De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
31-03-2012
als ge dan eindelijk in de gazet staat
succes is gelijk uw pensioen, het komt als ge te oud zijt om er nog echt van te genieten
vijf jaar geleden, was ik door 't stad geboemeld om de eerste de beste wulpse wespentaille op te vrijen
nu is succes vergaren een weddenschap met een dooie willen winnen, mijn pa die 't niet meer meemaakt er was thuis niemand om mij met een sarcastische grijns te bekijken: 'dat obsessief menneke lapt het nu toch'
dus nu ging ik braaf naar huis na 't foto'ke trekken met de gazet en sleutelde ik niet aan de clitoris-angel van een wulpse wespentaille, maar aan meer verkrijtscenarios.
misschien schreef Cobain daarom succes als suckses
verder gaan we niet te veel zagen, want het betekent allemaal heel weinig
niet omdat ik geen succes wil (ik heb die zieke neiging) maar omdat ik altijd bohémiens punk heb willen zijn en het nooit ben geweest.
Daarom staat 'just kids' van Patti Smith op de leeslijst, tussen de slavische romans en de Amerikaanse zelfhulpboeken. Amerikanen zijn goed in van die bombastische peptalk. Dat werkt bijna zo goed als een snuif natte kut. Luister bij deze zin eventueel naar volgend nummer: Moist Vagina
Maar over verder te gaan over succes. Kurt Cobain deed altijd of hij dat succes niet wou en alles hem per ongeluk, ongevraagd overkwam. Naar buiten toe kon het hem zogezegd allemaal niet schelen en was hij de nochalantie zelf. Intern was dat een control freak die kloeg dat MTV zijn videoclips niet genoeg speelde en Pearl Jam de grond in boorde, omdat die meer verkochten.
Ik zoek vaak naar authenticiteit. Dat is moeilijk, want ik bestudeer succes als een kunde, als iets dat te machineren valt. Als er succes aan komt, dan is het niet per ongeluk, maar door veel getouwtrek, geneuzel, bijna machiavellistische berekeningen, oorlogstactieken, chameleontechnieken, zelfverkrachting desnoods (al levert dat meestal niks op, vandaar de authenticiteit, want die doet beter) en dus is zelfs de zoektocht naar authenticiteit manipulatie en strategie. Luister in dit verband gerust naar Iggy Pop.
Toegeven dat ge succes wilt is in een underdogcultuur als die van Vlaanderen tactisch bijzonder debiel. Maar ontkennen heeft geen zin, ge ruikt het aan mij.
Mijn lieven komen altijd aanzetten met het feit dat ik naar boterkoeken of melk ruik/smaak.
Dat is omdat ik opgegroeid ben onder de dampen van een glucosefabriek. Amylum heeft van mij een zoetzuur koekske gebakken en het wast er niet meer af. Courtney Love zie van Cobain dat hij naar koekjes smaakt. Misschien smaakt artistieke ambitie gewoon naar koekjes. Ik zou een succesvolle Vlaamse schrijfster moeten likken om het zeker te weten. Maar er is geen enkele knappe succesvolle Vlaamse schrijfster.
Vandaag liet een ambitieuze Vlaamse kunstenares/tekenares mij weten dat ze dringend een stripper zocht. Ik heb niet gereageerd. Vijf jaar geleden had k dat wel gedaan. Vijf jaar geleden likte ik de dame in kwestie. Ik kan mij niet herinneren of ze nog naar melk of boterkoekjes smaakte. Ik weet wel dat ze klaagde, omdat ik te altruïstisch was om mij te laten pijpen. De eerste tien keer met iemand nieuw slooft men zich nog uit in altruïsme. En maakt het mij niet meer uit. I'm married, buried, happily married, cosily buried. In the sun, in the sun I feel as one. Als ik 7 jaar nog in een mail aan een goede vriend over mijn toenmalig lief schreef: 'ze is perfect, maar in een liefdevolle relatie zitten remt mijn groei', moet ik nu zeggen dat geen enkele relatie zo slecht was dat ik boven mijn 1m74 uitkwam.
Alleen op een blog kan men ongestraft doelloos meanderen. Mensen die wat berusting zoeken, beluister: all apologies
Of zoals Boon vroeg: 'wat heeft dat alles voor zin?'
