Er bestaan nog echte helden in het voetbal. Cardiff City hield gedurende 120 minuten heel Engeland in de ban in de finale van de League Cup. Het was uiteindelijk Liverpool dat als winnaar de trappen van Wembley mocht beklimmen om de beker in ontvangst te nemen. Maar één ding is zeker na zondag. Het voetbal in Wales zit meer dan ooit in de lift.
Liverpool was torenhoog favoriet om voor de 8 ste keer in hun bestaan de Carling Cup te winnen. Cardiff City, een subtopper uit de premier Ship, heette voor de wedstrijd nog een hapklare brok te zijn. Liverpool zou eindelijk een donkere periode afsluiten met een eerste prijs in 6 jaar. Decor was zoals gewoonlijk het magische Wembley, dat netjes gevuld was met 89.041 voetbalgekke Engelsen. Het rood van Liverpool aan de zuidkant tegenover het tegen de zon afstekende blauw van Cardiff City aan de noordkant.
Dat het geen wandeling in het park ging worden werd snel duidelijk voor Liverpool. Hoewel Liverpool de eerste twintig minuten het betere van het spel had, was het uiteindelijk Cardiff dat via Mason op voorsprong kwam. Liverpool moest even herstellen van de klap, maar kreeg toch nog een handvol kansen voor de rust. Cardiff compenseerde het klasseverschil met een torenhoge inzet en de ploeg uit Wales mocht met een voorsprong gaan rusten. In de tweede helft kregen we hetzelfde spelbeeld te zien als in de eerste helft. Cardiff City vocht voor elke morzel grond en Liverpool kwam er sporadisch doorheen.
De wedstrijd tss de 6de in de Premiership en de 7 de uit de Premier League groeide stilaan naar zijn hoogtepunt. Supportersgezangen versterkten de stilaan op hol geslagen emoties van de supporters in het stadion. Geen doffe nietszeggende teksten als "Waar is dat feestje", maar volwassen songteksten als het refrein van "Three little birds" van Bob Marley. De vermoeidheid begon bij sommige spelers van Cardiff City ondertussen zijn tol te eisen. Af en aan vielen spelers tegen de grasmat met krampen tot achter hun oren. Ploegmaats schoten ter hulp om de krampen te verdrijven. Een aandoenlijk beeld. Mcnaughton alias de zilvervos werd als gevolg van krampen ook gewisseld. Het toont de onverzettelijkheid waarmee Cardiff streed. Nog liever sterven dan toe te geven aan hun lichamelijke beperkingen. De spelers van Liverpool hadden geen last van krampen. Onverstoord als een geoliede machine bleven zij zoeken naar openingen in het Welshe beton. Maar Cardiff hield stand en er werd verlengd met twee keer 15 minuten en evt penalty's. De commentator had dan al verscheidene malen de woorden heroïsch en episch in de mond genomen. En zo voelde het ook aan.
You'll never walk alone galmde in afwachting van de verlengingen door het stadion. 40.000 luidkwelende kelen uit Liverpool brachten elk haartje op mijn lichaam overeind. Unesco moet haar Werelderfgoedlijst maar eens grondig herbekijken. Dit is Cultureel erfgoed waar we vaak al te licht overheen gaan. Ondertussen is de bal opnieuw aan het rollen. Liverpool scoort via Dirk Kuyt en de buit lijkt binnen. Maar met de allerlaatste restjes energie forceert Cardiff in de laatste 5 minuten een ware stormloop. Uiteindelijk valt de verdiende gelijkmaker in de laatste minuut wat tot een immense explosie van vreugde zorgt in het Cardiff-legioen. Penalty's moeten de beslissing brengen. De zenuwen lijken hier de grote spelbreker want de eerste twee penalty's worden gemist. Ook Steven Gerrard miste zijn elfmeter. Neefje Anthony Gerrard, inderdaad familie, deed al niet veel beter en miste de beslissende strafschop. Het feest barstte los in Liverpool.
Cardiff City heeft het voetbal in Wales, waar al te vaak smalend wordt over gedaan,opnieuw mee op de kaart gezet. Na de promotie van Swansea een zoveelste teken aan de wand. België zal de zege in Cardiff begin september niet op een presenteerblaadje krijgen. Misschien moeten we een voorbeeld nemen aan de Cardiff Gladiators. Zou men bij Cardiff City geen naamsverandering overwegen? The Cardiff Gladiators bekt bijzonder lekker. Daar moet iets of wat communicatiemanager toch iets mee kunnen doen ? Laat de marketingcampagne maar vast op gang komen. Met sierlijke krulletters mag men 26 februari 2012 bijschrijven in het heldenepos van The Cardiff Gladiators. Een dag om niet gauw te vergeten.
