To never stray from the path of the great big it
We lezen
ongeveer allemaal het zelfde. Er is veel media, maar toch ook niet zó veel
media. Berichtgeving verschilt niet zo geweldig veel van krant tot krant. s
Morgens eten we granen, misschien in een ander vormpje, maar toch. We horen de
zelfde platen en we schatten de prestigewaarde van functies, handelingen,
aankopen en dingen vrij gelijkaardig in. Zelfs als we denken dat we uit de band
springen, zijn er x dozijn mensen die net hetzelfde doen en denken.
Graag
hebben we het gevoel dat we anders zijn met een eigen uniciteit en daar kleden
we ons naar. Maar een alien merkt vast weinig verschil, een broek is een broek,
of ze nu knalgeel katoen is, of grijs velours. Maar wij lezen er dingen in.
Hetzelfde met dreadlocks of een stijf gazon kortgeknipte haren.
Kanariegeel
associëren we zelden met een kantoorslaaf. Dreadlocks ruikt naar alternatief.
Alternatief: een verzamelwoord, een buzz woord, maar voor wat eigenlijk? Mensen
met een eigen mening? Jongeren die niet willen werken? Muziekfanaten die
rommelige, minder gestroomlijnde fantasietjes verkiezen boven tot in den treure
herhaalde hits tussen de reclameblokken door? Of gewoon een jong meisje dat
door de schoolgangen wiegt met aan haar voeten kousen in contrasterende
kleuren?
Wat
is het belang van zon paar kousen in twee verschillende kleuren? Misschien een
manier om te zeggen dat je voor jezelf denkt. Aude sapere. Durven weten, maar
waarvoor?
Tijdschriften
overspoelen ons met lekkere bekkende quotes van nobelprijswinnaars en literaire
giganten, we kunnen ons vergapen aan documentaries over wantoestanden in
Roemeense weeshuizen of reportages over verborgen armoede in eigen stad,
internet bedient ons op onze wenken als we iets willen weten, eender wat, zonder
extra fooi.
En wat
doen we met al die kennis?
We staan
nog steeds stokstijf in de bus, alsof we allemaal stomme bomen of
telegraafpalen zijn. Onze ogen vestigen we ergens op een punt in het niets,
alsof we drugsdealers zijn die zichzelf onzichtbaar willen maken voor een
waakzame douane. Als onze koffiekoek bij het ontbijt net iets te droog uitvalt
blijven we klagen en onze middenvinger blijft net zo flexibel in het verkeer.
We blijven jaloers als kennissen het beter doen in het leven, of als we alleszins
dat gevoel hebben. Het beter doen, het maken. Wat gaat er schuil onder dat
piepkleine levensgrote woordje?
Geld
binnen rijven, een tweede en een derde huis kopen, een dubbele oprit aanleggen,
drie kinderen klaarstomen voor de universiteit, maar hun gedachten niet kennen?
Je moet ze van de muziekschool naar de tennisclub racen, onderweg is er weinig
tijd om te vragen hoe zij de wereld zien of hen uit te leggen waarom er weinig
tennisclubs zijn in Gaza, Mogadishu of Goma. Of pas ontdekken dat een groene appel,
een stuk droog brood of ook een glas water smaak heeft, als we te horen krijgen
dat we kanker hebben, is dat het?
En dan
slaan we tilt, en dan gooien we het roer om, en zien we opeens de wegwijzers
die wegleiden van het grote het. Worden we allemaal pas schreeuwend wakker op
ons sterfbed? Een heel leven lang willen we geen seconde tijd verspillen,
zelfontplooiing als nieuwe religie. We lopen zo hard en trappen op onze eigen
hielen. Gecharmeerd en betoverd door subtiel subversieve films als American Beauty
of Fight Club, stappen we de volgende dag braaf terug in onze tredmolen. Vrij
van geest ben je niet omdat je in een democratische samenleving woont, vrij ben
je als je de ballen hebt om die vrijheid te nemen. Te luisteren naar die stem
uit je kindertijd, toen je dromen nog fris en ongeschonden waren en om nooit te
buigen voor minder dan dat. Niet blind achter geld of een titel aan te crossen,
zoals een hondje dat een voorbij vlammende auto wil grijpen, zonder
logica.Terug kunnen kijken op een leven, zonder dat je acuut beseft dat je meer
tijd had moeten doorbrengen met je partner of met je kinderen, dat je toch
gitaarlessen had moeten nemen, had moeten vertrekken op die droomreis of, wie
weet, een commune had moet stichten, ook al hadden de buren je scheef
aangekeken.
Dat is
een het waar ik kan in geloven. Een bestaan uitbouwen wars van sociale
dwangbuizen. Niet leven onder het gewicht van een loodzware maliënkolder als
broze bescherming tegen imaginaire hinderlagen.
Durf te
dromen en bevrijd jezelf fluisteren de kousen van het meisje.
Boelie
10-01-2009 om 13:29
geschreven door Tederdraads 
|