De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot What we think we become
30-05-2009
Stultocratie
Verkiezingen: loterij zonder prijzen
Als verkiezingen iets konden veranderen, waren ze al lang
afgeschaft, dixit de broer van mijn grootvader uit Hofstade, de cynische
hoofdstad van Vlaanderen.
Vorige verkiezingen:
Ik ben op weg naar het stemhokje en bots op één van mijn
vele tantes.
Voor wie heb je gedaan?,vraag ik.
Voor dienen met zijn bril.
Ja, maar hoe noemt hij?
Ja, dat weet ik niet, ze manneke, dat zijn toch allemaal
dezelfde ze, William.
100 meter verder.
Nog een tante, die stemmen in de eerste plaats ziet als een
van hogerhand opgelegde rookpauze.
Zelfde antwoord.
Nog wat verder op, een verre kennis. Eeuwig met een witte baseballkap
op zijn kop. Geen idee wanneer die in de mode is geraakt. In Vlaanderen wordt
helemaal geen honkbal gespeeld.
Ik stem altijd voor de politicus met de gekste naam.
Democratie.
Heerlijk.
Al een geluk dat de oom van mijn grootvader gelijk heeft, of
ik zou mij nog zorgen gaan maken.
een frontale aanval op ingegraven mitrailleurposities met zwaar geschut in tweede linie. Een schoolse herhaling van de landing te Gallipoli zo waar!
We gaan de klasjes Frans een beetje cultuur proberen bijbrengen. Dit in de vorm van Franse liedjes via youtube in de computerklas.
Wat is uiteindelijk het ergste dat kan gebeuren? Een Albanees die ze met pet en al door een pc-scherm rammen? Een Turk die ze wurgen met het snoer van een muis?
De negroïde Braziliaan werd reeds overgeplaatst, omdat hij het slachtoffer werd van een soort discriminerende Apartheid. Dus die zit nu terug safe.
De lokale Turkse Ku Klux Klan zegeviert, 1 AA is terug raszuiver!
Het heeft niet veel gescheeld of de bomen op de speelplaats droegen vreemd fruit!
De liefhebber kan op youtube zoeken naar het liedje 'Strange fruit', om te zien wat ik exact bedoel.
'Ik vind het wel heldhaftig hoor wat jij doet. Voor BSO-klassen gaan staan.'
Als iedereen toch alles behalve een Vlaming in mij ziet, ben ik vanaf nu half Perzisch, een kwart Mongools en een kwart Huns. Ik ben sowieso geen Vlaming te noemen, noch uiterlijk, noch qua karakter, noch qua gedrag. Het enige wat ik met een Vlaming gemeen heb is een volstrekt gebrek aan elegantie en het ontbreken van elke muzikale aanleg.
De Iraanse dualiteit ligt mij veel meer, de oud-Iraanse tradities als Nov Ruz vind ik veel specialer en filosofisch diepgaander dan al onze emotieloze, geroutiniseerd zakelijke pro forma gebruiken hier. Al onze feestelijkheden zijn om bij in slaap te vallen, het enige waar we fier op zijn, is dat we veel kunnen eten.
Als Vlaanderen ooit opgaat in een ander land, is de enige logische keuze: Duitsland.
Dus vanaf nu: 'mijnheer, van waar komt u?'
Iran.
Tenzij in de luchthaven van het (schijn)heilige land, want dan ben ik eventjes terug Vlaming.
Het Horstwessellied (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Horst-Wessel-Lied) raakt onderhand wat gedateerd en Duits is bij de bevolking toch niet al te populair.
Dus het Vlaams Belang ging op zoek naar een nieuw clublied (om te zingen als de deuren dicht gaan natuurlijk ter maximalisatie van de gezelligheid)
Eentje dat eventjes overwogen werd was:
'Et moi, et moi, et moi' van Jacques Dutronc (zie: http://www.youtube.com/watch?v=TPKACL6Z0-c)
De tekst sloot vrij goed aan bij de gemoedstoestand van de aanhangers en er viel te marcheren op het ritme.
Maar de Franse taal stootte hen uiteindelijk toch te veel tegen de borst.
'Waarom roste, krolse Mata Ruivi liever diarree spettert op de pagina's van De Morgen dan op die van de Brandenburger Zeitung'
Samen met Egmont, een geneeskundestudent, sta ik te Brussel Noord, te wachten op eerst zijn trein en daarna de mijne. Het gesprek is richting de stoïcijnse dood (met ondertonen van seks, rock 'n' roll en vrijgevochtenheid) van mijn TV (teergeliefde vader. Als kind las ik Nero) gekabbeld. Ik ging er vanuit dat Egmont al wist dat mijn TV naar het Walhalla was (als hij mocht kiezen waren de dames van de Walkure-taxidienst waarschijnlijk allemaal brunettes met sixties kapsels in mini-rok die op een punkish ingerichte zolder aan conceptual art doen, een beetje zoals The Factory van Warhol), omdat ik zo'n talent voor valse hoop heb, dat ik nog steeds denk dat toch minstens iedereen die mijn thans semi-gezwollen face (gebeten door een spin) kent ook mijn blog leest.
Ik doe voor de zoveelste keer de schrijnende ende vreeschelijke vertelling en Egmont luistert naar mij als wilde hij mij het gevoel geven dat mijn leed op dat moment het belangrijkste ter wereld was. Goeie luisteraar die Egmont. 'You have suicide genes' luidt zijn geparafraseerde conclusie. 'Pas maar op'
Allemaal leuk en wel, maar ik hou niet van exibitionistisch eenrichtingsverkeer, dus we graven ook even in de psychologische achtertuin van Egmont. Hij heeft er last van dat hij stil schreeuwend, paniekerig wegloopt van zodra mensen een engagement van hem verwachten (heb ik zelf nou niet bepaald last van, de enige persoon die mij van een gebrek aan medeleven kan betichten, ben ik zelf). Zijn papa heeft hem als kind zo gebrainwasht en zo -klassieker- zijn ambities op zijn zoon geprojecteerd, dat hij nu altijd vrij wil zijn en al snel naar lucht moet happen van zodra iemand mede zijn leven probeert te bepalen. Dat mechanisme beseffen, leidt tot nog toe niet tot een bijgestuurd gedrag. Egmont komt terecht in penibele situaties door als een verdwaalde kogel te fungeren in zijn relaties.
Ook knap lastig, maar bij mij zit het anders in elkaar. Ik ervaar de geprojecteerde ambities van mijn pa niet als alien. De clichématige conclusie van ons blitzgesprek luidt nog dat 'opvoeding altijd een beetje beschadiging is'
'Ouders zouden hun eigen kinderen niet mogen opvoeden' (als tiener las ik Gulliver's travels)
Ik weet nog dat ik als kind loog of toch overdreef dat mijn vader niets naliet om zijn ambities over te zetten op mij. Als ik dan faalde was het zogezegd mijn fout niet, want pa had mij gepusht in een richting die de mijne niet was. Voor indekking had ik ongetwijfeld talent, maar van zodra iets mij te makkelijk afgaat, zoek ik een andere uitdaging op, dus ik dek mezelf niet meer in.
Binnenkort hebben we hier katjes in huis. Eens zien of ik mijn ambities op hen kan projecteren. Misschien wordt er dan eentje leadgitarist bij de resurrectie van de band 'Les chats sauvages' en misschien schrijft een ander katje dan de onverbiddelijke bestseller 'Waarom roste, krolse Mata Ruivi liever diarree spettert op de pagina's van De Morgen dan op die van de Brandenburger Zeitung'
Gratis exemplaar bij aankoop van drie Whiskas-producten.
(tenzij de Oxfam-wereldwinkels al eerlijke dierenvoeding verkopen)
Ik neem plaats in de stoel van Hassan the barber, 15 jaar
oud, en de enige jongen in 3 Haarzorg B. t is voor een scheerbeurt. Waarom het
zelf doen als de haarzorgrichtingen voortdurend nood hebben aan modellen? Ze
evalueren permanent in die klassen, Hassan krijgt punten om mij glad te
scheren. Bij het binnenkomen heeft hij mij al eens goed liggen gehad, hij heeft
mij de hand geschud, nadat hij eerst zijn pollen vol haarlak had gespoten. Zijn
broer in 2 Handel probeert mij dat ook altijd te lappen, maar dan met de flacon
parfum van een klasgenote.
Voor hij begint legt hij het scheermes één tel tegen mijn
keel. Zijn juf moet al direct dreigen om hem een nota in zijn agenda te geven. What
the hell zou ze daar dan in zetten, vraag ik mij af. Uw zoon dreigt er mee de
strot van een collega open te leggen. Gelieve hem hiervoor op de vingers te
tikken. Schooltje spelen in VN-stijl.
http://www.youtube.com/watch?v=eLHlzSeuJ50
gaat onvermijdelijk door mij heen als het mes langs mijn wang schraapt, maar
Hassan houdt het verder kalm. Hij neuriet wel een speciaal deuntje. Ik vraag
hem welk liedje dat is. Trying to make conversation, heten ze dat. Het antwoord
van Hassan: Dat is het traditionele lied bij het offerfeest, als we een schaap
de keel over snijden.
Gezellig.
Ik hoef niet te betalen, toch één pluspunt. De juf zucht: Nog
enkele weken en dit schooljaar hebben we ook weer overleefd.
Nog even langs de lerarenkamer. Een collega staat met de
klink van de deur in de hand en zegt met een zucht en de blik gericht naar
binnen: Kom, nog enkele weken en we hebben het weer overleefd. Hij knikt mij
vriendelijk toe en gaat er vandoor. Een agenda onder de arm, waarschijnlijk
van weer zon kapoen die hem met de dood heeft bedreigd.
Ik zit twee minuten in een zeteltje met de metro op schoot
(iemand voorziet de school met een dagelijkse voorraad aan metros) en dan gaat
de bel. Een vrouw staat op met een zucht en zegt: Tot de speeltijd overleven
we het wel.
Buiten op die speelplaats staan 10 000 bloeddorstige Zulus,
zou je denken.
Maar het zijn maar 200 pubers die hun rechten kennen.
Thesis in de kijker: de correlatie tussen gazonhoogte en politieke voorkeur
Mei is thesismaand, dus wij gingen op zoek naar een
interessante thesis, bij voorkeur eentje die er wat tussen uitspringt. We
klopten aan bij Johannes van der Walle (eigenlijk gewoon een kotgenoot, kwestie
van tijd te sparen), student Pol en Soc (dat zijn die mensen die nee, dank u
zeiden tegen de richting Rechten en veel vrije tijd uitstekend weten te
combineren met een universitaire opleiding)
Hij onderzoekt of er een verband is tussen de zorg die
mensen besteden aan hun gazon en de bolletjes die zij kleuren in het stemhokje.
Om deze blog entry voor de verandering eens heel kort te houden:
Ja, Johannes vond dat verband. Zijn indrukwekkende database
aan gegevens (om die te verzamelen deed hij zich onder andere voor als een
huis-aan-huis-verkoper van kunstgras, tot hij besefte dat er misschien ook een verband
bestaat tussen de bereidheid zon verkoper binnen te laten en politieke
voorkeur en hij dus maar gewoon over hagen klauterde gewapend met meetlat) wees
uit:
Hoe korter en verzorgder het gazon, hoe rechtser de eigenaar
of bij uitbreiding het gezin
Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik niet echt geloofde in de
slaagkansen van mijn kotgenoot. Tot ik even bij de buren ging checken. Aan de
ene kant zijn ze bij mij thuis voor het Vlaams Belang (tenminste de
grasbeheerder van het gezin is dat) en inderdaad dat gras is korter dan kort,
daar voelen de mieren zich bekeken. Aan de andere kant zijn ze CD&Vers staat
op hun hoofd te lezen- en dat gras is ook akelig kort en onderhouden. Het gezin is namelijk lid van de Manische Grasmaai Bourgeoisie en verpest de leute van de zonnekloppers in de buurt door hun grasmachien buiten te halen van zodra er een streep zon is en dat ding van hen klinkt als een neerstortende stuka bestuurd door een obese mof met kinkhoest. Enfin, we gingen het kort houden. Mijn mama
en wijlen mijn papa zijn links en inderdaad: het gras wordt pas afgereden als
het niet anders kan.
Ik moet ook denken aan mijn grootvader die voor het Vlaams
Belang is (voornamelijk om alle andere politieke partijen te kloten, hetgeen inderdaad elke keer weer een efficiënte strategie blijkt, we moeten het hem meegeven) en die
komt zelfs speciaal van vakantie helemaal alleen om zijn gras af te rijden.
Doet hij al jaren. Langer dan twee weken van huis weg? Nu, die neemt de trein
terug en rijdt zijn gras af.
Morgen eens vragen aan mijn vreemdelingenlegioen op school hoe
hun gazon er thuis bij ligt.
We wensen Johannes alleszins veel geluk. Ik betwijfel nog
steeds dat zijn proffen er de ernst van zullen in zien, maar hij heeft er echt
veel werk in gestopt en zijn aanpak is ook echt wetenschappelijk onderbouwd,
dus eigenlijk verdient hij wel om er door te zijn. Er worden grotere prullen
ingeleverd morgen en de komende weken.
PS voor de liefhebbers: mensen die daadwerkelijk kunstgras
in hun hof hadden liggen, er waren er zo enkele, heeft Johannes buiten zijn
onderzoek gehouden.