Het EK lange baan zal dit jaar dan toch niet worden gezwommen in het Antwerpse Sportpaleis. De Europese zwembond LEN wil liever op safe spelen en kiest nu voor het Hongaarse Debrecen. Of Antwerpen hier rouwig om moet zijn is maar zeer de vraag. De megalomane eisen van het LEN deden Antwerpen uiteindelijk de das om, want ook in de sport regeert de grootheidswaanzin. Zelfs in crisistijden.
Het werkingsbudget voor het EK lange baan werd vooraf geraamd op een slordige 3,7 miljoen euro. Dat is veel geld voor een weekje topsport. Voor dat EK moest het Antwerps Sportpaleis omgetoverd worden tot een waar waterparadijs, met een olympisch bad en oefenbad. De wedstrijden moeten immers door 5000 toeschouwers kunnen worden bijgewoond. Geen enkel van de negen 50-meter baden in ons land voldeed aan deze eisen.Na het afhaken van een van de belangrijkste sponsors is de organisatie van dit EK budgetair onhaalbaar geworden. De kosten voor dit EK waren dan ook navenant. Een concertzaal ombouwen tot zwembad brengt natuurlijk de nodige kosten met zich mee. De organisatoren haalden hiervoor hun inspiratie bij het WK 2007. Dat WK vond toen noodgedwongen plaats in de Rod Laver Arena om aan de hoge eisen van het FINA te kunnen voldoen. Blijkbaar is enkel het beste goed genoeg in de ogen van de internationale zwemfederatie. Organisatoren dienen zich meer en meer naar de wensen hiervan te schikken. Het helpt als je een aantrekkelijk product kunt aanbieden (zwemmen, voetbal, honkbal, atletiek) en je de geïnteresseerde steden tegen elkaar kunt uitspelen. Lokale overheden gaan soms ver in hun poging hun stad op de wereldkaart te zetten. Hierbij worden er onrealistische beloften gedaan om toch maar een ander te kunnen aftroeven. Pas achteraf blijkt dat men hierbij te voortvarend te werk is gegaan.
In Griekenland denken ze voortaan twee keer na alvorens nog eens in de dans te springen om een of ander groot tornooi. Op het gebied van infrastructuur was Athene helemaal niet klaar voor de organisatie van de Olympische spelen met als gevolg dat 95 % procent van de infrastructuur nieuw moest worden gebouwd. In totaal zadelde de Spelen Griekenland en Athene op met een kost van ruim 7 miljard euro, ofwel een dikke 2 procent van het BBP. Het heeft Griekenland, in het licht van de huidige economische crisis, zeker geen goed gedaan.
Een ander schrijnend voorbeeld zijn de spelen van Montréal in 1976. Montréal heeft 30 jaar nodig gehad om zijn schulden te kunnen afbetalen. De Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles waren financieel gezien dan weer een groot succes. Met de financiële fiasco's van de Spelen in Moskou en Montréal in het achterhoofd werd flink gesnoeid in de kosten. Zo koos men er voor om gebruik te maken van de reeds aanwezige infrastructuur. Een vélodroom en een complex voor de zwemwedstrijden was het enige wat nog moest bijgebouwd worden. De Spelen waren zo'n succes dat de stad zich opnieuw in de strijd heeft geworpen voor de organisatie van de spelen in 2028. Of LA er opnieuw zo goedkoop van af komt is maar de vraag. Om de concurrentie uit het Midden-Oosten en het verre oosten de baas te kunnen is er geld nodig. Veel geld.
Organisatoren gaan bijzonder ver om de internationale sportbonden gunstig gezind te stemmen. Een jaar voor de toewijzing van het WK voetbal aan Zuid-Afrika bracht Sepp Blatter, voorzitter van de Fifa, het land een werkbezoek. Hij vloog er onder andere in een sportvliegtuig over Kaapstad. Plots richt Blatter zich op en wijst naar beneden. "Daar aan de voet van de Tafelberg wil ik mijn stadion neerplanten". Midden in de wijk Green Point. Hoewel het praktisch onbegonnen werk was om op die plaats een stadion neer te planten is men toch gezwicht voor de eisen van Blatter. Het was dat of helemaal geen WK in Kaapstad en Zuid-Afrika. Het Cape Town Stadium is momenteel een van de vele witte olifanten in Zuid-Afrika. Stadions die niet of amper nog worden gebruikt en amper onderhouden zijn.
