkrabbers en pochen over hun uitgestrekte steppe. Alsof Amerika geen uitgestrektheid heeft! Verdrinken in verzuurde borsj graag, die kloefkappers! GOD BLESS AMERICA!!! Waar ik verder niet tegen kan: mensen die dagelijks Amerikaanse cultuur INdrinken via film, muziek en tv en melken over hoe gekant tegen Amerika ze wel niet zijn. Naar de Goelag met die klojo’s. Verder: Mensen die tegen Hitler zijn, maar niet tegen Mao. Kijk, Hitler blijft een verwerpelijke massamoordenaar, maar die waste zich tenminste. Komt nog bij: mensen die doen alsof Stalin een lieverdje was. Je soldaten achter rijdende vrachtwagens binden omdat ze zich - allicht in begrijpelijke omstandigheden – hebben overgegeven is gewoon kierewiet.”

 

Na een minuut van de ijzigste stilte zit Gregorij mij achterna met een keukenmes. Iets in mijn, ik geef het toe, beschonken betoog, zint hem niet. Is het de commentaar op Stalin of zijn de lovende woorden aan het adres van Amerika genoeg reden voor een casus bella? Wie zal het zeggen? Zeker is dat Gregorij en ik koortsig omheen de keukentafel koersen. Ik om een keukenmes tussen mijn ribben te vermijden, hij precies om het daar te planten. Na een tiental toertjes komt Matthijs met de oplossing: hij pootje lapt mijn schuimbekkende achtervolger. Ik bedank hijgend mijn kompaan voor zijn reddende actie en we halen beiden opgelucht adem.


Dat is echter zonder de verbetenheid van onze gast gerekend. Hij krabbelt terug overeind, slaat de hals van de fles Vodka en hup, daar begint de keukentafelrace van voor af aan. Ook nu is het Matthijs die de vijandelijkheden staakt door krek dezelfde ingreep. Alleen pootje lapt hij mij en niet mijn drieste belager. Wanneer ik hem daar met licht geagiteerde aandrang attent op maak, ziet hij zijn fout in en pootje lapt hij ook de gewapende Rus. Ik verontschuldig mij bij Gregorij, maar het baat niet. Hij staat op en verdwijnt naar zijn kamer. We zijn terug naar af. Het zal nooit meer helemaal goed komen. Matthijs kijkt mij boos aan en zegt: “jij ongelofelijke kemel”. Ja, wat zeg je daar op?

04-12-2009 om 16:33 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 3

Dag 3 (14 juli)

 

Gregorij is terug op zijn kamer. Wanneer hij precies teruggekeerd is, daar hebben we het raden naar. Hoe hij ’s nachts binnen geraakt is, zonder vernielingen toe te brengen aan onze voordeur, is al evenzeer een raadsel. Matthijs en ik blijven niet werkeloos toezien terwijl onze gast zich hermetisch opsluit in mijn eigen huis. We starten een correspondentie met Gregorij onder de deur door. We verzoeken hem vriendelijk naar buiten te komen of op zijn minst mede te delen, waarom hij zich gedraagt alsof wij zijn ergste vijanden zijn. De reacties blijven uit. Nadere kennismaking met Gregorij zit er ook vandaag niet in.

04-12-2009 om 14:36 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mooizaamheid
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mooizaamheid

 

Overal waar Laura kwam, ving zij de blikken van de mannen.Al in de middelbare school leverde dat allerlei voordeel op. Straf kreeg ze nooit en hoewel ze voortdurend babbelende, kreeg ze vrijwel nooit een opmerking van de leerkracht. Tenzij het natuurlijk een vrouw was, want bij haar eigen sekse lokte zij meestal afgunstige wrevel uit. Echte vriendinnen had ze dan ook niet. Al kende ze wel heel veel mensen en had ze een druk sociaal leven.

 

Aan de unief zetten die trends zich door. De professoren fixeerden hun blik op haar tijdens de lessen. Dat vond zij nochtans vreselijk.  Winter en zomer ging zij naar de les in een koltrui. Daar begroef ze zich in, maar haar geïmproviseerde sluiters hadden weinig effect. De proffen bleven kijken. De klasgenoten even zeer. Ze had een samentroepingseffect op leeftijdsgenoten. Jongens staken de hoofden bij elkaar om haar collectief te keuren en de meisjes klitten samen om schoonheidsfoutjes te kunnen ontdekken. En als ze die niet vonden, dan schreven ze haar wel af als een hautaine bitch.