Flashen, Spuiten, slikken, snuiven, Chinezen, wijn zuipen en
zwijmelen op de rand van zedenschennis met romantisch idyllisch zicht op
Hollandse zeilbootjes en nu happen naar lucht
Een mens leidt maar één leven, maar de meesten onder ons
dromen toch al eens van één of meerdere plottwists en alternatieve scenarios
ter uitdieping van hun in termen van dimensionaliteit zeer beperkte bestaan. De
eerdere beschrijving van de seksgeschiedenis van een herenhuis kadert daar in.
En nu volgt na de fictie de werkelijkheid of alleszins mijn versie daarvan.
We zitten aan de Graslei. We zijn Dieter, Elke, Maryam en
ik. De lekkerste dates zijn die tussen twee koppels. Het herenhuis bestaat en
ligt hier een kilometertje of zo vandaan. Hier is die Graslei, een autoloze
strook langs een kalm riviertje waarvan de oevers op dit punt bezaaid zijn met
eetgelegenheden en terrasjes. Het leukste blijft om die peperdure etablissementengordel
straal te negeren en je zitvlak op de stenen langs het water neer te planten.
In de hand een fles wijn of een zak koffiekoeken, al naar gelang het tijdstip
van de dag.
Wij vier hebben royaal gevulde bakjes rijst en kipgerechten gehaald
bij de afvalchinees Een woord dat rechtstreeks resulteert uit het kenmerkende
mompelgewauwel van auteur dezes. Dieter is mijn vaste tekenaar voor
korteademprojecten, Elke is zijn vriendin, Maryam Djun is mijn Azzizam. Samen
zijn wij vier jonge mensen die elk op hun manier hun slice van the big world
cake willen inpikken. Drie boogschutters en één Vissen (ikke), astrologisch wil
dat zeggen: vier mensen die van nature aangetrokken worden door extremiteiten,
hoogoplaaiende, conflagrerende avonturen en maximalisme. Misschien ook een
streep zelfverheerlijking in de Vissen, die streep die niet strookt met de
streep opportunisme, want zelfverheerlijkende fictie verkoopt zeer slecht in
een land waar een even ergerlijke als makke bescheidenheid hét streekideaal is.
We zitten hier al een hele tijd, met het weer hebben we het
echt getroffen. Saint Tropez zomers warm met een Hollandse zeilbootarmada die
het oog graag mag strelen. We zijn jong, hebben honger naar alle mogelijke
Epicuristische uitspattingen, zijn geil, want het is warm en zijn gezond van
lijf en leden. We got money in our jeans and were really gonna spend it
right.
Wijn gieten we vlot binnen, coke snuiven we niet, erover
palaveren doen we wel en mijn enthousiast vertelde, hoewel ook waarschuwende,
anekdotes gebaseerd op mijn beperkte ervaring met deze sneeuw van de Andes zelfs
mijn huisarts lacht mijn cokeflirts weg -, ontsteekt duidelijk het
experimenterende vuur in mijn tekenaar, die als kunstenaar trouwens zeker zijn
look mee heeft.
Op weg naar de nachtwinkel voor de volgende twee flessen
droge, Zuid-Afrikaanse witte wijn, vraagt hij of ik dat meisje kan contacteren
dat aan het zuivere spul kan raken. Dat meisje dat een kerel kent die hippe
feestjes geeft voor het rijke volkje op speciale locaties zoals kerken. Ja,
via facebook kan ik haar wel een bericht sturen Teleurstelling bij mijn maat. Dat
is een veel te grote omweg. Hola, hij wil de knetterervaring van stampvoetende
Boliviaanse fanfares die langs de zenuwbanen van je hersenen marcheren, nu
meteen ervaren. No can do, ik ben al mijn telefoonnummers pas verloren, inclusief
het nummer van het meisje met de stofzuigerneus die op moment van bloggen
waarschijnlijk een thesis schrijft op chemische discipline.
Dan maar alcohol, het is lang niet hetzelfde, die kick, maar
het is beter dan de socioculturele geknechtheid van een nuchtere Vlaming. De
uitbater van de nachtwinkel ontkurkt de flessen en roept ons bij het buitengaan
vrolijk toe: Tot straks!
Bij terugkomst bij onze vrouwen hangt er seks in de lucht. Elke
heeft al een keer of acht haar bloes express hinderlagig laag getrokken, haar
fraai balkon wijst voornamelijk pesterig mijn richting uit. Maryam vindt het
hilarisch dat ze dat durft. En ik zou geen vent zijn, als het niet het nodige
effect sorteert. Telkens ze het doet ramt ze een opjuttend seksshot in mijn
kop. Elke droomt er luidop van om bejaarden een hartaanval te bezorgen door eens haar D-cup te flashen. Potentieel aangebrande situatie, maar wel zo veilig. Elke is van Dieter en
ik ben van Maryam, daar bestaat niet de minste twijfel over. Maar we maken
onszelf maar iets wijs als we niet elk voor zich minstens heel even denken aan
een one-night-stand uitwisselingsproject.
Hoe het dan de volgende dag verder moet met de vriendschap
en de krijtlijnen tussen de partners, dat is zo één van die vragen die de
gelukkige neiging hebben om hulpeloos te verzuipen in alcohol. Ik zit al met
mijn hand in Maryams broek. De zedenschennis is redelijk officieel. Onze meer
vrijgevochten Noorderburen hebben er vast geen probleem mee, ze leenden ons al
met veel plezier twee vorken om net iets praktischer te kunnen Chinezen, maar
er lopen hier wel flikjes rond en die extreem-rechtsen in uniform vooroordelen
zijn gratis voor iedereen- die hebben het toch niet zo begrepen op vingeren in
vol publiek.
Dieter zie ik voor het eerst onstuimig Elkes amandelen of
toch die regio (misschien zijn Elkes amandelen wel geknipt, zo goed ken ik
haar ook niet, al zeker niet van binnen) op een diepgaande inspectietocht
trakteren. Het halve kortverhaal de seksuele geschiedenis van een groot
herenhuis heeft ons gesprek een handige springplak naar hete ontboezemingen
gegeven. Elke die zich zoals iedereen in mijn omgeving er terdege van bewust
is dat alles wat ik hoor potentieel schrijfmateriaal is- vermeldt terloops dat
een ex haar al eens penetreerde met een wijnfles. Dat pikt wel, maar niet erg,
hoor. De fles was waarschijnlijk niet afgewassen. Een bepaalde scène uit het
kortverhaal ontlokt ons uitspraken over beffen tijdens de maanstonden. Ik zeg
met onverholen trots gun mij daar ook eens een gram van- dat ik in sommige
relaties, niet de huidige, wel eens van onder de lakens opdook met een mond vol
menstruatiebloed. Dat smaakt naar ijzer, weet Maryam als dokter in spe en ik
bevestig. In zoverre dat je dat smaakt, want het komt dan wel overal te
plakken, maar je krijgt er nauwelijks iets van naar binnen.
Waar we alle vier stiekem en minder stiekem aan denken,
wordt een stap dichter bij realisatie gebracht als we verleggen naar het huis
van Dieter en Elke. Op redelijk originele wijze doen die twee laatste dat, want
zij zijn met de kano gekomen. Dus zij peddelen en wij lopen mee langs het
water. Die kano moeten we even later uit het water hijsen en naar huis dragen,
waar we hem net kunnen droppen in de gang. Daarna gaan mijn fictie heeft de
eigenaardigheid om te fungeren als self-fulfilling prophecy- de kleren uit.
Tenminste bij de jongens en dan alleen het bovenstuk. De
meisjes spelen hun BH kwijt, maar behouden verder hun kleren. Dus so far, so
decent nog. Verder komt het ten andere ook niet, want Elkes maag die trouwens
al lang gebroken is- vindt het nodig om, misschien, maar heel waarschijnlijk
niet uit morele overwegingen scheidsrechter te spelen en onze licht decadente activiteiten
stil te leggen. Dieters vader die ons even gezellig vervoegde eerder op de
avond zei het nog: De Romeinen, die wisten wel wat goed leven was. Mja,
misschien toch weer eens Ovidius gaan lezen, om te zien hoe je dat praktisch
regelt zon orgie, want ons lukt het alleen in fictieve versie.
Als de maag terug gekalmeerd is en wij duizend keer gezegd
hebben dat Elke zich NIET moet verontschuldigen voor haar misselijkheid, want
dat kan iedereen overkomen, we vinden het alleen spijtig dat zij dat moet
meemaken. Kotsen van zattigheid is toch een beetje sterven, niet waar.
Tot zover de decadentie die wij als jongmensen op tijd en
stond graag najagen. Geen groepseks, maar ook geen bevreemdend ontnuchterend,
naakt ontwaken de volgende ochtend. Memorabel is de avond wel. Elke woelt en
woelt, wrijft in haar slaap met haar hand bijna permanent door mijn haar,
terwijl ze bijna zeker weten- droomt dat ze een hamster is of zo. Ze piept en
snuffelt en draait wild om en om. Geheel onlogisch is dat vermoeden niet, want
Elke verdient haar geld als dierenverzorgster. Maryam en ik zouden het willen
navragen, of ze inderdaad droomt dat ze een nieuwsgierig rond trippelend
beestje is in haar slaap, maar we zien haar niet meer wakker. Niet omdat ze
Jimi Hendrik achterna gaat in een vroegtijdig heengaan, verstikt in eigen kots brr,
de gedachte alleen al -, maar omdat we er omstreeks half zeven van onder
muizen.
Nog even een surrealistisch moment als we over een kano heen
moeten kruipen om bij de voordeur te komen. Buiten gaat het traag, want de
drank hangt nog in ons lijf. We gaan zelfs af en toe zitten op een bankje in de
ochtendlijke zomerzon. Ik merk op: Vroeger ging ik rond dit uur 12 kilometer
lopen Seksloosheid verhoogt als geen enkel steroïde de sportiviteit.
Maryam merkt op: En Boelie dacht dat zijn studententijd er
op zat. Bijna thuis, op nauwelijks 100 meter van een andere goeie vriend van
ons, Pieter-Jan, stormt Maryam opeens af op een bloemenperk en ledigt op haar
beurt haar maag. Iets waar we op dat moment niet echt om kunnen lachen, maar
achteraf wel en dat zelfs hartelijk. Het spreekt alleszins van ontegensprekelijke
liefde als je iemand nog steeds mooi vindt als ze haar avondeten van gisteren
er uit gooit. Het mooie, ravissante kotsende meisje. Enkele uurtjes slapen in
ons bed en dan groepseks met twee. We hopen van Dieter en Elke hetzelfde,
terwijl we enkele krachtige, memorabele beelden toevoegen aan de tien seconden
durende autobiografische langspeelfilm die we zullen zien vlak voor we op een
dag, hopelijk nog ver van nu, onvermijdelijk dood gaan. Alle mensen sterven,
maar weinigen hebben echt geleefd, zegt Mel Gibson in Braveheart.
Mean Mr Mood-Swing leest een boekje na een foursome
Mean Mr Mood-Swing leest een boekje na een foursome (of de
stijfzatte poging daartoe)
Links zien mijn lezers (vier sinds de laatste statistieken,
waaronder 1 analfabete tante die ik voor haar geschreeuwde steunbetuigingen ze
denkt dat telefoons je stem enkel een beetje verder dragen dan normaal, maar
dat je nog steeds moet krijsen voor dood om je langs die weg verstaanbaar te
maken- graag bedank door elke aanvulling te voorzien van een illustratie)
Vlaamse schrijfgesel, Johan Anthierens. Das die vent die mijn pa ooit liet
weten dat hij een fameus stuk kon schrijven, dat zijn kamikazistijl hem beviel,
maar dat mijn pa zijn bijna terroristische anti-establishment geschriften
inhoud misten.
Ik sla hier, na een bezopen nacht -die mijn weke onderbuik
zeker niet ten goede komt- waarbij ik het genoegen had om samen met Maryam in
hetzelfde bed te maffen als Dieter en Elke en dit in het reeds beschreven
herenhuis dat figureert in de seksuele geschiedenis van een groot herenhuis
(een realistisch vervolg op dat fictieve halve kortverhaal volgt zo dadelijk
nog) een boekje open getiteld: De flauwgevallen priester op mijn tong Als
titel kan dat tellen in dit land der helaasheid van flauwe titels en slappe
lichtgewicht boekies.
Het duurt niet lang of ik stuit op een quote die lekker
leest en zo goed voelt als een goedendag die de schedel van de doorsnee Vlaamse
snertjournalist open splijt (ik doe aardig mijn best om mij in het Vlaamse
journalistieke klimaat zo onmogelijk te maken als een traditionele Jood met papillotten
in zijn krulhaar op een spoedvergadering van Hamas, hetgeen geen erg is, want
ik heb nog het Engelse en Sloveense taalgebied om mij in te storten nadat ik
finaal van een kale schrijfreis teruggekomen ben hier in dit nog steeds stijfdeftige
zwijg en wees respectabel, God en de buren zien u, binnen de lijntjes kleurders
landje):
De objektiviteit
schudde ik van mij af, objektiviteit is voor het gros van de journalisten het
schaamblad voor hun kastratie.
Die vier lezers, zelfs mijn heerlijk turbo-breiende (haar
enige hobby naast kettingroken) geflipte tante, zullen gemerkt hebben dat de
link naar de site van de Morgen (nog steeds gerund door de arrogante,
nep-linkse, zichzelf over het paard tillende zakken van gisteren) van mijn
blogstek verdwenen is. Komt er van als die droogzwierjanetten niet de ballen
hebben om te berichten over hun eigen dolkstootmachinaties binnen hun
personeelsbestand.
