voor het eerst in zes maanden op kamers...
We hadden een lang moment samen kunnen hebben: je zou me naar de arts brengen (het excuus was dat ik mogelijk niet zelf zou kunnen terugrijden, al wist ik intussen dat dat geen probleem zou zijn). En aangezien Zij de dag werkte, zou je bij me kunnen blijven tot 14h, tot ik zelf terug aan het werk moest.
Mijn voorgevoel zei me echter dat Zij wel weer een reden zou vinden om je rond 11h, meteen na de dokter, thuis te krijgen. Nét zoals twee weken geleden... Dus veranderde ik mijn plannen. Een excuus 'mijn afspraak is verlaat" zodat jij een reden had om van 11 tot 14h thuis weg te zijn. Ik rijd alleen naar de dokter. Jij die me zei dat je er àltijd zou zijn "want zo ben ik"... je noemde me "lief" dat ik "aan jou dacht omdat je moe bent, dat ik je niet vroeg met me mee te gaan waardoor je zo vroeg op moest op je vrije dag".
Ik was helemaal niet lief. Ik was berekend... Jou van Haar "losmaken" van 7.15h tot 14.30h? Ik geloof er niet in. Dus koos ik de zekerheid... Maar ook: ik voel de nood om mijn zelfstandigheid terug te nemen. Ik ben altijd zelfredzaam geweest, nooit ging mijn partner mee naar de dokter (neen, zelfs niet naar de gynecoloog tijdens de zwangerschappen, zelfs niét tijdens de fertiliteitsbehandelingen... ik heb niémand nodig). Ik heb lang genoeg het "zwakke" vrouwtje gespeeld, zodat jij de "sterke ridder op het witte paard" kon zijn. Maar aangezien jij jouw rol niet bepaald met verve speelt, is er geen enkele reden meer dat ik me zo blijf gedragen, besef ik.
Mijn eerste plan was je mee te nemen naar de privé-sauna. Weer iets waar we ooit van droomden, maar nooit realiseerden. Ik had zelfs gereserveerd. Maar ik annuleerde, vertrouwde het plots niet meer. Het voelde niet goed, gewoonweg. En dus eindigden we daar waar we het meeste tijd doorbrachten: op kamers, de kamers waar ik ook met de Ander speel.
Vrijen... ja. Maar niét zoals anders. Ik houd je tegen, beperk je. Ik wil niét vrijen zoals vroeger... ik ben er niet klaar voor. Ik vertrouw je niet.
En je bevestigde mijn vermoedens. Ik zit op je, berijd je...
Ik vraag je "wie ben ik?". "de mijne"
Ik vraag je "wat ben ik?" "degene die ik graag zie"
Ik vraag je nogmaals "wat ben ik?" "mijn vriendin"
Ik vraag je een derde keer "wat ben ik?" "degene waar ik van houd"
Ik vraag je een laatste keer "wat ben ik?" "mijn minnares"
Je begrijpt niet waarom ik huil... en ik zeg het niet. Je hebt alle antwoorden gegeven. Ik ben vanalles, maar NIET meer je vrouw. Duidelijker kan je niet zijn. Je vroeg me herhaaldelijk waarom ik huilde... ik heb niet geantwoord. Het gaat jou niet meer aan, dit is mijn probleem. Ik tracht mezelf in te beelden dat het de laatste keer was dat we vreeën. Ik durf het mezelf niet te beloven, niet meer. Maar ik sluit het niet uit.
Want ik ben reeds iemands minnares, ik heb reeds iemand die van me houdt, ik ben reeds iemands vriendin, en ik heb reeds iemand die me graag ziet. Die rollen worden reeds vervuld door verschillende mannen. Wat ik niet meer heb, is iemand wiens vrouw ik ben, die mijn man is. De persoon die, door die unieke band, alle anderen overbodig maakt. Wat duidelijk is: ik ben dat niet meer voor jou, en dus moet ik jou loslaten als mijn man.
20-04-2016 om 22:15
geschreven door just a woman
|