The name of the rosexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Titel : the name of the rose
Uitgeverij : Ravensburger
Auteur : Stefan Feld
Aantal spelers : 2-5 spelers
Leeftijd : 10+
Spelidee :
De spelers nemen allen de rol aan van een monnik in een abdij op de helling van de noordelijke Alpen. Zeven dagen en nachten zal je moeten doorbrengen in een klooster waar allerlei verdachte gebeurtenissen plaatsvinden. De moorden volgen elkaar op, kan jij het meeste uit the picture blijven, verdoezel jij de gemaakte sporen,
Spelmateriaal :
8 speelfiguren (1 x William, 1 x Adson, 6 x monniken in verschillende kleuren)
2 x 6 telstenen (in 6 monnikskleuren)
1 tijdsteen
1 spelbord
41 kleine taakfiches
30 vierkante kleurmerken
3 grote onthulling-fiches
42 incidentkaarten (in verschillende talen)
60 actiekaarten (gebouw, monnik, william/adson)
6 identiteitskaarten
Spelvoorbereiding :
- het spelbord wordt in het midden van de tafel gelegd, de 8 speelfiguren worden willekeurig op de verschillende plaatsen in de abdij gezet
- de 14 incidentkaarten worden geschud en naast het spelbord gelegd op een rij met de drie onthulling-fiches ertussen (zie afbeelding handleiding)
- de 6 lage telstenen worden op de 10 van de verdenkingskolom gezet
- de 6 hoge telstenen worden op de 5 van de bewijskolom geplaatst
- de tijdsteen wordt op het blauwe veld van de zonnewijzer gelegd
- de 42 taakfiches wordne willekeurig op het spelbord geplaatst (2 op elke kamer)
- de 60 actiekaarten worden geschud en naast het spelbord gelegd
- elke speler krijgt : 3 actiekaarten, 6 kleurmerken en 1 identiteitskaart (die hij voor de medespelers sowieso verborgen houdt)
Spelverloop :
Het spel verloopt over zeven ronden. Iedere ronde is een dag.
- begin van de dag : incidentkaart omdraaien
- loop van de dag : actiekaarten uitspelen tot de tijdsteen het blauwe veld van de zonnewijzer bereikt
- eind van de dag : incidentkaart toedelen en verdenkingspunten omzetten in bewijspunten
Aan het einde van de zevende dag vindt uiteindelijk de afsluitende ontmaskering plaats.
HET BEGIN VAN DE DAG
Een incidentkaart wordt omgedraaid, de tekst voorgelezen en deze is gedurende de ganse dag geldig. (betekenissen van de incidentkaarten in spelregels)
DE LOOP VAN DE DAG
Voor de eerste dag wordt er een startspeler aangewezen. Wie aan de beurt is, voert de volgende handelingen in volgorde uit :
- actiekaart uitspelen
De speler kiest één van zn drie handkaarten en legt deze op de open aflegstapel
- figuur plaatsen
Afhankelijk van de kaart die wordt gespeeld, wordt een bepaalde monnik verzet naar een willekeurige plaats, wordt een willekeurige monnik verzet naar een bepaalde plaats, wordt William of Adson verplaatst.
- actie uitvoeren
Indien een monnik in een gebouw terechtkomt met een taakfiche in zijn kleur is hij terecht daar, neemt hij de taakfiche en zet de telsteen het aantal plaatsen achteruit op de verdenkingskolom (aangegeven op taakfiche). Indien het tweede fiche zou verdwijnen van het gebouw, worden deze terug aangevuld
Indien een monnik in een gebouw terechtkomt zonder een taakfiche in zijn kleur, wordt zn telsteen een aantal plaatsen vooruit gezet op de verdenkingskolom (aangegeven door de som van de taakfiches)
Indien William in een gebouw terechtkomt waar monniken staan, mag de speler deze monniken +3 of -3 plaatsen verzetten in de bewijskolom.
Indien Adson in een gebouw terechtkomt waar monniken staan, mag de speler deze monniken +5 of -5 plaatsen verzetten in de verdenkingskolom.
- actiekaart aanvullen
De speler vult zijn handkaarten terug aan tot drie.
- tijdsteen verplaatsen
HET EIND VAN DE DAG
De dag loopt tot een speler de tijdsteen terug op het blauwe vak van de zonnewijzer terecht komt. De verdenkingspunten worden naar gelang van de positie in bewijspunten omgezet. Hoe verdachter een monnik zich heeft gedragen, des temeer de bewijzen tegen hem zich opstapelen. (voorste positie : 5 velden; 2de positie : 4 velden ;
)
De telstenen van de verdenkingskolom worden terug op 10 geplaatst voor de volgende ronde. De speler die de dag heeft afgesloten neemt de incidentenkaart voor zich, dit levert hem op het einde van het spel per kaart twee velden vooruit op in de bewijskolom.
De onthulling-fiches : na de 1ste, 3de en 5de dag moeten de spelers telkens iets van hun identiteit prijsgeven door één van hun kleurmerken open te draaien, die in geen(!!) geval hun ware identiteit mag zijn. Zo komen de andere spelers te weten, wie je beslist niet bent. Voor elk uitgespeeld kleurkenmerk wordt de overeenkomstige steen trouwens nog eens 2 velden vooruit gezet op de bewijskolom.
Het einde van het spel :
Na de zesde dag, volgt de zevende dag. Er worden geen actiekaarten meer uitgespeeld, maar er volgt een ontmaskeringsronde. Alle spelers mogen aangeven wie volgens hen met welke monnik speelde. Daartoe nemen de spelers hun drie openliggende kleurkenmerken, drie willekeurige taakfiches met dezelfde kleur van het spelbord. De spelers leggen de kleurkenmerken één voor één bij een concurrent (met de letter naar boven), wanneer iedereen dit gedaan heeft, worden de kenmerken omgedraaid. Voor elk goed geraden antwoord zet men de telsteen van die monnik een aantal plaatsen voort in de bewijskolom. (afh. aantal spelers). De telstenen van de neutrale monniken worden verwijderd, de winnaar is diegene wiens telsteen het minst ver gevorderd is op de bewijskolom.
|