 

Academisch liep het vlot. Een hoogvlieger was zij niet, maar ze haalde aardige cijfers. Laura’s voornaamste zorg was dat zij geen lief had. Erger: zij had nog nooit een lief gehad. Zelfs over een eerste kus kon zij niet meepraten. Met 21 was het meisje dat in de winkelstraten alle hoofden deed keren, nog steeds grasgroen achter de oren.

 

Niemand uit haar omgeving wist waarom. Zij zelf kreeg er kop noch staart aan. De mannen keken wel, maar daar bleef het dan meestal bij. Enkel de meest onmogelijke griezels waagden zich in haar buurt. Die overstelpten haar dan met clichévragen. Of erger: met clichécomplimenten. Verveeld stuurde ze hen wandelen. Soms vroeg ze zich af of ze misschien te kieskeurig was. Als iemand dan vroeg wat voor jongen ze zocht, antwoordde ze steeds: ‘een gewone, normale jongen’. Daar lag het dus ook niet aan.

 

In het derde jaar van haar studententijd leerde zij dan toch iemand kennen. Ze kreeg een nieuwe kotgenoot. Een van Laura’s huisgenoten vertrok voor zes maand naar het buitenland. In de tussentijd nam er een student haar kamer over. Kwestie van niet onnodig huur te betalen.

 

De nieuwkomer bleek een bijzonder spontane kerel te zijn. Ze zag hem voor het eerst in de gemeenschappelijke gang. ’s Ochtends haalde ze haar fiets uit de berging. Net toen zij de voordeur dicht wilde trekken, kwam hij binnen met een brood. ‘Hoi’, zei hij. ‘Ik heet Wannes en jij?’

 

 ‘Laura’, zei ze, terwijl ze ongewild haar armen kruiste en als een soort autosanctie de hiel van haar ene schoen hard neerzette op de tip van haar andere schoen De jongen bleef oogcontact zoeken en liet haar blik niet los. Dat was dan de eerste normaal uitziende kerel die zoiets deed.  Ze was gewend dat jongens zich in haar buurt hopeloos stuntelig gedroegen. Ze raakten niet meer uit hun woorden, ze lieten dingen vallen en ze keken al zeker nooit langer dan één seconde in haar ogen. Of ook irritant: ze begonnen hyperenthousiast over hun toekomstplannen te spreken in een slappe poging om haar te imponeren.

 

Deze nieuwkomer praatte tenminste tegen haar alsof hij een mens voor zich had en geen pop waar je leuk mee kon spelen. In Laura’s buik begon het vreemd te draaien. Ze knikte en ging er vandoor. Op de fiets naar de faculteit had ze moeite om zich te herinneren welk vak ze had.

 

In het auditorium was ze er met haar gedachten niet bij. Toen de prof zich weer op haar fixeerde dook ze echter niet weg. Integendeel, ze keek hem strak aan. De man raakte volledig de kluts kwijt. Tijdens die ene les versprak hij zich een keer of zeven. Toen het bord haperde, reageerde hij zo zenuwachtig, dat hij het per ongeluk loswrikte. Het viel met een luide bons de grond op. Gewoonlijk gaf hij tien minuten pauze en geen minuut langer, nu bleef hij een dik half uur weg. Bij zijn terugkomst gaf hij een andere les dan hij begonnen was, vóór de pauze. Laura sloeg aan het denken.

 

Het was de drukste dag van de week. Onafgebroken les tot ’s avonds. Enkele jaargenotes waar ze soms een oppervlakkige lunchgesprek mee voerde, merkten op dat er iets aan de hand was. Ze konden alleen niet precies zeggen wat. Als ze vroegen of er wat scheelde, zei Laura: ‘Ik ben gewoon een beetje moe.’ Toen ook de laatste les aan haar aandacht ontsnapt was, liep ze verdoofd het auditorium uit. De kennissen vroegen of ze mee ging eten. Ze weigerde. Te moe.