In tijden van crisis is het onverantwoord om nog kwistig om te springen met belastingsgeld. Het WK in ZA is in dat opzicht een historische vergissing, die het land heeft opgezadeld met een pak schulden. Als voorbeeld hoe het wel moet haal ik hier graag Duitsland aan. De economische draagkracht van een WK voetbal in dat land is er een pak groter, omdat de stadions er nog allemaal worden gebruikt en tot de nok gevuld zijn. Het WK in 2010 werd mede omwille van het sentiment aan ZA toegewezen. Net zoals dat sentiment een grote rol speelde in de toewijzing van het WK rugby in 1995 aan datzelfde land. Maar in tijden van crisis is het toch raadzaam te kijken naar de economische draagkracht voor een tornooi. Ook moeten we af van die drang om alles altijd grootser te willen aanpakken. Wat is er mis met een simpel tornooi zonder franjes. Dit is dan ook een pleidooi om de grootheidswaanzin een halt toe te roepen. We moeten opnieuw terugkeren naar de basis van de sport, waar de omkadering en faciliteiten eerder een bijzaak dan een noodzaak zijn.
Beroepsernst. Sommige sporters hebben er te veel van, anderen dan weer veel te weinig. Tot de eerste categorie behoort Sven Nys. Niels Albert hoort dan weer thuis in de tweede categorie.
Het zijn de kampioenschappen die de mensen onthouden, liet Albert een week voor het WK weten aan al wie het wilde horen. Op een WK wordt geschiedenis geschreven, niet op een of andere parkcross in het midden van de week. De aanleiding tot het schrijven van dit stuk is de belabberde prestaties van de kersverse wereldkampioen na het behalen van zijn titel. Albert reed sindsdien geen deuk in een pakje boter meer. In Middelkerke, een koers om de Superprestige, kon Albert zich nog een beetje opladen en eindigde hij schijnbaar ongeïnteresseerd negende. Een dag later in Eeklo werd Albert elfde na Jan Denuwelare en godbetert Laurens Sweeck. Een wereldkampioen onwaardig.
Albert zou beter een voorbeeld nemen aan oude rot in het vak Sven Nys, die er altijd en overal voor gaat. In Middelkerke reed Nys zich het snot uit de neus om zijn leidersplaats in de superprestige te verdedigen. Nys moest het in de sprint nipt afleggen van Zdenek Stybar. Een dag later in Eeklo deed Nys nog beter en won hij een wedstrijd die er in feite niet meer toe doet. Het toont de beroepsernst van deze op en top professional. Waar Nys aan de start verschijnt kan de organisator er prat op gaan dat hij waar voor zijn geld krijgt. Dat is bij Albert hoegenaamd niet het geval. Je zou verwachten dat iemand die pas wereldkampioen is geworden zijn trui alle eer wil aandoen en op zijn minst probeert te strijden voor de dagzege. Het kan toch niet zo zijn dat het ineens stijl bergaf is gegaan met de conditie van de Balenaar dat hij er niet meer aan te pas komt. Als de wil ontbreekt om week na week te strijden in een van de mooiste disciplines van het wielrennen zou ik me als sponsor toch serieuze vragen stellen. Indirect schaadt Albert ook het imago van zijn sponsor BKCP.
Stilaan krijgt Albert het imago van goed-weer-coureur. Iemand die zich enkel kan motiveren als het er echt toe doet. Je zal als organisator maar pakken poen neertellen om Albert aan de start te krijgen. Nu valt Albert wel eens vaker te betrappen op een off-day, zelfs tijdens sommige klassementscrossen. Maar de wildgroei aan crossen in Vlaanderen werkt dit natuurlijk zeker in de hand. En kan je het Albert eigenlijk kwalijk nemen dat hij gretig langs de kassa passeert, zelfs al maakt hij er een trainingstochtje van. Cross is booming business in Vlaanderen en Albert en in zijn zog een heleboel andere renners profiteren daar optimaal van. Maar geef mij dan toch maar de ontembare vechtlust van iemand als Sven Nys, die er ongeacht de belangen bijna altijd voor gaat.
Tags:cross, sven Nys, Niels Albert, goed-weer-coureur
Giet it Oan? Het moet ongetwijfeld door de hoofden spoken van miljoenen schaatsgekke Friesen. Nu de temperatuur onder het vriespunt is gezakt laait de Elfstedenkoorts opnieuw op in Nederland. Hoewel het nog te vroeg is om ons aan voorspellingen te wagen zijn de weersverwachtingen de komende weken bijzonder gunstig.