Het enige dat ik graag had gehad, alleen maar om het direct weer te verliezen is: kinderlijke onschuld.
De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
Ze zijn nieuw. Ze kosten 10 000 euro. Maar de littekens wegwerken is op kosten van de ziekenkas.
Toen ik 15 was en mijn seksleven noodgedwongen in eigen hand moest houden, fantaseerde ik wel eens over haar.
Nu gaat dat niet meer, ze is te oud, mijn hand is mij beu en haar twee plastic cupmaten extra brengen daar al zeker geen verandering in.
Ze doet het voor haar zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen aannaaien voor 10 000 euro, het kan.
Ze is er heel blij mee. Nu gaan ze nog vet uit haar billen zuigen om het gebied rond haar borstbeen op te spuiten. Anders valt het te veel op dat haar tetten van plastic zijn.
Vroeger had ze een B-cup. Ik lag nog naast haar op strand, als 12 jarige bom vreed gefrustreerd testosteron. Ze had toen zeer schone tetten. Zeer vrouwelijk. Zeer echt. Nu zijn ze van plastiek. Nu lijkt ze op een vrouw waar ze een stootkar hebben op gemonteerd, een bagagerek voor als we nog eens naar 't strand trekken.
Naturel is toch altijd schoner. Ook A-cups kunnen mij bekoren. Zelfs meer dan ballons. Ik vind fiere A's en B's zeer aantrekkelijk.
Maar goed, ik ben een benenman. Ik word honds als ik lange, ronde, strakke dijen zie. Elk zijn meug.
Dat is naar t schijnt omdat ik geen rokende extraverte macho ben. Rokende extraverte macho's schijnen wel op dikke loezen te vallen.
Blijkbaar toetsen die hun mannelijkheid aan de dikte van de tetten van de vrouwen die zij af en toe als ego-stootkussen vol lozen.
In mijn ervaring zijn vrouwen met A en B cups, zeer sterke vrouwen. Er hoeft geen causaal verband te zijn.
Maar toch, na de vaginavrienden, ook graag de vrienden van A en B cups.
Met een optreden van Bikini Kill in den AB, als kick-off.
A tot E, het maakt mij eigenlijk niet uit, twee cups of laudanum,
er schijnt meer gevogeld te worden door de crisis.
De mensen willen niet uitgeven en kruipen in bed.
't spaart op verwarming en een fitnessabonnement.
En ge vergeet efkes dat ge dood gaat.
Maar mijn tante hoeft niet vrezen, haar extra cupmaat van plastiek, overleeft haar veel eeuwen nadat ze niet meer kan poepen van reumatiek.
Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
Net terug van een politiek debat. Ik ben één van die weirdo's die zijn kop daar laat zien. VTM faalt om mij binnen te houden. Ik had net een hersencel te veel, eentje maar, om bij den tv te blijven plakken. En net 1 te weinig om een manier te vinden om de avond poepend door te brengen
De sprekers in het debat:
Ne zekere Filip van Unizo, baas van een KMO'ke met acht MEDEWERKERS (en geen werknemers, nee medewerkers klinkt beter, dat is om hen het gevoel te geven dat ze even belangrijk zijn voor het bedrijf als de baas, behalve als het op geld aankomt)
Erwin Callebaut van ABVV (dat is een vakbond)
Jan Van Gyseghem (van VOKA, dat is het clubke van de mensen die ondernemen en die dat graag ongestoord willen doen, zonder gezaag van mensen die de zware arbeid moeten verrichten binnen dat glorieus ondernemen)
Paul Stockman (schepen economie, met de sch van schaapachtig glimlachen)
Romain Dierickx (de reïncarnatie van Marx @ Aalst)
Onderwerp van de avond, eigenlijk: economie.
Om het wredig simpel te stellen:
Flippo en Jan (de lichte, als in lichtgrijs kostuum) waren het er over eens: de motor van de samenleving zijn de werkGEVERS (voor hen synoniem voor barmhartige weldoener) Zij zijn het die werk creëren. Blijkbaar hebben zij daarvoor een knutseldoos op zolder, waar zij jobs boetseren die zij als honingzoete goedzakken dan uitdelen aan al die weinig creatieve, hongerige, makke, afhankelijke arbeidertjes die zonder de rijke, slimme, innovatie werkdonateurs helemaal verloren zouden zijn in deze wereld, de laatste voorraden van de brouwerijen (die zonder werkgevers niet lang meer zouden draaien) zouden opzuipen om dan elkaar het beetje hersenens in te slaan. Ja ja, LEVE DE WERKGEVERS. Die volgens Flippo, als de Goden van de Olympus zo goed willen zijn om af en toe van hun olijfgaarden neder te dalen en jobs onder het volk te strooien.
