De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
21-11-2010
Bratislav Post 2: King of Tabor
Dear Homefront,
You will be glad to know I did not end up in some East-European jail. Those who betted against me will lose a few bucks.
If Europe were a class-room, Slowakia would be the most docile student.
It's all so quiet along the Donau.
My Slovakian is improving at a steady pace. Little wonder, 'cause my Brat and room-mate knows just about every Slowakian girl person under 40 years of age.
We spent the day at the theatre together with two local flowers. The theatre is surprisingly well-equipped and twice as big as Pan's Labyrinth, though slightly less mezmerizing and built out of concrete.
The christmas fair is a tad less artificial than the ones we have in Belgium, with lots of fat sausages and cheerful Slovakians (quite a common sight around here)
There are 302 Belgians in Slowakia.
Benjamin is sad, because his favourite hockey team got licked once again. No idea why he takes this personal, though I wouldn't be surprised if it turned out he owns half the team. (especially if they happen to have cheerleaders)
Bratislava and Ljubljana have at least one thing in common: you can't score smack on the side-walk.
If you read Predcitac more than twice in one day, you start seeing the character Michael Berg in your dish-water, if you stir it you get an image of Kate Winslet, unfortunately with her Reader-prison clothes on.
I miss the Slovenian dual to make conversation even more of a challenge.
All Dutch/Flemish book are translated by this guy called Adam Bzog.
Why he does it, is as yet unclear, but we guess he likes neo-naturalism.
Am reading 'Smrt Bynnyho Munroa'
When you only understand two words per sentence, reading quickly becomes a psychedelic experience.
The Slovakian girl on school television says 'I like sleeping alone' and Benjamin grumbles and says he'll restructure school television as soon as he takes over the Slovakian government, at which point he will proclaim himself 'King of Tabor' and luckily for me he'll be needing a meticulous ministister of Propaganda und Volksaufklärung.
Right now he's looking for beer, but we don't have any, so he makes himself some tea and puts in as many herbs he can find, then he takes a sip and runs screaming through our appartment block: 'I'm Belgian, I'm single and my bank-account doubles Hungary's national income'
Starting to understand the leaflets with slick-looking politicians saying: 'give Bratislava back to the Bratislavians'
Almost finished reading 'Männer-Camp', a book in which two all-American women (prehistoric versions of the ones in Sex and the City) are so fed up with the modern male heterosexual they start a camp to train them to become ideal men.
The ideal man seems to be a farmer who likes milking cows, knows how to fix a sink and isn't too occupied to go down on a female sink.
Benjamin's back from his little outburst of energy. And I'm trying to figure out how to say 'He was just joking' in Slowakian so I can calm down the angry mob that's chasing him.
Bratislaavse tijdingen: Brat a Brat v Bratislave 1
Terwijl Benjamin testjes zit te verbeteren en de Slowaakse tv speelt, een klein bericht vanuit een oud-communistische blok.
Hier binnen is het tropisch warm, maar buiten verkleumen de daklozen aan Vlaams tempo. De hele blok wordt op hamer en sikkel wijze verwarmd. Dat wil zeggen dat we de binnentemperatuur enkel kunnen regelen door 't raam open te zetten.
't zijn hier bijna lokale verkiezingen en de mensen kunnen kiezen tussen katholieke kandidaten en nog katholiekere kandidaten die alleen verschillen in de manieren waarop ze Slowakije zo Slowaaks mogelijk willen houden.
Ze hebben het hier niet voor buitenlanders, vooral niet als ze een kleurke hebben. Dus ik mijd angstvallig de winterzon, zonnenbanken, wortels en overdosissen Vitamine A. .
Mijn manier om Slowaaks te leren is de zelfde boek opnieuw en opnieuw te lezen. 't is gelukkig ne goeien boek, want na een tijdje begin ik het verhaal te verstaan en 't zou triest zijn moest ik de eerste boek die ik lees in 't slowaaks meteen door 't wc willen jagen. Niet aan te raden, want dat kunnen de communistische buizen hier niet verwerken, die zijn enkel berekend op het versluizen van verteerde goulash.
Benjamin is hier ijshockeyfanaat geworden. (when in Rome do like the Romans, maar we drijven dat niet te ver, want zelfs na oefening kunnen we niet zo dof uit de ogen kijken als het Slowaakse mannetjesdier) De bekendste Slowaakse Hockey-speler is net verhuisd naar Rusland, zogezegd omdat hij daar meer kan verdienen, maar vooral omdat je met zijn naam vroeg of laat op een brandstapel eindigt in dit katholieke land. De mens heet Satan.
Ik moet hier trouwens opletten wat ik zeg, want Nederlands leren is hier verbazend populair. Alles wat een beetje lijkt op Duits waarschijnlijk.
Verder zoek ik nog steeds een Slowaakse holebi-vereniging om mij bij aan te sluiten. Niet omdat ik de geneugten van de bruinwerkerij toegenegen ben, maar om de Slowaken te civiliseren op moderne metroseksuele leest.