Een 17 de Elfstedentoch zit er dit jaar zeker in. De laatste dateert toch alweer van 1997. Hoewel de thermometer de afgelopen weken dikwijls flirtte met de 10 graden is het weer sinds begin deze week drastisch omgeslagen. We krijgen nu continentale koude Siberische lucht aangevoerd, waardoor het kwik serieus naar beneden duikt. Het ziet er overigens naar uit dat dit weer nog zeker tien dagen zal aanhouden. Dat het hier gaat om droge landlucht is een groot pluspunt. In 2009 vroor het ook de stenen uit de grond, maar een dikke sneeuwlaag op het ijs gooide toen roet in het eten. Die sneeuw zorgde er toen voor dat de ijslaag (een dikke 10 cm) niet meer kon aangroeien. Om een Elfstedentoch te laten doorgaan is een ijsdikte van 15 cm vereist. Om de aangroei van het ijs te stimuleren worden de komende dagen zo goed als alle poldergemalen open gezet. Hierdoor komt het water in de vele sloten die Friesland rijk is tot stilstand en zal het ijs makkelijker aangroeien.
Niet enkel de rayonhoofden (meten de dikte van het ijs) houden zich vanaf deze week in gereedheid. Ook tienduizenden schaatsers hopen eindelijk hun droom waar te maken. Om de veiligheid van de deelnemers te garanderen laat de organisatie de Friesche Elfsteden Maximum 16.000 deelnemers toe. Om u een idee te geven. Het totale ledenaantal van de Friesche Elfsteden bedraagt 70.000. Per lottrekking wordt de deelnemerslijst vastgelegd. Iedereen die die dag start in Leeuwarden hoopt diezelfde dag na een tocht van 200 km doorheen Friesland opnieuw aan te komen in Leeuwarden om vervolgens het Friese Kruis in ontvangst nemen. Een medaille op de Spelen zou er haast naast verbleken.
Eddy Wauters is niet langer voorzitter van Royal Antwerp FC . Met de clan Hofmans-verhaegen haalde Wauters uiteindelijk het Paard van Troje in huis.
Eddy Wauters is al sinds mensenheugnis verbonden aan den Antwerp. Eerst als speler, later in de rol zoals we hem nu kennen. Wauters hield het uiteindelijk 42 jaar lang vol op de voorzittersstoel. Hij was in zijn tijd geen begenadigd voetballer, meer op karakter dan op talent wist hij toch vier caps te verzamelen voor de nationale ploeg. Na de degradatie van Antwerp in 1968 werd Wauters een jaar later verkozen tot voorzitter met als taak de club terug naar eerste klasse te loodsen. In 1970 trad Antwerp opnieuw toe tot de elite van het Belgisch voetbal.
Wauters was een geletterd man. Op het einde van zijn voetbalcarriëre verzeilde Wauters in New York waar hij economie ging studeren. Of hij uiteindelijk voor het voetbal naar de States trok of voor zijn studies economie laat ik in het midden. Begin jaren 60 gaat Wauters aan de slag bij de toenmalige kredietbank (KBC group). Gestaag werkte Wauters zich op naar de top. Toch is hij ook in de zakenwereld niet onbesproken en werd hij meermaals beschuldigd van fraude, maar zonder echt zware gevolgen voor. Net als op den Antwerp lijkt Wauters zich net dat tikkeltje meer te kunnen permiteren dan de rest.
Wauters had niet alleen een uitstekende neus voor zaken , maar ook in het voetbal maakte hij dikwijls de juiste keuze. Wauters kraakte je of maakte je. Vooral in het aantrekken van relatief onervaren trainers was Wauters bijzonder bedreven. De Rode Duivels hadden misschien wel nooit een legende als Guy Thys aan het roer gehad als die midden jaren zeventig niet bij Antwerpen terecht was gekomen. Wauters toonde zich van zijn nobelste kant door Thys te laten gaan naar de voetbalbond, iets waarvoor Thys hem zijn hele leven dankbaar is geweest. Ook de carriëres van Haan en Meeuws kenden een boost na hun passage op den Bosuil. Wauters wist ook altijd de buitenwereld te verrassen met het aantrekken van echte topspelers. Hans-Peter-Lehnhoff was daar misschien wel het beste voorbeeld van. HPL maakte midden jaren tachtig furore bij zijn Duitse club Fc Köln. Wauters zag in Lehnhoff de ideale patron om het team te versterken en naar nieuwe successen te leiden. Wauters vond enkele investeerders bereid te investeren in Lehnhoff en waagde de gok. Het aantrekken van Lehnhoff was een financieel risico, maar de gok pakte goed uit en Lehnhoff voetbalde zich in de geschiedenisboeken door met Antwerp de finale van beker voor bekerwinnaars te bereiken. Het was Eddy Wauters ten voeten uit, balanceren op de rand van het (on)mogelijke.
