Foto
Follow your bliss
De ups en downs van een schrijver, tolk, therapeut, echtgenoot
What we think we become
05-02-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een dag uit het leven van Egbebrt Hoveniers: student

“Ga ik naar de les of ga ik niet naar de les? That’s the question.”, sprak Egbert tot zichzelf.

“We gaan”, zei hij beslist en hij sprong recht. Hij klapte zijn dakraam open en stak zijn hoofd naar buiten. “Hmm, snuif die vroege lentegeur eens op, wat een weertje, wat een weertje…dit is geen lente, dit is zom..” Egbert maakte zijn zin niet af.

Het dakraam viel pardoes dicht. Egbert zat vast. Hij maakte enkele reutelende geluiden, hapte tevergeefs naar adem en spartelde wat met zijn benen. Onze man bedacht dat dit een komische situatie was, zo één die je vaak ziet in films, vooral in oude zwart-wit films. Aan die kunsthistorische bedenking had hij op dat moment geen fluit. Een drietal minuten zat hij met zijn hoofd geklemd in de dakstrop. Toen hij zich eindelijk loswrong, stootte hij zijn neus.

Verder niet al te aangeslagen, ging Egbert voor de spiegel staan. “Wel, hengst, we zullen je maar even scheren, niet waar?” Hij nam zijn scheermesje, maakte het zorgvuldig schoon, zeepte zijn gezicht in, trok zijn kin scheef en ontdeed zijn wangen met lange halen van een borstelig baardje. Dat ging twee minuten goed. Toen schreeuwde Egbert de buurt bij elkaar. Bloed spoot alle kanten uit. Daar had ie zijn bovenlip lelijk opengehaald.

Egbert dook naar een rol toiletpapier. Daarbij struikelde hij over een stapel cursussen. In zijn val stootte hij zijn hoofd tegen zijn kachel. Hij sprong vloekend recht en schopte woedend tegen zijn boekenrek. Dat meubelstuk stortte vervolgens zich op hem. Egbert kwam foeterend vanonder de berg boeken geklauterd en kreeg een lichte opstoot van hyperventilatie.

“Lucht, lucht, getverdrie lucht!” riep hij en hij trok de V-hals van zijn pyjamavest stuk. Hij opende opnieuw zijn dakraam en haalde tweemaal diep adem. Paf, daar hield het dakraam hem al weer in haar stalen greep. Egbert hoestte, wriemelde en vloekte tegelijk, maar kwam niet los. Met zijn voeten was hij al tegen de muur opgeklommen om zo uiterste druk op het dakraam te zetten. Het mocht niet baten. Hij liep helemaal rood aan. Het was muistil, tot hij een vreemd geluid hoorde naderen. Egbert spitste zijn oren.

“Wel verdraaid, wat flapt daar zo? O, kijk een duif. Wel kameraad, ramptoerist aan het spelen?” De duif diende hem prompt van antwoord met een welgemikte lading in Egberts rechteroog. De witte smurrie liep van daaruit naar zijn mond toe, alsof ze het bloeden van zijn onderlip wilde stelpen. Op dit moment leek het dakraam te wachten en het klapte terug open. Egbert kwam onzacht op de grond terecht. “Wat een ochtend, wat een ochtend, en ik ben nog niet voor de helft geschoren, en nou is het te laat ook. Dan maar zo naar de les.”

Egbert schoot in zijn kleren, gooide zijn rugzak over zijn rug en rushte de trap af. Hij struikelde over de zevenenveertigste trede, want daar stak een nagel uit. Egbert vloekte, maar stoof verder. Buiten op de stoep realiseerde hij zich dat hij geen cursussen bij zich had. Hij rushte terug naar binnen en griste de cursussen uit zijn puinhoop.

Op de gang ging hij gauw zijn ochtendwater maken, maar van de zenuwen plaste hij op de bril. Hij vond geen toiletpapier om het schoon te maken, dus greep hij naar een oude krant, maar die viel in het toilet. Egbert spoelde drie keer tevergeefs door en zei tenslotte tegen zichzelf: “Ik gooi er terpentijn over en steek heel die rotzooi in de fik!”

Op dat moment hoorde hij schuifelende voeten. Iemand klopte op de WC-deur. “Ja?” riep Egbert geïrriteerd. “Heb je nog lang werk daar binnen? Het is dringend.” Dat was de stem van Herlinde, Egberts knapste kotgenote. Egbert dacht bij zich zelf: ‘Getver, niet zij, niet nu. Hij diepte de doorweekte krant op uit het toilet en mikte deze door het toiletraam. Vanuit de tuin weerklonk een stem: “Hey daar, durf je wel? Wat moet dat met die smerigheid?” Egbert liep het toilet uit, botste op Herlinde, stamelde rood als een pijoen “sorry”en ging er als een trein vandoor. Hoorde nog: “Brr, wat is die bril vochtig, jakkes!” Egbert sloeg de voordeur achter zich dicht . Hij zuchtte. “Laten we hopen dat we ’t voor vandaag gehad hebben.”

Te voet kon hij de les niet meer halen. Dan maar met de tram. Egbert kocht een kaartje en ging zitten. “Eindelijk eens mazzel. Normaal is er op dit uur nooit plek.” Een man in uniform tikte op zijn schouder. “Ticket alstublieft.” Egbert overhandigde het. “Dit is niet geprikt, jongeman. Dat wordt een boete.”

“Ja, maar, hier staat toch duidelijk de datum, ik heb het net gekocht.”

“Niet geprikt, is ongeldig. Op zwartrijden staat sinds dit jaar 140 euro boete. Uw identiteitskaart graag.”

“Zoveel heb ik helemaal niet bij.”

“Geen nood, de rekening wordt u thuis bezorgd, prettige dag verder.”

Egbert zuchtte diep en keek uit het raam. “Gadverdamme, een halte te ver.” De tram wilde al weer vertrekken dus Egbert deed een pantersprong door de deuren, net voor die dichtklapten. “Oef, nu flink de pas erin en dan haal ik het nog net.”

Egberts woorden waren nog niet koud of hij voelde zich vreemd van de grond getild. Hij begreep niet wat er gebeurde, tot hij zijn das in de gaten kreeg. Die zat geklemd tussen de tramdeuren. Egbert schreeuwde de longen uit zijn lijf. De inzittenden merkten niks.

Egbert liep voor zijn leven. De volgende halte leek eindeloos ver. Voor hem dook een fietser op. Ontwijken was geen optie. Hij sprong op het bagagerek, duwde de fietser van het zadel en nam diens plek in. Zo was het makkelijker om gelijke tred te houden met de tram.

“Trek je das toch gewoon uit!” schreeuwde een voetganger. Da’s een idee, dacht Egbert en hij frunnikte zijn das los. Hierbij loste hij het stuur en de fiets smakte de grond op. De tram sleurde Egbert nog een halve meter mee. Toen knapte de das. “Maar goed, dat ik altijd van die goedkope rommel koop.” Hij keek op zijn uurwerk. “Tien minuutjes te laat. Geeft niet, de Vilder begint toch nooit op tijd.”

Egbert wurmde zich voorbij een stel rokers dat de deuren van de faculteit blokkeerde en stormde de trap op naar het auditorium. Hij piepte door de deuren. “Fijn, de Vilder is nog in de weer met de geluidsinstallatie.”

Hij ging de zaal binnen en daalde de trap af op zoek naar een plekje. Gauw werd duidelijk dat zijn schoenen de race met de tram niet zonder schade hadden doorstaan, want de zolen kwamen los. Egbert viel naar voren, midden in een rij, op de schoot bij vier jongedames. Alle blikken waren nu op Egbert gericht. Hij panikeerde en probeerde zich recht te trekken. Daarbij graaide hij in de boezem van minstens twee van de vier dames. Met enkele klappen als resultaat.

Hij viel van de gecombineerde schoot en zakte onder de klapzitjes. Opeens keek Egbert aan tegen een maagdelijk witte onderbroek. Toen de eigenares zich dit ook realiseerde, klemde ze haar benen stijf dicht en zo kwam Egberts hoofd in een knieschroef te zitten.

Vast een turnster, oordeelde hij. Egbert zag maar één oplossing en hij beet het meisje in haar been. Toen hij met zijn hoofd vanonder de klapstoel kwam, kreeg hij een ringmap tegen zijn kiezen. ‘Internationaal maritiem recht.’ Zware materie. Egbert klauterde een rij verder. Er kwam nog een balpen aangesuisd, maar verder was hij veilig.

Het auditorium ontstak in een daverend applaus. Egbert keek verbaasd op. Maakte vervolgens een diepe buiging. “Goed, als mijnheer Stuntman geïnstalleerd is, kunnen we de les beginnen.” Egbert klapte een schrijftafeltje open.

Egbert kon eindelijk wat bekomen.

In de pauze wilde hij zich verontschuldigen bij het gemolesteerde viertal.

“Loop heen.”

“Viezerik.”

“Nooit zoiets meegemaakt.”

“Maniak.”

Egbert haalde zijn schouders op. “Ik heb het geprobeerd.” Er passeerde een groepje jongens.

“Pracht van een intrede, kerel. Moet je nog eens doen. Je krijgt een bak bier van me.”

“Dank je. Volgende week misschien.”

Bende idioten, dacht Egbert. Hij nam terug plaats. Pikte onderweg zijn zolen op. “Een boete en een nieuw paar schoenen nodig. Duur dagje.”

Het tweede deel van de les noteerde hij onnadenkend. Tot hij de prof hoorde zeggen:

“We hebben nog tien minuten, maar voor vandaag ben ik uitverteld. Misschien kan de olijke jongeman op de zesde rij, zijn gesmaakte intreden nog eens overdoen.”

Egbert kleurde rood. Het auditorium schreeuwde aanmoedigingen. Egbert was nog een duim hoog.

“Beste mensen, een bisnummer zit er kennelijk niet in. Onze artiest kampt met plankenkoorts. Gaat u in allen in vrede.”

De studenten gaven collectief lucht aan hun teleurstelling. Enkele ambachtelijk vervaardigde zweefvliegtuigjes schramden Egberts nek. In de massa kon hij de daders niet lokaliseren. Egbert graaide zijn boeltje bij elkaar en verdween.

Van al de stress, had hij een reuzenhonger gekregen en dus ging hij een broodje kopen.

“Voor mij een hot bun, maar zonder ansjovis en met extra veel ajuintjes.”

“De ajuintjes zijn op.”

“Geeft niet. Doe dan maar goed veel tabasco.”

“Komt in orde.”

Egbert ging zitten op een bankje bij een pleintje met een fontein. Hij nam een flinke hap uit zijn hot bun. “Stik, heeft dat kalf er toch ansjovis opgedaan.”

‘Goed veel tabasco’, had ze ook op eigen wijze geïnterpreteerd. De rode vloeistof druppelde zo langs zijn mondhoeken. “Water!” proestte Egbert uit. Hij stevende af op de fontein. Zijn hot bun slingerde hij over zijn schouder. Hij had nog een meter te gaan toen hij op een vuilnisman botste. Een boom van een kerel.

“Hey, kijk uit je doppen, ja?”

“Sorry, sorry, hijgde Egbert, laat me er alstublieft langs, ik hou het niet meer.”

De man hield hem staande. “Fernand, kom eens deze kant op. We hebben hier zo’n kostuumventje dat denkt dat hij boven ons staat, omdat mama en pappa mijnheertje zijn studies betalen.”