 

Op de terugweg stopte ze bij een rood licht. Naast haar stond een jongen. Ze maakte zich wat kleiner en keek naar hem op met grote ogen. De jongen bevroor. Auto’s toeterden boos. Zij schoot weg. De jongen raakte niet in gang. Hij kwam twee meter vooruit. Dan gleden zijn voeten van de pedalen. Hij kwam ten val. Een auto kon nog net ontwijken. Laura fietste op automatische piloot en bleef verder in gedachten verzonken.

 

Toen ze aankwam op haar kot, gooide ze haar boeltje in een hoek. Ze deed een dosis parfum op, waarmee ze anders een hele week toekwam. Ze poetste haar tanden, trok haar bloes recht.Daarna rende ze de trap op. Ze stopte bij een deur, versierd met de tekst: ‘Cunnilingus is king’, ‘if you don’t get the whipped cream all over you, then you’re not doing it right’.

 

Er hing een zelfgemaakt collage bij: foto’s van rocksterren, schrijvers, historische figuren. De levenslust die van de foto’s spatte, beviel haar wel. Haar hart bonsde in haar keel. De deur ging open. Wannes keek opnieuw recht in haar ogen. Twee, misschien drie minuten spraken ze geen woord. Tot Wannes zei: ‘Ach, kom hier.’

 

 Hij trok haar mee naar binnen, tilde haar op en wierp haar op bed. De kleren vlogen in het rond. Ze kon nauwelijks nog adem halen. Hun wangen waren vuurrood. Heel haar lichaam leek inwendig te branden. Zijn handen dwaalden over haar heen, het juiste tempo, krachtig genoeg. Ze misten geen enkele plek.  Elke vierkante centimeter van haar lichaam activeerde hij. Al haar zintuigen gingen in over-drive. Zijn lippen smaakten naar boterkoekjes. Voor het eerst raakte haar tong die van een ander.

 

Waar ze zo lang naar verlangd had, gebeurde: ze ervoer de sensatie van huid op huid. Urenlang gingen ze door. Ze spraken verder geen woord. Tenzij de zin: ‘we gaan nooit uit elkaar, we gaan nooit elkaar’. Dat herhaalden ze gelijktijdig, twintig, dertig keer. Ze keken elkaar in de ogen. Ze gaf zich volledig bloot aan hem. Ze had het gevoel alsof hij in haar overliep en alle barsten in haar ziel plamuurde. Een gevoel van totale oprechtheid omspoelde haar. Ze dacht bij zichzelf dat ze nu voor het eerst helemaal niets voorwende. Hij was haar spiegel. Ze begon half te snikkeen. Hij kuste onverstoord haar tranen weg en zei niets.

 

Ze bleef tot de middag. Hij haalde koffiekoeken. Enkel het hoogstnodige spraken ze uit. Het was alsof hij een tastbare extensie was van haar en zij van hem. Bij het afscheid knelde hij haar stevig in zijn armen. Hij perste de lucht uit haar longen. Het weldadige gevoel was totaal. Haar geluk bezorgde haar fysiek pijn, tot net op de grens van het dragelijke.

Op weg naar de les, voelde ze zich nog steeds bij hem. Ze manoeuvreerde blind door het verkeer. Toen ze veilig aankwam, kreeg ze flashes van al de verkeersregels die ze net genegeerd had.

 

De roddelshoppers waren ook nu opmerkzaam. ‘Jij hebt iemand.’, zeiden ze in koor. ‘Hoezo? Waarom denken jullie dat?’ De vriendinnen keken onderzoekend. ‘Je glimt.’, besloten ze unaniem. Laura knikte bevestigend, maar gaf geen details. De vriendinnen drongen aan. ‘Later’, zei Laura beslist, ‘Ik vertel het jullie nog wel.’

 

De lessen volgde ze in hogere sferen. Haar lippen leken vastgelopen in een brede glimlach. ‘Haar ogen schitteren als ‘een diepblauwe zee waar de zon in stoeit’, hoorde ze een meisje enkele zitjes verderop zeggen. Iedereen in haar buurt werd als vanzelf vrolijk. Elke onbekende, man én vrouw, leek haar wel te willen groeten. Ze kon van iedereen alles gedaan krijgen. Zelf was ze vriendelijker dan ooit.

