een verhaal van wachten op het onmogelijke... Omdat niemand me kan verbieden te dromen.
17-01-2016
het oog...
je verspreekt je... en even snel corrigeer je je woorden.
Vanochtend zag ik je even, op repetitie. Bij het afscheid vraag ik of jullie iets bijzonders doen vandaag, want ja, ik wil onze affiche afwerken, met Haar. Zij stelde me immers voor me te helpen dit jaar, en ik nam het aanbod indertijd aan. Dus ik doe ermee verder...
Je reageert "kom zeker langs, dat zou ik fijn... euh... dat zou fijn zijn".
Ik klamp me er aan vast. En tegelijkertijd doet het me ergens bitter weinig. Ik reageer er zelfs niet op, op je verspreking. Ik haat jouw voorzichtigheid, jouw onmogelijkheid om iets vrij te geven van gevoel. Nét datgene wat me aantrok in jou, intussen bijna een jaar geleden, is volledig verdwenen. Nog steeds toon jij niets van gevoel.
Jij noemt het "het oog". Je moest eens weten... Vannacht kwam ik laat thuis, van een uitje naar vriendinnen. We praten nog even na mijn thuiskomst, en plots begin je "ik weet amper nog iets van jou". Je valt over het feit dat je niet begrepen had dat hij mee ging. Ik reageer even snel "ik wist niet dat Zij gisteren niet werkte". Dat noem jij "het oog"... oog om oog, tand om tand. Ik noem het "gedaan met twee maten, twee gewichten". Het resultaat is hetzelfde, maar de bedoeling erachter is anders. Het eerste is wraak, het tweede is rechtvaardigheid. Maar ik ga er niet op in, verander van onderwerp. Kondig aan dat ik ga slapen. Ga niet in op jouw "nu al?"... het is dan ver 2 uur voorbij...
Je bent in je element deze namiddag. Ik zie je letterlijk genieten... je twee vrouwen samen in dezelfde ruimte, gezellig samen bezig. Je zou een prima bigamist zijn, bedenk ik me. Alleen weet Zij niet wat er speelt. En ik... ik slaag er in vandaag om jou zelfs te vergeten, terwijl ik met Haar werk. Er zijn momenten dat ik vergeet dat jij in de ruimte bent. Wanneer je me, bij het inschenken van een glas, even aanraakt, schrik ik zelfs op, verwacht het niet.
Maar het is ook confronterend. Want op die momenten krijg ik nog meer het gevoel: Zij heeft jou op affectief vlak, ik heb jou op lichamelijk vlak. Wat een verschil met die eerste maanden, toen ik je alles was...
Je voelt het aan, ik merk het. Ik laat je los. Af en toe maak je er een opmerking over. En ik praat er rond, verander van onderwerp. Ik noem het "jou behandelen zoals jij mij behandelt". Maar zelfs dàn zal ik niet meer reageren op jouw woorden... ik ben daar overheen. Ruzie is het me allemaal niet meer waard.
De Ander blijft aanwezig, laat me voelen dat hij mijn aanwezigheid op prijs stelt. Waar ik geen enkele aanzet geeft, spreekt hij van kansen, zoekt hij opportuniteiten. Het zal duren zolang het duurt, zolang beiden het leuk vinden, da's de afspraak. Maar ergens besef ik: ik ken hem nu al iets meer dan 2 maanden, en er was geen enkel conflict. Wat een verschil met jou.
We praten over gedichten vanavond... ik voel me zo on-echt. Want wat ik écht wil zeggen, moet ik voor mezelf houden...
zou ik eindelijk...? Zou ik eindelijk rustig kunnen blijven? Zou ik eindelijk niet meer zitten wachten op jouw berichtjes? Zou ik eindelijk alle hoop begraven hebben?
Ik maak me geen illusies. Zo ver ben ik nog lang niet. Het ene moment gaat dat al beter dan het andere, de ene dag is gemakkelijker dan de andere. Vandaag heb je me niet uit mijn tent kunnen lokken. Oh, er waren enkele momenten hoor... momenten waarop ik in de fout had kunnen gaan. Momenten waarop ik verkeerd had kunnen reageren. Maar ik leer het steeds beter, en als ik voel dat ik een scherpe reactie zou willen sturen, verander ik gewoon van onderwerp.
Dàt, mijn lief, leer ik van jou... Steeds als het 'gevaarlijk' wordt, begin jij over iets heel anders: de kids, het werk,... Ik doe hetzelfde tegenwoordig. Maar ik tracht ook te stoppen met je heel de tijd gerust te stellen. In zo veel dingen komt jouw abandonisme door, in zo veel woorden. Ik ben het moe om die op te vangen, om daarop te reageren. Ik negeer ze gewoon.
Ja, ik ben eigenlijk best trots op mijn houding momenteel, en ik hoop die vol te houden. Gisterenavond sloot ik redelijk bruusk af, ik voelde dat het gevaarlijk werd voor me, om verkeerd te reageren. Dus sloot ik af "ik ga slapen, slaapwelxxx". Dat ik nog een uur op internet rondhing, en ja, ook nog postte op fb, zal je wel gemerkt hebben. Dat kan me niet schelen, eerlijk gezegd. Je denkt maar wat je wil.
