Buitenlandse overnemers richten vizier op Nederland
Buitenlandse geldschieters hebben voortaan ook de weg naar Nederland gevonden. Arnhem Vitesse kondigde gisteren vol trots aan dat het wordt overgenomen door een Georgische zakenman. Is door deze overname in Nederland een nieuwe trend geboren en worden onze noorderburen voortaan het doelwit van gewetenloze investeerders uit het oosten?
Het water stond Vitesse de laatste jaren serieus aan de lippen. De club had weinig andere mogelijkheden dan zijn heil te zoeken bij externe partners. De voorbije jaren moest de club fel saneren om een schuldenberg van om en bij de 27 miljoen euro aan te zuiveren. Vitesse kreeg in de periode rond de eeuwwisseling niet voor niets de bijnaam FC Hollywood aan de Rijn. Het strooide met peperdure contracten alsof het niets was. Neem daarbij nog eens het financiële avontuur dat de club aanging met de bouw van de GelreDome, een megalomaan stadion gebouwd ter ere van Euro 2000, maar wat bij Vitesse jarenlang als een molensteen rond de nek bengelde, en je weet waar het is fout gelopen. Het wanbeleid droeg ertoe bij dat de club in 2008 onder surseance van betaling, daarover verder in dit stuk meer, werd geplaatst door de Nederlandse voetbalbond. Supporters toonden hun ongenoegen over het falende beleid en daarbij aansluitend de slechte resultaten. Het stadion toonde de laatste jaren meer leeg dan vol. Vitesse werd het kneusje van de Nederlandse Eredivisie en moest vorig jaar met een jong (goedkoop)elftal serieus knokken voor het behoud. Maar daar gaat binnenkort verandering in komen. De zon zal opnieuw schijnen boven de GelreDome, als we de Georgische investeerder mogen geloven.
Wie is nu die man, die het gemunt heeft op een club die al jaren in moeilijkheden verkeert? Wie investeert in een club wil daar toch positieve return voor in de plaats. Dat is ook de reden waarom zoveel zakenlui met een cent op overschot in de de Engelse Premier League investeren. Die competitie wordt gevolgd over de hele wereld. Met andere woorden men krijgt waar voor zijn geld. Maar welke windvlaag deed de Georgiër Merab Jordania en zijn gevolg in Vitesse belanden. Een club met al bij al weinig traditie/ambitie en een serieuze schuldenberg. Waarschijnlijk om dezelfde redenen als waarom Maged Samy Lierse heeft opgekocht. 1) Vitesse was een makkelijk doelwit aangezien het in slechte papieren zit 2) Vitesse was al bij al een koopje. Jordania betaalde amper vier miljoen voor de club. 3) Al bij al vrij makkelijk om er zijn invloed aan te wenden en onverstoord zijn gang te gaan. Jordania zou naar verluidt over een vermogen van om en bij het miljard euro beschikken. Over hoe hij aan zijn kapitaal is geraakt weet eigenlijk niemand. De Georgiër speelde zelf op het hoogste niveau bij Tblisi, werd daarna spelersmakelaar en voorzitter van de Georgische voetbalbond. Heeft zich ook al eens een keer voor de rechter moeten verantwoorden omdat hij vijftien miljoen euro had verduisterd. Is daar echter nooit voor veroordeeld. Het zijn maar enkele voorbeelden die aantonen dat de bedoelingen van deze man niet zo kosjer zijn als ze op het eerste zicht lijken. (Lees) Vitesse opnieuw naar de top in Nederland te brengen. Daarvoor zal hij investeren in jonge talentrijke voetballers om hen later met winst door te verkopen( tiens waar hebben we dat nog gehoord->Lierse). Verder wil hij ook de accomodatie onder handen nemen en een supermodern jeugdcomplex bouwen. Merk opnieuw de gelijkenis met onze Egyptische vriend Samy Maged.
Dat juist Nederland zwicht voor het grote geld uit het oosten is niet verwonderlijk. Vitesse is vooralsnog de eerste club met een buitenlandse investeerder, maar elke waarnemer is het erover eens dat het zeker en vast niet de laatste zal zijn. Harde cijfers leren ons dat de toestand van het Nederlandse voetbal gerust zorgwekkend genoemd mag worden. Maar liefst dertien clubs uit het betaald voetbal (Eredivisie+Jupiler League) bevinden zich in grote financiële nood en staan bij de KNVB onder curatale. Onder hen onder meer Feyenoord, RKC, MVV, NEC, WILLEM 2. Verder noemt de KNVB de toestand van maar liefst negentien clubs zorgelijk. Onder meer ook PSV, Ajax en AZ. Enkel Go Ahed Eagles, Volendam, Telstar en Heerenveen zijn financieel gezond en hebben geen schulden. Ook voor dit jaar is de KNVB niet bepaald hoopvol. Het verwacht dat de acttien clubs uit de Eredivisie in totaal 100 miljoen euro verlies zullen lijden op een omzet van 500 miljoen. De Eredivisionisten lijken te moeten boeten voor fouten uit het verleden. Om een voorbeeld te geven. Ajax betaalde Heerenveen 16 miljoen euro voor Sulejmani, een speler die bij Ajax haast niet van de bank komt. Dat is ongezien in België, waar ondertussen de rotte appels zijn verdwenen en clubs twee keer nadenken voor ze de geldbeugel opentrekken. Qua sportieve resultaten is België Nederland op dit moment aan het bijbenen.
De Eredivisie zal volgens mij in de toekomst het speelterrein vormen voor buitenlandse overnemers. Al dan niet met goed bedoelingen. Maar wie geld in een club stopt wil zijn centen vroeg of laat zien renderen. Dat is meestal het moment waar veel clubs voor verrassingen zullen komen te staan.
Eén speeldag ver en en we mogen al opnieuw een pagina bijschrijven in het blunderboek van de voetbalbond. Niet de voetballers stalen dit weekend de show in de Jupiler Pro League, maar wel de scheidsrechters.
Missen is menselijk en scheidsrechters zijn ook maar mensen. Maar er is een groot verschil tussen een fout maken en vakonbekwaamheid. Ja, want dat is wat ik de Belgische scheidsrechters verwijt. Ook de fysieke conditie, toch een conditio sine qua non, laat bij sommigen en dan vooral de grensrechters vaak te wensen over. Neem nu de wedstrijd tussen Westerlo en Gent van zaterdagavond. In de allerlaatste minuut scoorde Westerlo de 1-0. Heel het stadion uit zijn dak, maar de grensrechter besliste daar duidelijk anders over. Die zag Corstjens offside staan en dus ging het feestje niet door. Bij het bekijken van de beelden zakte mijn broek af toen ik zag waar de grensrechter stond op het moment van de bewuste fase. Hij stond niet op gelijke hoogte van de aanvaller, zoals het hoort. De grensrechter stond toen nog niet eens ter hoogte van de zestien meter. Waar ligt dat dan aan? Het gebeurt wel vaker dat ik grensrechters spot met een (opkomend) bierbuikje in eerste klasse. Mijn inziens getuigt dit van weinig professionalisme en moeten de fysieke testen van scheidsrechters grondig herbekeken worden.
Fout 2 in die bewuste fase: Als de scheidsrechter fluit voor buitenspel volgt er een indirecte vrije trap op de plaats waar men buitenspel heeft geconstateerd. Jorgacevic zette snel de vrije trap, maar helemaal niet op de plaats waar Corstjens offside stond. Een fout met grote gevolgen, want een half minuutje later stond de 0-1 op het bord. Door de veel te snelle spelhervatting stond Corstjens niet terug op zijn positie en scoorde Coulibaly die normaal gezien door Corstjens gedekt moest worden. Scheidsrechter Vervecken schoof na afloop duchtig de zwarte piet door naar zijn grensrechter. Sneu voor Westerlo dat een geldig doelpunt afgekeurd zag en 30 seconden later zelfs nog het deksel pijnlijk op de neus kreeg.