Het is spijtig dat ik de foto van Johan die in het boek zit,
niet terug vind op internet en dat ik niet beschik over een eigen scanner.
Anders konden mijn lezers, en in het bijzonder mijn tante dus, meegenieten van
de heerlijk duivelse gezichtsuitdrukking op die man die overleed op MIJN
verjaardag (voor de schrijvende Vlaming is elk steentje goed om zijn/haar mythe
uit te bouwen) Echt iemand die er tot in de kleinste toppen van zijn tenen van
genoot om scherp te stampen op de veel te lange tenen van anderen en dat
moesten we toch even in de elektronische bloemen zetten. Zo als sympathiserende
schrijver die van zijn mama en tantes te veel liefde kreeg en krijgt om met
bommen te gooien. We gooien dan maar met schrijfsels aan het tempo van een
standaard Russische infanterieaanval.
Sinds ik mij tegen betaling voordoe als leraar Frans in de
ontblote zenuw van de multiculturaliteit heb ik er werkelijk alle tijd voor. En
ik vind nog veel inspiratie ook, daar tussen die sympathieke Albanese
messentrekkers, Slovaakse Roma-zigeuners, Afghaanse slachtoffers van bloedwraak
(beweren ze toch), Turkse afstammelingen van fanatieke Janitsaren die hun
stamboom kunnen terugtraceren tot de zeeslag bij Lepanto van 1571 en hier en
daar een Afrikaan met een hangmatzwierderige tred.
Het leven is mooi als buiten de zon schijnt, je net drie
keer je Azzizam gepakt hebt, vannacht een bijna-foursome hebt gehad en dus voor
even de schokkende suicide by the bedside van je pa van je af kunt zetten, je
eigen met de neus op je mortaliteit gedruktheid weer even kunt vergeten en nog
even proeft van die frame of mind van toen je nog geen halfwees was en dacht
dat de dood een fabeltje was om de kindjes bang te maken en als aanleiding voor
het schrijven van thrillers.
Ik wou dat ik kon geloven dat mijn pa ergens in de hemelen
nu hoofdredacteur is van een God bijzonder onaangenaam hiernamaalsweekblad,
maar ik ben een hedonistische, moodswingende, atheïst die in het kielzog van
het met succes afsluiten van een jarenlange wanhopige zoektocht naar een
laattijdige seksuele rijping begonnen is aan een jarenlange wanhopige zoektocht
naar een duizendkoppig lezerspubliek.
Anyway, moge mijn teergeliefde vader rusten in losbandige
hippie sixties seks, dito psychidelicarock, get out of my life, youre so
respectable punk, fiere pur sang James Deanige/ Clint Eastwoodige/ Richard
Burtonnige/ Jacques Dutronige mannelijkheid en postume literaire rondschop
furore.
Een gynaecologe die zelf aan het schilderen gaat om haar kliniek op te knappen, vaak zie je het niet. Niet in België en al zeker niet in Afrika. Maar het gebeurt. Marleen Temmerman deed het en negeerde de verbaasde, misschien zelfs afkeurende blikken van haar plaatselijke collegas. Als progressieve dwarsligger negeert ze wel vaker gangbare codes. Ze schrikt er niet voor terug om in de ogen van haar tegenstanders zowel cultureel als moreel-ethetisch te gaan spookrijden. Zelfs op een volgelopen congres, waar de meerderheid haar meningen niet deelt en bits reageert als ze haar ideeën naar voren brengt. Dat en anderen veelzeggende anekdotes lees je in haar nieuwste boek, mama Daktari, een erg persoonlijk getint relaas van jaren ontwikkelingshulp in de voorste frontlinies.
Ontwikkelingshulp in Afrika dat is veel touwtrekken, vaak hameren, soms tot in den treure, op de zelfde precaire omstandigheden, je hees schreeuwen om veranderingen, voor er eindelijk eens iets gebeurt. Vooral dan aan de top. Om dat dag in dag uit te doen, is een flinke dosis koppige verbetenheid nodig. Onder het bed van Professor Temmerman staan echter, zoals ze zelf zegt, enkele attributen die hierbij bijzonder van pas komen: een hele verzameling stoute schoenen. En die trekt ze ook vlotjes aan als ze ziet dat het nodig is. Mama Daktari had ook de klokkenluidster van Nairobi kunnen heten. We lezen hoe zij de specifieke problemen in haar werkveld klaar en duidelijk onder de aandacht brengt. Al moet zij dan soms clandestien te werk gaan en de broodnodige waarnemers haar ziekenhuis binnen smokkelen om hun ogen te openen.
Aan problemen om bezoekende commissies voor te schotelen anders geen gebrek. In Kenia hebben we kindjes van acht die zich prostitueren, je vindt er als de buurt denkt dat je er redelijk warmpjes bij zit- al eens een boreling in een rieten mandje voor je stoep, vrouwen bevallen in de struiken bij het ziekenhuis, gewoon omdat ze geen geld hebben om het binnen te doen, maar in de hoop dat als er echt complicaties zijn, ze hen toch wel opnemen. Mama Daktari vermeldt van die gekruide feiten die je als lezer niet los laten, omdat de smaak nogal wrang is. Stel je eens voor dat men je adres vraagt en dat jij je moet oriënteren aan de hand van het dichtstbijzijnde toilet. Ja, in Kenia deelt men wijken in per sanitaire voorziening. Men doet niet de moeite om de rijen golfplaten hutjes aparte straatnamen te geven.
Dit derde literaire kindje van Temmerman wisselt wetenschappelijke artikels, bijvoorbeeld over aids, af met toegankelijke verhalen uit haar persoonlijke ervaring. Hierbij schuwt zij zeker de humor niet, want het is gelukkig maar-niet allemaal kommer en kwel. De lezer zal bijvoorbeeld niet zonder glimlach voorbijgaan aan de kleurrijke figuur van haar boy Joseph of de strategie die Kenianen toepassen om condooms te verenigen met hun geliefde principe van flesh to flesh. Je leeft ook mee met haar dilemmas. Wat doe je als gynaecologe met de vraag: kun jij onze dochter professioneel maar een beetje besnijden? Anders doet de familie het. En als de familie het doet, is het met de botte bijl, zoveel weet zij ook.
In Mama Daktari klinkt naast een grote deskundigheid, vooral respect en empathie door, voor een land, een volk en voor vrouwen overal ter wereld. En heel zeldzaam: het boekje lijkt zich heel direct en indringend tot de lezer te richten, alsof Mevrouw Temmerman bij je op de koffie zit om heel open over haar ervaringen te vertellen. Dat ligt dan aan de warmte van het boek, dezelfde warmte die ook heel duidelijk spreekt uit de fotobijlage, en de verteltoon, want die is helemaal oprecht.
Halverwege mijn straat staat een hoekige rijdende
doodskistdisco, zon kleine voiture waar meestal vier tot vijf jongemannen in
zitten, elk met een wit petje op hun kop en met de elektronische boenkboenk
tamtam krakend luid. Kan niet goed zijn voor zon autootje. De eigenaars van
dit exemplaar vinden het nodig om elke dag bij zonnig weer buiten te zitten in
hun bloot bovenlijf, op de stoep, bij gebrek aan tuin. Ze vinden zichzelf heel
stoer zo, ik vraag mij af of ze mij de rivier in lazeren als ik vraag om hun
handtekening na hun acteerpenetraties in de gay porn reeks farm boys thrust
deeper. Als ik er langs wandel spits ik altijd mijn oren in de verwachting
Russische woorden te zullen opvangen, want de drie hebben dat animale, dommige
boerengezicht van de doorsnee Slavische man. Ze vinden zichzelf lekker macho
als ze zo halfnaakt en half rood verbrand rondzwalpen als zatte, geëpileerde
bavianen.
Nu, het zijn geen Oost-Europeanen, het zijn Vlaamse jongens
met dat uitzicht waar je een heel reeks vooroordelen kunt aan ophangen. XTC
slikkende, jobhoppende, nauwelijks gealfabetiseerde, eeuwig te vroeg
klaarkomende, closet-case homos die rechts stemmen en in theorie graag nichten
zouden bashen. Dat zijn vooroordelen en die hebben zij vast ook tegenover mij
als ze mij zien voorbij marcheren met mijn lang haar, jeansbroek en simpele
T-shirt. Ze zien in mij vast een verwijfde, versuikerde witte wijn slurpende,
pacifistische linkse rakker, met de biceps van een spaghettistok, die als
grootste geheim meezeult dat hij op graspop eens aan een jointje heeft gelurkt.
Alleen al om niet in het plaatje te passen van de uitgemergelde, wereldvreemde
krielkipintellectueel sleur ik een resultaat opleverend minimum met gewichten.
Ach ja, gewoon voorbij wandelen en dromen van een
vrouwelijke kolos met punthakken die opeens verrijst van op de bodem van de
schone rivier die hier voor mijn deur ligt, een moordend sexy reuzin (vast en
zeker Perzisch) die hen in American X stijl met opengesperde muil op de stoep legt,
zodat alleen hun bovenste rij tanden de stenen raken en dan die hakken van haar
schoenen moordend door hun aarzen drijft. Machos mogen ze van mij altijd
levend verbranden of inschakelen bij dwangarbeid in Afrika voor het bouwen van
schooltjes en ziekenhuizen.
Verder in mijn straat, zie ik sprietmagere mannen van tegen
de vijftig in onsmakelijk korte shorts. Een soort wijde onderbroeken in een
felkleurig, pseudo-sportief kleurtje. Dat de regering daar niets aan doet. Dat
de Vlaming geen gevoel voor stijlvolle kleding heeft, wisten we al langer, maar
er zijn grenzen en voor de meesten onder ons is die grens één centimeter boven
de knie en geen millimeter hoger. Die mannen hebben vast een echtgenote die
ofwel zwaar bijziend is (ogen kapot gebrand op de zonnebank) of hen
hartsgrondig haat anders laat die toch hun man zo niet de deur uit gaan? Even
verder staat nog zon dartel springkonijn stretchoefeningen te doen recht voor
mijn neus. En dat in zon korte nauw spannende sponsen broek met een T-Shirt,
in een kleur waarvan je maag wel moet protesteren, dat zit dan om zijn lijf gespannen als een soort vers houdende inpakfolie. Net een mensenbroodje dat een hapklare brok wil
zijn voor een ongezond snoepende T-Rex.
Gent heeft dringend meer privé-tuinen nodig, zodat de meer
gereserveerde burger dit soort wansmakelijkheden verder bespaard blijft. Het
stadsbestuur verspreidt ook best pamfletten met de 50 dont dos als je ooit nog seks wilt hebben. Het is mijn
inschatting dat dit veel misverstanden zou voorkomen en ook veel sociaal leed
zou verhelpen. Voor sportwinkels en fitnesszaken zou dit het faillissement
betekenen, maar dat is een kleine prijs voor een enorme winst op esthetisch
vlak.
Mijn broodjes koop ik bij een Turk, net zoals mijn
cashewnoten en mijn fruit, want ik koester de ijdele hoop dat ik zo de
cursusblokken van mijn leerlingen sponsor, alsook hun loyaliteit koop. Ze
kunnen geen Frans, maar hun mamas smeren heerlijke broodjes tegen bijzonder
democratische prijzen moet ik zeggen en ze hebben niet die zeemvelsmoel van de
gemiddelde plus-40 jarige Vlaamse huisjeboompjeroddelzonnebanktrut, zoals er
weer aardig wat verzameld zaten op het dek van de dichtstbijzijnde caféboot.
Op de terugweg bots ik nog op mijn vroegere huisarts die op
een kilometer van mijn huidige huisarts woont. Waarschijnlijk weet hij niet dat
ik hem geditcht heb en denkt hij dat ik helemaal nooit ziek ben, want hij
schudt mij overvriendelijk de hand. Ja, hij had toen ik kind was al aardig wat
sympathie voor mij, omdat ik voor een kleuter uit een arbeidersgezin verdacht
spitant en sarcastisch uit de hoek kwam. Als curiosum deed ik het als kind heel
goed. Hij heeft ook al zon kort broekje aan, alleen ontbloot het bij hem niet
zo onsmakelijk veel vlees, omdat hij zeer kort te been is. Gedumpt heb ik hem,
omdat mijn nieuwe huisarts niet met de hakken over de sloot slaagde en
geneeskundig onderlegd is en dus tijdens consultaties geen remedies hoeft te
googlen. Misschien denkt hij ook wel dat ik uit praktische overwegingen
overgeschakeld ben op een Gentse huisarts. Niet dus. Ik zit bij de
rechtstreekse concurrentie.
Ik apprecieer
alleszins de vriendelijkheid, want de meeste volwassen mensen die algemeen
Nederlands praten, bekijken mij met de zelfde vooroordelen als waarin ik die
drie semi-naaklopende plebejers uit mijn straat inschat. Ofwel straal ik voor
hen een soort, ruwe, onverfijnde, animale, hersenloze seksualiteit uit, ofwel
zien ze mij als dat volksventje dat met veel geluk een klein beetje educatie
opgedaan heeft en nog net een woord van meer dan vijf lettergrepen kan
onthouden. Hoe conformistischer ik mij kleed, hoe meer vooroordelen en
misprijzen die geëstablishte intellectuelen schijnen te hebben. Dan bekijken ze
mij als een kruiperige worm die o zo graag lid wil worden van hun selecte
breednekkige clubje.
Niet willen gelezen worden, is daar het hartigste anti-gif
voor, naast een compromisloze vastbeslotenheid om als opgeklommen arbeiderszoon
ten allen tijde helemaal je eigen ding te doen. Want ik word liever uitgespuwd om wie ik ben, dan om wie ik pretendeer te zijn.
dixit Karel Jonckheere. De favoriet van mijn pa in het grote
citatenboek.