Meeuws
Eddy Wauters was net als in de zakenwereld ook bikkelhard op den Antwerp. Hij toonde zich vaak van zijn kleinste kant, of maakte cruciale vergissingen die het voortbestaan van de club hypotikeerden. Eind jaren tachtig kende Antwerp onder het sportieve zeggenschap van Georges Kessler sportieve hoogdagen. Het was diezelfde Kessler die Wauters erop attent maakte dat een nieuw stadion prioriteit nummer één was om door te groeien naar de top. Onder meer Anderlecht was op dat moment een nieuw stadion aan het bouwen en Kessler voelde dat de tijd rijp was om te investeren. Het bestuur van Antwerp schaarde zich achter Kessler en de eerste stadionplannen verschenen ten tonele. Maar de liefde tss Kessler en Wauters bekoelde en gelijk werden de vergevorderde plannen voor het nieuwe stadion opnieuw opgeborgen. Wauters beseft achteraf, dat indien het stadion er toen zou zijn gekomen, het Antwerp waarschijnlijk helemaal anders was vergaan. Wauters maakte als voorzitter van Antwerp vele vijanden. Vraag maar aan Walter Meeuws. Meeuws deed het als opvolger van Kessler bijzonder goed. Antwerp won de beker in 1992 en bereikte de finale van de beker der bekerwinnaars het jaar nadien. Meeuws ging er dan ook vanuit dat hij net voor het afreizen naar Wembley, waar de finale plaats vond, een fel verbeterd contract kon ondertekenen. Het tegenovergestelde was echter waar.Wauters hield de boot af en Meeuws voelde zich in zijn eer gekrenkt. In de aanloop naar de finale kwam het dan ook meermaals tot een confrontatie tussen de twee. Zo kon Meeuws het maar martig appreciëren dat de spelersvrouwen niet mee mochten naar Wembley op kosten van de club. Wauters laakte na afloop van de finale tegen Parma dan weer de opstelling van Meeuws (het geval Ratko Svilar). De media smulde van de vete tussen de twee.
Wauters is, zoals hierboven beschreven, in meerdere opzichten een controversieel iemand. Zo iemand die de meesten niet onberoerd laat. My way or the highway. Hij bracht de club zeker de nodige dosis miserie. Zeker in het nieuwe millennium had hij het moeilijk en moest hij de club meerdere keren van het faillisement redden. Maar hij was tevens de bezieler van de grootste successen van de club. Wauters vocht voor zijn club. Zocht naar oplossingen waar er geen waren en stond vaak persoonlijk borg voor de schulden van de club. Dat is misschien één van de redenen waarom de supporters hem nooit echt zijn afgevallen. Wauters regeerde even lang over Antwerp dan Boudewijn over België en dat verdient niets anders dan respect. Dat Wauters op een miezerige maandag in januari de deur wordt gewezen is bijzonder mistroostig. Boudewijn kreeg bij zijn dood een staatsbegrafenis waar veel staatsleiders jaloers op geweest moeten zijn. Die vergelijking gaat misschien wat ver, maar een beter afscheid dan dat hij nu gekregen heeft had de man toch wel verdiend. Toch heeft Wauters dit voor een deel aan zijn eigen naïviteit te danken. Wauters zat vorig jaar verlegen om geld en haalde dan maar het duo Hofmans en Verhaegen aan boord, die juist waren uitgekocht in Beerschot en dus over geld beschikten. Het duo duwde Wauters stelsematig richting uitgang. Een eerste stemming kon Wauters nog ongedaan maken via de rechtbank, maar op 9 januari besliste de raad van bestuur dat het tijdperk Wauters was afgelopen. Wauters toonde zich een groots verliezer door in de miezerige regen de pers te woord te staan. Het ga je goed Eddy Wauters.
Kerstvoetbal, het is zoals het rookverbod op café. Ofwel ben je voor, ofwel ben je tegen. Als spelersvrouw verafschuw je het, voor de trouwe supporter is het een groot feest.
Er zijn verscheidene argumenten waarom kerstvoetbal een slecht idee is. Vooreerst moet er ook tijdens het kerstvoetbal ,zoals op elke normale speeldag, een beroep worden gedaan op de ordediensten, die op feestdagen sowieso al onderbemand zijn. De ordediensten dienen dus speciaal voor het voetbal een extra inspanning te leveren. De kosten voor ordehandhaving liggen tijdens de feestdagen een pak hoger en die meerkost wordt hoe je het ook draait of keert uiteindelijk op de belastingbetaler verhaalt. Een extra bijdrage vanuit de clubs, of de Pro League is maatschappelijk gezien niet meer dan terecht. Dan is er ook nog het aspect veiligheid. December 2010 toonde zich vorig jaar van zijn meest winterse kant. Het openbaar leven was gedurende een hele maand in de ban van het strenge winterweer. Desondanks werd er toch gewoon gevoetbald, hoewel dit onverantwoord was en supporters soms enorme risico's moesten nemen om in het stadion te raken. Gelukkig gebruikten de meesten hun gezond verstand en werd er massaal voor gekozen de wedstrijden thuis of op café te bekijken.Dan is er nog het etische aspect. Kerstmis is een feest voor iedereen. Buitenlanders zijn genoodzaakt noodgedwongen de feestdagen in België door te brengen. Je mocht deze week geen weekendkrant openslaan of je werd geconfronteerd met de heimwee van een of andere exotische vogel die naar zijn thuisfront verlangde. De Belgische lotgenoten maken er ondertussen geen punt meer van, hun opofferingen zijn dan ook minder groot aangezien zij gewoon thuis de feestdagen kunnen doorbrengen.