Voor Erwin draaide het allemaal om werkgelegenheid.
Romain die wilde uitleggen dat die werkgevers nul de botten zijn zonder werknemers. Dat de werknemers de winst maken die de werkgevers dan lekker afromen, omdat ze veel sluwer zijn. 't zijn zotten die werken. Beter van andere te laten werken en het zo te draaien dat hun producitiveit zich vertaalt in geld op uw bankrekening. Dat noemen ze dan denkarbeid. Andere mensen noemen dat pikken.
Flippo die stelde het cru: 'en als de werkgevers nu eens zouden staken?'
Dat is geen origineel idee. Dat wordt al geopperd en uitvoerig uitgewerkt in de roman 'Atlas in staking' waar alle werkgevers daadwerkelijk in staking gaan tot meerdere ramp van de domme werknemers die niks zijn zonder werkgevers. Wat zouden al die makke, talentloze schapen zijn zonder werkgevers met hun clevere ideeën om domme brute kracht om te zetten in winst?
De werkgever, de gladde winstpikker, hij voelde zich een God in 't diepst van zijn gedachten, en Gul met even grote G toen hij jobs kon uitstorten over de hulploze massa die het aan elk druppel zelfredzaamheid ontbreekt.
Kom, eigenlijk hielden de Flippo en de Jan een betoog voor een corporatieve samenleving, waar niemand het in zijn kop haalt om te staken, en waar werknemer en werkgever aan het zelfde zeel trekken en het Führerprincipe terug heilig verklaren en verder alleen nog samenspannen om de glorierijke captains of industry, de gulle werkgever in alle rust zijn winstgevend kopke te laten uitwerken ter meerdere glorie van hemzelf en zijn bankrekening. En de rest mag content zijn dat ze een jobke hebben en geen al te grote armoede lijden.
Flippo van Unizo, die zo naïef is om te geloven dat zijn acht medewerkers durven hun gedacht zeggen tegen hem over wat ze vinden van de staking, wist naar eigen zeggen verdomd goed hoe de werkmens tegenover de nationale staking stond op 30 januari. De werkmensen stonden er tegenover met zeer grote antwoorden en wilden niet mee het land nog verder de grond in boren. (een conclusie op basis van intieme gesprekken met zijn acht medewerkers, voorzeker representatief voor de mening van een heel land)
Nee, zeg, zij moesten bij hem komen vragen waarom er eigenlijk feitelijk gestaakt werd. Ge ziet het, die domme medewerkers kennen hun eigen belangen niet, gelukkig is er de werkgever die ze in hun plaats kent.
Anthony Robbins, mijn goeroe, zeg maar, noemt dat transformationeel taalgebruik. Iets als de mens schept zijn wereld door zijn woordkeuze.
Voor mij is liefde geen uppercut. Voor mij is dat een reis naar mijn completerende bestemming met als indrinkend mooie route mijn vrouw en als eindbestemming een vergroeid wezen, waarvan zij de betere, gezondere helft is. Ik kan niet linken. Ze heeft geen blog, haar blog is haar glimlach, haar daden, de wijsheid in haar ogen. Met zo'n ogen hoef je niet te schrijven om een verhaal te hebben.
Herman Verkrijt is volgens semi-fans niet agressief genoeg. Vannacht nog een agressief scenario gestuurd naar Dieter, de grafische vader van Verkrijt. Geen antwoord gekregen. Dieter houdt niet van agressieve scenario's en dat siert hem.