Door Pieter Daens bladeren van Boon, tijdens een minuten
durend ontspannend schijtmoment. De laxerende werking van koffie slaat minzaam
toe.
Mijn boekenkastje (met nadruk op je want er is niet veel
plek in de zakdoekstudio die nog twee weken mijn woonst is) puilt uit van de
turven. De meeste gekocht in kringloopwinkels, de Oxfam boekenwinkel, of de
Sleghte (das die boekhandel die zeer gewiekst munt slaat uit Vlaamse
amateurintellectuelen)
Sommigen heb ik zelfs uitgelezen, zoals (en nu is het hier
even zoeken) A peoples history of the Civil War, dat boek dat er onmogelijk
gewaand- er op zijn eentje in slaagde om mijn onverklaarbare attavistische
(daarmee hebben we dat woord ook nog eens gebruikt) liefde voor de Confederatie
compleet weg te wagen. Hoezee, want dat werd tijd.
In veel van die boeken zit een treinticket van de NMBS, als
baken om aan te duiden op welke pagina ik ooit strandde. de gebroeders
Karamazov, U-Boat, Na kmeti, Women in love van D.H. Lawrence, allemaal
hebben of hadden ze zon duur betaalde bladwijzer.
Op een kastje naast mijn boekenrek ligt een geprinte versie
van zin of onzin van lezen (of toch iets in die trant, want het titelblad is
zoek). Geen idee wat de zin ervan is. Ik heb mezelf opgelegd dat ik enkel nog
lees in andere talen dan het Nederlands. Dus niet om te lezen, maar om een
vreemde taal te oefenen. Anders vind ik lezen op zich tijdverlies. Ik doe
namelijk niet aan ontspanning. Ik ben een utilist, als er geen concreet nut
steekt in een activiteit, laat ik het zo.
En daar zeg ik dan eerlijk bij, dat
ik het nut van sommige mijner activiteiten op sluwe manier moet zien verkocht
te krijgen aan het superviserende deel van mijn Ik. Lezen in een andere taal is
altijd makkelijk verkoopbaar aan de verlichte despoot die wil heersen over mij.
Seks hebben ook. Seks verkoopt, dus als ik veel neuk, weet ik weer wat
schrijven. Seks komt mijn schrijversschap rechtstreeks ten goede. En volgens
mijn Azzizam stap ik na seks altijd opvallend zelfverzekerder. Dat komt mijn
présence dan weer ten goede en dat is nog altijd het allerbelangrijkste, want
een schrijver leurt niet met zijn teksten, maar met zichzelf.
Er zijn geen lezers
meer
Schrijven. Een opgeklopte bezigheid. Het is maar schrijven
en ik doe het, omdat ik het niet kan laten en er zijn nog mensen die het lezen
ook. Al kan mij dat de laatste tijd niet meer schelen. De enige die lid moet zijn van mijn fanclub ben ik zelf, maar met het oog op feestjes is het natuurlijk wel zo gezellig als er nog meer zijn.
Ik dacht dat het Robert
Fiske was die recent klaagde dat niemand nog leest, dat iedereen een boek aan
het schrijven is. Hij beschreef zijn vliegtuigreizen waarbij hij in enkele uren
tijd de hele Franse pers doorneemt, plus nog 200 paginas leest in een boek (dikke stoefer wel die Fiske)
Zijn medereizigers bladeren hooguit eens door de lichtgewicht pockets die ze
voor de gelegenheid bij hebben. Zijn stelling: mensen kunnen niet meer in de
diepte lezen.
Hij zal vast wel gelijk hebben. Fast food, speed talk, sms,
internet, fast lit. Cultuurverval zeggen ze dan. Dikke bullshit dat woord. Welk
cultureel verval? En in vergelijking met welke tijd doet die cultuur van ons dan
aan verval? Sinds de Grieken? Alsof ze daar allemaal zon geweldige
intellectuelen waren. Sinds de jaren vijftig of zo? Bullshit, er is helemaal
geen cultureel verval. Er is de comfortabele zekerheid dat de mensheid bestaat
uit een massa onbelezen, verstandelijk niet dom, maar volstrekt luie, waste of
space mensen, die van niks weten en dat er een dunne toplaag is van
intellectuelen die ofwel dik profiteert van die onwetendheid of wel zo onnozel
is om die massa te verlichten.
Als schrijver moet je de dingen soms lekker
simplistisch voorstellen. De eeuwige genuanceerdheid gaat ook al eens vervelen.
Ceci nest pas un
livre
Wat maakt een boek goed? Een rode draad? Gevatheid?
Personages die af zijn? Een spannend verhaal? Een detaillistische
doorwrochtheid? Het shockeffect? (er in slagen dat de lezer zich herkent in jouw personages en zo zijn of haar diepmenselijke narcisme grenzeloos kan botvieren??)
Ik denk zo wat dagelijks aan die voluptueuze, volgevreten bourgeois uitgeefster van
Manteau (dat zijn die zeer geldgeile mensen die Boon ooit weigerden. Schudden
met het hoofd van onbegrip, allemaal samen, ja) die twee jaar geleden zei dat ik mijn eigen stem
nog moest vinden. Overal gezocht die stem, maar hoe meer ik zocht hoe stiller het werd in mijn kop. Die stem in mijn hoofd is een vrouw, als je haar wil vangen, loopt ze weg, maar als je haar negeert, volgt ze je. (jaja, in quotes persifleren ben ik echt steengoed!!)
Dat ik goed was in het bedenken van titels, vond die Rubensachtige uitgeeftaart wel. (akkoord, ik hoef niet meer zo nodig een uitgever te hebben, maar ik vind het gewoon leuk om rancuneus te zijn, dat ligt mij) Ik heb net nog
een lijst namen doorgestuurd naar mijn vaste tekenaar, Dieter, die zoekt een passende
naam voor zijn kano. In namen bedenken ben ik goed. Misschien moet ik een
bedrijfje opstarten dat zich specialiseert in het leveren van babynamen. Aldus
de alarmerende wildgroei van namen die onheilspellend op een Y eindigen, zoals
Kenny, Cindy of de wraakroepende praktijk waarbij ouders hun kindjes noemen
naar een parfummerk zoals Kenzo.
De naampjes die ik mijn goede maat voorstelde (ik weet
ongeveer wat hij zoekt, want mijn maat is een boogschutter, en ik heb om de een
of andere obscure astrologische reden een zeer goede voeling met dat teken)
sjkval
(wel liever schrijven in cyrillisch schrift, das stoerder) das de naam van
een Russisch type torpedo, het beste in onderzeese oorlogsvoering van het
moment. Dat ding maakt zijn eigen luchtbel onder water en gaat daardoor zo
snel als een raket in de lucht. Drie keer sneller dan Amerikaanse
torpedoes hetgeen een geweldig voordeel geeft natuurlijk. Uitwijken is
onmogelijk.
het betekent 'windstoot'
*Chinook (naar de gelijknamige Amerikaanse Helicopters), betekent 'wilde
wind' in een indianentaal
*Napad (aanval)
*Jadro (kogel int Russisch, int Sloveens lijkt het op jadernica wat
zeilboot betekent)
*Marjak (matroos)
*Strelets (boogschutter)
*pobjeda (overwinning)
*groznij (de verschrikkelijke)
*Ivan IV (de verschrikkelijke dus)
*Tepesh (de achternaam van de echte Dracula)
*Styx (rivier in romeinse mythen)
*Lethe (zelfde rivier in Griekse mythen)
*Jason (en de Argonauten)
*Daedalus
*Raphaël Semmes (beste kapitein van het Zuiden, veroverde met 1 schip 69
noordelijke boten en zonk er nog een andere, redelijk zotte prestatie)
*Trafalgar (zeeslag)
*Lord Nelson
*Guadalcanal (zeeslag)
*Mid way (idem)
*Oblaka (wolk)
*Snek (vikingboot)
*Thor
*Aegir (vikinggod van de wind)
*Papyrus
*Potjomkin (naam van een bekende pantserkruiser)
*TNT
*Angel dust (benaming voor coke)
*Akoela (haai int Russisch, is benaming voor een type duikboot, van de
akoela-klasse)
*naam van een ontdekkingsreiziger (er zijn er genoeg, maar ze klinken niet
zo geweldig opwindend)
*Zmaj (draak int Sloveens, symbool van Ljubljana)
*Robinson (eventueel int Cyrillisch geschreven)
*Kosak
*Tortuga (bekend historisch zeeroversnest)
*Mombassa (bekend modern zeeroversnest)
*Karst (gebergte typisch voor streek in Slovenië)
*Illyria (andere benaming voor Slovenië, vooral ten tijde van Napoleon)
*Actium (zeeslag)
*Agrippa (de romein die die zeeslag won)
*Spoetnik
*Mudi se mi (ik heb haast)
*Divjak (wildeman)
*soemasasjol (zot geworden, Russisch)
*Fanatik
*Brez mej (zonder grenzen)
*Pirat brez mej (piraat zonder grenzen)
*vpirjod (voorwaarts! in het Russisch)
*Naravnost (rechtdoor)
*Biser v vodi (parel in het water)
*Roesalka (waternimf int Russisch)
Wat maakt een boek goed was de
vraag? (mijn denksysteem is gesplitst in een vierbaansvak en de gedachten die daarop rijden houden er een Iraanse rijstijl op na) Oprechtheid heb ik mij eens laten vertellen. Een onversneden eerlijkheid
in elke zin en elk woord. Het gevoel creëren bij de lezer dat alles wat daar
staat waar is en dat de schrijver niet wil scoren. Dat lukt enkel als je in de
eerste plaats helemaal alleen voor jezelf schrijft. Je moet de boeken schrijven
die jezelf had willen lezen, maar nergens vond.
Als ik nog schrijf, is het om
mezelf te amuseren. Omdat schrijven, na seks, en gesprekken met dierbaren zoals
Maryam en bijvoorbeeld hoger genoemde tekenaar, het enige is wat ik echt leuk
vind, naast een vijand compleet Zerstören, maar in het dagelijks leven is dat moreel en sociaal gezien redelijk onwenselijk. Omdat ik nooit iets grappigs lees, omdat ik weinig mensen echt grappig
vindt, omdat er in zo weinig teksten die ik tegenkom, echt vaart zit, of iets
wat maar in de verste verte op levenslust en wild rond kickend leven lijkt.
De literaire dorheid primeert.
Blijkbaar zijn mensen die schrijven er hardnekkig van overtuigd dat schrijven een zeer
ernstige, heilige bezigheid is, en als ze dat niet vinden, moet het maar
shockerend zijn. Wat is er mis met lollig? Ik mis plezante eigenheid in het
meeste (eigenlijk gewoonweg alles, hoor) dat ik lees.
Favoriete boekjes
Ik vraag mensen vaak wat hun
favoriete boeken zijn, maar als ik die vraag aan mezelf stel, komen er bitter
weinig titels boven drijven.
De eerste die zich opwerkt van de
bodem van mijn geheugen is Bright lights, big city, omdat dat boek je van de eerste
zin met je kop tegen de paginas stampt en daar ook houdt.
The dying animal van Roth vind
ik vrij aardig. Een simpel boekje, maar het bezit die oprechtheid waarover ik
het had en het is nergens langdradig en het wil nergens overdreven moeilijk zijn,
omdat er mensen zijn die moeilijke boeken gelijkschakelen aan goede boeken. Ja,
ik ben voor punkboeken. Drie akkoorden en een harmonische slordigheid. Wandel weg als het je niet bevalt.
Een goed boek is een boek waar de
schrijver zelf lol aan beleefde. Zo zijn er vast niet veel boeken, want als je
fotos ziet van schrijvers, is dat nog altijd het beste afschrikmiddel voor
elke aspirant-schrijver. De meeste schrijvers, zouden als ondertitel bij hun
portretfotos kunnen krijgen: ik schrijf, omdat mijn chronische depressie zo
nog enige zin lijkt te hebben en wel kunstig overkomt. Beter een schrijvende,
huilerige zielenpoot met erectieproblemen en een vrouw die op een ander poept dan gewoon een huilerige zielenpoot met erectieproblemen en een vrouw die op een ander poept
Een goede tip aan beginnende
schrijvers: zoek vooral NIET het gezelschap van collega-schrijvers op, tenzij
ze aardig kunnen zuipen en vernietigend zijn in hun zelfspot en elk van hun
bewegingen lijkt te geschieden op de tonen van I did it my way, gecoverd door
The Sex Pistols
En schrijf alstublieft niet omdat
je denkt dat je daardoor een papieren eeuwig leven gaat leiden. Alsjeblieft
zeg, wat heb je daar aan? Schrijf omdat je kickt op aandacht HIER EN NU, schrijf omdat je
bijna terplekke klaarkomt als je mensen uiteenrijt met je geschriften of omdat
je er een keiharde, voluit be-aderde stijve van krijgt omdat je publiek over de grond bolt van het lachen,
maar niet om de onbestaande literaire eeuwigheid in te gaan. Als er een
asteroïde langs komt en het licht hier finaal uitgaat, spaart die heus je
boeken niet.
Schrijf omdat je er fun aan hebt,
doe het met hart en ziel, om de lang vergeten Nederlandse band de tröckner
kecks te citeren, en als je t met tegenzin en frustratie doet, ga dan
bloemschikken of Japanse schaamhaarpruikjes verzamelen, of leer vijf talen
perfect spreken, das ook opvallend genoeg en voor de meeste mensen een paar
duizend keer simpeler dan een grappig boek schrijven van 100 paginas.