Kerstvoetbal was anno 2011 een groot succes. De stadions puilden in tegenstelling tot vorig jaar uit en de omstandigheden om te voetballen waren ideaal. Geen ondergesneeuwde toegangswegen naar het stadion die door het tekort aan zout niet gestrooid werden. Supporters hoefden zich niet verkleumd van de koude op te warmen aan hun Gluhwein of warme chocomelk. Als we elk jaar een winter zouden beleven als in 2011 kan niemand er iets op tegen hebben en is kerstvoetbal een groot feest. Ik was maandag op Gent en de tribunes van het Ottenstadion baadden in een onvervalste kerstsfeer. Het stadion was met 11400 toeschouwers ook volledig uitverkocht en dat voor een wedstrijd tegen de voorlaatste in de stand. Ook Westerlo had opvallend veel bezoekende fans meegebracht uit de stille Kempen. Op Brugge zaten er dit weekend voor een match tegen Zulte 27000 toeschouwers terwijl dat er op een gewone zaterdag maximaal 23000 zouden zijn. Hetzelfde verhaal in Beerschot en de andere stadions. Enkel Lokeren bleef een beetje achterwege met maar 4000 toeschouwers. In ideale omstandigheden heeft kerstvoetbal dus zeker bestaansredenen. Het is voor veel supporters ook een ideaal excuus om te ontsnappen aan de feestdis of om eens met het hele gezin naar het stadion te trekken. Toch ook hier een puntje van kritiek. Boxing Day is in Engeland een enorm succes, omdat de wedstrijden in de vroege middag worden gespeeld. Ideaal om met het hele gezin naartoe te trekken. Het late aanvangsuur is voor veel gezinnen nu nog een struikelblok.
Als het van Ivan De Witte afhangt zou kerstvoetbal even vertrouwd moeten worden als MFL. Het draagvlak van een actie zoals MFL is enorm, omdat die juist gestoeld is op de echte kerstgedachte. De Pro League wil die positieve boodschap ook koppelen aan het kerstvoetbal . Onder het mom Our goal a better world werden de afgelopen dagen de wedstrijdshirts van alle Belgische eersteklassespelers geveild voor het goede doel. Dat bracht in totaal 57000 euro op.
In ideale omstandigheden is kerstvoetbal een zegen voor de supporter. Toch moet men in de toekomst een scenario als vorig jaar zien te vermijden. Een algemene afgelasting naargelang de weersomstandigheden mag dan ook geen taboe meer zijn. De veiligeheid en het comfort van de supporters komt nog altijd op de eerste plaats.
Je zal dezer dagen maar supporter zijn van STVV. Als er één ploeg in België is waar supporters reden tot klagen hebben is het wel op Stayen. Binnenkort speelt STVV in één van de mooiste stadions van het land, maar of dat nog langer in eerste zal zijn is maar zeer de vraag.
We schrijven 9 april van dit jaar. STVV heeft zich ternauwernood weten te handhaven in eerste klasse en mag zich opmaken voor play off 2. Stvv speelt die dag zijn eerste thuismatch, al dekt die term niet volledig de lading. Stvv is namelijk uitgeweken naar Westerlo, omdat op Stayen de werken aan de ondergrondse parkeergarage zijn begonnen. De supporters morren en amper een handvol maakt de verplaatsing naar Westerlo. Nu gebeurt het wel vaker dat clubs omwille van aanpassingswerken aan het stadion uitwijken ( Anderlecht speelt in 2013 een heel jaar op de Heizel), toch moet het zuur smaken voor iedereen die STVV in het hart draagt. Een club moet vooruit denken en het nieuwe stadion zal de club ongetwijfeld extra mogelijkheden geven, maar dit mag nooit ten koste gaan van het sportieve.