De reactie vanochtend loog er niet om... "gdm. Met of zonder xxx... je kiest maar". Zo ken ik je. Maar je krijgt me niet zo ver. Mijn antwoord was rechttoe rechtaan: "met. Ook gdm xxx". Ik weiger nog jou de kans te geven tot een conflict. Zo ver zijn we gekomen. Vroeger stuurde ik je elke avond een quote... en ooit stuurde ik je deze "don't worry when I argue with you. Worry when I stop arguing with you". Enkele weken geleden zou ik deze gepost hebben op mijn fb... jou provocerend. Zelfs dàt doe ik nu niet meer...
Afstand nemen... steeds meer. Ik treur nog steeds om "ooit". Maar "ooit" werd ergens, de afgelopen maanden "nooit".
Nog even... jouw examens. Jouw optreden. En daarna... 3 maart is een soort deadline voor mij. Als je die dag geen enkele van onze verjaardagen in herinnering bracht, krijg jij een horloge. Het is besteld. Als teken van de tijd die onherroepelijk verloren ging, als teken van de tijd die we nooit meer samen zullen doorbrengen.
Een horloge met een klein oranje detail... oranje, mijn kleur. Een eeuwige herinnering aan wat was, en wat jij weg gooide. Een spoor van ons...
Kort. Leeg. Nietszeggend. Dat zijn onze berichtjes tegenwoordig. Ik doe ook geen moeite meer... heb steeds vaker het gevoel dat ik een rolletje speel. Dat van lieve, begrijpende vriendin. Ik word steeds beter in het ontwijken van valkuilen. Ga niet meer in op aanzetten.
En hoe afstandelijker en rustiger ik ben, hoe vaker jij een aanzet geeft. Sexueel getinte opmerkingen. Ik ga er niet op in, reageer er koel op. Steeds vaker krijg ik het gevoel dat ik jouw fantasie moet voeden. Ik besef maar al te goed dat ik dat spel vroeger meespeelde, en niet bepaald tegen mijn zin. Maar ik wil meer zijn dan dat... bij jou toch. Dat is wat jij mij vertelde, in het begin. Wat jij nog steeds beweert... alleen is daar niets meer van te merken.
Zo vreemd.. bij de Ander stelt het me geen probleem. Maar wat is dit eenvoudig als situatie... duidelijk... eenduidig. Maar ook: wat een verschil met jou. Er is wisselwerking, wederzijdse initiatieven. Geen spel van aantrekken en afstoten. Geen achterdocht. Geen verplichtingen. En toch hoor ik hem veel vaker dan jou. Als hij kans ziet, krijg ik een berichtje. Soms insinuerend, maar even vaak gewoon om iets te vertellen. Een gebeurtenis, een gedachte, een tegenslag, een grapje. Wisselwerking in de zin van "hoe ziet jouw komende week eruit?" Actief mee uitkijken naar kansen...
Natuurlijk is dit geen vervanging voor jou. Maar niemand zal jou ooit kunnen vervangen. Zelfs deze nieuwe "jij" niet... Deze nieuwe jij is niet mijn alter ego. Die man is weg...
It's time to let him go. The way that he kissed, smiled and smelled. You have to let it go. The way his hands felt on your waist, the way he said your name, you have to let it go. Because that's who he was, not who he is.
ik verwonder mezelf. Steeds weer word ik geconfronteerd met de plaats die ik heb in jouw leven... na àlles en iédereen. Ik overdrijf, zoals gewoonlijk. Ik zal ongetwijfeld voor een aantal dingen komen. Maar àltijd nà Haar tegenwoordig...
Vandaag werk ik laat... maar ik heb een pauze. Die pauze komt ongeveer overeen met het einde van jouw examen. Gisteren zei ik je dat, nodigde je letterlijk uit om even langs te komen. Iets eerder dan verwacht, zie ik je online komen... en Zij is ook meteen online.
Ik besef: je bent al buiten uit het examen, en Zij hoort als allereerste hoe het ging.
Ik reageer niet... beslis af te wachten wanneer je mij iets laat weten. Twintig minuten later krijg ik te horen hoe het examen ging. Dat je moe bent. Ik blijf rustig, zeg "ga dan maar meteen naar huis". Jij reageert dat je moe bent, dat je niet wil zitten wachten in mijn wachtzaal tot ik mijn pauze heb. Mij goed "jij beslist". Ik meen het... maar jij voelt het als een dreiging. Dus beslis je te komen... "anders krijg ik het straks toch te horen. Of morgen. Of overmorgen." Nochtans meen ik het... het kan me niet meer schelen. Denk ik.
Dus ja, je komt langs. Ik zeg niets.. niets over het feit dat je Haar voor mij contacteert. Het is stom, maar in al die kleine dingen laat je me merken dat ik niet meer zo belangrijk ben als in het begin. Toen was ik de eerste aan wie je iets liet weten... Ik zeg niets... niets over het feit dat het zelfs niet in je opkwam om Haar niet zo snel te laten weten dat je uit je examen was, zodat we meer tijd samen gehad zouden hebben. Ik zeg niets... en laat je na tien minuutjes weer vertrekken.