De scheidsrechter heeft in dit geval beslist over winst en verlies. Waarschijnlijk wacht Vervecken nu een herbronning van enkele weken in tweede klasse, waardoor de druk op zijn schouders nog zal toenemen. Scheidsrechters worden heden ten dagen veel strenger beoordeeld dan vroeger, waardoor die onder enorme druk komen te staan. Onder meer Frank De Bleeckere heeft dit al meermaals aangegeven. Maar naar zijn stem wordt niet geluisterd binnen de scheidsrechterscommissie, waar bureaumandatarissen steeds de waarheid in pacht hebben. De oplossing ligt niet in een strengere beoordeling van de scheidsrechter, maar juist in betere begeleiding. Onlangs ging ik in Nederland naar een oefewedstrijd kijken. Wat ik daar zag heeft me werkelijk de ogen uitgestoken. De scheidsrechters begonnen zich nog voor de spelers het veld opkwamen op te warmen. De verschillende scheidsrechters stonden zelfs onderling met elkaar in contact door middel van oortjes. Dat is in ons land in eerste klasse zelfs uitzonderlijk. Qua begeleiding is er dus zeker nog progressiemarge, het volstaat om eens vluchtig de blik naar het noorden te wenden.
De Belgen voor het EK atletiek voor u gewikt en gewogen
Het EK Atletiek in Barcelona belooft voor ons Belgen bijzonder spannend te worden. De belgen reizen af met een delegatie van 32 atleten, een ongeziene weelde. In het B-house zal gedurende twee weken ongetwijfeld een gezellige drukte heersen. In totaal zullen 32 Belgen strijden voor roem en glorie. Toch komt slecht een handjevol atleten in aanmerking voor een medaille.
Jonathan Borlée is de absolute ster van de Belgische delegatie. Verbeterde vorige week nog het Belgisch record op de 400m in Parijs en lijkt meer dan ooit klaar om een gooi naar goud te doen. Zijn tweelingbroer Kevin sukkelde lang met blessures maar lijkt nu toch stilaan opnieuw in vorm te komen. Zus Olivia gaat voor een finaleplaats op de 200m.
Sinds het wereldkampioenschap in Berlijn is er een serieuze hype ontstaan ronde de mannen 4x400meter. Die behaald toen onverwacht een vierde plaats en was het beste Europees land. België moest het toen zelfs doen zonder Jonathan Borlée. Sindsdien is men blijven bouwen aan het team met een schitterende zilveren medaille op het WK indoor in Doha. De Belgen zijn topfavoriet voor goud, al valt het wel af te wachten hoe sterk Groot-Brittanië uit de hoek zal komen. De 4x400 bij de vrouwen wist zich in extremis in Heusden te plaatsen voor Barcelona, maar het EK komt voor onze meisjes mss nog iets te vroeg.
Verder verwacht ik ook veel van Michael Bulteel. Hoewel hij op het WK in Berlijn sneuvelde in de reeksen moet de Oost-Vlaming deze keer niet te bescheiden zijn en ligt een finaleplaats binnen zijn mogelijkheden. Mits wat geluk, je weet nooit wat er kan gebeuren, zit er zelfs een medaille in.
Bij het hoogspringen is het uiteraard uitkijken naar Tia Hellebaut. Het wordt haar eerste grote tornooi sinds haar comeback en de magische grens van 2 meter heeft ze sindsdien niet meer weten te overschrijden. Toch een maatstaf als je voor medaille wil gaan. Maar Tia Hellebaut is een klasse apart. Zij heeft de gave groots te zijn op grootse momenten, daar waar haar tegenstanders vaak falen omwille van de stress.
Eline Berings dicht ik een rol als outsider toe. In normale omstandigheden had ik haar zeker in de medailles zien lopen, maar Berings is de laatste tijd serieus op de sukkel. Zij lijkt nog steeds te zoeken naar haar beste niveau en werd op het BK zelfs geklopt door Davin.
Voor de rest van het Belgisch deelnemersveld verwacht ik jammer genoeg niet meer dan een bijrol. Zij zullen louter vulling voor de kranten vormen.
De kaap van de 10000 bezoekers werd eindelijk gerond dit weekend. Ik zou iedereen die trouw deze blog volgt dan ook van harte willen bedanken. Sportnews is de voorbije twee jaar geëvolueerd van een informerende/entertainende naar een meer opiniërende stijl. Wekelijks probeer ik toch een cursiefje of achtergrondartikel te schrijven over de brede sportactualiteit. De hoofdbrok blijft bestaan uit voetbal en wielrennen, maar de andere sporten zullen zeker niet vergeten worden.
Vooral de laatste maanden kent deze blog opnieuw een serieuze heropleving. Ik heb me een tijdje minder bezig gehouden met Sportnews omdat ik het bloggen een beetje beu begon te raken. Zulke periode maakt elke blogger wel eens mee zeker. Sportnews zit nu opnieuw in de lift. Met gemiddeld 25 a 30 bezoekers per dag doen we het zeker niet slecht. Ik hoop iedereen nog heel lang van dienst te kunnen zijn en nog veel stukken te schrijven.
"Voetbal is een van de belangrijkste bijzaken in de wereld", liet voetbaljournalist Kees Jansma zich ooit eens ontvallen. Anno 2010 lijkt voetbal meer en meer een staatszaak te worden.
Aanleiding van dit schrijven is de schorsing van de Nigeriaanse nationale elf voor twee jaar. President Jonathan Goodluck vond de prestaties van zijn Eagles op dit WK zo beschamend dat hij er maar meteen de stekker uittrekt voor een tijdje. "Het Nigeriaans voetbal moet zich in die tussentijd opnieuw herbronnen", was de ietwat bizarre verklaring.
Net zoals er een scheiding is tussen kerk en staat zou er ook een scheiding moeten zijn tussen staat en topsport. Het kan niet de bedoeling zijn dat een president beslist of een nationaal team nu wel of niet mag deelnemen aan een internationaal tornooi. Niettemin fungeert het nationaal elftal voor veel landen als een soort van uithangbord. Die uitstraling weerspiegelt zich niet zleden af over een hele natie. Vanuit die optiek is het misschien niet eens onlogisch dat president Goodluck zich niet kan verzoenen met losers. Zeker op het Afrikaans continent speelt zoiets nog steeds in de 21ste eeuw. Lees er de persberichten van de Afrika Cup maar eens op na. Zowat elke regeringsleider had toen wel iets te verklaren over de prestatie van zijn nationaal elftal. Zeker in Afrika bepaalt voetbal nog steeds een stuk van het imago van een land. Vandaar de drastische beslissing van Goodluck.
Maar niet enkel in Afrika is voetbal meer en meer een staatszaak aan het worden. Ook dichter bij huis ontsnappen we er niet aan. Neem nu Frankrijk. Les Bleus speelden op zijn zachtst gezegd een belabberd tornooi. Twee punten in een groep met Zuid-Afrika, Uruguay en Mexico is nu niet bepaald om over naar huis te schrijven. Het sportieve leek echter maar bijzaak voor de Fransen. Interne strubbelingen verdeelden de ploeg. Onder meer Anelka was kop van jut toen die uitvloog tegen Domenech. Een staatszaak was geboren. President Nicolas Sarkozy reageerde verbolgen over het voorval. Nota bene op een top in Rusland in het bijzijn van de Russische regeringsleiders deed hij zijn beklag over de verloederde moraal bij de Fransen.Onder meer Ribéry werd later nog op het Elysée ontboden om meer uitleg te verschaffen over wat er allemaal gebeurd was in Zuid-Afrika.
Men kan zich vragen stellen of een topoverleg wel de geschikte plaats is om zulke uitlatingen te doen. En hoort een president zulke uitspraken wel te doen? Voetbal moet entertainment blijven. Door politieke inmenging dreigt dat ongedwongen karakter nu stilaan te grabbel gegooid te worden.
Jurgen Van Den Broeck staat voor drie weken van de waarheid. Na zijn schitterende Tour vorig jaar verwacht heel België een top tien notering. Vraag is of Van Den Broeck met de druk omkan. Het kopmanschap was in het verleden meermaals een vergiftigd geschenk voor Belgische ronderenners.
De renner uit Morkhoven heeft een plaats in de top tien voor ogen. Zijn hele seizoen is dan ook afgestemd op drie weken Tour de France. De Morkhovenaar bewees in de Dauphiné klaar te zijn voor het grote werk. In de traditioneel lastige voorbereidingskoers op de Tour werd hij knap vijfde en kon hij enkele keren bergop volgen in het spoor van Alberto Contador. Voorafgaand bereidde hij zich vier weken intensief voor op grote hoogte in de Sierra Nevada. "Daar moet ik in de Tour volop de vruchten van plukken", is VDB zelfzeker over zijn voorbereiding op de Tour.