Maar jaar in jaar uit lijkt men dat in Haspengauw te zijn vergeten. Zaterdag woonde ik in Herselt nog een uiteenzetting bij van Guido Brepoels, tot voor september nog trainer bij de kanaries. "De twaalfde plaats van vorig seizoen mag gerust een wonder worden genoemd. De omstandigheden waarin ik moest werken waren verre van ideaal, wegens de veel te kleine kern van 18 spelers". Hij voegde er in één adem aan toe dat al die spelers blij mochten zijn om in eerste te spelen, omdat ze elders nooit aan de bak zouden komen. Stayen is letterlijk en figuurlijk een bouwwerf, waar de architect met minderwaardige materialen moet zien te werken. Al lijken dit jaar vooral de fundamenten het te begeven. Met het vertrek van Brepoels is dit jaar voor een groot gedeelte de ziel uit het elftal verwenen. Immer de kracht van STVV. VDE is ongetwijfeld een goede coach, maar in Sint-truiden volstaat dat niet. Hoe ging dat spreekwoord alweer. Je oogst wat je zaait.....
Dan zijn er nog de fratsen van de heer Morenne, de nieuwbakken voorzitter van STVV. Is het om de aandacht af te leiden van zijn eigen falen, maar deze succesvolle zakenman lijkt almaar meer de pedalen te verliezen. Morenne, die de geplogendheden van het voetbal naar eigen zeggen nog aan het ontdekken is, trapt hierbij wild in het rond en ontziet hierbij niets of niemand. Maar vroeg of laat keren zijn scherpe uithalen naar zowel de arbitrage als naar de concurrentie zich tegen hem. Morenne heeft met de aankomende transferperiode de kans zich als voorzitter te bewijzen, want dat er versterkingen nodig zijn staat als een paal boven water. Of er nog geld is voor versterkingen is een andere vraag.
Wie voor aanvang van de groepsfase in de Champions League had voorspeld dat zowel Basel als Apoël zich zouden plaatsen voor de volgende ronde zou men onmiddelijk in een dwangbuis hebben gestopt en naar het dichtsbijzijnde psychiatrisch centrum gestuurd. In Manchester was het dan weer pijnlijk ontwaken vanmorgen.
Apoël Nicosia is een Cypriotische club met een vergelijkbaar budget als pakweg Mechelen of Zulte Waregem. Een slordige 8 miljoen euro. Ter vergelijking: het loon van Cristiano Ronaldo alleeb bedraag datzelfde bedrag. Het toont meteen de omvang van de stunt die de Cyprioten realiseerden. Ik was al eens eerder op deze blog onder de indruk geraakt van Apoël (zie reisverslag Porto-Apoël), maar had toen nooit gedacht dat zij de volgende ronde zouden kunnen bereiken. Apoël is geen bijzonder technische ploeg, maar een ploeg die het moet hebben van tactisch vernuft en inzet. Misschien speelt ook de factor "geloof in eigen kunnen" hier een belangrijke rol. Voor de wedstrijd tegen Porto sprak ik immers enkele Apoël-fans en met een verlies hielden zij geen rekening en dat zag je ook terug op het veld. Wie Been voor de wedstrijd tegen Chelsea bezig hoorde weet meteen waar het voor Genk is fout gelopen. Dat een ploeg uit een land met amper 700000 inwoners van zich doet spreken op het allerhoogste niveau moet ongetwijfeld onze Belgische clubs inspireren. Het is niet enkel de bankrekening die bepaalt of je in aanmerking komt voor de volgende ronde op het kampioenenbal.
Even opmerkelijk was de stunt van FC Basel. In een rechtstreeks duel om kwalificatie voor de volgende ronde waren de Zwitsers te sterk voor het grote Manchester United. Ook hier was de factor "geloof in eigen kunnen" alles bepalend. Een groep met Basel, Benfica en het Roemeense Otelul leek op papier een kolfje naar de hand van Alex Ferguson. Onderschatting ligt hier ongetwijfeld aan de basis van het falen van de Mancunians. Toch is de kwalificatie van Basel niet geheel onverwacht. Het zwitserse voetbal bevindt zich al een tijdje in een positieve spiraal. Zo werd de Zwitserse U17 twee jaar geleden nog verrassend wereldkampioen en zijn de Zwitserse nationale jeugdelftallen anno 2011 te duchten tegenstanders. Dat FC Basel voor het eerst in haar bestaan de knock-outfase van de CL bereikt ligt dus ergens in de lijn van de verwachtingen. Clubs als Basel, Zürich en YBB beginnen stilaan de vruchten te plukken van hun hypermoderne stadions die werden gebouwd voor het EK in 2008. Het EK fungeerde met andere woorden als hefboomeffect voor die clubs. Datzelfde effect, zij het met enige vertraging, deed zich bvb ook voor in Portugal. Het is geen toeval dat drie Portugese clubs vorig seizoen de halve finales van de Europa League betwistten. Benieuwd of hetzelfde effect zich in 2014 ook gaat voordoen in Polen en Oekraïne. Het toont nogmaals het belang aan van degelijke infrastructuur als basis van successen in Europa. Als je ziet hoe een club als YBB zijn stadion commercieel benut mag men niet verwonderd zijn dat een Belgische middenmotor als Westerlo er deze zomer kansloos werd weggespeeld. Hopelijk dringt dit ook door tot bij onze Belgische beleidsmakers.