 

Haar groepje bleef zeuren om details over ‘de mysterieuze kerel.’ Laura liet niets los. Het was te mooi om het nu al te delen. ‘Later’, zei ze steeds. In haar hoofd speelde honderd keer na elkaar de zelfde film. Alles had ze geregistreerd. Ze voelde opnieuw de druk van zijn vingers, zijn warme adem langs haar oor, de kleine kneepjes van zijn getuite lippen in haar hals, de manier waarop hij teder haar borsten omsloot. De intense golven die van daaruit, uitdeinden tot in haar tenen. Net zo toen hij haar vingertoppen traag in zijn mond nam. Haar hart voelde aan als een overproductieve kerncentrale. Ze had genoeg energie om twintig rondes te sprinten rond haar faculteit. In de cafetaria boden ze haar koffie aan. Ze weigerde: ‘Geef mij nu koffie en ik vlieg naar de maan en terug.’ De jaargenotes kweelden in koor ‘Smelt!’, zodat alle ogen in de cafetaria zich op het groepje richtte.  

 

In de namiddag belde haar moeder. Die merkte ook de verandering op. Laura zei niets meer dan ‘Gewoon, vandaag ben ik uitzonderlijk goed gehumeurd. Zonder speciale reden.’ Tegen het einde van het gesprek zei ze: ‘Mama, ik zie je graag.’ Dat had ze in geen jaren gezegd. Moeder reageerde bijzonder enthousiast. ‘Zeker dat je mij niets meer moet vertellen?’ Laura was zeker.

 

Op een wolk fietste ze terug naar haar kot. Ze zette de ramen open, sprak haar planten toe terwijl ze water goot in hun schaaltjes. Daarna ging ze voor de spiegel staan en lachte naar zichzelf. Vervolgens deed ze lippenstift op. Voor één keer krulde ze zelfs haar wimpers. ‘Ach, wat geeft het?’, sprak ze welgemutst. Neuriënd klapte ze haar ramen dicht. Ze zocht enkele cd’s uit in haar collectie en nam een zak snoep uit haar kast. Zo danste ze de trap op naar boven. Met haar vingers streek ze langs de letters op de deur. Luidop zei ze: ‘If cunnilingus is king, I’ll be its throne’ Ze vond het idee dat iemand haar daar aanraakte met zijn mond, maar een beetje vreemd. Ze zag haar vagina als een soort open wonde en ze stoorde zich aan de lengte van haar schaamlippen. Maar toch, ze vroeg zich af hoe dat zou voelen.

 

Zonder kloppen gooide ze de deur open, ze wilde Wannes verrassen. Laura deed drie stappen naar binnen. De cd’s vielen uit haar handen. De zak snoep keilde ze naar voren. Met een smak knalde die tegen de muur. Hij miste net Wannes’ hoofd. Haar blik viel op een stel borsten. In haar blikveld was verder niets. ‘Ongelofelijke smeerlap’, zei ze. De woorden borrelden op vanuit haar diepste binnenste. Ze stormde de trap af, zodat het bijna leek alsof ze er af schaatste. Hij kwam haar niet achterna. Van boven hoorde ze: ‘Niet op letten. Dat mens is gek.’

 

Op haar kamer veegde ze meteen de lip-stick af. Ze draaide haar deur op slot en zette daarna de radio keihard. De tranen liet ze komen. Ze dook in bed. Haar donsdeken wierp ze over zich heen. Ze creëerde voor zichzelf een bastion en snikte tot ze geen tranen meer in voorraad had. In de gang hoorde ze de voordeur luid dichtslaan. Er werd bij haar geklopt. ‘Blijf godverdomme uit mijn buurt!’, schreeuwde ze. Voetstappen schuifelden weg.

 

Uiteindelijk veerde ze recht. Wenen had haar deugd gedaan. Ze spoelde haar gezicht. ‘Nothing I can’t handle’, zei ze tot de spiegel. Haar gsm lichtte op. Een bericht van haar vader: ‘Hoe maakt mijn kleine meid het? Ik hoor van je moeder dat je zo goedgezind bent.’