Wel al beluisterbare Slowaakse muziek ontdekt. Nazareth (ja, de bandnaam moest iets christelijk zijn anders kunt ge 't al schudden hier) 't is de metalversie van Bob de Bouwer, maar het kan er mee door. Randy Laevens zou not amused zijn met de Slowaakse metalscène.
Racistisch zijn ze hier dus ook. Hetgeen mij nog sterker doet vermoeden dat de hier veelgeprezen Slowaakse opstand tegen den Duits in augustus 1944 voornamelijk pro forma was, toen dat duidelijk was dat den Duits niet ging winnen. Dat ze in 1939 nog een stuk hebben afgepakt van Polen staat vreemd genoeg nergens te lezen op hun triomfbogen. Is nochtans de grootste gebiedsuitbreiding uit hun jongste geschiedenis.
Maar goed, racisme dus. Slowaakse prof komt op feestje van de Belgische ambassade, ziet daar Turkse Belgen en kermt in shock: 'Maar allez, zeg, en dat op en ambassade!'
Hadden de Turken ergens in de 17de eeuw Wenen veroverd, mogen we vermoeden dat er zich hier veel sneller een Slowaakse opstand had voorgedaan.
't is een vorm van vluchten. Ik kom uit één
van de simpelste dorpen van Vlaanderen, en ik ben ook nog eens enig kind, en
wij waren thuis ook nog eens arm -snif snif- , al heb ik dat pas veel later
beseft, dus ik werd al snel heel goed in het vinden van amusement in mezelf en
in alles wat een uitweg bood, zonder dat ik me fysiek moest verplaatsen.
Van zodra mijn omgeving mij niet bevalt,
schiet er een klein Vietnameesje in mij wakker dat zich een tunnelstelsel
graaft om ongestoord genot na te jagen. Schrijven is één van mijn spades.
Waar geniet jij van?
Knappe vrouwen, nou ja, mijn type knappe
vrouwen, een knappe vrouw is voor iedereen iets anders, als ik zie wat er
allemaal een trouwring draagt, rauw realistische romans, doorwrochte
geschiedenisboeken waar de auteur er niet voor terugschrikt om toch een beetje
zijn verbeelding te gebruiken en niet enkel droog de feiten weergeeft.
Opstanding, vind ik heel mooi. Rebellie met een boodschap. Mensen die zich
aaneensluiten buiten de officiële circuits om. Mensen intieme details en
bekentenissen ontfutselen, voor psychiater spelen. Harde muziek. Van
vriendschap, zeker in combinatie met heel veel humor. Een onwrikbaar geloof in
de kracht van het menselijk verstand om zijn persoonlijke werkelijkheid te
genereren. Dat esoterisch secretsfeertje was snel aan mij verkocht, maar het
werkt, dus ik ben er heel blij mee.
Ik geniet altijd van meer dingen, dan ik in
eerste instantie denk.
Leuk voor jou. Welke zijn jouw grootste
ergernissen?
Sinds ik Anthony Robbins lees, merk ik
alleen nog dingen op die mij interesseren.
Ben jij destructief?
Nee, maar ik schrijf en lees er wel graag
over.
Lees jij veel?
Ik lees een veertigtal boeken per jaar en ik
zou willen dat het er meer waren. Ook al heb ik aan de meeste boeken die ik
lees, uiteindelijk heel weinig. Ik kies er nog altijd te vaak boeken uit, die
mij dan uiteindelijk niet bevallen. Ik lees te vaak boeken uit een soort van
masochistische discipline.
Waarom is lezen belangrijk?
Lezen is helemaal niet belangrijk. Een mens
die veel leest, doet dat waarschijnlijk om te compenseren voor een heel saai
leven.
Lezen kan toch verrijkend zijn,
ontspannend, lezen kan een leven toch juist heel boeiend maken?
Ik denk dat boeiende dingen meemaken
boeiender is dan erover lezen. Al stel ik mezelf soms de vraag of ik liever
schrijf over dingen dan ik ze meemaak. Vroeger streefde ik er heel bewust naar
om rare toestanden mee te maken om er achteraf te kunnen over schrijven. Dat
doe ik niet meer. Als ik nu rare toestanden meemaak, is dat louter en alleen,
omdat ik dat plezant vind. Schrijven pak ik tegenwoordig veel technischer aan,
vanuit de vraag: waar zitten lezers eigenlijk op te wachten? Waar kunnen ze iets
aan hebben? Of: wat wil ik nu eens lezen, dan schrijf ik het gewoon zelf.
Zijn schrijvers specialer dan andere
mensen?
Néén. Behoeft verder geen uitleg, want da's
zo duidelijk als wat. Schrijven maakt je geen ene fuck beter dan een ander
mens. Schrijvers krijgen veel te veel aandacht, nog eens bovenop de aandacht
die hun boeken al krijgen. Ik snap ideolatrie wel. Keith Richards zei het
laatst heel goed. In elke mens zit een Keith Richards, alleen kiezen de meeste
mensen ervoor om die voor een heel aantal redenen te onderdrukken en niet de
kans te geven om aan de oppervlakte te komen, omdat ze denken dat het
kaartenhuis dat hun bestaan is, dan onherroepelijk instort. 't is dan handig
als er enkele mensen zijn die op uitvergrote wijze die 'verketterde' kant in
hun plaats uitleven.