VDB zal dit jaar vooral veel volwassener moeten koersen. Strapatsen zoals vorig jaar, toen hij op een ongelukkige manier ten val kwam en hierdoor de juiste waaier miste, moet hij deze keer zien te vermijden. Tevens zal hij ook moeten om leren gaan met de druk die het kopmanschap met zich mee brengt. Niet iedereen heeft het in zijn bloed om leiding te geven. Zeker in cruciale momenten van spanning in de ploeg kan dat zich tegen hem keren. Het kopmanschap is een wankel evenwicht tussen geven en nemen.
Het zou overigens wel eens de Tour van de lage landen kunnen worden. Het aantal Belgen en Hollanders in de Tour ligt een stuk hoger dan andere jaren. Belangrijker is dat zowel België als Holland een rol van betekenis zullen spelen in het klassement. Robert Gesink, mogelijk nog een klasse beter dan onze Jurgen Van Den Broeck, draagt samen met Menchov het kopmanschap bij de Rabo's. Gesink is een enorm talent met een missie, want ook Gesink heeft tov vorig jaar iets recht te zetten, toen hij na een valpartij de Tour nog voor het hooggebergte moest verlaten. Mss moeten die twee maar eens denken aan een soort van "collectief van de lage landen". Spanjaarden en Italianen rijden in grote rondes toch ook niet achter elkaar? Ik hoop uit de grond van mijn hart dat die twee in de bergen elkaar zullen vinden. Dan kan het wel eens een mooie en spannende Tour worden. Voor VDB voorspel ik een zevende plaats. Gesink zet ik drie treetjes hoger op plaats vier.
Analyse: Waarom finalisten 2006 het nu zo moeilijk hebben
De mondialisering van het voetbal is niet meer te stuiten. Wie dacht dat er in Nieuw-Zeeland enkel rugby werd gespeeld heeft het mis. De Kiwi's hielden knap stand tegen wereldkampioen Italië. De traditionele voetbalnaties krijgen de motor maar moeilijk op gang. Zeker voor Italië en Frankrijk is dat het geval.
Het voetbal van Italië tegen de Kiwi's deed bij wijlen pijn aan de ogen . Geen inspiratie, geen diepgang, te weinig duelkracht etc. Ik kan hier nog wel een tijdje doorgaan met het opsommen van de pijnpunten van de Azurri. Gilardino kreeg gedurende vijfenveertig minuten geen bruikbare bal. Cannavaro, anders het toonbeeld van efficiëntie achteraan, liet zich zelfs meermaals in de luren leggen door de amateurs van Nieuw-Zeeland. Iaquinta, Pepe, Zambrotta liepen elkaar voortdurend voor de voeten. Zelfs de ingevallen Camoranesi kreeg weinig tot geen bezieling in het spel van de Italianen. Tot wanhoop van Marcello Lippi die tactisch voortdurend moest bijsturen. Italië, een land waar al zo lang wordt gevoetbald en dat al zo veel successen behaalde in het verleden, kwam op het einde zelfs nog goed weg toen Chris Wood op een haar het doel miste. In tegenstelling tot Frankrijk toonde Italië zich wel groot in het verlies, een 0-0 tegen Nieuw-Zeeland mag gerust als verlies worden beschouwd. Er konden zelfs enkele schouderklopjes af bij Chiellini en Zambrotta.
Schouderklopjes voor de Mexicanen konden er niet af bij de Fransen. Frankrijk verloor kansloos tegen Mexico en heeft zijn lot niet meer in eigen handen. Als de Mexico en Uruguay de handen in elkaar slagen en voor een gelijkspel spelen ligt de trotse finalist van 2006 uit het tornooi. Bij de Fransen is er echter meer aan de hand. Tweespalt verdeelt de ploeg al maanden in verschillende kampen. Een goede kleedkamer houdt alles binnenskamers. Bij Frankrijk vonden enkele spelers het blijkbaar nodig om de sensatiezucht van enkele journalisten van l'equipe te voeden. De aanvaring van Anelka met Domenech had nooit naar buiten mogen komen. Een ploeg moet op zulke momenten de rangen sluiten en denken in het belang van het team, zoals bijvoorbeeld de Belgen deden in 2002, toen de media ook ruzie wilden stoken tussen de spelers. Het beste wat Domenech nu nog kan doen is, hoe jammer ook voor de journalistieke vrijheden, een persstop inlassen. Vraag blijft wel of het kwaad al niet veel langer is geschied. Sterspelers als Malouda en Henry, spelers met behoorlijk wat aanzien in Frankrijk, belanden onder Domenech regelmatig op de bank. Twee spelers die heel bepalend waren in de campagne van 2006. In 2006 stond er nog een ploeg op het veld. Met Zidane stond er één duidelijke onbetwiste leider op het veld. Dat missen de Fransen nog het meest. Iemand die de sluimerende conflicten krachtig en kordaat aanpakt. Domenech, die wel lijkt vastgeroest op de stoel van bondscoach, lijkt alle macht op de groep verloren te hebben. Hij is nu zelfs een van de meest gehate personen van Frankrijk en waarschijnlijk ook binnen de spelersgroep. Het multicilturele karakter, waar Les Bleus zo voor geroemd worden, lijkt hoe langer hoe meer veel van zijn pluimen verloren te hebben.
Opmerkelijk: Frankrijk en Italië speelden in 2006 nog de finale van het WK tegen elkaar. De Italianen werden toen voor de vierde keer wereldkampioen. Er zijn opvallend veel vergelijkingen tussen beide teams te trekken. En waarschijnlijk moeten we daar ook de verklaring voor het mindere spel van beide teams zoeken. De finale van 2006 was er een tussen twee teams met veel ervaring tussen de lijnen. Zidane, Makélélé, Thuram, Viera, Barthez, Sagnol en bij Italië Pirlo, Gatusso, Toni,Grosso, Cannavaro (toen op het toppunt van zijn kunnen), Del Piero. Stuk voor stuk ervaren rotten die hun strepen hadden verdiend bij topclubs als Milan of Madrid. Dat surplus aan ervaring betekent het verschil tussen winst en verlies. Beide ploegen zijn zich volop aan het verjongen en kennen nu groeipijnen. Ergens is het dus logisch dat de resultaten tegenvallen. Kijk maar hoe lang het bij ons duurt om de succesvolle generatie Wilmots te vervangen. Ervaring is nog steeds van kapitaal belang op een WK, waar details het verschil maken.
Jaren heb ik afgeteld naar de start van het eerste Wereldkampioenschap op Afrikaanse bodem. De laatste weken liep ik op de toppen van mijn tenen, ik monsterde de deelnemende ploegen en probeerde vervolgens hun kansen in te schatten. Na het eerste weekend heerst vooral ontgoocheling over het geleverde spel. Keek ik daar zo lang naar uit?
Negen doelpunten tot nu toe in zeven wedstrijden. De teneur laat weinig aan de verbeelding over. Het defensieve lijkt het voorlopig gewonnen te hebben van het offensieve en de verdedigers van de aanvallers. Miljarden voetballiefhebbers blijven vooralsnog op hun honger zitten. De belangen zijn blijkbaar te groot om voluit hun eigen kans te gaan. De schrik om te verliezen zit er goed in. Dat zag je nog het beste in de partij tussen Frankrijk en Uruguay. Een draak van een wedstrijd met nauwelijks schoten op doel. Argentinië-Nigeria was een wedstrijd waar ik al geruime tijd naar uitkeek. De fysieke kracht van de Nigerianen tegen de finesse van de Argentijnen. Dat moest wel vuurwerk geven. Helaas, helaas, helaas. Niets van dit alles. Messi toonde wel enkele technische hoogstandjes, maar flitsend was het allemaal niet. Nigeria was enkel op de counter gevaarlijk en Argentinië had er geen zin in.