“Maar, nee, ik zeg toch sorry. Ik wil godver toch gewoon een slok water.”

“En nog vloeken ook. Hoor je dat, Fernand?”

“Ik heb het gehoord.” Daar verscheen Fernand. Nog een kop groter dan de eerste vuilnisman. Hij wreef sla uit zijn gezicht. Op zijn voorhoofd zat een streep tabasco. Egberts hot bun had doel getroffen.

“Wat doen we er mee, Jean-Pierre?”

“Misschien heeft kostuumventje zin in een ritje. Vindt ie vast fijn.”

“Ja, een ritje met de vuilkar. Altijd een belevenis.”

De vuilnismannen prangden Egbert tussen hen in. Ze tilden hem op en droegen hem naar de vuilniskar.

“Héla, héla, dat kunnen jullie niet maken. Ik zeg toch dat het een ongeluk was!”

Het mocht niet baten. Egbert vloog door de lucht. Belandde met een smak in de achterbak. Voor zijn ogen zag hij het vuilnis samengeperst worden. Hij wilde het lot van die vuilniszakken niet delen en werkte zich omhoog. Dat was met al die glibberige etensresten geen makkie. Na veel inspanningen kon hij zich uit de achterbak laten vallen. Hij kwam echter fout terecht en brak zijn pols. De vuilnismannen klommen op hun kar en scheurden er van door. Egbert kwam niet meer overeind. De voormiddag had hem uitgeput. Enkele omstanders hadden medelijden en belden een ambulance.

In het ziekenhuis kwam hij op spoed te liggen, maar in de spoedafdeling zat die dag geen vaart. Egbert bleef twee uur onaangeroerd liggen. Uiteindelijk dook er een doodvermoeide dokter op. Die onderzocht hem en prevelde vervolgens instructies tegen een stagiaire. Egbert kreeg een bandje om zijn teen geniet. Bij de eerste poging schoot er een nietje in het vlees van zijn dikke teen. “Sorry, het is mijn eerste dag.”, bracht de stagiaire trillend uit. “Ja, zet gelijk mijn voet af!” tierde Egbert. De studente barstte uit in tranen. Een verpleger nam het van haar over. “Ik merk dat u een beetje overspannen bent. Ik zal de dokter om een middel tegen de zenuwen vragen.”

Egbert was helemaal niet gewend aan dat soort medicatie. Meteen na inname bevond hij zich in de zevende hemel. De eerste verpleegster die hij zag, kuste hij vol op de mond. Hij greep haar stevig bij haar hoofd en draaide haar zelfs een tong. De verpleegster was bepaald in de wolken. “Mijn God”, zei ze toen ze wegwandelde, “daar moet ik 56 voor geworden zijn!”

Twee uur later lag Egbert er nog steeds. De stagiaire kwam terug langs. “U hebt wel een stevige indruk gemaakt op zuster Jeanne. Ik denk dat ze uw avances wel op prijs stelt.”

“Zuster Jeanne?”

De stagiaire wees naar een bebrilde, krom gebogen verpleegster, tien bedden verder op de gang. Ze keek blozend naar hem op. Het eerste effect van het kalmeermiddel was ondertussen uitgewerkt. Egbert zag weer helder. Hij kotste de ziel uit zijn lijf. Dat viel op een lege maag niet mee. Er kwam enkel gal en water uit. “Hemeltje, u hebt het wel zwaar te pakken.”

“Wat ik eigenlijk vragen wilde: ligt u graag apart of bent u een bereid een kamer te delen?”

“Zeg, waarom heb ik een kamer nodig? Zo erg ben ik er toch niet aan toe?”

“Het is vandaag bijzonder druk. We worden overspoeld met patiënten. Ondertussen heeft u spijtig genoeg een verhoogde kans op perforatie.”

“Perforatie? Van wat dan wel?”

De dokter wenkte de stagiaire. Ze verdween. “Wat een gekkenhuis”, sprak Egbert.

Een half uur later was het dan eindelijk zijn beurt. Ze rolden hem de lift in. De stagiaire wilde hem geruststellen. “De operatiekamer is zo vrij.”

“Operatiekamer? Voor een gebroken pols?”

“U bent echt grappig, weet u dat? In uw situatie zou het lachen mij snel vergaan. U houdt zich heel kranig. We krijgen er hier andere over de vloer.”

“Ja, zeg, ik sta niet te springen om mijn pols te breken, maar dood ga ik er ook niet van hé.”

“U geeft niet op hé? Heel vermakelijk. Ach, kijk we zijn er. Maakt u zich maar geen zorgen. Een appendix verwijderen is echt een standaardprocedure.”

“Appendix verwijderen? Ik zeg toch dat ik mijn pols gebroken heb!”

“U moet echt komiek worden.”, lachte de stagiaire. Ze rolde hem een kleinere wachtzaal in.

“Ze komen u zo halen.”

Even later doken inderdaad twee verpleegsters op.

“Dames, dit is heus een misverstand. Met mijn appendix is niks mis, dat zweer ik.”

“Op uw bandje staat anders duidelijk te lezen: ontstoken appendix, perforatie waarschijnlijk.”

“Dat kan niet, zeg ik.”

“Hij ijlt al.”

“Vast en zeker geperforeerd.”

“Niks aan te doen. Chirurgen moeten ook eens eten.”

“Ok, nu heb ik het gehad.”

Egbert sprong recht, duwde de verpleegsters van zich af en stapte kordaat de gang op. Daar botste hij op de stagiaire. Hij liep haar met bedpan en al omver. Voor hem doemden drie kloeke verplegers op. Egbert draaide zich vlug om en zette koers naar de lift. Dat was zonder de inhoud van de bedpan gerekend. Hij slipte en kwam met zijn hoofd tussen de liftdeuren terecht. De metalen deuren raakten zijn beide slapen. Ze raakten hem een tweede keer en een derde keer. In de verte hoorde hij nog: “Een geval van acute appendix, maak wat voort.” De vierde keer maakte hij al niet meer bewust mee. De stagiaire kwam niet meer bij van het lachen. Voor de zekerheid voelde ze zijn pols en meteen daarna viel ze flauw.

Egbert ging niet zozeer dood, hij stopte gewoon met leven.

William

05-02-2009 om 22:24 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doorsnee Vlaamse Frustro vs doorsnee Alterno

Doorsnee Vlaamse Frustro vs doorsnee Alterno

Zondagavond. Maryam en Boelie gaan op bezoek bij vrienden. Om precies te zijn: Boelie’s tekenaar en vaste leverancier van graphic art, Dieter ‘wizzard of the pencil’ Walckiers met zijn immer uitbundige en speelse eega, Elke Pynaert. Dit charmante jonge paar oefent voor het latere samenwonen in een piepklein huisje te Gent. Piepklein is geen woord dat we er bij sleuren om de boel hier wat op te smukken. Er zijn mussen die groter wonen. De eigenlijke bewoner van het pand trekt op dit moment rond in Ierland. Op zoek naar… hij weet het zelf ook niet. Zichzelf? Zoals zo velen onder ons? (ik was die clichézoektocht naar mezelf zo beu dat ik sinds kort op zoek ben naar fluogroene zeemeeuwen die uitsluitend Aziaten de ogen uitpikken. Even futiel, maar zo veel leuker) Je kan de avonturen van deze schijnbare alternatieveling volgen op: (zelf geloof ik niet in het label ‘alternatief’, iedereen is een kind van zijn tijd, op welke manier hij/zij zich dan ook moge uiten of profileren)

Het huurhuisje van de jongeman is het typevoorbeeld van de huisvesting van een alternatieve dwarsligger. Als je namelijk tegen onze huidige maatschappij bent, moet je alle moderne comfort resoluut uit de weg gaan en vooral ook dingen laten rondslingeren in huis. Dat zijn regels die netjes te boek staan in de ongeschreven handleiding ‘alternatieve levensstijl voor dummie’s’. De jongeman is geen kraker, zoals je in die kringen mag verwachten, maar je zou alleszins denken dat hij huur betaalt voor een kraakpand.

Vochtig, onverwarmd, lekkende kranen, gevaarlijke trap, claustrofobisch benepen ruimte en permanent instortingsgevaar, de bewoner is wel zo wijs als hij zich met een niesbui naar buiten begeeft om verdere problemen te vermijden. Pluspunt is dat het gelegen is temidden van rustige smalle straatjes, op wandelafstand van Gent centrum. En met een soort binnenkoer waarrond aanpalende huizen gegroepeerd zijn. Nogal schuwe buren, niet onlogisch, waarschijnlijk wemelen die stenen iglo’s van de illegalen. De binnenkoer is een privé-terrein, blijkens een petieterig (alles is mini deze kant van Gent) symbooltje aan de gevel. Verboden te parkeren dus. Klein detail dat Maryam en Boelie niet opmerken.

Gelukkig is er de huisbaas om ons daar attent op te maken. Hij parkeert zich namelijk achter ons, op zo’n manier dat wij onmogelijk weg kunnen rijden, zodat wij hem uit zijn bed moeten bellen om huiswaarts te kunnen keren. Ruime binnenkoer nochtans, we kunnen ons moeilijk voorstellen dat we in de weg staan. MAAR we zijn natuurlijk in overtreding en we hadden toestemming moeten vragen. Een gang van zaken die de huisbaas kennelijk hoog genoeg zit om zich onnodig te laten wakker bellen (een noodzakelijk gevolg van zijn blokkade)

Als we niet beleefd zijn, dan verplaatst hij zich zelfs helemaal niet, dan komt hij pas uit bed als we er politie bij halen. Vreemde figuren, die mensen bij wie de politie nooit ver weg zit in gedachten. Als een kindje op de speelplaats die er voor het minste de juf wil bijroepen. Schreeuwen zo’n figuren om de politie, omdat ze zich dan belangrijk wanen, omdat ze prijs stellen op aandacht van lui in uniform?

Maryam en ik reden naar huis en stelden zich vragen, want zo’n persoon is geen alleenstaand geval. Er lopen er zo genoeg rond. Zo gefrustreerd door de grote wereld, dat ze zich isoleren in een mini-imperium waarvan ze denken dat ze er wél over regeren. Mensen voor wie hun tuin, hun terras of hun auto het allerallerbelangrijkst wordt in hun leven. Personen die de rechtbanken laten draaien over geschillen rond bomen met overhangende takken. Mensen die enkel voeling hebben met wat recht voor hun neus gebeurt en niets anders zien. De oogklepdictators. Zo vervelend als ze onbetekenend zijn.


William


05-02-2009 om 19:23 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyriek (5)

Het bleef bij de illusie

om haar te mogen kussen

maar ze had een doel

mijn verlangen blussen

 

De hartstocht van weleer

die ik voor haar voelde

die werd een obsessie

en passie die bekoelde

Snüffel (in een lang vervlogen tijd)

05-02-2009 om 11:02 geschreven door Tederdraads  


04-02-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.the curious case of Benjamin Button (avant-revu)

Toen ik het uitgangspunt voor deze film hoorde (man legt zijn weg naar het graf omgekeerd af ;hij ziet het levenslicht als oude man vent en gaat de pijp uit als pasgeboren baby), dacht ik: shit, die scenarist heeft daar toch wel even de inval van het jaar gehad. Blijkt natuurlijk dat de film gebaseerd is op een kortverhaal van F. Scott Fitzgerald. Opluchting voor mij, want dode mensen wekken minder mijn licht ontvlambare afgunst op dan levende.

