Een echte Madridista voor een dag. Die titel mocht ik mezelf voor één dag toe-eigenen Real Madrid-Olympique Lyon stond immers op het programma dinsdag 18 oktober. Met die gedachte stapte ik dan ook zo blij als een kind het vliegtuig op voor deel één van mijn driedaagse voetbaltrip. Hieronder volgt een verslag van deel 1 van die trip.
Aangezien mijn vlucht pas om 4 uur zou opstijgen in Charleroi kon ik het me permiteren op een deftig uur op te staan. Maar door mijn enthousiasme hield ik het evenwel vol tot een uur of 7. Ik sprong uit bed, wierp vluchtig een blik naar buiten en zag een groepje kinderen zich een weg banen naar school doorheen de miezerige koude buitenlucht. Vlug trok ik de krant uit de brievenbus om te checken wat voor weer ik kon verwachten in Madrid. Tot mijn grote tevredenheid stond er achter Madrid een zonnetje met daarachter 23. Omstreeks half negen trok ik de deur achter mij dicht en zette ik koers naar Brussels South. Met mijn gedachte zat ik toen al in Santiago Bernabeu, vak 44, rij 6, stoel 11 ergens vlakbij de cornervlag.
De reis met Ryanair naar Madrid verliep voorspoedig. Bij de landing op Barajas lagen we zelfs 10 minuten voor op schema. Tien minuten die ik goed kon gebruiken, aangezien de match al over dik 2,5 uur zou beginnen. Als door een hazenwind gebeten stormde ik van terminal naar terminal richting metro. Wie low budget vliegt betaalt daar meestal ergens de tol voor. Zo moet je op Barajas Madrid nog bijna 1,5 kilometer overbruggen alvorens je aan het metrostation bent. Eenmaal daar aangekomen belandde ik in de gekende avondspits die je niet enkel op drukke toegangswegen tegenkomt, maar ook in de metro. Ongelooflijk hoe iedereen zich gedisciplineerd in een veel te kleine metrowagonl aat proppen. Als een kamikaze gooide ik me in zo'n sardienendoos. Twintig minuten later spuwde het stalen gevaarte, mij en nog een hondertal anderen Madrilenen, Chilenen, Turken, Algerijnen, Arabieren, uit op de Puerta del Sol. In het naar buiten wandelen uit het metrostation ontwaarde ik een eerste Madridista. Özil stond er vanachter op zijn veel te groot truitje. Zijn vriendin liep dan weer te pronken met een truitje van Benzema. Achter mij hoorde ik een groepje supporters van Lyon. Zij hadden er duidelijk goede moed in. Heel naïef bleek achteraf. Het was meteen ook de enigste keer dat ik hen die dag heb gehoord. Ergens in een hoekje van Puerta del Sol bevond zich mijn hotel, waar ik me snel even verfriste en de bagage liet voor wat ze was.
Ik hoefde niet veel moeite te doen om vanuit Puerta del Sol in Bernabeu te raken. Vanuit alle hoeken en straten kwamen ondertussen Madridista's gekropen. Het enige wat ik moest doen was mij in hun sekte infiltreren en ik zou er vanzelf geraken. Al meimerend vroeg ik me af wie dan hun sekteleider moest zijn. Ongetwijfeld moet dat José Mourinho zijn dacht ik bij mezelf. Ik volgde Mourinho's adepten van metro naar metro en na een dik kwartier kwam ik aan in Santiago Bernabeu. Via de roltrap rolde ik naar boven. Eenmaal bijna boven zag ik trap voor trap als een grote legpuzzel Santiago Bernabeu ontluiken. Het was precies zoals ik het me had voorgesteld. De naam van het stadion in zeeblauwe verlichting, de traptorentjes aan elke uithoek van het stadion, oude mannetjes met een halfrot gebit die tickets probeerden te verlappen aan argeloze buitenlandse toeristen aan veel te hoge prijzen, de verschillende verdiepingen van het stadion die zich duidelijk aftekenden. Allemaal precies zoals ik het me volgens de overlevering had voorgesteld.
Over een toegangsticket moest ik me al geen zorgen maken. Die had ik immers in België online besteld. Het enige wat ik nog hoefde te doen was mijn Visa-kaart door een ticketautomaat te halen. Het was ondertussen 20 na 8. Aan de vele kraampjes met supportersprullaria kon ik evenwel niet weerstaan. Gewapend met het maagdelijk wit truitje van Real om mijn lijf begaf ik me naar mijn zitplaats ergens aan de cornervlag. Met geen pen valt te beschrijven wat voor gevoel me overviel toen ik het stadion betrad. Een steward merkte mijn verbaasde blik op en moet in zichzelf gedacht hebben. " Weer zo'n toerist die voor het eerst naar Santiago Bernabeu komt" Maar niks is minder waar De twee Japanners, die na affluiten nog een half uur plaatjes schoten na eerst de fanshop te hebben leeggeplunderd, dat waren toeristen. Ik ben een eeuwig bewonderaar van de Koninklijke. Toen ik Ronaldo op tien meter afstand zag opwarmen kon de de avond al niet meer stuk. De stoeltjes waren best krap en de doorgang was nauw. Voor 65 euro had ik toch iets meer comfort verwacht, maar het deerde me niet. Ik zat aan de kant van Ultra's Madrid. Geen echte Ultra's zoals ik die in Porto zou tegenkomen, maar zij gingen er wel vol voor gedurende 90 minuten. De sfeer beviel me in de positieve zin en de Ultra's kregen verscheidene keren het hele stadion mee, incluis mezelf zonder dat ik wist wat ik aan het zingen was. Opvallend is dat in 70 procent van hun liedjes de naam Barca voorkomt. De haat zit kennelijk heel diep. Real Madrid speelde weergaloos in de eerste helft. Benzema wou zich koste wat kost bewijzen tegen zijn ex-club en speelde een dijk van een wedstrijd. Benzema opende de score en zette meteen de ruststand op het bord. De weinig meegereisde supporters (300) van Lyon maakten zich ongetwijfeld al geen illusies meer op dat moment. Lyon werd van de mat getikt zoals enkel Barca dat mss beter zou kunnen.
Ik verheugde me op de tweede helft omdat Real dan eindelijk naar mijn kant zou spelen. Real nam wat gas van het pedaal. Ik had gehoopt Ronaldo te zien schitteren langsheen mijn flank. Maar die had er blijkbaar geen zin in en liet Marcello al het vuile werk opknappen. Ronalde beperkte zich tot wat kaatswerk centraal op het middenveld. Marcello speelde overigens een puike partij, in mijn ogen man van de match. In de tweede helft voltrok zich zowaar een wonder. Khedira had net de 2-0 op het bord gezet. Dat was in hem in 1230 minuten Europees voetbal voor Real nog niet gelukt. Lyon kwam er niet meer uit en uiteindelijk werd het nog 4-0 dankzij een own-goal en een doelpunt van Sergio Ramos. Real was in grootse doen tegen een tegenstander waar ze in het verleden nog wel eens tegen durfde te struikelen. Olympique Lyon is Europees zowat het zwarte beest van Real. Na de match nog snel even de Madrid Ultra's gaan groeten en wandeling rond het stadion gemaakt. Halverwege mijn wandeling zag ik hoe steeds meer mensen samentroepten aan een van de uitgangen van het gebouw. Mijn tenen krulden van nieuwsgierigheid en al vrij vlug zag ik hoe spelers van Real zich uit de voeten maakten in hun zwarte Audi's. Hetzij een Audi Q7, A7 of R8. Amper 15 minuten na de wedstrijd zag ik hoe Xabi Alonso in zijn gitzwarte Q7 zich zo snel mogelijk uit de voeten maakte. Hetzelfde geldt voor Higain en de rest van spelers. Een indrukwekkend schouwspel.
Hala Madrid en ongetwijfeld tot een volgende keer.
Tags:Voetbaltrip Santiago Bernabeu, trip to Real Madrid,
Opvallende vaststelling: kunstgras bevordert de spektakelwaarde in het voetbal. Dat mag wel duidelijk zijn na de afgehaspelde wedstrijden op Stayen.
Kunstgras. Veel voetballiefhebbers duizelen bij het aanhoren van deze term. Voetbal zou per definitie altijd op gras moeten gespeeld worden is hun redenering. Die zweem van nostalgie maakt dat veel mensen nu nog altijd tegen het gebruik van kunstgras zijn. Als argumenten contra worden ondermeer de verhoogde belasting van pezen en gewrichten tot zelfs een verhoogde kans op brandwonden aangehaald bij slidings en tackels. De pioniersdagen van het kunstgras liggen anno 2011 al een heel tijdje achter ons. Het kunstgras van pakweg tien jaar geleden valt met niets te vergelijken met de huidige grasmatten. Dat Stvv nu de kar trekt ter promotie van kunstgras mag bewonderenswaardig worden genoemd. Een toonbeeld van de professionalistische insteek die nu al enkele jaren heerst op Stayen. Meer waarschijnlijk lijkt mij echter dat zonder het kunstgrasveld er hoogstwaarschijnlijk geen sprake zou zijn geweest van de ondergrondse parkeergarage. Het één is dus onlosmakelijk met het ander verbonden.