Jij vindt dat een betreurenswaardig
zaak, die zelfbeknotting van mensen?
Ja. Ik heb de ingelepelde of waarschijnlijk
aangeboren neiging om mensen te doen toegeven aan hun eerlijke verlangens. Wat
dat betreft is mijn fysieke aanwezigheid veel giftiger en efficiënter dan mijn
schrijven. Als ik op school naast iemand in de klas zat, was de kans groot dat
die dat jaar buisde.
Klinkt als een soort messiascomplex.
Da's dan spijtig. Als het waar is, heb ik
een krankzinnig trekje. Maar dat heeft dan weer iedereen, dus niks om ons
zorgen over te maken.
Tot slot, van welk boek heb je dit jaar
het meeste genoten?
Ff checken op mijn lijst.
Fictie: op één, Der Vorleser, op twee, The
Cider House Rules, ik geil wel op van die bitterzoete dingen
Toneel: Educating Rita en Klassenvijand
Non-Fictie: de 48 wetten van de macht van
Robert Greene en alles van Anthony Robbins. Ik heb iets met lekker platte
Amerikaanse pep-talk.
En in de categorie Amerikaanse
Burgeroorlog: The night the war was lost, over de stupide militaire catastrofe
die de val van New Orleans was en CSA: a story of what might have been.
Wat heeft u eigenlijk met de Amerikaanse
burgeroorlog?
HUMO vroeg zich af: Hoe zou het nog zijn
met...Peynsaert in Slowakije?
Wij van HUMO zijn van nature dwepers en
pinnen ons graag vast op slechts een vijftigtal bekende mensen die we tot in
den treure steeds weer opvoeren, niet alleen in interviews, maar ook zeker op
de cover. Deze mensen krijgen van ons jarenlang al onze aandacht. Studio
Brussel aapt ons braaf na bij deze werkbesparende principes. Eén zonnetje waar
wij als dampend stukje journalistendrek ronddraaien is William Peynsaert,
self-made dramaturg, prozaïst, kwezelhater en vooral altijd ontwapenend
oprecht. Wij vlogen met Ryanair naar Bratislava voor een interview:
Wat brengt jou naar Slowakije, William,
is het voor het vrouwvolk?
Voor de Slowaakse vrouwen moet ik het niet
doen. Ik val niet op die giechelige, streng-katholieke meisjes. Als ze aan de
zuip gaan, komen ze wel los, denk je dan, maar da's helaas maar schijn.
Slowaakse kutten liggen altijd in winterslaap.
Wat brengt jou dan wél naar het hartje
van Europa?
Mijn broer, Benjamin, heeft zich hier van
een plek verzekerd in de rangen van de academici van Bratislava, en dat is toch
een omstandigheid die ik niet mocht missen. Zonder hem zou ik hier dus niet
zijn. Samen verkennen wij enkele businessopties. En gelukkig lopen hier ook
dames uit de Zuidelijke Balkan rond. Als Slowaakse meisjes de Beatles zijn, dan
zijn Servo-kroatische chicas de vroege Stones.
Ben je op dit moment aan de schrijf?
Ik ben altijd aan de schrijf.
Waarom ben jij zo'n veelschrijver?
Ik zou anders niet weten wat gedaan. Je kan
moeilijk de hele dag seks hebben en ik geniet hier erg van het leren van
Slowaaks, maar ook dat hou je geen hele dag vol. Ligt ook aan mijn
verschillende persoonlijkheden. Als ik die niet weet te schiften op papier,
begin ik heel vreemd te doen.
Wat doe je dan bijvoorbeeld?
Geen idee, ik heb ten allen tijde pen en
papier bij.
In eerdere interviews zei je dat je
schreef, omdat je vader je daartoe een opdracht gegeven had. Een opdracht die
je onmogelijk naast je neer kon leggen, omdat je zo opkeek naar je vader, alsof
je vader een god was.
Dat bewijst dan nog maar eens dat jullie
altijd de zelfde vragen stellen.
Ja, daar pak je ook graag mee uit, je
bent geen fan van HUMO.
Als kind was ik een héél grote fan. Ik kon
echt aftellen tot het dinsdag was om meteen in die HUMO te duiken. Tot ik geen
onderscheid meer kon zien tussen een oude en een nieuwe HUMO. En och ja, jullie
dwépen ook zo irritant.
Dat kunnen we van jou ook zeggen.
Als ik jullie rubrieken mag geloven komen
er elke week tijdloze nieuwe cd's uit die instant klassiekers zijn. Jullie
strooien gewoon met sterren.
Volgens mij hebben jullie enkele pijnlijke
complexen. Enerzijds kunnen jullie vaak niet wegstoppen hoe geweldig vol jullie
van jullie zelf zijn, maar anderzijds komen jullie meteen zo verpulverd en
nietig over als jullie het over jullie idolen hebben.
Ik denk dat we dit interview weer
voortijdig zullen mogen beëindigen.
Ach, jullie hebben nog 49 andere mensen die
jullie kunnen interviewen. Keuze zat.