Over Engeland- Verenigde Staten kan ik weinig zeggen, ik was toen zelf actief op piste in Vilvoorde. Geen succes overigens. En een succes was blijkbaar ook deze wedstrijd niet. Engeland creeërde amper kansen en de VS kon scoren dankzij een blunder van Green. Kritische geesten gaan meteen op zoek naar verklaringen voor dit saaie openingsweekend van wat toch de apoteose van dit seizoen moest worden. Was het seizoen misschien te lang. Voor sommige spelers kan je dat excuus zeker inroepen. Lionel Messi speelde dit seizoen bijvoorbeeld al meer dan 60 wedstrijden. Dat is zeer veel voor zo'n tenger lichaam. Het voetbal wordt ook steeds sneller.Spelers moeten dus ook steeds beter in vorm zijn om dat tempo aan te kunnen. Ligt het misschien aan de hoogte waarop gespeeld wordt? Misschien kort even schetsen. Bijna alle stadions liggen op 1000 tot 1500m hoogte. Die ijlere lucht zorgt ervoor dat spelers meer op reserves zullen spelen. Hopelijk zijn de spelers tegen de kwartfinales volledig geacclimatiseerd en barst dan het spektakel los. Ook Mexico 86 was aanpassen voor veel ploegen aan de hoogte.
Hopelijk vervullen Brazilië, Portugal, Spanje en Nederland hun voetballende plicht. We mogen het alvast hopen voor Zuid-Afrika.
AS Eupen mag volgend seizoen zijn kunnen bewijzen in de Jupiler Pro League. De perceptie rond de nieuwkomer is op dit moment vrij negatief. Geen accomodatie, geen supporters. Niemand lijkt zich te kunnen verzoenen met Eupen, dat alvast op sportief vlak de promotie verdiend heeft. Maar meer en meer worden extrasportieve criteria naar voor gedragen om promotie te rechtvaardigen.
Eupen wordt nu al omschreven als het lelijke eendje in de bijt. De professionalisering van de Pro League, die synchroon loopt met de verhoogde tv-gelden, lijken dus geen garantie om de kleintjes uit eerste te houden. Want laat ons eerlijk zijn, dat was wel degelijk een van de doelstellingen. De voetbalbond wou koste wat kost een nieuw Tubeke-drama vermijden. Eupen, dat moet rondkomen met een budget van minder dan 2 miljoen euro, haalde het van twee profclubs in de eindronde, Bergen en Roeselare. Dat behoeft geen uitleg.
Toch mag ook bij dit sprookje vraagtekens geplaatst worden. Net als Lierse was ook Eupen afhankelijk van een gulle mecenas. Ditmaal niet uit Egypte, maar uit Italië. Door de inbreng van kwalitatief goede spelers uit de Serie A, kon Eupen zich vorig seizoen in extremis redden. De Italiaanse mayonaise plakte ook dit jaar en spelers als Lepiller zijn nu grof wild op de transfermarkt. Hiermee lijkt het doel van de Italiaanse investeerder bereikt, die de club louter als uitstalraam gebruikt. Eupen is met andere woorden afhankelijk van de grillen van zijn investeerder. Wat als Eupen tijdens de winterstop zijn beste spelers verliest omdat zijn investeerder geld heeft geroken. ? Eupen wordt net als Lierse in feite geprostitueerd, zonder dat ze dat zelf doorhebben.
Sportief heeft Eupen op dit moment een ploeg die in de middenmoot van eerste zou kunnen meedraaien. Qua accomodatie hinken de Panda's nog echter ver achterop. Hun stadion is niet meer dan een samenraapsel van aftandse staantribunes en een piepkleine zittribune voor jawel 600 toeschouwers. Dat hebben we nog niet eerder gezien in onze eerste klasse. De club kondigde serieuze investeringen aan en er zou werk gemaakt worden van een zittribune van 4000 plaatsen. Ook de veldverwarming zou volgend seizoen al in orde zijn. We mogen het hopen, zeker in een regio als de Hoge Venen. Een ander obstakel is de beperkte achterban. Logischerwijs wordt Eupen nu de club van Duitstalig België. Maar of die afzetmarkt, lees 70000 inwoners, voldoende zal zijn valt nog af te wachten. Supporters van Eupen zijn net als de mascotte van de club, de panda, met uitsterven bedreigt.
Play-offs horen niet thuis in het voetbal. Er is al veel gezegd en geschreven over de zin en de onzin van dit alles. In Nederland lijken ze echter (na jaren experimenteren) het juiste recept gevonden te hebben.
De play-offs gaan al een tijdje mee in het Nederlands voetbal. Ondertussen hebben onze noorderburen al herhaaldelijk geschaafd aan die competitieformule onder druk van de media en de publieke opinie. Aanvankelijk werden via die play-offs alle Europese tickets verdeeld. Enkel de kampioen was gekend na afloop van de reguliere competitie. Dat stuitte op veel verzet van de Nederlandse topclubs omdat op die manier niet de beste en meest constante ploegen werden beloond. Zo liep AZ na een schitterend seizoen, waarin het verdiend tweede werd, het tweede CL-ticket mis. Net als in ons land viel ook de publieke belangstelling tegen. Geen overvolle tribunes, in tegendeel. De Nederlandse voetbalbond bleef niet blind voor de tekortkomingen van het nieuwe systeem en besliste na twee jaar de klok terug te draaien. Tot grote opluchting van de hele Nederlandse natie. Toch werd de klok niet volledig teruggedraaid. Met name om het laatste Europese ticket wordt nog via play-offs gestreden.
Fc Utrecht nam het in de finale van die play-offs op tegen Roda JC, dat hiermee een slecht seizoen kleur gaf. De wedstrijden hadden weinig om het lijf en Utrecht was al in de heenwedstrijd zeker van het laatste Europese ticket. Spanning moesten we echter onderaan de rangschikking zoeken. Playdowns beslisten er namelijk om degradatie of promotie in het geval van de tweedeklassers. Goed voetbal was er niet of nauwelijks te zien, maar spanning des te meer. Het meest beklijvende duel was de derby tussen Excelsior en Sparta Rotterdam. De heenwedstrijd eindigde op 0-0 en lag alles dus nog open in de terugmatch. 85 minuten was er niks te zien in Het Kasteel. Tot Excelsior een strafschop kreeg en Fernandez het pleit kon beslechten in het voordeel van Excelsior. Echter Fernandez miste en een minuut later kwam Sparta op voorsprong. Aad de Mos en de zijnen dus gered, maar in het slot van de partij wist Fernandez alsnog gelijk te maken. Fernandez dus van schlemiel naar grote held. Na twee jaar afwezigheid keert Excelsior terug naar de Eredivisie. Sparta mag zich gaan herbronnen in de eerste divisie. In de andere wedstrijd had Willem 2 weinig moeite met Go Ahead Eagles. Willem2 blijft dus in de Eredivisie.
In België blijven we echter heil zien in het systeem van de eindronde. Zes wedstrijden waarin ploegen verlamd van de schrik niet aan voetballen toekomen en toeschouwers zich grote opofferingen getroosten om hun ploeg te steunen. Nee, dan is het Nederlandse systeem met rechtstreekse uitschakeling toch een pak interessanter. Nu wordt de doodstrijd van Bergen, United, Roeselare of Eupen nodeloos lang gerekt. Met het Nederlandse systeem weten ploegen al na een wedstrijd waar ze aan toe zijn. Hierdoor verspillen zij niet nodeloos tijd, geld en energie. Ook de spankracht is veel groter net als de publieke belangstelling.
Preud'homme gedraagt zich meer en meer als een paria
Waardigheid en respect. Het lijken loze begrippen dezer dagen in het Belgische voetbal. Michel Preud'homme liet zich afgelopen weekend opnieuw van zijn nukkigste kant zien en schoot met scherp op alles wat los en scheef hing.
Preud'homme had na afloop van de wedstrijd Gent-Kortrijk vooral scheidsrechter Tim Pots in het vizier. Die zou verantwoordelijk zijn voor het puntenverlies van de Buffalo's. Pots keurde tot grote woede een doelpunt af na een lichte duwfout op Verbauwhede. Later kreeg Azofeifa ook nog eens een rode kaart aangesmeerd en was het hek helemaal van de dam bij de heetgeblakerde Preud'homme. Een stoeltje voor de dug-out moest het zowaar ontgelden. Allesbehalve een houding die je van een man met zoveel aanzien in het Belgisch voetbal mag verwachten. Preud'homme moet beginnen vrezen voor zijn reputatie, want vaak is zijn kritiek op scheidsrechters ongegrond. Preud'homme lijkt meer en meer paria-gedrag te vertonen. In elke verkeerde beslissing van de scheids ziet hij een complot tegen AA Gent. Preud'homme is ook niet te beroerd die kritiek subtiel uit te spreiden in media. Toch wordt hij nooit op de vingers getikt door voorzitter De Witte, tevens voorzitter van de Pro League.