Een sport waar ze de voordelen van het kunstgras al een hele tijd erkennen is hockey. Staat het gebruik van kunstgras in de voetbalwereld nog in zijn kinderschoenen dan is er in Belgiê bijna geen hockeyveld meer te vinden met normaal gras. Meer nog dan bij voetbal krijgt een hockeyveld het zwaar te verduren. Het gebeurde in het verleden meermaals dat twee maanden na het inzaaien er geen sprietje gras meer te bespeuren viel. Niet enkel in het veldhockey erkent men de voordelen van het kunstgras. Ook over de plas had men reeds in de jaren negentig door dat kunstgras tal van voordelen heeft. Zo verplicht de National Football League in de States de deelnemende teams volledig over te schakelen op kunstgras. Toen midden jaren negentig tal van nieuwe stadion gebouwd werden koos men in steden als Baltimore, Denver, Pittsburgh en Washington resoluut voor kunstgras. Zij het lichtjes onder dwang van de televisierechtenhouder die aan haar klanten meer spektakel had beloofd. Kunstgras en spektakel lijken met andere woorden hand in hand te gaan in de States.
Kunstgras vormt voor veel eersteklassers een hele aanpassing. Ten eerste worden de technische gebreken van de spelers veel sneller bloot gelegd. Niet voor niets wordt er in Sint Truiden voornamelijk gescreend op de technische bagage van potentieel nieuwe spelers. Kleinere spelers lijken op zo'n veld ook in het voordeel te zijn. Het biljartvlakke terrein maakt het voor verdedigers extra moeilijk om op kleine technische spelers te verdedigen. De bal springt amper nog van hun voet en ze kunnen bal aan de voet ook veel meer snelheid maken. Niks dan voordelen dus. Kunstgras heeft in amper acht weken zijn nut al bewezen in ons voetbal. Afwachten welke club in de voetsporen treedt van STVV. Of gaat Telenet in clubs voortaan verplichten enkel te investeren in kunstgras? Het zou wat zijn.
Even een korte voetnoot plaatsen. Ik ben een voorstander van kunstgras en het bewijst zijn nut in bijna elke sport. Maar bedenk u eens het volgende. Stel dat de organisatoren van Wimbledon beslissen om vanaf 2014 enkel en alleen nog op kunstgras te spelen. Ah Kevin, goeie zaak toch want betere velden = meer spektakel. Kan mss wel zijn en het zou het spel van Wozniacki en Tsonga zeker ten goede komen, maar ik kan me geen Wimbledon voorstellen waarbij het gras van de eerste week er nog even goed uitziet als de dag waarop de finale plaatsvindt. Alleen al bij het gedacht begin ik spontaan te steigeren. Misschien is dat ook wel dezelfde redenering die al die voetballiefhebbers volgen die tegen kunstgras zijn. Kunstgras of niet? Het laat niemand onberoerd.
Welke conclusies kunnen we trekken na de eerste 7 speeldagen in onze Jupiler League? Eigenlijk is de conclusie heel simpel. De top is ten opzichte van vorig jaar verbreed en de promovendi trekken beiden hun streng in eerste en lijken meteen een aanwinst.
Een van de revelaties van vorig seizoen (Westerlo) pakte tegen STVV zijn eerste driepunter van het seizoen. Een overwinning waar ze in de Kempen maar wat blij mee zullen zijn. Treurnis troef bij de tegenstrever (STVV), dat achterblijft met 1 op 21. Het zal dan toch niet aan Brepoels gelegen hebben.
OH Leuven behaalde al 10 punten en mag daar best tevreden mee zijn. Het toonde opvallend veel lef en voetballend vermogen en net als STVV een onvoorstelbare mentaliteit en dito groepsgevoel. Dat lijken de wapens te worden waarmee Van Geneugden het zal moeten doen. Met het oog op volgend seizoen is een kwaliteitsinjectie echter strikt noodzakelijk om het moeilijke tweede seizoen te overleven. Op enhtousiasme alleen blijf je het niet redden. Kijk maar naar STVV. Wat me ook opvalt is dat trainer Ronny Van Geneugden opvallend vaak de schaduw opzoekt. Bewust of onbewust, maar straffe uitspraken vielen er nog niet te horen uit zijn mond. Nu ja, bescheidenheid siert de mens zeker.
De absolute revelatie van het moment is evenwel Bergen. Wie had er ooit gedacht dat deze ploeg zou meedraaien in de subtop en met 19 goals het meest aantal doelpunten van alle eersteklassers maakte. De ontbolstering van Jeremy Perbet verklaart natuurlijk voor een groot stuk het succes. De Fransman, die door Lokeren van Tubeke gekocht werd maar daar niet voldeed en nu op huurbasis bij Mons speelt, scoorde al 8 keer in 7 wedstrijden. Sterk met de kop, stevig in het duel en een neus voor doelpunten. Meer kan je van een spits niet verlangen. Bergen zou al eens snel te klein kunnen zijn voor Perbet. Of haalt Lokeren het in zijn hoofd Perbet in de winterstop terug te halen en hiermee de Henegouwers te destabiliseren. In het voetbal heerst namelijk nog maar bitter weinig respect.
Onze topclubs lijken het in het competitiebegin bijzonder moeilijk te hebben om hun wedstrijden te winnen. Vaak gaat dit gepaard met voetbal van de onderste plank en gebruiken ze meer dan hun supporters lief is de lange bal. Een verklaring kunnen we misschien vinden in het feit dat onze topclubs Europees wel presteren. Het was ronduit knap hoe Standard koel de Zweedse competitieleider Helsingborg uitschakelde, Genk de poules van CL haalde en Anderlecht in zijn eerste groepswedstrijd van de Europa League de Grieken van AEK nog wat dieper in crisis wentelde. Dat dit energie kost is duidelijk zichtbaar in de competitie, waardoor de kleintjes eigenlijk nooit echt zijn weggespeeld. In ieder geval toch niet op de manier zoals Barca Ossasuna dit weekend belachelijk maakte. 8-0 werd het daar maar liefst. Ik hoop dat Spaanse bondslui hier van wakker liggen, want wie wil er nu een competitie op twee snelheden. De roep om financiële fair-play klinkt in Spanje luider dan ooit.
Jongeren hebben, in tegenstelling tot volwassenen, eens per jaar eens goed zot te doen. Ze hebben daar dan ook de kans toe. Wie al begonnen is aan zijn huisje-tuintje-boompje-kindje heeft daar volgens onze maatschappij moreel gezien geen recht meer op.Andere prioriteiten, weet je wel. Aangezien ik nog lang niet toe ben aan huisje-tuintje-boompje-laat staan kindjegedoe wil ik volgende maand ook eens een keer goed zot doen. Voetbal vormt daarbij de leidraad.
Ik heb namelijk het plan opgevat om in de week van 15 oktober drie wedstrijden uit de Champions League/Europa League bij te wonen. Dit is perfect mogelijk, omdat een goed Europese voetbalweek begint op dinsdag en eindigt op donderdag. Zo'n Europese week is eigenlijk ook de ideale vrijbrief om op ontdekkingstocht te gaan doorheen Europa. Hoewel de tijd ter plaatse kort is, gezien het strakke schema dat ik zal hanteren, tracht ik in de mate van het mogelijke toch iets gezien te hebben ter plaatse.
Dinsdag 18 oktober.
Mijn Europese week, zoals ik deze reis toepasselijk gedoopt heb, zal zoals gezegd dus starten op dinsdag 18 oktober. Vanuit Charleroi gaat het dan naar Madrid waar Real Madrid-Olympique Lyon op het programma staat. Toegegeven ik ben al sinds jaar en dag fan van Los Galacticos. De Millenniumgeneratie Galacticos spreekt nu nog altijd tot de verbeelding en was meteen ook het begin van mijn liefde voor Real. Figo, Ronaldo, Zidane. Naar die spelers keek je op als kind van 12. Daarna is die passie, samen met de prestaties van Real, wel bergaf gegaan. Door de felbevochte Classico's van de laatste jaren is die passie opnieuw opgelaaid en popel ik om eens een wedstrijd van Real te gaan bekijken. Deze wedstrijd vormt dan ook met voorsprong het absolute hoogtepunt van mijn Europese week. Wie weet zie je me dan wel hevig tekeer gaan op 2BE als Madrid scoort.
Woensdag 19 oktober
Na hopelijk een stevig overwinningsfeestje gevierd te hebben trekken we woensdag vanuit Madrid richting Porto voor onze tweede match in de Champions League.De Keuze voor deze wedstrijd is er gekomen vanuit mijn fascinatie voor deze club. Met al bij al beperkte middelen, zeker als je het vergelijkt met Barca en Real, slagen zij er toch in van zich te doen spreken in Europa. Hun palmares mag er best wezen. CL gewonnen in 2004 en vorig jaar en in 2003 de Europa League bij in de trofeeënkast geplaatst. Topspelers als Falcao, Pepe, Hulk, Ricardo Carvalho, Lisandro Lopéz. Ze hebben er allemaal gespeeld. Porto koestert het koloniaal verleden van Portugal en bouwt op dez jaar na jaar aan een sterrenelftal om nadien deze exoten voor grof geld te verkopen op de transfermarkt. Het haalde op die manier 300 miljoen euro binnen in de laatste tien jaar. Ik vind Porto een heel fascinerende club om bovenstaande redenen. Een bezoekje meer dan waard dus. Fc Porto-Apoël vormt een tweede hoogtepunt van mijn reis.