PS begeleidende foto toont een greep uit Boons feminatheek
Na door de blank staande Gentse straten gewaad te zijn in
ware Crocodile Dundee stijl, nam ik het boemeltreintje richting Aalst.
De trein waar je safe in slaap kunt vallen, in de zekerheid
gewekt te zullen worden door de smeuïge geur van een fabriek bij de naam Amylum
(kan ondertussen van naam veranderd zijn, maar het ruikt nog altijd hetzelfde).
Het is een geur als van de potentieel lethale vervuilde
rivier. De Ghanges na een droge periode, zodat alleen de zweetmodder van een
paar honderdduizend godsdienstwaanzinnige Hindoes er nog in drijft.
Ik bleef wakker en leerde voor mijn theoretisch rijexamen.
Dat gezegd zijnde, heb ik alweer enkele mensen een minachtende uitlachsmile
bezorgd en zo blijf ik joy verspreiden als een Zuid-Afrikaanse stoephoer
syfilis. (geslachtziekten zijn een opvallend motief in mijn werk)
In Erembodegem moest ik zijn om mijn huisarts te bezoeken.
Een uitstervend ras die huisartsen. t Is een knelpuntberoep aan t worden. De
werkdruk is dan ook redelijk moordend. Maar deze doet het graag en das te
merken aan de horror vacui in zijn wachtkamer. Aan patiënten geen gebrek.
De mama en ik nuttigen samen het avondeten. Spaghetti. Ik
heb tijdens mijn studentenleven zo vaak spaghetti gegeten, dat mijn maag ver
niks anders meer verdraagt en mijner goede weduwemoeder weet dat.
Ons huis is gelegen halverwege op het plateau van
Erembodegem en bij zware regenval geeft dat zo zijn problemen.
Ook vandaag, want het blijft maar gieten en omstreeks half 8
stroomt de beek in onze hof weer eens over, met als gevolg dat mama en ik op de
sofa vluchten en als de sofa van de Medusa door de voordeur drijven.
De beek in onze hof, is de zelfde beek die echt waar
permanent los door de kelder van de buren stroomt, dus bij noodweer zijn die sowieso
zwaar in de poep gepakt. Ook zij dreven buiten op matrassen, planken, lege
wijnkisten (vooral dat, want bij ons in de buurt, ben je een sociale paria als
je geen alcoholicus bent) en dus weg waren wij met zn allen.
Ik had gelukkig de pollepel bij, dus ik kon peddelen. Mijn
moeder had ook haar bezigheid, want die koekeloert graag rond en wierp haar
kritische oog op onze mededrijvende buren.
Met de kom aardappelen nog op schoot, was zij gewapend om
eventuele achteraanklampers van een welgemikt antwoord te dienen.
Ik zei al dat wij hooggelegen zijn daar in Erembodegem, dus
wij volgden de stroom water bergaf langs de weg die niet voor niks de Hogeweg
noemt.
Pijlsnel omlaag raften wij richting Dender. Das het
stinkriviertje waaraan de Denderstreek dus zijn naam dankt.
Iemand van de omdrijvende buren kwam op het idee om er een
race van te maken. Een eindmeet was dra bepaald. Dat zou Geraardsbergen worden.
De eerste in Geraardsbergen zou een jaar lang gratis echte Geraardsbergse
mattetaarten krijgen.
Dat hoorden wij graag. Geen idee wie die zou gaan betalen.
Die mattetaarten. Waarschijnlijk voelde stijfzatte Clémant zich een viking,
omdat hij een kastrolle met handvatten gelijkende op pinnekes ondersteboven
op zijn moegezopen kop had. Dus die zag een plundertocht in Noormannenstijl wel
zitten. De geraardsbergse bakkers moesten echter niks vrezen. Stijfzatte
Clémant rookt de helft van zijn OCMW-uitkering in de eerste week van de maand
al op en raakt ongeveer drie meter ver zonder hulp van de volledige inhoud van
een Ventolin-puffer.
Ook de andere buren zijn verstokte rokers. Dus mama en ik
lagen al snel op kop en dit nochtans aan een kwakkelsnelheid van nauwelijks
twee knopen per uur en dit met de wind mee. Tegen Denderleeuw verslapte die
kruissnelheid nog eens tot 1 knoop per uur, want in Denderleeuw staat het
vilbeluik waar ze dus beendermeel maken om snoepjes van te maken- en tot zeker
drie à vijf km vanaf centrum Denderleeuw ruikt het naar gevilde platgereden kat
met uitpuilende darmen die vlot doorgaan met achterstallige ontlasting en dit
op twee centimeter van je neus. Zo ruikt het daar.
Heerlijke geur is dat, want als je in Erembodegem woont,
weet je dat je als je die geur s morgens tot aan je huis kunt ruiken, dat het
die dag met zekerheid prachtig zomers weer wordt. Frank de Bozer komt vanaf de
lente elke ochtend met zijn fiets tot op ons dorpsplein om die geurstand te
checken. Meestal wordt hij dan omringd door een vijftiental overjaarse Erembodegemse
ouwe dozen die hun dagen slijten op het terras van het Soete Bekje waar zij
zich vol stampen met complexe koolhydraten, meestal in de vorm van gebakjes en
die het dus wel eens met een BV willen doen, ter afwisseling van een rij
halfbroers, stiefvaders en minderjarige neefjes.
Dat zijn dagen die dus aromatisch degoutant ruikend
beginnen, meestal hangt er ook mist, maar die klaart op en dan breekt de zon
door. Een geur die menig Erembodgems hart sneller doet slaan. Na de winter maak
je een astmatisch laagbijdegronds vreugdesprongetje de eerste dag van het
nieuwe jaar dat je die ruikt. Hoezee, de lente is daar. Hoest hoest Jippie,
kots kots, joepi, walg, rochel, bweurk, HOERA, de lente, piep piep hoestbui.
Busje komt zo.
In the sun, in the sun I feel as one
One blood coughing incestoïd retard
Yeah baby.
Under Erembodegem skies is het goed creperen.
Het Hiroshima bij de Dender.
Geen radioactieve misvormde babytjes. Nee, mijnheer, mijn
broer is ook mijn papa.
Erembodegem, waar de boer nog vrijelijk E-605 op de patatjes
sproeit gelijk de Amerikanen Agent Orange in de Vietnamese jungle.
Mama en ik wonnen vlot de race. De tegenstanders waren al lang
Cara-pils aan het drinken in een drijvende pittazaak van een zeer gewiekste
pittaboer. De pittaboot, een uitvinding van Haroun, alias Rudy Eeckhout, een
rasechte Vlaming die zwaar zonnebankt en zijn haar potzwart verft om als
pittaboer een klein beetje street credibility te scoren.
Wij, Erembogemenaars hebben de buitenlanders graag, als ze
tenminste hun plaats kennen, aan de juiste kant van de winkeltoog.
Aangezien moeder en ik toch zo voorop lagen op de rest,
hebben wij er langs de oevers van de brede Dender. Jaja, de Duitsers vonden het
in 1940 zelfs van groot strategisch belang om onze kerktoren plat te
bombarderen en onze denderbrug te massacreren. In de tuin van mijn eigen huis
was een Duits veldhospitaal. Mijn ma is er nog steeds WERKELIJK van overtuigd
dat er Duitse soldaten in ons huis rondspoken. Als je de video vergeet te
programmeren schreeuwt die: ich habe es nicht gewusst, op zolder zit een ekster
die van s ochtends tot s avonds zingt, verdammt ich lieb dich, ich lieb dich
nicht, en wormen in onze pattattenzakken scanderen regelmatig wir brauchen
Lebensraum im Keller. Dit en andere onwaarschijnlijkheden verontrusten mijn
moeder zeer accuut, tenzij tussen 18u10 en 22u45, want dan kijkt zij tv en is
zij nagenoeg onverstoorbaar. Zij schuwt hierbij ook geen programmas als
Derrick en de Schwarzwaltklinik, dus onze familiepsychiater (onze derde, want
de eerste heeft zich onder een trein gesmeten op de lijn Erembodegem-Aalst en
de tweede heeft zich door de kop geschoten met een Mauser een serieus
blafgeweer- in de verlaten fabriekshallen van Schotte) zegt dat zij nog geen
fobie heeft voor alles wat Duits is.
Nu goed, langs de oevers twee om heel precies te zijn- van
de Dender hebben wij welgeteld ZES staande plakkaten van het Vlaams Onbenul
verwijderd alsook een SP.A poster van ene Fleemja Van den Broesse. Niet omdat
wij iets tegen de SP.A hebben, maar omdat wij specifiek iets hebben tegen die
mediageile teef die het product is van nepotisme en dynastiek overerfbare
uitgeholde democrazy.
Dat van die mattetaarten was uiteraard een fabeltje en
achteraf bleek ook dat het een loze verkiezingsstunt was van Clémant, die dit
keer opkomt als lijstduwer van de LDD. Na het al vijf verkiezingen compleet
verbrod te hebben bij de lokale VLD. Hij likt namelijk te weinig aarzen schoon.
Niet dat hij niet van goede likwil is, maar omdat hij dus sowieso al niet veel
adem heeft, en met zijn neus tussen twee billen gepropt, wordt zijn astma al
snel levensbedreigend. Vandaar ook dat astmalijders het zeer zelden ver
schoppen in de Belgische politiek.
Ik ging na de race een weinig drijfnat bij mijn huisarts.
Die mij wist te vertellen dat ik zeer zeker kon schrijven (was het compliment
bij te betalen? Ik dacht van niet) en dat hij mijn frustratie snapte. Welke
frustratie moge dat wezen? Publicatie mijner schrijfarbeid lijkt mij niet te
zullen resulteren in enige wezenlijke verbetering van mijn levenskwaliteit.
Publicatie komt enkel de strontige bruinheid van mijn tongspier ten goede. Ik
bedank beleefd en schrijf lustig zinnen die veel te lang en slordig zijn om
ooit door een uitgeversbeugel te kunnen. Als ze die al ooit lazen, want zij
volgen nauwgezet de miss-verkiezingen om te weten uit welke richting zij de
volgende onverbiddelijke bestseller van Belgenland mogen verwachten.
Misschien moet ik eindelijk eens mijn verhaal doen, ik ben
namelijk de bastaardzoon van koningin Paola. Dat de goede vrouw die mij tegen
betaling (een arrangement met overnachting in een geheim klooster van Opus Dei)
overnam ook Paola heet, was dan ook een praktische uitbuitbaar feit. 26 jaar
geleden kwam ik uit haar Italiaanse foef gesjeesd. Albert zei: t is nen
bastaardje en hij lijkt op den tuinder, hij eef kroene vingers Het groen op
mijn babyhuid kwam van de schimmel in het vaginakanaal van onze Reine, want zij
had daar al drie maand een tampon vergeten, en dat geeft toch iets qua
onwelruikendheid en bacterieel kweekgedierte. Vandaar dat ik later ook zeer
goed aardde in Aalst, want die geur was sterk verwant met die van Amylum.
Dus langs deze weg wil ik zeggen: Mama Paola, ti amo,
ondanks alle verwaarlozing en dumping in Aalst, met name Erembodegem. Wist ons
koningspaar veel dat de pennen in deze landstreek het scherpst zijn, de mannen
én de vrouwenhet dronkst en de rivieren
het stinkst.
Ze noemen zichzelf varkens, beesten, ze vinden zichzelf dom
en als ze zeggen dat ze iets kunnen hebben ze het over sport.
Enkel strengheid snappen ze, in groep reageren ze enkel op
straffen, individueel zijn ze wel voor rede vatbaar.
Ik doe dit voor jou, snap je dat wel? Ik doe dit niet om je
te ambeteren.
Hoe zeg je dat in het Turks?
Slagzin om agressie te draineren.
Als je een moslimmeisje (dat zijn meestal meisjes die graag
van zichzelf zeggen dat ze moslim zijn, verder merk je daar opvallend weinig.
Als ze je klas uitlopen is het niet om in de gang een matje uit te rollen en te
bidden) straft, komt er meteen van cultuurgenotes:
Ben jij soms een racist, mijnheer?
Daar heeft het geen zak mee te maken, ik ben met een
Iraanse, wat zou ik gaan racist zijn?
Ja, maar misschien is zij geen moslim.
Een blanke is racist en islamofoob tot het tegendeel bewezen
is. En op zon momenten hebben ze genoeg gevoel voor argumentatie om meteen in
de advocatuur te stappen.
Racist.
Mijn favorieten zijn een levenslustige, negroïde Braziliaan,
een gehoofddoekt Palestijns meisje (niet omdat ze Palestijns is, maar omdat ze
alles te gemakkelijk vindt) en een Ghanees die ingenieur wil worden, en genoeg
vonk in zijn ogen heeft om dat echt te worden.
Ik vind niet van mezelf dat ik zo geweldig les geef. Maar ik
was de wanorde en hun demotivatie wel al genoeg beu om ze naar orde te schoppen
als t moest. Elk aan een aparte bank, kijken als een soort massamoordenaar als
ze hun bek durven open doen op een moment dat het mij niet zint, niet toelaten
dat ze hun benen op een stoel naast hen liggen. En dan beeld ik mij nog
geeneens in dat ik in een legersituatie zit, want daar ben ik vrij snel toe
geprogrammeerd.
