het wordt steeds moeilijker, weerstand bieden. Kwam ik vorige week nog tijdig tot zinnen, afgelopen weekend belde ik je. Vanop mijn werk-nr, waarvan ik weet dat je het toch niet kent. Hoorde je enkel "hallo" zeggen, en hing terug op.
Wat wil ik? Een stuk van mij wilde horen dat je nog leeft. Vraag me niet waarom, maar het spookte door mijn hoofd. sinds een paar dagen: leeft hij eigenlijk nog? Dus was ik gerustgesteld.
Maar het zette een deur open, in mijn hoofd. Een vroeg eindejaarsgevoel: het einde van het jaar niet willen vieren met een dergelijke ruzie. Nooit eerder had ik met iemand zo'n conflict. Het weegt op me: het onuitgesprokene (remember: "dans le non-dit, t'es tellement bavard"), alle vragen zonder antwoord (en waarop ik nooit antwoord zal krijgen), de verbale agressie.
Ik tracht te begrijpen wat ik te winnen heb door jou te contacteren. Steeds weer komt het woord "sorry" bij me boven. Ik wil zo graag dat je inziet hoé verregaand jij mij veranderd hebt. Hoe je een eeuwige optimist, iemand die altijd iedereen het voordeel van de twijfel gunde, transformeerde in een twijfelaar, iemand die overal iets achter zoekt.
Intussen besef ik het. Onderdruk ik het. Hoofdzakelijk Neil krijgt hierin de volle laag, van tijd tot tijd. Ik probeer het te onderdrukken, mezelf tot rede te brengen en niét ageren naar hem toe. Het is niet altijd makkelijk. Zo vaak voel ik me gestraft door hem. Omdat dàt het spel was dat jij met mij speelde.... me straffen voor zaken die ik verkeerd deed. Subtiel straffen, onmogelijk om er de vinger precies op te leggen, altijd een onschuldige verklaring mogelijk. Je deed me sinds het allerprilste begin twijfelen aan mijn eigen gevoel, mijn eigen indruk.
Nét zo vandaag. De situatie doet er niet toe, maar resultaat was dat Neil me belde, bijna thuis, zonder dat hij me eerder verwittigde dat hij uitzonderlijk vroeg naar huis vertrok. Terwijl de mogelijkheid bestond om langs te komen na mijn werk. Ik besef tezelfertijd maar al te goed dat hij gisteren gehoopt had dat ik later zou gaan werken, en 's morgens een uurtje met hem zou doorbrengen thuis. Echter, wat voor hem een uurtje later vertrekken is (en zelfs amper, want hij vertrekt anders ook maar om 10h), is voor mij 3 uur later op het werk aankomen. Ik wilde op mijn werk zijn gisteren, aangezien ik er maandag niet was. Dus kon ik hem enkel een koffie drinken bieden. Hij was eerlijk, dat hij getwijfeld had om het aanbod te weigeren en rechtstreeks naar het werk door te rijden. Of hij het bewust of onbewust doet, is me onduidelijk. Maar ik voel me gestraft door zijn houding van vandaag.
Dàt is nog steeds een erfenis van jou. Ik voel het als onrechtvaardig, als onjuist. Ik wil erkenning voor de manier waarop jij mij veranderde. Ik wil je horen zeggen dat het je spijt, wat je me aandeed.
Maar wat zou het veranderen? Ik geloof niet in catharsis. Ik geloof niet in wonderen. Ik geloof niet in sprookjes waarin alles goed eindigt.
Dus moet ik gewoon mezelf aanvaarden zoals ik geworden ben .Je was een fout, een jammerlijke les die ik moest leren. En hopeljik komt er een dag waarop ik dankbaar kan zijn voor die les...
22-11-2017 om 21:00
geschreven door just a woman
|