Het is zeker en vast niet de eerste keer dat Preud'homme door het lint gaat. Hij ontziet daarbij niets of niemand en gaat zelfs in de clinch met de eigen supporters. Hij kon het niet verkroppen dat de spelers werden uitgefloten en liet dat ook duidelijk blijken. Preud'homme moet echter toch weten dat zijn provocaties zinloos zijn. Een supporter heeft nu eenmaal altijd gelijk en dien je dan ook met het nodige respect te behandelen, ook al gebeurt het omgekeerde soms ook niet altijd. Preud'homme heeft in de loop van dit seizoen dan ook al veel pluimen verloren en het is maar zeer de vraag of hij het einde van zijn vooropgesteld meerjarenplan bij de Buffalo's zal halen. Al de provocaties, beschuldigingen en het cynisme keren zich vroeg of laat tegen Preud'homme.
Omstreeks kwart na twee sloeg een zoveelste mortierraket in op het bondsgebouw in Brussel. Het bondsgebouw daverde op zijn grondvesten toen Advocaat zijn vertrek aankondigde. Een beslissing met verstrekkende gevolgen.
Het vertrouwen in een goede afloop met de Kleine Generaal was groot in ons land. Iedereen was het er roerend over eens dat de Hagenaar de geschikte man was om de Duivels terug op het rechte pad te krijgen. De ontbrekende schakel die de ondertussen verloren geachte talentvolle generatie naar nieuwe hoogtes moest leiden. Hemel en aarde werd bewogen om het Advocaat naar de zin te maken. Vrijwel alle eisen werden ingewilligd. Een buitensporig loon van om en bij de 600.000 euro ,de technische staf die volledig herschikt werd, afzonderingen in de duurste hotels van het land. Het mocht allemaal niet baten.
Advocaat zette twee maanden na zijn aantreden de deur voor speculaties wagenwijd open, toen hij tijdelijk bij AZ aan de slag ging. Wat bewoog hem tot deze tijdelijke ziijsprong. Was hij niet juist bondscoach geworden om meer tijd vrij te maken voor vrienden en familie en het rustiger aan te doen? De bond is toen in de fout gegaan door dit oogluikend toe te staan. Voorzitter De Keersmaecker toonde zich een week schelpdier en liet zich dom ringeloren door een gewiekste Hollander. De machtsbasis van De Keersmaecker en co brokkelde langzaam af en Advocaat maakte daar gretig gebruik van. Dit is ook het moment wanneer Rusland zich komt moeien. Na het falen van Hiddink zochten de Russen opnieuw een leidersfiguur. Advocaat had al een stevige reputatie in Rusland, nadat hij met Zenit de Uefa-Cup binnenhaalde. Een huzarenstukje waarvoor hij zelfs felicitaties van Putin in ontvangst mocht nemen. Het gevlei van de Russen kon beginnen. Het vooruitzicht van een rijkgevulde bankrekening liet ook Advokaar niet onberoerd. Advocaat liet vanaf dan ook meermaals zijn ongenoegen blijken over de gang van zaken in het Belgisch voetbal. De deur stond vanaf toen op een kier, die vandaag op 15 april is opengewaaid.
Advocaat toont met deze beslissing zijn ware aard. Wat men in Holland al jaren wist is voor ons Belgen vandaag pijnlijk duidelijk geworden. In se is Advocaat een harde zakenman die zwicht voor het vele geld. Daar stond hij in Nederland al jaren om bekend. Die reputatie bouwde hij op in zijn periode bij PSV en Glasgow Rangers, waar hij ook niet kon weerstaan aan het vele geld. Dat men nu bij de bond uit de lucht komt vallen slaat dus eigenlijk nergens op. Toch liggen meerdere oorzaken aan de basis van het vertrek. Advocaat moet zich de afgelopen maanden meermaals hebben beklaagd over het amateurisme bij de bond. Dat viel natuurlijk moeilijk te rijmen met de professionaliteit van de Kleine Generaal. De hele heisa rond de zaak Moeskroen, de slechte communicatie binnen de bond, met pijnlijke misverstanden tot gevolg. De lekken binnen de bond naar de pers etc. Het droeg allemaal mee bij in Advocaats beslissing. Toch steunde Advocaat tot op het laatst bondsvoorzitter De Keersmaecker en verbond hij zijn lot aan dat van de voorzitter toen die op de wip zat. Advocaat verdedigde zijn werkgever tot het bittere eind, maar kropt innerlijk alle frustraties op.
De gevolgen van het ontslag zijn niet gering. Eerst en vooral mogen we niet voorbijgaan aan het imagoverlies dat België hierdoor lijdt. Het valt niet uit te sluiten dat sponsors zich gaan herzien en de sponsorig zullen stopzetten. Ook valt te vrezen dat het enthousiasme rond onze nationale ploeg zal luwen. Het valt maar te hopen dat het niet opnieuw doodbloedt zoals dat de laatste jaren het geval was. Onze Duivels hebben een coach nodig die er terug het vuur kan inbrengen zoals Advocaat deed. Andere vaststelling is dat we opnieuw een kostbaar jaar verloren hebben. Dit zou de periode moeten zijn dat er automatismen gekweekt moeten worden. Maar het valt af te wachten in hoeverre de nieuwe coach de ploeg zal kunnen roderen tegen september van dit jaar. Een generatie dreigt verloren te gaan indien geen valabele vervanger gevonden wordt. De voetbalbond mag dus zeker niet krenterig zijn en moet gaan voor kwaliteit. Die kwaliteit mag gerust geld kosten. We kunnen het ons niet veroorloven nog een groot tornooi te missen.
Cancellara won gisteren met brio zijn eerste Ronde en schrijft hiermee geschiedenis. Waarom rijdt deze mens zo sterk? Wat is zijn geheim.? Het geheim van Cancellara ontrafeld. Lees even mee.
Allesbehalve sant in eigen land. Ondanks zijn wereldtitel tijdrijden vorig jaar werd hij niet verkozen tot wielrenner van het jaar in Zwitserland. Dat moet pijn doen voor één van de grootste renners van het moment. Het talent van Cancellara wordt nog steeds miskend in zijn eigen land. Niet zo in Vlaanderen, waar hij wel als mens en atleet naar waarde wordt geschat. Een echte flandrien, die zich Spartaans heeft voorbereid op deze ene koers. Het zou zijn toegangskaartje worden tot het rijk van de allergrootsten. Dat doel had hij voor ogen toen hij op de Muur Boonen pardoes uit het wiel reed.
Cancellara is op zijn zachtst gezegd een fenomeen. Maar liefst 800 watt aan vermogen heeft Spartacus in de benen. Fietsfabrikanten krabben zich in de haren omdat het frame en de pedalen van zijn fiets extra verstevigd moeten worden om die krachten te kunnen weerstaan. Zijn dijen zijn een brok graniet en ook zijn gestalte speelt in zijn voordeel. Messcherp gezicht, verder geen grammetje vet te bespeuren. Ziehier de mens Cancellara ontleed. Niet enkel fysiek maar ook mentaal is hij ijzersterk. Hij kan als geen ander toeleven naar zijn grote moment. Na zijn ziekte en persoonlijke problemen vorig jaar gaf niemand nog een cent voor het seizoen van Cancellara. De Tour zou zijn speeltuin worden en hij zou bewijzen dat hij helemaal terug was. Als voorsmaakje won hij daarom eerst nog de ronde van zijn eigen land en vernederde iedereen in de eerste etappe van de Tour( een tijdrit over 20km). Cancellara was opnieuw renner geworden en had hiermee zijn doel bereikt. Het is die gedrevenheid die van hem een groot kampioen maakt.