Donderdag 20 oktober,
Omdat een rechtstreekse vlucht vanuit Porto naar Londen te duur uitvalt heb ik noodgedwongen mijn reis in twee gesplitst. Eerst vlieg ik op Madrid, waar ik om drie uur zal landen. Om vijf uur stijg ik dan op richting Londen. Half zeven plaatselijke tijd zet mijn vliegtuig zich dan in Stansted aan de grond. Aangezien Tottenham om 21 uur Rubin Kazan partij geeft zal ik me dus moeten haasten om op tijd in het stadion te raken. Ik heb het al eens nagerekend en het wordt best nipt. Nu goed, hopelijk geen vertragingen en als alles volgens plan verloopt zal ik wel moeiteloos de aftrap halen. Deze wedstrijd staat op het laagste schavotje op mijn ladder der verwachtingen. Als fan van Arsenal is het eigenlijk not done om je gezicht te vertonen op White Hart Lane. Maar nood breekt nu eenmaal wet. Het was ofwel Bratislava-PSG, ofwel Tottenham-Rubin Kazan. Aangezien ik niks heb met het Slovaakse voetbal was de keuze dus snel gemaakt. Het Britse voetbal heeft me altijd al weten te charmeren en het is mss wel een leuke afwisseling. Ik heb wel eens zin in bruuske cultuurclash. Van het warme (vurige zuiden) naar het grauwe noorden. I love it.
Het spreekt voor zich dat er een uitgebreid verslag volgt van mijn belevingen ter plaatse. To be continued.
Het Schotse voetbal zit in de hoek waar de klappen vallen. Speelde de Rangers in 2008 nog de finale van de Europa League is een herhaling van die prestatie anno 2012 niet meer mogelijk. Alle Schotse teams zijn namelijk nog voor de herfst zijn intrede doet van het Europese toneel verdwenen.
Schotland ademt een en al voetbal. Schotland is misschien wel de bakermat van het voetbal. Toen in België rond 1890 Royal Antwerp FC als eerste club in België zijn tienjarig jubilee vierde speelde men reeds competitievoetbal in het land van Haggis en Whiskey. Het voetbal zit er verweven in de volkscultuur en ploegen als Celtic en Glasgow Rangers laten zelfs in onze contreien weinig mensen onberoerd. Traditieclubs die voor veel mensen meer betekenen als simpel tijdverdrijf in het weekend. Inwoners van Glasgow zijn ofwel voor de Rangers ofwel voor Celtic. De keuze voor wie van de twee je supporter wordt is reeds bij de geboorte bepaald. Of je komt uit een katholiek nest en je supportert voor Celtic, of je komt uit een protestants nest en je supportert voor de Rangers. Uniek in de wereld. Het aantal Ierse vlaggen in Celtic Park is dan ook niet te tellen en onderstreept voor sommigen op een pijnlijke manier de band met Ierland. Celtic is overigens gesticht door Ieren die het land ontvluchtten gedurende "The Great Famine" in de 19 de eeuw. De vlag van het VK en the Ulster banner (vlag van Noord-Ierland) duiken dan weer regelmatig op in Ibrox Stadium. The Old Firm, de derby tss deze twee teams, gaat dus meer dan alleen over voetbal, maar ook over politiek en religie. Die interne strijd tussen deze twee clubs doet het voetbal in Schotland zeker geen goed. Het versterkt enkel de ( zij het weliswaar in beperkte mate) strijd die er tot op vandaag nog altijd heerst in Schotland en dan voornamelijk in Glasgow.
Een team is maar zo sterk als haar zwakste schakel binnen het geheel. Jammer genoeg zijn er in Schotland enorm veel zwakke schakels. Al verschillende jaren domineren Celtic en Glasgow Rangers op een ongezonde manier de Schotse competitie. Enkel Hibernian lijkt in de toekomst mss wel de kloof te kunnen overbuggen en misschien voor heel even de hegemonie te doorbreken. De overheersing van Celtic en Glasgow (die onder hun twee bijna negentig titels verdeelden) ging zelfs zover dat in 2009 Kilmarnock en Dundee Utd ermee dreigden uit de SPL, Scottish Premier League die naar ananlogie met de Engelse Premier League in 1990 in het leven werd geroepen, te stappen. De crisis was dat jaar compleet en even leek het erop dat de competitie dat jaar niet zou kunnen plaatsvinden. De Scottisch football association (SFA) moest nu wel actie ondernemen en kon het zich niet meer permititeren om Celctic en Glasgow Rangers het hand boven het hoofd te houden. Er werd een actieplan opgesteld om het Schotse voetbal te redden van de ondergang.
Het Schotse bedrijfsleven en dan vooral de bankensector (HBoS en clydesdale bank) zette mee zijn schouders onder de Schotse competitie. Ruim tweehonderd miljoen pond vindt nu jaarlijks zijn weg naar het Schotse voetbal. Dat geld vloeit voornamelijk naar de twaalf teams uit de SPL, maar ook de jeugdwerking krijgt nu een pak meer financiële middelen toegestopt. De televisiegelden gingen in stijgende lijn (oa een fel verbeterd TV-contract voor de Scottish Cup). Dit met als doel dat Schotse clubs opnieuw van zich konden laten spreken in Europa. De harde realiteit zegt ons nu dat ondanks de financiële investeringen van de laatste jaren alle clubs Europees in augustus zijn uitgebekerd. Dat moet hard aankomen.
Woekerende slingerplant Wie voetbalprestaties en geld aftekent op een curve merkt al gauw dat die een rechtlijnig verloop kent. Wie meer investeert in zijn ploeg zal ook betere prestatie behalen en vice versa. Waarom is dat dan niet het geval in Schotland. België profiteert Europees bvb nu al van een verbeterd TV-contract. Onze vier overgebleven ploegen wisten zich al bij al probleemloos te plaatsen voor de poulefase van de CL of de Europa League. Celtic, Glasgow, Hearts en Dundee liggen er jammer genoeg voor het voetbal nu al uit. Waar ligt dan de oorzaak van het falen? De SPL is in feite een competitie op twee snelheden. Enerzijds heb je Celtic en Glasgow Rangers en anderzijds heb je de rest. Het is mss cru gesteld, maar het is de realiteit. Omwille van het niveauverschil tss Celtic/Glasgow en de rest is de Schotse competitie van een bedenkelijk niveau. Dat is ook een van de redenen waarom men in ons land het systeem van de play offs heeft ingevoerd. Doordat de grote ploegen meerdere keren tegen elkaar spelen stijgt meteen ook het niveau van de compeitie. Schotland is hier dan toch een slecht voorbeeld van, want op een gemiddeld seizoen spelen Celtic en Glasgow 8 tot 10 keer tegen elkaar. Twee teams kunnen echter geen competitie dragen. Dat werkt gewoon niet. Momenteel is in Spanje eenzelfde proces bezig. Zonder dat ze het daar beseffen spelen Barca en Real er de competitie kapot. Als een woekerende slingerplant versmachten zij er de competitie. Laat ons hopen dat in de toekomst Hearts of Hibernian kunnen meestrijden voor de titel en de stap naar de top kunnen zetten. Alleen zo kan het Schotse voetbal gered worden.
Onze vaderlandse competitie werd de laatste weken redelijk wat kwaliteit ontnomen. Lukaku verkaste naar Chelsea, Witsel gaat zijn geluk beproeven bij Benfica, Defour trekt samen met Mangala naar Porto en Carcela heeft zijn zinnen gezet op een transfer naar Udinese.
De tijd dat over spelers uit de Belgische competitie meewarend werd gedaan lijkt voor goed achter ons te liggen. In de Belgische voetbalstadions wemelt het sinds enkele jaren van de scouts. Nee, niet de jeugdbeweging die onze kinderen zaterdag zoet houdt, maar vetbetaalde spotters van het voetbaltalent. Bayern, Chelsea, Inter, Tottenham. Allemaal hebben ze wel een of andere connectie in België. Zo kwam Chelsea Lukaku reeds op het spoor nog voor hij in de puberteit zat. Anderlecht heeft uit noodzaak Dennis Praet dit jaar een profcontract aangeboden in de hoop hem niet te verliezen aan een of ander buitenlandse topclub. Het jonge talent kon rekenen op interesse vanuit Madrid en Londen.
De transfer van Steven Defour zat er al enkele zomers aan te komen. Defour kan in België niets meer leren en doet er goed aan de deur in Luik achter zich dicht te slagen. Dat hiermee een van de smaakmakers uit de competitie vertrekt is jammer, maar de nationale ploeg kan er enkel maar goed bij varen. De reden dat ik dit hier even aanhaal op mijn blogsite is gewoon dat er op korte tijd enorm veel kwaliteit uit onze competitie verdwenen is. Lukaku, Defour, Witsel en Courtois zijn stuk voor stuk spelers waarvoor ik naar het stadion zou komen.
Het toont nogmaals onze positie binnen het internationale voetbalgebeuren, waar de macht van het geld regeert. Een ongelijke strijd, waardoor de kloof met het buitenland dit jaar niet verkleint maar wel vergroot. Een Citroën C4 zal het ook nooit halen van een Ferrari F50. Er wacht onze topploegen dan ook een moeilijke Europese herfst. Landen als Portugal, nochtans even groot als België, zijn op korte tijd onbereikbaar geworden voor onze ploegen. De tijd dat Anderlecht Porto uitschakelde in de voorronde van CL in 2002 is voorgoed verleden tijd.
