Onderwaterhockey is een sport die zich afspeelt op de bodem van het zwembad. Dit kan in feite op elke gewenste diepte. Afhankelijk van leeftijd, ervaring en conditie van de spelers.
De indeling van de teams bestaat uit 6 spelers met hierbij maximum 4 toegelaten wisselspelers Iedere speler draagt de basisuitrusting namelijk zwemvinnen, masker en snorkel.
Het doel is een loden puck (meestal omringd door kunsstof) met behulp van een onderwaterhockeystick over de bodem van het zwembad in het doel van de tegenpartij te spelen. Het is ook verstandig om aan de "speelhand" een handschoen te dragen. Dit om schuren over de bodem te voorkomen. Bij wedstrijden heeft ieder team een eigen kleur badmuts op. Deze zijn meestal wit of blauw en ze zijn ook genummerd.
Doelen: De doelen zijn 300cm breed en zijn gemaakt van staal zodat ze op de boden blijven liggen.
De stick wordt (vaak eigenhandig) gemaakt uit hardhout van 18 tot 20 mm dikte. Tussen de kop en de steel dient een merkstreep te staan. Tijdens het spelen mogen de vingers die band niet aanraken, dit om te voorkomen dat men de puck met de vingers kan aanraken en "sturen". De maximumlengte van de totale stick is 34 centimeter.
Het Spel Normaal gesproken bestaat een team uit 10 spelers waarvan er niet meer dan 6 tegelijk in het water mogen zijn. De overigen zijn wisselspelers. Zij mogen te water als het spel is stilgelegd door een scheidsrechter en/of als de te verwisselen spelers het water goeddeels hebben verlaten. Bij het begin van het spel wordt de puck in het midden gelegd van het speelveld. Na een fluitsignaal van de hoofdscheidsrechter duikt de "midvoor" van de ploeg die mag beginnen, snel omlaag om binnen 5 seconden de puck te spelen (beginpuck). Na ieder gescoord doelpunt wordt het spel op deze wijze hervat.
|