Als ze niet meewerken, moeten ze met die nonchalante shit
niet aankomen. Als ze werken, mogen ze van mij in flashy groene zwembroek
komen. Als ze niet werken, moeten ze maar zweten en zuchten. Je straft omdat ze
praten en na een tijd ben je al genoeg aan die stilte gewend, zodat je hen wel zou
willen straffen als ze zuchten.
Ben jij gek of zo?, vraagt de enige en allereerste die ik
een nota in haar agenda geef.
Ik trek een kop als van een echte madman en daar heeft ze
niet van terug. Replieken zijn ze van leraars niet gewend. Zij mogen zagen en
klagen en tegenwerken, maar een leraar moet zich altijd netjes gedragen.
Ik dwing mezelf tot netheid enkel en alleen, en dan nog met
tegenzin en een zekere zelfwalging als het niet anders kan. Tegen de directeur
bijvoorbeeld. Yukkie. Ik ben bijna respectabel. Bijna.
En ergens voelen ze het toch, ook onder de laag van strikte
Martinet (zoek op in Engels woordenboek) dat ik wel met hen begaan ben. Je kan
geen gang door of ze wrijven aan je arm (ligt schijnt aan hun cultuur dat ze
sneller aanraken), zeggen voor de vijfde keer die dag vrolijk hallo en vragen
hoe het met je gaat, komen ook aangelopen om zogezegde wanddaden van andere
leerkrachten aan te klagen.
Ook al met de dood bedreigd geweest. Lekker is dat. Geeft je
het gevoel dat je leeft. Komt er van als de leerlingen via een cursus moeten
ontdekken dat er wieltjes zitten aan een bureaustoel. Nee, hun leerstof is niet
bijzonder spannend, toch niet voor handel. De cursus Frans vind ik eerlijk
gezegd bijzonder goed meevallen. Hoeveel leuker kun je schools leren
uiteindelijk maken?
Gek hoe je daar in groeit in leraarschap. Eerst denk je nog
aan je eigen schoolhaat en zit je nog in de gewoonte om de poten van de
autoriteit flink stuk te zagen. Maar dat verandert snel, als je ziet dat ze er
geen zak mee opschieten. Als ze nou nog grappig tegendraads zouden zijn.
Waar gaan ze in deze nep gepolijste maatschappij
(ongelofelijk kutwoord is dat toch geworden wegens een verslijtingsgraad als de
eerste tentgrote onderbroek van mijn overgrootmoeder) een stap vooruit komen
als ze op stoelen liggen zoals op een sofa, met hun mond open hangen te kauwen
en even veel negativiteit uitstralen als overspelige vrouwen die ze tot een
stenigingsdood veroordeeld hebben en hels gekweld worden door opstopping en gonorroe.
Als je hun moedertaal spreekt, kun je in hun ogen wel niets
meer misdoen. Met een stuk of vijftien leerlingen Russisch en Bulgaars
gesproken en met één Afghaan zelfs een paar woorden Perzisch. Ja, die roepen
tegen beltijd van ver in de gang met een brede glimlach dasvidanje.
Als ik plots last krijg van een vliegende syfilisaandoening
die zich op mijn hersens zet, en ik daar een permanente betrekking zou
aanvaarden (uitgesloten hoor), dan zou ik in de zomer minstens een twintigtal
zinnen Turks leren.
Geen levenslange carrière in ons onderwijs aan het plannen,
maar voor zo eventjes is het een leuke verdienste en een zeer interessante
socioculturele dissectie.
Verslavend is het wel, les geven, dus ik stop er mee, van
zodra ik er echt goed in word.
Mélange deau de chatte (de seksuele geschiedenis van een
herenhuis)
Wij wonen nu al meer dan een jaar samen.
We leerden elkaar kennen op een feestje, het begon met
plagerijen over en weer en het was niet de alcohol, want we waren de
abstinenten op de wijnavond.
Een gegeven dat ons eerst niet in dank werd afgenomen, maar
later ruimschoots door ons goed gemaakt door in te spelen op de kinky
fantasieën van de aanwezigen. Ja, ze vonden het wel lekker zo. Alle gesprekken
vielen stil en in ieders ogen glom blijde verwachting. Vooral geil ongeduld
ook. Zonde voor hen, die hoopten op live porno porno that can see you, want
die avond hielden we het braaf.
Ook de weken en maanden die er op volgden, bleven we zeer
beheerst. Althans in ons gedrag, want onze fantasie sloeg ook al op hol en de
spanning die in de lucht hing tijdens onze dates was al beter dan de povere
seksbeurten van de meeste koppels. your average Friday night run-through om
Pacino te quoten.
Ja, die etentjes, die waren heerlijk, en dan heb ik het
nauwelijks over het eten. Al was dat ook best te pruimen, want Elke kan goed
koken, vooral als ze zich uitgedaagd weet en er weinig ingrediënten in voorraad
zijn.
Die eerste etentjes was er nog schroom, we hadden onze
kleren nog aan en als er al eens aanrakingen kwamen, fysiek contact was vooral
een initiatief van Elke. Al waren het nog de hardhandige handelingen van
knijpen en poken. Met licht gewelddadige strelingen, kun je elke affectieve,
laat staan sensuele onderbouw altijd nog ontkennen.
Dat veranderde toen we er coke tegenaan gooide. Sindsdien
holden we, zelfs als de Turkse werkster van de huisbaas het herenhuis kwamen
proper leggen, naakt door alle kamers. Kamers zijn er in overvloed. Gezellig
was het huis in het begin niet. De smalle breedte van het huis verhinderde dat,
de kilte boven ook, en overal de volle dozen van de vorige huurders die nog
niet helemaal verhuisd waren, schiepen een vorm van onthechting tegenover het
huis, zodat je het niet werkelijk in je hart kon sluiten.
Naakt tooiden we ons met de gekste dingen. We liepen rond
met oude bommakleren, drapeerden tapijtjes met oosterse motieven over elkaar
heen, klommen via ladders op zolder en gebruikten die zolder als podium voor de
zotste kunsten. NGT. Naakt geïmproviseerd theater. En heel die tijd bleef het
bij kijken en het weghakken, nee het doelbewust uitrotten van elke visuele
schroom. We waren al gauw compleet vertrouwd met elk plekje, elk haartje ook op
elkaars lichaam. De vrouwen kregen er op de duur plezier in om zich niet meer
te ontharen, wellicht om hun dierlijkheid te bevestigen.
We schepten er bijzonder veel genoegen in om elkaar in alle
bewegingen zonder kleren te kunnen aanschouwen. Wat een wonder om een vrouw,
zowel die van jou als die van de ander, naakt een ladder te zien bestijgen en
full view te krijgen over hun poes, daar ergens verborgen tussen strakke
huidplooien van twee jonge vrouwtjes, een nieuw pallet bij elke stap hoger. De
plagerige bewegingen die ze aannamen. Met als gevolg dat wij bijna spataders kweekten
in de laatste plaats waar je als jongen wilt hebben. Onze lullen stonden
permanent stijf. Youre naked, they salute, grapten wij.
De coke ontpopte zich inderdaad als minuscule Boliviaanse
dansers, regimenten dansers, die in ons zenuwenstelsel op ritmische beat
voortmarcheerden en ons geen seconde rust gunden, ze wilden altijd maar meer,
altior, citior, fortior, geiler, natter, dieper. En we peilden de volle diepte
van de brede, o zo brede waaier van de mogelijkheden van een ongeremd
liefdesspel met vier. We hadden alle tijd van de wereld, jobsgewijs zat het
goed, het geld stroomde regelmatige binnen. Not a care in the world. En alles
draaide nog om de enige dingen die ons konden schelen. Kunst en seks. Kunstige
seks, Turks Fruit maar dan met vier. Met regelmatig het muntachtige, prikkende
en tegelijk verdovende gevoel achter in je keel, van gesmolten coke die
langzwaam doordruppelt. Even goed slikken als er een groter brokje doorvalt. En
dorst veel dorst. Dorst naar elkaars sappen en veel wijn ook. Gelukkig had het
huis een grote wijnkelder en hoefden we ons daar ook geen zorgen over te maken.
Coke en wijn van 1950. Geen wonder dat we ons Goden op hun eigen Olympus
voelden. Het huis was ook zo hoog, we torenden boven de hele buurt uit. En o,
we vonden onszelf heel revolutionair zo, en moreel baanbrekend, alsof we een
teletijdsmachine naar de late jaren zestig hadden genomen. In dat kader
schuimden we ook alle mogelijke muziekfestivals af, waar we er enorm van
genoten om en public elkaar met ons vier te overlebberen.
Publiek hadden we er ook graag bij, want we leken wel een
revolutionair collectief zo die mensen voor de voldongen feiten stelden. Fait
accompli:hier is de nieuwe grenzeloze onzedelijkheid. Get out of my life,
youre so respectable, schreven we in koeien van letters op de zijkant van
onze festivaltent, die de hele nacht door wiegde. Onze seksueel aura was al zo
ontspoord, dat zelfs de lawaaierige types die graag luid roepen en zogenaamd
kicken op toestanden als die van ons, er pijnlijk stil van werden. En hun
stilte had iets gebrokens. Alsof ze daarna nooit meer luid zouden zijn.
We lagen in het gras, in parken, niet alleen op festivals,
en vergeleken luid en duidelijk, met elk mogelijk oog voor detail, als de ware
conaisseurs, de smaak van het kutvocht van de meisjes. Onder elkaar hadden we
het enkel over vaginavocht, maar als er meestal zelf opgezochte- luistervinken
in de buurt waren, switchen we opzettelijk naar kutvocht, met een nadruk op die
u. En het stroomde met bakken van ons gezicht hoe verslingerd we er aan waren.
We onderscheidden alle mogelijke nuances, onderzochten smaakverschillen naar
gelang het tijdstip van de menstruele cyclus. Het was inderdaad zo dat de
meisjes na verloop van tijd gelijktijdig begonnen te menstrueren.
Als meest verregaande en waarschijnlijk meest shockerende
date, dronk ik in het bijzijn van een potentiële koper van ons huis, gewoon aan
de keukentafel, een kop menstruatiebloed. Ik doe de kop altijd vol met de
helft van beide. Dat smaakt het lekkerste. Dat kunstje herhaalde ik telkens er
een potentiële koper was. Als zelfs dat niet pakte. Sommigen redeneerden toch:
de huidige huurders koop ik er niet bij, benadrukte ik toch steeds dat er in
huis overal nog wel achter hoek of kant een stash narcotica kon gevonden
worden. En dat je dus vooral moest oppassen met kleine kinderen, want ja, die
vinden zoiets, en je weet nooit wat ze er mee uithalen. Onze slaapkamers die
behangen waren met fotos van ons in alle mogelijke taferelen die nog het meest
deden denken aan de tuin der Lusten van Bosch, schrikten ook danig af, en
anders hadden we het wel over termieten, waterschade, schimmels, eender wat.
Een keertje was er een potentiële koper die zei: Can I join the party? We
zijn toen een vastbindspelletje begonnen, waar hij gewillig in mee ging,
übergeil als hij al was, doordat het hele huis, elke steen er van, los gespatte
seksualiteit uitwasemende. We fotografeerden hem, onder andere met een kloeke
wortel in zijn derrière en beloofden plechtig deze te zullen opsturen naar zijn
thuisadres. Iets dat we niet werkelijk deden, maar we speelden wel met de
gedachte.
De huurbaas die bij God niet kon bedenken waarom zijn huis
niet verkocht raakte, bleef het dan maar verhuren. En zo zitten wij hier veilig
en kunnen we elke stoel, elk stukje tapijt, ook de kastjes en de dozen vol
rommel, die maar blijven staan, bevlekken met onze jeugdige essentie, het
vermengde hormoonvocht van twee koppels, die zich bedrinken aan elkaars jonge
lijven.
Dag William, dag Lut, ik zal minstens een uur later zijn.
Tot zo J
Lut en ikzelf in hunder wiek geschoten.
Een uur onder onszelf vergaderd en de dame die nog denkt dat
ze de leiding heeft, hebben we er buiten gelaten. Eigen koers, eigen middelen
en eigen ideeën.
Zitten op terras, buiten in een kwakkelende lentezon.
Zij bestelt déca, ik vloeibare cafeïne, zij heeft op zich al
ADHD, koffie is de versneller om mijn vierbaansvak breinshit dat extra beetje
op te zwepen.
We werken toneelstukken uit en, toeval bestaat niet, daar
komt een acteur langs.
Eentje zoals we ze graag hebben. Doorleefd, halve junk, lang
haar, slordig, maar tamelijk verzorgd, met bakken talent en een Antwerps accent
(bijna altijd een goed teken)
Patje komt er bij zitten en bestelt een Westmalle Tripple.
Elk zijn smeermiddel.
Hij ziet het volledig zitten, en hup we zijn vertrokken. Artistiek
bedrijf staat op rails. We hebben een prijslijst en ik bespreek woensdag met
mijn boekhouder hoe je contracten opstelt voor zo artistieke transacties.
Mijn boekhouder ziet er meestal uit als een verwaaide
kunstenaar uit de goot, maar hij is het niet. Hij is een self-made man die nu
zwemt in de poen.
Lut en ik werken onze themas verder uit. Ze demonstreert
haar eigen acteertalent in plat Gents.
Aanrijding in Moskou, denk ik als vanzelf.
Ze doet het accent van de Gentse Turken en het is alsof ik terug voor mijn klassen sta. Typisch die loze dreigementen.
'Doe ké normaal mens'
Basis voor een eerste toneelstuk is meteen geboren.
En met deze twee acteurs zit ik op rozen.