Ook Zwitserland lijkt ons te hebben ingehaald op clubniveau. Fc Zürich haalde het al bij al makkelijk van Standard en Westerlo was geen partij voor Young Boys Bern. Toeval of niet, maar Portugal en Zwitserland hebben beiden een succesvol EK georganiseerd. Er werden nieuwe hypermoderne stadions neergepoot en daar plukt men in die landen nu de vruchten van. België heeft tien jaar geleden ook eens een EK mogen organiseren samen met Nederland. In plaats van nieuwe moderne stadions te bouwen werden simpelweg de bestaande stadions opgelapt. Een gemiste kans blijkt nu als we het succes van Zwitserland en Portugal in ogenschouw nemen.
Thomas Dekker is na een schorsing van 2 jaar opnieuw boven water gekomen. De nog altijd maar 26-jarige Nederlander tekende een tweejarig contract bij Chipotle Development Team, het continentale opleidingsteam van Garmin Cervélo. Niemand lijkt zich echter de vraag te stellen of het wel zo'n verstandig idee is om een dopingzondaar onder te brengen in een team vol jeugdige, talentvolle renners die nog alles te bewijzen hebben.
Het is de internationale wielerunie (UCI) menens in zijn strijd tegen doping en al wie van deze verboden vrucht geproefd heeft. Zo zal het in de toekomst bijna onmogelijk worden om als betrapt atleet na de carriëre aan de slag te gaan als medewerker in een wielerteam. De UCI geeft hiermee expliciet te kennen dopingzondaars liever kwijt dan rijk te zijn. Figuren als Bjarne Riis, die in 96 de Tour won met een hematocriet van 60, zouden in de toekomst dus verleden tijd moeten zijn. Het tekent de nieuwe wind die door het peloton waait, dat nu properder lijkt dan ooit tevoren. Maar in de omkadering van de meeste wielerteams zitten nog steeds enkele louche schaduwfiguren. Zo zou dopingdokter Michele Ferrari nog altijd zijn diensten verlenen aan enkele Italiaanse renners. Daar wil de Uci nu dus komaf mee maken.
Dat Thomas Dekker nu opnieuw aan de slag kan in het professioneel wielrennen is in feite niet meer dan normaal. De Brabander heeft zijn dopinggebruik toegegeven en zijn schorsing is ten einde. Geen enkele reden dus om Dekker nu nog aan de kant te houden. De weg terug naar boven na een dopingsschorsing start meestal bij een of ander bescheiden continentaal wielerteam. Ricardo Ricco zocht en vond zijn heil bij het Iers-Italiaanse Ceramica Flaminia, alvorens hij dit seizoen opnieuw (voor eventjes dan toch) aan de slag kon bij Vacansoleil. Maar laat zich nu net daar het grootste probleem stellen. Continentale teams zijn voor jonge wielrenners de ideale opstap. Een harde leerschool waarin zij een pak ervaringen opdoen, een heleboel leren, maar ook heel beïnvloedbaar zijn. Dat het daar nu wemelt van de dopingzondaars, die opnieuw hun kans wagen stemt tot nadenken. Moeten jonge renners ,die de toekomst van het moderne wielrennen zullen uitmaken, juist niet beschermd worden tegen dit soort figuren?
In het wielrennen overheerst meer nog dan in elke andere sporttak de dubbele moraal. Het geval Thomas Dekker is daar een zoveelste bewijs van. Of waarom krijgt Dekker geen contract voor de hoofdmacht van Garmin, maar wel eentje voor het opleidingsteam?.
Tags:Doping, Thomas Dekker, Bjarne Riis, Vacansoleil, Ricardo Ricco
Aangezien copy/paste onmogelijk is op bloggen een link naar een verslag van de Europese verplaatsing van Westerlo naar Turku. Let wel, dit is meer een subjectief reisverlsag dan de gangbare opiniestukken die ik hier normaal post.
De Tour de France wacht op niemand. Ook niet op Johnny Hoogerland en Flecha. De flegmatieke Zeeuw trok alle registers om de bollentrui te heroveren zondag, maar die poging strandde jammerlijk in vlijmscherp prikkeldraad. Aangereden door een volgwagen van de Franse televisie. Of hoe de Tour het slachtoffer wordt van zijn eigen succes en één voor één al zijn smaakmakers ziet uitvallen.
Op dat moment hadden we reeds afscheid genomen van Jurgen Van Den Broeck en Alexander Vinoukourov. Onwezenlijk, lijkbleek, staarde VDB voor zich uit nadat die op 100 kilometer van de finish ten val kwam. Alsof hij niet meer met zijn gedachte op aarde vertoefde. Fotografen snelden gewetenloos toe om zoveel leed op de gevoelige plaat te vereeuwigen. Maar hen valt eigenlijk amper iets te verwijten. Zij doen ook maar hun werk in die mallemolen die de Tour de France heet. Meer dan eens blijkt nu dat deze Tour meer is dan een race tussen 197 renners. Ook journalisten, fotografen, ploegmanagers, VIP's, veel te veel wedstrijdcommissarissen, het testosteron gierend door hun lichamen, maken van dit spektakel meer en meer een levensgevaarlijk circus. Het gedrum van de volgwagens net achter het peloton fotografen vechtend voor toch maar de beste foto te maken, alles is competitie geworden in de Tour. En in het heetst van de strijd verliest een mens wel eens zijn gezond verstand. Dan krijg je af te rekenen met waaghalzen die rakelings langs renners heenscheuren en daarbij niks of niemand ontzien. Toen ik vorig jaar de Tour zag passeren in Mechelen was het eerste wat me opviel hoeveel gemotoriseerde voertuigen er wel niet meerijden in dat hele circus. Zelfs de gebruikelijke ochtendspits op de Brusselse ring verbleekt bij zoveel drukte. Reken daarbij nog eens de jaarlijks toenemende drukte langs de kant van de weg. Er zijn veiliger plaatsen om te vertoeven dan in de buik van zo'n peloton.
Valpartijen zijn nu eenmaal inherent aan het wielrennen. Daar kunnen we nu eenmaal niets aan verhelpen. Maar we kunnen wel de kans op valpartijen zo klein mogelijk maken. Waarom moeten er in godsnaam 16 fotografen meerijden in koers. Met minder zal het heus ook wel lukken.
Het zal je maar overkomen. Het ene moment zit je lang uitgestrekt in de sofa naar de koers te kijken, word je plots op de meest gruwelijke manier geconfronteerd met de dood. Wouter Weylandt, net gevallen in de derde etappe van de Giro, ligt hevig bloedend uit de neus op het asfalt. Gruwelijke beelden die voor eeuwig in mijn hoofd zullen ronddwalen. Hoe breng je zoveel leed onder woorden. Ik heb het moeilijk om iets zinnigs neer te pennen. Sport is 99,9999999 procent van de tijd genieten van heroïsche duels, maar het lijkt of die ene val al die mooie herinneringen in een klap hebben weggevaagd.
Nog 25 kilometer te gaan. Er rijdt een kopgroep weg die uiteindelijk zal strijden voor de overwinning, maar koers interesseert me op dat moment geen moer meer. Ik bedenkt hoe het moet zijn voor zijn zwangere vriendin. Zat zij überhaupt te kijken in de hoop een glimp op te vangen van haar vriend. En hoe moet ze zich gevoeld hebben toen ze hem daar levenloos zag liggen te midden van een leger hulpverleners en persfotografen. Het lijkt allemaal zo onwezenlijk. Hoe moet zijn familie zich nu voelen, ik hoop uit de grond van mijn hart dat zij de beelden niet hoeven te zien. Mijn gedachten dwalen af. De koers kent stilaan zijn beslag, maar ik denk ineens aan Andrei Kivilev die in soortgelijke omstandigheden om het leven kwam in Parijs-Nice in 2003. Ik denk aan Alexander Vinokourov die de handen ten hemel gooit na een ritoverwinning in de Tour en hem op deze manier wil eren. Ik denk aan Casartelli, aan Johan Bruyneel, aan Pedro Horillo met alweer dezelfde bedenking. Hoe moeten zij zich voelen?
Hoewel ik Wouter nooit heb gekend heb ik pas een dag later de moed om hierover te schrijven. Vreemd hoe zoiets toch iets met je doet. Niemand wordt graag met de dood geconfronteerd en al helemaal niet als je gezellig naar televisie aan het kijken bent. Misschien was Wouter gewoon op de verkeerde plaats op het verkeerde moment. Misschien hebben de hogere machten, als die er al zijn, het zo gewild. Hoe verklaar je anders dat Weylandt pas in laatste instantie Bennati moest vervangen. Hoe zou hij zich overigens nu moeten voelen?
Bij deze wil ik mijn steun betuigen aan vrienden en familie van Wouter. May he rest in peace.
Koersen om de topfavoriet genadeloos in het zand te doen bijten lijkt een nieuwe rage geworden in het hedendaagse wielerpeloton. Hushovd die geen meter wijkt van de zijde van Cancellara of Ballan die in de Ronde steevast Boonens schaduw was en dan hebben we het nog niet over Pozzato. Men begint een koers al lang niet meer met de intentie om hem te winnen, maar vooral om niet te verliezen.