Is het succes te linken aan enig dopinggebruik moet iedereen zich afvragen. Hij heeft in ieder geval de schijn tegen. Rijdt ongeveer vijf kilometer per uur sneller dan de rest, en rijdt bij Bjarne Riis in de ploeg. Deze stroper werd naar eigen zeggen boswachter op de moment dat hij zijn fiets aan de haak hing en plaats nam achter het stuur van de volgwagen. Zeker weten we het nooit, maar feit is wel dat hij al van bij de jeugd domineerde. Vooral dan in zijn categorie; het tijdrijden. Hij werd als junior verscheidene malen wereldkampioen. Een eendagsvlieg kunnen we hem dus zeker niet noemen. Daar ligt volgens mij ook de kiem voor het huidige succes. Door zijn tijdrijderscapaciteiten voortdurend te verbeteren heeft hij in zijn categorie nog amper concurrenten. Maar Cancellara is nu uitgekeken op het tijdrijden en zoekt zijn heil in de grote klassiekers. Hij rijdt nu zijn tijdritten in de finale van die klassiekers en stelt vast dat niemand hem kan volgen. Hij is de eerste van een nieuw soort wielrenner. Cancellara is de Merckx van deze generatie en heeft zelfs het potentieel om ooit de Tour te winnen. Specialisatie in het tijdrijden als voedingsbodem voor een rijkgevulde carriëre. Dat hebben ondertussen ook Bradley Wiggins en David Miller bewezen in het rondewerk. Let op mijn woorden, er gaan er nog het voorbeeld van Cancellara volgen.
De reguliere competite zit er alweer op. Zaterdag beginnen de play offs. Over die play offs is al veel gezegd en geschreven. Ze zouden de spankracht bevorderen, spektakel opleveren. Dat was althans de versie die de Pro League de clubs en Belgacom TV voor ogen hield. Maar waren daar wel play offs voor nodig?
Tien wedstrijden in play offs 1 en een poulesysteem in play offs 2. Kan het onduidelijker. De zes eersten van de reguliere competitie nemen het onderling twee keer tegen elkaar op. Met andere woorden twee keer Anderlecht-Brugge op een tijdsbestek van een goede maand. Dat klinkt Belgacom TV natuurlijk als muziek in de oren. Het feit dat ukkies als STVV, Kortrijk en Zulte ook van de partij zijn, zullen ze wrs niet graag horen. Meer wedstrijden met inzet, dat is in het kort de filosofie achter de play offs. Maar play offs, is dat niet meer iets voor zaalsporten zullen veel doorwinterde voetbalsupporters zich afvragen? Waarom het ineens moeilijk gaan maken. Dat hebben voetbalsupporters nu eenmaal niet graag. Zij houden niet van verrassingen. Geef hen maar de zekerheid dat de sterkste kampioen wordt. Die zekerheid verdwijnt nu voor een stuk, want de punten worden gehalveerd en er volgen tien wedstrijden tegen rechtstreekse concurrenten. Een ploeg die het hele seizoen heeft gedomineerd kan plotsklaps de titel verliezen. Andersom kan een ploeg, die uitgeteld leek na de reguliere competitie, opnieuw vleugels krijgen en zo alsnog de titel veroveren. In STVV beginnen ze al te dromen van CL.
Verschillende wetmatigheden van een regulier kampioenschap worden door die play offs met de voeten getreden. Zoals bijvoorbeeld het statement dat men kampioen wordt tegen de kleinere ploegen. Niks zo lastig voor een topploeg als de zogenaamd kleinere broertjes te verslagen. Wie daarin het best bedreven is verdient het gewoon kampioen te spelen. Dat zijn juist de charmes van een kampioenschap. Reeds 104 jaar is de kampioen gekend op het einde van de competitie, waarom daar nu verandering in brengen. Toch niks zo leuk voor een supporter van het beste team om al weken op voorhand de kampioenenmatch te voorspellen en vervolgens proberen kaarten te bemachtigen voor die match. Wat goed is moet men niet veranderen. In de Tour gaat men toch ook niet beslissen om ineens de voorsprong in het klassement te halveren na de Alpenetappes? In De Dikke van Dale staat volgende omschrijving bij Play off: "Een kunstmatige verlenging van een kampioenschap, waarbij niet altijd de sterkste kampioen wordt." Dat is wat ik ervan zou maken mocht ik uitgever zijn. Onder huichelarij zou dan Belgische voetbalbond komen te staan.
Het valt te hopen voor de Pro League althans dat Brugge en Anderlecht niet te veel averij oplopen in die play offs. Anders zou het draagvlak voor deze vernieuwde formule, die ook al in Nederland flopte, wel eens heel smal kunnen worden.
Tags:play offs, pro league, kampioenschap, Belgacom TV
Zilver: Met dat edelmetaal in de pocket werden onze helden van de 4X 400M maandag ontvangen in Zaventem. Wat een trainingsuitje moest worden resulteerde uiteindelijk in een tweede plaats achter de VS en een verpulvering van het BR.
Het team van trainer Jaques Borlée, dat in 2009 tot Ploeg van het jaar werd verkozen, is het jaar uitstekend begonnen. De Belgen trokken zonder een fatsoenlijke wedstrijd indoor gelopen te hebben naar Qatar. Het zou een doorgedreven teambuildingsstage worden, waarbij het resultaat van ondergeschikt belang zou zijn. Dit WK moest vooral de spirit tussen het viertal terug aanwakkeren. Die spirit leverde Antoine Gilette, de broers Borlée en Van Branteghem uiteindelijk zilver op. Dat belooft alvast voor het EK in Barcelona.
De 4x400M lijkt op termijn even succesvol te kunnen worden dan de 4x100M bij de vrouwen. Die lijkt na het afhaken van Kim Gevaert toch serieus verzwakt. Beide teams zijn echter niet te vergelijken als het op het aanwezige talent aankomt. De 4X100M werd eigenlijk zo goed als volledig door Gevaert gedragen. Zij moest meermaals een scheve situatie zien recht te trekken. Toch werd er steevast lyrisch gedaan over de ijzersterke teamgeest die mede het succes moest verklaren. Ook bij de 4x400M wordt de sterke teamgeest steevast aangehaald als deel van het succes. Atletiek en teamverband gaan meestal niet samen in één en dezelfde zin. Elk team is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. Bij de 4x400M is dat in dit geval Antoine Gilette, op basis van de individuele tijden. De broertjes Borlée leunen met hun tijd onder de 45 seconden stilaan tot de wereldtop. Dat zal zeker de komende twee jaar duidelijk worden. Toch lijkt het onderlinge niveauverschil bij de 4x400M minder groot dan bij de 4x100M. De cohesie tussen de broertjes Borlée onderling, die samen trainen onder de Californische zon, geeft de 4X400M nog een extra cachet dat veel landen missen.
Het volgende doel voor de 4x400M is het EK in Barcelona. Daar gaan ze resoluut voor goud. Niet eens onlogisch want op het WK in Doha was België het eerste Europese land op de uitslag. In hoeverre Doha een waardemeter mag genoemd worden voor Barcelona is nog maar zeer de vraag. Zeker het Britse team, in 2009 nog goed voor zilver op het WK in Berlijn, vormt een te duchten tegenstander. De 4X400m breit overigens onverwacht een leuk einde aan de carriëre van Van Branteghem, die tot hiertoe nooit een medaille behaalde op een groot kampioenschap. "Zonder de 4x400M was ik waarschijnlijk al gestopt met atletiek op het hoogste niveau", verklaarde Van Branteghem bij Phara.
B-House Nog even volgend bericht in de marge. Tijdens het Europees kampioenschap wil de Belgische atletiekbond een België House oprichten, waar supporters, atleten en sponsors samen de behaalde successen kunnen vieren. Vader Jacques Borlée vindt het alvast een uitstekend inintiatief en is nu al de voorbereidingen aan het treffen voor de viering van zijn zoons en de 4x400M. Drukke job heeft die Jacques toch.
Zoals beloofd volgt hier een kort verslag van mijn optreden in Oostende. Ik ga het echter kort houden want daarvoor is deze blog natuurlijk niet blog niet in het leven geroepen.
In Oostende wist ik beslag te leggen op de 83 ste plaats. Een prestatie waar ik zeker en vast vrede mee kan nemen.
Zondag vindt in Oostende het Belgisch Kampioenschap veldlopen plaats. Op de lange afstand verbleekt de concurrentie momenteel in het aanschijn van Pieter De Smet die de goede vorm te pakken heeft. Op de korte afstand zijn er tal van favorieten. En ook ik zal aan de start staan. Zonder grote ambities echter.