Ze stuurde terug: ‘De kleine meid in mij is dood. Liefs, Laura xxx’, en schakelde haar gsm uit.

 

De rest van de avond bracht ze door bij de roddelshoppers. Ze had nood aan aandacht en deze giecheltrienen hingen aan haar lippen. Ze deed heel het verhaal. De meisjes reageerden verbaasd, om beurten knuffelden ze haar. Laura verzekerde hen dat het wel ging.

 

Van dan af, had ze minstens vier meisjes in haar leven, die ze vriendinnen durfde noemen.

 

Een maand later had ze een vaste vriend. Hoewel ze op kamers zaten in hetzelfde huis, zag ze Wannes de rest van het jaar slechts een keer of drie vier. Momenten waarop ze hem straal negeerde.

04-12-2009 om 00:00 geschreven door Tederdraads  


03-12-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eerste vriendje

Zeventien. Mijn eerste vriendje, Alex. Ik ben apetrots, want hij studeert aan de universiteit, is vijf jaar ouder dan mij en zit op kot. Twee keer in de week bezoek ik heb, woensdagavond en vrijdagavond. ’s Vrijdags blijf ik slapen, ’s woensdags neem ik de laatste trein naar huis.

                 

Die ene vrijdag hebben we afgesproken om 18u10 aan het station, ik ben stipt op tijd, hij niet. Ik wacht op hem, gezeten op een bankje, uiteindelijk komt hij aangesloft. Het kost hem moeite om vriendelijk tegen mij te zijn, ik voel de slapheid in zijn omhelzing, maar ik zeg er niets van. Ik werp me extra stevig om zijn hals.

                                

Hij neemt mijn tas over, hij staat er op en zegt nors dat hij ze wel draagt. Voorbijgangers houden ons voor een dolverliefd koppel. Ik hoop dat ze gelijk hebben, maar ik ben bang dat ze zich vergissen.

 

Ik heb ongelofelijk veel zin in hem. Op zijn kot vergt het een serieuze inspanning van mijn kant om hem tot seks te verleiden, maar ik weet perfect wat hem opwindt en ik krijg mijn zin. Seks met Lex, technisch altijd tip top in orde, en soms lijkt hij zelfs emotioneel aanwezig.

 

Deze keer doet hij extra zijn best, maar hoewel ik bijzonder opgewonden ben, lukt het niet om klaar te komen. Hij blijft doorgaan en probeert een halve kama sutra aan standjes tot het uiteindelijk dan toch komt. Ik had het niet meer verwacht.

 

Daarna lig ik op zijn borst en ik vertel over thuis, en blijf over thuis vertellen, een soort zelfpijniging bij zijn tastbare ongeïnteresseerdheid. Ik vraag waarom hij zo stil is. ‘Nou, gewoon’, zegt hij, ‘ik luister’.

 

We hebben alle twee nog niets gegeten en dus kleden we ons aan en zoeken we het stadscentrum op. Ook aan tafel zegt hij nauwelijks een woord. Bij het dessert vraagt hij: ‘Ben je het nog steeds van plan?’ Ik knik heftig van ja en lacht ondeugend. ‘Morgen zoek ik een kapper.’, zeg ik. ‘Je weet wat ik je gezegd heb?’, vraagt hij. De woorden komen er mechanisch uit. ‘Ach, doe niet zo gek, het is toch maar haar? Je went er wel aan.’, verdedig ik me. Opeens heeft hij geen trek meer.

 

We lopen langs het water. ‘Deze stad is toch echt enig mooi ’s nachts, niet?’, vraag ik. Zeg ik dat nou om hem op de zenuwen te werken? Omdat ik weet dat hij dát al een kleffe uitspraak vindt? Mijn vingers verstrengelen met de zijne. ‘Vraag het mij over tien jaar nog eens.’, mompelt hij. ‘Hoezo?’, vraag ik weer. ‘Ik kan alleen iets appreciëren als het er niet meer is.’, antwoordt hij.