Slepers worden ze ook wel eens genoemd. Renners die vooral niet op kop willen komen en het werk voornamelijk overlaten aan anderen. Profiteurs waar je liever niet mee op pad gaat in een lange ontsnapping. Verguisd en gehaat door journalisten en de publieke opinie omwille van hun lafheid. Vaak worden renners overigens in die niet al te benijdenswaardige rol gedwongen omwille van de ploegtactiek. Vaak heeft het ook met lepigheid te maken, waarbij renners verschillende belangen spelen. In de vierde etappe van Parijs-Nice naar Belleville zal Thomas De Gendt het ongetwijfeld op een akkoordje gegooid hebben met de latere ritwinnaar Thomas Voeckler. De Gendt moest rijden om zijn gele trui te heroveren, wat Voeckler uiteindelijk goed uitkwam en hij zo zonder al te veel moeite de rit kon winnen. Voeckler is de laatste persoon op aarde die ik als sleper zou bestempelen, maar die negende maart was hij dat wel heel even in het wiel van De Gendt.
Slepers zijn overigens van alle tijden. De meester-sleper was misschien wel een van de beste Nederlandse renners uit de geschiedenis. Joop Zoetemelk stond erom bekend bijzonder zuinig te koersen en geen druppel energie te verspillen. Veel leverde het hem uiteindelijk niet op. Een Tourzege in 1980 en een hele rits ereplaatsen in de grote rondes en de klassiekers. Andrei Tchmil werd volksvijand nummer 1 midden jaren negentig omdat die enkel oog had voor het wiel van Museeuw. Tchmil werd in die periode beschimpt door journalisten die het publiek ertoe aanzetten zich tegen de toenmalige Moldaviër te keren. Later won Tchmil wel opnieuw de harten van de Vlamingen, doordat hij aanvallender ging rijden en voluit zijn eigen kans ging. Renners zijn niet ongevoelig voor dergelijke kritieken. Het raakt hun ego. Logisch dat Tchmil vanaf 1997 een bocht nam van 180 graden. De voorbije Ronde van Frankrijk was in bepaalde opzichten ook een koers van slepers tegen elkaar. In de bergen had niemand het lef zijn eigen kans te gaan. Evans, Sanchez, VDB en Menchov hebben nooit gereden om te winnen, enkel om het verlies zo klein mogelijk te houden. Dan ben je in een bepaald opzicht ook een sleper.
Vooral de voorbije weken heb ik me vaak geërgerd aan de lafheid van sommige renners. Vooral Pozzato moet het bij mij ontgelden. Keer op keer viseert deze modebewuste Italiaan het wiel van Boonen en dat terwijl hij eigenlijk nooit de Primavera had gewonnen zonder het werk van Tornado Tom in 2006. Dankbaarheid komt blijkbaar niet voor in Pipo's woordenboek. Er verscheen zowaar een glimlach op mijn gelaat toen ik vernam dat Pozatto in Parijs-Roubaix in de bezemwagen moest plaatsnemen. Het noodlot die zoveel lafheid eventjes fataal afstraft. Slepers zullen er altijd zijn in het peloton, maar ik moet er hoegenaamd niet van weten.
België leeft weer. De euforie na een succesvol tweeluik tegen Oostenrijk en Azerbeidjan lijkt de tegenstellingen tussen Vlamingen en Walen bijna in een klap te doen vergeten. Of hoe voetbal verzoenend kan werken.
Dat had ook Nelson Mandela zo begrepen. De organisatie van het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika moest de blank en zwart opnieuw dichter naar elkaar brengen. Voetbal als katalysator van een geheel nieuwe identiteit.We zouden de waarheid geweld aandoen door te stellen dat blank en zwart er nu hand in hand door het leven gaan, maar toch zijn velen ervan overtuigd dat het WK uiteindelijk een gunstig effect heeft gehad op het land. Succes in de sport creëert nu eenmaal eenheid in een land. De zogenaamde Hitlerspelen in 1936 zijn daarvan een treffend voorbeeld. Hitler misbruikte deze Spelen schromelijk om de eenheid in het land te versterken. Die Spelen waren pure propaganda voor Hitler en het nationaalsocialisme.
De hype rond onze nationale ploeg lijkt ook in ons land te werken als doorgeefluik van een hernieuwd nationalisme. In tijden waar de ene communautaire crisis de andere opvolgt is de nationale ploeg een soort van medium geworden voor velen om hun ongenoegen te laten blijken. Het signaal dat 35.000 mensen dinsdag aan onze politici hebben gegeven kan tellen. Ok, niet iedereen zal daar gezeten hebben met een politieke boodschap in het achterhoofd, maar toch. Het aantal vlaggen in de tribunes was niet te tellen. Zwart, geel en rood waren de overheersende kleuren en het enthousiasme in de tribunes werkte aanstekelijk. Hopelijk werkt dit door tot in de Wetstraat en doen onze politici nu eindelijk waar het hele land op wacht.
Tot slot wil ik het nog even over de match in Oostenrijk hebben. De Oostenrijkers waren mss wel getuige van de wedergeboorte van het Belgicisme. Het was aandoenlijk om zien hoe de Schwedenplatz in Wenen ingenomen werd door 2000 Vlamingen en Walen. Typerend hierbij was misschien wel het moment toen twee supporters vanop een fonteintje "Aux Armes" inzette. Daarbij werd beurtelings in het Nederlands en het Frans gezongen.
De ontknoping in onze Jupiler Pro League nadert en dan wordt de spanning sommigen blijkbaar te veel. De supportersrellen in Charleroi katapulteren ons voetbal opnieuw regelrecht naar de jaren tachtig, toen het hooliganisme nog welig tierde in onze Belgische stadions. Wie dacht dat hooliganisme volledig verdwenen was uit onze stadion ontwaakt nu pijnlijk uit zijn slaap. Tijd voor actie, opnieuw.
Dat er problemen zouden ontstaan rond de enige echte Waalse derby stond in de sterren geschreven. Charleroi gooide zijn laatste reddingsboei uit om het behoud veilig te stellen en Standard deed hetzelfde om PO1 te halen. Standard kon rekenen op de steun van 4000 supporters. Onder die 4000 toeschouwers zaten ook verschillende Nederlandse amokmakers. Het gebeurt wel vaker dat Nederlandse hooligans hun werkterrein verleggen naar onze contreien, omdat zij hier vrijuit hun gang kunnen gaan. Maar vice versa gebeurt hetzelfde. Zo zouden enkele tientallen leden van Storm Ultras, Chaerleroi, betrokken zijn geweest in rellen net over de grens in Lille. In Lokeren kwam het enkele weken geleden dan weer tot rellen tussen enkele Nederlandse supportersgroepen.
Het fenomeen is niet nieuw, maar lijkt stilaan aan een serieuze opmars bezig. Paralellen trekken met supportersgeweld uit de jaren tachtig is daarom bijzonder moeilijk. Vroeger ging het er heel basic en simpel aan toe. Ploeg A speelde tegen ploeg B en vervolgens werd er na de wedstrijd onderling gereld in de binnenstad of een afgelegen plaats. Anno 2011 gaat er meestal als volgt aan toe. Supporters van ploeg A kiezen een wedstrijd uit (meestal in het buitenland of in de lagere regionen) laten dit weten aan ploeg B en meestal komt er zelfs een ploeg C aan te pas. Meestal gebeurt er tijdens de wedstrijd niets of vrij weinig. De grote finale vindt na de match plaats op een afgelegen stuk weiland of een verlaten parking. Dat het gisteren in Charleroi al in het stadion uit de hand liep is een regelrecht breuk met deze trend. De strenge wetgeving in en vlak rond de stadions had immers voor een schrikbewind gezorgd onder de supporters. Misschien is het voorbarig om hier al te zware conclusies uit te trekken, maar ik zou als ik Annemie Turtelboom was dit toch zeker niet afdoen als een incident. Het imago van ons voetbal, dat toch al enorme klappen kreeg, staat op het spel. Papa, mama en de kinderen zouden wel eens kunnen beslissen niet meer naar het stadion te komen.....
Al bijna een week heerst er onduidelijkheid over de transfer van Boussoufa van Anderlecht naar Terek Grozny. Nu de puzzelstukjes stilaan in elkaar beginnen te vallen lijkt de kans klein dat de Marokkaan ook volgend seizoen nog in het Astridpark te bewonderen zal zijn. Of hoe de macht van het geld het haalt van de rede en ethiek.
Drie miljoen euro zou Boussoufa naar verluidt jaarlijks overhouden aan zijn Russisch avontuur. Terek Grozny wordt getraind door Ruud Gullit, die aandrong op de komst van Boussoufa. De aanwezigheid van Gullit speelde dus ongetwijfeld een doorslaggevende rol. Gullit mislukte zowat overal als trainer, maar was als voetballer wereldvermaard en in Rusland wordt nogal vaak geredeneerd dat goede voetballers ook goede trainers zijn.