2009 was voor mij persoonlijk een waar boerenjaar. In maart vorig jaar was ik hersteld van een stressfractuur die mij zeven maanden uit competitie hield. Een ware marteling voor een zenuwpees als ik. Tijd genoeg dus om me voor te bereiden op het nakende zomerseizoen. Ten minste daar ging ik van uit. Ik zat volledig op schema om toch nog iets van mijn zomerseizoen te maken. Tot die fatale donderdag in mei, waar ik veel te diep ben gegaan op een voor mij ongewone afstand. In de Abdijentocht zette ik wel een goed resultaat neer, maar ik raakte zo verzuurd dat ik uiteindelijk een spierscheur opliep en opnieuw 2 maanden aan de kant moest. Weg zomerseizoen en ik heb dan ook niet meer de moeite gedaan een licentie aan te vragen.Ik zou voortaan alles zetten op het veldloopseizoen. Het orgelpunt moest het BK in Oostende worden.
Maar u raadt het misschien al aan de teneur van dit bericht, ook nu ben ik niet van pech gespaard gebleven. Alles verliep volgens plan deze winter en ik liep al enkele mooi resultaten bij elkaar. Onder meer in Boechout en Arendonk liep ik in de top-tien. Maar in de aanloop naar het Provinciaal Kampioenschap in Mechelen begin februari ging het opnieuw mis. De laatste week voor het PK ging ik nog een keer volledig tot het uiterste om goed te zijn in Mechelen. Het PK kon ik nog wel uitlopen en ik sleepte er zelfs nog een dertiende plaats uit de brand. Ik kermde het uit van de pijn toen, maar weigerde op te geven. Niet verstandig zo bleek achteraf, want ik zou er nog een hele maand last van ondervinden. En dit juist in de belangrijkste weken van het veldloopseizoen. Ik heb sindsdien misschien maar drie keer goed kunnen trainen en sinds twee weken heb ik dan ook wijselijk besloten de loopschoenen een tijdje op te bergen. Twee weken voor het BK kan ik dus allesbehalve spreken van een vlekkeloze voorbereiding. Begin maart had ik het BK dan ook uit mijn hoofd gezet. Ik voelde de pijn in mijn kuitbeen en dat zou niet meer goed komen dacht ik. Omdat ik al eens zeven maanden uit was door een stressfractuur wou ik geen risico lopen en was de enige remedie rust. Ik zou het mezelf nooit vergeven moest ik opnieuw zo lang aan de kant staan, alleen maar om te kunnen blijven trainen voor het BK. Uit fouten uit het verleden moet je lessen trekken had ik mezelf voorgenomen. Als ik nu pijn voel in mijn kuitbeen stop ik onmiddellijk met trainen, ongeacht of er een groot tornooi aankomt of niet.
Maar goed, ik onderhield mijn conditie dus met fitnessen en ik ontdekte opnieuw mijn koersfiets. Dit was niet belastend voor het kuitbeen en ook bij het fitnessen ondervond ik geen hinder. Ik trok er 's middags op uit met de fiets en kwam drie uur later pas thuis met zeventig kilometer op de teller. Heerlijk ontspannend was dat. Ik begon zelfs opnieuw te hopen. Terwijl mijn collega-atleten zich het snot voor hun ogen trainden voor het BK, moest ik het zien te rooien met mijn koersfiets. Ik probeerde mijn looptrainingen dan ook te simuleren op de fiets. Ik trainde op interval en merkte bij het bestuderen van de gegevens van mijn Garmin dat ik zwaarder in het rood ben gegaan dan op de atletiekpiste. Allezins een vreemde vaststelling aangezien onze trainingen meestal niet van de poes zijn. Ik begon ook steviger mijn best te doen in de gym. Dertig minuten steppen en daarna nog wat lichte krachttraining. Het BK begon opnieuw door mijn hoofd te spoken en ik had opnieuw de motivatie gevonden. Ik had nog altijd pijn, maar ik was wel aan het trainen. Ik probeerde mijn geweten te sussen door zware fietstochtjes in de omgeving van Diest-Scherpenheuvel. Telkens stevig doortrekken op de heuveltjes en steendood boven komen. Dat gaf me een goed gevoel.
Als bij wonder raakte ik deze week verlost van die vervelende pijn en kon ik dus met een gerust terug trainen. Ik voelde geen pijn meer in het kuitbeen en vanaf toen wist ik dat ik ging starten in Oostende. Had ik ook nu nog pijn gehad dan was ik zondag niet gestart. Nu goed, tijdens het seizoen rekende ik uit dat een plaats bij de eerste dertig een goed resultaat zou zijn voor mij. Ik zou in ieder geval enorm tevreden zijn moest ik dat halen. Nu plak ik geen doelstelling vast aan mijn prestatie. Ik ben al blij te kunnen starten en voor het eerst te proeven van de sfeer op zo'n kampioenschap. Nu goed, we zullen wel zien. Maandag laat ik jullie weten wat het daar is geworden in Oostende.
Welke geheimen zal het wielerjaar 2010 ons prijsgeven.? Een nieuwe zege voor Tom Boonen in Parijs-Roubaix, Contador die opnieuw glorieert in de Tour of zet Armstrong hem dit jaar nog eens voor het blok? Veel vragen zo net voor het begin van het Vlaams Wielerjaar. Hoewel het nieuwe seizoen al een tijdje bezig is beschouwen wij de Omloop het Nieuwsblad nog altijd als officiële startpunt. Wielrennen is een echte Vlaamse sport en dus bepalen wij graag het startsein. Dat was zo voor de mondialisering van de wielersport en dat zal zo blijven in de toekomst. Want wees nu eerlijk, welke wielrenner ligt nu wakker van de Ronde van Qatar, de Ster Bessèges of de Tour Down Under. Dit zijn enkel voorbereidingskoersen met het oog op het klassieke voorjaar, die dus begint in Gent en pas eindigt in Luik drie maanden later.
De 65 ste Omloop Het Nieuwsblad zal dit jaar meer dan waarschijnlijk niet gewonnen worden door Thor Hushovd. De winnaar van vorig jaar sukkelde begin van de maand met een stevige verkoudheid en zag daardoor zijn voorbereiding op de Omloop in rook opgaan. Op Hushovd zullen we dus niet moeten rekenen, maar het gevaar zou dit jaar wel weer eens opnieuw vanuit Noorwegen kunnen komen. Edvald Boasson Hagen begon opvallend scherp aan het nieuwe seizoen en imponeerde in Oman door Cancellara te kloppen in de tijdrit. Dat wil al iets zeggen. De Noor zal allicht dichtbij eindigen. Misschien strandt onze Viking wel in het wiel van Philippe Gilbert, die zo een vervolg breidt op zijn excellent fin de saison vorig jaar. Gilberke won toen werkelijk alles waaraan hij deelnam met als hoogtepunt de Ronde van Lombardije. En Gilbert heeft al meermaals bewezen dat de Omloop hem op het lijf geschreven is. De light-versie van de Ronde van Vlaanderen is gemaakt voor echte vrijbuiters die er van bij het begin stevig willen invliegen. Gilbert past perfect binnen dat profiel. Ten opzichte van de voorgaande jaren is daar nu nog een surplus aan ervaring en koersinzicht bijgekomen. Gilbert is al lang niet meer de lompe stoemper die zich elke wedstrijd de longen uit het lijf rijdt. Hij weet nu beter zijn momenten uit te kiezen en durft zelfs al eens de sprint af te wachten. Bewijze zijn zege in Parijs-Tours waar hij Boonen vloerde in de spurt. On doit le faire.
Dat brengt ons naadloos bij die andere volksheld op twee wielen. Tom Boonen kende een rustige winter en staat nu vier kilo lichter dan vorig jaar. Op privé-vlak heeft hij rein schip gemaakt met alle beslommeringen die de aandacht van zijn wielrennen afleidt. Met Lore opnieuw aan zijn zijde staat Boonen sterker dan ooit. In Qatar en Oman was Boonen al goed voor drie ruikers. De hamvraag blijft echter of Boonen eindelijk komaf kan maken met zijn zwarte beest. Hij won nog nooit de opener van ons wielerjaar en dat begint te wegen voor de toch al bijna dertigjarige Boonen. Hoewel de koers hem wel moet liggen, lijkt op Ronde van Vlaanderen, loopt er wel altijd iets mis tijdens de Omloop. Vorig jaar startte hij met een enorme jetlag en het jaar voordien was er geen kruid gewassen tegen een oppermachtige Gilbert. Boonen trok hieruit lessen en trok na Qatar niet naar de States, maar plakte er nog de Ronde van Oman aan vast. Hierdoor heeft Boonen nu meer dan een week de tijd om zich te focussen op de Omloop. De laatste voorbereidingen treft hij deze week in Zuid-Frankrijk. Boonen zal er staan zaterdag, dat is zeker.
Wie zijn zo de andere favorieten. De grootste en meteen ook taaiste concurrent voor Boonen en Gilbert wordt onze Noorse vriend Hagen. Die testte zijn enorme motor reeds met succes in het Midden-Oosten. Hagen maakte indruk en dat zal ook Boonen en Gilbert niet zijn ontgaan. de koerstacktiek van menig sportdirecteur zal dan ook meer dan waarschijnlijk rekening houden met de Noor. Verder verwachten we ook Haussler, Roelandts, Arvesen, Langeveld, een Van Avermaet, Flecha en nog een rist anderen vooraan. Maar laten we nog maar niet te veel over tactiek praten in de eerste weken van het seizoen. Dat is pas voor de Tour, waar elke seconde van levensbelang is. Een strijd man tegen man is waar de Vlaming en bij uitbreiding elke wielerfanaat in deze grauwe wintermaand op wacht. Aanvalslust als exponent voor wat nog komen moet. Want onze verwachtingen zijn nooit zo hoog gespannen als bij de start van het wielerjaar. Een complexe mix van gevoelens die zich nog best als collectieve volkshisterie laat omschrijven. Genoeg gezeverd nu, laat het feest maar beginnen.
-Later volgt een complete voorbeschouwing van het nieuwe wielerjaar.
Zet heropleving Belgisch voetbal zich vanavond voort?
Drie Belgische ploegen moeten vandaag de Belgische eer zien hoog te houden in Europa. Anderlecht moet naar Athletic Bilbao. Standard neemt het thuis op tegen Red Bull Salzburg en Club speelt gastheer voor Valencia.
Wat een luxe voor de Belgische voetballiefhebber. Drie matchen vanavond met een Belgische vertegenwoordiger. Iedere Belg kan naar gelieve zijn eigen menu kiezen. Ik ga voor Standard-Salzburg om zeven uur en Bilbao-Anderlecht om negen uur. Op geregelde tijdstippen zal ik dan ook eens poolshoogte nemen van de stand in Brugge-Valencia. Ik reken er op dat toch een Belgische ploeg vandaag zijn wedstrijd gaat winnen. Zoals reeds gezegd geef ik Standard het meeste kans, al zie ik ook Anderlecht wel iets halen in Spanje.
"Dreigend tekort aan scheidsrechters in het voetbal". Dat stond deze week te lezen in zowat alle Vlaamse kranten. "Weldra zitten we met een serieus tekort", trok scheidsrechtersbaas Filip Jeurissen aan de alarmbel.
De grootste problemen situeren zich in het regionale jeugdvoetbal. We spreken dan over gewestelijke of provinciale miniemen, scholieren en kadetten. Vanaf de miniemen wordt een officiële ranking opgesteld en dient een officiële scheidsrechter aanwezig te zijn. Voor de jongste categorieën: debutantjes, duiveltjes en preminiemen is geen officiële scheidsrechter vereist. Clubs doen hier dan ook vaak een beroep op vrijwilligers, maar de toestand is stilaan zorgwekkend te noemen. Oorzaak van het probleem is simpel. De instroom van nieuwe jonge scheidsrechters dekt niet langer de uitstroom van moegetergde scheidsrechters. We zitten met andere woorden met een imagoprobleem.
Dat imagoprobleem werd de afgelopen maanden opnieuw versterkt. Eerste klasse zou als een soort katalysator jonge, nieuwe scheidsrechters moeten lokken. Maar door de stijgende negativiteit rond de arbitrage gebeurt nu het omgekeerde. Doodsbedreigingen, respectloos behandeld worden, achternagezeten worden door een dolgedraaide voorzitter. Het is maar een greep uit het grote avonturenboek van onze scheidsrechters. Nee, scheidsrechtertje spelen is nu niet bepaald een droomjob. Hoewel, een beetje scheidsrechter in België verdient toch al gauw dertig euro. We kunnen dus niet stellen dat de arbitrage financieel een onaantrekkelijke hobby, dat is het voor de meesten, is. Waar ligt het dan wel aan? Misschien verlangt men gewoon te veel van onze scheidsrechters. Wie op een tamelijk niveau actief is moet hierin een pak tijd steken (10 tot 15 uur per week). We hebben het dan over fysieke training, soms in groepsverband, bijscholingen, verplaatsingen en de wedstrijd zelf. Door het tekort fluiten veel scheidsrechters meerdere wedstrijden per week. Dit brengt enorm veel stress met zich mee, met als gevolg dat velen er dan ook ontmoedigd de brui aan geven wegens niet combineerbaar met het privé-leven. Maar er zijn nog andere factoren die een rol spelen.
Na de topper Anderlecht-Brugge, waarin Vargas tegen een rode kaart aankeek, werd scheidsrechter Luc Wouters met de dood bedreigd. Talloze facebookgroepen met titels als "Luc Wouters aan de galg"; lieten niets aan de verbeelding over. Facebook lijkt overigens het nieuwe wapen tegen scheidsrechters geworden. Wie zoiets als scheidsrechter niet kan relativeren begint dus beter niet aan de opleiding. Het tekent de verschuiving van normen en waarden in onze maatschappij. Terwijl de man in het zwart vroeger met het nodige respect behandeld werd krijgt hij nu vooral een hoop stront over zich heen gekieperd. De schuld ligt niet enkel bij het grote publiek, ook de media draagt daar zijn steentje toe bij. Voetbalprogramma's gaan nu meer over hoe de scheidsrechter het ervan af bracht dan over waar het in feite zou moeten om gaan. Een sereen debat tussen de populaire media en de Centrale Scheidsrechterscommissie lijkt me daarom meer dan ooit aangewezen. Er worden nu in se niet meer fouten gemaakt door scheidsrechters dan in vroegere jaren. Alleen lijkt dit zo doorat elk foutje onder de loep wordt genomen. De tackle van Witsel mag hierbij beschouwd worden als het kantelmoment in ons land. Een gevaarlijk prescedent, want het lijkt nu wel of de strafmaat van een zondaar door de media wordt vastgelegd. Schuld of onschuld, vanaf heden heeft ook de media hierin zijn zegje.
Dat het ook anders kan bewijst de documentaire "Kill the referee". Deze documentaire, gefilmd vanuit het standpunt van scheidsrechters op Euro 2008, toont de wereld van de arbitrage van een geheel andere kant. Hoe moeilijk het wel niet is om te beslissen in een fractie van een seconde, wetende dat miljoenen mensen met een vermanend vingertje meekijken. Hoe moeilijk het wel niet is om wedstrijden met zoveel inzet te leiden. De reportage, gedraaid door de Belg Yves Hinant, vertelt oa. het schreinende verhaal van de Britse topref Howard Webb (zie filmpje) Tijdens Oostenrijk-Polen geeft Webb een discutabele strafschop aan Oostenrijk, waardoor het gastland nog een onverhoopt punt uit de brand sleept. Heel Polen in rep en roer en er worden heel wat doodsbedreigingen geuit aan het adres van de Britse topref. Zelfs de Poolse media besluiten hieraan mee te doen. Verbitterd neemt Howard dan ook afscheid van het tornooi na twee wedstrijden. Het stelt de arbitrage in een geheel ander daglicht, waardoor je begrip krijgt voor het feit dat scheidsrechter ook maar mensen zijn en dus ook fouten kunnen maken. Ik hoop dan ook dat allerhande media hier in de toekomst ook rekening mee zullen houden en blijvend lessen zullen trekken. Toch koester ik weinig illusies, de media heeft nu eenmaal de smaak te pakken en het zal nog een tijdje duren vooraleer ze opnieuw het geweer van schouder zullen wisselen.
Wat onze scheidsrechterij nodig heeft zijn enkele positieve signalen die de dalende trend kunnen keren. Een uitstekende prestatie van onze topscheidsrechter Frank De Bleeckere op het WK bijvoorbeeld. Topprestaties van nationale helden hebben namelijk meestal een gunstig effect op het aantal nieuwe leden. De Bleeckere is misschien wel het laatste redmiddel voor de scheidsrechterij in België.