 

Ik kus hem. Hij rolt verveeld met zijn ogen. Denk ik. In het donker kan ik het niet met zekerheid zeggen. Ik ga voor hem lopen. In het begin zei hij vaak dat ik een waanzinnig mooi figuur heb. Maar nu zegt hij niets. En ik voel dat hij het express doet, hij vermijdt mij met zijn ogen. Hij wíl mij niet meer mooi vinden. 

 

Terug op zijn kot, geven we ons nog een keer aan elkaar over. Ik haal mijn beste moves uit de kast, maar het is duidelijk: hij weigert er van te genieten. Uiteindelijk ben ik uitgeput en net voor ik me echt niet meer wakker kan houden hoor ik hem zeggen: ‘Hier krijg ik een kick van; alles hebben om gelukkig te zijn en het dan toch niet zijn’. Met die conclusie rolt hij zich op in de deken en slaapt direct in, of doet toch alsof.

 

’s Ochtends ben ik voor hem op. Ik sta voor de spiegel en bestudeer mezelf. Mijn haren glijden tussen mijn vingers en ik bekijk nog eens goed de kleur. Daarna duik ik onder de douche. Achteraf scharrel ik mijn kleren bijeen, die liggen her en der verspreid. Hij is nu wakker en volgt al mijn bewegingen. ‘Wat doe je?’, vraag ik, vissend naar een compliment. ‘Ik verzamel beelden om die later te laten opborrelen, zodat ze mij kunnen kwellen.’ En voor ik op zo’n typische uitspraak van hem kan reageren, vraagt hij, net of hij niets gezegd heeft:

 

‘Moet je door?’

 

 ‘Ja, ik heb een afspraak om tien. Ik heb gebeld.’

 

 Ik ga naast hem op bed zitten. Kus hem uitgebreid. ‘Tot straks, knapperd’, zeg ik zangerig. Hij kruipt traag in bed, stapt een meter en laat zich in een schommelstoel zakken. Daar zit hij, gewoon uit het raam te turen als ik de deur achter me dichttrek.

 

Als ik anderhalf uur later terugkeer, zit hij daar nog. Met mijn breedste glimlach dans ik voor hem. Ik schud met mijn kapsel. ‘Nou, wat vind je er van? Het is precies zoals ik het wilde. Geef toe, ’t is beter dan je verwachtte.’, zeg ik blij.

 

Alle emotie is nu echt weg uit zijn gezicht, hij lijkt een soort stalen robot, net The Terminator, maar dan zonder de zonnebril. Met zijn stem lijkt hij de kamer te veranderen in een iglo als hij zegt: ‘Je was gewaarschuwd. Wanneer heb je een trein terug?’

 

‘Doe niet zo gek. Je went er wel aan.’, zeg ik lachend.

 

‘Dat is nou net wat ik wil vermijden: er aan wennen.’

 

Hij weet hoe kil hij klinkt en ik ken hem goed genoeg, hij geniet hiervan, hij heeft dit soort hardheid nodig om iets aan zichzelf te bewijzen. Uit zijn verhalen kan ik opmaken dat het een hardheid is die in zijn familie bewúst doorgegeven wordt van vader op zoon.

 

‘Wanneer heb je een trein terug?’, vraagt hij weer.

 

 Ik word bang en stop met glimlachen.

 

‘Er is er elk uur wel één.’

 

Dat weet hij goed genoeg. Ik krijg het benauwd, alles in mijn lijf doet pijn en het is net of er uitgehongerde slang happen neemt uit mijn hart.

 

‘Goed’, zegt hij, ‘je kent de weg naar het station.’

 

 Hij neemt een tijdschrift op schoot en zegt verder niks meer. Ik pak mijn spullen. Hij wil me niet zien en duikt in zijn magazine, maar het doet hem ook pijn, dat weet ik, daar ontsnapt hij niet aan.

 

Ik wil mijn waardigheid behouden, geen scène maken, niet smeken, maar inwendig bloed ik. Ik neem mijn tas en stap richting de deur. Eindelijk kijkt hij op van zijn tijdschrift. ‘Ik kan zo gewoonweg niet met jou over straat. Je hebt een totaal gebrek aan stijl.’

