Ze noemen zichzelf varkens, beesten, ze vinden zichzelf dom
en als ze zeggen dat ze iets kunnen hebben ze het over sport.
Enkel strengheid snappen ze, in groep reageren ze enkel op
straffen, individueel zijn ze wel voor rede vatbaar.
Ik doe dit voor jou, snap je dat wel? Ik doe dit niet om je
te ambeteren.
Hoe zeg je dat in het Turks?
Slagzin om agressie te draineren.
Als je een moslimmeisje (dat zijn meestal meisjes die graag
van zichzelf zeggen dat ze moslim zijn, verder merk je daar opvallend weinig.
Als ze je klas uitlopen is het niet om in de gang een matje uit te rollen en te
bidden) straft, komt er meteen van cultuurgenotes:
Ben jij soms een racist, mijnheer?
Daar heeft het geen zak mee te maken, ik ben met een
Iraanse, wat zou ik gaan racist zijn?
Ja, maar misschien is zij geen moslim.
Een blanke is racist en islamofoob tot het tegendeel bewezen
is. En op zon momenten hebben ze genoeg gevoel voor argumentatie om meteen in
de advocatuur te stappen.
Racist.
Mijn favorieten zijn een levenslustige, negroïde Braziliaan,
een gehoofddoekt Palestijns meisje (niet omdat ze Palestijns is, maar omdat ze
alles te gemakkelijk vindt) en een Ghanees die ingenieur wil worden, en genoeg
vonk in zijn ogen heeft om dat echt te worden.
Ik vind niet van mezelf dat ik zo geweldig les geef. Maar ik
was de wanorde en hun demotivatie wel al genoeg beu om ze naar orde te schoppen
als t moest. Elk aan een aparte bank, kijken als een soort massamoordenaar als
ze hun bek durven open doen op een moment dat het mij niet zint, niet toelaten
dat ze hun benen op een stoel naast hen liggen. En dan beeld ik mij nog
geeneens in dat ik in een legersituatie zit, want daar ben ik vrij snel toe
geprogrammeerd.
Als ze niet meewerken, moeten ze met die nonchalante shit
niet aankomen. Als ze werken, mogen ze van mij in flashy groene zwembroek
komen. Als ze niet werken, moeten ze maar zweten en zuchten. Je straft omdat ze
praten en na een tijd ben je al genoeg aan die stilte gewend, zodat je hen wel zou
willen straffen als ze zuchten.
Ben jij gek of zo?, vraagt de enige en allereerste die ik
een nota in haar agenda geef.
Ik trek een kop als van een echte madman en daar heeft ze
niet van terug. Replieken zijn ze van leraars niet gewend. Zij mogen zagen en
klagen en tegenwerken, maar een leraar moet zich altijd netjes gedragen.
Ik dwing mezelf tot netheid enkel en alleen, en dan nog met
tegenzin en een zekere zelfwalging als het niet anders kan. Tegen de directeur
bijvoorbeeld. Yukkie. Ik ben bijna respectabel. Bijna.
En ergens voelen ze het toch, ook onder de laag van strikte
Martinet (zoek op in Engels woordenboek) dat ik wel met hen begaan ben. Je kan
geen gang door of ze wrijven aan je arm (ligt schijnt aan hun cultuur dat ze
sneller aanraken), zeggen voor de vijfde keer die dag vrolijk hallo en vragen
hoe het met je gaat, komen ook aangelopen om zogezegde wanddaden van andere
leerkrachten aan te klagen.
Ook al met de dood bedreigd geweest. Lekker is dat. Geeft je
het gevoel dat je leeft. Komt er van als de leerlingen via een cursus moeten
ontdekken dat er wieltjes zitten aan een bureaustoel. Nee, hun leerstof is niet
bijzonder spannend, toch niet voor handel. De cursus Frans vind ik eerlijk
gezegd bijzonder goed meevallen. Hoeveel leuker kun je schools leren
uiteindelijk maken?
Gek hoe je daar in groeit in leraarschap. Eerst denk je nog
aan je eigen schoolhaat en zit je nog in de gewoonte om de poten van de
autoriteit flink stuk te zagen. Maar dat verandert snel, als je ziet dat ze er
geen zak mee opschieten. Als ze nou nog grappig tegendraads zouden zijn.
Waar gaan ze in deze nep gepolijste maatschappij
(ongelofelijk kutwoord is dat toch geworden wegens een verslijtingsgraad als de
eerste tentgrote onderbroek van mijn overgrootmoeder) een stap vooruit komen
als ze op stoelen liggen zoals op een sofa, met hun mond open hangen te kauwen
en even veel negativiteit uitstralen als overspelige vrouwen die ze tot een
stenigingsdood veroordeeld hebben en hels gekweld worden door opstopping en gonorroe.
Als je hun moedertaal spreekt, kun je in hun ogen wel niets
meer misdoen. Met een stuk of vijftien leerlingen Russisch en Bulgaars
gesproken en met één Afghaan zelfs een paar woorden Perzisch. Ja, die roepen
tegen beltijd van ver in de gang met een brede glimlach dasvidanje.
Als ik plots last krijg van een vliegende syfilisaandoening
die zich op mijn hersens zet, en ik daar een permanente betrekking zou
aanvaarden (uitgesloten hoor), dan zou ik in de zomer minstens een twintigtal
zinnen Turks leren.
Geen levenslange carrière in ons onderwijs aan het plannen,
maar voor zo eventjes is het een leuke verdienste en een zeer interessante
socioculturele dissectie.
Verslavend is het wel, les geven, dus ik stop er mee, van
zodra ik er echt goed in word.