Bedankt voor dit interview, mijnheer
Peynsaert. Stoort het als Studio Brussel je straks even opbelt voor een
interview?
Die belden deze ochtend al, ze wilden
jullie voor één keertje voor zijn.
Deze post lappen we er bij voor al de mensen die mij kennen
als een doodtriestige, brunetversie van Kurt Cobain. Zonder gitaar, maar met
biceps. t Is voor de mensen die in mijn grote groen-geel-bruine kamelonogen
kijken en lezen look on the bright side, its suicide. Iedereen die mij op
Pukkelpop 2009 zag bijvoorbeeld.
Dieter, ik weet dat ge op mij staat te wachten, maar ik maak
het straks goed, ik heb 45 graden levenskoorts. Ik heb een Colombiaans gen dat
100 procent pure cocaine, disco shit,produceert in mijn zotte kop. (waar n gigantische bult op staat sinds
gisteren, met dank aan dat ander wit spul, de sneeuw)
Waar Peynsaert dus vrolijk van wordt (ah, ge dacht da hij er alleen kon uitzien als een zelfmoordterrorist twee
seconden voor de lange grote trek aan het touwtje, NIET DUS)
Peynsaert wordt ongeveer vijf keer zo blij als een kleine
baby die aan de tiet van mama ligt, wanneer
- niemand minder dan JEROEN SAEGEMAN, samen met Mauro, mijn
favoriete Belgische (eigenlijk Iers, want die kerel zijn karma is allesbehalve
Belgisch) muzikant zegt dat hij mijn verhaalkes leest.
In dit leven wil ik de Brian Jones van de Vlaamsche letteren
zijn, maar dan nen Brian die zichzelf een beeteke goed beschermt. In mijn
volgende leven wil ik aan mijn huidige ouders geboren worden, maar dan als een versie van Jeroen Saegeman.
- wanneer mijn hoogintelligente Perzische babe zon inzicht
in mij etaleert dat ze zegt: zolang gij abnormaal en zot zijt, weet ik dat
alles in orde is met u
- ik op café kortverhalen schrijf op servetten en de mensen
aan tafel ze direct lezen en half geshockeerd vragen naar nog
- een lezeres een kortverhaal leest, halverwege stopt en
zegt: beikes, zon viezigheid en dan met blozende wangen gewoon verder leest
- ik concerten zie waar de helft van het publiek razend
buiten stormt en de andere helft van extatische ontlading het vel van hun
handen applaudisseert en als finishing touch den boel afbreekt
- mensen mij ziek in mijn kop vinden, maar toch niet kunnen
laten van met mij af te spreken
- mijn pa hier recht tegenover mij in de zetel zien zitten
met een Satanisch lachske
De vrolijkheidslijst is oneindig langer dan de
zwartgallijst, maar Dieter staat te wachten op t Sint-Pietersplein.
Ik ga inbreken in een kerk en als anti-christ op t
spreekgestoelte klefferen.
(achteraf bleek
eigenlijk dat de verantwoordelijke van de parochiezaal ons op alle mogelijke
manieren geholpen heeft om de fotos goed te kunnen nemen. Zolang dat we maar
geen blote borsten toonden. Maar t altaar ontheiligen mocht dan weer wel.)
Ik kom van een lange brainstormavond met mijn
regisseur. Vre productief en fameus aangelengd met alkool. Na een klein
onderhoud met een voetbalfan in een frietkot, bots ik op twee Zweden, die mij
de weg naar de cafés vragen.
t Waren twee dansers die hier auditie gedaan hebben.
Vroeger brandden ze ons huizen plat en nu komen ze hier dansen.
De fut is uit Zweden. Ze waren ook nog eens een halve
kop kleiner dan mij en maar half zo breed.
Waar is dat vikingbloed naar toe?
Gesneuveld aan t Oostfront tegen de Russische horde?
Die twee sympathieke gasten waren ook weer zeer snel
overtuigd van mijn encyclopedische kennis over Zweden.
t Is te zeggen, ik ken:
wa heter du? Of zoiets.
Stockholm-syndroom
De schrijver Strindberg en ik kan zeggen dat die kerel
iets tegen vrouwen had. (elke wijvenzot heeft al eens iets tegen vrouwen)
Dat Zweden tot in de jaren negentig de minder lekkere
Zweden steriliseerde, dat wist ik ook nog.
Ibsen, die dramaturg en shockerende Vissen, dropte ik
ook, ook al is dat een Noor, maar t is van de zelfde coté.
Aja, dat alkool daar moeilijk te krijgen is. Maar dat
weet iedereen.
Alleszins, die Zweden waren impressed.
Bij café Cuba Libre (ja, ik beken dat ik hen
opzettelijk naar dat fascistisch danscafé geleid heb) namen we afscheid.
You know a lot about Sweden, man. I adore you.
Ofwel waren ze serieus met mijnen bek aan t lachen,
ofwel is t gewoon triest gesteld met Zweden.
Sympathieke jongens alleszins.
Als ze wat knapper waren geweest, hadden ze wel eens
mogen dansen in een toneelstuk van mij.