Tussen het Slowaaks leren door - it's a long way to polyglotism, maar toch korter dan bvb de way naar vonkende rock krijgen uit een gitaar-Boks van Didi gelezen. Zeer sympathiek, zeer sociaal geëngageerd. Tussen de lijnen en in de lijnen zelf ook nogal wat over het krabben van de kunstenaar naar publiek. Logisch, we hebben een overaanbod aan schrijflustigen en een bijzonder kleine vraag naar kunst. Dat valt de mensen niet te verwijten. In deze maatschappij moet ge na uw werkuren als een wolf op wacht liggen op internet om -leve het liberalisme- de beste formule voor elektriciteit, digitale tv, internet, gsm en wat nog al niet van het net te plukken en de nodige paperassen in te vullen. En als ge van die liberale strijd om het bestaan wilt bekomen, lukt dat beter met Thuis of Familie dan met een dichtbundel of een kloeft van een roman. Is er al eens onderzoek gedaan naar de financiële verschillen tussen lezers en niet-lezers? Lezen brengt tenslotte geen patatten op tafel.
Op de trein vergelijk ik de niet-lezers en de minderheid van lezers (ik snap niet hoe de krant Metro altijd volk vindt voor zijn rubriek 'betrapt met een boek', misschien fantaseren ze die of worden die geschreven door dezelfde computer als de astrologierubriek) Ja, de lezers op de trein, het zijn geen aantrekkelijke uithangborden voor de activiteit lezen. Precies of men begint met lezen om een boek te hebben tussen hemzelf en de reflectie in de treinruit. Wat vooral opvalt, is dat de treinlezertjes schuchter, met de verwondering van het kind lijken rond te trippelen, ik haal ze er al uit op het perron, nog voor het in stampen (tis druk in Brussel). Ik herken dat bij mezelf ook. Als ik mezelf door 't station zie lopen, denk ik ook, dat is een opgejaagd konijn dat in het lichaam van een verkoper van de daklozenkrant is gesprongen.
Maar, als de lezers een lees-ontradend effect hebben, dan hebben de niet-lezers een nog veel sterker leesbevorderend effect. Die leegheid in de blik, dat aftellen naar het weekend dat die mensen uitademen. Leven voor twee zevende van de tijd, dat moet triest zijn. Ik heb het ook ooit gedaan, een maand of vier. Ik ben toen meer jaren verjaard dan in de laatste vijf jaren samen. Als ik die uitgedoofdheid zie, dan lees ik liever. En dan hang ik wel vast aan de foute formule voor mijn gsm en enter ik dagelijks het internet van de buren (ik vermoed dat hier ergens in de buurt een oud vrouwtje internet heeft zonder het zelf te beseffen, want wie zet anders in deze tijd geen paswoord op zijn internet) en betaal ik te veel voor elektriciteit. Leve lezen, hoe onnuttig ook, als het alleen maar al de verwondering in stand hield.
ah ja, en Boks van Didi heb ik graag gelezen. Alles wat oproept tot een boycot van fastfoodketens, Israëlische producten en een immigratiestop eist voor Disneyland kan op mijn volle sympathie rekenen. En klein hongerig schrijverke zijnde dat gelijk een klein kruidenierke moet opBOKSen tegen de grote warenhuizen met confectieliteratuur was ik geroerd door de regels:
"Boksen is gezonder dan schrijven, elke mep een uitlaatklep, stukken minder
kans op letsel en meer aanhang"
Tags:masturberen, didi de paris, slowaaks, lezen, boeken, dichtbundel
27-03-2012
Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
Wat steekt een jonge journalist met kreunende schrijfambities (er is geen pilleke tegen die ziekte) zo al uit op een dag? Volgens James Altucher, een veel betere blogger dan ik, moet een goede blog met authenticiteit leuren. We doen dan maar een poging om authenticiteit te serveren.
Zijn gedachtegoed is donkerblauw liberaal, maar hij heeft inspirerende ideeën en hij heeft zeer aanlokkelijke titels voor zijn blogstukken.
Zsjesus, een communist die reclame maakt voor een neo-liberaal.
Ik lees Boon dan wel niet, daarvoor ben ik te veel anarchist en viezen tist (zijn pornoliteratuur slaagt er niet in om mijn zaad te doen stuwen, dus ook dat lees ik niet van hem)
Wat ik wel lees van hem zijn citaten en daar zitten kopstoten tussen.
"Als ge van 100 mensen 99 mensen een geweten schopt, dan wordt die ene die overblijft president en als ge daar nog tegen schopt, vliegt ge in de gevangenis."