In de hoofdrol zien we Brad Pitt en er is geld tegenaan gegooid. Technisch gezien loopt alles dan ook vlekkeloos, onze steracteur verjongt geloofwaardig, zo bleek al uit de veelbelovende voorstukjes. De locatie waar het verhaal zich afspeelt, is verplaatst van Baltimore (zoals in het oorspronkelijke verhaal) naar New Orleans. Dat vonden de makers beter passen. Zo linken ze hun film aan de orkaan Katrina, want terwijl ze ons het verhaal uit de doeken doen, blazen de natuurelementen buiten de stad plat. Brad regelde naast de scène al vlotjes hulp voor de slachtoffers. Als de regering het niet doet, moeten de sterren het doen, da’s logisch. Als ik het karmisch zo getroffen had (qua carrière tenminste, die Angelina mag hij rustig bij zich houden) als Pitt zou ik ook gul aan liefdadigheid doen.

Ik heb de film nog niet gezien, ik wil hem wel zien, alleen ben ik bang dat ze er zo’n melige saus doorgemixt hebben dat ik met een wee misselijk gevoel de trappen van de Kinepolis onderkots (en dat wil ik Stan the man, u kent hem vast, niet aandoen, I like a man with a mission) In de metro waren ze al klaar om deze film tot ‘eersteling van het Obamatijdperk’ te bombarderen. Ze voegden er wel aan toe dat de makers in hun interviews die typische, you know, niks zeggende, you know, hoogdravende, zogezegd geëngageerde, you know, blablabla verkopen, you know. Wat hun boodschap is, krijgen ze dus, you know, niet verwoord. Nu, er is ook helemaal geen boodschap, dat ruik je zo. Ze zijn op een geweldig idee gesprongen en hun boodschap is dat ze geld uit onze zakken willen kloppen door ons te ontroeren.

Brad is 1000 keer grappiger dan in light entertainmentklucht ‘burn after reading’ als hij zegt: ‘Benjamin Button focust op de universele momenten van het leven. Ze lijken enorm wat betreft liefde en verlies, maar het zijn dingen die we allemaal ervaren. Ons doel was eigenlijk een grote openheid en eerlijkheid te scheppen over de verantwoordelijkheid van de keuzes van een mens, wat de gevolgen ook mogen zijn.’ Pitt was in een vorig leven vast tewerkgesteld als Pythia bij het orakel van Delphi. De intrigerende wartaal rolt er net iets te soepel uit. Maar goed, het zit daar een beetje in het volk. Een Amerikaan kan een pornofilm aanprijzen als betrof het een filosofische mijlpaal van wereldformaat.

De metro suggereert ook dat deze film wil zeggen: iederéén krijgt een kans, ook ‘freaks’ (altijd een lelijk woord gevonden) Helemaal mee akkoord, deze film gaat er voor zorgen dat we geen enkel buitenbeentje nog discrimineren. De volgende keer dat we onaangename rillingen krijgen als we een ‘freak’ zien op straat, gaan we denken: nee, niet zo snel, denk aan die Benjamin Button, die was ook sympathiek. Net zoals we onhandige mensen niet langer verrot slaan als ze dingen in het honderd laten lopen, nu we Wall-E in ons collectieve hart gesloten hebben.

Twijfel over de boodschap of niet, dat de film een kassucces wordt, staat nu al vast. Dat dicteren de wonderlijke wetten van de publiekssmaak. Die zelfde wonderlijke macht die er voor zorgt dat mijn videotheek nauwelijks ooit een film in huis heeft die ik wil zien.

Vre curieus naar die curious case, als ik er circa 18 euro’s voor over heb, trekken Zwartbloes en ik er naartoe, verstand op nul en meligheidsreceptie voluit op honderd.

William

04-02-2009 om 21:22 geschreven door Tederdraads  


03-02-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.waar ik van hou

Ik hou er van om Zwartbloes’ geest én lichaam te stimuleren. Ik hou van de uitstraling die mijn Woestijnroos sinds een tiental maand heeft, ik hou er van om veel vrienden te hebben, ik hou er van om oppervlakkige intro's over te slaan als ik iemand nieuw leer kennen, ik hou er van om attent zijn, ik hou er van om als veilige burcht te fungeren voor een vrouw die het helemaal waard is.

Ik hou van de zon, ik hou er van hoe bepaalde stukken van Nirvana mij raken op een onbevattelijke, puur essentiële manier, misschien vergelijkbaar met de boeddhistische staat van Nirvana (tien op tien voor de die keuze als groepsnaam).

Ik hou er van om de dag van een vrouw te kleuren met kleine attenties, ik hou van haar stevige knuffels, van haar geur, overal, ook van haar geurschakeringen, want ze ruikt niet altijd het zelfde, ook zeker niet 'daar', ik hou van de uitdrukking op haar gezicht als ze schroom overwint, ik hou er van om intens en passioneel te zijn en ik hou er van als anderen bevestigen dat ik zo ben.

Ik hou er van om mijn leven met te delen met Perziche karakteradel, met een jongedame die mij lyrisch maakt, ik hou er van om in haar vlees te graaien en haar te vermorzelen als ze mij fantastisch laat klaarkomen, ik hou er van als ze zegt dat ik in vergelijking met andere jongens meer geduld heb.

Ik hou van het respect dat ik voor haar heb, ik hou ervan als ze volledig ontspant onder mij en zich laat meedrijven in de stroming van energie, ik hou van het schokken van haar lichaam als mijn aanrakingen haar tot een orgasme brengen, ik hou er van om de grenzen van oprechtheid af te tasten en ik ben mij bewust van mijn hang naar geestelijk exhibitionisme.

Ik hou van de nar aan mijn innerlijke hof die maakt dat ik mezelf nooit helemaal serieus neem. Ik hou er van om de lente te zaaien in de harten van mensen. Ik hou van podtekst, ik hou er van om te spelen met teksten en historische figuren op te voeren in mijn fictie, ik hou er van om het sacrale te bevuilen.

Ik hou er van om jong te zijn en echt te leven. Echt te leven met Maryam Shiri de Leeuw, vrouw met brandend temperament, hoewel ze bijna altijd kou heeft J, extra reden om ze zo vaak mogelijk stevig vast te pakken


Boelie


03-02-2009 om 20:21 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit het leven van een CSD'er

Uit het leven van een CSD’er

CSD’er. De lezer stelt zich misschien een lid van een paramilitaire organisatie voor, die strijdt voor de onafhankelijkheid voor weet ik veel welke lap grond, maar de werkelijkheid is toch net iets minder opwindend. Een overzicht van mijner ‘activiteiten’ vandaag.

Slavisten die nog aan het studeren zijn, weten bij deze waar ze mogelijks terecht komen.

-ik check of de orders die ik aanmaak goed op transport zijn gekomen, als ze bij de klant zijn afgeleverd, noteer ik de nummer van de factuur en klasseer ik het order

-ik mail informatie over klanten door naar onze vertegenwoordiger in Slovenië. Die man –bijzonder sympathieke kerel trouwens – wil binnenkort graag zaken doen met een Roemeens bedrijf, maar die zijn nogal nonchalant met hun betalingen. Deze vertegenwoordiger is bijna de enige die zijn mails buiten het zakelijke om durft te kruiden. Vandaag weet hij mij te vertellen dat Slovenië van de wereld is afgesloten door een sneeuwtapijt van 1 meter dik dat over de hele oppervlakte (circa 20 000 km²) ligt gestapeld. Ik zeg dat hij moet genieten van zijn ‘splendid isolation’ en ik wens hem een ‘lep dan’, een mooie dag.

-ik help de sales manager van Rusland en omstreken om de grote perforator vinden (mensen met veel fantasie die zich voorstellen dat ik hiervoor door donkere wouden en duistere grotten moet trekken, vergissen zich nogal schromelijk)

-de zelfde sales manager vraagt of perforator in het nederlands ook perforator is en hoe je ‘skoraja pomosj’ vertaalt. In het Nederlands geeft dat ‘eerste hulp’

-een minuut later schrijf ik voor mezelf de brochure ‘eerste hulp voor CSD’ers’, maar ik kom niet verder dan ‘Zoek ander werk. NU.’ (crisis of geen crisis, wat ander werk betreft, ben ik optimistischer dan ooit)

-ik denk aan Brusselmans die als bibliothecaris ook al schreef tijdens zijn diensturen

-juist, ik ging mijn functie beschrijven, niet mijn eigen invulling ervan

-ik word gebeld uit Polen, met de vraag –in zeer gebrekkig Engels- om onze bankgegevens op mail te zetten. De collega CSD’er aan de telefoon kan niet uitleggen waarom ze die nodig hebben (om maar te zeggen dat ik mij meer verwant voel met de Poolse CSD’er dan met de Vlaamse)

-ik bel naar onze dienst kredietcontrole voor die gegevens en mail ze door

-de sales manager van Frankrijk vraagt mij naar alle dossiers van een bepaalde klant, dus ik vraag de sleutel van het archief en duik tussen de dozen

-bovengenoemde vraagt mij om facturen uit te printen (bovengenoemde is trouwens een geweldige fan van ‘D-Day’, hij is geboren op zes juni. Vorige week hebben we het nog –hij in het Frans, ik in een variant – gehad over WO II)

-de sales manager voor, onder andere, Slowakije, vraagt of ik ook Slowaaks ken, want hij heeft een tolk nodig als hij binnenkort een Slowaakse klant bezoekt. Ik stel hem mijn bovenste beste maat, Benjamin Bossaert voor, die op dit moment les geeft ginder, dus beter kan niet

-de sales manager voor de Engelstalige landen vraagt mij om aan de stalenkamer door te geven dat hij een hele resem stalen nodig heeft

Dat was vandaag tot nu toe. Op andere dagen, controleer ik Russische vertalingen, schrijf ik in ware pennenvriendstijl met de hand briefjes naar Russische klanten in Siberië, bel ik naar Franse klanten om meer duidelijkheid te bekomen over hun bestellingen (er is bijna altijd wel iets dat niet duidelijk is), verbind ik Duitse klanten door, maak ik klachten aan en –geeuw- meer van dat soort dingen.

Mijn moeder vindt het een mooie manier om je brood te verdienen.

Ik ga dat stalenorder voorbereiden, voor ik daar een kanttekening van nog eens drie pagina’s bij plaats.

Boelie


03-02-2009 om 20:20 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gestolen fiets

Misschien komt het omdat ik met een ¨Perzische schone verkeer, maar vanmorgen voelde ik veel voor het afhakken van de linker- of rechterhand als straf voor diefstal.

Mijn vriend, criminologiestudent, Randy, zal vast steigeren, maar ik had er wel zin in om zo met een tamelijk botte en liefst roestige sabel een handje af te slaan van een persoon die niet van andermans gerief kan blijven.

Het gaat mij niet om de geldelijke waarde van mijn vélo. Dat ding is mijn comfort, al pakte die pikkedief de driedubbele waarde ervan uit mijn portefeuille, dan nog, zou hij minder overlast bezorgen. Ik moet het ten eerste even zonder stellen, waardoor ik mij minstens de helft trager verplaats dan anders, en ten tweede moet ik op zoek naar een ander spotgoedkoop vehikel met enkele pro forma (nieuw woordje geleerd op het werk) sloten. Spotgoedkoop, want over drie maanden stelen ze hem opnieuw.