Hij schrijft alles uit, hij schrijft echt heel goed, zegt
Lut aan Patje.
Patje die mij ergens vaag doet denken aan Sancho Panza of
een Mexicaanse socialistische guerrillafractie kijkt mij eens goed diep in de
ogen. Zijn ogen lijken op die van mij, het zijn poorten naar ergens anders.
Hij ziet er zo uit
Ja, ik heb de schrijverlook wel mee. En das een plus, want
90 procent is attitude.
Waarom zo bits? vroeg Yvette, want zo heet onze pro forma
bazin, eerder op de vergadering.
Bits is co-auteurschap opeisen en een verzekering van een meer dan redelijk ereloon.
Waarom zo bits? Haar zoon zei vorige week al: Sinds ik je
leren kennen heb, ben je gestaag meer voor jezelf beginnen opkomen.
Voor mezelf beginnen opkomen?
Even bijkleuren.
Ik heb mijn eigen Cu Chi gegraven, in mijn kop zit een
Corregidor en voor elk Di Alamo dat ik opwerp en dat eventueel plat geveegd
wordt, schieten er tien nieuwe uit de grond.
Mentaal compleet voorbereid op Rattenkrieg in de Kessel aan
de banken van de Wolga.
Geen NKVD nodig om verder op te jutten. En als de rollende
donder toch ff staakt, is er puur Perzische maximalistische Maryam met
schroeibitie in onbeperkte voorraad om mij voort te sleuren.
Boelie je bojevit.
Peynsaert ad portas.
Ik heb de gevleugelde muzen aan een touwtje en ze vinden het
nog lekker ook, die feromoonvochtige sletten.
Een Belgisch zwaarbewapend infanteriebataljon, 152 man
sterk, uitgerust met de allernieuwste technische snufjes uit onze fabrieken in
Herstal, is gisteren in de namiddag slaags geraakt met een eenheid van de
Taliban strijdkrachten.
Een verkenningsvlucht wees uit dat het om een cyclist ging
die een mand eieren naar een voorpost van de Taliban bracht. Deze voorpost
bevond zich in de Amerikaanse sector, maar onze jongens nemen hun opdracht heel
serieus en zagen het als hun plicht om in te grijpen.
De vijandelijke eenheid werd al snel tot staan gebracht,
zodat de Talibanstrijder zijn toevlucht zocht in een greppel. Onze soldaten
claimden dat zij beide banden van zijn voertuig hadden lek geschoten, maar
latere berichten spraken dat tegen. Een van onze jongens die nog in Leuven op
kot heeft gezeten, meende overigens zijn eigenste fiets te herkennen. Ook dit
gegeven kon nog niet geverifieerd worden.
Na meer dan 24 uur van non-stop beschietingen over en weer,
zijn er vier à zes eieren kapot Van een geschat totaal van ongeveer 60 eieren
is dat een substantieel verlies. Het fietszadel is al enkele keren van bezitter
verwisseld en dit na enkele zeer heldhaftige charges van onze jongens, die
helaas op het laatste moment steeds werden teruggedreven door het moordende
vuur uit de kalasjnikov van de cyclist.
Een Belgische militair raakte daarbij gewond, toen hij
tijdens een frontale aanval zijn enkel verzwikte. De jonge korporaal zou
ondertussen aan de betere hand zijn. Zijn bezorgde familie kan rekenen op zijn
vervroegde terugkeer.
Na drie aanvallen en een tactisch briljant flankeermanoeuvre
dat helaas in het water viel door een plotseling opstekende zandstorm, besloot
onze generale staf om de luchtmacht in te zetten. Twee F-16s vlogen uit, maar
keerden onverichterzake terug, aangezien er duidelijke aanwijzingen waren dat
er zich een eekhoorntje in de omgeving bevond. Dat deed de piloten denken aan
Scrat uit de Ice Age films en zodoende kregen zij het niet meer over hun hart
om hun bommen te lossen.
Bij het ter perse gaan, meldde onze correspondent ter
plaatste dat er onderhandelingen in de maak zijn tussen het Belgische leger en
de Taliban om tot een bestand te komen. Enkele van de gebroken eieren zouden
nog consumeerbaar zijn en de Taliban belooft op erewoord deze te bedelen aan de
plaatselijke bevolking. Ondertussen zouden onze militairen ook even op ademen
kunnen komen. Zon automatisch vuurwapen, vuurt toch echt niet automatisch, ik
voel mijn wijsvinger niet meer, zuchtte één van onze vermoeide soldaten. Het
bataljon heeft verschillende psychologen in het veld ter beschikking om het
gevaar op post-traumatisch stresssyndroom onmiddellijk te kunnen tegengaan. De
commandant benadrukt verder het belang van een regelmatige bevoorrading met
ijsjes. In een land als Afghanistan waar temperaturen van meer dan 45°C zeker
geen uitzondering zijn, kan dat bezwaarlijk een overbodige luxe worden genoemd.
Eerder deze week nog rommelde het binnen de rangen, toen de
kwartiermeesters de toevoer van de smaak Chunky Monkey van het overheerlijke
Ben & Jerrys label, niet konden garanderen.
Minister Pieter de Crem spreekt nu al van het glorierijkste
moment in de Belgische krijgsgeschiedenis sinds de deelname van ons land in de
Koreaoorlog. Heren journalisten, I hate to say I told you so, quod erat
demonstrandum, België kan en zal een actieve en dragende rol spelen aan de
zijde van coalitiepartners in internationale conflicten, aldus de minister.
Op termijn zou hij het Belgische leger ook onafhankelijk
willen inzetten, bijvoorbeeld om de Kaukasus en op termijn ook de Wolga in
bezit te nemen, teneinde ons land te voorzien van levensnoodzakelijke olie.
De anus van een homo dichtplakken met secondenlijm
De anus van een homo dichtplakken met superlijm en dan cola
met laxeermiddelen doen drinken.
Als schrijver moet je in het leven staan.
In het leven staan, is een leerling horen zeggen:
Iran is een gevaarlijk land, hoor. Weet je wat ze daar
onlangs gedaan hebben met een homo? Ze hebben zijn anus dichtgeplakt met echt
van die superlijm en dan hebben ze hem cola doen drinken met van die
diareemiddelen in?
En is die dood gegaan?
Jaja, die moest keihard naar toilet en toen is hij
doodgegaan.
Je verifieert het verhaal niet, want dat heeft om
verschillende redenen geen zin. Waar of niet; dat zon verhaal circuleert is
erg genoeg. En je weet het ook zo: zon soort folteringen, misschien niet exact
zo, maar minstens even schikbarend gebeuren. Ergens. Nu. Op dit moment.
Ergens schreeuwt een meisje vastgebonden op een koude aarden
vloer en een oud takkenwijf snijdt haar vagina aan gort.
Als je daar echt bij stilstaat, sta je niet meer in het
leven, maar lig je in het leven, te stikken in de kots van hersenloze wreedheid
die ver, en minder ver van je bed, ergens op iemands kop regent.
De film Crash ontspint zich recht voor mijn eigen ogen,
voorlopig zonder het wapengekletter. Leerlingen die elkaar pittavlees noemen.
Brazilianen die Turkse scheldwoorden razend vlug oppikken en in de strijd
gooien tegen hun Turkse klasgenoten. Hit em where it hurts.
Een Turkse van 14 die met grove stelligheid verkondigt dat
Tsjetjsenen beesten zijn, bandieten die alle mogelijke gruwelijk bedrijven.
Heeft ze gehoord van Russische vrienden.
Ik zeg dat Russen ook wel smerige praktijken uithalen met de
Tsjetsjenen.
Zoals wat dan mijnheer?
Ik weet, ik moet nu op de proppen komen met tamelijk
shockerende voorbeelden, of ik krijg ze er niet van overtuigd dat het zo is.
Mensen zijn alleen ontvankelijk voor waarheid als de waarheid slaat.
Gelukkig is de realiteit afstotelijk genoeg.
Dus dat is de manier om ze stil te krijgen.
Vertellen hoe je een stoffelijk overschot naar een rouwend
gezin verstuurt met een flinke lading springstoffen verborgen in de lijkkist,
zodat de nabestaanden hoog de lucht in gaan bij ontvangst.
De rouwbandjes hadden ze al en het is wel zo makkelijk voor
de begrafenisondernemer.
Vanuit een antropologisch standpunt is het intrigerend om te
zien dat het bedrukte toiletpapier dat Joepi heet, in de regel lijkt samen te
gaan met Hip Hop, R&B, uitklapbare gsms, glittermake-up en een volslagen
desinteresse in alles wat daar buiten valt.
Deze mensen gaan later OOK stemmen. Die brengen een stem
uit. Op een partij. Als het allochtonen zijn, nog net genoeg op de hoogte van
politiek om voldoende links uit te wijken op de stembrief.
Waar hebben die leerlingen het meeste aan?
Dat ik hen bijna manu militari de Franse grammatica bijbreng
of dat ik hen toon dat een volwassene positief tegenover hen staat en gelooft
in hun verstandelijke vermogens? Ja, toch wel. Een van de weinige manieren om
mij kwaad te krijgen, is als ze zichzelf dom noemen. Vreselijk irritant als ze
dat doen.
De jongens lezen geen joepi, die kijken op naar voetballers,
die liefst naast het veld ook geweldig scoren bij het vrouwvolk. Luidop dromen
van een rijbewijs doen ze ook.
Autorijden kunnen ze al van hun twaalfde, want oom heeft een
garage en zij parkeren de autos.
Een belangrijk verschil tussen mijn leerlingen en ik. Ze
putten hun fierheid grotendeels uit andere wapenfeiten dan ik.
Intellectual pursuits zijn niet aan hen besteedt en ik hoef
maar te gaan kijken naar hun thuissituatie om te weten hoe dat zo gekomen is.
Woestijnen van de geest zijn overerfbaar. (alleen niet in Finland liet ik mij
wijsmaken, wat doen die Finnen dan wel beter?)
Maar waar de school de nodige irrigatiewerken zou moeten
uitvoeren, pist de school het reddende vocht er flink naast. Alleen niet in
Finland liet ik mij wijsmaken, wat doen die Finnen dan wel beter?
En we proberen al zo vaak te vertrekken vanuit hun
leefwereld. Of we proberen dat toch.
Met als voornaamste resultaat, dat ze het verwachten, they
wont settle for any less.
Zo saai, weerklinkt al snel, kort en afgemeten, als de bijl
van een beul op het kapblok.
Een twintigtal riddertjes jongens en meisjes- klappen
gelijktijdig het vizier van de helm weer dicht en heffen hun schild, scherpen
hun gepunte goedendag.
Verbod op saaiheid doet ons de nek om.
Ik denk aan die klasjes, al die klasjes in houten barakken
anno 1866 in de VS. Allemaal zwartjes die eindelijk op legale wijze mochten
lezen en schrijven en die niets liever wilden dan onderwezen worden. Kinderen
die nog redding zagen in leren.
Breng hen maar eens aan het verstand dat als onderwijs voor
hen verboden was, ze er verdomme zouden voor vechten.
Van sommige zaken overtuig je een mens niet met drie zinnen.
Lezen doen ze niet, dus met een tekst moet je het niet proberen. En een betoog
van langer dan twee minuten moet je ook al niet prepareren, want zo lang krijgt
een nieuwsitem op tv ook niet.
Ik droom niet van brave leerlingen. Ik droom van leerlingen
die zich met revolutionair élan verzetten tegen school, die niet de leraren
zuur doen betalen voor hun loon, maar ons hele onderwijssysteem kapot slaan van
binnenuit. Die leerlingen van mij verwijten elkaar met clichévitriool, maar ze
werpen geen barricades op in de gang, schieten niet met scherp. Alleen draconische
verstrengingsmaatregelen zouden misschien nog echte rebellen leveren.
De eerste helft van Full Metal Jacket als verplichte
leerstof in de lerarenopleiding. Zo wat het omgekeerde van mijn aanpak.
Ben leraar in een Turkse school met hier en daar een
Albanees, een Marokkaan of ook wel een verdwaalde Italiaanse.
Drie kwart van de leerlingen weet dat de ketting die om mijn nek
hangt, het slaande oog is.
Ankara, op een kilometer van mijn deur.
Mijnheer ben jij Turks?
Eindelijk nog eens voordeel bij mijn multiculturele
uiterlijk.
Je hebt mooie ogen, mijnheer.
Nochtans altijd zeer waterig, met een ondertoon van
verschopte écrivain maudit (ja ik geef tegenwoordig Frans he, een mens moet
uitpakken met iets) en een toets ingoede permissiviteit op een bedje van
empathie en de eeuwige, half voyeuristische buitenstaanderfactor eigen aan de
schrijver.
Opportunisme zinkt in waterigheid en sluimert op de
oogbodem.
Gelukkig maar.
Wat te doen als de leerlingen net ietsje te familiair
worden?
Een zonnebril in overweging nemen.
voor u alle respect, mijnheer.
Respect. Een woordje dat vaak valt als je met allochtonen te
maken hebt. En ze menen het nog ook. Het zijn geen CD&Vers.
Je kan ze afblaffen als ze voor de zoveelste keer niet
blijven stil zitten. Dat werkt. Eventjes.
Maar wat te doen als ze je eerlijk bekennen dat ze vlak voor
school nog een paar schoenen gestolen hebben?
Interesses:
De joepi links
Voetbal rechts
Verleidelijk om alle leerstof in voetbaltermen te gieten.
Maar dan moet je na je uren wel
Haar, ogen, alles wat je ziet, allemaal onbetwiste eigendom van Maryam
Shiri.