Om een beetje aan te sluiten bij de titel:
Mijn beste vriend is ook mijn grootste nachtmerrie: een mens die beter presteert dan ikke. Dat is erg he, en dat is dan uw beste vriend. Eigenlijk is het niet schoon tegenover mijn andere vrienden, om mijn vriendschappen in een hiërarchie te gieten, en aan de top een beste vriend te zetten. Mijn andere vrienden kunnen echter gerust zijn: het is geen benijdenswaardige positie. Mijn beste vriend kan zich verwachten aan aanvallen van nijd, van jaloers gif, op alle momenten dat hij het beter doet op momenten dat ik hem niet kan bijbenen. Omgekeerd is dat ook zo, maar ik ben van Aalst, ik ben opgegroeid in de dampen van fabriek amylum, en in alle bescheidenheid, als het op giftigheid aankomt, ben ik een natuurtalent. Die beste vriend van mij is een clevere, die heeft mij wel door. Hij noemde mij eens een klootzak met een gouden randje, en dat was dan zeer vriendelijk en zeer gematigd van zijn kant. Mijn beste vriend heeft een zeer gematigd, stabiel karakter. Daar benijd ik hem om. De dynamiek is ingewikkelder dan dat. Als de ene te veel op kop ligt, draait hij zich om de achterblijver mee te trekken. De concurrentiestrijd tussen ons steekt pas op als we een nek-aan-nek-race hebben. Hoe nijdig ik soms ook op hem ben, moest hij zichtbaar achterblijven, zou ik de eerste zijn om hem bij te trekken. Maar dan moet ik daarna wel een tandje bij steken, want ik wil wel voor blijven. Een beetje maar. Een neuslengte.
Goed, ik heb besloten van hem voortaan niet meer te benijden en geen gifgasaanvallen in te zetten, telkens hij meer verdient dan ik, een taal beter spreekt dan ik of vlotter in de omgang is dan ik. Dat is misschien als een hyena die beslist van vegetariër te worden, maar een mens moet dromen of hij verliest alles. Dus bij deze beste vriend, ge moogt meer succes hebben dan ik en ik zal niet meer groen uitslaan en geringschattend doen over uw successen. Dat geringschattend doen over successen is trouwens niet puur nijd, ik bejubel gewoon niet rap succes, ik had als kind te veel idolen die ik nooit kon evenaren, dan werd alle succes plots heel klein in vergelijking.
"Mijn moeder stond in brand", zo kopt de blog die ik vanmorgen opstartte met Jonathan. Ook daar authenticiteit als basisingrediënt. Als Staaf Witloof, ook zo'n anarchistische Aalstenaar, het goed vindt, moet het toch wel goed zijn. Dus voor die blog met als filosofie alweder een citaat van Boon (wanneer bundelen ze die zijn citaten eens in een boek van hem, dan kan ik eindelijk zeggen dat ik er 1 uitgelezen heb):
"Zij die niet veel te vertellen hebben, schrijven. De mensen die veel te vertellen hebben, die kunnen niet schrijven".
Om het interview met Kamiel Sergeant te lezen, die op een zaterdag maar liefst 400 mensen eten geeft, klik hier.
Mensen die zoals ik rap nijdig zijn, hoeven niet te vrezen: Jon en ik verdienen niks aan uw klik.
Verder zat vandaag ook nog Boks, van Didi De Paris in mijn brievenbus. Een recensie-exemplaar van uitgeverij P. Als ik niet aan t kokerellen was met authenticiteit, zou ik koketteren met dat woord: recensie-exemplaar. Moet goed klinken op receptie: "O ja, ik herinner mij dat boek, men heeft mij nog een recensie-exemplaar gestuurd." Een narcistisch woordenboek, zou dat al bestaan?
In elk vrij moment Slowaaks geleerd. Talen leren is zo wat mijn veiligste manier om wat intellectueel prestige te vergaren.
Hoog tijd voor een gesprek met mijn vrouw. De mentaal gezonde helft in onze relatie, zonder rare verwachtingen van het leven, zonder nijd, zonder toegevoegde waarde aan woorden als 'recensie-exemplaar'. Medicijn op catwalkbenen. In haar zee van puurheid, is mijn egomanisch gif een drupke dat rap geneutraliseerd is.