"Zul je voorzichtig zijn?" Desondanks hoor ik je pas 2 uur nadat je bij mij vertrok. Terwijl ik wéét dat je er precies 32 min over rijdt op dat uur. Het komt niet in je op dat ik ongerust ben, als je zo moe moet rijden. Na 2 uur krijg ik "thuis, gegeten, gebeld". Maar ik heb je verwittigd: ik behandel jou zoals ik behandeld word. Wéér iets dat wegvalt...
Ik ben kort vanavond op chat. Wens je snel slaapwel. En sluit mijn facebook...
Er was een tijd dat ik die woorden hoorde, iedere keer als ik naar jou reed of bij jou vertrek. Er was een tijd dat het belangrijk was dat ik liet weten dat ik veilig was aangekomen. Vandaag kwam ik even langs, niet lang... ik vertrok in de regen. Maar niets... Om middernacht vertrok ik weer bij de vriend waar ik vanavond langsging. Nog een flinke rit voor de boeg, wens ik je alvast een goede nacht. Weer zeg je niets...
Het bevestigt wat ik weet: je laat me los. Wat je ook beweert... jij laat mij los.
Ik zag Haar vanavond Haar handen rond je gezicht leggen. Teder. Liefhebbend. Die "broer-zus-relatie" die jij beweert dat er al 2 jaar tussen jullie bestaat... het gebaar waar ik getuige van was, spreekt dat tegen. Ik keek naar jullie... Ja, ik voelde een steek. Maar lang niet meer zo intens en snijdend als enkele maanden geleden, zelfs enkele weken geleden.
Na Haar vertrek bleef ik nog even zitten praten met jou. Je trachtte me uit te lokken "allee zeg maar wat je te zeggen hebt". Ik heb niets meer te zeggen... ik ga me trachten kalm te houden tot jouw examens erop zitten. Geen provocerende woorden meer. Niet mijn gevoel onder woorden brengen. Elke ochtend een "gdmxxx" en elke avond een "slaapwelxxx". Nietszeggende korte chats "hoe ging je examen?", "alles ok?", "groetjes ginder".
Ik luisterde naar je vanavond. Hoorde je vertellen "wij...". Steeds weer "wij"...
Over 2 weken ga ik naar een voorstelling. Al bestelde ik twee kaarten, ik weet al dat mijn partner niet mee kan, omwille van de kids. Vanzelfsprekend vraag ik je mee... benieuwd hoe je zal reageren. En je zegt precies wat ik verwachtte "vraag Haar anders mee". Je bent zo voorspelbaar geworden voor mij...
Ik zal voorzichtig zijn. Alleen niet op de manier dat jij dat vroeger bedoelde...
Het doet er eigenlijk niet meer toe. Het zijn de naweeën, prent ik mezelf in. De laatste stuiptrekkingen van onze passie. Durf ik het nog "liefde" te noemen, wat wij hadden?
Vandaag word ik, ongewild, weer geconfronteerd aan "jullie". Ik zit met Haar te chatten, Ze klaagt over je weekendwerk. "wat hebben we dan nog aan elkaar?" Ik lees Haar woorden, en heb zin om Haar toe te roepen "jij leeft verdomme met hem samen! Jij ziet hem élke ochtend, jij ligt elke avond naast hem in bed. Jij hébt hem!" Maar ik zwijg, luister naar Haar, spreek steunende woorden.
En plots herinner ik me hét moment. We vrijen... ik zie de kamer nog voor me, de wanddecoratie. Ik zit bovenop je... We praten nog na. En jij zegt "Zij heeft dit niet verdiend. Ik kan het Haar nooit aandoen Haar te verlaten." De tranen springen me in de ogen, en op hetzelfde moment dat de woorden uit je mond komen, zie ik je verstijven. Je beseft wat je net zei, en verontschuldigt je. Maar het is gezegd, de woorden zijn uitgesproken...
Tot op dàt moment geloofde ik dat we een toekomst hadden samen. Dié dag, dàt moment veranderde dat. Besefte ik dat het een leugen was, jouw woorden over "ooit". Jij tracht je woorden te herstellen. Praat over "er komt een moment dat wij samen zijn. Maar niet nu... er zijn te veel problemen. Ik mag jou niet opzadelen met mijn problemen. En zij kan het momenteel niet redden zonder mij."
Ineens besef ik wat me de laatste tijd steeds zo'n vreemd gevoel geeft als ik bij jullie in huis kom. Sprak jij vroeger steeds over "Haar huis", tegenwoordig is het "ons huis". Waarom viel het me niet eerder op?
Niet voor het eerst bedenk ik: waarom risico's lopen met mijn gezin, als er geen toekomst is voor ons samen? Voor mij was het het risico waard, omdat ik leefde met hoop. Hoop dat wij "ooit" samen zouden kunnen zijn. Echt samen zijn, als man en vrouw. Zodra dié kans er niet meer is, is dit alles het risico gewoon niet meer waard...