 

Ik ben niet van plan om mij te laten doen en zeg bijna, ja, bijna kwaad:

 

‘Omdat ik mijn haar rood verf?’

 

Ik houd me kranig, het laatste wat ik wil, is wenen waar hij bij is.

 

 ‘Ja, kijk, zo zie je er uit als een regelrechte slons. Niet dat je anders wél stijl hebt, maar dit slaat alles.’

 

Ik slik. Zijn driftbuien ben ik gewend, zijn ondoordringbare depressieve momenten, maar ik kan niet geloven wat hij nu zegt.

 

 ‘Rotzak’, stamel ik.

 

‘Ik had je gewaarschuwd’, zegt hij langs zijn neus weg. Kijk toch eens hoe hij wil benadrukken dat dit hem allemaal niet raakt, dat het net is of hij met een krant een vlieg dood mept.

 

Ik vraag mij af of Roman Polanski deze scène in mijn leven regisseert. Was ik maar zo knap als Emannuele Seigner.

 

Blijven heeft geen zin, dus ik storm de kamer uit en sla zo hard als ik kan de deur achter me dicht.

 

Achter mij zwaait de deur meteen weer open, Lex komt me achterna. Wat nou?

 

 ‘Wacht’, roept hij. ‘Weet je’, gaat hij verder, ‘je bent best een leuke meid, maar je hebt gewoon nooit iets interessants te vertellen.’

 

 ‘Vind je het leuk om mij te kwetsen?’, vraag ik zonder te halt te houden en zonder naar hem om te kijken.

 

 ‘Maar nee, natuurlijk niet. Ik zal jou echt missen.’

 

 Ik begrijp niet wat hij van plan is, maar dat hij alleszins íets van plan is, weet ik wel zeker.

 

‘Vaak ben je echt schattig en je figuur is subliem.’

 

‘Net zeg je dat ik geen stijl heb’, protesteer ik half op mijn hoede, half triomferend.

 

‘Ja, maar, dat wil niet zeggen dat je niet mooi bent. Als je eens wist hoeveel nachten ik naar jou liggen staren heb. Naar dat on-ge-meen lieve gezicht van je, met die vertederende sproetjes.’

 

Wat hij zegt, klinkt zo goed, de klankwisseling in zijn stem is opeens zo warm, dat ik tranen voel opkomen, buiten mijn wil om.

 

 ‘Meen je dat?’, vraag ik.

 

‘Natuurlijk meen ik dat.’

 

Ondertussen ben ik toch gestopt en kijken we elkaar aan. Hij strijkt langs mijn wang. Schuifelt dichter en kust me. Eerst bij mijn oor, dan mijn wang, zo steeds dichter bij mijn mond. Ik laat mijn zak vallen op de grond en hij tilt me op alsof ik een lucifertje ben en draagt me terug zijn kamer in.

 

We vallen samen op bed. Hij gaat in mij. Ik ben nog nooit zo snel en zo wild klaargekomen. De golven van het orgasme ebben nog weg als hij zich terugtrekt.

 

 ‘Wat scheelt er?’, vraag ik verschrikt.

 

 ‘Sorry, ’t is echt geen zicht zo. Je ziet er volstrekt mottig uit, net een rosse mier. Maak dat je wegkomt, ik moet jouw rotkop hier echt nooit meer zien.’

 

Ik begraaf me in het kussen en huil hartverscheurend. Normaal zie ik zoiets komen, normaal echt wel. Anders kan ik zijn spelletjes wel de baas. Ik heb mij nog nooit zo vernederd gevoeld, of zo dom.

 

Het ergste is dat ik hem door en door ken. Inwendig stort alles bij hem in, misschien nog fundamenteler dan bij mij het geval is, maar hij lacht. Hij lacht luidop. Hij heeft zijn zin.