Iedereen was ervan overtuigd dat Boussoufa Anderlecht enkel zou verlaten voor een topteam in een Europese topcompetitie. Het moet Boussoufa pijn gedaan hebben dat er tijdens de transferperiode amper interesse was. Er waren wel contacten, maar die waren vaag en nooit concreet. Het moet Bous, die op een keerpunt in zijn carriëre staat, aan het denken gezet hebben. Anderlecht was ondertussen bereid ver te gaan in zijn poging Boussoufa langer aan zich te binden. Boussoufa werd met de neus op de feiten gedrukt en besefte meer en meer dat Anderlecht mss wel eens zijn eindhalte zou kunnen worden. Dat idee deed ongetwijfeld het angstzweet uitbreken.
Objectief gezien zet Boussoufa met deze overstap op alle gebied een stap vooruit. In November is nogmaals gebleken dat de Russische competitie een pak hoger mag worden ingeschat dan de Belgische. De manier waarop Anderlecht twee maal kansloos onderuit ging tegen Zenith maakte dat pijnlijk duidelijk. Of Terek Grozny even hoog mag worden ingeschat worden valt te betwijfelen. Op termijn is natuurlijk alles mogelijk, zeker als er genoeg geld voorradig is. Toch hebben veel voetbalfans het moeilijk met deze overgang. De macht van het geld lijkt het hier te hebben gehaald van de sportieve ambitie. Voetballers en sporters worden verondersteld sportief het allerhoogste na te streven. Een transfer naar Tsjetsjenië kan je met de beste wil van de werel onmogelijk onder die noemer plaatsen.
Dan is er ook nog het ethische aspect. Grozny is in handen van Kadyrov, die sinds een paar jaar het opstandige Tsjetsjenië met ijzeren hand leidt. Politieke moorden, verkrachtingen, smeergeld en afpersing zijn er schering en inslag. Voorlopig worden er geen vragen gesteld bij de afkomst van het transfergeld door Anderlecht en Boussoufa. Misschien maar goed ook,want je kan er donder op zeggen dat Kadyrov zijn kapitaal niet op een clandestiene manier heeft vergaard. Toch wens ik Boussoufa veel succes toe in Rusland.
Stijn Stijnen is stilaan persona non grata aan het worden in Brugge. De Limburger, die sinds 2005 vast op doel staat in Brugge, maakte zich allesbehalve populair door een haatcampagne te beginnen op verscheidene fora.
Voetballers en Twitter of Facebook. Die combinatie kende we al. Donk, Boussoufa, Sneijder, Messi etc bestoken ondertussen gretig de virtuele wereld van het internet met hun dagdagelijkse bezigheden en interesses. Maar een voetballer die het forum van de eigen club bezoedelt, neen dat verhaal kenden we nog niet. Wat bezielt een voetballer om de eigen club in diskrediet te brengen op het internet?
Het was niet bepaald flatterend wat Stijnen, en bij uitbreiding zijn naaste familieleden, rondstrooiden op het forum van Brugge. Blijkbaar heeft Stijnen de definitie van het woord supportersforum niet goed begrepen. Nochtans zit de betekenis ervan netjes verpakt in het woord zelf. SUPPORTERSforum met de nadruk op het woord supporters. Zo'n forum is in feite niet meer dan een virtueel café waar supporters het hebben over het reilen en zeilen binnen hun club. Vanwege de anonimiteit op zo'n forum gaat het er dan ook vaak hard en toe en wordt er, om het in voetbaltermen uit te drukken, niet zelden stevig op de man gespeeld. Best dus dat voetballers die berichten niet lezen.
Uiteindelijk werd Brugge getipt over de bezigheden van de familie Stijnen op het forum, waarna de club enkele computerdeskundigen op de zaak hebben gezet en via het IP-adres vaststelden dat er verschillende accounts zijn aangemaakt op een computer ten huize Stijnen. Sinds 2008 bespeelde hij hiermee het supporterslegioen van Brugge en ging hij systematisch over tot de verheerlijking van zijn eigen persoon enerzijds en het destabiliseren van zijn naaste belagers(De Vlieger, Coosemans) anderzijds. Hieronder volgt een korte bloemlezing
Over Stijnen zelf;
Stijn vergeef hen...ze zijn te dom. Echte supporters kennen u waarde en liefde voor de club, een echte clubman zoals Pascal Plovie noemt jou de belangrijkste speler uit de kern, dat u alles doet voor de club en zijn mensen. Iemand die dagelijks erbij betrokken is, hecht daar waarde aan ipv die idioten.
Conclcusie: Dit bericht toont de narcistische kant van Stijnen die zichzelf verheerlijkt. Dit bericht vertelt veel, zo niet alles over de persoon Stijnen, die zich onaantastbaar waant in doel bij Brugge.
Over zijn Concurrenten:
Heel zwakke wedstrijd van De Vlieger, pff wat was dat zeg....
-Hij maakt zich wel kwaad op zijn eigen hoop ik toch... tweede doelpunt veel te gemakkelijk in zijn korte hoek binnen.
-Coosemans in zijn eerste echte test. Zeer onzeker... niet vrijuit bij het tegendoelpunt
Conclusie: Stijnen verklaarde zelf alles over te hebben voor zijn club, maar bewijst het tegengestelde met zulke berichten. Ipv kritiek te uiten op het forum had hij hier beter zijn kritiek rechtstreeks kunnen richten aan Coosemans en De Vlieger. Toont hiermee zijn achterbaks gelaat vind ik persoonlijk.
Over Mariman en Vermant.
Henk en Sven...tja totaal geen persoonlijkheden...Jansen en Jansens! Zulke lichtgewichten moeten onze club dan leiden op sportief vlak.
Conclusie: Tekende met dit bericht zijn doodvonnis bij Brugge. Dit zullen vermant en Mariman nooit over hun kap laten gaan. Wie het bestuur op zo'n laffe manier aanvalt moet daarvoor de gevolgen dragen.
Voetballers lijken zich vaak onaantastbaar te voelen. Stijn Stijnen is daar een treffend voorbeeld van. Sinds hij bekend maakte niet voor de Rode Duivels uit te willen komen is het alleen maar van kwaad naar erger gegaan. Er kwam stilaan ook meer kritiek op zijn spel bij Brugge en op de koop toe kende hij ook verschillende blessures. Dat hij dan zijn frustratie uit op deze manier is niet goed te praten, maar wel menselijk. Mensen en zeker voetballers zijn steeds op zoek naar bevestiging. Als ze die niet krijgen binnen hun eigen club of de media biedt zo'n forum vaak soelaas. Ik denk dat het stilaan tijd wordt dat Brugge eens werk maakt van psychologische begeleiding van de spelers. Een klein kind zoet zo dat het met al die woelwaters(Perisic, Donk, Dirar) uit de hand dreigt te lopen.
Sta me toe al de lezers van deze blog een zalig kerstmis en een zalig nieuwjaar te wensen. Ook volgend jaar zal u weer terecht kunnen op deze blog voor achtergrond en opinie. Mijn laatste stuk voor dit jaar sluit hier ook een beetje bij aan. Eindejaarslijstjes. U kent ze ongetwijfeld en wordt er gewild of ongewild mee rond de oren geslagen in de eindejaarsperiode.
Hieronder mijn opmerkelijkste momenten
Wie is de beste sportman van dit jaar?
Zeker niet Seppe Smits(snowboarder) die onverwacht verkozen werd tot sportfiguur van de provincie Antwerpen. Een kaakslag voor Jurgen Van de Broeck die in een van de meest gemondialiseerde sporten ter wereld een vijfde plaats behaalde in een van de meest gemediatiseerde wedtrijden van het jaar. JVDB komt zeker en in mijn persoonlijke top drie, maar sportman van het jaar is toch wel Kevin Borlée. Kevin stond gedurende het hele seizoen in de schaduw van zijn broer Jonathan. Jonathan brak het ene record na het andere terwijl Kevin stagneerde en zelfs niet eens het niveau haalde van het seizoen daarvoor. Een finaleplaats op het EK zou voor Kevin het hoogst haalbare zijn. Zo dacht iedereen hier in België over, atletiekgoeroe Ivan Sonck incluis. Kevin kwalificeerde zich met een zevende tijd voor de finale. Prachtig hoe hij uit een geslagen positie terugknokte en alsnog met de titel aan de haal ging. Dat verdient van mij het allergrootste respect.
Wat is het sportmoment van het jaar?
Zie hierboven. Het moment dat Kevin vanuit geslagen positie alsnog de Europese titel pakte.
>
Blooper v/h jaar
In deze categorie kunnen we onmogelijk om Gerard Kempkers heen. De voordien onbekende coach van Sven Kramer haalde de woede van schaatsgek Nederland op de hals toen hij Sven Kramer verkeerdelijk de binnenbaan instuurde tijdens de finale van de 10000m op de winterspelen. Hilarisch om zien.
Sportploeg v/h jaar
Nationaal de Belgian Lions die met een minimum aan talent de kwalificatie voor het EK afdwongen. Daar kunnen onze Duivels met al dat talent een puntje aan zuigen. Internationaal ga ik voor Internazionale. Een ploeg die er in de CL in het verleden amper in slaagde de eerste ronde te overleven ontpopte zich tot een stevig blok. De individuele klasse van Sneijder, het aanvallend geweld van Eto'o en het sterk verdedigende blok met Materazzi,, Burdisso, Zannetti bleek zelfs voor het goddelijke Barcelona een brug te ver.
Blijkbaar hebben de leden van het Uitvoerend Comité mijn betoog niet gelezen. Een enorm desillusie maakte zich gisteren meester van mij na de bekendmaking van de gastlanden voor het WK 2018 en 2022. Het voetbal en zijn traditie heeft het moeten afleggen tegen de vele gasroebels uit Rusland en olieroebels uit Qatar.
Na de wanvertoning van gisteren in het glazen huis van de Fifa was het misschien wel heel naief nog maar te hopen op een WK in eigen land. Maar zoals zo vaak doet hoop leven. Naïviteit kunnen we de voortrekkers van onze Bid eigenlijk niet verwijten. Het zou hen teveel oneer aandoen. De manier waarop we ons gisteren aan de wereld voorstelde mocht gerust gezien worden. We moeten juist met zijn allen fier zijn om de manier waarop zij het Bid tot de laatste snik hebben eerbiedwaardig hebben verdedigd. Geen zweem van fraude of vriendjespolitiek heeft onze Bid besmeurd. Chapeau daarvoor. Dat we de eerste ronde overleefd hebben is al een prestatie op zich.
Dat het uiteindelijk Rusland ging worden was toch een verrassing. Nadat Engeland zichzelf buitenspel had gezet met de kritische berichtgeving omtrent de handelswijze van de Fifa lag Spanje/Portugal in pole om te zegepralen. Die geruchten werden nog meer gevoed toen Poetin bekend maakte toch niet naar Zürich af te zakken. Rusland haalde het na twee stemronden voor Spanje/Portugal en België/Nederland.
Maar het klapstuk van de avond moest toen nog volgen. Voor 2022 kwam als een donderslag bij heldere hemel zowel Qatar uit de enveloppe gefloept. Een tweede klap voor het voetbal en zijn eeuwenoude traditie en waarden. Qatar, een oliestaatje van ocharme 1 miljoen inwoners, haalde het na een spannende tweestrijd met de VS na vier stemrondes. Het lijkt er dus op dat het UC van de Fifa financiële belangen heeft laten meebeslissen. Een wereldkampioenschap is dus wel degelijk te koop. Zowel Rusland als Qatar hadden zeker niet het beste Bid. Vooral Qatar staat voor enorm investeringen, maar met een budget van 50 miljard dollar mag dat uiteraard geen enkel probleem vormen. De Fifa heeft gisteren dus heel opportunistisch gestemd in de hoop enkele graantjes te kunnen meepikken en een deel van dat monsterbudget naar Zwitserland te sluizen. Het is de bittere realiteit. Ik stel voor om het WK 2026 ergens op de maan te spelen of ergens diep in het heelal. Blatter gedraagt zich in ieder geval al als een echte Zonnekoning. pfffff
Morgen(donderdag) beslist een select groepje afgevaardigden van de Fifa waar de WK's van 2018 en 2022 zullen plaatsvinden. Met spanning wordt uitgekeken welk Europees land de strijd zal winnen voor 2018. Topfavorieten Engeland of Rusland. Spanje/Portugal of wordt het toch België/Nederland.
Velen verklaarden senator Alain Courtois gek toen hij vijf jaar geleden met het idee voor een WK in België en Nederland op de proppen kwam. Euro 2000 lag nog vers in het geheugen waardoor de politiek niet erg happig was om opnieuw zo'n project te steunen. Ook de publieke opinie uitte zijn bedenkingen. Het was tevens het moment dat men besefte dat Euro 2000 een maat voor niets was geweest, want de stadions in België voldeden al niet meer aan de Europese minimumnormen. Jaloers als men was op Portugal, dat aan het EK wel moderne en comfortabele stadions overhield, is de politiek bijgedraaid en na wat lobbywerk van Courtois kreeg de bid steun van zowel de Nederlandse als de Belgische overheid. België en Nederland gingen vanaf nu officieel voor het WK 2018/ 2022. België en Nederland vormen sindsdien een eenheid en willen die eenheid ook in de bid naar voren brengen. Dat betekent een organisatiecomité om een herhaling van 2002 te voorkomen. Duo-organisaties worden nu eenmaal niet op gejuich onthaald bij de Fifa.
Na het WK in Duitsland kon het lobbywerk dan eindelijk beginnen. Iets waar de Belgen, in tegenstelling tot de rechtlijnige Nederlanders, uitermate bedreven in zijn. Het doel is minstens de helft van de 22 leden van het Uitvoerend Comité van de wereldvoetbalbond voor zich te winnen. Deze delegatie bestaat uit voetbalbobo's uit alle continenten. Pittig detail. In totaal komen vier leden van dit comité uit een van de landen die een kandidatuur hebben ingediend. Dit zijn Michel D'Hooghe voor België, Mohamed Bin Hamman voor Qatar, Chuck Blazer voor de Verenigde Staten, Vitaliuy Mutko voor Rusland. Er mag worden aangenomen dat ieder van hen voor hun eigen land zal stemmen in de eerste ronde. België en Nederland zijn dus al zeker van minstens één stem. Ik moet er geen tekening bij maken dat belangenvermenging onvermijdelijk is. Harry Been, CEO van de Holland/Belgium bid, zegt overigens al zeker te zijn van vijf stemmen. Dat zou betekenen dat we in ieder geval de o zo gevreesde eerste ronde probleemloos overleven en we een interessant alternatief vormen in ronde 2. Althans daar gaat iedereen binnen de Holland/Belgium bid van uit. Wie gunt een sympathieke outsider als België en Nederland dat zich niet waagt aan fraude en bedrog nu geen Wereldkampioenschap? Want dat lijkt de laatste weken de strategie van onze bid. Inspelen op de morele integriteitsgevoelens. Een uitzending van Panorama afgelopen maandag bewijst echter het tegendeel. Minstens drie leden hebben zich in het verleden voor enkele miljoenen euro's laten omkopen. In tegenstelling tot het duo dat in de val trapte van enkele Engelse undercoverjournalisten mogen zij donderdag gewoon deelnemen aan de stemming. In volstrekte anonimiteit. Ook na de stemming blijft de uitslag geheim. Hierdoor zet de Fifa de deur wagenwijd open. Niet meer dan een weldoordacht mechanisme om fraudeurs de hand boven het hoofd te houden. Of wat het oog niet ziet het hart niet deert. We zijn dringend toe aan herziening van dit archaïsch systeem of de Fifa dreigt zijn geloofwaardigheid, voor zover het dat nog heeft, helemaal kwijt te raken.
We moeten eerlijk zijn. Kwalitatief staat onze bid het minst sterk. We kunnen onmogelijk optornen tegen het grote geld uit Rusland en de moderne fasciliteiten in Engeland. We hebben op dit moment niet één stadion dat aan de de eisen van de Fifa voldoet. We zijn ook de enige bid die niet naar de pijpen van de Fifa danst en zich houdt aan de Europese regels inzake vrijstelling van belasting. Een stokpaardje van de Fifa waardoor het na elke wereldbeker onrechtmatig 300 miljoen extra opstrijkt. Onze hotelcapaciteit is onvoldoende ..... . Redenen genoeg voor de Fifa om ons te quoteren als een bid met een matig risico. Dat betekent zoveel als kansloos. Bij de bookmakers zijn we de bid met het minste kans op succes (50/1). Ook de concurrerende bids achten ons kansloos. Engeland ziet Rusland als belangrijkste opponent en vice versa. Ook de kansen van Spanje en Portugal lijken quasi nihil. Engeland en Rusland laten echter niets aan het toeval over en zetten hierbij de grote kanonnen in. Onder meer Poetin zal voor Rusland in Zürich aanwezig zijn. Voor Engeland is dat niemand minder dan David Cameron en Prins William. België/Nederland moet het zien te redden met het duo Rutte/Leterme. Om maar een idee te geven, wie morgen de beste indruk zal maken.
De kans dat we ons vanaf morgen mogen beginnen voorbereiden op een wereldkampioenschap is bijzonder klein. Toch verdienen we het meer dan de andere bids. Ten eerste hebben we onze vingers niet verbrand met louche affaires en omkopingen. Dat op zich is al lovenswaardig. Maar dit WK zou een beloning zijn voor hetgeen deze landen al voor het voetbal betekent hebben. We liggen bijvoorbeeld aan de basis van de oprichting van Fifa. Nederland is het hoogste land op de ranking van de Fifa dat nog nooit een WK heeft georganiseerd. We hebben een fantastische voetbalcultuur en tal van Europese finales georganiseerd. We verdienen het gewoon om in 2018 te wereld te ontvangen.
Ietwat onverwacht kondigde Haile Gebreselassie na afloop van de marathon van New York zijn afscheid aan. De atletiek verliest hiermee een van zijn grootste atleten in de geschiedenis.
Gebre had van de marathon van New York het hoofddoel van zijn seizoen gemaakt. Gebre wilde kost wat kost de grootste stadsmarathon ter wereld aan zijn indrukwekkende palmares toevoegen. Gebre faalde, iets waar de Ethiopiër een bloedhekel aan heeft, en zette dan maar meteen een punt achter zijn carriëre. Een carriëre die 18 jaar duurde en tal van wereldrecords opleverde. 27 in totaal waarvan er nu nog steeds zes standhouden, waaronder het werelduurrecord en die van de marathon, gelopen in Berlijn.
Gebrselassie zal in veel naslagwerken en ecyclopediën steevast in een adem worden vernoemd met Paul Tergat. Op de Spelen van 1996 in Atlanta en 2000 in Sydney voerden zij een heroïsch schouwspel op. Voor velen een van de mooiste duels in de atletiek ooit. Vooral Sydney zal mij persoonlijk bijblijven. Tergat leek het lange tijd te gaan halen, maar uiteindelijk als een duiveltje uit een doosje staat Gebre op uit de doden en pakt alsnog de olympische titel. De laatste rond werd gelopen in 56 seconden. Onmenselijk. Gebre was ook iemand die heel weinig training nodig had om echt in vorm te raken. Hij was tevens een van de eerste die volgens het principe van bloktraining werkte. Hij deelde samen met zijn Nederlandse trainer het seizoen in in blokken van veertien weken, waarbinnen telkens andere klemtonen gelegd werden(kracht, uithouding, weerstand). Op die manier was zijn basisconditie sterk genoeg om reeds vroeg in het jaar degelijk te presteren en dit vol te houden tot op het einde van het seizoen. Hij was ook een prominent voorvoetloper, terwijl de meeste langeafstandslopers landen op de middenvoet. Maar Haile was in meerdere opzichten uniek. In tijden van professionalisering en medicalisering van de atletiek bleef Haile vertrouwen op zijn gevoel. Geen hartslagmeters of dure medische testen voor Haile. Zijn buikgevoel was meer dan genoeg.
Gebre had net als die andere grootheden van het langeafstandslopen Nurmi en Zatopek een stalen wil en een ijzeren discipline om zijn doel te bereiken. Maar waar op de ladder hoort Gebre nu thuis. Boven Nurmi en Zatopek of toch eronder? 27 wereldrecords in totaal, vier keer wereldkampioen en twee olympische titels spreken voor zich. Gebre is de allergrootste.
Velen journalisten struikelden gedurende zijn lange loopbaan over zijn moeilijk neer te pennen naam. Is het nu Gebreselassie of komt de tweede e nog voor de s. Net zoals het leven van Gebre uiteindelijk meer was dan die carriëre op de weg en de piste. Gebre is bovenal ook een sociaal welvoelend mens met oog voor de problemen in zijn land. Buiten atleet is Gebre ook zaakvoerder van een bedrijf dat investeert in vastgoed en sociale projecten in Ethiopië. Tegenwoordig is het mode om als atleet een bepaalde boodschap uit te dragen. Gebre is echter meer een man van daden dan van grote woorden. Gebre is een geëngageerd man en hij wordt al genoemd als een van de volgende presidenten van zijn land. Ofwel de keizer van de piste die gaat voor het presidentschap.
Wat is er toch aan de hand met het ooit zo fiere Feyenoord. Een club die amper een decennium geleden nog stond te pronken in de eigen Kuip met de Uefa-beker. Feyenoordfans kunnen dat moment maar beter koesteren.
Zondagavond omstreeks zes uur maakte een vriend er mij op attent dat PSV met 10-0 had gewonnen van Feyenooord. Een mengelmoes van gevoelens overviel me. Het heeft wel een kwartier geduurd vooraleer ik hem wilde geloven. Dat Feyenoord zou verliezen stond in de sterren geschreven, maar nooit met 10-0. Toen het nieuws om me heen werd bevestigd moest ik toch even slikken. Zo'n trotse vereniging die vernederd wordt door PSV. Het kwam hard aan als sympathisant en eeuwig bewonderaar van deze club. Een club waar het de laatste jaren ook nooit rustig is geweest. Supportersrellen, winst in Uefa-beker. De stille doodstrijd ingezet na die bekerwinst. Die onrust hoort bij Feyenoord zoals Nicole bij Hugo hoort of Samson bij Gert.
Feyenoord is meer dan een traditieclub. Ofwel ben je voor ofwel tegen, de gulden middenweg is hier onbestaande. Persoonlijk vond ik het dan ook bijzonder wansmakelijk toen supporters van PSV tien, tien ,tien begonnen te scanderen. Als fan kan ik het uiteraard begrijpen, maar zouden die fans ook beseffen dat er op dat eigenste moment een karaktermoord plaatsvond. Het Nederlands voetbal heeft Feyenoord nodig en vice versa. Wat heeft PSV hier nu eigenlijk mee gewonnen vraag ik me af. Niemand is op dit moment geïnteresseerd in de Eindhovenaars. PSV heeft Feyenoord in het graf geduwd en heel Nederland is in rouw en maakt zich klaar om de laatste groet te brengen. De pastoor heeft inmiddels de laatste sacramenten al toegediend. PSV pleegde met andere woorden gewilde of ongewild de perfect Feyemoord. 10-0 de grootste nederlaag voor Feyenoord in de geschiedenis en langs de andere kant de grootste zege voor PSV in hun bestaan. Hoe contrasterend een uitslag kan zijn is zondag bewezen.
Nochtans leek er niets aan de hand voor Feyenoord in de eerste helft. Het voetbalde het eerste half uur goed mee en was minstens de evenknie van PSV. Maar het verlies van Fer, ondanks zijn jeugdige leeftijd een vat vol ervaring en de rode kaart van Kelvin leerdam zakte het kaartenhuisje volledig in elkaar. In plaats van de rangen te sluiten bleef Feyenoord met veel volk voor de bal voetballen en kon PSV naar hartelust counteren. Feyenoord wordt alom geprezen voor zijn jeugdig talentvol elftal. Maar die jeugdige overmoed resulteerde uiteindelijk in de zwaarste nederlaag voor Feyenoord uit de geschiedenis.
Hieronder tien oorzaken hoe het ooit zover is kunnen komen ofwel een les voor elk doelpunt dat zondag gescoord werd.
1)Grootheidswaanzin of het Icaruseffect. Na de winst van Uefa-cup was the sky the limit in Rotterdam en werden de ambities serieus opgeschroefd.
2) Dure contracten: Na het winnen van de Uefa-cup werden dure contracten afgesloten met spelers die nooit hebben kunnen brengen wat er van hen verwacht werd.
3) Mismanagement: De club staat sinds kort onder curatale en heeft een schuldenlast van 50 miljoen euro. Ze zijn met ander woorden net niet failliet.
4)Aanhang: De club trekt elke thuiswedstrijd vijtigduizend man. Dat brengt de nodige druk met zich mee waardoor het verwachtingspatroon automatisch stijgt.
5) Bijrol in Eredivisie: De laatste jaren vervult Feyenoord een figurantenrol in de Eredivisie. Het is al van 1999 geleden dat het nog eens kampioen werd. De club blijft ook al tien jaar verstoten van de vetpotten van de CL.
6) Harde achterban: Lijkt steeds meer invloed uit te oefenen op het functioneren van de club. Vorig jaar bestormden enkele tientallen fans het oefenterrein en eisten ze dat er werd verloren van Twente zodat Ajax geen kampioen zou worden. Die haat tegenover Feyenoord belette de club meermaals een gezinsvriendelijk beleid te kunnen voeren waardoor evt nieuwe inkomsten konden worden gegenereerd.
7) Kerkhof voor trainers: Van een standvastig sportief beleid is al lang geen sprake meer bij Feyenoord. De laatste drie jaar versleet het maar liefst vijf verschillende trainers. In de succesperiode begin 2000 was juist die standvastigheid de grote sterkte. Bert Van Marwijk kon vier jaar bouwen aan zijn team en beleefde er een fantastische periode.
8) Jeugd: Feyenoord valt, nu het geen transfers meer mag doen, noodgedwongen terug op zijn eigen jeugd. Hoewel Feyenoord een goede jeugdwerking heeft mist het team nu de ervaring om wedstrijden te winnen en zich van degradatie te vrijwaren.
9 Visie: Wat ploegen als Twente of AZ de laatste jaren te over hebben missen de Rotterdammers. Hoewel het water hen aan de lippen staat werden de laatste jaren grote namen aangetrokken en stak men nooit de ambitie onder stoelen of banken terwijl nederigheid hier beter op zijn plaats was.
10) Berusting: Stilaan begint het besef door te dringen dat Feyenoord niet langer een topclub is.
Trainer Mario Been gedroeg zich gedurende negentig minuten moedig in Eindhoven. Als een brok graniet aanschouwde hij het geklungel van zijn ploeg. Rechtstaand aan zijn dugout, als een teken van trots een baken van hoop. Als rasechte Rotterdammer en momument van de club in de jaren tachtig geniet Been veel respect van de Feyenoord aanhang. Een buitenstaander had er waarschijnlijk al lang de brui aan gegeven mede om zijn reputatie en de rest van zijn trainerscarriëre niet in gevaar te brengen. Dat is het minste van Beens zorgen. "Het draait hier nu niet om mij maar om Feyenoord". De fans lijken zich stilaan te verzoenen met de realiteit. Na de nederlaag stonden een tweehonderdtal fans de spelers op te wachten en werden wat leuzen gescandeerd, maar het vuur en de fut lijken vervlogen. Feyenoord is niet langer een topclub en daarmee heeft Rotterdam stilaan leren leven. Die titel is het sinds zondag kwijt. Woensdag volgt het levensbelangrijke duel tegen VVV in de Kuip. De zestiende tegen de zeventiende in het klassement.
Hieronder kan je kijken naar Studio Voetbal dat volledig in het teken stond van PSV-Feyenoord