Als laatste wil ik nog enkele woorden van troost richten aan onze Nederlandse vrienden van Ajax. Op een bijzonder onfrisse manier werden zij gisteren geëlimineerd van het kampioenenbal. Ajax had in de laatste wedstrijd een bonus van drie punten en een doelpuntensaldo van +7 voor op Lyon en kon zich al opmaken voor de volgende ronde. Ajax verloor zelf zijn duel tegen een veredelde reserveploeg van Real Madrid, ondanks het feit dat twee geldige Amsterdamse goals werden afgekeurd. Dat Ajax zou verliezen van Real was op zich niet verrassend, wel het feit dat Lyon met 1-7 ging winnen op het veld van Dynamo Zagreb en OL op basis van zijn doelpuntensaldo door mag naar de volgende ronde. Of dit allemaal kosjer verlopen is laat ik voorlopig in het midden, maar de knipoog van een verdediger van Zagreb nadat Gomis scoorde is veelzeggend.
Manchester was in 2011 ongetwijfeld de voetbalhoofdstad van Europa. Manchester United werd vorig seizoen nog met de vingers in de neus kampioen in de Premier League en Manchester City veroverde voor het eerst sinds de jaren 60 met de FA Cup opnieuw een prijs. Ook dit seizoen leek Manchester opnieuw zijn hegemonie te bevestigen. Man City staat sinds het begin van de competitie mee aan kop en Man U volgde aanvankelijk in het spoor. Dat zowel Man City als Man U nu hun geluk mogen gaan beproeven in de veel minder hoog aangeschreven Europa League is een serieuze domper. Zo blijkt eens te meer dat niet alles te koop is met geld. Misschien is dit wel het ideale moment voor Belgische clubs om zich Europees te tonen, nu de Europa Leagu een serieuze opwaardering krijgt met de beide clubs uit Manchester, Porto en Ajax.
Binnen een drietal weken verdedigen de Belgische atleten in het Sloveense Velenje de eer op het EK veldlopen. Of er veel eer te halen valt voor de Belgen valt te betwijfelen.
Twee jaar geleden bracht Jeroen D'hoedt ons land nog in extase door in Ierland Europees kampioen veldlopen te worden bij de junioren. De toen 19-jarige D'hoedt vervulde zijn favorietenrol met glans en zette België opnieuw op de kaart. Maar van dat optimisme blijft momenteel niet veel over. D'hoedt verteert zijn overstap naar de elite moeilijker dan verwacht en de frele schouders van D'hoedt zijn niet opgewassen tegen de torenhoge verwachtingen die men hem stelt. Die opgelegde druk is misschien een verklaring voor het tactisch blunderen van D'hoedt op het WK in Daegu, waar hij nodeloos energie verspilde door op kop te lopen in de reeksen van de 1500m en er op het einde niet meer aan te pas kwam. Het is juist die bloedarmoede in ons land die ervoor zorgt dat tweederangslopers uit het buitenland ons land overpspoelen in de hoop toch enkele schamele kruimels mee te pikken. In het verleden hadden we al de passage van Mourhit. Zijn doublures van vandaag heten Dame Tasame (Ethiopiër die in België zijn kost verdient) en Atelaw Bekele. Twee middelmatige lopers die met gemak het Belgische veldloopcircuit domineren. Het zegt veel, zo niet alles, over het belabberde niveau in ons land.
Persoonlijk zou ik het niet fijn vinden moest ik als topsporter geklopt worden door iemand die mijn vader of moeder had kunnen zijn. Ik zou met het schaamrood op de wangen afdruipen om vervolgens keihard te trainen. Veerle Dejaeghere heerst momenteel als nooit te voren in het veldlopen bij de vrouwen. Haar dichtste belagers, Sigrid Vanden Bempt en Sandra Schenkels, lijken ook dit jaar niet bij machte de hegemonie van de West-Vlaamse te kunnen doorbreken. Dejaeghere heeft al aangegeven er niets voor te voelen de Belgische eer op het Ek te verdedigen. Momenteel is er geen enkele atlete in staat het vacuüm te vullen, waardoor we nog wel enkele jaren verstoken zullen blijven van successen.