Duidelijke afspraken maken met de leerlingen.
Afspraken helpen wel geen mythes uit de wereld.
De hele klas meent serieus dat het allemaal begon met Adam en Eva.
Jouer aux échecs
Hilariteit alom.
Geen fervente schakers?
Valt best mee.
Ésjek betekent ezel in het Turks.
Er is verder ook de klas die géén Nederlands spreekt.
De meerderheid spreekt wel weer Turks.
Dat scheelt in de kosten bij aanschaf van taalgidsjes.
Le Turc sans peine, kost iets van een 20 euro en daar kom je al een
heel eind mee. Je oefent bovendien nog eens je Frans.
Turks kende ik nog niet.
Wij zijn een echte crapuulschool, hé mijnheer?
Zwijgen is instemmen. Maar ik heb de film Freedom Writers gezien en
sinds ik er al mijn levensmoeheid en cynisme-al voor mijn 20stige- heb uitgegooid, ben ik licht inspireerbaar tot wereldverbeterlijke
toestanden.
Schoolmoeheid zeggen ze van deze leerlingen.
Schoolhaat is net iets exacter.
Maar dan bij de schoolpoort: Ik haat het als het weekend is
Thuismoeheid ook al.
Steek je hand op als je géén stiefvader hebt die op het punt staat je
moeder te verlaten.
Godver, ze willen weer niet meewerken, zou je denken, zou je hopen, bij
deze vraag wel.
Same old story, different face.
Als er een goeie radiozender bestond in dit land, zou ik
This is rock and roll aanvragen, van the Kids, en in gedachten rock
and roll vervangen door TNT teaching
Gets you on your toes like a strong cup of cappuchino
This is the real shit.
Niet meer voor op mijn 40ste, doch zeer bruikbaar op mijn 26ste
Entre les murs, maar dan in t echt.
Ik ga nog eens herbeginnen in Bint van Bordewijk.
Bint van Bordewijk verhoudt zich tot ons huidige onderwijs als
Napoleontische tactieken tot moderne urban warfare.
Ons onderwijs kan niet een beetje beter, ook niet veel beter.
Het kan alleen maar enkele miljarden keren beter.
En in alles blijf je toch schrijver.
Want wat het meest ergens in mijn buis van Eustachius blijft rommelen
en op mijn netvlies blijft schroeien gelijk napalm anno 1968 ergens in de buurt
van Khe Sangh, is die leerling die als héros noemt: Dirk Bracke.
Wie dadde?
De leerling, lid van de grote gevaarlijke anti-leesclub, haalt een boek
boven.
Dat lees ik.
Wat lees je verder nog?
Ik doe aan marktonderzoek altijd en overal. Als huurmoordenaar zou mijn
laatste vraag aan mijn slachtoffers nog zijn: wat zullen over een goeie minuut
je favoriete schrijvers geweest zijn?
(als ze mij noemen, weet ik nog niet wat gedaan, zo ver was ik nog
niet)
Niets, mijnheer, alleen Dirk Bracke.
Op naar de Fnack om heel die vent zijn oeuvre in te doen.
Als je die leerlingen aan het lezen krijgt, ben je nu al cult.
Vergeef ze vader, want zij weten niet wat zij doen, ze zijn allemaal
verfacebookt, verplaystationt en vertelevisied.
Op het gevoel af blame ik capitalism.
De onwetendheid van de één is altijd het brood van de ander.
Een oude bekende is toevallig op twee dozen manuscripten van
mij gestoten, die op mij staan te wachten in mijn vast kopieercentrum, waar ze
mij kennen als de schrijver onder andere van veel te lange zinnen zoals deze,
waar ik meteen een punt zal achter zetten als de lezer mij wil toestaan nog
drie keer te headbangen met mijn vettig kopke haar dat straks al weder onder de
douche zal gestoken worden, zodat ik straks de afwas moet doen met koud water,
want veel warm water heb je hier niet, ja de mankementen aan deze studio mogen
nu wel hemelsbreed geschreven en uitgebazuinderd worden, want t kot is
verhuurd, op do you remember rock & roll radio van The Ramones.
Ik zeg tegen die oude bekende, die op zich nog vrij jong is,
vooral in en rond de schaapachtige ogen, die mij altijd aankijken alsof ik een
semi-suïcidaal konijntje ben dat op dagelijkse basis het treinverkeer tussen
Gent-Dampoort en Gent-Brugge lam legt door aanstalten te maken zelfbereide
konijnenfricassee te maken, zo onder de wielen van de tsjoektsjoek, tot
meerdere stress van de dierenvrienden onder de conducteurs, die helaas dun
gezaaid zijn binnen die beroepssfeer, want conducteurs zijn ook niet gek, die
stemmen niet voor Groen, nee, zij ook al niet. Die vijf procent naiëve
kloepkappers, waaronder ik zelve, die Groen de kiesdrempel doen halen, ja die
besturen geen treins.
Nochtans heb ik een familiale link met de treinbranche, want
mijn overgrootvader die was perronchef tijdens wereldoorlog II, hij pleegde
eens een verzetsdaad door een troepentrein van den Duits op het verkeerde spoor
te zetten. Het verzet heeft hem daar nog voor gehuldigd. Toen hij zijn
onderscheiding ontving, verzweeg hij wel wijselijk dat het met verzet allemaal
weinig te maken had, want dat hij gewoon strontzat was geweest. De doorsnee
Aalstenaar verkeert ongeveer de helft van zijn wakkere tijd in kennelijke
toestand.
Nu, ik pik mijn dozen manuscripten op, zo samen met mijn
maat Randy, want alleen sjouwen is natuurlijk te veel gevraagd, zelfs al ben je
dan niet gepubliceerd en hop wij naar de post.
Veel volk zo in de post, alsof de email nimmer ware
uitgevonden en dus schuift heel vriendelijk wel, wat volk opzij, om mij en mijn
maat toe te laten, 12 enveloppen te voorzien van het adres van een uitgeverij
die heel misschien, als ze even vergeten dat ze mij niet kennen en bijvoorbeeld
niet bevriend zijn met de slager van mijn nonkel, mijn manuscripten eens een
vluchtige, geeuwerige blik zullen toewerpen en misschien, heel misschien, als
ze dus nogmaals vergeten dat ze mij van haar noch pluim kennen, mij op basis
van schrijfkunnelijk talent een wurgcontractje zullen aanbieden, zodat ik een
nietige tien procent opstrijk van elk boekje dat ik kan slijten.
Nu de merde is natuurlijk dat niemand bij een uitgeverij in
de verste verte bevriend is met een verre vriend van één van mijn nonkels,
zelfs niet met een minnaar van één van mijn tantes, want mijn tantes zijn
trouw, die hebben geen minnaars en mijn grootmoeder is er ondertussen te oud
voor, die had wel veel minnaars, misschien bevonden er zich ook wel uitgevers
of toch minstens vrienden van slagers van uitgevers. Ik had verdomme vroeger
moeten beginnen schrijven. Geeft niet wat, eender wat, gewoon als kleuter, iets,
als het maar enige lijvigheid had, een boekje ongeveer zo dik als in de tijd
mijn kleutervuistje, want toen ik slechts een tiental appeltjes hoog was, had
mijn grootmoeder, ik ben er nu wel zeker van, een affaire met een verre bekende
van een uitgever. Kans gemist, godverdomme.
Sta mij toe de Ramones nog een kleine beet veel luider te
draaien, want het vermeende homokoppel hier boven, heeft vannacht veel lawaai
gemaakt, niet zo zeer met seksuele uitspattingen, maar met hun geïmproviseerde
fitnessruimte. Ik ga geloof ik toch eens een Mens Health onder de deur
schuiven, want in elke aflevering van dat boekske vermelden ze toch een goeie
vijftien keer dat je tussen elke training 24 uur moet tussen laten voor een
optimaal resultaat en als ik hem hier boven daar van overtuigd krijgt, dan heb
ik toch om de andere dag rust, want nu verkeert mijn, ondertussen dus verder
verhuurde studio, in de onzachte deining van zijn zwiepende halters.
Was mijn bovenbuur maar groter dan 1 meter 85. Die lange
slungels moeten niet aan compensatie doen voor hun broekzaklengte in
overijverige, vrijwel futiele pogingen om spiermassa op te bouwen. C is echter
ver onder de 1 meter 85, ik denk dat die arme kerel zelfs nog kleiner is dan
ikzelf. Dus dat kan tellen qua compensatiedrang. Arnon Grunberg heeft het ook.
Maar die is nog kleiner dan C, dus die heeft bicepsen zelfs gewoon zo gelaten,
die schrijft dan maar stukjes zo op de rand van cynisme en algemene
ambetantigheid. Arnon schrijft niet om leuk te zijn, zegt hij. Arnon stond eens
naast een uitgever te lullen over weet ik veel wat voor belevenissen en stel je
voor, daar is dus zijn eerste boekje uit gegroeid. Mazzelen noemen ze dat
volgens sommige woordenboeken. Sinds ik dat weet, spreek ik iedereen aan die er
maar vagelijk als een uitgever uitziet en dan begin ik te lullen, over alles,
maar niet over het weer, want dat vindt zon uitgever vast niet origineel
genoeg. Ik vermeld ook altijd mijn slager en alle andere kleine zelfstandigen
waar ik soms iets koop, want je weet toch nooit dat zon uitgever ook die zaak
frequenteert en dan heb ik meteen een voet in deur, want als we dezelfde slager
hebben, wat let hem dan nog om mij te publiceren? Nu ik moet wel zo eerlijk
bekennen dat ik misschien niet zon goed zicht heb op hoe zon uitgever er
uitziet, want tot nog toe, is het mij niet gelukt. Het merendeel van de typen
die ik aanspreek, blijken toch op een of ander ministerie te werken of in de
verzekeringen te zitten. Nu, misschien is het ook wel zo dat uitgevers minder
vaak met de trein reizen, want het is nu wel zo dat ik altijd pendelaars
aanspreek op de reeds hoger vermelde verbinding tussen Gent-Dampoort en
Gent-Brugge.
Trouwens, in de post, werd ik besteld door iets tussen een
man, een onbehaarde muilezel en een vrouw in. Zij loensde op een dergelijke
manier, dat zij makkelijk een loket voor en een loket achter met haar diensten
kon verrijken. Zij was niet gewend aan onuitgegeven auteurs, want toen zij mij
met mijn dozijn pakketten zag aankomen, zag ik haar in pictogrammen denken:
lieve here Jezus, werk! Ja, werk, en werken deed ze, al heb ik geen flauwste
benul van wat zij mij allemaal wilde duidelijk maken, zij deed haar uitleg
terwijl zij zich bukte, momenten waarop ik mijn ogen stijf dicht kneep, want ik
wil niet in de décollété glimpen van een onbehaarde loensende muilezel die ze
postbeambte gemaakt hebben. Ze zag er mij ook tamelijk misbruikt uit door een
priester of toch minstens door een blinde aalscholver, misbruikt was ze, daar
ben ik zeker van. Het stond haar alleszins niet aan dat ik geen stickers had
geplakt op mijn enveloppen. Zij wilde ook niet echt geloven dat elk manuscript
even veel gewicht in de schaal wierp. Op dat punt dacht ik even dat ze toch
iets van kaas gegeten had van het uitgeversbedrijf, maar ze doelde dan toch
weer op het mathematische gewicht van elk paketje en na korte, doch zeer
nauwkeurige verificatie bleek inderdaad dat elk paketje evenveel woog. Hoezee,
dacht ik bij mezelf, als ik het zo mooi kan uitkienen dat elk ambachtelijk
vervaardig manuscript exact even veel weegt, is dat toch wel degelijk een
klinkend bewijs van mijn vakmanschap.
Maar goed, ik moet nu les gaan geven aan een bende op
kruissnelheid puberende jeugdelingen die dagelijks slachtoffer zijn van naar ik
aanneem zwaar uitgebluste leerkrachten die als enige minpuntje aan het job, het
bestaan van zoiets als leerlingen aanstippen, doch niet gevreesd, ik ben
voorbereid, ik heb hier al zitten lezen in Nana, van Zola en dat beviel mij
toch wel. Ik moet die Zola eens bellen en vragen waar hij zijn stokbrood koopt,
want dan kan ik toch maar vermelden bij mijn volgende omzendmanuscript dat ik
dezelfde bakker als Zola placht aan te doen.
Ik moet mijn leerlingen de Franse taal gaan bijbrengen, doch
ik zou ze beter onderwijzen in het enige talent waar ze later ooit iets mee
kunnen aanvangen: het kweken van de verreikende arm, dus wat ze noemen in het
Engels: to hob-nob. Als ze maar lekker veel vriendjes van vriendjes leren
kennen gaan alle deuren later voor hen open. Natuurlijk, Frans zou daar wel
eens van pas bij kunnen komen. Ja, misschien moet ik het hen zo verkopen. Want
een moderne leraar gééft geen les, hij verkoopt zijn les, en de leerlingen
zitten meestal op hun geld, kooplustig zijn die niet als het les aangaat. In
het beste geval krijgt een leraar van de jonge bloedjes gedaan dat hij min of
meer in stilte zijn brood mag verdienen. Je zou natuurlijk ook sympathiek les
kunnen geven, maar daar is de directie dan weer meestal niet mee gediend.
Frequenteert u de slager van een kennis van een uitgever?
Laat het mij weten op 0477 56 19 96, de eerste tien bellers
krijgen een gesigneerd exemplaar van mijn eersteling bij hen thuis bezorgd.