Dagboek van een schrijver: Napoleontische terugtocht uit Sint-Pietersstation
Ik zit hier aan mijn
toegetakeld laptopke met het volume van de muziek afgestemd op burenruzie.
Ben net door de
sneeuw gemarcheerd (wie mij al zien stappen heeft, weet dat ik hier voor ene
keer niet de bombast uithang als ik zeg marcheer) om in t station te
ontdekken dat ze de treinen naar Aalst afgeschaft hebben.
Ik snap dat wel. Als
ge treinen moet afschaffen, dan schaft ge eerst die naar Aalst af. Daar wil bij
schoon weer al geen kat naar toe, dus wat voor wezen zijt ge, als ge er naar toe
wilt in een sneeuwstorm?
Mijn weduwemoeder zit
weer alleen thuis met mijn schizofrene tante. Tante brei. Vre sympathieke
kettingrookster die ne gansen dag niks anders doet dan breien en zichzelf op
een streng dieet gezet heeft.
Ze eet alleen op wat
ze zelf niet moeten gaan halen is in de winkel.
Mama, ik weet dat ge
geen woord leest van wat ik ooit schrijf. Nog eens een bewijs dat mijn
geschriften totaal falen, want het wil nu lukken dat ik nu het deel van de
bevolking waarvoor ik sympathie heb, niet bereik.
Dat was een
omslachtig lange zin, dus hup, daar ben ik alweder een lezer kwijt.
Ow wacht, die
ingebeelde oude vent (kgeloof dat het mijn overgrootvader langs vaderskant is die mij sinds kort overal volgt, ja, krankzinnigheid, dat krijgt ge als ge
elke dag opstaat met een chronisch aandachtsdeficiet en in mijn geval zit ge nu
wel rap aan een aandachtsdeficiet, want ik heb zo toch wel regelmatig aandacht
nodig van zon 1000 mensen per week)
Zal hier ff hernemen:
die oude vent die dus meeleest over mijn schouder en al een pintje Safir in
zijn handen heeft op dit vroeg uur, die zegt:
wa da ge niet hebt
kunt ge niet verliezen
Et ceterum censeo,
heb k het al gezegd?
Da k godver het
grote narrige uithangbord van triestig achtergesteld Vlaanderen wil worden.
Nooit van die vent gehoord en nu ik hem
hoor, blijkt het geen vent te zijn.
Elvis Peeters, auteur van het boekje 'Wij'.
Geen idee wie zijn aars allemaal mogen
oprekken heeft, maar het heeft resultaat opgeleverd; ze hebben hem
gepubliceerd.
De titel heeft hij gestolen van een echte
schrijver, zijnde Zamjatin.
Nou ja, gestolen, Aalvis zal Zamjatin wel
niet kennen.
Schijnt een schokkende roman te zijn.
Als Elvis Peeters in zijn boek oprecht
bekent dat hij al jaren droomt om sneden te maken in babies en de babies dan te
neuken
in die sneden tot de babies sterven
en als hij snotterend toegeeft dat hij
zulke zotte gedachten heeft, omdat hij zelf jarenlang misbruikt is
door een scoutsleider die elke avond van
elk zomerkamp in de kleine Peeters zijn bek piste.
Ja, ok, schanddaal.
Maar het boek gaat over jongeren die
groepsseks hebben.
Elvis, je faket goed,
maar niet goed genoeg, je hebt die schrijfhandboeken niet aandachtig gelezen:
schrijf alleen over dingen die je kent.
Goed ja, de geschiedenis doet hem wel de eer aan die hij verdient: als
schrijver de complete vergetelheid en een plek in het collectieve geheugen als
de rekbaarste aars van Vlaanderen.
Ik hou van Valentinas kot. Al op de gang waaien de feromone
geuren je tegemoet. Ik ben verliefd op haar rode gordijnen, haar verzameling
antieke kandelaars en zelfs op de namaakschilderijen die haar muren versieren.
Stuk voor stuk negentiendeeuwse taferelen waarin Russische aristocraten
figureren. Bij Valentina hebben zulke beelden niets protserig.
We zijn al door een halve fles vodka, als we beslissen om
met ons vriendengroepje een spelletje te spelen.
Geert, jij begint.
Geert steekt al zijn hand uit. Andy moet natuurlijk de
grap produceren: Pas maar op dat je niet de zwarte trekt.
Er zit maar 1 zwarte in het hele zakje. De zwarte betekent:
rimmen.
We gaan elkaar verwennen, aldus de bedenkster, op basis van
de M&M die we trekken.
Het is een inval van Karen. Karen is een weegschaal, die
zijn wel gevoelig voor rituelen en alles wat rechtvaardig overkomt.
Ik herhaal voor mezelf de regels, terwijl onze gastvrouw
rond gaat met het zakje. Valentina, niet voor niets een leeuwin, is tot
spelleidster gebombardeerd.
Wat vind ik nou interessanter, dat we met ons vijf op punt
staan om groepseks te hebben of het vooruitzicht dat ik er straks kan over
schrijven?