Da’s het ergste, dat je er zo aan went. Alsof een gemeenteraadsbesluit bepaalt dat je fiets na drie maand onherroepelijk van eigenaar verwisselt.

En de politie?

Die lapt mij liever een boete als ik zonder licht rijdt, dan dat ze mij beschermt tegen diefstal.

William

03-02-2009 om 20:18 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.luidop denken

D€M€ Sint-Niklaas, waar mijn IQ mij compleet in de steek laat of minstens gehalveerd raakt

De Vlaamse God van vernederland en zijn weinig avontuurlijke werksituatie. Vandaag ben ik welgemutst, vroeg wakker geworden, geen centje vermoeid en vol hoop op wat de toekomst brengt, een tikje onthecht, een tikje maar en zelfs inwendig vrij bedaard. En nu nog steeds, ondanks dat vanmorgen mijn VIJFDE fiets gestolen werd in Gent, ondanks de lekke band van mijn fiets in Sint-Niklaas waardoor ik 5 km moest stappen naar het werk. Vanavond dus net iets later thuis.

Mij kan het geen donder schelen, maar ik laat mijn Woestijnroos niet graag wachten.

Boelie Braafzak de ambitieuze dromer, bedrijfsklimop met een eigen wil ten koste van de concentratie en veelgeprezen ‘betrokkenheid’.

Documenten doorsturen die wel degelijk voor mij bedoeld zijn, geen kaders kunnen trekken in een word-bestand, compleet verdwalen op planeet Excell, tekst niet centraliseren, kosten aanrekenen voor gratis stalen. Gegevens van klanten re-stylen, terwijl ze enkel een kleine wijziging in de naam behoeven.

Denken aan uitspraken van Jan Cremer. Lezen op internet over de relatie Boogschutter-Vissen. Strategieën bedenken om mijn vaste sparringpartner, Randy, te verslaan op karton. Ideeën voor romans schetsen op de achterkant van een kladblad.

Telkens opnieuw herontdekken dat ik als in mezelf wroet, zoals iemand die de essentie van een ajuin probeert te vinden, tot de ui helemaal slordig versnipperd is. De man bekent teleurgesteld, ‘ik vind de essentie van die ui maar niet’ en zijn vrouw loopt langs en zegt: ‘maar ik kan er nog wel altijd soep van koken’

Dromer die met zijn vinger langs prijslijsten dwaalt en eenvoudige rekensommen, die hij feilloos zou berekenen op zijn twaalfde, nu met ‘schaamlijke’ foute uitkomsten op een pro forma factuur zet.

Je eigen onkunde netjes rapporteren, het hoort niet. Ik zou beter mijn eigen daden gigantisch buiten proportie blazen, want ik ben tenslotte een man en zelfs korte, dikbuikige kaalkopjes blazen vol animo de eigen loftrompet. Wij, mannen, die fiere haantjes met poep tussen hun tenen.

Fier op wat? Op wat? De breedbeeld in de living? Een netjes gemaaid gazon? De grotere auto dan die van de buren?

Boelie de stille egotripper, kind van zijn tijd, de tijd van het grote IK.

Nederigheid is exclusief te vinden in Tibet, ware het niet dat de Chinezen daar andere plannen hebben dan het bouwen van fabrieken van de geest.

Ik herinner mij mijn boeddhistische periode. Kaalgeschoren kop, meteen na school ‘mediteren’ op een verduisterde zolderkamer en vasten op zondag. Tot een boeddhistische monnik mij zei dat vasten spiritueel gezien geen enkele zin heeft.

Maar ach, je bent 17 en je wil graag speciaal zijn, dus vast je.

Met 25 wil je dat ook, dus blog je en verken je de grenzen van exhibitionisme om schaamteloos lezers te lokken.

En na een post, frons je, want je hebt iets halfbakken geschreven met een psychologische saus, terwijl je iets komisch had kunnen schrijven.

William, denkpauze met toetsenbordbegeleiding


03-02-2009 om 20:17 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijdrage van een Leuvense Lotverwant
Met enige trots melden Snüffel en Boelie dat zij reacties krijgen op hun gloednieuwe project. Getuige hiervan onderstaande bijdrage van de zogenaamde Bart Drieghe. Wie? We laten hem zichzelf voorstellen, gevolgd door zijn inzending.

Ik ben Bart. 20 jaar. Leuven. Sinds kort economie.

Ik schrijf niet vaak. Soms maanden niet.

Het komt plots tot mij. Als een arctische nacht. 

Dan staat er in hoogstens vijf minuten iets op papier. 

En staart dat papier mij aan. 

Als een lugubere spiegeling van een schim in mezelf.


Het blad is volmaakt, wit.

Elk woord doet die waarheid geweld aan.

Mijn wapens, de illusie van het ik

en het fascisme van ismen

 

beschrijven is ontzielen

de mens, veroveraar

ontkent: iets is alles

en schrijft dat alles tot iets

 

hij telt tot oneindig

wat minder is dan één

en de grootste woordenaar

schrijft: ik heb geen idee

 

Muziek, taal zonder woorden

resonant met mijn ziel

zal het alles herwaarden, 

zal het iets ontwoorden

 

Stop met lezen

Arrêtez de raisonner

 

Sluit uw ogen

Résonnez

B.D.

03-02-2009 om 18:32 geschreven door Tederdraads  


02-02-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William, met de billen bloot
Dit is geen autobiografisch stuk, dit is een verzinsel, dit klinkt te oprecht om helemaal waar te zijn. De lezer die in mijn hoofd zou kunnen kijken, zou bevangen raken van angst. William is een existentiële angsthaas, hoewel qua gedrag vaak macho en door fysiek gevaar nauwelijks ooit bevreesd. Maar pyschologisch lonkt het drijfzand en het mijnenveld van zelf-analyse en uitputtende navelstaarderij.

William is bang. Bang van nooit een job te vinden waar hij goed in is, doodsbang om second rate te zijn en tegen zijn vijftigste in een koude slaapkamer zichzelf vast te binden en een plastic zak over zijn kop te trekken om dan langzaam uit te doven.

Nee, William is banger dan dat. Bang om een gevierd generaal van het bordspel te blijven, een amateur-historicus die zichzelf onmogelijk maakt door te scherpe uitspraken, een aandachtsgeile die bang is om het te verbrodden bij het publiek omdat hij als een rotverwend klein kind aan de rokken gaat hangen van de lezer.

Bang om altijd meer, te schrijven in zijn hoofd dan op papier, bang om te sterven als een bespottelijke kantoorslaaf. William zit vol angst, soms gewoon redenloze angst, alsof de muren zwart water zweten dat naar zijn lippen stijgt en zijn keel dichtknijpt.

William die zichzelf Boelie Braafzak noemt en wel dagelijks luid in zijn hoofd 'O Bolanus was ik maar een driftkop als jij', reciteert.

William de koortsachtige schrijver die visioenen krijgt van bij leven en onwelzijn onuitgeven Kosovel die stief aan meningitis. De overgevoelige krijger (volgens sommige), de angsthaas die er uitziet als een moegestreden generaal (volgens anderen), bang om NIET de stem van zijn generatie te worden, bang om nooit de woorden te vinden om de zielenpijn van zijn generatie mescherp UIT TE SCHREEUWEN.

Bang om in het beste geval een literaire na-aper te zijn van ene Kurt Cobain die ook al zijn hersendak wegblies en een dochter van 2 achterliet.

BANG om nooit een fucking uitgever te vinden die in hem gelooft, William die zelfs niet naar tijdschriften stuurt uit de grote beverige angst dat het dan enkel afwijzingen regent.

En elke dag, de stem van mijn prof Sloveens in mijn oren: bodi pogumen, Viljam! Wees moedig, William. Schrijf en stuur in, massaal en rücksichtlos.

Bang als hij te horen krijgt van een gerespecteerde prof dat zijn eersteling WEL genoeg kwaliteiten heeft om publicatie te verdienen. Bang dat die prof daarna weer niets meer van zich laat horen.

Op een begrafenis zitten en van mensen voor de zoveelste keer horen dat je talent hebt. Maar het zijn altijd de 'foute' mensen, niet de mensen die beslissen over bekendheid of geen bekendheid.

En ik leef in drap en als ik lach is het in een pijnlijke grimas en God ja, er zijn dingen die mij echt blij maken, maar dat ene steekt, de angel van het onuitgegeven succes, het bestaan van de schrijver die zich NIET verzekerd weet van minstens 1000 lezers.

William, enig kind, chronisch aandachtszuchtige, één en al ZIEL

02-02-2009 om 21:01 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vissen

Ik ben een druppel water die ergens in de oceaan zich een weg baant op zoek naar ware liefde. Vechtend tegen de sterke stroming om toch maar tot bij haar te komen. Ergens zal ik haar ontmoeten, in een wereld van verdriet. Van tranen en regendruppels in de ziel van een lichaam, voorafgegaan door een gigantische wolkbreuk en bliksemschichten die als messen door je hart snijden.

 

Door de golven klievend met mijn laatste krachten, al jaren met diezelfde laatste krachten. Maar telkens teruggeslagen worden door een klap in het gezicht. Alsof ik wakker word uit een droom. Een droom waarin ik eindelijk voet aan land kan zetten, in plaats van te blijven watertrappelen en mijn lippen boven de zeespiegel te houden.

 

Het lot van Vissen…

 

Snüffel

02-02-2009 om 20:45 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DRINGEND: vacature

DRINGEND GEZOCHT, administratieve hulp/PR verantwoordelijke

Jouw Profiel:

-je bent op zoek naar een leuke bijverdienste, waarin je eigen interesses aan bod komen

-je bent nauwgezet en kan je makkelijk praktisch organiseren

-je beschikt over voldoende vrije tijd om je taken in te bouwen (geschatte werktijd: aanvankelijk circa 10 uur per week)

-je kennis van het Nederlands is perfect, je bent een kei in spelling

-je bent discreet en volkomen te vertrouwen

-je bent goed vertrouwd met opzoekingswerk en je kan vlot online shoppen

-je hebt geen enkele moeite met het invullen en verzenden van formulieren, attesten, sollicitatiebrieven, poststukken, enz.

-je hebt een goede feeling voor lay-out en het maken van aantrekkelijke presentaties

-je houdt van literatuur en hebt een uitgesproken, kritische mening

-permanent verblijf in Gent is een pluspunt

Functieomschrijving:

Je verzendt tal van documenten en emails in veelvoud naar uiteenlopende instanties, je stelt brieven op en maakt ook foto’s, je neemt een deel van de communicatie van een beginnend auteur over en leest ook manuscripten na waarbij je spellingscorrecties doorvoert, je staat de auteur bij om zijn werk bij de lezer te krijgen. Je houdt de licht tot problematisch warhoofdige auteur op de hoogte van interessante evenementen en stelt regelmatig een activiteitenkalender op, je regelt reservaties en boekingen, je assisteert bij creatieve projecten (films, strips, boeken) en legt de auteur interessante vacatures voor.