03-12-2009 om 15:02 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 2

Dag 2 (12 juli)

 

Ik wil mij van mijn beste kant laten zien en breng Gregorij ontbijt op bed. Althans dat probeer ik. Als ik aanklop hoor ik hem de deur op slot draaien. Roepen heeft geen zin. Ik krijg geen reactie. Ik zet het dienblad met het ontbijt dan maar voor zijn deur. De rest van de dag is er geen spoor te bekennen van Gregorij. Op de grappig bedoelde vragen van mijn pa: “Hij weet toch dat de koude oorlog al weer meer dan vijftien jaar afgelopen is?” antwoord ik zelfs niet. Mijn moeder denkt natuurlijk meteen dat we met een crimineel opgescheept zitten. Ik zeg dat we hem nog een kans moeten geven. ’s Avonds merk ik dat het ontbijt verdwenen is. Alleen een leeg dienblad blijft over. Verder van Gregorij geen spoor.

03-12-2009 om 14:43 geschreven door Tederdraads  


30-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rus op bezoek: dag 1
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Zomervakantie 2009. Matthijs en ik nodigen een Rus uit bij mij thuis. Die zal een tijdje komen logeren. Het is een idee van Matthijs om zo in de zomer ons Russisch bij te schaven. Hoop doet leven, denk ik en ik ga akkoord. Ik heb toch niets beters te doen. Voor een vakantiejob ben ik immers veel te lui. Het zoeken naar een job alleen al staat mij tegen.


Matthijs stopt een foto onder mijn neus. Een soort Neanderthaler met een dikke, borstelige baard kijkt mij aan. ‘Dat is hem. Morgen komt hij aan met het vliegtuig. Zeg je moeder dat ze niks klaarmaakt dat melk bevat, want daar krijgt hij de schijterij van’

 

 ‘Had zijne majesteit nog verzoekjes anders? Hoe heet die kerel trouwens?’

 

 ‘Gregorij Aleksandrovitsj Maksimov’

 

‘En waar heb je die ergens gevonden?’

 

 ‘Simpel, via de site van de unief van St-Petersburg. Gregorij studeert Nederlands.’

 

 ‘Dat kan leuk worden’, zeg ik tamelijk apathisch. ‘Dat denk ik ook’, zegt Matthijs dolenthousiast. ‘Ik heb al een hele programma uitgestippeld, zodat onze gast alles te zien krijgt wat de moeite waard is in ons landje.’

 

‘Daar twijfel ik niet aan’. Ik bekijk mijn breed glimlachende vriend die naar me knipoogt en mij een kus toewerpt. Ik bedenk dat maagden meer licht zien in dit tranendal. Dat komt, omdat ze denken dat hen nog een wereld te wachten staat die het eeuwige geluk met zich meebrengt: seks. Wacht tot hij daar zo gewend aan raakt als aan een pak frieten.

                                                                                                                                  

 Voorlopig laat ik hem zijn zoete dromen, dus wij op een hete, zeg gerust snikhete, zomerdag naar Zaventem om Grigorij op te pikken. Mathijs rijdt als een zwaar bijzijnde ouwe bomma met suïcidale neigingen, maar hij rijdt tenminste.

 

 We ontvangen onze gast met de grootste hartelijkheid aan de arrivals. De respons is eerder lauw. Geen nood, het ijs breekt vast nog we. Zo denken wij.We gooien Grigorij’s bagage in de kofferbak en scheuren weg. We geven een vijftal minuten stevig plankgas. Daarna keren we terug voor Grigorij. Die waren we in ons wild enthousiasme (nou, vooral dat van Matthijs eigenlijk) vergeten. De rit naar huis toe verloopt vlekkeloos en rustig. Gregorij zegt geen woord. Ook niet na drie keer kak djila? (hoe gaat het?) gevraagd te hebben. Matthijs en ik kijken elkaar een beetje bedenkelijk aan. We houden het er op dat de lange reis hem uiterst vermoeid heeft. Thuisgekomen wijzen we Gregorij de logeerkamer aan. Matthijs gaat naar zijn huis toe. Gregorij zal bij mij logeren. Matthijs’ vader heeft immers gezegd ‘langs de voordeur binnen en meteen weer buiten langs de achterdeur’ toen we vroegen of zijn huis plek had voor een Rus. Ik laat Gregorij zich rustig installeren zodat hij kan bekomen van de grote verplaatsing. Ik denk morgen wel beter met hem te zullen kennismaken.


(wordt vervolgd)

30-11-2009 om 17:00 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs