De Tour de France wacht op niemand. Ook niet op Johnny Hoogerland en Flecha. De flegmatieke Zeeuw trok alle registers om de bollentrui te heroveren zondag, maar die poging strandde jammerlijk in vlijmscherp prikkeldraad. Aangereden door een volgwagen van de Franse televisie. Of hoe de Tour het slachtoffer wordt van zijn eigen succes en één voor één al zijn smaakmakers ziet uitvallen.
Op dat moment hadden we reeds afscheid genomen van Jurgen Van Den Broeck en Alexander Vinoukourov. Onwezenlijk, lijkbleek, staarde VDB voor zich uit nadat die op 100 kilometer van de finish ten val kwam. Alsof hij niet meer met zijn gedachte op aarde vertoefde. Fotografen snelden gewetenloos toe om zoveel leed op de gevoelige plaat te vereeuwigen. Maar hen valt eigenlijk amper iets te verwijten. Zij doen ook maar hun werk in die mallemolen die de Tour de France heet. Meer dan eens blijkt nu dat deze Tour meer is dan een race tussen 197 renners. Ook journalisten, fotografen, ploegmanagers, VIP's, veel te veel wedstrijdcommissarissen, het testosteron gierend door hun lichamen, maken van dit spektakel meer en meer een levensgevaarlijk circus. Het gedrum van de volgwagens net achter het peloton fotografen vechtend voor toch maar de beste foto te maken, alles is competitie geworden in de Tour. En in het heetst van de strijd verliest een mens wel eens zijn gezond verstand. Dan krijg je af te rekenen met waaghalzen die rakelings langs renners heenscheuren en daarbij niks of niemand ontzien. Toen ik vorig jaar de Tour zag passeren in Mechelen was het eerste wat me opviel hoeveel gemotoriseerde voertuigen er wel niet meerijden in dat hele circus. Zelfs de gebruikelijke ochtendspits op de Brusselse ring verbleekt bij zoveel drukte. Reken daarbij nog eens de jaarlijks toenemende drukte langs de kant van de weg. Er zijn veiliger plaatsen om te vertoeven dan in de buik van zo'n peloton.
Valpartijen zijn nu eenmaal inherent aan het wielrennen. Daar kunnen we nu eenmaal niets aan verhelpen. Maar we kunnen wel de kans op valpartijen zo klein mogelijk maken. Waarom moeten er in godsnaam 16 fotografen meerijden in koers. Met minder zal het heus ook wel lukken.
|