Wij bieden:

Interessant werk, een vertrouwenspositie, alle onkosten in functie van het takenpakket vergoed, vrij te kiezen werkmethodes, mogelijkheden om je creatief te ontplooien, zelfstandigheid, aangename werksfeer. Meer concrete afspraken volgen in samenspraak.

Kandidaturen met CV en motivatiebrief mailen naar rigoreobstinato@hotmail.com


02-02-2009 om 20:17 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Extract uit 'Dagboek van een jongen'
[...] De lijnen vullen zich steeds sneller op, de adrenaline stroomt in mijn bloed als dat van een dolgedraaide stier in Pamplona. Het voelt goed, hier vanbinnen.... ADRENALINE!

Maar er is ook nog de andere kant van de medaille, er is het zwarte gat en het gat in de ozonlaag, er is de oververvuiling in dit lichaam dat de naam Maxim Vervoort draagt, met als beroep: gek zijn. Met een bordje voor de hersenkamerdeur:

We zijn gesloten, gelieve pas terug te komen wanneer de herstellingswerken zijn voltooid.


En dit klopt niet, je kan immers niet weten wanneer die voltooid zijn, en daarom is er dan ook nood aan herstelling; ik kan niet eens meer een deftige zin produceren.

Het ene liedje na het andere weergalmt over de werf. De bouwvakkers zetten zich op hun lui gat, want het is enorm warm daar vanbinnen. Ze zien het niet zitten om aan de slag te gaan. Er is immers één grote chaos en ze hebben geen hulpmiddelen, geen hijskraan die hen op het dak kan tillen, zelfs geen ladder. Ze hebben enkel elkaar, maar durven elkaar niet aan te spreken en de werf ligt stil.

Stilstand, maar stilstand is achteruitgang in de volop evoluerende maatschappij. Opeens hoor ik hen, ze zijn in de weer met hamers en drilboren, want mijn hoofd bonkt en mijn oren suizen. Het is echt voldoende geweest, Dame Fortuna... sta me bij! [...]

Snüffel

02-02-2009 om 01:24 geschreven door Tederdraads  


01-02-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya 3

Ik trok mijn kast open en somde op wat ik nog in huis had. Dat was niet veel soeps en dat zei ik dan ook.

‘Voor deze ene keer moet ik je gelijk geven. Eet jij nooit fruit of groenten? Wel eens van scheurbuik gehoord?’

Ze keek gespeeld streng en zwaaide kijvend met haar wijsvinger.

Ongewild ving ze zo onherroepelijk mijn blik.

‘Ik benijd je om je handen’ stamelde ik met overslaande stem. ‘ Je hebt bijzonder slanke, euh, spitse vingers.’

Ik kon mijn oren niet geloven toen ik dat er uit flapte. De gezichten van mijn weinige vrouwelijke kennissen flitsten voorbij mijn ogen en ik kon er niet één noemen die na zo’n uitspraak niet gealarmeerd langs mij zou gestoven zijn, weg van mij, naar buiten toe. Ze dacht nu vast dat ik een pot was. Een normaal uitziende pot, voegde ik mentaal toe en keek toch eens goed in de spiegel boven mijn lavabo om te checken. Opluchting, er viel geen stug manwijf dat mij nors aankeek te bekennen.

Ondertussen stoof Soraya niet in paniek weg, ze bleef liggen op bed, als een vrouwelijke pasja, die als een prachtig glanzende poes, luid spint in het paleis van haar eigen lichaam. Er ontbraken enkel nog dienstmeisjes om haar toe te wuiven met palmbladeren. Soraya is niet van de magerste, ze is volslank, maar heeft een duidelijk afgetekende zandlopervorm en dat is dé troef voor een vrouw.

Ze draaide zich op haar rug, begon te luchtfietsen –vreemde blik van mij, eerlijk gezegd- en zei: ‘Dank je, da’s lief van je. Weet je, we kunnen ook wel pizza bestellen. We kunnen zelf wat samenstellen. Ik stel voor: kappertjes, tonijn, ansjovis, artisjokken en ananas. Lijkt je dat wat? Bruine suiker heb je zelf in huis. Heerlijke meevaller is dat.’

Ik wist niet wat ik hoorde en antwoordde: ‘Niet de combinatie die ik gewend ben, maar ik sta open voor veel.’

En ik beet weer op mijn lip, bang voor hoe ze ‘open voor veel’ zou interpreteren.

Soraya draaide zich op haar buik, dook met haar hoofd in één van de kussens en lachte gedempt.

Tot ze uiteindelijk zei: ‘Je bent een schat, weet je dat? Zou je echt van die troep gegeten hebben? Hilarisch!’

Ik vroeg me af of ik streepjes moest beginnen zetten voor elk moment van schaamte.

‘Ik dol maar met je’, en ze keilde speels, maar hard, een kussen mijn richting uit. Een snel vliegend voorwerp dat ik tot mijn verbazing beet greep. Ik en mijn povere reflexen.

‘Knap van je’, feliciteerde ze mij.

We keken elkaar aan en ik schoot in de lach. Ze gooide kussen twee en drie en voor ik het wist gingen we elkaar te lijf. Mijn eerste kussengevecht, daarvoor moest ik 21 worden.

Ik raakte haar per ongeluk harder dan ik bedoeld had en Soraya veinsde razernij, ze kromde haar rug als een roofdier, gromde voor de grap en sprong gewapend met twee kussens op mij af.

Ik gilde het uit van pret, God, ik gedroeg mij als de eerste de beste giecheltrein en het kon me eigenlijk geen zier schelen.

Soraya dwong mij de grond op, zat met gespreide benen over mijn buik en liet de slagen van de kussens op mijn hoofd regenen.

Ik gierde het uit en smeekte zogenaamd om genade, toen iemand aan mijn deur klopte, Soraya haar aanval staakte, haar hoofd draaide en vrolijk ‘hey’ riep.

‘Hey’, hoorde ik Frederik zeggen en aan de toon waarop hij dat drieletterwoord uitsprak, wist ik al hoe laat het was.

Sporaya gooide hem meteen een kussen toe en zei: ‘Je vriendin kan wel enige versterking gebruiken’.

Frederik ving het kussen een beetje stuntelig met beide handen, als ware het een rugbybal. Soraya sprong overeind, en nam de pose van een schermer aan. ‘Gardez-vous’, riep ze bulderend uit.

Ik keek naar het gezicht van Frederik en onderzocht hoe anders het was. Ogen wijder dan ik ze ooit gezien heb, een uitgestreken gezicht, alsof elke gelaatsspier lam was gelegd.

Soraya herhaalde haar commando, maar toen ze merkte dat ze van Frederik, die onbeholpen stond te staan, geen reactie hoefde te verwachten, liet ze haar donzige degen zakken en viel zelf stil.

Ik voelde mij opeens vreselijk overbodig in mijn eigen kamer, alsof ik niet meer bestond en net zo goed kon oplossen en het stof op mijn vloer mocht vervoegen. Zouden ze ook maar iets merken als ik inderdaad ter plekke tot stof en as verging?

(wordt vervolgd)

Boelie

01-02-2009 om 22:42 geschreven door Tederdraads  


31-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Studente ontwaakt zonder benen

De Benen

Die dag werd Elisabeth reeds vroeg wakker. Ze wreef haar grote kijkers uit. Tevergeefs snuffelde ze naar de opwekkende geur van versgezette koffie. Wrevelig klauterde ze uit bed om dan zelf maar een portie van het verslavende, zwarte brouwseltje te zetten. Ze deed hooguit tien stappen en merkte toen dat er iets niet helemaal in de haak was. Een onderzoekende blik tekende zich af op Elisabeths knappe gelaat.

Ze wiegde eens heen en weer, maakte een sprongetje en greep vervolgens in paniek naar haar knieën. Waar ze bang voor was, deed zich ook daadwerkelijk voor: haar handen grepen slechts lucht. Elisabeths benen waren niet waar zij zich doorgaans bevonden. Erger nog: zij waren helemaal nergens te bespeuren. “Wel potverdorie, hoe is dat nou mogelijk?” vroeg Elisabeth zich begrijpelijkerwijze af, “Gisteren bij het zwemmen had ik ze nog en nu zijn ze weg. Hoogst eigenaardig geval.” Hierop dook zij de keuken in. Ze griste een pakje honingwafels mee. Daarna nam ze haar fiets van stal en weg was ze.

Haar lege broekspijpen fladderden in de wind. “Dit is toch werkelijk geen zicht”, beklaagde Elisabeth zich, “Zo helemaal niets van het middel naar beneden”. In tranen uitbarsten deed zij niet. Vastberaden ging ze op onderzoek uit. Waar hingen haar benen uit?

Ze had er al een mooi aantal kilometertjes op zitten toen zij ten einde raad voorbij haar faculteit fietste. Net voor de ingang stond een witte mercedes geparkeerd. Wie kwam er uit die sjees? Jawel, precies haar paar benen. Tot Elisabeths verbazing gingen zij gekleed in een modieus mantelpakje. Ze droegen zelfs een bijpassend aktetasje. Elisabeth stond verbaasd te kijken.

Andere voorbijgangers leken niks ongewoons op te merken. Haar benen bewogen zich voort met een levendige en doelgerichte tred. Elisabeth legde vlug haar dienstvaardig strijdros vast aan een paal. Zoals dat gaat in een universiteitsstad was het fietslot duurder dan de fiets. Na deze helaas onoverkomelijke handeling ging Elisabeth achter haar benen aan. Eens te meer waren deze uitgekookte lichaamsdelen haar te slim af. Elisabeth was het spoor bijster. Op twee meter van haar stond een in het zwart geklede heavy metal fan met bijhorende geitensik en de obligate 2,5 promille in het bloed, om kort te gaan: een geschiedenisstudent. Ze vroeg hem of hij het dametje met de aktetas had zien passeren. Deze antwoordde met schalkse blik: “Die blonde met de knappe benen? Die ging net auditorium C binnen.” Elisabeth bedankte de waakzame student. Meteen ijlde ze naar de vermelde locatie. Zij nam plaats op de achterste rij, kwestie van wat overzicht te hebben. Haar begeerde benen vielen echter nergens te bespeuren.

Elisabeths stemming bereikte een absoluut dieptepunt. Tot dan de prof de zaal binnentrad. “Wel verduiveld! Daar heb je mijn benen!” riep Elisabeth verschrikt uit. De prof waren inderdaad niemand minder dan Elisabeths benen. Vooral het mannelijke aandeel van de studenten was bijzonder aandachtig. Ze hingen als het ware aan haar lippen. Elisabeth zat gefrustreerd de eerste helft van de les Moderne tijden uit. Ze ging steeds zich steeds meer ergeren aan het belerende toontje van haar benen. “Hoe is het nou mogelijk dat niemand ziet dat daar een stel benen staat les te geven in plaats van een prof?” vroeg Elisabeth zich niet geheel ten onrechte af.

Tijdens de pauze hield Elisabeth het niet meer uit. Ze baande zich een weg naar voren. Flink boos richtte zij het woord tot haar benen. Die waren druk in de weer met het afstellen van de microfoon.

“Excuseer, maar u verstaat…”

“Wat versta ik, juffrouw?”

“Ja, zeg, u moet toch immers uw plaats kennen.”

“Hoezo dan?”

“Ja, kom, u bent immers mijn benen?”

“Dit is toch wel ongehoord.”

“Maar…”

“Sorry maar als dit een grap is… Als dit zo doorgaat beschouw ik de les als gezien.”

“Ik…”

Haar benen richtten zich tot het auditorium.

“Ok, dat volstaat. Jullie hebben genoeg met mijn voeten gerammeld. We zien elkaar volgende week. Ik beschouw deze les als gezien.”

Elisabeth bleef verbouwereerd achter. Achter haar weerklonk een daverend applaus. Een meute uitgelaten geschiedenisstudenten overspoelde de dichtstbijzijnde kroegen. Elisabeth botste nog éénmaal op haar benen. Ze keurden haar geen blik waardig. Ze bevond zich in het gezelschap van een eminente professor. De twee collega’s konden het schijnbaar uitstekend met elkaar vinden. Elisabeth was nu werkelijk ten einde raad. In een laatste wanhoopsdaad wendde zij zich tot de dienst ‘verloren voorwerpen’.

Het diensthoofd heette Wilfried Moens. Iedereen noemde hem echter Willy Loens, omdat zijn linkeroog de ongelukkige neiging had om bewegingen maken, die je van een normaal oog niet verwachtte. Elisabeth kon hem op geen slechter moment treffen. Hij zat net een collega achterna met een elektrische vliegenvanger. Dat was zijn favoriete tijdverdrijf. Elisabeth deed snikkend haar verhaal, maar vond geen gehoor. Het verdwijnen van een gezond stel benen, dat ging er bij Willy niet in. Men kon hem veel wijsmaken, dat wilde hij grif toegeven, maar zoiets toch zeker niet. De juffrouw kon haar baarlijke nonsens ergens anders gaan uitkramen. Of er kon wel eens wat zwaaien. “Benen die de benen nemen”- Willy moest lachen om wat hij zelf als een buitengewone spitsvondigheid beschouwde - “daar heb ik nog nooit van gehoord. Als u mij nu wilt excuseren. Ik heb ook ernstig werk te doen.” Elisabeth wilde maar liever niet aandringen. Bij gebrek aan een alternatief keerde ze huiswaarts. Ze huiverde bij de gedachte dat ze misschien voor het leven beenloos zou blijven.

Thuisgekomen viel zij als een blok in slaap. Compleet uitgeteld van de doorstane emoties. Ze was echter nog geen twee uur in dromenland toen de bel ging. Voor Elisabeths deur stond een Poolse pianist. Al kan het net zo goed een Navajo-indiaan geweest zijn. Zo precies weet ik het niet meer. De man in kwestie bracht in elk geval Elisabeths benen terug. Ik meen mij te herinneren dat hij ze gevonden had in het Citadelpark. Eerst had hij er een vrouw van middelbare leeftijd in gezien, maar uiteindelijk herkende hij er toch Elisabeths benen in. Dus vatte hij die twee Bohemers bij de lurven. Nog wel net op tijd, want ze hadden reeds een treinticket naar Parijs op zak.

Voor Elisabeth was het een blij weerzien met haar fraai gevormde onderstel. Alleen, er was nog een klein mankementje. Haar benen bleven helemaal niet zitten waar ze behoorden te zitten. Helemaal bizar werd het toen er fondant chocolade uit de knieholtes viel. Dat was toevallig Elisabeths favoriete chocolade. Een schrale troost voor een dubbele amputatie.

Elisabeths huisarts wist geen mouw te passen aan een dergelijke situatie. Wel wilde hij het stel gerust over kopen. Zijn oudste zus had een klerenwinkel. Die kon zulke levensechte mannequinbenen best gebruiken. “Geen denken aan!”, schreeuwde Elisabeth en ze dweilde driftig de vloer aan met mijnheer doktoor. Toen die met de nodige spoed Elisabeths huis verliet, keilde ze hem nog de dikke Vandaele na. De woordenboek raakte hem verraderlijk tussen de schouderbladen.

Toen de Poolse pianist vroeg of ze misschien niet een klein beetje overreageerde, kreeg hij een prismawoordenboek naar zijn hoofd. Dat was weliswaar kleiner dan de dikke Vandaele, maar toch knap gevaarlijk. De Pool wist het projectiel behendig te ontwijken. Misschien was het dus toch wel een Navajo en geen Pool.

Wat er ook van zij, de man had wellicht de oplossing. Hij vroeg Elisabeth de toestemming om een kleine kus te drukken op beide zwerfgrage benen. Elisabeth had niet de gewoonte om zich door wildvreemden eender waar te laten kussen. Gezien de omstandigheden was zij echter tot veel bereid. Ze stemde toe. Er verstreek geen tel na de twee zedige kussen of Elisabeths benen zaten weer op hun ouwe getrouwe plek. Daar kwamen zij ontegensprekelijk het beste tot hun recht. In de plaats van de pianist lag nu een watermeloen. Dat was, toeval of niet, Elisabeths favoriete fruit. Het exemplaar in kwestie was één van de lekkerste die Elisabeth tot dan toe geproefd had.

Na die dag verkeerde Elisabeth steeds in opperbeste stemming. Haar benen gingen nooit meer zelfstandig op wandel. Sindsdien nam Elisabeth hen zeer frequent mee naar alle mogelijke schoenenwinkels. Die verliet ze niet, zonder eerst elk paar schoenen te passen. Haar benen maakten nooit bezwaar.

Dingen als deze gebeuren misschien niet elke dag, maar gebeuren doen ze stellig wel. Vraag maar aan Elisabeth.

Boelie


31-01-2009 om 09:49 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya 2

Na de les stonden Soraya en ik zo lang na te keuvelen over de meest uiteenlopende dingen, van roddels over proffen en medestudenten, naar reizen en vakantie, familie, eetgewoontes –de Iranese keuken vindt ze bij uitstek de beste ter wereld- muzikale voorkeuren en zo voort om weer terug te keren naar roddels over medestudenten.

In de loop van het gesprek kreeg ik tot mijn verbazing te horen dat ze nog nooit een vriendje heeft gehad.

Ikzelf hield wijselijk mijn mond, een samenvatting van mijn liefdesleven is niet om mee uit te pakken in een eerste gesprek met een ongerepte maagd. Ik wilde niet te veel gewicht leggen op het dunne ijs van een ontluikende vriendschap. Ik wist toen nog niet hoe ruimdenkend Soraya kan zijn.

Als een gehaaste conciërge ons aan deur van de faculteit zette, beseften we dat we meer dan drie uur hadden staan praten.

Ik deed het voor de hand liggende en nodigde haar uit om mij bij te komen eten op kot. Zij heeft zelf geen kot.

Ik wilde doodgraag ons gesprek verder zetten, het gebeurt mij zo zelden dat ik het kan vinden met een andere vrouw. Eigenlijk heb ik enkel mannelijke vrienden.

Ze ging meteen in op mijn aanbod en het schemerde al als we aankwamen bij het huis waar 11 studenten, waaronder ikzelf, een kamer hebben.

Mijn maag kromp vreemd samen als ik met haar door de inkomhal liep. Terwijl Soraya de trap opging naar mijn kamer, dook ik gauw de gemeenschappelijke keuken in om te zien of daar iemand zat. Ik beet op mijn lip en kwam tot het vervelende besef dat ik mij gedroeg als een egoïstische jaloerse tik.

Ik weet hoe vlot Frederik is in de omgang en ik wilde mijn nieuwe vriendin niet met hem delen.

Soraya plofte op mijn bed, voelde zich kennelijk meteen thuis, want ze schikte al mijn kussens (drie in totaal) achter haar rug, schopte haar schoenen uit (‘mensen die hun schoenen aanhouden, lijken meteen weer weg te willen’, verklaarde ze) en keurde op haar dooie gemak mijn kamertje.

‘Dat kan er mee door, toch? Ik wil direct met je ruilen, als je het hier moe bent.’

Ik had eerder al aangegeven dat mijn kamer niet te veel voorstelde. Ze keek mij aan en verwachtte dat ik haar compliment blij in ontvangst zou nemen.

Tot mijn eigen verbazing smolt ik onder haar blik. Om mij te onttrekken aan de glinstering in haar bezwerend donkere kijkers, ging ik mijn handen wassen en nam er express uitgebreid de tijd voor.

Achter mijn rug hoorde ik haar vragen (en bedacht tegelijkertijd: als seizoenen konden spreken, had zij de stem van de lente):

‘Mag ik die schriftjes inkijken?’

Ik draaide mij bliksemsnel om en riep paniekerig uit:

‘Nee, niet doen, dat zijn mijn dagboeken.’

Ze legde mijn beduimelde schriftjes die bulken van de klagerige hartskreten van een jonge vrouw die eeuwig puber lijkt te blijven, voorzichtig op mijn bureau.

Ze hoefde er niet voor op te staan, er bestaan auto’s die ruimer zijn dan mijn kamertje.

‘Zo, jij hebt een dagboek, wat enig nou!’

Ze herschikte de kussens en vulde nog aan:

‘Ik heb nooit zoiets gehad, ik zou bij God niet weten wat ik zou hebben moeten schrijven. Zeker als kind niet, ik had heel mijn gevoelsleven strikt rationeel onder controle.’

Dat vond ik een vreemde uitspraak. Ik heb een beeld van mijn seksegenotes als van een collectief stel blèrsmoelen die ’s nachts hun kussensloop doorweken met hun tranen.

Tranen als gevolg van de gemene opmerkingen van hun vriendinnetjes, de afwijzende blik van die onbereikbare, veel te oude, veel te stoere jongen, een uitgaansverbod vanwege pa of ma, een onvoorziene modezonde of gewoon, zo maar, omdat wenen een gezellig slapen-gaan-ritueel is.

‘Jij moet vast erg diepzinnige gedachten hebben’, vervolgde ze, ‘Ik zie wel zoiets in jou, een eiland van contemplatieve stilte.’

Ik haalde mijn schouders op, concludeerde dat een universitaire opleiding je taalgebruik geweld aan doet en zei dat mijn dagboek de typische weeklacht van een overgevoelige tiener is.

‘Je moet jezelf niet steeds zo onderuit halen.’, berispte zij mij. Waarop ze meteen overging tot: ‘Zeg, zullen we vast aan het eten beginnen? Ik heb eigenlijk wel honger.’

(wordt vervolgd)

William

31-01-2009 om 09:41 geschreven door Tederdraads  


29-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya 1

1

Tijdens mijn studententijd was ik goed bevriend met een jongen en een meisje. De jongen heette Frederik, maar om de een of andere reden noemde iedereen, behalve ik dan, hem Billy. Het meisje was van buitenlandse komaf en heette Soraya.

Frederik –ik geloof dat ik de enige was, die hem met zijn echte naam aansprak- zat samen met mij op kot. Ik studeerde psychologie, hij geschiedenis. Ik had met hem een fijne tijd. We kookten samen, of beter: warmden samen dingen op die met voldoende fantasie voor volwaardige gerechten konden doorgaan.

We organiseerden kotfeestjes, liepen elkaars deur plat, keken idiote filmpjes op internet, wisselden boeken uit, en als het weer mooi was, gingen we samen studeren in het park. We waren bepaald close, wat wil je, als je elkaar meermaals zien en horen kotsen hebt na een zwaar avondje stevig doorzakken.

Hij en ik waren wat je noemt gezworen kameraden. Doordat we vaak de godganse dag samen optrokken, speculeerde iedereen in onze omgeving wanneer we nu uiteindelijk een koppel zouden worden. Overal waar we kwamen, kon je de mensen voelen gissen: zijn die twee nou samen of niet?

We waren het niet, want er was tussen ons niet de minste erotische spanning. Een verklaring hadden we er niet voor, ze was er gewoon niet. Misschien dat we net daardoor tot zo’n hechte vriendschap in staat waren. We konden ons omkleden voor elkaars ogen zonder dat ons ontblote vel voor de minste opschudding zorgde.

In het derde jaar dat we samen op kot zaten, leerde ik in auditorium D van mijn faculteit Soraya kennen. Ze was een erg opvallende verschijning en ik vond het meer dan vreemd dat ze mij niet eerder was opgevallen.

Terwijl de meeste van mijn medestudentes er bij liepen als een uit de hand gelopen doorslagje van een Barbiepop, straalde zij verfijnde oriëntaalse klasse uit. Mijn ogen rolden traag als rupsvoertuigen over elke vierkante centimeter van haar verschijning.

Ik wilde de fout –bij voorkeur meervoud- ontdekken. Het bloed steeg naar mijn hoofd van chagrijnigheid. Ik kon niets vinden. Het meisje was een wolk vrouwelijke perfectie. Ik benijdde haar zoals ik geen andere vrouw ooit benijd heb, zelfs geen covermodel van een of ander trendy bijna-blootboekje.

Ze was die dag te laat en stond in het deurgat van een overvol auditorium. Staande op de toppen van haar tenen speurde ze de zaal af naar een plekje om te zitten. Vurige naaldjes prikten over de hele oppervlakte van mijn schedel: naast mij was nog een zitje vrij.

Mijn mentale mantra: kijk niet deze kant uit; kijk niet deze kant uit, had het tegenovergestelde effect: daar kwam ze dan. Meer dan 600 ogen richtten zich op haar als ze de trappen van het auditorium opging. Iets van bewondering maakte zich van mij meester als ik zag dat ze hierdoor niet uit haar lood werd geslagen.

De zaal was muisstil, zelfs de prof staakte even zijn betoog om haar beter te kunnen bekijken.

Zonder zich te laten opjagen, nam ze plaats naast mij. Ik dacht dat ik de meeste vrouwenparfums kende, maar het hare had ik nooit eerder geroken. De werkelijkheid vervaagde even, ik zag mezelf op het dek van een witte zeilboot op een prachtige azuurblauwe zee. In de verte okergele kliffen en een ongerept strand, de zon op mijn ontblote lichaam, geen vuiltje aan de lucht.

Ik probeerde de les te volgen, maar het lukte me niet meer. Vanuit mijn ooghoeken taxeerde ik haar en hoewel ik het subtiel wilde doen, betrapte ik mezelf erop dat ik staarde.

Soraya had golvende, zwarte krullen, een lichtbruine teint, haar ogen zijn als brandende edelstenen, knisperend als steenkool. Die dag droeg ze een zwart truitje dat haar uitstekend stond en haar vrouwelijke vormen op een stijlvolle manier benadrukte. Zwart stond haar altijd heel goed.

Ze droeg verder een nauwe rok die tot onder de knie kwam en nylonkousen. Haar naaldhakken schopte ze meteen uit toen ze naast mij plaats nam.

Mijn blik viel op haar handen, op haar nagels zat rode nagellak, zo uitdagend dat ik moest slikken. Ik ben hetero, maar ik kan andere vrouwen erg mooi vinden. Haar handen zijn bijzonder. De palmen zijn lichter van kleur dan de rest, ze lijken zacht als dons. Gisteren kreeg ik meteen zin om haar hand in de mijne te nemen en die tegen mijn wang te leggen, om te testen.

Uit de manier waarop ze notities nam en de uitdrukking van concentratie op haar gezicht, maakte ik op dat ze een warmbloedige, tedere vrouw was. Ik prees de kerel gelukkig die haar de zijne mocht noemen.

Mijn ogen rustten uiteindelijk op haar geschrift en ik glimlachte. Haar handschrift was niet wat ik verwachtte, het leek meer het geschrift van een jongen, niet zo zeer slordig, maar onduidelijk als dat van een dokter.

Ik had toch één imperfectie gevonden, bedacht ik triomfantelijk, om daarna nog chagrijniger dan eerder, te concluderen: één imperfectie IS perfectie.

In de pauze haalde ze een sinaasappel uit haar tas en een pennenmesje. Zorgvuldig ontdeed ze de vrucht van haar schil en ook van de witte velletjes, tot ze het stuk fruit volledig kaal had geplukt.

Voor het eerst werd ze zich bewust van mijn onbeschofte –ik heb er geen ander woord voor – onderzoekende aanwezigheid.

‘Wil je een billetje?’, vroeg ze vrolijk en met beide handen bood ze de servet aan waarop de partjes sinaasappel prijkten.

Een billetje?, dacht ik, wat een grappig woord in deze context.

‘Nee, dank je, ik eet geen sinaasappels’, zei ik naar waarheid.

‘Doodzonde’, reageerde zij meteen heel heftig. ‘Je hebt vitamine C nodig.’

Ze bood de servet nogmaals aan. Om haar te plezieren stak ik één partje in mijn mond. Het smaakte fris, zo fris als zij die het mij aanbood.

Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en vroeg:

‘Mag ik soms de naam van je parfum weten?’

Ze keek mij verbaasd aan en zei, terwijl ze haar handen afdroogde aan het servet:

‘Parfum? Welk parfum? Ik draag helemaal nooit parfum.’

Op dat moment gaf ik het op, als het op looks aankwam, kon ik niet aan haar tippen.

Ik wilde Soraya bannen uit mijn gedachten, haar beeld wegdrukken in een donkere spelonk in een verre uithoek van mijn geest.

In gedachten liep ik voorop met een fakkel door smalle gangen, terwijl zij volgde en vrolijk commentaar leverde op de schimmelachtige wanden.

Ik trok de ijzeren deur van een cel voor haar open, zij trad binnen, met een glimlach, alsof we toneeltje speelden, maar telkens ik de deur wilde dichtslaan om die te vergrendelen en nooit meer open te maken, verstijfde ik.

Haar ogen waren te uitnodigend, te zeer vervuld van bijna kinderlijke vriendelijkheid.

Ik vond haar aardig en ik wist dat ik voortaan met haar zou optrekken, ook al zou ik naast haar schoonheid geheel en al verbleken.

(wordt vervolgd)

William


29-01-2009 om 21:13 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyriek (4)

Je laat van je houden

al weet je dat niet

In talloze harten

marcheert reeds verdriet

 

Een breekbaar besef van

de zinloze strijd

ontneemt hen de kracht want

reeds leidt hen de nijd

 

Ineens is verlangen

een zucht naar de macht

nooit houdt men dat vol, nee

plots sterft hij die smacht

 

Och laat ik maar zwijgen

u waant mij gestoord

Redenen hebt u dus

lacht u maar voort

 

Ach wat een gedachten

verwoordde ik net?

Ik liet ze maar stromen

en bood geen verzet

Snüffel

29-01-2009 om 20:41 geschreven door Tederdraads  


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyriek (3)

Zachtjes dromend drijf ik weg

weg van alle narigheid

weg van iedere vorm van pech

weg van ongevoeligheid

 

Dieper denkend stroom ik mee

naar haar onweerstaanbaarheid

naar het midden van de zee

naar haar onvoorspelbaarheid

 

Hevig bevend lig ik daar

badend in een zee van zweet

bloedend als een martelaar
biddend dat ze dit niet weet

Snüffel

29-01-2009 om 20:39 geschreven door Tederdraads  


28-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soraya (deel 1 van heel veel)

Esfahan, 23 september 2008, geschreven op de onderste trede van de trap, thuis dat mijn thuis niet is

Lieve, lieve, Hairspray Queen,

Ik schud en beef over heel mijn lichaam als ik je moet zeggen dat ze het niet gehaald heeft. Overreden. Beide benen afgezet. Behandelende arts: ‘Het mag een wonder heten dat ze niet op slag dood was.’ Week tussen leven en dood. Longen vol bloed gelopen. The dark waters have closed in on her. Gedaan. Even met de gedachte gespeeld om haar te volgen. Uren op haar kamer gezeten. Mijn neus in haar kussen gedrukt om het laatste beetje van haar lichaamsgeur in me op te nemen en vast te prenten om nooit te vergeten. Muziekinstallatie braakten nog steeds opnieuw en opnieuw ‘Rape me’ en ‘Frances Farmer will have her revenge on Seattle’ uit. Twee nummers op repeat gezet vlak voor haar vlucht. Bitter statement.

Ouders, grootouders, ooms, tantes, zelfs de buren: collectieve doffe, onverschillige blik. Meest recente laffe uppercut in mijn maag; oom Shiraz die zegt: ‘Beter zo. Nu maakt ze de familie tenminste niet meer ten schande.’ Waarop neef Hassan, waarschijnlijk om zijn vader te vleien met zijn hardheid, maar spijtig genoeg maar al te oprecht: ‘Hoeven we haar zelf niet meer te kelen.’ Kelen, alsof hij het over een stuk vee had. Klap in zijn gezicht gegeven. Ringen staan nog in zijn wang. Ik keek zo woest uit mijn ogen, dat niemand durfde reageren. En Hassan zelf stond daar maar, te geschrokken. Als ze hun plannen hadden uitgevoerd, waren ze er nog mee weggekomen ook.

Ik ben moe, moe, hondsmoe, ik zou willen huilen, maar ik geef er niet aan toe, want ik weet dat er anders geen eind komt aan mijn tranen. Ik ben moe, gefrustreerd, KWAAD, echt, echt razend kwaad (maar op wie moet ik precies kwaad zijn? Wiens schuld is het uiteindelijk? De traditie?De overheid? Onze familie zelf? Wat maakt de ene wel vatbaar voor die onzin en de andere niet? Waarom zijn sommigen van ons zo goed en open, en anderen zo star en slecht? Geen zin in filosoferen. Zin in niets.

Eergisteren een half uur bij haar graf gestaan. Als ze het hadden gewaagd, hadden ze haar liefst van al in niets meer dan een zak in een koude put gegooid. Iedereen weggejaagd, wilde alleen met haar zijn. Niemand die protesteerde. Olijven begraven aan de voet van het graf, omdat ze daar zo verzot op was, samen met haar lievelingspop, Parri (dat trouwens Fee betekent) Excuseer mij als mijn mail chaotisch overkomt. Ik ben niet in de mood om te mailen. Ik stel je enkel op de hoogte, ik weet dat je anders gek wordt. En och God, misschien lucht het mij op. Ergens, een beetje, een klein beetje. IJdele hoop.

Ik heb de moed niet om Frederik te schrijven. Jij kent hem beter dan ik, zeg jij het hem en pas op hem. Zeg dat ze het hem nooit zou vergeven als hij omwille van haar gekke dingen doet.

Ik laat je en ga naar mijn kamer, luisteren naar het album waar ze kennelijk troost in vond, en mij afsluiten voor de geluiden, de geuren, de kleuren en vooral de mensen van dit schizofrene KUTLAND.