Nee, voor 1 keer wint de vleselijke realiteit het van de
schrijflust. Ik hoop al dat ik een rooie M&M uit het zakje neem. Dan mag ik
straks de strakke jeans van Tines benen pellen, om in haar verslavend vocht te
duiken. En dan maar zien dat ik haar goed gek krijg, ik wil dat statige kind
wel eens losser zien. Ze heeft een hete kachel in haar broek, maar ze houdt
zichzelf zo in bedwang. Als Vissen zou ik het hedonisme moeten losmaken in die
gereserveerde Steenbok.
Ik trek geen rooie, maar een gele. Niet erg, t is een
begin. Ik mag aan Tines tepels zuigen. Als ik haar zo gek krijg, manoeuvreer
ik mijn hand wel strategisch lager. Dan lik ik de regels van dit spelletje wel
aan flarden.
Praktische Geert, heeft nog een vraag:
Zeg, gaan we nu al die handelingen allemaal tegelijkertijd
doen? Of koppel per koppel?
Wat maakt dat nou uit?, zegt Valentina lekker Russisch
bot. Ze blaft vooral Geert steeds zo af. Ik stel me haar voor in een strak
sm-pak. Zodat ze Geert, die zagenvent eens goed kan domineren. Eens laten
kwelen door hem te berijden met een strap-on.
Voor een leeuwin, is Valentina eigenlijk best kinky. Vooral
in haar hoge laarzen en smal sluitende bordeaux rok.
Maar goed, eerst Tine maar.
Hoe begin je aan zoiets? Graaien naar de tieten van een
vriendin die je tot voor kort enkel zedige kusjes op de wang gaf en slechts bij
hoge uitzondering eens aanraakte, als er al genoeg alchohol was gevloeid.
Klinkt moeilijk in theorie, maar in de praktijk blijkt toch
weer vaak dat je een vrouwentiet het beste graait door er je hand op te leggen.
Liefst op een kordate manier. Als ik zacht genoeg kneed, is ze al snel op haar
gemak. Een trage aai langs haar lippen. Met zachte druk de lippen scheiden. En
dan komt ze zelf al dichter geschoven voor een kus.
Achter mij staat Geert op. Aan die jongen is natuurlijk een
priesterroeping op een haar na gepasseerd. Die pezewever herinnert zich dat hij
een lief heeft. Had ze dan meegebracht hé, kemel. Hoewel, wil ik aan een wijf
zitten dat voor Geert gevallen is? Waarschijnlijk niet. Geert is rijk, maar nu
ook weer niet zo rijk dat hij een echt interessant ding kan opscharrelen.
We doen met zn allen slappe pro forma pogingen om hem te
overtuigen dat hij moet blijven.
Kwestie van helemaal zeker te zijn dat hij het aftrapt, zeg
ik:
Ach kom, ge gaat mij niet wijs maken dat uw lief in de
zelfde omstandigheden niet eens goed van haar gat zou geven.
Geert is geshockeerd. Heerlijk toch, van die mensen die nog
te shockeren zijn.
Lieselotte die zou nooit zo iets doen!
Nee, vast niet. Waar hangt ze trouwens uit?
Ze werkt met haar thesispartner in het labo.
Andy herhaalt met nadruk werkt, geveinsd jolijt alom en
exit Geert. Meer gevallen engelen voor mij.
Andy heeft zon onrustige kop van een vent die te snel
klaarkomt, dus daar zijn we straks ook rap genoeg van verlost.
Het liefst zou k Valentina en Tine mee naar Valentinas
slaapkamer krijgen. Dan mag Andy zich uitleven met Siska. Geen idee welk
sterrenbeeld ze heeft. Vergeten vragen en dat op zich zegt al genoeg.
De kloterij is dat Valentina en Tine niet kunnen delen, dus
dat wordt kiezen. Astrologisch gesproken zou ik voor de steenbok moeten gaan.
Maar Valentina heeft zon verrekt lang krullend haar, tot
bijna op haar billen. Astrologie of geen astrologie, in de regel heb ik het meer
voor brunettes.
Tine is tenslotte altijd nog te versieren, bij Valentina
moet ik oppassen, die krijg ik alleen in bed als ik in een manische periode
zit. Leeuwenvrouwen kicken van alle vrouwen het meest op zelfvertrouwen en
charismatische uitstraling.
Aan wat denk je?, vraagt Tine als ze merkt dat ik met
minder concentratie streel.
We zijn de enige twee die elkaar aanraken, het vertrek van
Geert heeft de volgorde verpest.
(het embryonale eerste deel wordt vervolgd met embryonaal
deel 2)
Dagboek van een schrijver: Pa, wat had ik je graag die Thunderbird gekocht
De Vlaamse auteur (die mens is
gepubliceerd, dus t is een auteur en geen schrijver gelijk ik hier) Yves Petry schrijft:
De zonden van de vaders zullen
geërfd worden door de kinderen. Zonen zullen hun vaders wreken of hun schuld
inlossen, of ze nu willen of niet. Van de eigen achtergrond en familie kan
niemand zich ontrukken, hoe hard men het ook probeert. Uiteindelijk blijft de
familiale band het touw waarmee men zichzelf wurgt.
Vannochtend schoot ik nog eens
jankend wakker. Het is weer enkele maanden geleden dat zon ochtendschrijerij
mij nog eens overkwam. Dat komt omdat het mij enkel gebeurt als ik eens een
keer uitslaap.
Ik droomde dat mijn vader mij s
avonds van de ouderlijke woonst in Erembodegem terug naar Gent voerde. Tot we
in Gent aankwamen was de hele setting in de droom middeleeuws donker. Ik voelde mij weer eens
gedeprimeerd, machteloos en vernederd door de onzichtbare mensen die de mainstreamtouwtjes
in handen hebben.
Toen we in Gent aankwamen brak de
zon door en bijna magisch licht kaatste van de zandkleurige gevels. Gent in
mijn droom leek helemaal niet op het echte Gent, maar had een middenoostelijk
tintje.
Ik begreep dat aankomen in Gent al
mijn zorgen haast letterlijk deed smelten voor de zon, er overviel mij een
tomeloos gevoel van vrijheid en van levensvreugde.
En ook van schuld. Schuld, omdat
mijn vader terug zou rijden naar dat mistroostige dorp bij de Dender, waarvan
de anti-levensfilosofie van de bewoners, vervaarlijk als een bezwerend schild
fungeert.
Dat dorp waar hij al jaren
stilletjes aan het sterven was met luide rockmuziek op de achtergrond.
En ik, egocentrische zoon, vluchtte
van dat donkere hol en neukte, zoop en schold er op los hier in Gent.
Terwijl hij opstond om 4u20 om te
gaan travakken in de plaatselijke goelag, om de decadente (geen overdrijving)
studentenjaren van zoonlief te bekostigen.
Dromen over mijn vader zijn altijd
sequels van vorige droom. Dus ik droom eigenlijk een familiesoap. In de
nieuwste afleveringen is het altijd zo dat wij hem dood waanden, maar dat hij toch
bleek te leven.
Na een zwijgzame rit naar Gent,
wilde ik het hem zeggen dat ik hem graag zag. Ik zei dat het zon hel was toen
we dachten dat hij dood was.
En toen schoot ik wakker met die
tranen gevuld van schuldgevoel, omdat ik de verwachtigen die men als klein kind
van mij had, niet waar gemaakt heb.
En ik mijn vader dus geen originele
thunderbird heb gekocht, zoals ik als grote jongen in een klein lichaam van
plan was. Toen jij en ik er nog heilig van overtuigd waren dat ik het helemaal
zou maken.
Lang voor ik mezelf degradeerde tot een kleine
jongen in een middelgroot lichaam.
De lengte van mijn blogposts ramt finaal de fastlitcultuur
in de flank.
De fastlitcultuur is echter harder en baf, daar ligt het
leespotentieel van mijn post al grotendeels aan diggelen.
Onderstaand kortverhaal heb ik in geen geval gestolen/cadeau
gekregen van een leerkracht (een échte, geen sopoetnik- fellow traveller- gelijk
ik), die verder zijn naam niet op mijn blog wil zien verschijnen. t Is een
kerel die er staat, die content is in zijn job en dus niet elke dag droomt van
die ene bestseller om eventjes het gevoel te hebben dat hij iets aangevangen
heeft met zijn leven.
Bon, t is de ruwe versie, die ik online gooi.
Net gebeld geweest door Kristien Hemmerechts trouwens. Dat
kind was blijkbaar op een artikel van mij over Palestina gestoten.
Vroeg mij of de Palestijnen het soms hebben over het feit
dat Hamas de sharia wil invoeren in de Palestijnse gebieden.
Ben drie weken in Palestina geweest, heb dagelijks met een
stuk of 20 mensen gesproken, maar ben er geen ene tegengekomen die wakker lag
van de sharia.
En Kristien klonk vrij verlekkerd toen ze het woord sharia
uitsprak. Misschien kickt ze er stiekem op om seksueel compleet onderworpen te
worden door een stel bonkige machos
Its always the one you least expect.
Nu goed, het verhaal:
t is nu wel officieel, Gerrit is doorgebroken., zegt mijn
vrouw terwijl ze haar boodschappen volgens haar licht neurotische opbergsysteem
in de keukenkasten rangschikt.
Misschien heb ik er echt nog hoop in als ik vraag:
Hebben ze enkele van zijn gedichten gepubliceerd?
Die ze kan dan iedereen zijn die genoeg literair aanzien
heeft om mijn maat om te toveren, spoorslags van het land van de hobbydichters
naar het rijk van kortweg dichter.
Ha, roept ze schamper. Ja, misschien als hij het niet
overleeft, dan is zijn werk vast wel hot.
Mijn vrouw heeft de onhebbelijke gewoonte om mij in medias
res met nieuwe informatie te bestoken. Een gevolg van haar wolfsvraat van
jeugdboeken? Ze groet ook nooit of vraagt ook nooit simpelweg hoe mijn dag is
geweest. Nee, ze begint gewoon te vertellen over hoe de hare is geweest of ze
gooit er een gedachte uit waar ze al een hele dag mee zit. In het begin was dat
vervelend, maar het shot mijn hang naar formaliteiten wel lekker loeihard tegen
de schenen. Ik blijf er mij nochtans aan ergeren, want ik ben koppig en ik
blijf bijvoorbeeld ook hardnekkig
klampen aan rooskleurigheid.
Wat zou hij dan niet overleven? Zijn dipje? Ach, what
doesnt kill you only makes you stronger, toch? Hij moet blijven schrijven en
blijven insturen.
Mijn echtgenote draait met haar bruine bambi-ogen.
Verraderlijke dingen die maken dat ik haar niks kan weigeren.
Ja, venti, dat kun je wel zeggen. Maar vertel mij eens hoe
je sterker uit een hersenbloeding komt.
Als ze het dan uitgesproken heeft, is het al alsof ik het al
wist. Wat wil je ook? Die kerel draaide werkweken van 70 uur en meer. Hij stond
al om vijf uur in het warenhuis. Voor ziek personeel sprong hij zelf in. Als s
nachts de vriezers uit vielen, rushte die zelf naar ginder om te sleuren met al
die diepvrieskippen. Een germanist die vleeswaren gaat redden van een
voortijdige smeltdood. Wat bezielde hem?
We hebben het hem vaak genoeg gevraagd. Nooit een plausibele
uitleg gekregen. Misschien had zijn eerste lief dan toch gelijk. Gerrit loopt
de ratrace waarvan elke West-Vlaming als baby al het genetische startschot
voelt zinderen in zijn lijfje. Van de kloten is natuurlijk dat er geen finish
zijn. De vraag is ook of er andere tegenstanders zijn in de race. Andere dan de
geprojecteerde sluimerambities die t zuur geven aan die hermetische
boerendorpen van de Westhoek. Als die collectieve dwingelandijen benen krijgen
in je kop, schiet dan maar uit de startblokken als het eerste orgasme van een
gefrustreerde puber die nog nooit aan de melkerij van zijn buurmeisje heeft
mogen zitten.
Zeg, wat zit je nou zo te denken? Zou je die maat van je
niet liever een bezoekje brengen, daar bij die slachters in hun witte jassen.?
Mijn vrouw heeft een ouder verloren op de operatietafel.
Heeft ze de geneeskunde nooit vergeven. Mijn vrouw doet niet aan vergeven. Ik
ben net thuis van mijn werk. Bijzonder veel zin heb ik het niet om terug de
winteravond in te trekken. Maar ja, die dwingende bambi-ogen. Ik heb nog niet
bevestigd of ze vraagt al wat ik als cadeau zou kunnen meedoen.
Lectuur allicht. Als Gerrit tussen vier muren ligt zonder
boeken of kranten wordt hij zot.
Mijn vrouw klapt, misschien niet eens met opzet, luid een
kastdeur dicht. Zeg, laat het uit, hé. Die gast heeft net een hersenbloeding
gehad en jij gaat aankomen met een paar kleppers zeker? Slecht voor zijn
bloeddruk. Ik flans hier wel een fruitmand in elkaar.
Gerrit, de kerel met de grootste onderscheiding die
makkelijk had kunnen doctoreren als de lange armen op de faculteit verbonden
waren geweest met andere rompen, zonder bezigheid zetten? Das dan wel goed
voor zijn bloeddruk?
Hoe zit het trouwens met onze eigen Gerrit? Heb je hem van
school gehaald?, vraagt ze terwijl ze een houten dienblad weet te presenteren
als een fruitig kunststuk.
Nee, ik heb hem vandaag maar eens laten staan aan de
schoolpoort. Erger zelfs, ik ben drie keer voor zijn neus langsgereden zonder
hem mee te nemen. Elk kind loopt wel een trauma op. Dus dan geef ik het hem liever
zelf, dan hebben we dat ook gehad.
Ach, laat die ironische bullshit achterwege. Je weet dat ik
daar niet tegen kan. Waar is hij?
Hij is boven aan het spelen met zijn treinen.
Mijn vrouw kijkt boos op van haar ersatzfruitmand.
Hoezo aan het spelen? Moet ik weer de boeman gaan spelen?
Je weet toch dat ze deze week proefwerken hebben? Tot acht studeren en dan een
half uurtje spelen. Dat hebben we toch zo afgesproken?
Ik zucht en slof naar de kinderkamer, de kleine van zijn
treinen sleuren, is net dat ietsje moeilijker dan een regiment keizerminnende
Japanners van een eiland jagen. Maar goed, banzai maar. Ik herhaal voor mezelf
nog eens die mantra: je bent zijn papa, niet zijn vriend.
In de hospitaalkamer, zeg ik het is allemaal vers gekocht,
hoor, en in de druiven zitten geen pitten. En zo te zien zit er in Gerrit ook
geen pit meer. Ik had gerust boeken kunnen meebrengen, hij zou ze toch niet
aangeraakt hebben.
Ik zet me naast hem in een stoeltje en zonder een woord te
zeggen kijken we samen naar een hersenloos belspelletje op tv. De vraag die ik
mij vooral stel is, waarom hebben we onze kleine ook weer Gerrit genoemd?
Juist, omdat we die zo astronomisch intelligent en
onstuitbaar ambitieus vonden.