Liefde (ook al snap ik de betekenis van dit woord steeds minder)

Je Harika


28-01-2009 om 22:59 geschreven door Tederdraads  




Zoeken in blog



Inhoud blog
  • Wat vind ik in Slowakije? Een zekere 'pokoj'
  • 5 ingrepen om meer uit je dag te halen
  • Het probleem met Vlaanderen is dat het vol Vlamingen zit
  • Ik heb het bijna gehad met al dat analyseren van mezelf
  • Bloggen: Voor wie of voor wat?
  • Blitzkerstshoppen door een mini winterstorm
  • Jachtinstinct botvieren in de Kringloopwinkel
  • Te zijn of to be?
  • Lezen over Gestalttherapie, Tony Robbins, een beetje trainen en zorgen voor mijn grootouders
  • Waar komt geld vandaan?
  • De antwoorden zitten in ons, maar ze moeten je aandacht verschalken om indruk te maken
  • ik lijd aan aandachtszucht
  • Een zelfportret om eens de balans op te maken
  • Drie dagen groepstherapie in een klooster, 11 keer diep achter de schermen van 11 schone mensen en hard in de spiegel kijken
  • Tien eindejaarsvragen
  • Hoe zit het met uw nieuwjaarsresoluties?
  • Friends en het 'echte' leven of je vrienden verliezen aan de 9 tot 5 wereld
  • Het recept om uzelf mentaal te ruïneren
  • Waarom (romans) lezen?
  • Waarom hebben zoveel leerkrachten een burnout?
  • Zes redenen waarom ik niet staak vandaag
  • Prins William en zijn vrouw Kate hebben drie foto's van hun zoontje George vrijgegeven
  • Een soort gesprek tussen een extreem-linkse en een extreme fan van alles wat menselijk is
  • Psychiater Dirk De Wachter en het leven dat doordramde
  • Generatie Me :: Wat is dat?
  • Doorbreek de eenzaamheid en word buddy
  • Red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Waarom zit er een koffielepel in mijn broekzak?
  • Een thesis deponeren in Olomouc
  • The usual suspects :: mijn zes meest frequente doemgedachten
  • De geur van oude mensen en wachten op de trein in Olomouc
  • Hand to mouth :: Een razend boekske van een Amerikaanse die shitty jobs doet
  • 10 redenen waarom ik wéér in een Slowaakse kerk zit
  • Meet Mark: Een moderne man met moderne complexen
  • 34 persoonlijke dingen over John Lennon, 34 jaar na zijn dood
  • Niet serieus :: Dingen posten op 'www.writehistory.be'
  • Tien essentiële tips voor succes
  • Elke zondag zit ik in een Slowaakse mis
  • Writehistory :: Een site voor beginnende schrijvers
  • William Peynsaert, De revolutie van Russell Brand :: Plezant, maar 't zal niet voor morgen zijn
  • Strip over foute leerkracht
  • Boyhood :: Een film over niks of over alles
  • Eten, schrijven en lezen in Slowakije
  • Mijn vrouw blijft me verbazen
  • Slick and Silk :: een klein amateuristisch filmprojectje
  • Stalingrad en vrouwen versieren
  • Schrijven in de bunker
  • Operatie Walkure
  • Bent u gelukkig met wat u doet?
  • Geluk zoeken
  • Al die schone dingen die we niet laten gebeuren
  • Er is weinig net aan netwerken
  • Weg peddelen
  • Mijn loon weerspiegelt mijn lage zelfvertrouwen
  • Mijn dag in minder dan 1000 karakters :: Verbinding
  • Een tontine? Wat is dat nu weer?
  • Ge moet maar de pretentie hebben om u voort te planten
  • Gevallen op het veld van eer
  • Deze blog is verhuisd naar
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: wèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (13) :: Mèèèèèèh
  • De veel te heerlijke opwarming (12) :: 8 km met Freud, dambusting cannabis en brokeback Dender
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (11) :: Het rijdt niet, het staat stil
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (10) :: Grootvader bouwt al lang geen Volkswagens meer en rijdt al zeker niet meer rond in Pershing of Leopard tanks
  • De veel te (h)eerlijk opwarming (9) :: De wilde weldoenster in mijn straat heeft Korsakov
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (7):: Als een intercultureel koppel Engels wil afzweren
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (6):: Mijn Roma-zigeuner wilde niet meewerken en Iwans verkrachtten liefste mollige vrouwen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (5) :: “Il y a full black à Denderleeuw et Aloste”
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (4) :: papierwerk, geld, werken, statusangst en iets dat we voor 't gemak maar Karma zullen noemen
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (3) :: het is niet al kak op Faecesbook
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (2) :: drie overbruggingen en een klaplong
  • De veel te (h)eerlijke opwarming (1) :: red de wereld, lynch elke week een opniemaker
  • Rauwe rouw (16)
  • Rauwe rouw (15)
  • Rauwe rouw (einde)
  • Rauwe rouw (14)
  • Rauwe rouw (13)
  • Rauwe rouw (12)
  • Rauwe rouw (11)
  • Rauwe rouw (10)
  • Rauwe rouw (9)
  • Rauwe rouw (8)
  • Rauwe rouw (7)
  • Rauwe rouw (6)
  • Rauwe rouw (5)
  • Rauwe rouw (4)
  • Rauwe rouw (3)
  • Rauwe rouw (2)
  • Cappuccino :: Gelukkige (echte) verjaardag, George
  • Rauwe rouw (1)
  • Cappuccino :: Feedback van een volbloed perfectionist
  • Cappuccino :: Een vré gelukkige, Kurt
  • Cappuccino :: Bloedboeken
  • Cappuccino :: Leven in het nu en nooit meer nijdig zijn
  • Cappuccino :: Energetische sterfputten
  • Gelezen :: Vrouwen
  • Gelezen :: Achter je angst, ligt je kracht, van Jonathan Alpert
  • Mijn Syrische leerling over Syrië
  • Pestmails
  • In afwachting van ups, meer nieuws over downs
  • Wat doet een schrijverke zo dagdagelijks om zijn literaire carrière levend te houden?
  • Kortverhaal :: Koud Obstakel
  • Kortverhaal :: Doe het wel netjes
  • Kortverhaal :: Scalpenjagers
  • Ervaringen als beginnende leerkracht
  • CV tips van de VDAB
  • Gelezen :: The Last Full Measure
  • Moet uw passie ook uw werk zijn?
  • Koppels
  • Soms hebt ge een vacature die naar u schreeuwt
  • Vroeger plukten wij actrices van 't straat
  • Op restaurant met mijn psychiater
  • Een gevoel van belegering
  • Gedronken :: Rape me, demo versio, Nirvana, cd 3 van 'with the lights out'
  • Guerrilla sollicitaties, afwijzingen en kunstenaarsstatuten, maar ge leert er van
  • Waarom ik de rest van de week een zombie ben (helaas niet in een blockbuster)
  • Waarom ik nooit naar foto's van mijn vrouw kijk
  • Conformisme, Ramones en Club 27
  • “Ik heb zo'n maat, zie je, hij geeft mij het gevoel dat ik meer wilde dan ik kon stelen.”
  • Gelezen:: Jonge honden: is er nog toekomst voor de journalistiek?
  • niet EEN stompzinnige interesse, maar TWAALF stompzinnige interesses
  • Hij zit ook in u :: Maak kennis met een demon
  • Gelezen :: Maak van je merk een held, Guillaume Van der Stighelen
  • Gelezen :: Het spel der tronen: hiermee vergeleken is Machiavelli een lepe kleuter
  • Gelezen :: Amerika: een biografie van dromen en bedrog
  • Interesses waar ge niet rijk van wordt
  • Waarom ze die kutserie waar ik mij graag aan erger hebben afgeschaft
  • “Wat zit er daar achter?” “Hij wil u in uw poep pakken.”
  • Schaduwschrijven: andermans manuscripten opschonen
  • Interviews doen is niet: gewoon opschrijven wat ze u zeggen
  • Playing it safe, in fiscusdorp Erembodegem/Aalst
  • De volgende Twilight komt niet van uitgeverij Hautekiet
  • Inspiratie bestaat niet
  • Vrouwen, maandstonden en marketing
  • Onder collega's :: Fons Burger, auteur van 'Vrouwen'
  • De beste investering :: Blauwe bonen
  • Treingesprekken :: Zelfmoord in Roosdaal
  • Waarom mijn angst op de bodem van de Dender ligt
  • Provocerende homo's: waar of niet?
  • Onder collega's :: Jeroen Olyslaegers, ik wil uw branding pikken
  • 'jullie zijn allemaal de slachtoffers van een marketing holocaust'
  • Schrijverkens, smijt er op tijd het bijltje bij neer
  • De zeven spirituele wetten van succes- Deepak Chopra
  • De sixpack tirannie
  • Mijn adviseur gaat tien dagen, ehm, smurfen in Brazilië
  • Treingesprekken, treinlectuur en mijn eigenste Roma-zigeuner
  • Gratis bij proclamatie van uw zoon of dochter: N-VA-propaganda
  • Ik ben bang
  • My own private Sleepy Hollow: Halloween met mijn tante
  • Een bescheiden succesverhaal dat begon met veel Guinness
  • Maar er is ook goed nieuws
  • Getormenteerde jongensdromen
  • Skild ende vriend in Aalst anno 2012
  • Zeepbellen, individualisme, UFO's, Judas Iskariot, rommelmarkten en mijn vader
  • Het leven is ook...
  • 34 is net 15 (en was ik maar nooit geboren)
  • ik mocht er niks over zeggen, dus moest ik wel
  • In uw leven gebeurt niet meer of minder als het mijne, alleen ik ben zo stom om het op op een blog te zetten
  • Sinds ik bij een gazet werk zit mijn wijsvinger vaker aan de delete space dan aan de clitoris van mijn lief
  • Waarom een treincontroleur of andere ambetante nobody's dood slaan?
  • Ik word niet rap kwaad. Een open blogske aan de regisseur die mijn kloten kan kussen.
  • Frigide in een Marginaalst Café
  • waar ne mens zoal op peinst, op den trein terug van zijn werk
  • als ge dan eindelijk in de gazet staat
  • De plastic tetten van mijn jongste tante doen mij denken
  • Bijna geen kat op politiek debat, waar Voka beet in de arbeider zijn gat
  • Liefde is...niet meer kunnen masturberen
  • Gij moet mijn beste vriend zijn, want ik kan u wel wurgen
  • prentjes van blote tieten en harige kutten
  • The female alphabet: Pia
  • The female alphabet- Olga with the mjagkij znak
  • Silk- Alessandro Baricco
  • The imaginary girlfriend- John Irving
  • Model Behaviour, Jay McInerney
  • On Chesil Beach, Ian McEwan
  • Five reasons to read Outliers
  • What do Americans want?
  • What I talk about when I talk about running
  • Margot- If it hadn't been for streets
  • The X-files of literature, Arie Storm
  • Game of Thrones
  • Blue Mondays is
  • Only in Erembodegem
  • 7 things I like to read about in the news
  • Parental Advice
  • First Kill
  • Pat smear is not gay
  • when I grow up
  • Lore- A platonic Liaison
  • Kate
  • Jess-Towering goddess of feminity
  • Irene
  • Herlinde
  • Chuck Chalkers- teaching students nothing, except life
  • Georgina
  • Fay
  • The female alphabet:: Elise
  • The female alphabet: Denise
  • The female alphabet:: Cathy
  • Gratefulness

    Archief per week
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 03/10-09/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 13/10-19/10 2008
  • 22/09-28/09 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs